Haarlemse gevelstenen
Het Hek van de Dam.
Litteraire Kanttekeningen
De fiscus betaalt..
NILLMIJ van 1859
ZATERDAG 17 MAART 1951
Haal de
spons er over!
Agenda voor Haarlem
BOEKHANDEL H. DE VRIES
KOOPT BOEKEN
Stahlhelm heropgericht
Uw matrassenreparatie
zonder prijsverhoging
K, DE GRAAF F
Opstelling charter van
Rechten van het Dier
Geen nieuwe rijproef nodig
na intrekking rijbewijs
■m
SPROETEN^-
Geen sprookje
Wel een sprookje
In drie minuten
In de hoofdstad uit
J
OVER MUZIEK
Carl Löwe
Nieuwe moeilijkheden in
Oudewaterse bankaffaire
3
P. N. VAN EYCK: „Benaderingen" (Vertaalde Gedichten
19161943); TH. VAN AMEIDE: „Aarde en hemel" (A. A. M.
Stols, 's-Gravenhage).
MEER UIT GEVOELENS van gemeen
schap dan van verwantschap heeft
Van Eyck uit verschillende talen en tijden
enkele verzen herdicht die, hoe verschil
lend van bouw en uitwerking, in één op
zicht het wezenlijke met elkander
samenhangen: ze zijn ontsprongen aan dat
levensgevoel waarvan één onvervulbaar
verlangen de grondtoon vormt: het ver
langen „het eng bestek" van dit aards be
staan te doorbreken om in meer of min
der volmaakte staat van innerlijke helder
heid te naderen tot het hoogst-ervaarbare,
tot de eeuwige eenheid van al wat is: na
tuur, idee, licht hoe men het noemen
wil. „Ik noem het God", dichtte Van Eyk
in „De Tuin".' Dit heimwee naar het ont
bonden-zijn van het aards-onvolkomene,
dit tasten naar een eenzame uitweg uit de
doolhof van driften en begeerten, dit bele
ven van een kortstondig verenigd-zijn met
het „onnoembaar-enige", in meditatie of
extase, is mystiek, is „kennis" niet van
het verstand, maar van de ziel, een inge
wijd-zijn dus: „naar de wereld", schrijft
Van Eyck, „een sluimer, in werkelijkheid
een ontwaken, een ontwaken van het na
tuurlijke zien tot het bovennatuurlijke
zien". Allen die getracht hebben, in de
faal der poëzie mededeling te doen van dit
als visioen ervarene, beseften de onmacht
van het menselijk woord. Zij spraken in
symbolen, zij dichtten in muziek. 1-Iet
rhythme van hun dichten, het innerlijk-
bewogene, onthulde méér van het geopen
baarde dan „het stugge woord". Deze
poëzie der mystische dichters is uiteraard
veelal vaag, ijl, transparant. Wie haar uit
een vreemde taal herscheppen wil, moet
er dusdanig mee verweven, mee vereen
zelvigd zijn, dat hij als eigen aandrift, uit
eigen ervaring van ziel en geest dicht. In
die overtuiging heeft Van Eyck dit her
dichtend werk volbracht.
Er is geen ander levend dichter te noe
men dan Van Eyck, over een zelfde vol
maakte verstechniek beschikkend, die als
hij begiftigd is met het mystiek-creatief
vermogen om dichters van zo uiteenlopen
de geaardheid maar één in het „afge
keerd-zijn" van het aards-onvolmaakte
als Leopardi, John Clare, Papini, Yeats,
San Juan de la Cruz, Angelus Silesius, te
verenen met eigen persoonlijkheid en
werk, alsof ze opeenvolgende sferen van
toenemende graad van zielsklaarheid wa
ren, die zijn eigen dichterschap geleidelijk
in strijd veroverd heeft.
Neem Leopardi, mens van de diepste
eenzaamheid en weemoed, levend terwille
van de zeldzame momenten waarop hij
extatisch deelnam aan „stilten boven
aards", uitzag op „ruimten zonder gren
zen": vergelijk hem met. de zestiende-
eeuwse mysticus San Juan de Ia Cruz, deze
dichter door Van Eyck één van zijn
meesters genoemd, „één van de liefsten"
die visionnair het dichtste naderde, het
hoogste opstreefde, tot de schoonheid welke
voor hém God-zelf was en ge zult Van
Eyck herkennen in zijn ontwikkeling, ver
dieping en verheldering van de „wijsge
rige" dichter der jeugdperiode tot de poë
tische mysticus der latere jaren.
