Velsens verre verleden Engeland bedreigd door herhaling van de kolencrisis van 1947 Cuerillastrijders kwamen onderhandelen over opneming in de T.N.I. VERGROTINGEN EN REPRODUCTIES Ni leewe Uitga ven Radio Moors ZATERDAG 6 JANUARI 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Gesprek met een bendeleider Zij maakten een afspraak, maar hielden zich er niet aan Voor de tuinbouw was 1950 een slecht jaar Ongeveer 130.000 ton groente werd doorgedraaid Werk van Marl Andriessen op „Festival of Britain" Aanslagen in Oost-Java Amerika wil China veroordeeld zien Verdere bemiddelingspogingen de groep van twaalf" van Pleven vraagt opnieuw het vertrouwen Electrische synchroonklokken lopen achter Frequentie van electrische stroom uit Duitsland te laag Aanvaring tussen Panamees en Grieks motorschip Van een oude kerk die raadsels opgeeft Britse regering doet een beroep op de mijnwerkers - die echter eisen stellen Teraardebestelling M. Loosjes (Van onze correspondent te Soerabaja) De guerillabenden die eigenlijk niets anders zijn dan groepen rovers en moor denaars, vormen voor de Indonesische re gering tot dusverre een onoplosbaar pro bleem dat veel ingewikkelder is dan men elders wel denkt. De onderhandelingen met de bendelei der „As Pelor" de as van een kogel hebben dat dezer dagen wel heel duidelijk gedemonstreerd. As Pelor is het hoofd van de bende, die onlangs een overval deed op de suikeronderneming Kremboeng, op on geveer 25 km. van Soerabaja, en daarbij de employé Valk en twee bewakers dood schoot, toen zij weigerden hun wapens af te geven. Zó weinig was hij onder de in druk van deze misdaad, dat hij twee dagen later vergezeld van enige volgelingen bij de plaatselijke commandant van Soerabaja, kapitein Darsan Iroe kwam om eens te praten over de voorwaarden, waarop de overheid bereid zou zijn hem en zijn groep van 160 man op te nemen in de TIs'I. Nu moet men weten, dat As Pelor, die rondloopt in een uniform van de TNI, en kele maanden geleden met zijn bende uit de gevangenis van Modjokerto is ontsnapt, waar hij met zijn kornuiten, verdacht van diverse moorden, rampokpartijen en auto diefstallen vast zat. Deze feiten bleken voor de commandant van Soerabaja ech ter geen bezwaar te zijn As Pelor en zijn mannen in zijn woning te ontvangen. De volgende avond weid het er nog gezelliger. De pers werd uitgenodigd om eens met As Pelor te komen praten. Hij had veel interessant nieuws te vertellen, aldus de plaatselijke commandant. Onder het genot van een sigaretje en een glaasje limonade kregen we van het bendehoofd heel merk waardige verhalen te horen. As Pelor be gon met te erkennen dat het zijn mannen geweest waren, die op Kremboeng de heer Valk en de beide agenten van de mobiele brigade hadden vermoord. Nee, hij keurde dit beslist niet goed, maar het was ten slotte de schuld van de slachtoffers. Als ze gedwee hun wapens hadden afgegeven, zou er niets gebeurd zijr. Met een inne mende lach op zijn gezicht vertelde As Pelor verder: Zijn groep voorziet in haar levensonderhoud door rampok en door het vragen van vrijwillige bijdragen aan de bevolking. Zijn mannen zijn bewapend met revolvers, geweren, karabijnen, stens, een paar mitrailleurs en wat handgranaten. Hij somde een hele serie berovingen op, die door zijn mannen waren uitgevoerd. Niet eens met moorden Een enkele maal moest er eens iemand neergeschoten worden, maar dat was nooit onze bedoeling. Dat was onverantwoorde lijk gedoe van mijn mannen. Ik heb het altijd afgekeurd. Zo nu en dan ging het echter wel eens mis. Meestal als ik er zelf niet bij was, aldus As Pelor. Toen hij zijn zondenregister afgedraaid had, knikte hij eens