Velsens verre verleden
Engeland bedreigd door herhaling
van de kolencrisis van 1947
Cuerillastrijders kwamen onderhandelen
over opneming in de T.N.I.
VERGROTINGEN EN REPRODUCTIES
Ni
leewe
Uitga
ven
Radio Moors
ZATERDAG 6 JANUARI 1951
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Gesprek met een bendeleider
Zij maakten een afspraak, maar
hielden zich er niet aan
Voor de tuinbouw
was 1950 een slecht jaar
Ongeveer 130.000 ton groente
werd doorgedraaid
Werk van Marl Andriessen
op „Festival of Britain"
Aanslagen in Oost-Java
Amerika wil China
veroordeeld zien
Verdere bemiddelingspogingen
de groep van twaalf"
van
Pleven vraagt opnieuw
het vertrouwen
Electrische synchroonklokken
lopen achter
Frequentie van electrische
stroom uit Duitsland te laag
Aanvaring tussen Panamees
en Grieks motorschip
Van een oude kerk die raadsels opgeeft
Britse regering doet een beroep op de
mijnwerkers - die echter eisen stellen
Teraardebestelling M. Loosjes
(Van onze correspondent te Soerabaja)
De guerillabenden die eigenlijk niets
anders zijn dan groepen rovers en moor
denaars, vormen voor de Indonesische re
gering tot dusverre een onoplosbaar pro
bleem dat veel ingewikkelder is dan men
elders wel denkt.
De onderhandelingen met de bendelei
der „As Pelor" de as van een kogel
hebben dat dezer dagen wel heel duidelijk
gedemonstreerd. As Pelor is het hoofd van
de bende, die onlangs een overval deed op
de suikeronderneming Kremboeng, op on
geveer 25 km. van Soerabaja, en daarbij
de employé Valk en twee bewakers dood
schoot, toen zij weigerden hun wapens af
te geven. Zó weinig was hij onder de in
druk van deze misdaad, dat hij twee dagen
later vergezeld van enige volgelingen bij
de plaatselijke commandant van Soerabaja,
kapitein Darsan Iroe kwam om eens te
praten over de voorwaarden, waarop de
overheid bereid zou zijn hem en zijn groep
van 160 man op te nemen in de TIs'I.
Nu moet men weten, dat As Pelor, die
rondloopt in een uniform van de TNI, en
kele maanden geleden met zijn bende uit
de gevangenis van Modjokerto is ontsnapt,
waar hij met zijn kornuiten, verdacht van
diverse moorden, rampokpartijen en auto
diefstallen vast zat. Deze feiten bleken
voor de commandant van Soerabaja ech
ter geen bezwaar te zijn As Pelor en zijn
mannen in zijn woning te ontvangen. De
volgende avond weid het er nog gezelliger.
De pers werd uitgenodigd om eens met
As Pelor te komen praten. Hij had veel
interessant nieuws te vertellen, aldus de
plaatselijke commandant. Onder het genot
van een sigaretje en een glaasje limonade
kregen we van het bendehoofd heel merk
waardige verhalen te horen. As Pelor be
gon met te erkennen dat het zijn mannen
geweest waren, die op Kremboeng de heer
Valk en de beide agenten van de mobiele
brigade hadden vermoord. Nee, hij keurde
dit beslist niet goed, maar het was ten
slotte de schuld van de slachtoffers. Als
ze gedwee hun wapens hadden afgegeven,
zou er niets gebeurd zijr. Met een inne
mende lach op zijn gezicht vertelde As
Pelor verder: Zijn groep voorziet in haar
levensonderhoud door rampok en door het
vragen van vrijwillige bijdragen aan de
bevolking. Zijn mannen zijn bewapend met
revolvers, geweren, karabijnen, stens, een
paar mitrailleurs en wat handgranaten. Hij
somde een hele serie berovingen op, die
door zijn mannen waren uitgevoerd.
Niet eens met moorden
Een enkele maal moest er eens iemand
neergeschoten worden, maar dat was nooit
onze bedoeling. Dat was onverantwoorde
lijk gedoe van mijn mannen. Ik heb het
altijd afgekeurd. Zo nu en dan ging het
echter wel eens mis. Meestal als ik er zelf
niet bij was, aldus As Pelor.
