Het Gemeentefonds werkt voor Haarlem minder gunstig Duits-geallieerde besprekingen over West-Duitse herbewapening -Clowntje Riek Kort en Bondig De woningbouw te Haarlem in 1950 Oostende ziet Haarlems toneel-elftal met belangstelling tegemoet ZATERDAG 6 JANUARI 1951 4 De verhoogde uitkeringen uit dit fonds dekken de gestegen Haarlemse uitgaven gedeeltelijk proscenium" speelde De strop cm de hals' J. A. Serno overleden Nachtdienst apotheken Fran^oise Vetter soliste op Vrijdagavond-concert Generaals Speidel en Heusinger experts aan conferentie-tafel als 505 bouwvergunningen uitgereikt Voor de kinderen Blijspel „Sesam open U" voorlopig uitgesteld Het is bekend dat de gemeenten (nadat bij de gewijzigde financiële verhouding de eigen belastingen der gemeenten voor een deel vervangen zijn door bijdragen uit het Gemeentefonds) voor een belangrijk deel bestaan van rijksuitkeringen. Wij kennen naast de belastinguitkering de algemene uitkering uit het Gemeente fonds, die alle gemeenten krijgen. Daaren boven de bijzondere uitkering voor de ge meenten die anders geen sluitende begro ting kunnen krijgen en nu komt er, begin nende in 1951, nog de „extra-bijzondere uitkering" bij voor gemeenten die nog niet voldoende geholpen worden door de bij zondere uitkering. Haarlem ontvangt, zoals trouwens een zeer groot deel der gemeenten, een bijzon dere uitkering. Van de gemeente in deze streek kan alleen Heemstede volstaan met de algemene uitkering uit het Gemeente fonds. Bezien wij nu de Haarlemse uitkeringen nader. De algemene uitkering uit het Gemeente fonds voor de jaren 19481950 was geba seerd op de uitgaven die de gemeenten in de jaren 1939.1941 deden voor alle takken van onderwijs (uitgezonderd de kleuter scholen, omdat dkt onderwijs niet verplicht is) en voor armenzorg. Voor onderwijs gaf Haarlem in de jaren 1939—1941 gemiddeld 1.052.450 uit. Voor armenzorg was het 2.731.536. Haarlem zou eerst over 1948 vol gens de aanvankelijke berekening, in aan merking nemend de stijging van het aantal inwoners, voor onderwijs en armenzorg tezamen, een uitkering van 4.277.320 krijgen. Voor onderwijs was dit plus minus 1.190.100 en voor armenzorg 3.087.200. Later zijn de gemeenten gemachtigd daar nog 10 bij te ramen. Het werd dus toen voor onderwijs 1.309.100 en voor armen zorg 3.395.900 of totaal 4.705.000. Haarlem gaf in 1948 (wij nemen de cijfers van de rekening over dat jaar) 3.007.000 uit aan armenzorg, dus er was nog een overschot op de uitkering uit het Gemeentefonds van 388.900. Voor onderwijs gaf Haarlem in 1948 1.792.766 uit. In de algemene uitkering uit het Gemeentefonds was voor onderwijs uitgaven een bedrag van 1.309.100 begre pen, zodat Haarlem daaraan 483.500 te kort kwam. Onderwijs en armenzorg bij elkaar geteld gaf in 1948 het resultaat dat uit de alge mene uitkering uit het Gemeentefonds alle uitgaven betaald konden worden op 94.600 na. Nu de begroting voor 1951. Het tekort op armenzorg en onderwijs wordt voor 1951 geraamd op respectieve-' lijk 4.207.539 en 2.612.500. Tezamen dus 6.820.039. De algemene uitkering uit het Gemeente fonds is nu 125 van het aanvankelijk voor 1948 geraamde bedrag, namelijk 5.463.000. Voor onderwijs 1.522.000 en voor armenzorg 3.941.000. Aan de algemene uitkering uit het Ge meentefonds voor 1951 komt Haarlem dus te kort voor de onderwijsuitgaven 1.090.500 en voor de armenzorguitgaven 266.539, tezamen dus 1.357.039. Onder auspiciën van het Haerlems Stu denten Gildt heeft de stichting „Prosce nium" uit Amsterdam gisteravond ten bate van het Nederlands Studenten-sanatorium in de Stadsschouwburg te Haarlem onder regie