idc £lMxtL VOOR DE SPORTIEVE VROUW KLEREN VOOR DE WINTERSPORT KATERDAG 6 JANUARI 1951 7 I Diepvries Over duurte gesproken de prijzen gaan omlaag! Gestoofd kalfsvlees Gebakken nagerechten Variant op pudding en vla Lever koken Citroenvla FEUILLETON Nu dooit het, maar een paar dagen ge leden was het ijs nog spiegelglad en hard als een dia mant. En het kind Lilibeth stond voor het eerst op de schaats. Met een ijsmuts tot over haar oren en dikke wanten aan. Het is een eerzuchtig kind en daarom deed ze net of ze het prettig vond. Of misschien vond ze het dat ook wel. Daar kom je nooit zo precies achter. Kijk dat jongetje daar eens", zei ik, doelend op een jochie dat op een scheve schaats ons voorbijstreefde, .,dat jongetje rijdt al helemaal alleen". „Och" joelde het kind Lilibeth, zwaar leunend op twee be hulpzame armen, „dat jongetje kèner niks van". En triomfantelijk wankelde .z,e even later langs hel dappere kereltje, dat met onhandige beweginkjes trachtte over eind te krabbelen. Op de terugweg huppelde ze uitgelaten voor ons uit. Een kranig sport figuurtje, met haar schaatsen nonchalant bungelend rond haar hals. „Sussie heeft schaatsen gedaan", vertel de ze thuis aan het kleine dikkerdje dat vol bewondering tiaar haar opblikte. „Wel drie keer de hele baan rond! Kijk zo". En al schuivend over het stroeve kleed gaf ze een zelfverzekerde demonstratie. „Je moet de volgende keer toch eens proberen of je al los kunt staan", opperde ik voorzichtig. „Maar dat kan ik toch best!" nep het Nauwelijks is het winter of de groenten, waaraan we dan juist nog meer behoefte krijgen, worden schaarser en duurder. Nood gedwongen brengen we dan kool, spruitjes, biet, uien en peen op tafel, maar als we nog een maandje verder zijn, dan eten we er al niet meer zo smakelijk van. In de eerste plaats zijn de koolsoorten en spruitjes lekkerder als het heeft gevroren en ten tweede beginnen wintergroentn nogal gauw te vervelen. Toch hebben de kinderen (en wij, ouderen, ook!) vitaminen, koolhydraten, ijzer en fosfor nodig. En we weten allemaal, dat die het meeste voorkomen in blad- en zomer groenten. Dan wordt het een gescharrel met lever traan en vitamine-tabletten, die natuurlijk lang niet zo gemakkelijk bij onze jeugd naar binnen gaan als, bijvoorbeeld, de heerlijke zomerse aardbeien of kersen. De laatste jaren is nu het snel- of diepvriesproduct de huis vrouw te hulp gekomen. Dat was wel lekker, dat was wel vers en dat bood wel volop keus, alsde beurs tenminste niet al te mager was. Want dit was het nadeel, in de jaren direct na de oorlog: diepvries was voor de meesten nog te duur. Helaas kon dat toen niet veel anders, want ook de verse groenten en vruchten waren duur. In 1948 kwam daar pas een verandering in. Toen kitid Lilibeth verontwaardigd uit. „Dat durf ik allang. Maar dat vinden jullie zeker niet zo leuk, hè? Het was juist zo gezellig zo met ons drietjes samen". En ik geloof warempel dat ze nog meende ook wat ze zei! ADVERTENTIE i* een lichlpunije Voor het begin üan hel nieuwe jaar: De Gtuyier heeft 49 prijzen verlaagd! Op de nieuwe prijzen BLIJFT 10 °/o korting ge handhaafd. Nu is het de hoogste tijd om de knoop eens door te hakken en Uw eigen belang vóór te laten gaan; nu zult U toch be sluiten om- óók De Gruyter- klant te worden? Betere Waar, verlaagde prijzen en IO°Jo korting; kan 'n huis vrouw in deze tijd nog méér verlangen werden de prijzen voor diepvries zóveel ver laagd, dat meer huisvrouwen het konden kopen. In 1949 daalden de diepvries-prijzen nog sterker. En nubereikt ons het nieuws, dat diepvries in vele gevallen net zo voordelig is als verse groenten. Volwassenen en vooral kinderen hebben de natuurlijke vitaminen van bladgroenten nodig. En aangezien er geen sla. spinazie en andijvie, laat slaat tomaten, in de winter groeien, zijn wij ook in Nederland wel aan gewezen op het snelbevroren product. Nu de prijs daarvan zo laag geworden is, kunnen tenminste meer kinderen van deze zomerse bladgroenten profiteren. En het zal voor alle ouders raadzaam zijn geregeld het snel bevroren product