Toen hij zijn zondenregister afgedraaid
had, knikte hij eens vriendelijk in de
richting van de plaatselijke commandant.
En n'tr komen we-, Zei hij, eens praten met
kapitein =Darsan Iroe, die ons volle ver
trouwen geniet weer een hoofse buiging
in de richting van de kapitein of er
voor onze groep een- plaatsje in de T.N.I.
is. We zijn wel wat laat, maar dat komt
omdat we pas een paar dagen geleden ge
hoord hebben, dat de regering de gelegen
heid heeft geboden aan guerilla strijders om
zich te melden. Het is dus niet onze schuld
dat we nu pas komen praten over de voor
waarden. De zaak bleek al in kannen en
kruiken te zijn. As Pelor zou zijn mannen
verzamelen in de buurt van Bangil, op on
geveer 40 km. van Soerabaja en vandaar
zouden zij naar Soerabaja worden overge
bracht en voorlopig in een kazerne worden
gelegerd. Dat zou twee dagen later ge
beuren.
ADVERTENTIE
RICHE FOTO ART
169 GROTE HOUTSTRAAT - TELEF. 13472
Op de tweedaagse tuinbouwconferentie
van de Chr. Boeren- en Tuindersbond en de
Chr. Jonge Boeren- en Tuindersbond in
Amersfoort, heeft mr. V. G. M. Marijnen
van de Stichting voor de Landbouw ver
klaard, dat 1950 voor dé tuinbouw over
het algemeen een slecht jaar is geweest.
De totale verliezen bij de tuinbouw op de
koude grond zijn volgens berekeningen
door het Nederlands Landbouw Insti
tuut zeer hoog. Het totale verlies op de
teelt van sperciebonen bedroeg 6.7 mil-
lioen, op de augurkenteelt (bij Venlo) 3
millioen, op de bloemkoolteelt 2.628.000
en op de snijbonen 1.3 millioen. Een
gunstige uitzondering vormt de teelt van
vroege aardappelen.
Als belangrijkste oorzaak van de slechte
cultures noemde mr. Marijnen de ver
schuiving in de consumptie. Van vele pro
ducten zijn de teelten namelijk te groot.
Het gevolg was, dat in 1950 ongeveer
130.000 ton groenten (de opbrengst van
2500 H.A.) werden doorgedraaid. In 1949
werden 80.000 ton groenten doorgedraaid,
maar toen was de jaaropbrengst ook 50.000
ton minder.
Van de opbrengst aan andijvie, augur
ken, bloemkool, sperciebonen en snijbonen
werd 20 tot 25 doorgedraaid. Van de
spekbonen verdween 50 naar de mest
hoop.
Ter gelegenheid van het grote „Festival of
Britain" wordt in het Battersea Park aan de
Zuidelijke oever van de Theems in Londen
van Mei tot September 1951 een internatio
nale tentoonstelling van beeldhouwwerken
gehouden. Als enige Nederlandse deelnemer
is de Haarlemse kunstenaar Mari Andriessen
uitgenodigd. Deze zal vertegenwoordigd zijn
met zijn uit drie mannen bestaande beel
dengroep „Concentratiekamp", een onderdeel
van het oorlogsmonument voor de stad
Enschedé.
Toen het interview was afgelopen stond
As Pelor op, schudde handjes en vroeg
aan de journalisten of zij een exemplaar
van hun krant met zijn verhaal wilden
sturen aan luitenant Mat Usin van de T.
N. I., die de kranten wel aan hem zou
doorsturen. Uitgeleide gedaan door de
plaatselijke commandant van Soerabaja,
stapte hij de avond in, na eerst nog gezegd
te hebben dat hij hoopte, dat het concen
treren van zijn groep in Soerabaja vlot zou
verlopen. Met dat concentreren is het ech
ter helemaal niet vlot gegaan. Toen leden
van de Mobiele Brigade des morgens op
de afgesproken plaats in de buurt van
Bangil kwamen met de opdracht de bende
naar Soerabaja over te brengen, vonden
zij daar As Pelor's mannen met de wapens
in de aanslag. Het zekere voor het on
zekere nemende maakten de politie-agen-
ten toen hun wapens ook maar schiet-
klaar. Op een gegeven ogenblik dreigde
het volkomen mis te gaan. Het slot van de
geschiedenis was dat de bende zich naar
de schuilplaats in de heuvels achter Mod
jokerto terugtrok.
