Haarlemse gevelstenen Het Hek van de Dam. Litteraire Kanttekeningen De fiscus betaalt.. NILLMIJ van 1859 ZATERDAG 17 MAART 1951 Haal de spons er over! Agenda voor Haarlem BOEKHANDEL H. DE VRIES KOOPT BOEKEN Stahlhelm heropgericht Uw matrassenreparatie zonder prijsverhoging K, DE GRAAF F Opstelling charter van Rechten van het Dier Geen nieuwe rijproef nodig na intrekking rijbewijs ■m SPROETEN^- Geen sprookje Wel een sprookje In drie minuten In de hoofdstad uit J OVER MUZIEK Carl Löwe Nieuwe moeilijkheden in Oudewaterse bankaffaire 3 P. N. VAN EYCK: „Benaderingen" (Vertaalde Gedichten 19161943); TH. VAN AMEIDE: „Aarde en hemel" (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage). MEER UIT GEVOELENS van gemeen schap dan van verwantschap heeft Van Eyck uit verschillende talen en tijden enkele verzen herdicht die, hoe verschil lend van bouw en uitwerking, in één op zicht het wezenlijke met elkander samenhangen: ze zijn ontsprongen aan dat levensgevoel waarvan één onvervulbaar verlangen de grondtoon vormt: het ver langen „het eng bestek" van dit aards be staan te doorbreken om in meer of min der volmaakte staat van innerlijke helder heid te naderen tot het hoogst-ervaarbare, tot de eeuwige eenheid van al wat is: na tuur, idee, licht hoe men het noemen wil. „Ik noem het God", dichtte Van Eyk in „De Tuin".' Dit heimwee naar het ont bonden-zijn van het aards-onvolkomene, dit tasten naar een eenzame uitweg uit de doolhof van driften en begeerten, dit bele ven van een kortstondig verenigd-zijn met het „onnoembaar-enige", in meditatie of extase, is mystiek, is „kennis" niet van het verstand, maar van de ziel, een inge wijd-zijn dus: „naar de wereld", schrijft Van Eyck, „een sluimer, in werkelijkheid een ontwaken, een ontwaken van het na tuurlijke zien tot het bovennatuurlijke zien". Allen die getracht hebben, in de faal der poëzie mededeling te doen van dit als visioen ervarene, beseften de onmacht van het menselijk woord. Zij spraken in symbolen, zij dichtten in muziek. 1-Iet rhythme van hun dichten, het innerlijk- bewogene, onthulde méér van het geopen baarde dan „het stugge woord". Deze poëzie der mystische dichters is uiteraard veelal vaag, ijl, transparant. Wie haar uit een vreemde taal herscheppen wil, moet er dusdanig mee verweven, mee vereen zelvigd zijn, dat hij als eigen aandrift, uit eigen ervaring van ziel en geest dicht. In die overtuiging heeft Van Eyck dit her dichtend werk volbracht. Er is geen ander levend dichter te noe men dan Van Eyck, over een zelfde vol maakte verstechniek beschikkend, die als hij begiftigd is met het mystiek-creatief vermogen om dichters van zo uiteenlopen de geaardheid maar één in het „afge keerd-zijn" van het aards-onvolmaakte als Leopardi, John Clare, Papini, Yeats, San Juan de la Cruz, Angelus Silesius, te verenen met eigen persoonlijkheid en werk, alsof ze opeenvolgende sferen van toenemende graad van zielsklaarheid wa ren, die zijn eigen dichterschap geleidelijk in strijd veroverd heeft. Neem Leopardi, mens van de diepste eenzaamheid en weemoed, levend terwille van de zeldzame momenten waarop hij extatisch deelnam aan „stilten boven aards", uitzag op „ruimten zonder gren zen": vergelijk hem met. de zestiende- eeuwse mysticus San Juan de Ia Cruz, deze dichter door Van Eyck één van zijn meesters genoemd, „één van de liefsten" die visionnair het dichtste naderde, het hoogste opstreefde, tot de schoonheid welke voor hém God-zelf was en ge zult Van Eyck herkennen in zijn ontwikkeling, ver dieping en verheldering van de „wijsge rige" dichter der jeugdperiode tot de poë tische mysticus der latere jaren. Van