vriendelijk in de richting van de plaatselijke commandant. En n'tr komen we-, Zei hij, eens praten met kapitein =Darsan Iroe, die ons volle ver trouwen geniet weer een hoofse buiging in de richting van de kapitein of er voor onze groep een- plaatsje in de T.N.I. is. We zijn wel wat laat, maar dat komt omdat we pas een paar dagen geleden ge hoord hebben, dat de regering de gelegen heid heeft geboden aan guerilla strijders om zich te melden. Het is dus niet onze schuld dat we nu pas komen praten over de voor waarden. De zaak bleek al in kannen en kruiken te zijn. As Pelor zou zijn mannen verzamelen in de buurt van Bangil, op on geveer 40 km. van Soerabaja en vandaar zouden zij naar Soerabaja worden overge bracht en voorlopig in een kazerne worden gelegerd. Dat zou twee dagen later ge beuren. ADVERTENTIE RICHE FOTO ART 169 GROTE HOUTSTRAAT - TELEF. 13472 Op de tweedaagse tuinbouwconferentie van de Chr. Boeren- en Tuindersbond en de Chr. Jonge Boeren- en Tuindersbond in Amersfoort, heeft mr. V. G. M. Marijnen van de Stichting voor de Landbouw ver klaard, dat 1950 voor dé tuinbouw over het algemeen een slecht jaar is geweest. De totale verliezen bij de tuinbouw op de koude grond zijn volgens berekeningen door het Nederlands Landbouw Insti tuut zeer hoog. Het totale verlies op de teelt van sperciebonen bedroeg 6.7 mil- lioen, op de augurkenteelt (bij Venlo) 3 millioen, op de bloemkoolteelt 2.628.000 en op de snijbonen 1.3 millioen. Een gunstige uitzondering vormt de teelt van vroege aardappelen. Als belangrijkste oorzaak van de slechte cultures noemde mr. Marijnen de ver schuiving in de consumptie. Van vele pro ducten zijn de teelten namelijk te groot. Het gevolg was, dat in 1950 ongeveer 130.000 ton groenten (de opbrengst van 2500 H.A.) werden doorgedraaid. In 1949 werden 80.000 ton groenten doorgedraaid, maar toen was de jaaropbrengst ook 50.000 ton minder. Van de opbrengst aan andijvie, augur ken, bloemkool, sperciebonen en snijbonen werd 20 tot 25 doorgedraaid. Van de spekbonen verdween 50 naar de mest hoop. Ter gelegenheid van het grote „Festival of Britain" wordt in het Battersea Park aan de Zuidelijke oever van de Theems in Londen van Mei tot September 1951 een internatio nale tentoonstelling van beeldhouwwerken gehouden. Als enige Nederlandse deelnemer is de Haarlemse kunstenaar Mari Andriessen uitgenodigd. Deze zal vertegenwoordigd zijn met zijn uit drie mannen bestaande beel dengroep „Concentratiekamp", een onderdeel van het oorlogsmonument voor de stad Enschedé. Toen het interview was afgelopen stond As Pelor op, schudde handjes en vroeg aan de journalisten of zij een exemplaar van hun krant met zijn verhaal wilden sturen aan luitenant Mat Usin van de T. N. I., die de kranten wel aan hem zou doorsturen. Uitgeleide gedaan door de plaatselijke commandant van Soerabaja, stapte hij de avond in, na eerst nog gezegd te hebben dat hij hoopte, dat het concen treren van zijn groep in Soerabaja vlot zou verlopen. Met dat concentreren is het ech ter helemaal niet vlot gegaan. Toen leden van de Mobiele Brigade des morgens op de afgesproken plaats in de buurt van Bangil kwamen met de opdracht de bende naar Soerabaja over te brengen, vonden zij daar As Pelor's mannen met de wapens in de aanslag. Het zekere voor het on zekere nemende maakten de politie-agen- ten toen hun wapens ook maar schiet- klaar. Op een gegeven ogenblik dreigde het volkomen mis te gaan. Het slot van de geschiedenis was dat de bende zich naar de schuilplaats in de heuvels achter Mod jokerto terugtrok. Geen korte metten Wellicht zal men zich afvragen waarom de overheid met dergelijke groepen geen korte metten