Geen korte metten
Wellicht zal men zich afvragen waarom
de overheid met dergelijke groepen geen
korte metten maakt. Maar zo eenvoudig is
dat niet.
In de eerste plaats zijn de bendeleden
die Java onveilig maken, door de Indone
sische pers, door de radio en zelfs door de
officiële regeringsvoorlichtingsdiensten ja
renlang verheerlijkt als vrijheidsstrijders,
aan wie Indonesië zijn onafhankelijkheid
heeft te danken. Die dank willen ze nu
omgezet zien in iets tastbaars, een plaatsje
in het leger dat hun immers bij monde
van premier Natsir is aangeboden. Van
daar dat zij ook zo onbevangen naar Soe
rabaja kwamen om daar eens te praten.
Daarnaast heeft de plattelandsbevolking
voor deze benden een heilig ontzag met
het gevolg dat de politie van die zijde niet
de minste medewerking ondervindt.
Onderhandelen met de heren in de hoop
dat dit tenslotte succes zal hebben, is
daarom de enige manier om aan deze mis
toestanden een eind te maken.
(Van een speciale medewerker te
Soerabaja)
Woensdag is de planter Walsarie van de
tabaksonderneming Kertosarie in het Be-
soekische vermoord door acht gewapende
bandieten tijdens de uitbetaling van lonen
aan de arbeiders. De bandieten maakten
zich meester van 5000 roepia. Zij verwond
den met twee schoten een Indonesische
employé.
Dit is de tweede moord op een planter
in 't nieuwe jaar. Zij brengen de woorden
in herinnering, die Boeng Tomo 18 Decem
ber sprak; „het is niet uitgesloten, dat
administrateurs van bepaalde ondernemin
gen vermoord worden. Dan kan alleèn
maar worden gezegd, dat dit een direct
gevolg is van het niet overdragen van
Nieuw Guinea".
De criminaliteit is in de laatste dagen
in Oost Java aanzienlijk gestegen. In Soe
rabaja werden auto's gestolen van het
Amerikaanse consulaat en van het Neder
landse commissariaat. Een politieagent
werd vermoord, een andere agent ontvoerd,
en op een derde werd zonder succes een
aanslag gepleegd met een handgranaat. In
Malang komen veel straatbex-ovingen voor.
In Pasoeroean zijn twee desahoofden ver
moord. In het Besoekische treden herhaal
delijk branden op in de tabaksschuren. In
totaal waren er thans 429 dergelijke biran-
den.
De politie geeft toe, dat zij er ondanks
vele arrestaties nog niet in is geslaagd, de
daders te grijpen van de millioenenroof
bij de Javase bank.
Amerika heeft aan 22 leden van de
U.N.O. een circulaire gezonden waarin het
vei-klaart van mening te zijn, dat het com
munistische China veroordeeld dient te
worden als aggressor indien China blijft
weigeren in te stemmen met een staakt-
het-vuren in Korea, zo wordt uit Ameri
kaanse bron vernomen. De nota is Woens
dag en Donderdag via de normale diplo
matieke weg overhandigd. De commissie
voor algemene maatregelen, in het najaar
ingesteld door de Algemene Vergadering
als onderdeel van Achesons plan ter ver
sterking van de U.N.O.diende economi
sche sancties tegen China voor te stellen
en verbreking der diplomatieke betrekkin
gen door die landen, die de regering van
Peking hebben erkend.
De groep van twaalf Aziatische landen,
die zich bezig houdt met de Koreaanse
kwestie, heeft Vrijdag wederom vergaderd.
Naar verluidt bespraken de gedelegeerden
een plan van vier punten voor de oplossing
van de Koreaanse kwestie en andere Oost-
Aziatische zaken. Het plan zou gebaseerd
zijn op de volgende punten:
een oider tot staken van het vuren;
terugtrekken van de troepen van beide
partijen uit Korea;
de instelling van een commissie, waarin
ook het communistische China zitting zou
hebben, ter oplossing van vraagstukken in
het Verre Oosten;
de instelling van een commissie der UNO
die toezicht op verkiezingen in Koi-ea zou
houden.
Men zou uitgegaan zijn van een voorstel
van Arne Sunde (Noorwegen).