Eycks keuze is niet willekeurig ge weest: John Clare's haken „naar landen waar geen man ooit liep, geen vrouw ooit heeft geglimlacht of geschreid, om daar met God te wonen, die mij schiep, te slapen zacht als in mijn kindertijd"; Papini's kortstondig één-zijn met „alles wat het oog ontmoet, de schaduw op de muur, de stralenvalYeats' gedroomde insche ping voor Byzantium, „de heilige stad", waar de mozaiek-heiligen de overwinning op het zinnelijk-vergankelijke verbeelden; Angelus Silesius' „doorzieling en vergeeste lijking van de natuur" als openbaring Gods, aphoristisch samengevat in deze tweerege lige, meesterlijk vertaalde, belijdenis: „Ik ben een berg in God en moet mij zelf bestijgen. Wil 'k eens, in ieder ding, voor Zijn lief aanschijn nijgen", ze „dromen", dichten, zingen allen van datgene wat Van Eyck „Herwaarts" noemde, „het zalig land aan de overkant", dat zijn en hun dichten tracht te benaderen. „Benaderingen" noemde Van Eyck deze bundel meesterlijke vertalingen, een titel die hij destijds neerschreef boven een drie tal eigen gedichten, waarin gesproken wordt van „Woorden wier tot de taal ver voerde zin over de grens ruist van hun klank en duur". Over déze grens streefden ADVERTENTIE Grote schoonmaak... Tegenzin 7 Och, waarom ZATERDAG 17 MAART Stadsschouwburg: „Potasch en Perlcmoer" (Gezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Wilsonsplcin 17: Tentoonstelling van schilderijen van dr. D. M. Hoogcveen, 10—5 uur (tot 26 Maart). Frans Hals Museum: Tentoonstelling collectie mevr. WallbrinkOud, 1016 uur (tot en met 18 Maart). Luxor: „Mannen", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „De Indische graf- tempel" (De tijger van Eschnapur"), 14 j., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De onder gang van de Red Witch", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2. 4.15. 7 en 9.15 uur). Frans Hals: „Het teken van de gorilla", 14 j., 2.30, 7 cn 9.15 uur (Zondag 2, 4.30. 7 en 9.15 uur. Dinsdag 2.30, en 8 uur). Rembrandt: „Prima Ballerina", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Gereserveerde kamers", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 18 MAART Stadsschouwburg: „Potasch en Perlemoer" (Gezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Frans Hals Theater: Films over athletiek en over de Olympische Spelen 1948 (HAV „Haarlem"), 11 uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „De amaz9ne", alle leeft., 13 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 19 MAART Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Grote Kerk: Lijdensmeditatie ds. G. van Ginkel over „Judas", 8 uur. alle hier verzamelde gedichten naar dié „kennis", welke Papini bedoelde toen hij eens schreef: „Ik wil een onloochenbare zekerheid, één enkele; een ontwijfelbare waarheid, één enkele.... een waarheid die inzicht is, inzicht in de echte en eigenlijke zin, een volstrekt, duurzaam, oorspronkelijk, onaantastbaar inzicht. Verwant aan de kring der „Beweging" richting die zich onder de geestelijke leiding van Albert Verwey in het maand blad van die naam keerde tegen de een zijdige zintuigelijke schoonheidsgenieting der „Tachtigers" is de wijsgerige Th. van Ameide (J. H. Labberton), die na vele jaren van stilzwijgen (zijn Verzamelde Gedichten dateren van 1912) in zijn lang gedicht „Aarde en Hemel" elegisch uit drukking geeft aan de smartelijke dishar monie tussen een verdoolde, verbeten mensheid en de kosmische vrede van wat hij „Het rijk der schouwing" noemt. Het is een metrisch, rijmloos tweegesprek ge worden tussen de opstrevende en de in de benauwenis der verstoorde realiteit ver