Litteraire Kanttekeningen
r
CJvdBroek
S.J. DE GOEDE
Haarlemmers waren gul met adviezen
voor het aanstaande Bloemenfeest
is voor verhuizingen
Agenda voor Haarlem
Amsterdamse studenten
komen in Haarlem spelen
Plan tot vergroting der
culturele belangstelling
Rechtspositie beroepsmilitairen
in Suriname en de Antillen
FRANCESCO GUARDI
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1951
AUml^rHaUrIPnRSc-ü?l,i.n a"®^ verte,t" O- M. Meulenhoff,
Amsterdam/De Sikkel, Antwerpen); RAYMOND BRULEZ:
„Het Huis te Borgen" (1 M. Meulenhoff, Amsterdam)
E1DEN, RAYMOND BRULEZ en Julien
3 Kuypers, zijn vijftigers en behoren dus
tot de schrijversgeneratie die de chaos van
twee wereldoorlogen te verwerken kreeg.
Hun artistieke reactie op de schok die de
Vlaamse geest evolutionneerde, ten dele
revolutionneerde, is zeer verschillend ge
weest. Al is Vermeylens „wekroep" om
„more brains" niet zonder weerklank ge
bleven in het werk van Julien Kuypers, hij
zou zich ook zonder deze leuze hebben ont
wikkeld tot een auteur die de individualis-
tisch-litteraire beweging „Van Nu en
Straks" met verstandelijke waakzaamheid
tegemoet 'trad. Geheel ontrouw kon of
wilde Kuypers er niet aan worden. De
Vlaamse verhaaltrant, het aesthetisch wel
verzorgde van het artistieke klimaat waar
in hij geboren werd, bleef hem eigen. Maar
zijn milde ironie (soms satyriek getint,
zoals in de novellen Papieren Grond en
Providential heeft met wat men wel eens
het gezapige heeft genoemd van de vertel
kunst der idyllische wereld vóór 1914 radi
caal gebroken, zelfs daar waar de novelle
nadert tot het volksverhaal („De Ezels").
In de tien vertellingen van deze bundel
worden tien verschillende stijl- en compo-
sitievormen aangewend met een virtuositeit
die bewondering afdwingt voor de soepel
heid, waarmee Kuypers zijn fijn en rijk
genuanceerd proza bij het onderwerp aan
past, al overheersen de „brains" nogal eens
de spontaneïteit.
Door een betrekkelijke overeenstemming
van onderwerp (Julien Kuypers' titel
novelle „Mijn vriend vertelt" en „Huis te
Borgen" van Raymond Brulez stellen in
een terugblik op de jeugdjaren beide de
vraag: vanwaar kom ik? Wie was ik dat
ik werd als ik ben?) zijn werk en persoon
van deze twee vijftigers tot op zekere
hoogte te vergelijken. In de goede zin van
het woord maakt Kuypers van het jeugd-
gegeven een novellistisch litterair geval,
beschouwelijk geweven in de sfeer van een
zwoele, geurende lente-avond en besluitend
met een weemoedige overpeinzing: „Wij
met ons levenswee, onze obsessie van oor
log, onze hunkering naar een onbepaalbaar,
onbereikbaar geluk
Dat ligt alles, muzikaal gesproken, in het
gehoor, in tegenstelling tot het proza van
Raymond Brulez waarvan de toonaarden
zo weinig gangbaar, dermate persoonlijk
zijn, dat men over een fijn-gespitst en
goed-geoefend oor moet beschikken om
hem niet zoals wel gebeurd is te ont
luisteren tot een ontluisteraar, maar hem te
beluisteren. Brulez is van intellectueel
nihilisme, van liefdeloos cynisme beschul
digd een oordeel dat hij zelf als een
onvermijdelijk misverstand heeft gesigna
leerd: „als men met dubbele en dubbel
zinnige intenties bezield is, gebeurt wat er
gebeuren moet: geen van beide wordt ge
snapt, niet eens door een fijnzinnige lezer."