Van Eycks keuze is niet willekeurig ge
weest: John Clare's haken „naar landen
waar geen man ooit liep, geen vrouw ooit
heeft geglimlacht of geschreid, om daar
met God te wonen, die mij schiep, te slapen
zacht als in mijn kindertijd"; Papini's
kortstondig één-zijn met „alles wat het oog
ontmoet, de schaduw op de muur, de
stralenvalYeats' gedroomde insche
ping voor Byzantium, „de heilige stad",
waar de mozaiek-heiligen de overwinning
op het zinnelijk-vergankelijke verbeelden;
Angelus Silesius' „doorzieling en vergeeste
lijking van de natuur" als openbaring Gods,
aphoristisch samengevat in deze tweerege
lige, meesterlijk vertaalde, belijdenis:
„Ik ben een berg in God en moet mij zelf
bestijgen.
Wil 'k eens, in ieder ding, voor Zijn lief
aanschijn nijgen",
ze „dromen", dichten, zingen allen van
datgene wat Van Eyck „Herwaarts"
noemde, „het zalig land aan de overkant",
dat zijn en hun dichten tracht te benaderen.
„Benaderingen" noemde Van Eyck deze
bundel meesterlijke vertalingen, een titel
die hij destijds neerschreef boven een drie
tal eigen gedichten, waarin gesproken
wordt van „Woorden wier tot de taal ver
voerde zin over de grens ruist van hun
klank en duur". Over déze grens streefden
ADVERTENTIE
Grote schoonmaak...
Tegenzin 7
Och, waarom
ZATERDAG 17 MAART
Stadsschouwburg: „Potasch en Perlcmoer"
(Gezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Wilsonsplcin
17: Tentoonstelling van schilderijen van dr.
D. M. Hoogcveen, 10—5 uur (tot 26 Maart).
Frans Hals Museum: Tentoonstelling collectie
mevr. WallbrinkOud, 1016 uur (tot en
met 18 Maart). Luxor: „Mannen", 14 j., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. City: „De Indische graf-
tempel" (De tijger van Eschnapur"), 14 j.,
2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De onder
gang van de Red Witch", 18 j., 2.30, 7 en
9.15 uur (Zondag 2. 4.15. 7 en 9.15 uur). Frans
Hals: „Het teken van de gorilla", 14 j., 2.30,
7 cn 9.15 uur (Zondag 2, 4.30. 7 en 9.15 uur.
Dinsdag 2.30, en 8 uur). Rembrandt: „Prima
Ballerina", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Gereserveerde kamers", 14 j., 2, 4.15,
7 en 9.15 uur.
ZONDAG 18 MAART
Stadsschouwburg: „Potasch en Perlemoer"
(Gezelschap Joh. Kaart), 8 uur. Frans Hals
Theater: Films over athletiek en over de
Olympische Spelen 1948 (HAV „Haarlem"),
11 uur. City: Zondagmorgenvoorstelling „De
amaz9ne", alle leeft., 13 uur. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.
MAANDAG 19 MAART
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
Grote Kerk: Lijdensmeditatie ds. G. van
Ginkel over „Judas", 8 uur.
alle hier verzamelde gedichten naar dié
„kennis", welke Papini bedoelde toen hij
eens schreef: „Ik wil een onloochenbare
zekerheid, één enkele; een ontwijfelbare
waarheid, één enkele.... een waarheid
die inzicht is, inzicht in de echte en
eigenlijke zin, een volstrekt, duurzaam,
oorspronkelijk, onaantastbaar inzicht.