strikte mens en dichter. Wat Verwey's wijsgerig inzicht, zijn „bedachtzaamheid" (zoals Van Eyck het noemde) verhief tot een monumentaal-muzikale poëzie, name lijk de innerlijke aandrift, het creatief vermogen, is aan „Aarde en Hemel" vreemd; deze wijsgerige ontboezeming bleef een metrisch vertoog. Het is met het dichterschap, zoals Van Eyck, bescheiden maar met het goed recht der innerlijke ervaring, eens dichtte: „dat géén uit eigen kunnen dichter is". C. J. E. DINAUX. ADVERTENTIE Afd. Antiquariaat Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken Aan huis te ontbieden. FRANKFORT (Reuter). Op een ge heime bijeenkomst van dertig leden van de „oude garde" der „Stahlhelm" op 24 Fe bruari is deze organisatie van Duitse ge wezen soldaten, die Hitler in 1934 bij zijn S.A. inlijfde, officieel weer opgericht, zo meldt de Neue Zeitung, het officiële Ame rikaanse blad, dat in het Duits verschijnt. Op deze bijeenkomst zou tevens een „Bundesführer" gekozen zijn, namelijk Karl Simon uit Keulen. Volgens de Neue Zeitung wil de nieuwe Stahlhelm een „uitgekozen verzameling van vroegere soldaten en officieren vormen om in kameraadschappelijke samehwerking het huidige kwaad in Duitsland onder de knie te krijgen." De oorspronkelijke Stahlhelm werd op 13 November 1918 te Maagdenburg opge richt om „een front van kameraadschap, een soldateske geest en een bereidheid om te strijden" te handhaven. De beweging was tegen het verdrag van Versailles, paci fisme, marxisme, liberalisme en parlemen tarisme." ADVERTENTIE Door onze grote voorraad 's morgens gehaald, 's avonds gebracht. HAARLEMS MATRASSENHUIS Grote Houtstraat 103 Telefoon 11483 Weer een gevelsteen met een Bijbels onderwerp. Nu betreft het Jona, dc profeet die naar hel oude testament verhaal!. door een walvis wordt opgeslokt.. Deze gevel steen staat in het perceel Spaarne 35, zij is ver moedelijk omstreeks 1630 gehakt. Indertijd (nog in 1907. toen ir. J. A. G. van der Steur het standaardwerk ..Oudegebouwenin Haar lem" voor de vereni ging Haerlemschreef) stonden er in het huis drie gevelstenen, die de volgende onderwerpen hadden: Jona en da walvis. 1. Jona wordt, nu het lol op hem gevallen is, in zee geworpen. 2. De (profeet wordt door de vis op het land geworpen. 3. Jona zit in de schaduw van de wonderboom. Alleen de middelste steen is bij een verbouwing blijven staan. Het bestuur van de Wereldliga tot be scherming van dieren zal van 1 tot 3 April in hotel Kurhaus in Scheveningen ver gaderen. De aandacht van de vergadering zal speciaal gericht zijn op de verdere op bouw van de liga, tot welke 70 vereni gingen uit alle delen der wereld toetraden. Er zal een commissie worden benoemd om een charter van de rechten van het dier op te stellen en een commissie ter voorbereiding ener uniforme wereldwet geving op dierenbeschermingsgebied. Voorts zal gesproken worden over de organisatie van de dierenbescherming in oorlogstijd. De bedoeling is een internationaal Rode kruis voor dieren op te richten, gesteund en behartigd door de UNO, de „Blauwe Cirkel". Degene, die hiervan de leiding krijgt, heeft tot taak speciaal de belangen der dieren te behartigen, waarbij gedacht wordt aan ambulances, hospitalen, kli nieken en operatiezalen voor dieren. De president van de Liga, dr. mr. W. Hugenholtz, gaat daarvoor eind April be sprekingen voeren in Engeland. De voorzitter der Liga is eveneens uit genodigd de te Londen te houden Britse conventie mede te maken van 23 tot 25 April. De burgemeester van Londen- Westminster zal dit congres der Engelse verenigingen op dierenbeschermingsgebied openen, waarna de heer Hugenholtz