Dubbele en dubbelzinnige intenties
daarop moet de lezer inderdaad voorbereid
zijn, wil hij achter de Voltairaanse ironie
de eigenlijke Brulez ontdekken, „Het Huis
te Borgen" is geen roman en geen
verzameling mémoires, geen realisme en
geen fictie, geen symboliek en geen psy
chologie. Het is.... dit alles tegelijk, in-
elkaar, door-elkaar, een volkomen persoon
lijke uitdrukkingswijze, een verworven
eenheid van ironische klaarheid klaar
heid van litteraire èn van levens-stijl. Hier
zeker is de stijl de mens.
Brulez is stroomopwaarts teruggegaan
tot zijn jeugdjaren, niet als een vlucht uit
het heden naar het oord van een „betreurd
weleer", maar om er onverbiddelijk alle
wilde loten af te snijden die geen levens
vrucht meer kunnen dragen. „Het dromen
de alter ego (tweede ik) is een eigen
aardige, ja wonderlijke levensgezel", no
teerde Brulez eens in een van zijn puntige
bijdragen tot het Nieuw Vlaams Tijdschrift.
Dit alter ego, dat „aan sinds vele jaren
overleden personen opnieuw een pakkende
rol in actuele gebeurtenissen toevertrouwt",
heeft hem teruggeleid naar het huis van
zijn jeugd, het hotel van zijn ouders in
Borgen (een van de „woningen" die hij
zich voorgenomen heeft in een romancyclus
te beschrijven en wel voornamelijk naar de
middensalon van dit jeugdpalladium. In
acht hoofdstukken, geflankeerd door een
proloog en een epiloog, herleeft het ver
leden, fragmentarisch naar het schijnt. Elk
van deze hoofdstukken zou zelfs als een
afgeronde novelle (zoals er dan ook enkele
verschenen zijn in het Nieuw Vlaams Tijd
schrift) kunnen gelden. Maar ondergronds
als het ware worden van fragment tot frag
ment de draden voortgesponnen door een
associatie der herinneringen die zich diep
onder de oppervlakte van het verhaalde
voltrekt en verrassend-eerlijk overeen
stemt met wat zich in het verstandelij k-
oncontroleerbare onbewuste afspeelt aan
onthechting en verbinding de alchemie
der ziel.
ADVERTENTIE
TEMPO
groot en klein
het beste en voordeligste adres
Transporten door geheel Nederland
ROZENSTRAAT 13
Telefoon 20020 Telefoon 12525
ZATERDAG 24 FEBRUARI
Stadsschouwburg: „Meeuwen boven Sor
rento'' (Vrije Toneel), 8 uur. Rembrandt.
Theater: Kindervoorstelling „Winnetou", 2
uur. Krelagehuis: Voorjaarsbeurs voor de
vrouw. 1023 uur. Kunstzalen Frans Hecr-
kens Thüssen: Maristentoonstelling. 105 u.
(tot 11 Maart). Frans Hals: „The big clock",
18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.30, 7
en 9.15 uur; Dinsdag 2.30 en 8 uur). Rem
brandt: „Haven-Marie", 18 j., 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Palace: „Gung Ho!", 18 j., 2, 4.15. 7
en 9.15 uur. Luxor: „Zo jongzo slecht",
18 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. City: ..Misdaad
achter het voetlicht". 18 j., 2.15, 4.30. 7 en
915 uur. Spaarne: „Klopjacht", ..Rodeo in
Texas", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2,
4.15, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 25 FEBRUARI
Stadsschouwburg: „Meeuwen boven Sor
rento" (Het Vrije Toneel), 8 uur. Krelage
huis: Voorjaarsbeurs voor de vrouw 23
uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „Zam-
boanga", 11 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
MAANDAG 26 FEBRUARI
Gem. Concertgebouw: Negerballet, 8 uur.