Verwant aan de kring der „Beweging"
richting die zich onder de geestelijke
leiding van Albert Verwey in het maand
blad van die naam keerde tegen de een
zijdige zintuigelijke schoonheidsgenieting
der „Tachtigers" is de wijsgerige Th.
van Ameide (J. H. Labberton), die na vele
jaren van stilzwijgen (zijn Verzamelde
Gedichten dateren van 1912) in zijn lang
gedicht „Aarde en Hemel" elegisch uit
drukking geeft aan de smartelijke dishar
monie tussen een verdoolde, verbeten
mensheid en de kosmische vrede van wat
hij „Het rijk der schouwing" noemt. Het
is een metrisch, rijmloos tweegesprek ge
worden tussen de opstrevende en de in de
benauwenis der verstoorde realiteit ver
strikte mens en dichter. Wat Verwey's
wijsgerig inzicht, zijn „bedachtzaamheid"
(zoals Van Eyck het noemde) verhief tot
een monumentaal-muzikale poëzie, name
lijk de innerlijke aandrift, het creatief
vermogen, is aan „Aarde en Hemel"
vreemd; deze wijsgerige ontboezeming
bleef een metrisch vertoog. Het is met het
dichterschap, zoals Van Eyck, bescheiden
maar met het goed recht der innerlijke
ervaring, eens dichtte: „dat géén uit eigen
kunnen dichter is".
C. J. E. DINAUX.
ADVERTENTIE
Afd. Antiquariaat
Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem
enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken
Aan huis te ontbieden.
FRANKFORT (Reuter). Op een ge
heime bijeenkomst van dertig leden van de
„oude garde" der „Stahlhelm" op 24 Fe
bruari is deze organisatie van Duitse ge
wezen soldaten, die Hitler in 1934 bij zijn
S.A. inlijfde, officieel weer opgericht, zo
meldt de Neue Zeitung, het officiële Ame
rikaanse blad, dat in het Duits verschijnt.
Op deze bijeenkomst zou tevens een
„Bundesführer" gekozen zijn, namelijk
Karl Simon uit Keulen.
Volgens de Neue Zeitung wil de nieuwe
Stahlhelm een „uitgekozen verzameling
van vroegere soldaten en officieren vormen
om in kameraadschappelijke samehwerking
het huidige kwaad in Duitsland onder de
knie te krijgen."
De oorspronkelijke Stahlhelm werd op
13 November 1918 te Maagdenburg opge
richt om „een front van kameraadschap,
een soldateske geest en een bereidheid om
te strijden" te handhaven. De beweging
was tegen het verdrag van Versailles, paci
fisme, marxisme, liberalisme en parlemen
tarisme."
ADVERTENTIE
Door onze grote voorraad
's morgens gehaald, 's avonds gebracht.
HAARLEMS MATRASSENHUIS
Grote Houtstraat 103
Telefoon 11483
Weer een gevelsteen met
een Bijbels onderwerp.
Nu betreft het Jona, dc
profeet die naar hel
oude testament verhaal!.
door een walvis wordt
opgeslokt.. Deze gevel
steen staat in het perceel
Spaarne 35, zij is ver
moedelijk omstreeks 1630
gehakt.
Indertijd (nog in 1907.
toen ir. J. A. G. van der
Steur het standaardwerk
..Oudegebouwenin Haar
lem" voor de vereni
ging Haerlemschreef)
stonden er in het huis
drie gevelstenen, die de
volgende onderwerpen
hadden:
Jona en da walvis.
1. Jona wordt, nu het lol op hem gevallen is, in zee geworpen. 2. De (profeet wordt
door de vis op het land geworpen. 3. Jona zit in de schaduw van de wonderboom.
Alleen de middelste steen is bij een verbouwing blijven staan.
Het bestuur van de Wereldliga tot be
scherming van dieren zal van 1 tot 3 April
in hotel Kurhaus in Scheveningen ver
gaderen. De aandacht van de vergadering
zal speciaal gericht zijn op de verdere op
bouw van de liga, tot welke 70 vereni
gingen uit alle delen der wereld toetraden.
Er zal een commissie worden benoemd
om een charter van de rechten van het
dier op te stellen en een commissie ter
voorbereiding ener uniforme wereldwet
geving op dierenbeschermingsgebied. Voorts
zal gesproken worden over de organisatie
van de dierenbescherming in oorlogstijd.
De bedoeling is een internationaal Rode
kruis voor dieren op te richten, gesteund
en behartigd door de UNO, de „Blauwe
Cirkel". Degene, die hiervan de leiding
krijgt, heeft tot taak speciaal de belangen
der dieren te behartigen, waarbij gedacht
wordt aan ambulances, hospitalen, kli
nieken en operatiezalen voor dieren.
De president van de Liga, dr. mr. W.
Hugenholtz, gaat daarvoor eind April be
sprekingen voeren in Engeland.