het woord zal voeren. Hoe hoog de Liga in Engeland reeds wordt aangeslagen blijkt uit het feit dat gravin Mountbatten van Birma, op 24 April een lunch ter ere van de president der Wereldliga aanbiedt, aan welke lunch vele prominente Engelse fi guren zullen aanzitten. Voor 1 Januari van dit jaar konden per sonen, die bijvoorbeeld wegens het in ge vaar brengen van het verkeer of het onder invloed van sterke drak besturen van een auto, veroordeeld werden, met als bijko mende straf intrekking van het rijbewijs voor een bepaalde periode, na het einde van deze opzeggingstermijn zonder moei lijkheden opnieuw gaan rijden. Ook toen weri} een rijbewijs door de bij komende straf ongeldig, mpar deze on geldigheid was geen reden om na afloop van de gestelde termijn een nieuwe rijvaardig- heidsproef te eisen. Sinds echter het nieuwe wegenverkeers reglement van kracht geworden is, is het niet langer mogelijk om een bij rechterlijk vonnis ongeldig verklaard rijbewijs na af loop van de orntzeggingsperiode te gebrui ken als bewijs van rijvaardigheid. De ANWB acht deze gang van zaken, waarbij in feite sprake is van een extra- straf, onjuist en heeft over deze kwestie thans contact opgenorpen met het mini sterie van Verkeer en Waterstaat. Dat heeft meegedeeld, dat stappen zullen worden ge daan om het betreffende artikel in het wegenverkeersreglement zo spoedig moge lijk te wijzigen. In afwachting van het tot stand komen van deze wijziging zal door het ministerie coritact worden opgenomen met Binnen- ADVERTENTIE Ja, inderdaad... Leest U maar eens het volgende: Een gehuwd man met 2 hinderen en een inkomen van f 9000,— betaalt aan inkomstenbelasting f 1350,— Sluit hij een verzekering voor oudedags- of weduwepensioen (of oen kapitaalverzekering met een z.g. lijfrenteclausule) tegen een premie van b.v. f 800.— 's jaars, dan mag hij deze f 800.— in mindering brengen van zijn inkomen. Hij wordt dus aangeslagen voor f 8200,— Aan inkomstenbelasting is hij dan verschuldigdf 1102,— Hij bespaart dusf 248,— Dat betekent, dat de fiscus 31% van zijn premie betaalt. Vindt U dat niet belangrijk? Vraag toezending van onze folder: Minder belasting waarin diverse voor beelden zijn aangegeven. Het verplicht U tot niets. Nederlandse Maatschappij van de N.V. LEVENSVERZEKERING-MIJ. Paleisstr. 9 - 's-Gravenhage - Tel. 1 8426C Inspecteur Ie MiddelburgG. DE L00ZE Seissingel 52 Toleloon 2210 (K 1180) Inspecteur Ie Goes: CHR. KARELSE Tulpstraat 8 Teleloon 2957 (K 1100) landse Zaken, teneinde te komen tot een zodanige uitvoering van het artikel door de provinciale griffies, dat na de ontzeggings term ijn geen nieuwe rijproef behoeft te worden afgelegd, wanneer althans het rij bewijs korter dan drie jaar geleden ver lopen is. ADVERTENTIE komen vroeg in t voorjaar Koop tijdig SPRUTOL Naar wij uit doorgaans zeer goed in gelichte bron vernemen, zou zich dezer dagen aan één van de schilderachtigste Amsterdamse grachten een buitenge woon merkwaardig incident hebben af gespeeld. Van de stedelijke autoriteiten konden wij weliswaar geen bevestiging van dit gerucht krijgen, doch een be voegde woordvoerder haastte zich ons te verzekeren dat er geen lid van de gemeenteraad of van het Concertge bouw-Orkest bij betrokken was, zoals de publieke mening aanvankelijk wilde. Op een avond, toen het nog niet hele maal donker was, ging een man in ge zelschap van zijn niet nader gedefi nieerde echtgenote zijn hondje uitlaten. Het merk van het hondje is niet be kend, doch dat doet niets, maar dan ook niets ter zake. Gedreven door on voorzichtigheid of door de begeerte naar avontuur waagde hij zich te dicht bij