Amerika's omschakeling
schept nieuwe problemen
Walt Disney's CINDERELLA
Litteraire K-anttekeningeiri
„Economische democratie" in West-Duitsland
wordt met stakingsdreigementen nagestreefd
Ambtenaar bedong geld voor
het invullen van formulieren
De 9 Muzen
BOEKHANDEL H. DE VRIES
KOOPT BOEKEN
Effecten- en
Geldmarkt
Engelse passagier van de
Diemerdijk vermist
RHEUMATIEK...
Metaalbewerkers en mijnwerkers willen
medezeggenschap in de bedrijfsleidingen
Generaal Eisenhower komt
ook naar ons land
Eind 1951 heeft Nederland
drie gevechtsklare divisies
r
Albert Heijn presenteert
reserveer nu reeds Uw album
Ko Donker's schimmenspe
herleefde in „De Waag
OVER MUZIEK
DIEPENBROCK's
CESCHRIFTEN
Wrak bij Ameland vermoedelijk
van Duitse scheepje Hanzina
ZATERDAG 6 JANUARI 1951
3
ED. HOORNIK: „Veriamelde gedichten" (A. A. M. Stols,
's-Gravenhage)
X matte ruiten niet leven en niet ster
ven" kon en de uit de doodsschemering
van Dachau herrezene, die in ,.Ex Tene-
bris" dicht: ,,'t Is geen dood-zijn, het is
ook geen leven" tussen deze twee ogen
schijnlijk gelijkluidende dichterlijke uit
spraken, de éne van 1937 en de andere van
1947, ligt in jaren geteld een decen
nium, naar de tijdsorde der ziel gemeten
een mensenleven.
Wat daaraan voorafging het werk
van vóór 1937, in deze „Verzamelde Ge
dichten" in strenge selectie beperkt tot 15
verzen was ten dele experiment, ten
dele innerlijke voorbereiding op de gedich
tencyclus „Matthëus", het grote lyrisch-
epische, visionnaire zelfgesprek van de al
verder in de levensangst, in de vervreem
ding van het leven verdolende mens-
Hoornik met de dichter-Hoornik, die zijn
gekwelde evenbeeld aan het leven wil her
geven door het terug te voeren tot de be
minde: het geliefde Amsterdam Amster
dam als levenssymbool, als anker in het
gekruisigde hart. Matthëus vluchtte, gedre
ven door een Messiaans verlangen naar
verlossing, terug lot zijn stad, zijn verle
den, zijn jeugd, de schuldeloosheid van
het kind. Hij keerde terug tot zijn ouder
lijk huis („een hooge kamer, herfst, een
boom. tot de moede/, en vérder nog:
tot de geboorte, het mysterie van de eerste
levenskiem in zijn organische ontplooiing
hel duistere wonder, waarvan géén,
zelfs geen dichteres, met zoveel vrouwe
lijke intuïtie heeft gedicht als Hoornik in
„Geboorte", de cyclus die zich haast even
biologisch-volkomen voltrekt als de be
veiligde levensvrucht zelve. Matthëus her
beleeft zijn angsten, zijn zonde, zijn
vreugde, zijn leed; en zijn deernis is weer,
als in vroegere verzen, bij de misdeelden,
de uitgestotenen, afzijdigen, getekenden
(de bochel, de dwerg, het kindse vrouwtje,
de zwoegenden), aan wie hij zich mense
lijk en dichterlijk verwant gevoelt. Hoewel
tragischer, bezetener, beclreigder, herin
nert hij aan de jonge man uit Frank Mase-
reels „Het Urenboek" op diens zwerftocht
door het leven.
Maar zelf Amsterdam, dit herinnerings
beeld der gehechtheid, versteent en ver
grijst. Matthëus, die „door eenen spiegel
zag in eene duistere rede", ontvlucht Am-
Sterdam, ontvlucht zijn verleden het is
overleden. Zoals hij ging, keert hij terug
in het „asyl" der bezetenen:
„G ekruisig d over smalle pijpen
tegen den muur vaii een gesticht,
geen anker om zich vast te grijpen,
verliest een hart zijn evenwicht".