maakt. Maar zo eenvoudig is dat niet. In de eerste plaats zijn de bendeleden die Java onveilig maken, door de Indone sische pers, door de radio en zelfs door de officiële regeringsvoorlichtingsdiensten ja renlang verheerlijkt als vrijheidsstrijders, aan wie Indonesië zijn onafhankelijkheid heeft te danken. Die dank willen ze nu omgezet zien in iets tastbaars, een plaatsje in het leger dat hun immers bij monde van premier Natsir is aangeboden. Van daar dat zij ook zo onbevangen naar Soe rabaja kwamen om daar eens te praten. Daarnaast heeft de plattelandsbevolking voor deze benden een heilig ontzag met het gevolg dat de politie van die zijde niet de minste medewerking ondervindt. Onderhandelen met de heren in de hoop dat dit tenslotte succes zal hebben, is daarom de enige manier om aan deze mis toestanden een eind te maken. (Van een speciale medewerker te Soerabaja) Woensdag is de planter Walsarie van de tabaksonderneming Kertosarie in het Be- soekische vermoord door acht gewapende bandieten tijdens de uitbetaling van lonen aan de arbeiders. De bandieten maakten zich meester van 5000 roepia. Zij verwond den met twee schoten een Indonesische employé. Dit is de tweede moord op een planter in 't nieuwe jaar. Zij brengen de woorden in herinnering, die Boeng Tomo 18 Decem ber sprak; „het is niet uitgesloten, dat administrateurs van bepaalde ondernemin gen vermoord worden. Dan kan alleèn maar worden gezegd, dat dit een direct gevolg is van het niet overdragen van Nieuw Guinea". De criminaliteit is in de laatste dagen in Oost Java aanzienlijk gestegen. In Soe rabaja werden auto's gestolen van het Amerikaanse consulaat en van het Neder landse commissariaat. Een politieagent werd vermoord, een andere agent ontvoerd, en op een derde werd zonder succes een aanslag gepleegd met een handgranaat. In Malang komen veel straatbex-ovingen voor. In Pasoeroean zijn twee desahoofden ver moord. In het Besoekische treden herhaal delijk branden op in de tabaksschuren. In totaal waren er thans 429 dergelijke biran- den. De politie geeft toe, dat zij er ondanks vele arrestaties nog niet in is geslaagd, de daders te grijpen van de millioenenroof bij de Javase bank. Amerika heeft aan 22 leden van de U.N.O. een circulaire gezonden waarin het vei-klaart van mening te zijn, dat het com munistische China veroordeeld dient te worden als aggressor indien China blijft weigeren in te stemmen met een staakt- het-vuren in Korea, zo wordt uit Ameri kaanse bron vernomen. De nota is Woens dag en Donderdag via de normale diplo matieke weg overhandigd. De commissie voor algemene maatregelen, in het najaar ingesteld door de Algemene Vergadering als onderdeel van Achesons plan ter ver sterking van de U.N.O.diende economi sche sancties tegen China voor te stellen en verbreking der diplomatieke betrekkin gen door die landen, die de regering van Peking hebben erkend. De groep van twaalf Aziatische landen, die zich bezig houdt met de Koreaanse kwestie, heeft Vrijdag wederom vergaderd. Naar verluidt bespraken de gedelegeerden een plan van vier punten voor de oplossing van de Koreaanse kwestie en andere Oost- Aziatische zaken. Het plan zou gebaseerd zijn op de volgende punten: een oider tot staken van het vuren; terugtrekken van de troepen van beide partijen uit Korea; de instelling van een commissie, waarin ook het communistische China zitting zou hebben, ter oplossing van vraagstukken in het Verre Oosten; de instelling van een commissie der UNO die toezicht op verkiezingen in Koi-ea zou houden. Men zou uitgegaan zijn van een voorstel van Arne Sunde (Noorwegen). ADVERTENTIE Dg Franse minister-president René Pleven heeft