van J. J. van Mechelen een opvoering gegeven van de alleraardigste thriller „Strop om de hals" („the neck in the rope") van John Bradley. In dit stuk voert de auteur een officier van justitie ten tonele, die juist een dood vonnis gevraagd en gekregen heeft tegen een jongeman, die verdacht werd van moord op zijn echtgenote. Het bewijsmate riaal tegen de verdachte was, van juridisch standpunt, afdoende en onaanvechtbaar, maar de publieke opinie gelooft zo sterk aan 's mans onschuld,dat men zelfs betogin gen tegen de officier op touw zet, wanneer deze de hoogste straf geëist heeft. Ook de vrouw van de openbare aanklager die de veroordeelde en de verslagene persoon lijk gekend heeft deelt dit geloof en bezweert haar echtgenoot daarom, revisie van het doodvonnis te vragen, hetgeen deze, overtuigd als hij is van de juistheid van zijn eis, weigert. Een huisvriend van de officier de commissaris die het onder zoek geleid heeft neemt dan op zich, de zelfverzekerde prosecutor tot andere ge dachten te brengen door deze, bij wijze van grap, zelf te beschuldigen van moord op een actrice, waarmee de officier vroeger een liaison gehad had. Aanvankelijk lijkt dit een volstrekt onhoudbare beschuldiging, doch de scherpzinnige politieman stapelt in verbijsterend tempo zoveel belastende ver klaringen en onloochenbare „bewijzen" op elkaar, dat men tenslotte wel in de be weerde halsmisdaad van de officier moet geloven. Maar dan, als men de strop om diens hals zich practisch reeds ziet sluiten (want geen jury ter wereld zou, bij zoveel bewijsmateriaal, aarzelen om tegen hem het „schuldig" uit te spreken), komt de commissaris met de ontnuchterende ont hulling, dat hij gans de actrice-moord slechts gefingeerd heeft om aan te tonen dat ook de knapste jurist tenslotte falen kan in de interpretatie der bewijsmiddelen. Waarop de diep-geschokte officier, die nu zichzelf al bijna het slachtoffer waande van een gerechtelijke dv/aling, tot inkeer komt en revisie vraagt van de echte moord zaak, waarin hij de doodstraf eiste. Het logisch opgebouwde en intelligent uitgewerkte stuk kenmerkt zich door een prettige rechtlijnigheid van tekst en han deling; eigenlijk draait alles hier om de dialoog tussen de officier en zijn belager, de commissaris, wier flitsende woorden- duels van spitsvondig attaqueren en slag vaardig pareren van hun vertolkers (de heren mr. J. C. Tupker en A. van Rijn) bijna overal de volle maat kregen. De rest van de bezetting fungeert strik genomen uitsluitend als randversiering, al dient er kend te worden dat typeringen als die van de onbeschaamd-openhartige lady Hen- ningway (mevr. W. G. E. Bertram), de decoratieve echtgenote van de officier (mevr. M. J. DuintjerVan de Maar) en de half-debiele society-„flop" George (mr. P. van Eeghen) zeer veel tot de sfeer en de vereiste locale kleur bijdroegen. H. C. Voor 1948 was deze uitkering slechts 94.600 te weinig om alle uitgaven voor onderwijs en armenzorg, die voor rekening der gemeente komen, te dekken. Niettegen staande de uitkering voor 1951 verhoogd is, komt Haarïem nu daaraan niet minder dan 1.357.039 te kort. De financiële positie van Haarlem is, wat deze algemeene uitkering uit 't Gemeente fonds betreft, dus 1.262.939 slechter ge worden. Om in 1951 de eindjes aan elkaai^ te kun nen knopen, hebben B. en W. een „extra bijzondere uitkering" uit het Gemeente fonds geraamd van 437.500. Met dit nog betrekkelijk lage bedrag kan worden vol staan doordat de bedrijfswinsten opnieuw hoger geraamd zijn en omdat er nu door de bedrijven geen storting gedaan zal wor den in het vernieuwingsfonds. (In 1950 was