ADVERTENTIE
Dg Franse minister-president René
Pleven heeft de Nationale Vergadering
Vrijdagavond om een motie van vertrou
wen over de bewapeningsplannen van de
regering verzocht.
Hij stelde de motie van vertrouwen in
zake het totaal van de militaire credieten
voor 1951 (740 milliard francs, waarvan
355 milliard op de speciale bewapenings
begroting voox-komt en 385 milliard voor
de gewone militaire uitgaven bestemd is)
en inzake de 140 milliard nieuwe belastin
gen, die de regering wil heffen om het be
wapeningsplan te helpen financieren.
Maandagmiddag na 3 uur zal over deze
motie gestemd worden. Nadat Pleven de
motie van vei-trouwen gesteld had, zette de
Nationale Vergadering het debat vooi-t
over de bewapeningswet, die des moi-gens
door de Senaat was verwoi-pen. De door
Pleven gevraagde motie van vertrouwen
heeft slechts op één artikel van het wets
ontwerp betrekking, doch men acht het
mogelijk, dat de minister-president nog
zal verzoeken om een motie van vertrou
wen over de wet in zijn geheel.
In- het Zuiden en in het Westen vah het
land wordt geklaagd over het achterlopen
van de electrische synchroonklokken, die
op het electriciteitsnet zijn aangesloten. De
oorzaak van dit euvel, dat zich enige jaren
geleden ook heeft voorgedaan, is gelegen
in de omstandigheid, dat ons land electri
sche energie uit Duitsland betrekt. Ten ge
volge van overbelasting van het Duitse net
is de frequentie nu en dan lager dan nor
maal (50 pei-ioden per seconde). Destijds
kon dit bezwaar worden ondervangen door
de verbinding met Duitsland gedurende de
nachturen te verbreken, de frequentie in
Nederland tijdelijk te verhogen en zo de
klokken, „bij te draaien".
Door het tekort aan industriekolen is
Nederland thans gedwongen zoveel moge
lijk energie uit Duitsland te betrekken. De
verbinding met het Duitse electi-iciteitsnet
kan thans niet worden vei-broken. Ten
einde echter de tijdaanwijzing nog zo goed
mogelijk te laten functionneren zullen de
centrales in enkele gebieden bij toerbeurt
gedurende de nacht de vei-binding met het
Nederlandse kóppelnet verbreken en in hun
gebied de achterstand inhalen.
Het is derhalve niet noodzakelijk zelf de
klokken gelijk te zetten.
Het onder Panamese vlag varende mo
torschip Mary is gisteravond veei'tien mijl
ten Westen van Hoek van Holland in aan
varing gekomen met het Griekse motor
schip Armathia. De Mary, die 5.841 ton
meet en schade aan bakboordzijde opliep,
maakte water; do 4.683 ton metende Ar
mathia niet. De dikke mist verhindeide dat
sleep- en i-eddingsboten onmiddellijk ter
assistentie konden uitvaren en het duuxde
dan ook even voordat de Blankenburg, de
Maas, de Schelde, de Ram, de Oceaan en
de Seefalke'zee kozen.
De Mary seinde eerst slechts hulp van de
sleepboot Maas nodig te hebben, maar later
werd ook om de Schelde gevraagd, voor
pompwerkzaamheden.
De sleepboot Maas moest tengevolge van
de dikke mist naar Hoek van Holland te
rugkeren.
Geëscorteerd door de sleepboten Schelde
en Blankenbui-g is de Mary vanmorgen
Hoek van Holland binnen gelopen. Het
schip heeft een gat aan bakboord en een
beschadigd sloependek.
Wat weten al die knappe koppen toch
akelig veel in onze tijd en wat is het eigen
lijk een verademing, als zich van die inte
ressante probleempjes voordoen, die nu
eens lekker niet zo aanstonds zijn op te
lossen!
Deze gedachte ging door mij heen, toen
ik lange tijd had staan piekeren bij de
grijze muren van Velsens oude dorpskei-k.
Zeker, dat de stenen spreken, weten wij
allang, maar, dan moeten wij heel goed
luisteren. Dikwijls zijn die fluisterende,
zacht gezongen melodieën van vroeger zo
veel poëtischer, dan de heldere en onmid-
delijk logische woorden van onze tijd! Een
voorbeeld: in de kerktoren zit boven de
ingang een grijze, gebeeldhouwde steen.