Leven en wereld, ze liggen voortaan
„achter glas" (titel van de bundel-1937),
helder zichtbaar, maar onvatbaar, vreemd,
vervreemd ze verkillen tot spiegelbeel
den, tot wezenlijke onwezenlijkheden. Tot
beelden óók, tot onheilspellende beelden,
verstrakken de gevoelens en voorgevoe
lens (in mystieke, profetische kracht is
ADVERTENTIE
O O
Ze hebben 98 vishandelaren
gevraagd: Waf rookt U het
liefst?
87 hebben geantwoord: Zalm
10 hebben geantwoordPaling
1 heeft geantwoord:
Bond Street.
In alle ernst: De sigaret
met de record omzet l
Het Haagse gerechtshof behandelde de
zaak tegen de 32-jarige A. R. H. S. uit Den
Haag, adjunct-commies bij het ministerie
van Marine, die wegens het plegen van on
rechtmatige handelingen tot acht maanden
gevangenisstraf was veroordeeld.
S. was belast met de behandeling van
verzoeken om schadevergoeding voor goe
deren, die marinepersoneel tijdens de oor
logsjaren had verloren. Volgens de ten
lastelegging zou hij eenmaal voor het op
maken van de benodigde formulieren 268
hebben aangenomen en tweemaal geld
daarvoor hebben bedongen. Bovendien zou
hij opzettelijk onjuiste gegevens hebben in
gevuld. S. erkende dat hij 268 had aan
genomen. De andere beschuldigingen ont
kende hij.
De advocaal-generaal, mr. Zaayer, was
van oordeel, dat door de getuigenverklarin
gen het bewijs was geleverd. Mede wegens
de houding van S., die mr. Zaayer anti
pathiek en leugenachtig noemde, vroeg hij
verhoging van de gevangenisstraf tot één
jaar. „Ambtelijke corruptie moet op spec
taculaire wi.jze worden gestraft. Dei-gelijke
dingen komen nog veel te veel voor", aldus
de advocaat-generaal.
De raadsman, mr. H. van der Plans, vroeg
op juridische gronden vrijspraak.
Hoornik vergelijkbaar met Franz Werfel).
De nameloze dreiging, die Matthëus naar
Amsterdam en terug naar zijn asyl dreef,
wordt zeer reële bèdreiging, want:
„Achter U brandt Sodom
Over U wentelt God
Gouden hommel. Door Johan Schwencke
en Klaas Woudt is gesticht de Getijden-
Pers, welke ten doel heeft het uitgeven van
geschriften op het gebied van de toegepaste
grafische kunst. Deze serie verschijnt onder
de naam „De gouden hommel".
ADVERTENTIE
Afd. Antiquariaat
Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem
enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken.
Aan huis te ontbieden.
en: „het is maar tien uur sporen naar
Berlijn
In de Grenadierstrasse woedt de po
grom des doods en hier „te Middelharnis
is een kind verdronken", zó alomtegen
woordig is de dood, zó eender en zó anders.
Misschien geloofde dat kind in een droom-
spiegeling, en de droom was water en het
water was de dood, die de dichter Hoornik
dreigt én lokt; dat kind kon ook het eigen
kind, deze dood de eigen dood zijn, een
dood uit medeschuld, een dood als verlos
sing. Hoe dan ook, de dichter zingt „het
kind" een „Requiem" in een cyclisch ge
dicht dat, zoals herhaaldelijk in Hoorniks
werk, uitgaande van een concreet motief
steeds wijder kringen beschrijft, zich asso
cieert en veralgemeent: het feit wordt tot
metafoor, de metafoor tot symbool, het
symbool tot beeld van een buitenwereldse
werkelijkheid. En zo, tussen feit en andere
werkelijkheid, staat de dichter en mens
Hoornik in tweeërlei gedaante: aan de
levende mens gaat het dode evenbeeld
voorbij, in een niemandsland waar „Bu-
chenwalde" en „Dachau" hem overvallen.
De eenzaamheid, in „De Erfgenaam" aan
vaard als moederlijk erfdeel, wordt onver
mijdelijk noodlot, („....maar wie leven
moet, leeft dieper onder 't ingeschapen
beeld der eenzaamheid").
Over Dachau zwijgt ook een dichter.