op tafel te brengen. Het is niet alleen een goed middel om kinderen en ouderen gezond te houden diepvries draagt ook bij tot welvaart van de Nederlandse tuinders. De diepvries-industrie bewaart de heer lijkste groenten en vruchten, die anders misschien 's zomers vernietigd zouden worden! Een warme maaltijd met een „toetje" valt meestal erg in de smaak. Het heeft dan ook iets feestelijks zonder nu bepaald ook veel duurder te hoeven zijn. Laten wij echter niet steeds pudding of vla „nageven", maar een keer onze toevlucht nemen tot de grote groep van gebakken nagerechten. Vooral in de winter zal menigeen een heerlijke warme pannekoek pre fereren boven een koude pudding of vla. Maar gebakke nagerechten zijn zwaarder verteerbaar doordat zij meer vet bevatten en wij doen dan ook verstandig hen juist dan op het menu te plaatsen, als de overige spijzen niet zo zwaar op de maag liggen b.v. bij aardappelen, sla, mager vlees of gekookte vis. Of b.v. wanneer wij erwtensoep als hoofdgerecht geven, want al is het nóg zo'n stevige erwtensoep, er is in dit gerecht toch altijd veel water. kent wellicht dc gewone, wij kunnen wel zeggen, echt Hollandse pannekoek, maar weet U, dat U van dunne pannekoeken een taart kunt maken met jam of vla er tussen al dan niet met poedersuiker er over heen. Ieder krijgt dan een punt van de taart. Deze aardige manier van opdienen kunnen wij U aanbevelen. Heeft U wel eens gebakken grutjes gege ten of gebakken griesmeel punten? In beide gevallen gaat men uit van een dikke brij, die men laat stijf worden op een bord en waarvan men punten snijdt. Deze moeten dan door bloem gewenteld worden en dan gebakken. Grutjes geeft men het liefst met stroop of stroopsaus, griesmeelpunten met bruine suiker of kaneel en suiker. Laten wij ook niet de echte „drie in de pan" met gist vergeten, die zowel met kren ten als met stukjes appel door het deeg kun nen worden gebakken en de wentelteèftjcs, die zo'n goede opruiming zijn van het oude brood En wilt U luxueuser gebakken des serts hebben dan zijn er de Engelse apple- pie, waarvoor U een oven moet hebben en de schuim-omelet, die opgediend kan wor den met poedersuiker, jam of beide. Een practische dracht voor na het skiën vormt deze helrode overall met verstelbare schouderbanden, een ceintuur en royale zakken. De trui is met de hand gebreid van rode wol. JANUARI is de komkommertijd in het rijk van de mode. De najaarscollecties zijn uit en te na onder de loupe genomen, de midwintershows zijn achter de rug en het zal nog wel tot half Februari duren eer de geheimzinnige sluier van de voorjaars hoedjes wordt gelicht. En dus werpt Parijs zich, bij gebrek aan beter, met ware harts tocht op het ski-costuum. Wie een wandeling maakt langs de étala ges, zowel van de dure modehuizen als van de sportafdelingen van de warenhuizen, kan haar hart ophalen aan de nieuwste snufjes op ski-kledinggebied. De elegantste modellen komen'misschien wel uit de ateliers van Alwynn. Deze be kende jonge ontwerper gebruikt fijne gabardine voor zijn ski-pakken. Hij brengt plooien aan vóór in de pantalon en in het rugpand van de blouse, wat aan deze toch altijd wel mannelijk aandoende kleren een charmant vrouwelijk accent geeft. Soms ook plisseert hij het gehele pak met uitzon dering van het schouderstuk. Er zijn altijd vrouwen die alleen maar naar de wintersport gaan om gezien te wor den. Voor deze categorie zijn er aardige plooirokjes, meestal geruit, met daarop een getailleerd driekwart jasje. Eén van de aar digste jasjes van dit type kunt U vinden bij Manguin. Het is vervaardigd van zacht- bruin suède en het heeft diepe vleermuis mouwen en een aangeknipte capuchon, die neergeslagen als een sierlijk gedrapeerde kraag over de schouders valt. Voor feestelijke avonden in mondaine ski-oorden lanceert deze ontwerper lange rokken van taffetas of van satijn, met daar op avondtruitjes. Hoewel die truitjes meestalgebreid zijn, zijn ze toch allerminst alledaags. Vaak zijn ze gegarneerd met tus- senzetsels van kant en met borduursels van rijnsteen of van glinsterende