daarvoor 320.000 geraamd.) Bovenstaande berekening toont aan dat, als nog steeds wordt vastgehouden aan het oorspronkelijke denkbeeld dat de algemene uitkering haar grondslag vindt in de ge meentelijke uitgaven voor onderwijs en armenzorg, Haarlem aanspraak zou kunnen maken op een veel hogere uitkering dan de nu geraamde „extra bijzondere" van 437.500. Het blijkt dat de verhoging (van 110 op 125 van het oorspronkelijk voor 1948 vastgestelde bedrag) van de algemene uit kering bij lange na piet voldoende is voor de sterk gestegen uitgaven van Haarlem voor onderwijs en armenzorg. Bij het wetsontwerp dat thans bij de Tweede Kamer aanhangig is om de finan ciële verhouding tussen rijk en gemeenten te bestendigen voor de jaren 1951 en 1952, wordt door de minister medegedeeld, dat voor de „extra bijzondere uitkeringen" 10% beschikbaar is van de algemene en bijzon dere uitkeringen die in 1950 zijn gedaan. Indien alle gemeenten in 1951 10 toeslag kregen op de uitkeringen over 1950, dan zou dit betekenen dat de gemeenten 137t^% krijgen van de uitkeringen die aanvankelijk voor 1948 golden. Haarlem zou dan 546.300 meer krijgen als algemene en 125.000 als bijzondere uitkering. Tezamen dus 671.300, of 233.800 meer dan de nu door B. en W. geraamde „extra bijzondere" uitkering. Wij voelen veel meer voor het verhogen van de bestaande uitkeringen van het Gemeentefonds, want het invoeren van het eigenaardige stelsel van „extra bijzondere uitkeringen", dat de minister nu heeft voor gesteld, wekt de herinnering op aan „nood lijdende" gemeenten en de daaraan ver bonden voogdij. Het verwondert ons niet dat op een on langs gehouden vergadering van de Vereni ging van Nederlandse gemeenten door ver scheidene sprekers (ook door de heer W. C. Bakker, de Haarlemse wethouder van financiën) betreurd is dat de regering het stelsel gekozen he^ft van deze „extra bij zondere" uitkeringen. Daardoor komt, zo werd gezegd, de autonomie der gemeenten in gedrang. Sterk werd dan ook aangedron gen op een algemene verhoging van de al gemene en bijzondere uitkeringen. Bij de berekening van dè uitgaven voor Armenzorg voor 1951 hebben wij de cijfers der begroting genomen. Het werkelijke tekort zal nog een kleine ton meer bedra gen, want er is geen rekening gehouden met de tweede 5 salarisverhoging van het personeel en de onlangs ingevoerde verhoging der steunnormen. Voor het on derwijs scheelt dit ongeveer 50.000 aan toeslag op de jaarwedden. Om een indruk te geven van de stijging van de uitgaven,- waarvoor Haarlem staat, wijzen wij er op, dat de gemeente in 1951 voor armenzorg 282.500 meer moet uit geven dan voor 1950 en 290.000 meer voor onderwijs. Tezamen dus 572.500. In de ouderdom van 63 jaar is overleden de heer J. A. Serno, deurwaarder bij de gemeente Haarlem. De thans overledene is op 27 Februari 1887 in Amsterdam ge boren. Na de militaire dienst verlaten te hebben werd hij in October 1920 benoemd tot klerk op de secretarie der gemeente Haarlem. Later werd hij belast met werk zaamheden in de buitendienst voor de af deling gemeentebelastingen. Op 1 Maart 1929 volgde zijn benoeming tot deurwaar der bij de gemeentebelastingen en sedert 1943 is hij deurwaarder op het kantoor van de gemeente-ontvanger. De teraardebestelling is bepaald op Dins dag 9 Januari om kwart voor twee op de begraafplaats te Heemstede. Haarlem: Th. A. Klinkhamer, Koninginne weg 69. telefoon 11596. Grijseels en Van Hees, Lange Veerstraat 19, telefoon 11000. Frans Hals Apotheek, Frans Halsplein 1, telefoon 11180. Heemstede: Apotheek Schotsman, Binnen- wag 206—208, telefoon 29320. Het Zesde Vrijdagavondconcert