Voor de tweede maal keerde een Matthëus
terug in. Amsterdam. Aan het schemerge
bied van de dood ontkomen Ex Tene-
bris dus wijkt het oudvertrouwde terug
in een „half-licht": Amsterdam is Amster
dam niet meer, het leven is niet meer het
leven: ,,'t is een wegraken uit dit bestaan"
want: „Dachau schoof een raster door
mijn ziel". Motieven uil vroeger werk
herhalen zich als een boosaardig tover-
ritornel*, maar ook déze zijn dezelfde
niet meer- de maeie van het evenheeld in Ritornel: Drieregelig Italiaans volks-
niei meer. ae magic \an net erenDceia rn licdjp Overdrachtelijk: voortdurende her-
de spiegelruit is een zwarte magie gewor- haling van het thema
den, één „met duivelsoren" vaak. De angst
der verbeelding uit vroeger jaren is nu een
verbeelding van verbeten-doorstane angst:
Dachau sloeg het laatste anker uit het ge
kruisigd hart, Dachau brandde er een ha
kenkruis in, Dachau voltooide het ziels
proces der vereenzaming dat al gaande
was en zó keerde ten tvpeede male
Matthëus terug.... „nu alléén.... dringt
hard door zijn verdoving heen, de angst
om allen die hier leven.dat staat niét
geschreven in „Ex Tenebris" van 1948, het
staat in „Matthëus" dal van 1937 dateert!
Tussen deze beide jaartallen ligt, schreef
ik, een mensenleven, dat in gedichten werd
gegrift en met bloed bezegeld op een
Olympus die tevens een Horcb is!
Wat rest er? Bloems rijpe, mild-aan-
vaardende melancholie, Achterbergs dich-
terlijk-metaphysische achterhaling van het
verloren dierbaarste? Méér dan dat: „De
ziel", dicht Hoornik in een van zijn laatste
verzen, „haalt binnen wat het hart ont
beert". Dit hart ontbeerde véél, en véél zal
déze ziel binnenhalen; ze zal, aan een
nieuw begin gekomen, haar oogst afwer
pen in rijpe verzen die dit voorname dich
terschap. waarvan het kort bestek van dit
artikel de betekenis tracht samen te vat
ten, bekronen met een verlossing.
C. J. E. DINAUX.
Ondanks het feit dat de oorlogshande
lingen in Korea tot dusver voor de Ameri
kanen ongunstig verlopen en van de Ver
enigde Naties een steeds grotere krachts
inspanning wordt gevraagd om het drei
gend gevaar van een derde wereldoorlog
te bezweren, zijn de New Yorkse en de
Amsterdamse beurzen het nieuwe jaar met
een krachtige hausse begonnen. Trouwens,
ook tegen het einde van 1950 heerste er
op de New Yorkse beurs een vaste stem
ming, welke zowel voor de Spoorwegaan
delen als voor de Industrials nieuwe hoog-
terecords bracht.
Dit alles is temeer opvallend, omdat het
Congres zich nog steeds met nieuwe be
lastingplannen bezig houdt teneinde de
steeds verhoogde bedragen, welke voor de
oorlogstoerusting en de defensie worden
gevoteerd, te kunnen realiseren. Daar
komt dan nog bij dat allerlei controle
maatregelen zijn genomen of worden ver
wacht, v aar door het bedrijfsleven aan
banden zal worden gelegd en dat met
name de productie voor burgerlijk ge
bruik zal worden beperkt. Een Amerikaans
blad becijfert dat de productie van duur
zame gebruiksgoederen, welke voor 1950
op 36 milliard dollar wordt aangenomen,
in 1952 niet meer dan 12 milliard dollar
zal bedragen en dat bijvoorbeeld de auto
mobielproductie van 6 tot 2 inillioen wa
gens per jaar zal moeten dalen. Ook een
belangrijke inkrimping van de bouwnij
verheid wordt voorspeld. Dat niettemin op
de New Yorkse beurs een hausse-stem
ming is ontstaan en de omzetten alle
vroegere records breken, houdt in de eer
ste plaats verband met de overtuiging dat,
ook al worden de productiedoeleinden ge
wijzigd, de productie van het Amerikaanse
bedrijfsleven als zodanig aanmerkelijk zal
stijgen en dat ook de ondernemingen,
welke tot dusver voor burgerlijke doelein
den produceerden, voor de semi-oorlogs-
economie zullen worden ingeschakeld. Het
feit dat Amerika de oorlogsgevolgen thans
aan den lijve ondervindt, is een sterke
prikkel tot de uiterste krachtsinspanning
zowel voor de bedrijfsleiders als voor de
arbeiders en het behoeft daarom niet uit
gesloten te worden geacht, dat bijvoor
beeld de staalproductie, die tijdens de
tweede wereldoorlog met 90 millioen ton
haar toppunt bereikte en die in 1950 on
geveer 98 millioen ton beliep, tot 112 mil
lioen ton zal kunnen worden opgevoerd.