Wilhelminastraat 22: Bond Nederland—Israel,
8 uur. Krelagehuis: Voorjaarsbeurs voor de
vrouw, 10—23 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen. -
In de „middensalon" dan van het Huis te
Borgen vindt het dromende alter ego vele
draden terug van zijn verleden en de be
wuste, naar klare harmonie strevende mens
Brulez toetst hun waarachtigheid en duur
zaamheid. Daar is een onschuldige kinder
liefde voor de gouvernante Juliette die
hem „leerde oprecht te zijn", een herinne
ring aan Debussy's „Jardins dans la pluie",
zingende regendroppels in een zonverzengde
tuin, associatief verbonden aan een prillere
kmder-ervaring van doodsangst en levens
wil; de sentimentele betovering van een
„avonturierster" of de sensuele bekoring
van een lichtzinnig vriendinnetje „vrou
wenfiguren in diverse houding en uitdruk
king getekend" als op een schetsblad van
Watteau, fragmentarisch omlijnd, episo
disch vastgelegd door „een enkel expressief
gebaar, een onthullende blik" (aldus Brulez
zelf). Enkele pennestreken: een mens. Zo
is het ook met wat het Huis te Borgen
verder onthult: menselijke tragiek, grillen
van het lot, mysterie van de naaste ver
troebeling, verstarring, verwarring, die
door een sublieme ironie (Brulez' „toon
aard") bezworen wordt. Want tast men in
dit herinneringsweefsel de draad van
Ariadne af tot zijn oorsprong dan stuit men
inééns op Brulez zoals hij is: de mens die
al schrijvende met „zijn" (overdrachtelijk
„het") verleden afrekent terwille van een
heldere, een harmonische levensstaat.
Dit „Huis te Borgen", „afgegleden van
een soort gesublimeerde architectoniek
naar een veeleer realistische uitbeelding
van enkele personnages" (zoals Brulez in
zijn Epiloog vaststelt) is een weergaloos
knappe vingeroefening, een zich vrij-
schrijven, een voortreffelijke introductie
tot wat volgen zal: de romancyclus „Mijn
Woningen". C. J. E. DINAUX
Filmpje over Koninklijke familie
voor Zuid-Amerika
In de komende weken gaat in vele Zuid-
Amerikaanse bioscopen een Nederlands
filmpje draaien, dat vervaardigd is in op
dracht van de Regeringsvoorlichtingsdienst.
Deze rolprent, die een klein kwartier
duurt, is bedoeld de landen, die Prins Bern-
hard binnenkort gaat bezoeken, een indruk
te geven van het leven der Nederlandse
Koninklijke familie en van de activiteiten
van de Prins.
Het is voor het grootste deel samengesteld
uit oude journaals.
PRODUCTIEPRIJS VOOR SUIKER
OOGST 1951 VASTGESTELD
De minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening heeft de producenten
prijs van de suiker voor het oogstseizoen
1951 vastgesteld op f44 per 100 kg. Ver
wacht wordt, dat deze prijs zal leiden tot
verdere uitbreiding van het suikerbieten
areaal, dat thans 67.000 ha beslaat. Deze
uitbreiding is gewenst met het oog op de
noodzakelijke besparing op de import van
suiker, welke ruim 100.000 ton per jaar
bedraagt en welke grotendeels tegen dollar
betaling moet worden betrokken.
ADVERTENTIE
AVONDSCHOOL.... of
Thuis studeren
Die vraag is weer actueel gewor
den sinds de Bekende S ch rif te-
lij k e Cursus Resa-Hilversum met
succes opleidt voor Staatsexamen en
H.B.S., Mulo examen en Onderwij
zersakte en andere officiële examens.
Vraag eens het nieuwe prospectus
12e druk 1951.
In Superbagnères tiabij Luchon (Frankrijk) zijn dezer dagen proeven genomen met
een slede met strnalaaridrijving. Het op drie ski's gemonteerde voertuig, dat ongeveer
300 kilo ivecgt, bereikte daarbij een snelheid van 120 kilometer per uur. Een
achteraanzicht van de „straalslede".