de Nationale Vergadering Vrijdagavond om een motie van vertrou wen over de bewapeningsplannen van de regering verzocht. Hij stelde de motie van vertrouwen in zake het totaal van de militaire credieten voor 1951 (740 milliard francs, waarvan 355 milliard op de speciale bewapenings begroting voox-komt en 385 milliard voor de gewone militaire uitgaven bestemd is) en inzake de 140 milliard nieuwe belastin gen, die de regering wil heffen om het be wapeningsplan te helpen financieren. Maandagmiddag na 3 uur zal over deze motie gestemd worden. Nadat Pleven de motie van vei-trouwen gesteld had, zette de Nationale Vergadering het debat vooi-t over de bewapeningswet, die des moi-gens door de Senaat was verwoi-pen. De door Pleven gevraagde motie van vertrouwen heeft slechts op één artikel van het wets ontwerp betrekking, doch men acht het mogelijk, dat de minister-president nog zal verzoeken om een motie van vertrou wen over de wet in zijn geheel. In- het Zuiden en in het Westen vah het land wordt geklaagd over het achterlopen van de electrische synchroonklokken, die op het electriciteitsnet zijn aangesloten. De oorzaak van dit euvel, dat zich enige jaren geleden ook heeft voorgedaan, is gelegen in de omstandigheid, dat ons land electri sche energie uit Duitsland betrekt. Ten ge volge van overbelasting van het Duitse net is de frequentie nu en dan lager dan nor maal (50 pei-ioden per seconde). Destijds kon dit bezwaar worden ondervangen door de verbinding met Duitsland gedurende de nachturen te verbreken, de frequentie in Nederland tijdelijk te verhogen en zo de klokken, „bij te draaien". Door het tekort aan industriekolen is Nederland thans gedwongen zoveel moge lijk energie uit Duitsland te betrekken. De verbinding met het Duitse electi-iciteitsnet kan thans niet worden vei-broken. Ten einde echter de tijdaanwijzing nog zo goed mogelijk te laten functionneren zullen de centrales in enkele gebieden bij toerbeurt gedurende de nacht de vei-binding met het Nederlandse kóppelnet verbreken en in hun gebied de achterstand inhalen. Het is derhalve niet noodzakelijk zelf de klokken gelijk te zetten. Het onder Panamese vlag varende mo torschip Mary is gisteravond veei'tien mijl ten Westen van Hoek van Holland in aan varing gekomen met het Griekse motor schip Armathia. De Mary, die 5.841 ton meet en schade aan bakboordzijde opliep, maakte water; do 4.683 ton metende Ar mathia niet. De dikke mist verhindeide dat sleep- en i-eddingsboten onmiddellijk ter assistentie konden uitvaren en het duuxde dan ook even voordat de Blankenburg, de Maas, de Schelde, de Ram, de Oceaan en de Seefalke'zee kozen. De Mary seinde eerst slechts hulp van de sleepboot Maas nodig te hebben, maar later werd ook om de Schelde gevraagd, voor pompwerkzaamheden. De sleepboot Maas moest tengevolge van de dikke mist naar Hoek van Holland te rugkeren. Geëscorteerd door de sleepboten Schelde en Blankenbui-g is de Mary vanmorgen Hoek van Holland binnen gelopen. Het schip heeft een gat aan bakboord en een beschadigd sloependek. Wat weten al die knappe koppen toch akelig veel in onze tijd en wat is het eigen lijk een verademing, als zich van die inte ressante probleempjes voordoen, die nu eens lekker niet zo aanstonds zijn op te lossen! Deze gedachte ging door mij heen, toen ik lange tijd had staan piekeren bij de grijze muren van Velsens oude dorpskei-k. Zeker, dat de stenen spreken, weten wij allang, maar, dan moeten wij heel goed luisteren. Dikwijls zijn die fluisterende, zacht gezongen melodieën van vroeger zo veel poëtischer, dan de heldere en onmid- delijk logische woorden van onze tijd! Een voorbeeld: in de kerktoren