De voorzitter der Liga is eveneens uit
genodigd de te Londen te houden Britse
conventie mede te maken van 23 tot 25
April. De burgemeester van Londen-
Westminster zal dit congres der Engelse
verenigingen op dierenbeschermingsgebied
openen, waarna de heer Hugenholtz het
woord zal voeren. Hoe hoog de Liga in
Engeland reeds wordt aangeslagen blijkt
uit het feit dat gravin Mountbatten van
Birma, op 24 April een lunch ter ere van
de president der Wereldliga aanbiedt, aan
welke lunch vele prominente Engelse fi
guren zullen aanzitten.
Voor 1 Januari van dit jaar konden per
sonen, die bijvoorbeeld wegens het in ge
vaar brengen van het verkeer of het onder
invloed van sterke drak besturen van een
auto, veroordeeld werden, met als bijko
mende straf intrekking van het rijbewijs
voor een bepaalde periode, na het einde
van deze opzeggingstermijn zonder moei
lijkheden opnieuw gaan rijden.
Ook toen weri} een rijbewijs door de bij
komende straf ongeldig, mpar deze on
geldigheid was geen reden om na afloop van
de gestelde termijn een nieuwe rijvaardig-
heidsproef te eisen.
Sinds echter het nieuwe wegenverkeers
reglement van kracht geworden is, is het
niet langer mogelijk om een bij rechterlijk
vonnis ongeldig verklaard rijbewijs na af
loop van de orntzeggingsperiode te gebrui
ken als bewijs van rijvaardigheid.
De ANWB acht deze gang van zaken,
waarbij in feite sprake is van een extra-
straf, onjuist en heeft over deze kwestie
thans contact opgenorpen met het mini
sterie van Verkeer en Waterstaat. Dat heeft
meegedeeld, dat stappen zullen worden ge
daan om het betreffende artikel in het
wegenverkeersreglement zo spoedig moge
lijk te wijzigen.
In afwachting van het tot stand komen
van deze wijziging zal door het ministerie
coritact worden opgenomen met Binnen-
ADVERTENTIE
Ja, inderdaad...
Leest U maar eens het volgende:
Een gehuwd man met 2 hinderen en een
inkomen van f 9000,— betaalt aan
inkomstenbelasting f 1350,—
Sluit hij een verzekering voor
oudedags- of weduwepensioen
(of oen kapitaalverzekering met
een z.g. lijfrenteclausule) tegen
een premie van b.v. f 800.—
's jaars, dan mag hij deze
f 800.— in mindering brengen
van zijn inkomen. Hij wordt dus
aangeslagen voor f 8200,—
Aan inkomstenbelasting is hij
dan verschuldigdf 1102,—
Hij bespaart dusf 248,—
Dat betekent, dat de fiscus 31% van
zijn premie betaalt. Vindt U dat niet
belangrijk?
Vraag toezending van onze folder:
Minder belasting waarin diverse voor
beelden zijn aangegeven. Het verplicht
U tot niets.
Nederlandse Maatschappij van de
N.V. LEVENSVERZEKERING-MIJ.
Paleisstr. 9 - 's-Gravenhage - Tel. 1 8426C
Inspecteur Ie MiddelburgG. DE L00ZE
Seissingel 52 Toleloon 2210 (K 1180)
Inspecteur Ie Goes: CHR. KARELSE
Tulpstraat 8 Teleloon 2957 (K 1100)
landse Zaken, teneinde te komen tot een
zodanige uitvoering van het artikel door de
provinciale griffies, dat na de ontzeggings
term ijn geen nieuwe rijproef behoeft te
worden afgelegd, wanneer althans het rij
bewijs korter dan drie jaar geleden ver
lopen is.
ADVERTENTIE
komen vroeg in t voorjaar
Koop tijdig SPRUTOL
Naar wij uit doorgaans zeer goed in
gelichte bron vernemen, zou zich dezer
dagen aan één van de schilderachtigste
Amsterdamse grachten een buitenge
woon merkwaardig incident hebben af
gespeeld. Van de stedelijke autoriteiten
konden wij weliswaar geen bevestiging
van dit gerucht krijgen, doch een be
voegde woordvoerder haastte zich ons
te verzekeren dat er geen lid van de
gemeenteraad of van het Concertge
bouw-Orkest bij betrokken was, zoals
de publieke mening aanvankelijk wilde.
