Litteraire Kanttekeningen r CJvdBroek S.J. DE GOEDE Haarlemmers waren gul met adviezen voor het aanstaande Bloemenfeest is voor verhuizingen Agenda voor Haarlem Amsterdamse studenten komen in Haarlem spelen Plan tot vergroting der culturele belangstelling Rechtspositie beroepsmilitairen in Suriname en de Antillen FRANCESCO GUARDI ZATERDAG 24 FEBRUARI 1951 AUml^rHaUrIPnRSc-ü?l,i.n a"®^ verte,t" O- M. Meulenhoff, Amsterdam/De Sikkel, Antwerpen); RAYMOND BRULEZ: „Het Huis te Borgen" (1 M. Meulenhoff, Amsterdam) E1DEN, RAYMOND BRULEZ en Julien 3 Kuypers, zijn vijftigers en behoren dus tot de schrijversgeneratie die de chaos van twee wereldoorlogen te verwerken kreeg. Hun artistieke reactie op de schok die de Vlaamse geest evolutionneerde, ten dele revolutionneerde, is zeer verschillend ge weest. Al is Vermeylens „wekroep" om „more brains" niet zonder weerklank ge bleven in het werk van Julien Kuypers, hij zou zich ook zonder deze leuze hebben ont wikkeld tot een auteur die de individualis- tisch-litteraire beweging „Van Nu en Straks" met verstandelijke waakzaamheid tegemoet 'trad. Geheel ontrouw kon of wilde Kuypers er niet aan worden. De Vlaamse verhaaltrant, het aesthetisch wel verzorgde van het artistieke klimaat waar in hij geboren werd, bleef hem eigen. Maar zijn milde ironie (soms satyriek getint, zoals in de novellen Papieren Grond en Providential heeft met wat men wel eens het gezapige heeft genoemd van de vertel kunst der idyllische wereld vóór 1914 radi caal gebroken, zelfs daar waar de novelle nadert tot het volksverhaal („De Ezels"). In de tien vertellingen van deze bundel worden tien verschillende stijl- en compo- sitievormen aangewend met een virtuositeit die bewondering afdwingt voor de soepel heid, waarmee Kuypers zijn fijn en rijk genuanceerd proza bij het onderwerp aan past, al overheersen de „brains" nogal eens de spontaneïteit. Door een betrekkelijke overeenstemming van onderwerp (Julien Kuypers' titel novelle „Mijn vriend vertelt" en „Huis te Borgen" van Raymond Brulez stellen in een terugblik op de jeugdjaren beide de vraag: vanwaar kom ik? Wie was ik dat ik werd als ik ben?) zijn werk en persoon van deze twee vijftigers tot op zekere hoogte te vergelijken. In de goede zin van het woord maakt Kuypers van het jeugd- gegeven een novellistisch litterair geval, beschouwelijk geweven in de sfeer van een zwoele, geurende lente-avond en besluitend met een weemoedige overpeinzing: „Wij met ons levenswee, onze obsessie van oor log, onze hunkering naar een onbepaalbaar, onbereikbaar geluk Dat ligt alles, muzikaal gesproken, in het gehoor, in tegenstelling tot het proza van Raymond Brulez waarvan de toonaarden zo weinig gangbaar, dermate persoonlijk zijn, dat men over een fijn-gespitst en goed-geoefend oor moet beschikken om hem niet zoals wel gebeurd is te ont luisteren tot een ontluisteraar, maar hem te beluisteren. Brulez is van intellectueel nihilisme, van liefdeloos cynisme beschul digd een oordeel dat hij zelf als een onvermijdelijk misverstand heeft gesigna leerd: „als men met dubbele en dubbel zinnige intenties bezield is, gebeurt wat er gebeuren moet: geen van beide wordt ge snapt, niet eens door een fijnzinnige lezer." Dubbele en dubbelzinnige intenties daarop moet de lezer inderdaad voorbereid zijn, wil hij achter de Voltairaanse ironie de eigenlijke Brulez ontdekken, „Het Huis te Borgen" is geen roman en geen verzameling mémoires, geen realisme en geen fictie, geen symboliek en geen psy chologie. Het is.... dit alles tegelijk, in- elkaar, door-elkaar, een volkomen persoon lijke uitdrukkingswijze, een verworven eenheid van ironische klaarheid klaar heid van litteraire èn van levens-stijl. Hier zeker is de stijl de mens. Brulez is stroomopwaarts teruggegaan tot zijn jeugdjaren, niet als een vlucht uit het heden naar het oord van een „betreurd weleer", maar om er onverbiddelijk alle wilde loten af te snijden die geen levens vrucht meer kunnen dragen. „Het dromen de alter