de wallekant. Enkele voorbijgangers trachtten hem nog tot beter begrip van de situatie te brengen, doch hun waar schuwingen kwamen te laat. Met een schrikbarende plons viel de man, die vergeefs probeerde zijn evenwicht te redden, ruggelings door de spiegel van liet water. Zijn vrouw, die een kordate indruk maakte, bedacht zich geen ogen blik en ging op een draf de zo juist verlaten woning binnen. Even latei- keerde zij terug met een borstel en een bakje groene zeep uit de keuken. Zij boog zich over de brugleuning, wierp haar spartelende levensgezel deze huis houdelijke attributen toe en zei: „Hier vuilak, dan ken je je meteen es lekker wasse!" Lieve lezer, trekt uit het boven staand verhaal uw lering. Ge weet nu ook wat de illustratie betekent. En laat u niet door het lelijke jonge eendje in de waan brengen dat het een sprookje zou zijn. Want het is echt gebeurd. Kom, dachten wij, laat ons nu maar weer eens vol vertrouwen naar het Ste delijk Museum in de straat van Paulus Potter gaan. Dat domicilie is destijds met voortreffelijk inzicht gekozen, want men kan er zich inderdaad stierlijk vervelen. In dit speciale opzicht stelt een bezoek zo goed als nooit teleur. Ook nu heeft men daar weer zo'n bij zondere gelegenheid toe opengesteld, te weten de onhoffelijk saaie tentoonstel ling „Goede vormgeving". Deze titel is ongewild een bedriegelijke vondst. Wij hadden namelijk verwacht en wie zou dat niet hebben gedaan? een pikante expositie van damescorsetten en aanverwante artikelen te zullen aantreffen. De wetenschap dat het Bu reau voor Aesthetische Adviezen aan de totstandkoming had meegewerkt, versterkte ons in dat vertrouwen. Op weg erheen, want zodanig waren wij reeds in de juiste stemming, citeerden wij de verrukkelijke dichtregels die Vondel een paar eeuwen geleden in een even speelse bui tot een zekere Katha rine Baeck heeft gericht: „Ben je juist van pas geregen, Niet te los, noch niet te stijf?" Maar ai, wat kwamen wij bedrogen uit. Want wij vonden een eindeloze reeks van allemaal precies even grote foto's aan de muren of op aan ijzer draadjes bungelende borden geplakt van de meest uiteenlopende industrie producten en gebruiksvoorwerpen uit Zwitserland. Jhr. W. 'Sandberg, de directeur van deze artistieke tempel, heeft bij cle opening een rede gehouden cn daarin onder meer gezegd, dat het grote pu bliek meer begrip dient te krijgen van hoe iets er uit moet zien. Verder ver kondigde hij de stelling dat de huidige toestand zo is, dat de vorm van de meeste artikelen wordt bepaald door de handelsreiziger of in het algemeen de verkoper. Daaraan zou slechts een einde kunnen komen door het kweken van voldoende stijlgevoel. Nu is het ons zeer goed bekend dat handelsreizigers met monsters op weg worden gestuurd, maar voor zover wij weten hebben zij die echt niet zelf gemaakt. En wat cle verkopers betreft: dat zijn geen ont werpers maar afzetters, hetgeen wil zeggen dat zij er naar streven een zo groot mogelijke afzet te behalen. Ter camouflage van hun op winst gerichte bedoelingen spreken zij echter meestal van omzet. Daar betalen zij dan ook belasting voor. Overigens behoeven wij ons persoonlijk van die hele redenering niets aan te trekken, daar wij niet tot het grote publiek behoren, maar tot het kleine. Als de maat van onze' schoenen tot bewijs mag dienen, die bedraagt in de wandeling 41. Ge kunt ons dus over het hoofd zien. Maar enfin, er zijn op deze expositie foto's van alles en nog wat te bestu deren, van het ingewikkeldste nagel vijltje tot de eenvoudigste wolkenkrab ber. Intussen begrijpen wij niet wat men in Zwitserland nu eigenlijk met