Op een avond, toen het nog niet hele
maal donker was, ging een man in ge
zelschap van zijn niet nader gedefi
nieerde echtgenote zijn hondje uitlaten.
Het merk van het hondje is niet be
kend, doch dat doet niets, maar dan
ook niets ter zake. Gedreven door on
voorzichtigheid of door de begeerte
naar avontuur waagde hij zich te dicht
bij de wallekant. Enkele voorbijgangers
trachtten hem nog tot beter begrip van
de situatie te brengen, doch hun waar
schuwingen kwamen te laat. Met een
schrikbarende plons viel de man, die
vergeefs probeerde zijn evenwicht te
redden, ruggelings door de spiegel van
liet water. Zijn vrouw, die een kordate
indruk maakte, bedacht zich geen ogen
blik en ging op een draf de zo juist
verlaten woning binnen. Even latei-
keerde zij terug met een borstel en een
bakje groene zeep uit de keuken. Zij
boog zich over de brugleuning, wierp
haar spartelende levensgezel deze huis
houdelijke attributen toe en zei: „Hier
vuilak, dan ken je je meteen es lekker
wasse!"
Lieve lezer, trekt uit het boven
staand verhaal uw lering. Ge weet nu
ook wat de illustratie betekent. En laat
u niet door het lelijke jonge eendje in
de waan brengen dat het een sprookje
zou zijn. Want het is echt gebeurd.
Kom, dachten wij, laat ons nu maar
weer eens vol vertrouwen naar het Ste
delijk Museum in de straat van Paulus
Potter gaan. Dat domicilie is destijds
met voortreffelijk inzicht gekozen, want
men kan er zich inderdaad stierlijk
vervelen. In dit speciale opzicht stelt
een bezoek zo goed als nooit teleur.
Ook nu heeft men daar weer zo'n bij
zondere gelegenheid toe opengesteld, te
weten de onhoffelijk saaie tentoonstel
ling „Goede vormgeving". Deze titel is
ongewild een bedriegelijke vondst. Wij
hadden namelijk verwacht en wie
zou dat niet hebben gedaan? een
pikante expositie van damescorsetten
en aanverwante artikelen te zullen
aantreffen. De wetenschap dat het Bu
reau voor Aesthetische Adviezen aan
de totstandkoming had meegewerkt,
versterkte ons in dat vertrouwen. Op
weg erheen, want zodanig waren wij
reeds in de juiste stemming, citeerden
wij de verrukkelijke dichtregels die
Vondel een paar eeuwen geleden in een
even speelse bui tot een zekere Katha
rine Baeck heeft gericht:
„Ben je juist van pas geregen,
Niet te los, noch niet te stijf?"
Maar ai, wat kwamen wij bedrogen
uit. Want wij vonden een eindeloze
reeks van allemaal precies even grote
foto's aan de muren of op aan ijzer
draadjes bungelende borden geplakt
van de meest uiteenlopende industrie
producten en gebruiksvoorwerpen uit
Zwitserland.
Jhr. W. 'Sandberg, de directeur van
deze artistieke tempel, heeft bij cle
opening een rede gehouden cn daarin
onder meer gezegd, dat het grote pu
bliek meer begrip dient te krijgen van
hoe iets er uit moet zien. Verder ver
kondigde hij de stelling dat de huidige
toestand zo is, dat de vorm van de
meeste artikelen wordt bepaald door de
handelsreiziger of in het algemeen de
verkoper. Daaraan zou slechts een einde
kunnen komen door het kweken van
voldoende stijlgevoel. Nu is het ons
zeer goed bekend dat handelsreizigers
met monsters op weg worden gestuurd,
maar voor zover wij weten hebben zij
die echt niet zelf gemaakt. En wat cle
verkopers betreft: dat zijn geen ont
werpers maar afzetters, hetgeen wil
zeggen dat zij er naar streven een zo
groot mogelijke afzet te behalen. Ter
camouflage van hun op winst gerichte
bedoelingen spreken zij echter meestal
van omzet. Daar betalen zij dan ook
belasting voor. Overigens behoeven wij
ons persoonlijk van die hele redenering
niets aan te trekken, daar wij niet tot
het grote publiek behoren, maar tot het
kleine. Als de maat van onze' schoenen
tot bewijs mag dienen, die bedraagt in
de wandeling 41. Ge kunt ons dus over
het hoofd zien.