ego (tweede ik) is een eigen aardige, ja wonderlijke levensgezel", no teerde Brulez eens in een van zijn puntige bijdragen tot het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Dit alter ego, dat „aan sinds vele jaren overleden personen opnieuw een pakkende rol in actuele gebeurtenissen toevertrouwt", heeft hem teruggeleid naar het huis van zijn jeugd, het hotel van zijn ouders in Borgen (een van de „woningen" die hij zich voorgenomen heeft in een romancyclus te beschrijven en wel voornamelijk naar de middensalon van dit jeugdpalladium. In acht hoofdstukken, geflankeerd door een proloog en een epiloog, herleeft het ver leden, fragmentarisch naar het schijnt. Elk van deze hoofdstukken zou zelfs als een afgeronde novelle (zoals er dan ook enkele verschenen zijn in het Nieuw Vlaams Tijd schrift) kunnen gelden. Maar ondergronds als het ware worden van fragment tot frag ment de draden voortgesponnen door een associatie der herinneringen die zich diep onder de oppervlakte van het verhaalde voltrekt en verrassend-eerlijk overeen stemt met wat zich in het verstandelij k- oncontroleerbare onbewuste afspeelt aan onthechting en verbinding de alchemie der ziel. ADVERTENTIE TEMPO groot en klein het beste en voordeligste adres Transporten door geheel Nederland ROZENSTRAAT 13 Telefoon 20020 Telefoon 12525 ZATERDAG 24 FEBRUARI Stadsschouwburg: „Meeuwen boven Sor rento'' (Vrije Toneel), 8 uur. Rembrandt. Theater: Kindervoorstelling „Winnetou", 2 uur. Krelagehuis: Voorjaarsbeurs voor de vrouw. 1023 uur. Kunstzalen Frans Hecr- kens Thüssen: Maristentoonstelling. 105 u. (tot 11 Maart). Frans Hals: „The big clock", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.30, 7 en 9.15 uur; Dinsdag 2.30 en 8 uur). Rem brandt: „Haven-Marie", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Gung Ho!", 18 j., 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zo jongzo slecht", 18 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. City: ..Misdaad achter het voetlicht". 18 j., 2.15, 4.30. 7 en 915 uur. Spaarne: „Klopjacht", ..Rodeo in Texas", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 25 FEBRUARI Stadsschouwburg: „Meeuwen boven Sor rento" (Het Vrije Toneel), 8 uur. Krelage huis: Voorjaarsbeurs voor de vrouw 23 uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „Zam- boanga", 11 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 26 FEBRUARI Gem. Concertgebouw: Negerballet, 8 uur. Wilhelminastraat 22: Bond Nederland—Israel, 8 uur. Krelagehuis: Voorjaarsbeurs voor de vrouw, 10—23 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. - In de „middensalon" dan van het Huis te Borgen vindt het dromende alter ego vele draden terug van zijn verleden en de be wuste, naar klare harmonie strevende mens Brulez toetst hun waarachtigheid en duur zaamheid. Daar is een onschuldige kinder liefde voor de gouvernante Juliette die hem „leerde oprecht te zijn", een herinne ring aan Debussy's „Jardins dans la pluie", zingende regendroppels in een zonverzengde tuin, associatief verbonden aan een prillere kmder-ervaring van doodsangst en levens wil; de sentimentele betovering van een „avonturierster" of de sensuele bekoring van een lichtzinnig vriendinnetje „vrou wenfiguren in diverse houding en uitdruk king getekend" als op een schetsblad van Watteau, fragmentarisch omlijnd, episo disch vastgelegd door „een enkel expressief gebaar, een onthullende blik" (aldus Brulez zelf). Enkele pennestreken: een mens. Zo is het ook met wat het Huis te Borgen verder onthult: menselijke tragiek, grillen van het lot, mysterie van de naaste ver troebeling, verstarring, verwarring, die door een sublieme ironie (Brulez' „toon aard") bezworen wordt. Want tast men in dit herinneringsweefsel de draad van Ariadne af tot zijn oorsprong dan stuit men inééns op Brulez zoals hij is: de mens die al schrijvende met „zijn" (overdrachtelijk „het") verleden afrekent terwille van een heldere, een harmonische levensstaat. Dit „Huis te