Het is een pi-achtexemplaar van Romaanse
beeldhouwkunst en zulke stenen zijn erg
zeldzaam in ons land. Omstx-eeks het jaar
1200 is hierin vrij primitief, maar volgens
oude traditie een figuur uitgehouwen, die
schijnt te wandelen. In de rechterhand zien
wij een staf met kruisvaan en in de opge
heven linkerhand (de beeldhouwer heeft
hier kennelijk moeite gehad met de anato-
Rojnaans relief in de toren 1200).
mie) een opengeslagen evangelieboek. Om
het hoofd bevindt zich een stralenkrans,
de nimbus, en omdat deze een kruis ver
toont, weten Wij zeker dat hier Christus is
voorgesteld. Tot zover de feiten, maar nu
de aardige legeixde van deze steen, zoals
die eeuwen lang in de volksmond heeft
voortgeleefd: dit relief zou een voox-stelling
zijn van Engelmundus, de stichter van de
kerk en later de geliefde heilige van de
streek. Toen het gebouw in handen der
Hervormden overging, werd de steen eruit
gehaald en men wierp die in het nabije
Wijkermeex-. Maarde volgende mor
gen zat hen weer op zijn oude plaats in de
toren! Opnieuw werd hij verwijderd en per
schip gebracht naar het diepste deel van
het meer en weer sloten zich de golven
over de steen. Tevergeefs op mirakuleuze
wij^e kwam hij weer in de torenmuur te
rug: Engelmundus liet zijn parochie niet
in de steek!
Maai*, er is nog een steen in Velsens kerk
waarover ik u wat moet vertellen, want
deze doet ons nog een merkwaardiger ver
haal. Pas kort vóór de oox-log werd die
steen ontdekt. Dr. Glazema, de directeur
van Rijks Oudheidkundig Bodemonderzoek,
vond hem achter een dichtgemetseld poor
tje in de muur die eens behoorde tot een
al lang niet meer bestaande zijbeuk van de
kerk. Hij is gemaakt van rode Bremer
zandsteen en de vorm verraadt direct, dat
wij hier te doen hebben met het deksel van
een sarcophaag. Dat waren stenen dood
kisten, waarin in de tiende en elfde eeuw
bekende mensen weiden begraven. Deze
sarcophagen kwamen kant en klaar uit
Duitsland en vaak was het deksel gebeeld
houwd met een geometrisch kruisornament.
Dat is hier ook zo en op zichzelf is dit dus
niet zo iets bijzonders. Maar er is meer. In
het midden is over een halfcix-kelvormig
oppervlak het oude ornament weggehakt
en op deze wijze kon de steen (omstreeks
1200?) dienst doen als tympaan-vulling
boven een poortje. Binnen de boog is toen
een nieuw, zeer primitief beeldhouwwei-k
aangebracht, voorstellende een heilige of
abt, zittend op een troon. Weer houdt de
rechterhand een staf en weer de linker een
evangelieboek. Het geheel is stei*k ver
weerd en men kan eraan zien, dat het on
diepe relief eeuwenlang aan de buitenlucht
is blootgesteld geweest. Het oorspronkelijke
ornament, dat achter de kerkmuur verbor
gen bleef, is veel minder aangetast. Helaas
Bü Koninklijk Besluit is de Provinciale
Onderwijsraad van Friesland bevoegd ver
klaard bij de faculteit der letteren en wijs
begeerte aan de rijskuniversiteit te Leiden
een bijzondere leerstoel in de Friese taal
en letterkunde te vestigen.
Afbeelding van Engelmundus op het
sarcophaag deksel.
is het bovenstuk in de achttiende eeuw, toen
men de muur tot zijn tegenwoordige hoogte
terug bracht, ruwweg eraf gehakt, zodat
wij hoofd en nimbus niet meer kunnen
zien.