Maar enfin, er zijn op deze expositie
foto's van alles en nog wat te bestu
deren, van het ingewikkeldste nagel
vijltje tot de eenvoudigste wolkenkrab
ber. Intussen begrijpen wij niet wat men
in Zwitserland nu eigenlijk met wolken
krabbers wil doen. Geven de Alpen mis
schien geen reden tot tevredenheid
meer? Wij herinneren ons in dit verband
het verhaal van een kolossaal rijke
Amerikaanse tourist, die geheel Europa
was doorgetrokken zonder ook maar er
gens iets te vinden dat zijn bewondering
kon oogsten. De wanhopig geworden
gids nam hem tenslotte mee naar Lau
sanne en probeerde hem te overtuigen
van de schoonheid der besneeuwde top
pen en idyllische dalen. Doch de Ame
rikaan was alles behalve onder de in
druk en liet zich zelfs door het avond
rood niet imponeren. Hij uitte zijn mis
noegen tenslotte in één vraag: „Als je
nu al die bergen en die paar meertjes
wegdenkt, wat hou je dan nog over?"
We kunnen het niet helpen, doch we
moeten nog even op die tentoonstelling
terugkomen. Men vindt daar ook heel
mooie plaatjes van vérstrekkende olie
pijpleidingen en ranke hoogspannings
masten. Nu zou men zich wel kunnen
afvragen wat het grote publiek hier in
de practijk van het leven aan heeft,
doch wie op zulke kleinigheden let is
een kniesoor. Het gaat immers om de
ontwikkeling van het stijlgevoel. Zo'n
rechte mast doet de mens onmiddellijk
beseffen hoe foeilelijk onze sparren en
beuken zijn.
Verder zagen wij een juweel van een
vatcn-droogrekjc, ditkeer niet gefoto
grafeerd, maar in natura. Mischien heet
zo'n ding anders, maai- het is bedoeld
om er na het afwassen bij voorbeeld
borden in te laten afdruipen. Dit is een
ingenieus bedacht apparaat om het bre
ken van eetgerei te verhaasten. Maar
wij zouden onze pen in zeepsop moeten
dopen om u de weelderige welvingen
der lijnen te beschrijven. Welk een ge
lukkig huwelijk van schoonheid en
rationalisatie!
Aluminium en hout, glas en porcelein
bleken de voornaamste grondstoffen te
zijn waar al deze gebruiksvoorwerpen,
zoals kurkentrekkers en vliegtuigen,
haarborstels en hijskranen, kaasschaven
en betonstampers, van vervaardigd wor-
Er komt de volgende week' geeii\
enkel nieuw toneelstuk. Daarom
kondigen wij hier de hedenavond
beginnende reeks voorstellingen in
Hypokriterion aan van Jef Heyden-
daels dramatische fantasie „Revisie"
door de Amsterdamse Studenten
toneel-vereniging onder regie van de
schrijver.
De Nederlandse Opera vertoont Don
derdagavond „La Bohème" van Pilc-
cijii, gevolgd door het ballet „Jeux
d'enfants" Kinderspelen)
Van de nieuwe films noemen wij
„Liefde aan de Seine" in Rialto en
Rex, het eerste Amerikaanse optre
den van Micheline Presle. Wie van
Jean Kent houdt kan haar zien als
„Een vrouw van slechte reputatie"
in Plaza en wie de boeken van Vicki
Baum waardeert kan in City de ver
filming van „Hotel Berlin" aanschou
wen.
Dinsdagmiddag wordt in de grote
hal van het Indisch Instituut aan de
Linnaeusstraat een tentoojistelling
geopend van exotische instrumenten
onder de titel „Melodie der tropen".
Er worden muzikale demonstraties
bij gegeven.
Zaterdag en Zondag is er in het
Concertgebouw respectievelijk een
volksuitvoering en een gewone uit
voering van de Matthaus Passion van
Joh. Seb. Bach onder leiding van
Hein Jordans. De Christus-partij
wordt gezongen door Laurens Bogt-
man, die van de Evangelist door Pe
ter Pears. Verdere vocale solisten
zijn: Jo Vincent, Annie Hermes, Han
le Fèvre en Leo Rommerls. Mede
werking verlenen het Concertgebouw
Orkesthet Amsterdamse Toonkimst-
koor en het jongenskoor van Zang-
lust
Maandag is er een generale repetitie
van dezelfde Matthaus Passion, die
Dinsdag ten gehore wordt gebracht
door de Koninklijke Christelijke
Oraloriumvereniging onder leiding
van Simon C. Jansen met medewer
king van het Utrechts Stedelijk Or
kest. Dan zijn de solisten: Jo Vincent,
Annie Woud, Han le Fèvre, Albert
Dana, Peter de Vos en Piet Tra.