wolken krabbers wil doen. Geven de Alpen mis schien geen reden tot tevredenheid meer? Wij herinneren ons in dit verband het verhaal van een kolossaal rijke Amerikaanse tourist, die geheel Europa was doorgetrokken zonder ook maar er gens iets te vinden dat zijn bewondering kon oogsten. De wanhopig geworden gids nam hem tenslotte mee naar Lau sanne en probeerde hem te overtuigen van de schoonheid der besneeuwde top pen en idyllische dalen. Doch de Ame rikaan was alles behalve onder de in druk en liet zich zelfs door het avond rood niet imponeren. Hij uitte zijn mis noegen tenslotte in één vraag: „Als je nu al die bergen en die paar meertjes wegdenkt, wat hou je dan nog over?" We kunnen het niet helpen, doch we moeten nog even op die tentoonstelling terugkomen. Men vindt daar ook heel mooie plaatjes van vérstrekkende olie pijpleidingen en ranke hoogspannings masten. Nu zou men zich wel kunnen afvragen wat het grote publiek hier in de practijk van het leven aan heeft, doch wie op zulke kleinigheden let is een kniesoor. Het gaat immers om de ontwikkeling van het stijlgevoel. Zo'n rechte mast doet de mens onmiddellijk beseffen hoe foeilelijk onze sparren en beuken zijn. Verder zagen wij een juweel van een vatcn-droogrekjc, ditkeer niet gefoto grafeerd, maar in natura. Mischien heet zo'n ding anders, maai- het is bedoeld om er na het afwassen bij voorbeeld borden in te laten afdruipen. Dit is een ingenieus bedacht apparaat om het bre ken van eetgerei te verhaasten. Maar wij zouden onze pen in zeepsop moeten dopen om u de weelderige welvingen der lijnen te beschrijven. Welk een ge lukkig huwelijk van schoonheid en rationalisatie! Aluminium en hout, glas en porcelein bleken de voornaamste grondstoffen te zijn waar al deze gebruiksvoorwerpen, zoals kurkentrekkers en vliegtuigen, haarborstels en hijskranen, kaasschaven en betonstampers, van vervaardigd wor- Er komt de volgende week' geeii\ enkel nieuw toneelstuk. Daarom kondigen wij hier de hedenavond beginnende reeks voorstellingen in Hypokriterion aan van Jef Heyden- daels dramatische fantasie „Revisie" door de Amsterdamse Studenten toneel-vereniging onder regie van de schrijver. De Nederlandse Opera vertoont Don derdagavond „La Bohème" van Pilc- cijii, gevolgd door het ballet „Jeux d'enfants" Kinderspelen) Van de nieuwe films noemen wij „Liefde aan de Seine" in Rialto en Rex, het eerste Amerikaanse optre den van Micheline Presle. Wie van Jean Kent houdt kan haar zien als „Een vrouw van slechte reputatie" in Plaza en wie de boeken van Vicki Baum waardeert kan in City de ver filming van „Hotel Berlin" aanschou wen. Dinsdagmiddag wordt in de grote hal van het Indisch Instituut aan de Linnaeusstraat een tentoojistelling geopend van exotische instrumenten onder de titel „Melodie der tropen". Er worden muzikale demonstraties bij gegeven. Zaterdag en Zondag is er in het Concertgebouw respectievelijk een volksuitvoering en een gewone uit voering van de Matthaus Passion van Joh. Seb. Bach onder leiding van Hein Jordans. De Christus-partij wordt gezongen door Laurens Bogt- man, die van de Evangelist door Pe ter Pears. Verdere vocale solisten zijn: Jo Vincent, Annie Hermes, Han le Fèvre en Leo Rommerls. Mede werking verlenen het Concertgebouw Orkesthet Amsterdamse Toonkimst- koor en het jongenskoor van Zang- lust Maandag is er een generale repetitie van dezelfde Matthaus Passion, die Dinsdag ten gehore wordt gebracht door de Koninklijke Christelijke Oraloriumvereniging onder leiding van Simon C. Jansen met medewer king van het Utrechts Stedelijk Or kest. Dan zijn de solisten: Jo Vincent, Annie Woud, Han