Wie is hier afgebeeld? Dit relief is vrij
wel zeker door Velsenaren gemaakt en ik
heb zo'n idee, dat dit wel eens Engelmun
dus zou kunnen voorstellen. Oude prenten
laten ons zien, hoe dit poortje diende tot
ingang van een geheel nieuwe vleugel van
de kerk, een grote en kostbare uitbreiding
die omstreeks 1500 in Gotische stijl werd
opgetrokken. Daarin hoort dit verouderde
poortje met zijn naief beeldhouwwerk (dat
de technisch veel knapper mensen van die
tijd meesmuilend zullen hebben bekeken)
allerminst thuis. De oplossing van dit raad
sel zou kunnen zijn: het poortje stond daar
al (sinds eeuwen) als deel van een ouder
stuk van de kerk, óf als ingang van een.
vroegere kapel. Er moet wel een dooi-slag-
gevende reden zijn geweest, dat men het
in 1500 heeft behouden! Ligt het dan niet
voor de hand, dat hier de hoogvereerde
Engelmundus was afgebeeld, die in de wijde
omtrek bekend was, mede'doordat men een
geneeskrachtige werkking aan zijn rele-
quiën, die in Velsens kerk werden bewaard,
toekende. Van heinde en ver kwamen de
mensen met keelziekten naar hier. Nog in
de achttiende eeuw is er van overheidswege
met plakkaten opgetreden tegen mensen,
die steeds plachtten samen te komen op de
plaats „waar eens een kapel stond".
Nog een stap verder: zou mogelijk die
hele nieuwe uitbouw van de kex-k met deze
Engelmundusverering in verband staan?
Want voor het groepje van vierhonderd
mensen in de naaste omgeving was deze
vergroting toch allerminst nodig.
De merkwaardige steen waarvan hier
sprake is en die helaas bij vervoer in de
oorlogsdagen doormidden is gebroken, staat
thans weggestopt in de toren. Wordt het
niet hoog tijd, dat dit zeldzame monument
gerestaureerd wordt en dat het een eervolle
plaats krijgt?
H. J. CALKOEN
ADVERTENTIE
Van ouds bekend. Tel. 14609
Officieel Philips - reparateur
KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM
Twee veeartsen hebben een koe van een
veehouder in Duivendrecht geopereerd,
waarbij aan het licht kwam dat het dier
onder meer een stuk staaldraad van tien
centimeter lengte en enige conservenblikjes
had ingeslikt. De koe maakt het nu weer
goed.
Het bekende Haarlemse (lansorkest
..The Marinucci's" onder leiding van Joop
Hogendoorn bestaat vandaag vijftien jaax\
Zondagavond wordt dit jubileum gevierd.
POëZIE-BESCHOUWINGEN EN-
BLOEMLEZINGEN
Bij de uitgeverij Born N.V. te Assen
verscheen een verzameling „Liefdespoëzie"
bijeengebracht door Hendrik de Vries. De
bedoeling van deze bundel, aldus het voor
woord. was een zo populair mogelijke
bloemlezing van gedichten waarin de liefde
zelf aan het woord is. Men zal zich lang niet
altijd kunnen verenigen met de persoon
lijke voorkeur van de samensteller, die zelf
vertegenwoordigd is met schitterende ver
talingen, maar al lezende geeft men zich
gewonnen en geniet men dankbaar von de
vele voorheen te weinig erkende schoon
heden. Er loopt een bloedrode draad door
dit boek. waarin kostelijke kralen zijn ge
regen die delen in elkandei;s glans.
Een prachtige bloemlezing is de door „De
BezigeBij" te Amsterdam gepubliceerde
bundel lvriek „De dichter en de dood",
samengesteld en van een voortreifehjke
(religieus gestemde) inleiding voorzien door
Chr. (what's in a name?) Leeflang. Deze
schriift op de eerste bladzijde: pas in de
schaduw van de dood wordt ons het leven
in al zijn rijkdom en hevigheid openbaar.
Inderdaad moet men constateren dat men
hier in ongeveer zeventig gedichten van
evenzovele dichters (alleen Anthonie Don
ker komt er dank zij een extra pseudoniem
twee keer in voor) de meest direct-ontroe-
rende proeven van de hedendaagse littera
tuur (van Hélène Swart tot Hanny
Michaelis of van Kloos tot Scheepmaker)
verenigd vindt. De keuze is bovendien zo
danig, dat zo goed als alle manieren van
confrontatie, hoe tegengesteld ook, tot hun
eerlijk recht komen. Dit boek zal allen die
het lezen tot vriend worden.