In de kleine zaal van het Concert
gebouw zingt Naomi Ornest met be
geleiding door Jolian Otten, piano,
Zondagavond aria's en liederen.
Maandagavond concerteren de vio
liste Brigitte H. de Bcaufond en de
pianiste Francoise Dorcau. Zij spelen
ionates van Mozart en Debussy. Dins
dagavond treedt de pianiste Carolyn
Elder op.
In het Stedelijk Museum is dezer
dagen een tentoonstelling geopend
van werken van tien Belgische
beeldhouwers, onder wie Meunier,
Constant Permekc, Rik Wouters en
Josef Cantré. In de bovenzalen van
de Moderne Boekhandel wordt een
expositie gehouden, die gewijd is aan
de kunst van het edelsmeden.
den. Dit alles mochten wij constateren
in een bezoek van nog geen drie minu
ten. Toen konden wij onze ogen niet
meer geloven. Overmand door emoties
renden wij naar buiten. Op het affiche
lazen wij nog juist dat het geheel is
ontworpen en ingericht door de heer
Max Bil, architect. BOEDA.
Bij cle getrouwheid welke de zangers en
zangeressen hebben ten opzichte van de
liederen op Duitse tekst is het verwonder
lijk dat een componist als Carl Löwe aan
hun aandacht ontsnapt. Moet ik toegeven
aan de boosaardige gedachte, dat zij elkaar
alles nazingen? Hebben zij nauwkeurige
studies van Löwe's Balladen gemaakt en
toen deze muziek verworpen? Waarop zou
dan zo'n veroordeling gegrond zijn? Is het
genie van Löwe minder romantisch dan de
liederen van Schubert, Schumann en
Brahms? Of is het juist te romantisch? Kan
het misschien zijn dat Löwe's muziek bij
zondere eisen stelt, welke men maar liever
vermijdt? Ligt er in de eisen van het
ensemble met cle pianopartijen dezer liede
ren een aparte moeilijkheid?
Laten we eens aan de laatstgenoemde
kwesties op de eerste plaats onze aandacht
schenken. Het staat vast dat er in het al
gemeen veel te veel gedacht wordt dat een
lied een solo is met begeleiding. Bij een
goed lied is dit niet het geval; een goed
lied is een duo, waarbij cle pianopartij niet
minder belangrijk is clan de zangpartij. Het
is zéér onartistiek een zangpartij te stu
deren en voor het concert een pianist te
huren die dan „volgzaam" de instrumentale
partij aan de „solo" mag toevoegen. Deze
gang van zaken komt in de concertpraktijk
maar al te veel voor. „Begeleiden" bij goede
liederen is een onding. Geen enkele violist
zal er over denken cle eerste vioolpartij van
een strijkkwartet te studeren en dan tegen
de avond van het concert drie andere in
strumentalisten verzoeken de andere par
tijen er volgzaam bij te spelen. Kamer-
muziek-spelers hebben een veel beter
artistiek verantwoordelijkheidsgevoel dan
zangers en zangeressen, die zich veel te
vaak gedragen als handelsreizigers in solo
partijen. Zij begrijpen hun dienende taak
niet en denken meer aan zichzelf dan aan
de muziek. Zij zorgen voor hun techniek en
verleiden het publiek met hun stem. Zij
begrijpen niet wat een ensemble is; zij be
grijpen niet wat een lied is.
Ik las dezer dagen eens in de Balladen
van Löwe en bewonderde de ras-echte
muzikaliteit en de uitdrukkingskracht van
deze kunst. Bepalingen van ouderwetsheid,
van moderniteit, van verouderen of actueel
zijn, krijgen geen kans als men een posi
tieve artistieke betekenis constateert. Welk
een gebied voor twee artisten ligt in deze
muziek uitgespreid! Welk een ensemble
valt hier voor zangstem en piano te stu
deren. Deze balladen zijn kleine opera's,
die men samen opvoert en waarbij cle fan
tasie der beide artisten een klinkende
werkelijkheid oproept, welke direct de fan
tasie der hoorders levendig maakt. Aan
ieders techniek worden speciale eisen ge
steld, die overigens tot het vak van de
artist behoren.