Een andere reden voor de oplopende
New Yorksen is de overweging dat oor
logseconomie altijd tot inflatie van het
geld leidt, aangezien de productie van oor
logsmateriaal, dat op de vernietiging van
kapitaalsgoederen is gericht, nooit tot ver
hoging van de maatschappelijke welvaart
kan leiden. De prijsstijging op de goede
renmarkten sinds het begin van de oorlog
in Korea, draagt dan ook voor een goed
deel een inflatoir karakter en deze prijs
stijging is wel zeer belangrijk wanneer
men ziet dat het indexcijfer voor de goe-
derenprijzen van Moody van begin 1950
tot het einde van dat jaar van 349 tot 516
is gestegen.
De gewijzigde situatie in de Verenigde
Staten is voor Europa ook daarom van be
tekenis dat de geneigdheid om de
„Marshall-landen" financieel te helpen,
aanmerkelijk is verminderd. Reeds verluidt
dat de Marshallhulp, althans in de tot dus
ver bestaande vorm, per 1 Juni 1951 zal
eindigen en dat een verschuiving te wach
ten is van het verkeer met Europa en
het Verre Oosten ten gunste van dat met
Zuid-Amerika en de gebieden om de
Caraibische Zee. Voor Nederland zou dit
wel in het bijzonder een tegenslag zijn,
omdat het in tegenstelling bijv. met Enge
land, voor zijn import uit de Verenigde
Staten nog altijd van de Marshallhulp af
hankelijk is. Engeland heeft dank zij zijn
Dominions het voordeel dat de export van
grondstoffen naar de Verenigde Staten
verdere Marshallhulp overbodig maakt.
De Amerikaanse import uit de Marshall-
landen bedroeg in October 1950 157 mil
lioen dollar (123% meer dan het maand-
gemiddelde van 1949 en 87 meer dan
het maandgemiddelde over 9 maanden van
1950) en deze grotere import kwam voor
namelijk uit Groot Brittannië, België,
Luxemburg, Italië, West-Duitsland en
Turkije. De Nederlandse export naar de
Verenigde Staten is ook wel toegenomen,
maar ons dollartekort is nog altijd groot.
Dit blijkt ook wel uit het feit dat blijkens
de recente mededeling van dr. Holtrop de
Nederlandse Bank haar goudvoorraad ten
laste van haar dollarbezit met 300 mil
lioen heeft versterkt, teneinde in staat te
zijn de verplichtingen jegens de Europese
Betalingsunie, welke thans 300 millioen
bedragen, te kunnen voldoen. De slechtere
ruilvoet, welke is ontstaan door de scherpe
prijsstijging van de \oor Nederland on
ontbeerlijke grondstoffen, schept voor ons
land grote moeilijkheden en zal, wanneer
schenkingen en credieten uit het 'buiten
land worden beperkt, tot inkrimping van
het verbruik moeten leiden. Want ook als
de Verenigde Staten bereid blijven nieuwe
gelden te fourneren, zullen deze niet in
de eerste plaats, of zelfs in het geheel niet
voor de verbruikssector mogen worden be
stemd, maar aan de vervaardiging van
oorlogsmateriaal ten goede moeten komen.
In hoeverre door de oorlogsopdrachten
uit de Verenigde Staten voor de in bepaal
de sectoren te verwachten vermindering
van de bedrijvigheid compensatie zal kun
nen worden gevonden, moet worden afge
wacht, maar het is duidelijk dat met name
de metaalindustrie, de hoogovenbedrijven
e.d. daarvan in de eerste plaats zullen
profiteren.
In nog sterkere mate geldt dit voor de
scheepvaart als gevolg van het grotere
internationaal vrachtvervoer, dat nu reeds
een aanzienlijke stijging der vrachtprijzen
heeft veroorzaakt. De door de scheepvaart
behaalde winsten vormen een welkome
creditpost op cle in sterke mate ont
wrichte betalingsbalans, welke thans het
grote zorgenkind der regering is.