muntjes. En de décolleté's zijn gedurfd, a-symetrisch of met een „halster" rond de nek, zodat heus geen enkele vrouw het in haar hoofd zal halen deze vlotte flatteuze dingsigheidjes vóór zonsondergang te dragen! Madeleine de Rauch werkt met een ge durfd kleurenpalet.Zij combineert een blad groene pantalon met een oranjebruin jasje en koningsblauw met een ceriseachtig rood. Natuurlijk zijn deze felle tinten buitenge meen flatteus in het blanke sneeuwland schap, maar de ware sportvrouw zal toch aan neutrale kleuren de voorkeur geven. Ook zij kan bij Madame de Rauch terecht, want deze ontwerpster maakt wel degelijk ook kleren voor de harde praktijk van het vallen en opstaan! Haar gestroomlijnde pantalons zijn toch altijd zo gesneden, dat zij de bewegingen niet belemmeren en ook haar jasjes zijn plezierig in het dragen. In haar zaak liggen twee modellen ge- etaleerd: het één is in dezelfde tint als de broek, kort en ingerimpeld in de taille, het ander is in een contrasterende kleur, lang en met een ceintuur rond het middel. Een vondst voor slanke figuurtjes is een jakje van zwarte popeline, dat op step-in- manier aangetroken moet worden. Het heeft een rits van voren en is gegarandeerd sneeuwdicht. Voor de vrouw, die het kan betalen, ont wierp Madeleine de Rauch een warme jas, speciaal vuor na het skiën. Het is er één van teddybeer met een capuchon en een schapenvacht als voering. Een variatie op Deze comfortabele blouse met de wijde vleermuismouwen is vervaardigd van grijs groene cracknyl. Kraagje, boord en man chetten van grijze jersey vormen een aardige garnering. dit thema vormt een jas van bruine suède, gevoerd natuurlijk, met een ceintuur en een wijduitstaanrie rok. Jean Bailly is een meester op het punt van het détail. Hij plaatst cowboyzakken bovenaan de pli in de pantalon en zijn kleren voor na het skiën zijn voor snobs eenvoudig om van te watertanden. Zijn grootste trouvaille is wellicht zijn skistok met ingebouwde „vanity-case". Het uit einde van de stok kan worden geopend en dan komt er een spiegeltje te voorschijn, terwijl er ook ruimte overblijft voor lip stick, poederdoos, klein geld en zo meer. Baille rekent er vast op, dat deze ingenieuze sticks zeer populair zullen worden. Want zo redeneert hij de skipakken zijn dit seizoen zo nauwaansluitend, dat je je een 50 g. kalfsvlees, 25 g. gehakt, 8 g, (1 eet lepel) bloem, 2 eetlepels melk, 10 g. C/a eetlepel) boter of margarine, wat zout, (I lepel ei, beschuit). Het gewassen vlees in dobbelsteentjes «lijden. Deze opzetten met pl.m. 2 dl. (ruim 1 kopje) kokend water en wat zout en zachtjes laten gaar koken (pl.m. 1 uur). Het gehakt vermengen met wat zout (1 lepel ei en Vx beschuit) en er balletjes van draaien. Deze pl.m. 10 minuten met het vlees mee koken. De bloem aanmengen met de melk, bij het vlees schenken en alles 5 minuten door laten koken. De boter of margarine toevoegen. Dit gerecht geven bij aardappelpuree, rijst, macaroni of spaghetti. Naar verkiezing wat citroensap, fijngehakte peterselie of tomaten puree toevoegen. De lever (liefst kalfslever) in water laten liggen, tot ze gekookt wordt. De lever goed afspoelen, om het bloed uit de grote bloed vaten te verwijderen. Ze opzetten met ruim water en wat zout en pl.m. 20 minuten koken. Wanneer men met een vork in de lever prikt, moet het uitlopende vocht grijs-rose zijn. Smakelijker is het, de lever met een klontje boter of margarine in een gesloten Ëan gedurende 20 a 30 minuten te smoren. 