Molières ff,Misanthroop
vertaald door Jan Prins
Door het gebrek aan geschikte of be
schikbare theaterruimte daartoe gedwongen
geeft de toneelafdeling van de Amster
damse studentenvereniging Unitas Studio-
sorum Amstelodamensium op Vrijdag 2
Maart voor het eerst de jaarlijkse voor
stelling voor leden en genodigden buiten
de hoofdstad. Men heeft de keuze laten
vallen op de Haarlemse Schouwburg, waar
onder regie van de bekende acteur Fons
Rademakers vertoond zal worden „De
Misanthroop" van Molière, in de sublieme
Nederlandse vertaling van de twee jaar
geleden gestorven dichter Jan Prins, welke
bewerking bij die gelegenheid de première
beleeft. De autoriteiten, hoogleraren en
studenten reizen heen en terug met auto
bussen. Er is ook voor belangstellenden
uit Haarlem en omgeving een aantal plaat
sen beschikbaar.
In het programmaboekje schreef dr.
Martin J. Premsela een inleiding waarin
hij van de 33 stukken die Molière ons heeft
nagelaten „De Misanthroop" het mooiste,
het gaafste, het menselijkste noemt. Alle
geslachten, aldus zijn betoog, die het sedert
driehonderd jaar hebben gelezen, bestu
deerd en opgevoerd zijn het daar, in weer
wil der tijdsopvattingen, over eens geweest.
„De Misanthroop" is onbetwist het grote
klassieke meesterwerk van de Franse to
neellitteratuur, zoals „Hamlet" het voor
Engeland of Goethes „Faust" het voor
Duitsland is.
De hoofdpersoon, de „mensenhater"
Alceste, is een jonge edelman, wiens op
rechtheid en eerlijkheid voortdurend aan
stoot nemen aan de conventie die in de
hofkringen van Lodewijk de Veertiende
heerst en die aanstellerij verkiest boven
natuurlijkheid, veinzerij boven openhartig
heid, beleefdheidsleugens en complimen
teusheid boven eerlijke vriendschap, die
kwaadsprekerij en dubbelhartigheid ver
ontschuldigt met een glimlach om de „mon
daine noodzaak" en die in de liefde bere
kening en koketterie als kleine, vergeef
lijke zonden goedpraat. Molière maakt deze
man, die slechts naar de waarheid wil
leven, belachelijk maar tevens sympathiek.
Hij stelt de vraag of men een absolute
levensregel moet volgen of compromissen
sluiten. Terecht waarschuwt dr. Premsela
tegen het veel voorkomende misverstand
deze Alceste als een tragisch-miskende te
beschouwen. „Dat was inderdaad de ver
tekende en historisch-onverantwoorde op
vatting, die tijdens de heerschappij van de
Romantiek werd gehuldigd en die dreigt
voort te leven bij jonge mensen of senti
mentele regisseurs. Rousseau verweet
Molière een „rechtschapen" man als mik
punt van hoon en spot op het toneel te
hebben geplaatst, maar wat Molière hekelt
is niet Alcestes rechtschapenheid, maar de
onbedrevenheid, de ongematigdheid van
zijn deugd en de inconsequentie van zijn
gedrag."
En dr. Premsela besluit zijn aanbeveling
met een uitspraak van Georges Courteline:
„Ver boven de hoogste rotspunten, die uit
steken boven Molières middelmatige pro
ductie, is „De Misanthroop" als een adelaar,
die tot in de wijde horizonten het gebied
der mensheid vermag te aanschouwen".
Regatta op het Canal Grande nabij de
Ponte Rialto door Francesco Guardi (1712
Venetië 1793). Rijksmuseum, Amsterdam.
(In 1936 geschonken door dr. H.
W. A. Deterding).
Een tientje voor een tip
„Haarlems Bloei" heeft nieuwe ideeën
nodig: voor het aanstaande bloemenfeest en
doet een beroep op de Haarlemmers. De
beste tien tips die zullen worden gegeven,
zullen met een tientje worden gehono
reerd."
Dat schreven wij op 13 Januari en wij
gaven de gegadigden voor deze onderschei
ding een maand de tijd om met hun inval
len en wenken op de proppen te komen.
Nu, zij hebben niet op zich laten wach
ten, want de Haarlemmer is iemand die
graag uitmunt in oorspronkelijkheid en
vernuft. En al spoedig zat de jury dan ook
met een bergje welgevulde enveloppen
voor zicli, waaruit zij naar believen een
keuze kon doen.