Op het kantoor van de Holland-Amerika
lijn in Londen is bericht ontvangen dat
commander G. F. B. Oftley van de Engelse
marine, b.d. wordt vermist op de Diemer
dijk, zo lezen we in de The Times. De Die
merdijk is op weg van Rotterdam naar
Vancouver. In de eerstvolgende haven die
de Diemerdijk zal aandoen, vermoedelijk
Los Angeles, zal een nader onderzoek wor
den ingesteld.
ADVERTENTIE
Uw tergende winterkwaal legt 't
ai tegen de weldadige warmte
van de pijnstillende Thermogène.
BONN (van de A.N.P.-correspondent).
Het bestaan van millioenen Duitse arbei
ders wordt bedreigd door het besluit van
de vakvereniging der metaalwerkers om
medezeggenschap der arbeiders af te dwin
gen door staking, aldus schreef de voor
zitter van het West-Duitse verbond van
Werkgevers, dr. Fritz Berg dezer dagen
aan kanselier Adenauer.
De sedert jaren in West-Duitsland ge
voerde strijd om het recht van medezeg
genschap der arbeiders in de bedrijven
schijnt thans in een beslissend stadium te
zijn gekomen. In Bonn wordt verwacht, dat
de regering en de vakbonden tot een laat
ste overleg op het hoogste niveau zullen
besluiten en dat Adenauer de president dei-
federatie van vakverenigingen, dr. Boeck-
ler, zal uitnodigen tot een half Januari
te houden conferentie. Adenauer en Boeck-
ler werden vandaag tezamen door het
stadsbestuur van Keulen onderscheiden als
ereburgers der stad.
Wanneer de nieuwe conferentie zal tot
stand komen, zal deze staan onder de druk
van het besluit der metaalwerkers op 1
Februari een staking te beginnen. Deze
vakvereniging omvat een half millioen ar
beiders der metaalindustrie. Men houdt te
Bonn voorts rekening met de waarschijn
lijkheid, dat het voorbeeld der metaalwer
kers gevolgd zal kunnen worden door de
vakvereniging der mijnwerkers, die in
Bochum bijeen is om de datum te bepalen
van een referendum onder de mijnwerkers
over de vraag, of zij principieel tot staking
bereid zijn om recht af te dwingen. Het
vakverbond der mijnwerkers omvat meer
dan negentig procent van alle West-Duitse
mijnwerkers.
Aan de mogelijke bespreking tussen
Adenauer en Boeckler is een uitvoerige
briefwisseling voorafgegaan, waarin de
president der vakbonden het voornemen tot
het afkondigen der staking heeft aangekon
digd en waarin dr. Adenauer het democra
tische recht tot het houden van zulk een
staking heeft bestreden. Volgens de kanse
lier wil de vakbond door de staking het
parlement in een dwangpositie brengen,
wanneer het zijn beslissing heeft te nemen.
De vakbonden hebben zich tegen deze be
schuldiging gekeerd met het argument, dat
de staking een economische democratie tot
inzet zou hebben en waarmede bij uitstek
democratisch zou zijn.
Drie voorstellen
Voor het West-Duitse parlement liggen
op het ogenblik drie voorstellen tot het
regelen der medezeggenschap, een van de
regering, een van de christelijk'democra
tische en een van de sociaal democratische
partij. Dit laatste vertolkt de eisen van de
vakbonden, die neerkomen op gelijke rech
ten van ondernemers en arbeiders in alle
sferen van het bedrijfsleven. De beide
andere ontwerpen staan geen paritaire
rechten toe, doch geven de vertegenwoor
digers der arbeiders het recht in een aantal
kwesties mede te spreken. De meeste on
dernemers hebben herhaaldelijk te kennen
gegeven, dat zij nog minder ver willen gaan
en slechts een adviserende functie aan de
arbeiders in sommige hen direct aangaande
kwesties willen toestaan.