zit boven de ingang een grijze, gebeeldhouwde steen. Het is een pi-achtexemplaar van Romaanse beeldhouwkunst en zulke stenen zijn erg zeldzaam in ons land. Omstx-eeks het jaar 1200 is hierin vrij primitief, maar volgens oude traditie een figuur uitgehouwen, die schijnt te wandelen. In de rechterhand zien wij een staf met kruisvaan en in de opge heven linkerhand (de beeldhouwer heeft hier kennelijk moeite gehad met de anato- Rojnaans relief in de toren 1200). mie) een opengeslagen evangelieboek. Om het hoofd bevindt zich een stralenkrans, de nimbus, en omdat deze een kruis ver toont, weten Wij zeker dat hier Christus is voorgesteld. Tot zover de feiten, maar nu de aardige legeixde van deze steen, zoals die eeuwen lang in de volksmond heeft voortgeleefd: dit relief zou een voox-stelling zijn van Engelmundus, de stichter van de kerk en later de geliefde heilige van de streek. Toen het gebouw in handen der Hervormden overging, werd de steen eruit gehaald en men wierp die in het nabije Wijkermeex-. Maarde volgende mor gen zat hen weer op zijn oude plaats in de toren! Opnieuw werd hij verwijderd en per schip gebracht naar het diepste deel van het meer en weer sloten zich de golven over de steen. Tevergeefs op mirakuleuze wij^e kwam hij weer in de torenmuur te rug: Engelmundus liet zijn parochie niet in de steek! Maai*, er is nog een steen in Velsens kerk waarover ik u wat moet vertellen, want deze doet ons nog een merkwaardiger ver haal. Pas kort vóór de oox-log werd die steen ontdekt. Dr. Glazema, de directeur van Rijks Oudheidkundig Bodemonderzoek, vond hem achter een dichtgemetseld poor tje in de muur die eens behoorde tot een al lang niet meer bestaande zijbeuk van de kerk. Hij is gemaakt van rode Bremer zandsteen en de vorm verraadt direct, dat wij hier te doen hebben met het deksel van een sarcophaag. Dat waren stenen dood kisten, waarin in de tiende en elfde eeuw bekende mensen weiden begraven. Deze sarcophagen kwamen kant en klaar uit Duitsland en vaak was het deksel gebeeld houwd met een geometrisch kruisornament. Dat is hier ook zo en op zichzelf is dit dus niet zo iets bijzonders. Maar er is meer. In het midden is over een halfcix-kelvormig oppervlak het oude ornament weggehakt en op deze wijze kon de steen (omstreeks 1200?) dienst doen als tympaan-vulling boven een poortje. Binnen de boog is toen een nieuw, zeer primitief beeldhouwwei-k aangebracht, voorstellende een heilige of abt, zittend op een troon. Weer houdt de rechterhand een staf en weer de linker een evangelieboek. Het geheel is stei*k ver weerd en men kan eraan zien, dat het on diepe relief eeuwenlang aan de buitenlucht is blootgesteld geweest. Het oorspronkelijke ornament, dat achter de kerkmuur verbor gen bleef, is veel minder aangetast. Helaas Bü Koninklijk Besluit is de Provinciale Onderwijsraad van Friesland bevoegd ver klaard bij de faculteit der letteren en wijs begeerte aan de rijskuniversiteit te Leiden een bijzondere leerstoel in de Friese taal en letterkunde te vestigen. Afbeelding van Engelmundus op het sarcophaag deksel. is het bovenstuk in de achttiende eeuw, toen men de muur tot zijn tegenwoordige hoogte terug bracht, ruwweg eraf gehakt, zodat wij hoofd en nimbus niet meer kunnen zien. Wie is hier afgebeeld? Dit relief is vrij wel zeker door Velsenaren gemaakt en ik heb zo'n idee, dat dit wel eens Engelmun dus zou kunnen voorstellen. Oude prenten laten ons zien, hoe dit poortje diende tot ingang van een geheel nieuwe vleugel van de kerk, een grote en kostbare uitbreiding die omstreeks 1500 in Gotische stijl werd opgetrokken. Daarin hoort dit verouderde poortje met zijn naief beeldhouwwerk (dat de technisch veel knapper mensen van die tijd meesmuilend zullen hebben bekeken) allerminst thuis. De oplossing van dit raad sel zou kunnen zijn: het poortje stond daar al (sinds eeuwen) als deel van een ouder stuk van de kerk, óf als ingang van een. vroegere kapel. Er moet wel een dooi-slag- gevende reden zijn geweest, dat men het in 1500 heeft behouden! Ligt het dan niet voor de hand, dat hier de hoogvereerde Engelmundus was afgebeeld, die in de wijde omtrek bekend was, mede'doordat men een geneeskrachtige werkking aan zijn rele- quiën, die in Velsens kerk werden bewaard, toekende. Van heinde en ver kwamen de mensen met keelziekten naar hier. Nog in de achttiende eeuw is er van overheidswege met plakkaten opgetreden tegen mensen, die steeds plachtten samen te komen op de plaats „waar eens een kapel stond". Nog een stap verder: zou mogelijk die hele nieuwe uitbouw van de kex-k met deze Engelmundusverering in verband staan? Want voor het groepje van vierhonderd mensen in de naaste omgeving was deze vergroting toch allerminst nodig. De merkwaardige steen waarvan hier sprake is en die helaas bij vervoer in de oorlogsdagen doormidden is gebroken, staat thans weggestopt in de toren. Wordt het niet hoog tijd, dat dit zeldzame monument gerestaureerd wordt en dat het een eervolle plaats krijgt? H. J. CALKOEN ADVERTENTIE Van ouds bekend. Tel. 14609 Officieel Philips - reparateur KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM Twee veeartsen hebben een koe van een veehouder in Duivendrecht geopereerd, waarbij aan het licht kwam dat het dier onder meer een stuk staaldraad van tien centimeter lengte en enige conservenblikjes had ingeslikt. De koe maakt het nu weer goed. Het bekende Haarlemse (lansorkest ..The Marinucci's" onder leiding van Joop Hogendoorn bestaat vandaag vijftien jaax\ Zondagavond wordt dit jubileum gevierd. POëZIE-BESCHOUWINGEN EN- BLOEMLEZINGEN Bij de uitgeverij Born N.V. te Assen verscheen een verzameling „Liefdespoëzie" bijeengebracht door Hendrik de Vries. De bedoeling van deze bundel, aldus het voor woord. was een zo populair mogelijke bloemlezing van gedichten waarin de liefde zelf aan het woord is. Men zal zich lang niet altijd kunnen verenigen met de persoon lijke voorkeur van de samensteller, die zelf vertegenwoordigd is met schitterende ver talingen, maar al lezende geeft men zich gewonnen en geniet men dankbaar von de vele voorheen te weinig erkende schoon heden. Er loopt een bloedrode draad door dit boek. waarin kostelijke kralen zijn ge regen die delen in elkandei;s glans. Een prachtige bloemlezing is de door „De BezigeBij" te Amsterdam gepubliceerde bundel lvriek „De dichter en de dood", samengesteld en van een voortreifehjke (religieus gestemde) inleiding voorzien door Chr. (what's in a name?) Leeflang. Deze schriift op de eerste bladzijde: pas in de schaduw van de dood wordt ons het leven in al zijn rijkdom en hevigheid openbaar. Inderdaad moet men constateren dat men hier in ongeveer zeventig gedichten van evenzovele dichters (alleen Anthonie Don ker komt er dank zij een extra pseudoniem twee keer in voor) de meest direct-ontroe- rende proeven van de hedendaagse littera tuur (van Hélène Swart tot Hanny Michaelis of van Kloos tot Scheepmaker) verenigd vindt. De keuze is bovendien zo danig, dat zo goed als alle manieren van confrontatie, hoe tegengesteld ook, tot hun eerlijk recht komen. Dit boek zal allen die het lezen tot vriend worden. Han G. Hoekstra stelde kort na het uit breken van de ooi-log voor Bigot en Van Rossum N.V. te Amsterdam een kleine bundel Kerstgedichten van en voor deze tijd samen onder de titel „In de donkere