Deze Carl Löwe (Duitsland, 1796-1869)
moet een belangrijk man zijn geweest. Hij
maakte zeer goede studies als musicus,
maar verdiepte zich ook in de theologie
aan de universiteit van Halle. Het schijnt
dat hij als kind een zeer bijzondere
sopraanstem heeft gehad. Koning Jeróme
van Westphalen had daadwerkelijke be
langstelling voor hem. Gedurende zeven
tien jaren reisde hij door vele landen,
maar later stond hij buiten het muziek
leven. Sinds 1818 heeft hij gecomponeerd.
Er moeten meer dan honderdveertig, wer
ken van hem uitgegeven zijn. Hij schreef
klavierstukken, opera's, symphonieën, can
tates, oratoria, liederen en balladen. Boven
dien publiceerde hij een „Gesanglehre" en
op het gebied van de Kerkzang een
„Methodische Anweisung zum Kirchen-
gesange".
Van dit alles zijn mij alleen de Balladen
bekend. Ik noem er enkele: Edward, Herr
Oluf, Die Mohrenfürstin, Archibald Dou
glas, Tom der Reimer, Die wandelende
Glocke. Ik geloof wel dat Löwe een minder
avontuurlijke jeugd had dan Carl Maria
von Weber. maar als ik de Balladen lees
kan ik een vergelijking niet van mij afzet
ten. De muziek van deze beide componisten
heeft een zekere dramatische bohémien-
aard die men bij andere Duitse meesters
niet vindt. Zowel voor pianisten als voor
zangers moet het toch iets heerlijks zijn om
de actie in deze muziek te laten klinken.
Waar zijn de troubadours, de trouvères
onder de zangers? Ik herinner mij Georg
Henschel clie in zijn eentje als ensemble
optrad: hij zong en speelde de Balladen. Dit
is bijna veertig jaar geleden; hoe staan
thans de zaken? Zijn de zangers en zange
ressen te plechtig, te degelijk, te secuur om
met Balladen op stap te gaan? En hoe
denken de pianisten daar over? Reeds om
het bestaan van liederen van Hugo Wolf en
de Balladen van Löwe is het de moeite
waard ensemblestudies te maken. „Het
grote publiek zal het niet willen", is de op
merking die ik al hoor aankomen. Deze
weinig eervolle gehoorzaamheid is dan be
slissend. Maar ik zou toch niet graag aan
jonge musici aanbevelen in deze geest de
kunst te beoefenen. Twee zaken zijn van
belang: een voortdurende technische studie
en een ongestoord idealisme. Op deze fun
damenten staande kan men het publiek de
waarheid zeggen.
HENDRIK ANDRIESSEN
Op een bijeenkomst van crediteuren van
de Oudewaterse bank N.V. is medege
deeld, dat er complicaties zijn gerezen ten
aanzien van de overeenkomst, die verleden
jaar tot stand was gekomen tussen de
Amsterdamse Bank en een door de credi
teuren benoemde commissie. Deze overeen
komst werd destijds door de burgemeester
van Oudewater aan de commissie voorge
steld, doch naar later door de directie van
de Amsterdamse Bank is medegedeeld,
zou de burgemeester door de Amsterdam
se Bank niet gemachtigd zijn geweest
tot het doen van dit voorstel.
Naar de commissie mededeelde, zal zij
de hieruit ontstane situatie met haar juri
dische adviseur bespreken. Zij heeft echter
de voorlopige indruk, dat er om deze kwes
tie te regelen een tweetal processen aan
hangig zal moeten worden gemaakt. De
commissie wil uiteraard trachten de im
passe op andere wijze te overwinnen, doch
zij verzocht de vergadering haar reeds
mandaat te verlenen, hetgeen ook geschied
de.
Op de vergadering werd nog medege
deeld, dat behoudens nieuwe complicaties
de curatoren hopen in October in staat
te zijn een voorlopige uitkering van 35
procent te doen. Er is een bedrag van ruim
één millioen gulden beschikbaar. Een be
langrijk gedeelte hiervan zal echter waar
schijnlijk aan Rechtsherstel en de fiscus
moeten worden afgestaan.