Onlangs heeft de christelijke afgevaar
digde dr. Schroder in de felle discussies
over het probleem ingegrepen met een
nieuw voorstel om aan overheid, onderne
mers en arbeiders ieder een derde deel dei-
verantwoording in de nieuwe productie
eenheden der kolen- en staalindustrie op te
dragen. De vakbonden hebben ook dit plan
afgewezen en hebben daarmee volhard in
hun eis om gelijke zeggenschap te verkrij
gen. Wel hebben de vakbonden zich on
langs principieel bereid verklaard de afge
broken besprekingen met de ondernemers
en de regering weer te hervatten. Zij heb
ben daarbij echter nogmaals de overtuiging
uitgesproken, dat het slechts zin zou heb
ben zulke besprekingen te voeren indien
hun eisen voor „een nieuwe ordening in het
economische leven" ernstig zouden worden
genomen.
Naar het ANP verneemt zal generaal
Eisenhower, de opperbevelhebber van het
Atlantische leger, tijdens zijh bezoek van
West-Europa ook naar Nederland komen.
Het Nederlandse leger zal tegen het einde
van dit jaar drie divisies.,(75.000 man) ge
vechtsklare troepen tellen, de territoriale
troepen niet meegerekend. Deze divisies
zullen échter pas dan geheel gevechtsklaar
zijn, wanneer de toegezegde Amerikaanse
uitrusting gearriveerd zal zijn.
Het is nog niet bekend, welke Neder
landse officieren in de staf van generaal
Eisenhower zullen worden opgenomen.
Wellicht zullen dat officieren zijn, die
thans zijn gedetacheerd bij het hoofdkwar
tier te Fontainebleau.
ADVERTENTIE
in 100 verschillende kleurige
plaatjes, zoals Walt Disney's schep
ping die brengt, verpakt bij Albert
Heijn's Cinderella Chocolade, Boffie-
Koffie, Zaanse Koeken en Ontbijtkoek.
Bovendienvoor het bedrag van
slechts 1,25 stelt Albert Heijn een
prachtig uitgevoerd album ter beschik
king, waarin het verhaal boeiend wordt
naverteld. Een album, fraai en stevig
ingebonden, met talrijke pentekeningen
en grote kleurenplaten en ruimte om
de 100 plaatjes in te plakken. Een
wonderbaarlijk geschenk voor Uw
kinderen. Het album is binnenkort in
alle AH-zaken verkrijgbaar! Spaar de
plaatjes en
(Assepoester)
n
De oudere lezers van Haarlems Dagblad
zullen zich ongetwijfeld nog de tekeningen
en caricaturen herinneren van Ko Donker,
die dikwijls van een verklarende tekst op
rijm vergezeld gingen. En zij zullen ook
nog wel weten, dat deze begaafde kunste
naar, een lid van „Kunst zij ons doel", een
bijzondere liefhebberij in het schimmen
spel had. Het schimmenspel is een zeer
oud, maar helaas uitstervende vorm van
cabaret, een huwelijk tussen de grafische
kunsten en het blijspel, een voorloper van
de tekenfilm.
Het bloeide vooral in Frankrijk, waar
Dominique Seraphin in 1770 een kinder
theater met schaduwbeelden begon, dat
later werd voortgezet door De Neuville
met zijn „Ombres frangaises". De tachtiger
jaren zagen Rudolphe Salis met zijn „Chat
noir" en' Henri Rivière, die samenwerkte
met de beste tekenaars van die tijd.
Ko Donker maakt een dertig, vijfender
tig jaar geleden bij „Kunst zij ons doel"
enkele schimmenspelen. Hij tekende de
figuren en scènes en sneed ze in hout.
Voorts schreef hij de teksten op een
wijze die aan Charivarius doet denken
en hij gaf de muziek aan. Twee van die
reeksen zijn bewaard gebleven: De liefde
door alle eeuwen en De kunst door alle
eeuwen. Naar andere wordt nog gezocht.
De opvoering van deze spelen is „Kunst zij
ons doel" altijd dierbaar gebleven. Men
deed het voor de oorlog geregeld en thans
is men bezig die traditie te hervatten. Gis
teravond herleefde in het knusse zaaltje
in „De Waag" weer eens „De liefde", die
nog niets van haar aantrekkelijkheid bleek
te hebben ingeboet. Vooreerst al niet, om
dat Donkers fijne geest gelijke tred houdt
met de snijvaardigheid van zijn hand: de
parades en optochten van het prae-histo-
risch gedierte, de koningin van Sheba, het
paard van Troje, de Hunnen en vooral die
van Napoleon maken nog steeds ieders be
wondering gaande door het kostelijke
detailwerk.