'e lever daarbij nu en dan keren. De gekookte of gesmoorde lever in dunne plakken snijden en op een besmeerde boter ham of broodje leggen. Men kan er ook ragoüt van maken. Wanneer er gekookte lever overblijft, deze liefst in het nat op een koele plaats bewa ren; 's zomers echter niet langer dan 24 uur. De skipantalon, model „fuseau", is na de oorlog populair geworden. Men ziet niet anders meer! klein bobbeltje zo hier en daar eenvoudig niet kunt permitteren. De gevolgen op het silhouet zouden waarlijk ruïneus zijn. ARLETTE 1 ei, 25 g. (bijna 2 eetlepels) basterdsuiker, sap van Vi citroen, met water aangevuld tot 1 dl. (2/3 kopje), geraspte citroenschil (zon der wit) Het ei met de basterdsuiker schuimig roeren. Het citroensap en het water toevoe gen. Onder voortdurend roeren de massa op een zacht vuurtje of „au bain marie" ver hitten, totdat zij gebonden is. (De vla mag niet koken!) Het vlaatje overdoen in een glazen schaaltje en er een wafeltje of droog biscuitje bij geven. De lange anorak verdwijnt meer en meer om plaats te maken voor het korte water dichte pakje. De wollen capuchon, die doet denken aan de tijden van de kruisvaarders, omsluit geheel en al het hoofd. 18) Het Wonder van Dendermonde was in elk geval mijn eerste en belangrijkste aan knopingspunt en verder was er dan nog de tragische figuur Luchtenbeld, die ook op de een of andere wijze, de hemel mag weten hoe, in dit spel der vraagtekens be trokken was. Wanneer ik in Gorinchem het nodige te weten zou zijn gekomen, kon Hein Klinkhamer bezoek van me verwach ten, want ik wilde niet met lege handen bij hem aankomen en iets anders kon je datgene wat ik toen wist toch niet noemen. Vijf dagen lang lag ik plannen te maken, die steeds op hetzelfde uitdraaiden en overigens ook geen variatie hadden. Zus ter Cato bleef vrolijk en charmant. De eerste avond kwam ze een kwartiertje bij me praten en toen ze merkte hoe prettig ik dat vond, beloofde ze me de volgende avond weer te komen. We lachten veel en ze werd niet kwaad toen ik zei, dat ik Cato geen passende naam voor haar vond. Cato herinnerde me te veel aan iets wat oud en spichtig is. Daarom noemde ik haar Jos. Waarom en hoe die naam ineens in mijn gedachten kwam, weet ik niet, maar ze vónd het goed en lachte. We moesten zacht praten voor de twee mannen; een van hen had een zware hersenschudding, de andere had iets dat aangeduid wordt met een Latijs woord, dat ik weer vergeten ben. Op de tweede avond kwam zuster Van Kampen binnen en ze keek dadelijk naar Jos en mij. „Besteed je je vrije tijd ook al aan de patiëntén?" vroeg ze. Jos bloosde even en mompelde iets over geen familiebezoek en zo en ik voelde me in mijn mannelijke ijdelheid gestreeld. Van die vrije avond had ik niet geweten. Zuster Van Kampen bleef ook nog even bij mijn bed staan en vertelde waarachtig iets over een film, die ze 's middags had gezien. Ze was erg vriendelijk tegen me en dit bracht me in zo'n vertrouwelijke en vertederde stemming, dat ik Jos alles ver telde toen we weer alleen waren. Alles. Over „Le Soleil", de luchtkoker en over de moord. Over Luchtenbeld en Ramaar en het Wonder. Over mijn achtervolging en mijn mislukte vacantie. Ik vertelde haar alles, omdat het onmenselijk moeilijk is je geheimen en problemen helemaal al leen voor je zelf te houden. Ik vertelde haar allesnee, toch niet alles. Daisy noemde ik niet. Waarom zou ik de sfeer tussen ons bederven? Vrouwen kunnen zo vreemd reageren. En trouwens, wat had dat blonde kind met haar affecties voor Joe met de hele geschiedenis te maken? Waarschijnlijk niets. Ik liet Jos plechtig beloven, dat ze met niemand zou spreken over mijn verhaal. De afloop zou ze later van me horen. Ze beloofde het en om haar belofte kracht bij te zetten legde ze haar hand in mijn hand. „Ik beloof het", zei ze, „avec ma main dans ta main" en ze neuriede de begin regel van Charles Trenets liedje. Ik hield haar hand langer vast dan nodig was voor 'n belofte, de lachrimpels verdwenen uit haar gezicht en haar blauwe ogen keken me anders aan dan ze tot nu toe gedaan hadden. Door mijn linkerarm liep een stekende pijn van boven naar beneden, welke me haar hand los deed laten. Zon der die steek in mijn arm had ik haar een zoen gegeven. Beter zo. Jos is een goeie meid, geen type om voor de gek te houden. Misschien zou die zoen toen oprecht ge meend geweest zijn, omdat Jos voor mij het enige lichtpunt in deze witte duisternis was, maar later onder de blauwe herfst lucht met het ziekenhuis achter me, zou ik haar misschien weer zo vergeten zijn. Misschien ook niet. Ze verschoof 't kussen onder mijn pijn lijke arm en vroeg: „Is 't zo goed