der H.O.V. iin dit seizoen stond onder leiding van Marinus Adam en genoot medewer king van de celliste Frantjoise Vetter. Het programma werd geopend met de Vierde Symphonic (d) van Robert Schumann. Vriendelijke muziek. Welbeschouwd meer dan dat, want vormtechnisch is het stuk zeker niet onbelangrijk. Maar qua klank stelt het teleur. Hoewel de componist zijn werk tien jaar na de eerste uitvoering nog eens herzien heeft op stuk van orchestratie, is deze toch het zwakke punt gebleven. Schumann dacht niet orchestraal, hij dacht pianistisch, met het gevolg dat zijn orkest werk het doorgaans heel goed doet als het „a quatre mains" gespeeld wordt. Bij zijn tijdgenoot Berlioz is het net andersom; diens composities zeggen weinig op de piano* maar des te meer in hun orkestklank. Berlioz kon niet pianospelen, maar hij was een meester met het orchestraal palet. Hij schilderde als het ware uit de verf. Schu mann daarentegen tekende eerst en kleurde daarna, vaak zelfs met lagen boven elkaar; hetgeen de frisheid van de natuurlijke tint bedierf. Zeer opvallend is deze zwakke zijde van Schumann, als men na zyn symphonie het Cello-concert van Saint-Saëns hoort. Deze was ook pianist, maar tevens een buitenge woon orchestrator. Ieder instrument van zijn partituur behandelt hij naar zijn in dividuele aard; de timbres dekken elkaar niet zoals bij Schumann, maar zij vormen tezamen een geestig kleurenspel van onder scheidene tinten, die in de veelheid van het geheel hun eigen karakter bewaren. En als men dan later op de avond in de ge legenheid is om Tsjaikofsky's instrumen- tatiekunst na te gaan in diens kleurige No tenkraker-Suite, dan is het wel duidelijk wat men in het werk van Schumann gemist heeft. Ook bij Tsjaikofsky speelt de kleur een voorname rol en is het timbre van elk instrument of van elke groep instrumenten een element in de structuur van de compo sitie. Het is een lust de karakteristieke ef fecten van deze instrumentatiekunst te be luisteren; de ouverture bijvoorbeeld, die helemaal geen grond raakt, want ze ver loopt geheel zonder celli en bassen; de dans van de Suikerfee, die leven mag bij gratie van het getinkel van een speeldoos; de Trépak, die u zo een balalaïka-orkest suggereert; de Arabische dans, die wel evenzeer door de orkestkleur als door de muzikale tekening het Midden-Oosten voor u oproept. En ga zo maar door. De soliste van de avond, Frangoise Vetter, kwam beslagen ten ijs met het Cello-con cert in a van Saint-Saëns. Haar toon is niet groot, maar er spreekt een gezonde muzi kaliteit uit. En daar dirigent Adam het orkest zeer beheerst liet begeleiden en zo doende de soliste „de ruimte gaf", kon deze haar onbetwistbare kwaliteiten vlotte techniek en trefzekere greep met succes laten gelden. JOS. DE KLERK Op het Keruiemerplein in IJmuiden bouwt architect Hoosemans uit Santpoort een nieuw winkelcomplex, waardoor het aspect van dit plein aanzienlijk wordt gewijzigd. De noodwinkels, die tot het gereedkomen van het nieuwe complex dienst zullen doen, gaan dus binnenkort verdwijnen. BINNENLAND Dc chef van de Luchtmachtstaf, luite nant-generaal I. A. Aler, zal, vergezeld van de chef materieel Luchtmachtstaf, kolonel vlieger waarnemer B. de Kruyff van Dors- sen, een bezoek brengen aan de Verenigde Staten om zich te oriënteren omtrent de organisatie en de werkwijze van de Ameri kaanse luchtmacht. Zondag wordt in Vlissingen het m.s. „Oranjestad" van de K.N.S.M. verwacht met 62 repatriërende militairen uit West-Indië. Het gerechtshof te Amsterdam heeft de gebroeders K. uit Vinkeveen veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf voorwaar delijk met drie jaar proeftijd, omdat zij een leidende functie in het bouwbedrijf hadden uitgeoefend, hoewel dit recht hun door de Bijzondere Raad van Cassatie voor de tijd van tien jaar was ontzegt. In het Staatsblad is afgekondigd de wet van 4 November 1950 betreffende crediet- verstrekking aan Indonesië 1950. Door deze wet wordt de minister van Financiën ge machtigd aan de republiek Indonesië een crediet van f280 millioen te verlenen voor het verrichten van betalingen door Indonesië in Nederland. HAARLEM EN OMGEVING Dc Kerstinzameling voor de diaconie der Ned. Herv. gemeente te Bloemendaal heeft ruim f 35Ó0 opgebracht. Me.j. C. Th. Kiihlemeicr uit Haarlem is benoemd tot onderwijzeres aan een Chr. school te Putten. De heer D. G. Bicrma uit Gorredijk is benoemd tot onderwijzer aan de Chr. school te Nieuw Vennep. Maandag 8 Januari hoopt de heer F. A. Franzel, wonende Dutrystraat 33, Haarlem, de dag te herdenken dat hij voor 40 jaar in dienst trad van N.V. Stork Hijseh.' destijds te Hengelo, thans sedert Augustus 1932 ge combineerd met Werf Conrad N.V. te Haarlem. BONN (Reuter). De besprekingen tus sen de geallieerde Hoge Commissie en de West-Duitse regering over West-Duitslands deelneming aan de Westelijke vei'dediging zullen de volgende week beginnen. De besprekingen zullen „informeel" zijn en „door Britse, Amerikaanse, Franse en Duitse vertegenwoordigers op een technisch niveau gevoerd worden." De Britse delega tie wordt geleid door de plaatsvervangen de Britse Hoge Commissaris, Dudley Ward, de Amerikaanse delegatie door generaal- majoor George Hays, plaatsvervangend Amerikaans Hoge Commissaris en de Fran se leider is generaal Jean Ganeval, Frans lid van de Veiligheidsraad. De West-Duitse delegatie zal bestaan uit Theodor Blank, lid van de Christen-demo cratische Unie en lid van de Duits-geal lieerde commissie voor de legering van ge allieerde troepen en de vroegere generaals Speidel en Heusinger. Een groentenhandelaar uit Heemstede toonde ons een bloemkoolwelke er zeer bijzonder uitzag. Het leek wel of een banketbakker aan het werk was geweest om figuurtjes op de vlezige bleekgele bloemstengels te spuiten. De figuurtjes waren zeer regelmatig. De Heemstedenaar had de bloemkool aangetroffen in een krat, ivaarin zich een aantal kolen bevond, die hij op de veiling gekocht had. Er is (en niet ten onrechte!) geklaagd over het lage bouwvolume dat Noordhol land voor 1950 gekregen had. Maar de directeur van de Wederopbouw en Volks huisvesting voor Noordholland, ir. F. Otte- vangers, deelde ons mede, dat het ten slotte nog meegevallen is, daar aan deze provincie nog een vrij belangrijk aantal woningen is toegewezen als extra contin gent. Daardoor is bereikt dat er in 1950 toch nog meer woningen zijn gebouwd dan in de jaren aan de oorlog voorafgaande. Toen wij dit feit bespraken met de heer Deze gedachtenwisseling vormt slechts een onderdeel van de discussies, die deze maand op de Petersberg zullen worden gehouden en die een keerpunt in de na oorlogse Duitse ontwikkeling kunnen wor den. Adenauer's tot dusverre uitgesproken standpunt is, dat een volledige militaire gelijkstelling der Duitse eenheden een on ontkoombare voorwaarde voor Duitse toe stemming zou zijn. Wat de politieke gelijk stelling betreft, heeft de regering informeel te kennen gegeven, dat zij beseft dat deze gelijkstelling nog' verschillende étappes zal moeten doormaken en daarom niet terstond zal kunnen worden bereikt. Daarentegen heeft de tegen de militaire bijdrage gekante oppositie, in hoofdzaak geleid door de sociaal-democraten, tot nu toe volhard in de