Han G. Hoekstra stelde kort na het uit
breken van de ooi-log voor Bigot en Van
Rossum N.V. te Amsterdam een kleine
bundel Kerstgedichten van en voor deze tijd
samen onder de titel „In de donkere dagen
voor KersttijdDaarvan is thans een
tweede druk verschenen, waaruit de verzen
zijh weggelaten van schrijvers, die de
bloemlezer om persoonlijke redenen liever
miste Daarvoor zijn onder meer in de plaats
gekomen „Een lied naar waarheid" door
Bertus Aafjes (naar een oorspronkeluke
tekst uit Des Knaben Wunderhorn) en het
navrante „Kerstmis '42" van Jac. van
Hattum.
Over het werk van de dichter Gerrit
Achterberg schreef Manuel van Loggem
onder de titel „Oorsprong en noodzaak" een
door de uitgeverij Born N.V. te Assen ge
publiceerde studie, merkwaardig van opzet,
waarin getracht wordt de psychologische
achtergrond van het litteraire kunstwerk te
schetsen. Volgens zijn opvatting richt. Ach
terberg zich tot mensen „voor wie het
schuldprobleem een even brandend probleem
is als voor hem. in een tijd die dit conflict
tot een collectief probleem heeft gemaakt".
Als één der conclusies van zijn wel interes
sante. doch naar mijn mening voor bestrij
ding uiterst vatbare onderzoekingen beweert
hij nota bene dat Achterbei-g „de grote
angst der huidige cultuurmensen" heeft uit
gezongen. Dit nu geloof ik, bij al mijn waar-
dering voor de besproken poëzie, evenmin
als de stelling dat „in de poëzie de middelen
waarmee een schoonheidsontroering wordt
opgewekt principieel te scheiden zijn in
vormwaarden en inhoudswaarden". Met
Vestdijk immers kan men zeggen: niet te
scheiden, wel te ondei-séheiden. En wat te
denken van de bewering dat „Hamlet bij
voorbeeld een bijzonder duidelijke artistieke
vertaling van Freuds uiteenzettingen is!" Dit
alles neemt niet weg dat het boekje veel
scherpzinnige waarnemingen en ontledingen
bevat.
De aandacht moge tenslotte gevestigd wor
den op de door „De Bezige Bij" verleden
jaar bijzonder fraai uitgegeven verzameling
opstellen van Henriëtte Roland Holst, M.
Nijhoff, Jan Engelman, Jo de Wit, Victor E.
van Vriesland en M. Vasalis „Over den dich
ter A. Roland Holst". Aan de bijdrage van
Jjn Engelman ontleen ik de volgepdè tref
fende 'förmüjëring' van een gevoelige wijs
heid: „Het simpele van goeden huize is vaak
moeilijker te doorgronden dan het gecompli
ceerde van nergenshuizen". D. K.
Een ideaal oefenterrein gedurende de winter hebben de spelers van liet voetbalelftal van Bristol City (Engeland) gevonden in
een stuk van het strand bij de pier van Weston-Super-Mare. Op dit thans verlaten domein van badgasten en vacantiegangers
springen en lopen de voetballers de spieren los voor de zware wedstrijden welke zij nog voor de boeg hebben.
(Van onze correspondent in Londen)
Het di-ingendste probleem, waai-voor
Engeland aan het begin van het nieuwe
jaar staat, is te trachten een herhaling
van de kolencrisis van 1947 te vermijden.
Want alles wijst er op, dat een dergelijke
crisis, met alle rampzalige gevolgen voor
de Britse economie en defensie, weer voor
de deur staat.
Hoewel Engeland zo ongeveer op steen
kool is gebouwd, zijn de Engelsen er niet
in geslaagd een blijvende oplossing voor
het steeds nijpender kolenvraagstuk te
vinden, al moet worden erkend, dat dit
maar ten dele een Engels probleem is, om
dat eigenlijk geheel Europa op het gebied
der kolenvoorziening met soortgelijke
moeilijkheden als in Groot-Brittannië te
kampen heeft.
Engeland heeft thans nog maar een ko-
lenreserve voor ruim twee weken en een
nieuwe vriesperiode zou ongetwijfeld de
genadeslag betekenen.
Attlee heeft thans ingegrepen door de
mijnwei-kersleiders bij zich te roepen. Ve
len hunner hebben reeds extra-werk ge
daan. Desondanks bleef de totale kolen-
productie onder het beraamde doel, al be
draagt de totale delving anderhalf mil
lioen ton meer dan in 1947. Er is immers
veel meer nodig geweest dan in dat jaar;
mede door de langdurige koude. Thans
hebben de mijnwerkers de regering toe
gezegd om voor April drie millioen ton
kolen extra te delven.