Borgen", „afgegleden van een soort gesublimeerde architectoniek naar een veeleer realistische uitbeelding van enkele personnages" (zoals Brulez in zijn Epiloog vaststelt) is een weergaloos knappe vingeroefening, een zich vrij- schrijven, een voortreffelijke introductie tot wat volgen zal: de romancyclus „Mijn Woningen". C. J. E. DINAUX Filmpje over Koninklijke familie voor Zuid-Amerika In de komende weken gaat in vele Zuid- Amerikaanse bioscopen een Nederlands filmpje draaien, dat vervaardigd is in op dracht van de Regeringsvoorlichtingsdienst. Deze rolprent, die een klein kwartier duurt, is bedoeld de landen, die Prins Bern- hard binnenkort gaat bezoeken, een indruk te geven van het leven der Nederlandse Koninklijke familie en van de activiteiten van de Prins. Het is voor het grootste deel samengesteld uit oude journaals. PRODUCTIEPRIJS VOOR SUIKER OOGST 1951 VASTGESTELD De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening heeft de producenten prijs van de suiker voor het oogstseizoen 1951 vastgesteld op f44 per 100 kg. Ver wacht wordt, dat deze prijs zal leiden tot verdere uitbreiding van het suikerbieten areaal, dat thans 67.000 ha beslaat. Deze uitbreiding is gewenst met het oog op de noodzakelijke besparing op de import van suiker, welke ruim 100.000 ton per jaar bedraagt en welke grotendeels tegen dollar betaling moet worden betrokken. ADVERTENTIE AVONDSCHOOL.... of Thuis studeren Die vraag is weer actueel gewor den sinds de Bekende S ch rif te- lij k e Cursus Resa-Hilversum met succes opleidt voor Staatsexamen en H.B.S., Mulo examen en Onderwij zersakte en andere officiële examens. Vraag eens het nieuwe prospectus 12e druk 1951. In Superbagnères tiabij Luchon (Frankrijk) zijn dezer dagen proeven genomen met een slede met strnalaaridrijving. Het op drie ski's gemonteerde voertuig, dat ongeveer 300 kilo ivecgt, bereikte daarbij een snelheid van 120 kilometer per uur. Een achteraanzicht van de „straalslede". Molières ff,Misanthroop vertaald door Jan Prins Door het gebrek aan geschikte of be schikbare theaterruimte daartoe gedwongen geeft de toneelafdeling van de Amster damse studentenvereniging Unitas Studio- sorum Amstelodamensium op Vrijdag 2 Maart voor het eerst de jaarlijkse voor stelling voor leden en genodigden buiten de hoofdstad. Men heeft de keuze laten vallen op de Haarlemse Schouwburg, waar onder regie van de bekende acteur Fons Rademakers vertoond zal worden „De Misanthroop" van Molière, in de sublieme Nederlandse vertaling van de twee jaar geleden gestorven dichter Jan Prins, welke bewerking bij die gelegenheid de première beleeft. De autoriteiten, hoogleraren en studenten reizen heen en terug met auto bussen. Er is ook voor belangstellenden uit Haarlem en omgeving een aantal plaat sen beschikbaar. In het programmaboekje schreef dr. Martin J. Premsela een inleiding waarin hij van de 33 stukken die Molière ons heeft nagelaten „De Misanthroop" het mooiste, het gaafste, het menselijkste noemt. Alle geslachten, aldus zijn betoog, die het sedert driehonderd jaar hebben gelezen, bestu deerd en opgevoerd zijn het daar, in weer wil der tijdsopvattingen, over eens geweest. „De Misanthroop" is onbetwist het grote klassieke meesterwerk van de Franse to neellitteratuur, zoals „Hamlet" het voor Engeland of Goethes „Faust" het voor Duitsland is. De hoofdpersoon, de „mensenhater" Alceste, is een jonge edelman, wiens op rechtheid en eerlijkheid voortdurend aan stoot nemen aan de conventie die in de hofkringen van Lodewijk de Veertiende heerst en die aanstellerij verkiest boven natuurlijkheid, veinzerij boven openhartig heid, beleefdheidsleugens en complimen teusheid boven eerlijke vriendschap, die kwaadsprekerij en dubbelhartigheid ver ontschuldigt met een glimlach om de „mon daine noodzaak" en die in de liefde bere kening en koketterie als kleine, vergeef lijke zonden goedpraat. Molière maakt deze man, die slechts naar de waarheid wil leven, belachelijk maar tevens sympathiek. Hij