Er was één ding waarin alle inzenders
overeenstemden: bij de Bloemenweek be
horen bloemen, versieringen en verlich
ting. De aanwijzingen daartoe konden na
tuurlijk onmogelijk als een tip worden be
schouwd, omdat het uitvoerend comité
voor de feestweek dat natuurlijk ook wel
weet. Het gaat er maar om in hoeverre nog
meer versiering en nog meer verlichting
ook binnen de uitvoerbare mogelijkheden
liggen. Want de vraag hoe „Haarlems
Bloei" aan de duiten moet komen, lieten de
meeste inzenders maar wijselijk onbeant
woord.
Wisten we al
Een groot aantal inzenders bleek ook niet
te beseffen, dat het uitvoerend comité in
de loop der jaren zo al het een en ander
geprobeerd heeft om het Bloemenfeest te
doen slagen.
Talloos waren de suggesties dat „contact
opgenomen moest worden met straat- en
buurtverenigingen, dat er een étalagewed
strijd moest komen alsof nog niet zo
kort geleden een dergelijk project van de
Middenstandscentrale niet volledig mis
lukt was
Maar nu zou het gelijken alsof de jury
alleen maar heeft zitten brommen over al
die met zoveel ijver en toewijding geschre
ven raadgevingen. Dat is lang niet waar.
Zelfs inzendingen, waarvan men op het
eerste gezicht zei, „dat er niks in zat
bleken bij nadere overweging nog wel iets
te bevatten, dat een waardevolle verrijking
van ons stadsfeest kan betekenen.
Zo was er een inzender, die eigenlijk niet
veel anders had gedaan dan de program
ma's van de laatste bloemenwekcn die
dus blijkbaar wel in de smaak waren ge
vallen te completeren met de evenemen
ten die het centrumcomité „Koninginne
dag" pleegt te organiseren. Deze inzender
kwam met de gedachte het Bloemencorso
in de avonduren bij fakkellicht te herhalen.
Over het corso kwam trouwens ook nogal
wat goedbedoelde critiek los die overi
gens ook reeds lang aan de organisatoren
bekend is namelijk dat het te kort duurt,
te laat komt en te lang stagneert. De man
die daarover mopperde, wilde een plaatsen-
reservering langs de route annex loterij
aansmeren, waarvan de ingewikkeldheid
slechts werd overtroffen door het systeem
van bloemenverkoop per bonboekje voor
een liefdadig doel, dat door een ander werd
gepropageerd.
Een Bloemendaler-met-liefde-voor-Haar
lem (dat komt voor) zou graag de „Zwarte
tulp" van de oude Dumas opgevoerd zien.
Zijn tip viel in de prijzen, evenals die van
iemand, die in Sneek de „Schotse trye" had
zien dansen en dat nu ook wel eens op de
Grote Markt zou willen bekijken. Zijn
gedachte bracht de jury op het idee het
eens met een provinciale volksdansdemon-
stratie te proberen en daar van ware tips
juist gezegd moet kunnen worden, dat van
het een het ander komt, wordt ook die
aanwijzing met tien gulden beloond.
Weer een ander zal dat bedrag ontvan
gen wegens zijn idee op de Grote Markt
een oud-Hollandse bruiloft te houden, maar
in die beloning is mede een compensatie
begrepen voor zijn andere gedachten, zoals
het laten meewerken van de vakgroepen,
schermdemonstraties, een gecostumeerd
volksbal en dergelijke, want de folkloris
tische bruiloft werd reeds door ons in ons
artikel van 13 Januari als voorbeeld ge
noemd.
De betere
Waren dit de goede tips, we komen nu
aan de betere.
In deze categorie rangschikken we: een
jaarmarkt, waarvoor de Vishal als geknipt
is, een stempelfiets- en wandeltocht met de
schoonste plekskes van de Spaarnestad als
controleposten. Nu schiet ons opeens die
gedachte van een andere inzender te bin
nen, die het stedenschoon van Haarlem
tijdelijk wilde verrijken door een wedstrijd
uit te schrijven in bloemperken en mozaie-
ken, zoals men die ook tijdens het corso in
de bollenstreek aantreft. Waarschijnlijk als
souvenir aan de geslaagde slagzinnenwed-
strijd van het comité „Plantsoenbescher
ming" en als lyrische aanbeveling voor zijn
idee gaf inzender de volgende berijmde
omschrijving:
Elk mens loopt als een slak
als hij trekt langs een bloemenmoziak.