le Fèvre, Albert Dana, Peter de Vos en Piet Tra. In de kleine zaal van het Concert gebouw zingt Naomi Ornest met be geleiding door Jolian Otten, piano, Zondagavond aria's en liederen. Maandagavond concerteren de vio liste Brigitte H. de Bcaufond en de pianiste Francoise Dorcau. Zij spelen ionates van Mozart en Debussy. Dins dagavond treedt de pianiste Carolyn Elder op. In het Stedelijk Museum is dezer dagen een tentoonstelling geopend van werken van tien Belgische beeldhouwers, onder wie Meunier, Constant Permekc, Rik Wouters en Josef Cantré. In de bovenzalen van de Moderne Boekhandel wordt een expositie gehouden, die gewijd is aan de kunst van het edelsmeden. den. Dit alles mochten wij constateren in een bezoek van nog geen drie minu ten. Toen konden wij onze ogen niet meer geloven. Overmand door emoties renden wij naar buiten. Op het affiche lazen wij nog juist dat het geheel is ontworpen en ingericht door de heer Max Bil, architect. BOEDA. Bij cle getrouwheid welke de zangers en zangeressen hebben ten opzichte van de liederen op Duitse tekst is het verwonder lijk dat een componist als Carl Löwe aan hun aandacht ontsnapt. Moet ik toegeven aan de boosaardige gedachte, dat zij elkaar alles nazingen? Hebben zij nauwkeurige studies van Löwe's Balladen gemaakt en toen deze muziek verworpen? Waarop zou dan zo'n veroordeling gegrond zijn? Is het genie van Löwe minder romantisch dan de liederen van Schubert, Schumann en Brahms? Of is het juist te romantisch? Kan het misschien zijn dat Löwe's muziek bij zondere eisen stelt, welke men maar liever vermijdt? Ligt er in de eisen van het ensemble met cle pianopartijen dezer liede ren een aparte moeilijkheid? Laten we eens aan de laatstgenoemde kwesties op de eerste plaats onze aandacht schenken. Het staat vast dat er in het al gemeen veel te veel gedacht wordt dat een lied een solo is met begeleiding. Bij een goed lied is dit niet het geval; een goed lied is een duo, waarbij cle pianopartij niet minder belangrijk is clan de zangpartij. Het is zéér onartistiek een zangpartij te stu deren en voor het concert een pianist te huren die dan „volgzaam" de instrumentale partij aan de „solo" mag toevoegen. Deze gang van zaken komt in de concertpraktijk maar al te veel voor. „Begeleiden" bij goede liederen is een onding. Geen enkele violist zal er over denken cle eerste vioolpartij van een strijkkwartet te studeren en dan tegen de avond van het concert drie andere in strumentalisten verzoeken de andere par tijen er volgzaam bij te spelen. Kamer- muziek-spelers hebben een veel beter artistiek verantwoordelijkheidsgevoel dan zangers en zangeressen, die zich veel te vaak gedragen als handelsreizigers in solo partijen. Zij begrijpen hun dienende taak niet en denken meer aan zichzelf dan aan de muziek. Zij zorgen voor hun techniek en verleiden het publiek met hun stem. Zij begrijpen niet wat een ensemble is; zij be grijpen niet wat een lied is. Ik las dezer dagen eens in de Balladen van Löwe en bewonderde de ras-echte muzikaliteit en de uitdrukkingskracht van deze kunst. Bepalingen van ouderwetsheid, van moderniteit, van verouderen of actueel zijn, krijgen geen kans als men een posi tieve artistieke betekenis constateert. Welk een gebied voor twee artisten ligt in deze muziek uitgespreid! Welk een ensemble valt hier voor zangstem en piano te stu deren. Deze balladen zijn kleine opera's, die men samen opvoert en waarbij cle fan tasie der beide artisten een klinkende werkelijkheid oproept, welke direct de fan tasie der hoorders levendig maakt. Aan ieders techniek worden speciale eisen ge steld, die overigens tot het