stelt de vraag of men een absolute levensregel moet volgen of compromissen sluiten. Terecht waarschuwt dr. Premsela tegen het veel voorkomende misverstand deze Alceste als een tragisch-miskende te beschouwen. „Dat was inderdaad de ver tekende en historisch-onverantwoorde op vatting, die tijdens de heerschappij van de Romantiek werd gehuldigd en die dreigt voort te leven bij jonge mensen of senti mentele regisseurs. Rousseau verweet Molière een „rechtschapen" man als mik punt van hoon en spot op het toneel te hebben geplaatst, maar wat Molière hekelt is niet Alcestes rechtschapenheid, maar de onbedrevenheid, de ongematigdheid van zijn deugd en de inconsequentie van zijn gedrag." En dr. Premsela besluit zijn aanbeveling met een uitspraak van Georges Courteline: „Ver boven de hoogste rotspunten, die uit steken boven Molières middelmatige pro ductie, is „De Misanthroop" als een adelaar, die tot in de wijde horizonten het gebied der mensheid vermag te aanschouwen". Regatta op het Canal Grande nabij de Ponte Rialto door Francesco Guardi (1712 Venetië 1793). Rijksmuseum, Amsterdam. (In 1936 geschonken door dr. H. W. A. Deterding). Een tientje voor een tip „Haarlems Bloei" heeft nieuwe ideeën nodig: voor het aanstaande bloemenfeest en doet een beroep op de Haarlemmers. De beste tien tips die zullen worden gegeven, zullen met een tientje worden gehono reerd." Dat schreven wij op 13 Januari en wij gaven de gegadigden voor deze onderschei ding een maand de tijd om met hun inval len en wenken op de proppen te komen. Nu, zij hebben niet op zich laten wach ten, want de Haarlemmer is iemand die graag uitmunt in oorspronkelijkheid en vernuft. En al spoedig zat de jury dan ook met een bergje welgevulde enveloppen voor zicli, waaruit zij naar believen een keuze kon doen. Er was één ding waarin alle inzenders overeenstemden: bij de Bloemenweek be horen bloemen, versieringen en verlich ting. De aanwijzingen daartoe konden na tuurlijk onmogelijk als een tip worden be schouwd, omdat het uitvoerend comité voor de feestweek dat natuurlijk ook wel weet. Het gaat er maar om in hoeverre nog meer versiering en nog meer verlichting ook binnen de uitvoerbare mogelijkheden liggen. Want de vraag hoe „Haarlems Bloei" aan de duiten moet komen, lieten de meeste inzenders maar wijselijk onbeant woord. Wisten we al Een groot aantal inzenders bleek ook niet te beseffen, dat het uitvoerend comité in de loop der jaren zo al het een en ander geprobeerd heeft om het Bloemenfeest te doen slagen. Talloos waren de suggesties dat „contact opgenomen moest worden met straat- en buurtverenigingen, dat er een étalagewed strijd moest komen alsof nog niet zo kort geleden een dergelijk project van de Middenstandscentrale niet volledig mis lukt was Maar nu zou het gelijken alsof de jury alleen maar heeft zitten brommen over al die met zoveel ijver en toewijding geschre ven raadgevingen. Dat is lang niet waar. Zelfs inzendingen, waarvan men op het eerste gezicht zei, „dat er niks in zat bleken bij nadere overweging nog wel iets te bevatten, dat een waardevolle verrijking van ons stadsfeest kan betekenen. Zo was er een inzender, die eigenlijk niet veel anders had gedaan dan de program ma's van de laatste bloemenwekcn die dus blijkbaar wel in de smaak waren ge vallen te completeren met de evenemen ten die het centrumcomité „Koninginne dag" pleegt te organiseren. Deze inzender kwam met de gedachte het Bloemencorso in de avonduren bij fakkellicht te herhalen. Over het corso kwam trouwens ook nogal wat goedbedoelde critiek los die overi gens ook reeds lang aan de organisatoren bekend is namelijk dat het te kort duurt, te laat komt en te lang stagneert. De man die daarover mopperde, wilde een plaatsen- reservering langs de route annex loterij aansmeren, waarvan de ingewikkeldheid slechts werd overtroffen door het systeem van bloemenverkoop per bonboekje voor een liefdadig doel, dat door een ander werd gepropageerd. Een Bloemendaler-met-liefde-voor-Haar