De beste
Het wordt tijd, dat wij het gordijn weg
trekken voor degene die de ereplaats in de
galerij der tipgevers behoort in te nemen.
Het is mevrouw J. NederkoornVan Ko
ningshoven uit de Reigerstraat in Haarlem-
Noord, die een hele reeks van uitstekende
programmapunten aanbeval.
Maar zij stal ons hart met haar aanbeve
ling de Bloemenkoningin voortaan,
publiek te laten kiezen. De niet-gekozen,
maar wel geselecteerde meisjes zouden dan
als hofdames in Flora's stoet mogen mee
rijden.
Tot besluit vermelden wij nog hors
concours de aanbieding van een koop
man om een ballonnetjeswedstrijd voor
kinderen mogelijk te maken. Het uitvoe
rend comité heeft dat voornemen in dank
baarheid geregistreerd.
Nu nog de moraal: men moet vooral niet
denken, dat alle aanwijzingen reeds dit jaar
in het Bloemenfeestprogramma kunnen
worden opgevolgd. De meeste inzenders
bleken helaas geen flauw benul te hebben
van wat er bij de organisatie van zelfs
maar een bescheiden feestweek komt
kijken.
Een postwisseltje van tien gulden zullen
toegestuurd krijgen: Mevrouw Nederkoorn
-van Koningshoven en de heren Joh. G.
van Gennip, C. Hommes, C. J. Kool, E. G.
Malcolmson, P. Minderman Jr., J. P. Mud-
de en D. Plantje.
Een Amsterdamse kunstschilder, de heer
Anton Witsel, heeft een plan uitgewerkt,
dat volgens deskundigen goede perspectie
ven biedt om de belangstelling voor cultu
rele gebeurtenissen en instellingen bij de
bevolking van de hoofdstad te verleven
digen. De heer Witsel stelt voor dat alle
personeelsverenigingen, wijkcentra, sport
clubs en dergelijke naast de besturen cul
turele commissies zullen instellen. De leden
der verenigingen zullen via die commissies
in staat moeten worden gesteld spaarkaar
ten te kopen a tien cent per week. Per
jaar is er dan per lid een bedrag van vijf
gulden beschikbaar.
Deze vijf gulden wil de heer Witsel in de
eerste plaats doen besteden aan een groeps
abonnement van de Amsterdamse Museum
kring voor moderne kunst, dat de houders
het recht geeft alle tentoonstellingen in het
Stedelijk Museum te bezoeken en dat 1.75
per jaar per lid kost. Voor de rest van het
geld wil de heer Witsel het bezoek aan
concertzaal of schouwburg mogelijk maken.
Hij gaat daarbij uit van het denkbeeld, dat
bij grote belangstelling goede concerten of
toneelvoorstellingen zouden kunnen wor
den gegeven voor bijvoorbeeld 75 cent per
persoon. Op dit punt zijn echter nog geen
beslissingen genomen. Voor zover bekend
werden noch de directies der toneelgezel
schappen of schouwburgen, noch de directie
van het Concertgebouw, in deze plannen
gekend.
Wel heeft de heer Witsel zijn plan voor
gelegd aan de directie van het Stedelijk
Museum en deze verklaarde zich bereid
Zaterdagavond 24 Februari een zaal be
schikbaar te stellen voor een contactavond.
Dan zullen vertegenwoordigers van de vak
verenigingen, diverse personeelsorganisa
ties en wijkcentra over de plannen worden
ingelicht. Ook de gemeentelijke autoritei
ten zijn van het plan van de heer Witsel
op de hoogte gesteld. De grote moeilijkheid
zal zijn een organisatievorm te vinden, die
het mogelijk zal maken verenigingen van
geheel verschillende richting en opzet tot
samenwerking te brengen.