eis dat ook politieke gelijkheid niet langer zou worden uitgesteld. De Duitse aarzeling bij de gevraagde er kenning der oude buitenlandse schulden heeft de herziening van het huidige bezet tingsstatuut neg vertraagd. In regerings kringen te Bonn wordt nu echter de ver wachting uitgesproken, dat in de loop van de volgende week de buitenlandse commis sie van het parlement haar goedkeuring zal geven aan de erkenning der schulden. Dit zal de weg openen tot de herziening van het statuut, waartoe de geallieerde minis ters in September in New York besloten. West-Duilsland zal dan een ministerie van Buitenlandse Zaken en een eigen diploma tieke dienst kunnen instellen. Vertragingsactie De huidige militaire besprekingen wor den gevoerd tegen de achtergrond van het Russische initiatief tot herstel van de een heid van Duitsland, dat hier gezien wordt als een poging om een West-Duitse mili taire rol te voorkomen. Inmiddels gaan de invloeden in Duits land zelf, die een vertraging willen veroor zaken, verder. De Oost-Duitse regering heeft haar initiatief tot het houden van een ronde tafel conferentie met Bonn nieuwe kracht bijgezet. Zij heeft nu in West-Duits land een niet te onderschatten steun ge kregen van de Protestantse politici, die zich tegen een bewapening hebbe i gekeerd. Ds. Niemöller heeft erkend, dat hij met oud minister Heinemann, oud-minister Gereke en professor Noack een gemeenschappelijke actie overwogen heeft om de regering van Bonn te bewegen op het Oost-Duitse ver zoek in te gaan. Het contact tussen deze politici zal worden voortgezet. De zon ging onder. Het land, de kust, de bergen en de palmen lagen in de stralen van de maan. Rick en Bunkie lagen veilig in het kastje van de prauw, en ze sliepen. Want het was 'n vermoeiende dag geweest en 't was hoognodig, dat ze eens lekker uitsliepen. De nacht lag over het land. Buiten, tussen de struiken, klonk nu en dan de schreeuw van 'n dier, maar ze hoorden het niet. Hier, in dit holletje, lagen ze veilig wegge borgen, en ze snurkten er braaf op los. De uren gingen verder. De maan stond aan de hemel. Maar toen werd het langzaam lichter; de zon kwam op. Met haar gouden stralen maakte ze de palmen, de bergen en de bossen wakker. Alleen Rick en Bunkie sliepen nog vast, naast elkaar in 't donkere hokje. Toen kwam Bunkie opeens overeind, met verbaasde ogen.... „Zeg, Rickwordt eens gauw wakker!.Wat voel ik?" Rick kwam overeind. De prauw bewoog op en neer ir. R. G. Veenenbos, directeur van Bouw en Woningtoezicht te Haarlem, merkte deze op: Voor Haarlem is niet zo'n gunstig resultaat verkregen. In 1950 zijn in Haar lem (de extra contingenten meegerekend) bouwvergunningen gegeven voor 505 wo ningen. De verdeling is aldus: 287 wonin gen vallende onder de Woningwet, herstel oorlogsschade en woningen vallende onder de Financieringsregeling; 83 woningen in de sector met verminderde rijksbijdrage en- 135 woningen door particulieren in de „vrije sector" gebouwd. Daartegenover staat dat in Haarlem in de jaren aan de oorlog voorafgaande 600 a 650 huizen gebouwd werden. Het is te begrijpen dat het Haarlemse cijfer voor 1950 onder het gemiddelde voor Noordholland ligt, want dit werd immers sterk beïnvloed door het in verhouding grote aantal woningen dat in de gemeenten Velsen, Beverwijk, Zandvoort en Haar lemmermeer gebouwd werd. Het bouwvolume voor 1951 is nog niet verdeeld. Gehoopt wordt dat Haarlem meer huizen zal toegewezen krijgen dan voor 1950. Maar, vervolgde ir. Veenenbos, het is wel gebleken dat Haarlem toch niet veel huizen kan bouwen boven het aantal van 505 in 1950 bereikt. Wij zitten name