lem (dat komt voor) zou graag de „Zwarte tulp" van de oude Dumas opgevoerd zien. Zijn tip viel in de prijzen, evenals die van iemand, die in Sneek de „Schotse trye" had zien dansen en dat nu ook wel eens op de Grote Markt zou willen bekijken. Zijn gedachte bracht de jury op het idee het eens met een provinciale volksdansdemon- stratie te proberen en daar van ware tips juist gezegd moet kunnen worden, dat van het een het ander komt, wordt ook die aanwijzing met tien gulden beloond. Weer een ander zal dat bedrag ontvan gen wegens zijn idee op de Grote Markt een oud-Hollandse bruiloft te houden, maar in die beloning is mede een compensatie begrepen voor zijn andere gedachten, zoals het laten meewerken van de vakgroepen, schermdemonstraties, een gecostumeerd volksbal en dergelijke, want de folkloris tische bruiloft werd reeds door ons in ons artikel van 13 Januari als voorbeeld ge noemd. De betere Waren dit de goede tips, we komen nu aan de betere. In deze categorie rangschikken we: een jaarmarkt, waarvoor de Vishal als geknipt is, een stempelfiets- en wandeltocht met de schoonste plekskes van de Spaarnestad als controleposten. Nu schiet ons opeens die gedachte van een andere inzender te bin nen, die het stedenschoon van Haarlem tijdelijk wilde verrijken door een wedstrijd uit te schrijven in bloemperken en mozaie- ken, zoals men die ook tijdens het corso in de bollenstreek aantreft. Waarschijnlijk als souvenir aan de geslaagde slagzinnenwed- strijd van het comité „Plantsoenbescher ming" en als lyrische aanbeveling voor zijn idee gaf inzender de volgende berijmde omschrijving: Elk mens loopt als een slak als hij trekt langs een bloemenmoziak. De beste Het wordt tijd, dat wij het gordijn weg trekken voor degene die de ereplaats in de galerij der tipgevers behoort in te nemen. Het is mevrouw J. NederkoornVan Ko ningshoven uit de Reigerstraat in Haarlem- Noord, die een hele reeks van uitstekende programmapunten aanbeval. Maar zij stal ons hart met haar aanbeve ling de Bloemenkoningin voortaan, publiek te laten kiezen. De niet-gekozen, maar wel geselecteerde meisjes zouden dan als hofdames in Flora's stoet mogen mee rijden. Tot besluit vermelden wij nog hors concours de aanbieding van een koop man om een ballonnetjeswedstrijd voor kinderen mogelijk te maken. Het uitvoe rend comité heeft dat voornemen in dank baarheid geregistreerd. Nu nog de moraal: men moet vooral niet denken, dat alle aanwijzingen reeds dit jaar in het Bloemenfeestprogramma kunnen worden opgevolgd. De meeste inzenders bleken helaas geen flauw benul te hebben van wat er bij de organisatie van zelfs maar een bescheiden feestweek komt kijken. Een postwisseltje van tien gulden zullen toegestuurd krijgen: Mevrouw Nederkoorn -van Koningshoven en de heren Joh. G. van Gennip, C. Hommes, C. J. Kool, E. G. Malcolmson, P. Minderman Jr., J. P. Mud- de en D. Plantje. Een Amsterdamse kunstschilder, de heer Anton Witsel, heeft een plan uitgewerkt, dat volgens deskundigen goede perspectie ven biedt om de belangstelling voor cultu rele gebeurtenissen en instellingen bij de bevolking van de hoofdstad te verleven digen. De heer Witsel stelt voor dat alle personeelsverenigingen, wijkcentra, sport clubs en dergelijke naast de besturen cul turele commissies zullen instellen. De leden der verenigingen zullen via die commissies in staat moeten worden gesteld spaarkaar ten te kopen a tien cent per week. Per jaar is er dan per lid een bedrag van vijf gulden beschikbaar. Deze vijf gulden wil de heer Witsel in de eerste plaats doen besteden aan een groeps abonnement van de Amsterdamse Museum kring voor moderne kunst, dat de houders het recht geeft alle tentoonstellingen in het Stedelijk Museum te bezoeken en dat 1.75 per jaar per lid kost. Voor de rest van het geld wil de heer Witsel het bezoek aan concertzaal of schouwburg mogelijk maken. Hij gaat daarbij uit van het denkbeeld, dat bij grote belangstelling goede concerten of toneelvoorstellingen