ADVERTENTIE
AEG
Electrisch gereedschap
Hoofdvcrtegenw.
Verschenen is een Koninklijk Besluit
waarin, wegens de opheffing van hetKNIL,
een regeling wordt getroffen voor de
rechtspositie van de bij de landmacht in de
Nederlandse Antillen en in Suriname die
nende militaire personeel. Bij dit besluit
worden deze militairen ontslagen van de
door hen aangegane verbintenis, wordt hun
bijzondere dank en waardering betuigd
voor de betoonde plichtsbetrachting en
trouw en wordt bepaald, dat op hen de
zelfde voorschriften, regelingen en bepa
lingen van toepassing zijn als bij de reor
ganisatie en opheffing van het KNIL van
toepassing waren op de Europese beroeps
militairen van dat leger.
Boek over Tromp bekroond
De afdeling letterkunde der Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen
(gevestigd in het Trippenhuis aan de Klo
veniersburgwal te Amsterdam) heeft aan
mej. dr. Joh. K. Oudendijk te Utrecht de
De Jong van Beek en Donkprijs toegekend
voor haar werk: „Maerten Harpertsz Tromp".
Deze prijs (groot f500) wordt eens per
twintig jaar toegekend aan dje schrijver of
de schrijfster van het beste in die periode
geschreven werk over Willem de Zwijger,
Hugo de Groot, Spinoza, Tromp of Rem
brandt.
OVER BEELDENDE KUNST
De ijsbergen, die in dit jaargetijde vaak in groten getale in het Noordelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan drijven, betekenen
daar een groot gevaar voor de schepen. Door de Amerikaanse kustwacht wordt voortdurend met schepen en vliegtuigen
gepatrouilleerd en tweemaal daags worden radiografisch aan de schepen, welke de grote routes bevaren, de posities der
ijsbergen medegedeeld. Een vaartuig van de Amerikaanse kustwacht in het gebied der ijsbergen lijkt een dwerg tegenover
het imposante ijsmassief.
Onwaardeerbaar zijn de privileges die
het reizen in de domeinen der beeldende
kunsten biedt! Geen grenzen belemmeren
de spontane trek naar deze gebieden, in
de loop der eeuwen door een kunstenaars
élite voor alle minnaars der schoonheid
opengesteld. Nimmer realiseren wij ons de
weldadige werking van die privileges ster
ker, dan wanneer wij met vreemdelingen
van diverse afkomst in bewondering ver
eend staan voor de kunst van eigen bodem.
We ervaren dan hoe de essentie dezer
kunst boven plaats en tijd uitstijgt naar dat
universum, waar de geesten harmoniëren.
Want het algemeen menselijke, dat de
eeuwigheidswaarden verzekert aan de
kunst van alle tijden en landen, wordt wel
iswaar door de eeuwen in steeds herboren
vorm opgeroepen, doch in een taal die door
elke wereldbewoner met ontvankelijk
heid des geestes kan worden verstaan. Dit
alles overwegende zou men tot de conclusie
komen dat de wereld-overkoepelende
schoonheid zou moeten bijdragen tot dieper
onderling begrip tussen de volken en dat
de kunstenaars zich in hun scheppingen de
ambassadeurs bij uitstek tonen ter bevesti
ging van een betere internationale ver
standhouding. Waar onze generatie (zij het
nog maar in de Fröbelklasse) werd ge
dwongen om tot wereldburgers te worden
geschoold, is het met ernst kennisnemen
van buitenlandse culturen een van de
meest effectieve middelen om tot inzicht
te komen in het wezen en de groei der vol
keren en ook langs deze aantrekkelijke
weg de historisch-onafwendbare éénwor
ding te benaderen, zonder dat daarbij de
bijzondere liefde voor onze volksfamilie
behoeft te worden verwaarloosd. Wanneer
we het woord van Tolstoï „Kunst is een
der edelste gevoelsmiddelen van mens tot
mens" in universele zin interpreteren, ligt
daarin de opwekking tot een dergelijke
ruime belangstelling in feite besloten!