jongen?" „Ja, je bent lief. Zonder jou, hield ik het hier geen uur uit. Als de hele kwestie achter de rug is, moeten we elkaar toch nog eens terugzien." Ze zag er lief uit. Ze had geen verpleeg sterskapje op en het donkerblonde haar viel lang in brede golven. Fris en aantrek kelijk, maar niet zo knap als Daisy. We zagen elkaar veel de koanenüe dagen en zij probeerde op mijn verzoek nog iets te weten te komen over mr. Hagenvoort. Wat ze hier en daar terloops te horen kreeg, bevestigde wat het dienstmeisje me al verteld had: Hagenvoort was een advo caat met een niet geheel vlekkeloze naam. De ziekenhuis-arts kwam elke morgen langs mijn bed en wanneer hij weg was, hing er in de kamer een geur, welke ge dachten opriep aan het boudoir van ma dame de Pompadour. Waarom hij zich zo parfumeerde en zijn korte borstelhaar met brillantine besmeerde, begreep ik niet. Het was een lange man van in de vijftig. Hij vond, dat ik prachtig opknapte en de derde dag mocht ik 's middags een paar uurtjes opstaan. Ik schuivelde naar een zonnig windstil plekje in de tuin, waar Jos mij thee bracht. De pijn in mijn hoofd was weg en de snee in mijn slaap was met een pleister beplakt. Mijn arm kon ik weer een beetje bewegen. Het ging allemaal best en de vijfde dag na mijn nachtelijke en ab rupte entree in het witte huis kon ik mijn rekening betalen en zuster Van Kampen en de geparfumeerde dokter de hand schudden en bedanken voor de goede zor gen. Jos had haar dienst geruild met een vriendin en zo kon ze me deze Woensdag morgen naar de trein brengen. We dronken tegenover het station een kop koffie in een café, waar een slaperige kellner ons bediende. De trein zou pas over veertig minuten vertrekken en we wisten niet goed wat we moesten zeggen. Ik maakte grapjes over een oude heer, die met zijn verpleegster op stap was, maar ze lachte wat geforceerd. Op het station vond ik het triest. Sta tions doen me altijd aan afscheid denken, nooit aan aankomst. Jos is een beste meid. Vlak voordat mijn trein vertrok, gaf ik haar een zoen op haar wang en ik zei: „Kind, ik dank je voor alles. Ik kom gauw bij je terug." Er waren weer lachrimpels toen ik dat zei. Toch weet ik niet of het goed was. Van die klap van mijn hoofd tegen de trottoirband van de Bredase Baronielaan scheen ik toch nog iets overgehouden te hebben, want toen ik de Gorinchemse markt opwandelde, was ik verwonderd en deze verwondering was goed beschouwd volkomen ongemotiveerd. Ik had verwacht de achtbaan, de zweefmolen, de varieté's, het poffertjes-établissement en ook het Wonder van Dendermonde terug te zien en wat ik zag was een kale steenvlakte, rommelig en ongezellig gemaakt door de vele stukken papier her- en derwaarts ver spreid. Deze restanten van kranten, pak papier, reclame-foldertjes en de enkele zwartige olievlekken herinnerden aan wat geweest was. Ik had het op mijn vingers kunnen natellen, dat een kermisgemeen- schap zeker geen volle week haar tenten opslaat in een klein stadje als Gorinchem. Geen ogenblik had ik hieraan gedacht en zo bracht deze lege ruimte me werkelijk even in verwarring. Het Wonder had me een heel eind op streek kunnen helpen. Misschien had haar verhaal de schakel kunnen worden, welke mijn verwarde er varingen, waarin ik nog geen enkel redelijk verband ontdekken kon, -tot een logisch geheel zou verbinden. Er woei een stuk papier tegen mijn broek aan. Ik trok het er af en voelde, dat het papier vies en nattig was. Ik werd nijdig. Het Wonder zou niet zo eenvoudig terug te vinden zijn. Dat zou me dagen kosten en in het witte huis in Breda had ik toch al vijf dagen verspeeld. Verspeeld? Ik had Jos beloofd gauw terug te komen. Dat was ik ook werkelijk van plan. Maar eerst deze affaire afwerken. In het stadhuis konden ze me natuurlijk niet helpen. Het enige wat ik te weten kwam, was, dat de eigenaar van de Den- dermondse wondertent Geerts heette. Maar waar de wonderschone zeemeermin bezig was haar blikken in de toekomst te wer pen, was de gemeente-secretaris niet be kend. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 9