zouden kunnen wor den gegeven voor bijvoorbeeld 75 cent per persoon. Op dit punt zijn echter nog geen beslissingen genomen. Voor zover bekend werden noch de directies der toneelgezel schappen of schouwburgen, noch de directie van het Concertgebouw, in deze plannen gekend. Wel heeft de heer Witsel zijn plan voor gelegd aan de directie van het Stedelijk Museum en deze verklaarde zich bereid Zaterdagavond 24 Februari een zaal be schikbaar te stellen voor een contactavond. Dan zullen vertegenwoordigers van de vak verenigingen, diverse personeelsorganisa ties en wijkcentra over de plannen worden ingelicht. Ook de gemeentelijke autoritei ten zijn van het plan van de heer Witsel op de hoogte gesteld. De grote moeilijkheid zal zijn een organisatievorm te vinden, die het mogelijk zal maken verenigingen van geheel verschillende richting en opzet tot samenwerking te brengen. ADVERTENTIE AEG Electrisch gereedschap Hoofdvcrtegenw. Verschenen is een Koninklijk Besluit waarin, wegens de opheffing van hetKNIL, een regeling wordt getroffen voor de rechtspositie van de bij de landmacht in de Nederlandse Antillen en in Suriname die nende militaire personeel. Bij dit besluit worden deze militairen ontslagen van de door hen aangegane verbintenis, wordt hun bijzondere dank en waardering betuigd voor de betoonde plichtsbetrachting en trouw en wordt bepaald, dat op hen de zelfde voorschriften, regelingen en bepa lingen van toepassing zijn als bij de reor ganisatie en opheffing van het KNIL van toepassing waren op de Europese beroeps militairen van dat leger. Boek over Tromp bekroond De afdeling letterkunde der Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (gevestigd in het Trippenhuis aan de Klo veniersburgwal te Amsterdam) heeft aan mej. dr. Joh. K. Oudendijk te Utrecht de De Jong van Beek en Donkprijs toegekend voor haar werk: „Maerten Harpertsz Tromp". Deze prijs (groot f500) wordt eens per twintig jaar toegekend aan dje schrijver of de schrijfster van het beste in die periode geschreven werk over Willem de Zwijger, Hugo de Groot, Spinoza, Tromp of Rem brandt. OVER BEELDENDE KUNST De ijsbergen, die in dit jaargetijde vaak in groten getale in het Noordelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan drijven, betekenen daar een groot gevaar voor de schepen. Door de Amerikaanse kustwacht wordt voortdurend met schepen en vliegtuigen gepatrouilleerd en tweemaal daags worden radiografisch aan de schepen, welke de grote routes bevaren, de posities der ijsbergen medegedeeld. Een vaartuig van de Amerikaanse kustwacht in het gebied der ijsbergen lijkt een dwerg tegenover het imposante ijsmassief. Onwaardeerbaar zijn de privileges die het reizen in de domeinen der beeldende kunsten biedt! Geen grenzen belemmeren de spontane trek naar deze gebieden, in de loop der eeuwen door een kunstenaars élite voor alle minnaars der schoonheid opengesteld. Nimmer realiseren wij ons de weldadige werking van die privileges ster ker, dan wanneer wij met vreemdelingen van diverse afkomst in bewondering ver eend staan voor de kunst van eigen bodem. We ervaren dan hoe de essentie dezer kunst boven plaats en tijd uitstijgt naar dat universum, waar de geesten harmoniëren. Want het algemeen menselijke, dat de eeuwigheidswaarden verzekert aan de kunst van alle tijden en landen, wordt wel iswaar door de eeuwen in steeds herboren vorm opgeroepen, doch in een taal die door elke wereldbewoner met ontvankelijk heid des geestes kan worden verstaan. Dit alles overwegende zou men tot de conclusie komen dat de wereld-overkoepelende schoonheid zou moeten bijdragen tot dieper onderling begrip tussen de volken en dat de kunstenaars zich in hun scheppingen de ambassadeurs bij uitstek tonen ter bevesti ging van een betere internationale ver standhouding. Waar onze generatie (zij het nog maar in de Fröbelklasse) werd ge dwongen om tot wereldburgers te worden geschoold, is het met ernst kennisnemen van buitenlandse culturen een van