lijk ook met het aantal beschikbare bouw vakarbeiders. Dus zo vroegen wij moeten wij daaruit opmaken, dat Haarlem voorlopig niet meer huizen kan bouwen dan nodig is voor de aanwas der bevolking? Dat zou dan betekenen, dat wij voorlopig nog niet kunnen inlopen op ons tekort. Het antwoord daarop was: Dat is te sterk gezegd. Het is namelijk mogelijk het aan tal woningen op te voeren door het mon tage-type te kiezen, want daarvoor zijn voor de bouw ter plaatse minder arbeids krachten nodig. Bovendien is het wel aan te nemen dat over enige tijd de bouw activiteit in de omgeving van Haarlem wat zal verminderen. Nu trekken vrij veel Haarlemse bouwvakarbeiders naar werken in de omgeving en als de werkgelegenheid daar wat afneemt, komen er meer arbei ders beschikbaar voor de woningbouw in Haarlem. Het initiatief voor de Culturele Uitwis seling tussen Oostende en Haarlem, welke zoals wij reeds op 13 October berichtten Zaterdag 13 Januari a.s. met de opvoe ring van „Achter Wallen en Poorten" in de Koninklijke Schouwburg te Oostende een aanvang neemt, is enige maanden geleden genomen door burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers. Tijdens een bezoek aan deze bekende Belgische badplaats heeft hij de mogelijkheid daarvan met enige stedelijke autoriteiten besproken. Daarna werd de afdeling Kennemerland van het Comité voor Culturele en Economische Samenwer king tussen België, Nederland en Luxem burg waarvan de burgemeester en wet houder D. J. A. Geluk respectievelijk ere voorzitter en voorzitter zijn ingescha keld en omdat de toneeluitwisseling het eerst aan de orde zou zijn, werd mr. J. H. J. Hoog voor de algemene oi-ganisatie daar van aangezocht. De keuze van het te spelen stuk heeft hierbij de minste moeilijkheden opgeleverd. Nadat eerst nog even de opvoering van A. J. Zoetmulder's „Koning van Holland" was overwogen, werd ten slotte de voor keur gegeven aan „Achter Wallen en Poor ten" van Jan van Dam, niet alleen omdat de auteur een Haarlemmer is, maar ook door de inhoud van het stuk dat, zoals be kend, een der meest bewogen perioden uit de stedelijke historie dramatiseert. Onder leiding van Wim Paauw, die een belangrijk aandeel heeft gehad in het grote succes bij de opvoeringen tijdens de her denkingsfeesten van Haarlems 700-jarig bestaan, werd een aanvang gemaakt met de repetities waarbij de spelers wederom uit een aantal Haarlemse toneelvereni gingen werden gerecruteerd. Met het oog op de korte tijd van vooi'bereiding, ont vingen de acteurs van de vorige opvoe ringen het eerst een verzoek tot mede werking, maar doordat niet iedereen meer beschikbaar was, moesten in de rolverde ling enige noodzakelijke wijzigingen wor den aangebracht. Met inbegrip van „captain" Wim Paauw, zal het volgende „elftal" de Haarlemse kleuren in België vertegenwoordigen. De rolverdeiing Ripperda (Joop Kruyver, Alb. Thym), Mr. Talesius (Mels Wijt, H.T.C.), Evert Talesius (Nico Drost, H.T.C.), Ursula (Jo van Haren-Stam), Adriaan van Assendelft (Jan van Dam), Kenau Si- monsdr. Hasselaer (Ans Swart, Luda- mus), Johan van Duivenvoorde (George Koppen, H.T.C.), Pieter Hasselaer (Henk Boeree, Alb. Thym), Brechtje (Jo de Mon-Lugtig, Door Insp. Uitsp.), Horemaker (Henk Wensing, H.T.C.) Daarnaast werd ook de medewerking inge roepen van de toneelmeester van de Stads schouwburg, de heer H. C. Voskuilen, die de verzorging van de décors en belichting twee uiterst belangrijke factoren voor de onmisbare sfeer van dit stuk voor zijn rekening zal nemen. Ten einde de noodzakelijke voorbereidingen te kunnen treffen, vertrekt hij reeds Vrijdag met de regisseur naar