Aan de andere kant mag niet worden
vergeten dat deze schimmenspelen toch
ook staan en vallen naarmate de wijze
waarop zij worden gelanceerd zwaarder of
luchtiger uitvalt. Ook daarover behoefde
men zich gisteravond niet te beklagen,
want de „Waagspelers" wisten juist die
lichte toets te vinden die „De liefde" tot
een croquant genoegen maakt. Daarin had
de pianist Houbein een niet gering aan
deel. Voorzitter Wiegman kondigde nog
meer voorstellingen aan. Wij zullen dan
graag weer van de partij zijn J. H. B.
Verleden week verscheen de uitgave van
de Verzamelde Geschriften van Alphons
Diepenbrock. Deze opstellen, polemieken,
concepten en fragmenten behoren tot de
belangrijkste documenten over het artistie
ke leven in Nederland van 1880 tot en met
de eerste wereldoorlog. Zij zijn voor altijd
merkwaardig, omdat zij anders en meer
zijn dan exclusieve beschouwingen. Wie
nog wil geloven in de geheimzinnige zenuw
die vertakt is in denken en dichten, in
geestelijk streven en contemplatie ,in com
poneren en uitvoeren, kan slechts met grote
bewondering deze uitingen waarnemen.
Deze geschriften zijn meer dan exclusieve,
vaktechnische opstellen, omdat zij ver
vaardigd zijn door een geest die in univer
sele kennis het wezen der intellectuele tijd
genoten overtrof. Diepenbrock had als phi-
loloog (hij was, zoals men weet, doctor in
de klassieke letteren) het recht om over
wijsgerige en artistieke verschijnselen oor
delend te spreken, omdat zijn scherpe in
tuïtie het verheven verband dezer ver
schijnselen met zekerheid zag en kende.
Het is waar wat prof. Reeser in zijn in
leiding tot deze stukken opmerkt: „De om
standigheid dat deze kunstenaar in zijn
jeugd een universitaire opleiding tot klas
siek philoloog heeft gehad, en het buiten
sporige ontzag, dat in ons land voor weten
schappelijke titulatuur bestaat, hebben ten
aanzien van deze schrifturen zonderlinge
misverstanden doen ontstaan." Inderdaad,
dat buitensporige ontzag voor wetenschap
pelijke titulatuur, mitsgaders de eenzijdig
heid der kunstenaars waren en zijn nog
altijd oorzaak van het miskennen van de
feitelijke betekenis van Diepenbrock. Men
acht hem een dilettant te zijn.Welnu, ik aan
vaard de qualificatie als men dit dilettan
tisme zijn verheven betekenis wil geven;
als men wil aannemen dat de liefde in een
geest een hogere kennis is, en dat deze
hogere kennis in staat is het landschap van
het geestesleven werkelijk te overzien.
Deze liefde is de werkelijke intelligentie.
Als men deze liefde zó hoog schat dan is de
vakkennis van de philoloog, van de wijs
geer en de kunstenaar techniek. En deze
techniek, evenzeer in hoge zin genomen,
leeft niet zonder het verbindende element
dat alleen door de kennende liefde bestaat.
Diepenbrock was door visionnaire kennis
bezield, dat wil zeggen, hij ondervond de
werking der verschijnselen in het geestes
leven. Hij was geen zonderling maar een
zeldzaamheid; hij was geen warhoofd, maar
een bijzonder hoofd.
Naar aanleiding van een rede van dr.