dagen voor KersttijdDaarvan is thans een tweede druk verschenen, waaruit de verzen zijh weggelaten van schrijvers, die de bloemlezer om persoonlijke redenen liever miste Daarvoor zijn onder meer in de plaats gekomen „Een lied naar waarheid" door Bertus Aafjes (naar een oorspronkeluke tekst uit Des Knaben Wunderhorn) en het navrante „Kerstmis '42" van Jac. van Hattum. Over het werk van de dichter Gerrit Achterberg schreef Manuel van Loggem onder de titel „Oorsprong en noodzaak" een door de uitgeverij Born N.V. te Assen ge publiceerde studie, merkwaardig van opzet, waarin getracht wordt de psychologische achtergrond van het litteraire kunstwerk te schetsen. Volgens zijn opvatting richt. Ach terberg zich tot mensen „voor wie het schuldprobleem een even brandend probleem is als voor hem. in een tijd die dit conflict tot een collectief probleem heeft gemaakt". Als één der conclusies van zijn wel interes sante. doch naar mijn mening voor bestrij ding uiterst vatbare onderzoekingen beweert hij nota bene dat Achterbei-g „de grote angst der huidige cultuurmensen" heeft uit gezongen. Dit nu geloof ik, bij al mijn waar- dering voor de besproken poëzie, evenmin als de stelling dat „in de poëzie de middelen waarmee een schoonheidsontroering wordt opgewekt principieel te scheiden zijn in vormwaarden en inhoudswaarden". Met Vestdijk immers kan men zeggen: niet te scheiden, wel te ondei-séheiden. En wat te denken van de bewering dat „Hamlet bij voorbeeld een bijzonder duidelijke artistieke vertaling van Freuds uiteenzettingen is!" Dit alles neemt niet weg dat het boekje veel scherpzinnige waarnemingen en ontledingen bevat. De aandacht moge tenslotte gevestigd wor den op de door „De Bezige Bij" verleden jaar bijzonder fraai uitgegeven verzameling opstellen van Henriëtte Roland Holst, M. Nijhoff, Jan Engelman, Jo de Wit, Victor E. van Vriesland en M. Vasalis „Over den dich ter A. Roland Holst". Aan de bijdrage van Jjn Engelman ontleen ik de volgepdè tref fende 'förmüjëring' van een gevoelige wijs heid: „Het simpele van goeden huize is vaak moeilijker te doorgronden dan het gecompli ceerde van nergenshuizen". D. K. Een ideaal oefenterrein gedurende de winter hebben de spelers van liet voetbalelftal van Bristol City (Engeland) gevonden in een stuk van het strand bij de pier van Weston-Super-Mare. Op dit thans verlaten domein van badgasten en vacantiegangers springen en lopen de voetballers de spieren los voor de zware wedstrijden welke zij nog voor de boeg hebben. (Van onze correspondent in Londen) Het di-ingendste probleem, waai-voor Engeland aan het begin van het nieuwe jaar staat, is te trachten een herhaling van de kolencrisis van 1947 te vermijden. Want alles wijst er op, dat een dergelijke crisis, met alle rampzalige gevolgen voor de Britse economie en defensie, weer voor de deur staat. Hoewel Engeland zo ongeveer op steen kool is gebouwd, zijn de Engelsen er niet in geslaagd een blijvende oplossing voor het steeds nijpender kolenvraagstuk te vinden, al moet worden erkend, dat dit maar ten dele een Engels probleem is, om dat eigenlijk geheel Europa op het gebied der kolenvoorziening met soortgelijke moeilijkheden als in Groot-Brittannië te kampen heeft. Engeland heeft thans nog maar een ko- lenreserve voor ruim twee weken en een nieuwe vriesperiode zou ongetwijfeld de genadeslag betekenen. Attlee heeft thans ingegrepen door de mijnwei-kersleiders bij zich te roepen. Ve len hunner hebben reeds extra-werk ge daan. Desondanks bleef de totale kolen- productie onder het beraamde doel, al be draagt de totale delving anderhalf mil lioen ton meer dan in 1947. Er is immers veel meer nodig