Het beschouwen van kunst, buiten onze
landsgrenzen ontstaan, eist een bijzondere
instelling. Ons oog, gewend aan de grijze
atmosfeer van ons vaderland en de geest
die is ingesteld op het object en de beslo
tenheid waarin dat object is geborgen,
moeten zich omschakelen in de uitheemse
sfeer en zich vertrouwd maken met de voor
ons ongewone realisering van het waarge-
nomene, teneinde daarin de essentie te on
derkennen, die ik zojuist heb aangeduid
als het algemeen menselijke. Kunst kan
nimmer geheel worden aangevoeld zonder
enig begrip van de historische achtergrond
en de bodem van ontstaan: plaatselijke ge
steldheden, ideologieën, tradities, tijdsfeer
en klimaat, al deze factoren vinden hun
neerslag in het kunstwerk en lossen zich
op in die ene „noemer", die wij kunstenaar
heten.
Als we dan de grenzen van landen en
tijden hebben*overschreden om in het hart
van het 18de eeuwse Venetië neer te strij
ken, vereenzelvige men Guardi's stadsbeeld
toch vooral niet met een fraaie foto naar
de Dogenstad, want dan ware onze „vlucht"
slechts een geamuseerd „plaatjes-kijken".
Vergeten we niet dat een kunstenaar onze
gids is, die ons geen jaartallen opdringt,
noch onze memorie tracht te belasten met
de namen van Venetiaanse groten en de
rollen die zij speelden op dit luisterrijke
toneel, doch die ons boven dit alles uit mee
doet opwieken met zijn verbeelding. Hij
immers laat ons Venetië niet zien zoals
Gerrit Berckheyde het 17de eeuwse Haar
lem, de architectonisch-technische en topo
grafisch-juiste verantwoording van een
stad, maar hij schilderde het begrip Vene
tië, in de zin zoals Breitner het wezen gaf
van Amsterdam. Maar ook in eigen sfeer
brak Guardi's virtuositeit de eentonigheid
der droog-topografische Venetiaanse stads
gezichten van kunstenaars als Canaletto en
Beleotto, toentertijd zozeer en vogue. De
tover dezer sprookjesstad, zoals wij die
kennen uit haar duizend-jarige geschiede
nis, trilt in de impressionnistische verftoet-
sen waarmee de „décors" van het stads
beeld en de krioelende burgerij werden op
geroepen onder de strakke Italiaanse
hemel. Maar bovenal maakt Guardi ons
vertrouwd met de Italiaanse geest die in
de stad van de Bellini's en de Bassano's,
van Carpaccio en Giorgone, van Titiaan,
Veronese en Tintoretto alsook van Guardi's
zwager Tiepolo in zo'n bloeiend coloriet
vorm kreeg. Een vormgeving en een colo
riet die speciaal op de schilders der lage
landen diepe indruk hebben gemaakt, ge
tuige onder meer Rembrandts „Joodse
Bruid", een vrije interpretatie naar Vene-
tiaans voorbeeld en afgestemd op de weel
derige kleur-orchestratie van de schilders
der Lagunenstad. Een der talloze voor
beelden die ons laten zien, dat de kunste
naars reeds sedert eeuwen een levendig
„verkeer" onderhouden in de regionen van
het vrije scheppen! H. P. BAARD
ADVERTENTIE
voor duplicaatsleutels
Hoofdagent van llco-sleutels en Ilco-machines
FORD VERHOOGT DIVIDEND TOT
15 PERCENT
In de Vrijdag gehouden vergadering van
de raad van beheer der N.V. Nederlandsche
Ford Automobielfabriek Amsterdam is be
sloten aan de jaarlijkse algemene verga
dering van aandeelhouders voor te stellen
het jaardividend voor het boekjaar 1950 te
bepalen op 15 percent (12 pet.).
Voorgesteld zal worden het nominaal
maatschappijk kapitaal der N.V. te ver
groten van f 6 millioen tot f 12 millioen,
ten einde het mogelijk te maken in de toe
komst. indien wenselijk, tot uitgifte van
nieuwe aandelen over te gaan.