de meest effectieve middelen om tot inzicht te komen in het wezen en de groei der vol keren en ook langs deze aantrekkelijke weg de historisch-onafwendbare éénwor ding te benaderen, zonder dat daarbij de bijzondere liefde voor onze volksfamilie behoeft te worden verwaarloosd. Wanneer we het woord van Tolstoï „Kunst is een der edelste gevoelsmiddelen van mens tot mens" in universele zin interpreteren, ligt daarin de opwekking tot een dergelijke ruime belangstelling in feite besloten! Het beschouwen van kunst, buiten onze landsgrenzen ontstaan, eist een bijzondere instelling. Ons oog, gewend aan de grijze atmosfeer van ons vaderland en de geest die is ingesteld op het object en de beslo tenheid waarin dat object is geborgen, moeten zich omschakelen in de uitheemse sfeer en zich vertrouwd maken met de voor ons ongewone realisering van het waarge- nomene, teneinde daarin de essentie te on derkennen, die ik zojuist heb aangeduid als het algemeen menselijke. Kunst kan nimmer geheel worden aangevoeld zonder enig begrip van de historische achtergrond en de bodem van ontstaan: plaatselijke ge steldheden, ideologieën, tradities, tijdsfeer en klimaat, al deze factoren vinden hun neerslag in het kunstwerk en lossen zich op in die ene „noemer", die wij kunstenaar heten. Als we dan de grenzen van landen en tijden hebben*overschreden om in het hart van het 18de eeuwse Venetië neer te strij ken, vereenzelvige men Guardi's stadsbeeld toch vooral niet met een fraaie foto naar de Dogenstad, want dan ware onze „vlucht" slechts een geamuseerd „plaatjes-kijken". Vergeten we niet dat een kunstenaar onze gids is, die ons geen jaartallen opdringt, noch onze memorie tracht te belasten met de namen van Venetiaanse groten en de rollen die zij speelden op dit luisterrijke toneel, doch die ons boven dit alles uit mee doet opwieken met zijn verbeelding. Hij immers laat ons Venetië niet zien zoals Gerrit Berckheyde het 17de eeuwse Haar lem, de architectonisch-technische en topo grafisch-juiste verantwoording van een stad, maar hij schilderde het begrip Vene tië, in de zin zoals Breitner het wezen gaf van Amsterdam. Maar ook in eigen sfeer brak Guardi's virtuositeit de eentonigheid der droog-topografische Venetiaanse stads gezichten van kunstenaars als Canaletto en Beleotto, toentertijd zozeer en vogue. De tover dezer sprookjesstad, zoals wij die kennen uit haar duizend-jarige geschiede nis, trilt in de impressionnistische verftoet- sen waarmee de „décors" van het stads beeld en de krioelende burgerij werden op geroepen onder de strakke Italiaanse hemel. Maar bovenal maakt Guardi ons vertrouwd met de Italiaanse geest die in de stad van de Bellini's en de Bassano's, van Carpaccio en Giorgone, van Titiaan, Veronese en Tintoretto alsook van Guardi's zwager Tiepolo in zo'n bloeiend coloriet vorm kreeg. Een vormgeving en een colo riet die speciaal op de schilders der lage landen diepe indruk hebben gemaakt, ge tuige onder meer Rembrandts „Joodse Bruid", een vrije interpretatie naar Vene- tiaans voorbeeld en afgestemd op de weel derige kleur-orchestratie van de schilders der Lagunenstad. Een der talloze voor beelden die ons laten zien, dat de kunste naars reeds sedert eeuwen een levendig „verkeer" onderhouden in de regionen van het vrije scheppen! H. P. BAARD ADVERTENTIE voor duplicaatsleutels Hoofdagent van llco-sleutels en Ilco-machines FORD VERHOOGT DIVIDEND TOT 15 PERCENT In de Vrijdag gehouden vergadering van de raad van beheer der N.V. Nederlandsche Ford Automobielfabriek Amsterdam is be sloten aan de jaarlijkse algemene verga dering van aandeelhouders voor te stellen het jaardividend voor het boekjaar 1950 te bepalen op 15 percent (12 pet.). Voorgesteld zal worden het nominaal maatschappijk kapitaal der N.V. te ver groten van f 6 millioen tot f 12 millioen, ten einde het mogelijk te maken in de toe komst. indien wenselijk, tot uitgifte van nieuwe aandelen over te gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5