De regering krijgt intussen van alle kan
ten te horen, dat zij de ernst van de toe
stand veel te laat heeft ingezien. Vorig
jaar kwam men, dank zij een zachte win
ter, juist met de hakken over de sloot. De
sterke stijging van de kolenexport, waartoe
de regering voorbarig besloot, droeg in
sterke mate tot de ci-isis bij. Óm de zaak
te redden, werd ijlings uit Amerika steen
kool ingevoei-d, maar hoewel er meer
dollars waren, was de scheepsruimte zeer
beperkt, zodat ook dit geen oplossing
bood.
De enige uitweg is daarom groter kolen-
productie en minder verbruik. Hoewel
Engeland over een aantal voortreffelijke
mijnen beschikt, is de meerdei-heid nog
onvoldoende technisch uitgerust. De me
chanisatie, welke krachtig is aangepakt,
vordert slechts langzaam.
Het plan is nu de oud-mijnwerkers in
de regering en op belangrijke posten in de
Labourpartij en de vakbeweging voor een
campagne door de mijngebieden te mobi
liseren. De vraag, welke daarbij echter on
der ogen moet woi-den gezien, is of de
door de mijnwerkers geëiste verbetering
van hun positie inderdaad tot betere re
sultaten, zowel wat productie als i*eci*u-
tering betreft, zal leiden.
De vroegere ellende in de mijngebieden
is inderdaad opgeheven, maar de alge
mene positie van de mijnwerkers laat nog
veel te wensen over. Zij eisen thans ver
hoging der laagste lonen, een pensioen
regeling, een veertiendaagse betaalde va-
cantie en dubbel tarief voor overwerk op
Zaterdag (boven de vijfdaagse'wei'kweek).
Overwerktarief bedraagt thans anderhalf
maal het gewone tarief.
De regering eist op haar beurt, dat het
nog altijd grote percentage wegblijvers
vermindert. Een grief van de regering is
ook, dat de mijnwerkers nog altijd vast
houden aan werkmethoden, welke de pro
ductie beperken.
Nog meer crises
Indien de kolencrisis niet vermeden kan
worden, verwacht men dat een regerings
crisis niet zal uitblijven. In 1947 leidde het
kolentekort tot twee millioen werklozen',
terwijl vele andere millioenen maar half
konden werken.
De oorzaak van de reeds ingevoerde be
perking van electrische stroom was tot nu
toe niet kolengebi*ek, doch ovei'belasting
der centrales. De electriciteitsmisère als
gevolg van het vei-ouderd raken van het
apparaat, dat slechts langzaam kan wor
den vervangen of uitgebreid, vormt een
crisis in de crisis.
Ook hier openbaart zich de tragiek van
een land, dat door twee ooi'logen en door
te grote behoudzucht technisch achterop
is geraakt en dat het daardoor in econo
misch opzicht niet meer kan bijsloffen.
Op de Algemene begraafplaats aan de
Kleverlaan is vanmiddag ter aarde besteld
het stoffelijk overschot van de heer M.
Loosjes, vroeger president-commissaris
van de N.V. Boekhandel De Erven Loosjes
en erelid van de voetbalclub H.F.C.
Om de groeve hadden zich o.a. geschaard
de heren A. van Weerden van de uitgeverij
de Erven Loosjes, W- J. H. Muiier, be
schermheer van H.F.C.jhr. dr. J. C. Mol-
lerus, R. D. Jongeneel en A. Sandtke, be-
stuui-sleden van deze club, voorts de heren
J. L. de Breuk, J. J. Swens, G. H. Kaars
Sijpesteijn, Ben Verwey en Goossens.
Aan de groeve hebben gesproken de
heren jhr. dr. J. C. Mollerus, die namens
het bestuur van H.F.C. woorden var. dank
bracht voor hetgeen de overledene voor
de club heeft gedaan, W. J. H. Muiier, die
de heer Loosjes een zeldzaam voorbeeld
van clubliefde noemde en J. J. Swens.
Namens de familie sprak de heer V.
Loosjes, neef van de oveiiedene, woorden
van dank.