Oostende, in gezelschap van wethouder Geluk en mr. J. H. J. Hoog. De spelers vertrekken Zaterdagmorgen, waarbij zij door de burgemeester en enige leden van het comité, de heren A. D. Huys- man, H. Moltzer, Heerkens Thyssen en M. W. Savry Droste, zullen worden vergezeld. Ook de kapper, de heer J. Michels uit Amsterdam, zal deze reis meemaken. De in- en uitvoer van de vele benodigde costuums en wapens, welke eveneens wor den meegenomen, levert van de zijde dei- douane nogak enige moeilijkheden op, maar het is te verwachten dat hiervoor tijdig een oplossing zal worden gevonden. De bedoeling is, na aankomst te Oostende in de Koninklijke Schouwburg nog een generale repetitie te houden, zodat de spelers de gelegenheid krijgen even aan de vreemde omgeving te wennen, 's Avonds vindt dan de galavoorstelling plaats, 'welke met het spelen der beide volksliederen zal worden besloten. Na afloop daarvan volgt een ontvangst van de Haarlemmers door het Koninklijk Van Neste Genootschap in Royal Nord", hetgeen met een „Verbroe deringsfeest" wordt besloten. Voor de Zondag staat nog een ^officiële ontvangst op het stadhuis op het programma, waarbij de spelers aan het gemeentebestuur zullen worden voorgesteld. Voor deze opvoering van „Achter Wallen en Poorten" bestaat in Oostende een grote belangstelling, de Koninklijke Schouwburg is reeds lang geheel uitverkocht en ook de Belgische pers heeft vele kolommen aan dit bezoek uit Haarlem gewijd. In een der bladen, welke het artikel besluit met: „Wij krijgen dus de indruk, dat de heer Hoog wel degelijk de beste elementen heeft kun nen aanwerven, om deze vertoning naar behoren te doen slagen", vonden wij zelfs een volledige vermelding van het aantal jaren dat elk der spelers de foneelspeel- kunst beoefent. Ten slotte willen wij onze lezers even min het vleiende oordeel aan het Haar lemse adres onthouden waarmee een ander blad een even hoog gestemd artikel besluit: „Wie enigszins bekend is met. de uit spraak van de Hollanders, weet welk een nefaste(?) invloed het Amsterdams, het Haags en zelfs het Zaans dialect op de meest ontwikkelde personen uitoefent. In Haarlem schijnt men daar geen last van te hebben, alhoewel veel inwoners overdag hun werkkring in Amsterdam hebben. Voegen wij hier nog aan toe als typische eigenaardigheid, dat de Haarlemmers alge meen bekend staan als de beste propa gandisten voor de zuivere Nederlandse uitspraak. Zij staan absoluut niet onder de invloed van gelijk welk dialect." De schrijver van dit artikel heeft waar schijnlijk nog nimmer een geboren Haarlemmer horen zeggen: „Nai joh, dat is ommers me nichie!" Van het door de toneelgroep Comedia op het répertoire genomen blijspel „Sesam open U" (later genaamd: „Katrien") dooi de Nederlandse schrijfster Marie-Louise Doudart is de première, die oorspronkelijk eind Januari in Haarlem gegeven zou wor den, voorlopig uitgesteld. In plaats daar van wordt nu in studie genomen „The Paragon" van de gebroeders Roland en Michael Pertree, onder regie van Cor Her mus, met Jules Verstraete en Ko van Dijk in de voornaamste rollen. Onder leiding van Joan Remmelts beginnen volgende week tevens de repetities van „Burning Bright", het nieuwste stuk van de bekende Amerikaanse auteur John Steinbeck, waar van deze herfst do eerste voorstellingen in New York zijn gegeven. In de afgelopen week hebben twee stuk ken uit het repertoire van Comedia, beide met John Gobau in de hoofdrol, de hon derdste voorstelling gehaald, namelijk de thriller „Goud en antiek" en Arthur Mil lers „De dood van een handelsreiziger".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6