geweest dan in dat jaar; mede door de langdurige koude. Thans hebben de mijnwerkers de regering toe gezegd om voor April drie millioen ton kolen extra te delven. De regering krijgt intussen van alle kan ten te horen, dat zij de ernst van de toe stand veel te laat heeft ingezien. Vorig jaar kwam men, dank zij een zachte win ter, juist met de hakken over de sloot. De sterke stijging van de kolenexport, waartoe de regering voorbarig besloot, droeg in sterke mate tot de ci-isis bij. Óm de zaak te redden, werd ijlings uit Amerika steen kool ingevoei-d, maar hoewel er meer dollars waren, was de scheepsruimte zeer beperkt, zodat ook dit geen oplossing bood. De enige uitweg is daarom groter kolen- productie en minder verbruik. Hoewel Engeland over een aantal voortreffelijke mijnen beschikt, is de meerdei-heid nog onvoldoende technisch uitgerust. De me chanisatie, welke krachtig is aangepakt, vordert slechts langzaam. Het plan is nu de oud-mijnwerkers in de regering en op belangrijke posten in de Labourpartij en de vakbeweging voor een campagne door de mijngebieden te mobi liseren. De vraag, welke daarbij echter on der ogen moet woi-den gezien, is of de door de mijnwerkers geëiste verbetering van hun positie inderdaad tot betere re sultaten, zowel wat productie als i*eci*u- tering betreft, zal leiden. De vroegere ellende in de mijngebieden is inderdaad opgeheven, maar de alge mene positie van de mijnwerkers laat nog veel te wensen over. Zij eisen thans ver hoging der laagste lonen, een pensioen regeling, een veertiendaagse betaalde va- cantie en dubbel tarief voor overwerk op Zaterdag (boven de vijfdaagse'wei'kweek). Overwerktarief bedraagt thans anderhalf maal het gewone tarief. De regering eist op haar beurt, dat het nog altijd grote percentage wegblijvers vermindert. Een grief van de regering is ook, dat de mijnwerkers nog altijd vast houden aan werkmethoden, welke de pro ductie beperken. Nog meer crises Indien de kolencrisis niet vermeden kan worden, verwacht men dat een regerings crisis niet zal uitblijven. In 1947 leidde het kolentekort tot twee millioen werklozen', terwijl vele andere millioenen maar half konden werken. De oorzaak van de reeds ingevoerde be perking van electrische stroom was tot nu toe niet kolengebi*ek, doch ovei'belasting der centrales. De electriciteitsmisère als gevolg van het vei-ouderd raken van het apparaat, dat slechts langzaam kan wor den vervangen of uitgebreid, vormt een crisis in de crisis. Ook hier openbaart zich de tragiek van een land, dat door twee ooi'logen en door te grote behoudzucht technisch achterop is geraakt en dat het daardoor in econo misch opzicht niet meer kan bijsloffen. Op de Algemene begraafplaats aan de Kleverlaan is vanmiddag ter aarde besteld het stoffelijk overschot van de heer M. Loosjes, vroeger president-commissaris van de N.V. Boekhandel De Erven Loosjes en erelid van de voetbalclub H.F.C. Om de groeve hadden zich o.a. geschaard de heren A. van Weerden van de uitgeverij de Erven Loosjes, W- J. H. Muiier, be schermheer van H.F.C.jhr. dr. J. C. Mol- lerus, R. D. Jongeneel en A. Sandtke, be- stuui-sleden van deze club, voorts de heren J. L. de Breuk, J. J. Swens, G. H. Kaars Sijpesteijn, Ben Verwey en Goossens. Aan de groeve hebben gesproken de heren jhr. dr. J. C. Mollerus, die namens het bestuur van H.F.C. woorden var. dank bracht voor hetgeen de overledene voor de club heeft gedaan, W. J. H. Muiier, die de heer Loosjes een zeldzaam voorbeeld van clubliefde noemde en J. J. Swens. Namens de familie sprak de heer V. Loosjes, neef van de oveiiedene, woorden van dank.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 3