vak van de artist behoren. Deze Carl Löwe (Duitsland, 1796-1869) moet een belangrijk man zijn geweest. Hij maakte zeer goede studies als musicus, maar verdiepte zich ook in de theologie aan de universiteit van Halle. Het schijnt dat hij als kind een zeer bijzondere sopraanstem heeft gehad. Koning Jeróme van Westphalen had daadwerkelijke be langstelling voor hem. Gedurende zeven tien jaren reisde hij door vele landen, maar later stond hij buiten het muziek leven. Sinds 1818 heeft hij gecomponeerd. Er moeten meer dan honderdveertig, wer ken van hem uitgegeven zijn. Hij schreef klavierstukken, opera's, symphonieën, can tates, oratoria, liederen en balladen. Boven dien publiceerde hij een „Gesanglehre" en op het gebied van de Kerkzang een „Methodische Anweisung zum Kirchen- gesange". Van dit alles zijn mij alleen de Balladen bekend. Ik noem er enkele: Edward, Herr Oluf, Die Mohrenfürstin, Archibald Dou glas, Tom der Reimer, Die wandelende Glocke. Ik geloof wel dat Löwe een minder avontuurlijke jeugd had dan Carl Maria von Weber. maar als ik de Balladen lees kan ik een vergelijking niet van mij afzet ten. De muziek van deze beide componisten heeft een zekere dramatische bohémien- aard die men bij andere Duitse meesters niet vindt. Zowel voor pianisten als voor zangers moet het toch iets heerlijks zijn om de actie in deze muziek te laten klinken. Waar zijn de troubadours, de trouvères onder de zangers? Ik herinner mij Georg Henschel clie in zijn eentje als ensemble optrad: hij zong en speelde de Balladen. Dit is bijna veertig jaar geleden; hoe staan thans de zaken? Zijn de zangers en zange ressen te plechtig, te degelijk, te secuur om met Balladen op stap te gaan? En hoe denken de pianisten daar over? Reeds om het bestaan van liederen van Hugo Wolf en de Balladen van Löwe is het de moeite waard ensemblestudies te maken. „Het grote publiek zal het niet willen", is de op merking die ik al hoor aankomen. Deze weinig eervolle gehoorzaamheid is dan be slissend. Maar ik zou toch niet graag aan jonge musici aanbevelen in deze geest de kunst te beoefenen. Twee zaken zijn van belang: een voortdurende technische studie en een ongestoord idealisme. Op deze fun damenten staande kan men het publiek de waarheid zeggen. HENDRIK ANDRIESSEN Op een bijeenkomst van crediteuren van de Oudewaterse bank N.V. is medege deeld, dat er complicaties zijn gerezen ten aanzien van de overeenkomst, die verleden jaar tot stand was gekomen tussen de Amsterdamse Bank en een door de credi teuren benoemde commissie. Deze overeen komst werd destijds door de burgemeester van Oudewater aan de commissie voorge steld, doch naar later door de directie van de Amsterdamse Bank is medegedeeld, zou de burgemeester door de Amsterdam se Bank niet gemachtigd zijn geweest tot het doen van dit voorstel. Naar de commissie mededeelde, zal zij de hieruit ontstane situatie met haar juri dische adviseur bespreken. Zij heeft echter de voorlopige indruk, dat er om deze kwes tie te regelen een tweetal processen aan hangig zal moeten worden gemaakt. De commissie wil uiteraard trachten de im passe op andere wijze te overwinnen, doch zij verzocht de vergadering haar reeds mandaat te verlenen, hetgeen ook geschied de. Op de vergadering werd nog medege deeld, dat behoudens nieuwe complicaties de curatoren hopen in October in staat te zijn een voorlopige uitkering van 35 procent te doen. Er is een bedrag van ruim één millioen gulden beschikbaar. Een be langrijk gedeelte hiervan zal echter waar schijnlijk aan Rechtsherstel en de fiscus moeten worden afgestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5