Beek, privaat-docent in de latere Latini
teit, merkt Diepenbrock op: „Nu is het een
vrij algemeen bekend feit dat de klassieke
philologie lijdt aan decentralisatie. Het éne
grote gezichtspunt ontbreekt, waardoor alle
bewegingen in het grote en kleine worden
bepaald. Ten gevolge van het moderne
principe der arbeidsverdeling beploegt een
ieder zijn kleine veldje zonder dat deze
arbeid geregeld wordt door een hoger ge
zichtspunt boven de arbeider. Het gevolg
hiervan is geweest een totale omkering der
normale verhoudingen, waardoor alle geest
en levenwekkende kracht noodwendiger-
wijze uit die studie gebannen moest wor
den. Want, zoals onlangs T. de Wyzewa het
met zeldzame scherpte formuleerde:
„L'éducation classique ne doit pas servir a
donner des Connaissances mais a fagonner
des esprits capables de connaitre et de
créer". (De klassieke opvoeding behoort
niet te dienen tot het verschaffen van ken
nis, maar tot het gereedmaken van de geest
tot inzicht en scheppende activiteit.) In
vroegere eeuwen was dit anders; toen be
schouwde men het als de roeping der philo
logie de boeken te bewaren en te emen
deren, die de voorbeelden der hoogste wijs
heid, deugd en menselijke voortreffelijk
heid bevatten. Vandaar het voor ons enigs
zins kinderlijk begrip van „de navolging
der Ouden" in de letterlijke zin, dat de
gehele Renaissance-cultuur karakteriseert,
en waaraan eerst onze tijd, zoals de heer
Beck met recht opmerkt, is ontwassen."
Dit is slechts een enkel citaat uit de no
tities van Diepenbrock's waakzaam intel
lect. Ik moet de neiging weerstaan om de
altijd veel dieper gaande beschouwingen
nader te analyseren. Zou het bovendien
niet schijnen alsof ik de eigenlijke, crea
tieve betekenis van de meester zou ver
geten? In deze intellectuele strijder leefde
immers een creator, een schepper. Diepen
brock was een muzenzoon, niet alleen als
kenner der muzen, maar als componist. En
als componist moet hij ten slotte de Neder
landers het dierbaarst zijn. Ik ben het eens
met prof. Reeser als hij opmerkt: „Wat
Diepenbrock heeft gecomponeerd, kan een
autonoom bestaan leiden, los van de tijd en
zelfs los van de mens; wat hij heeft ge
schreven wordt echter alleen in het histo
risch en psychologisch verband begrijpe
lijk." Lijkt dit niet in strijd met de mening
dat er een ideeële eenheid in Diepenbrock's
universele wezen was? Neen, want de
schepper brengt zijn voornaamste uiting
voort in intellectuele onafhankelijkheid; in
zekere zin ontsnapt zijn werk hem. Het is
een sprong van zijn ongekende geweten.
Met de jaren ben ik meer en meer tot de
overtuiging gekomen dat de muziek van
Diepenbrock zich zal moeten handhaven
ondanks alles wat hij geschreven en gezegd
heeft, ondanks al zijn strijd, ondanks alle
inhoud van zijn strijd, want niet in de illu
sie, maar in de onbevangenheid ligt de
levensstroom der muziek. Aan de schoon
heid zijner muziek heb ik. als oprecht ver
eerder, nooit getwijfeld. Wat hij. de artist,
als diepst geluk heeft gekend, leefde niet
door zijn strijdbaarheid, maar ondanks zijn
strijdbaarheid. Mij zijn de vurigheid van
zijn „Memorare o piissima vii'go Maria" en
de dramatiek van zijn „Elektra" dierbaar
boven alles.
HENDRIK ANDRIESSEN.
In November 1928 liep de Hoydaleen Noorse houtboot, tijdens een storm bij de Koog op Texel op het strand. Nadat, de
lading was gelost heeft men het wrak verder maar laten rusten. Geheel verweerd en begroeid met duizenden schelpdiertjes
ligt dit thans nog steeds op de plaats waar het schip 22 jaar geleden strandde. De fantastische vorm, die het in de loop der
jaren kreeg, weerspiegelt zich in het bassin, dat rondom het wrak is ontstaan.
Blijkens het rapport van de schipper van
de reddingboot Brandaris is het wrak dat
een visser ten Noord—Oosten van Ameland
aantrof dat van het vermoedelijk Duitse
scheepje Hanzina.
De reddingboot Brandaris van Terschel
ling heeft gistermiddag het wrak bereikt.
Het scheepje is aan de Noordkant van de
zandplaat de Hon bij Ameland vergaan,
vermoedelijk door het lopen op een mijn.
De drie aangespoelde drenkelingen zijn
in het lijkenhuisje van Nes opgebaard.
Honderden dikke planken, die vermoe
delijk van het ongeveer 60 ton metende
scheepje afkomstig zijn, werden op het
strand gevonden.