-Clowntje Riek
PAULINE
Tekort bedraagt bijna een millioen
De geestelijke verzorging van de militair
LOCOMOTIEF
RIJWIELEN
DONDERDAG 29 MAART 1951
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Haarlemse raad behandelt begroting
Algemene beschouwingen
„Dramatisch schimmenspel"
Drie punten
Aan
de Kwarfaalabonnés
Moeilijke taak voor de
regering en de gemeente
Enige wensen
Ongunstige tijd van
behandeling der begroting
Uitverkoop van gronden
en huizen
Dank voor het vertrouwen
Tekort is weer gestegen
Geen reden, om over te gaan
tot verkoop van huizen
Optimistische klanken over
industrie.terreinen
Algemeen beheer
Vereniging Haarlem-Zuid-West
Voor de kinderen
TROUWAUTO'S
Garage Bouckaert
Ds. E. Pot vijf en twintig jaar
Nederlands Hervormd predikant
Georgette Hagedoorn trad op
voor de Volksuniversiteit
FEUILLETON
Nadat de gemeenteraad van Haarlem Woensdagmiddag besloten had tot het aangaan
van een rekening-courant-overeenkomst met de N.V. Bank voor Nederlandse Ge
meenten en met de Amsterdamse Bank N.V. werd begonnen aan de behandeling
van de begroting van inkomsten en uitgaven der gemeente Haarlem voor de dienst
van 1951. De wethouder van financiën, de heer Bakker, heeft meegedeeld, dat het
tekort zal stijgen tot een klein millioen gulden, dat de uitgaven sedert 1940 verdubbeld
zijn en dat de bedragen voor subsidies van 88.000 (1940) gestegen zijn tot 469.000
voor het lopende dienstjaar.
De heer A 1 b r e c h t (Arbeid) opende
de algemene beschouwingen en merkte op,
dat over de behandeling van de begroting
de kommervolle tijd hangt. Uit de rege
ringsverklaring is gebleken hoe moeilijk de
tijd is. Moge de offers, welke aan het
Nederlandse volk gevraagd worden, zin
hebben. De oorzaak van de tijdsomstandig
heden moet, volgens spreker, gezocht wor
den achter het ijzeren gordijn. Sprekende
over Haarlem herinnerde de heer Albrecht
aan het nut van de werkzaamheden van
het sociografisch bureau en aan die van de
stichting tot bevordering der industrie
terreinen. Hij zei, dat de taak van de wet
houder van Financiën er niet gemakkelijker
op geworden is door de invoering van de
loonronde en het stijgen der prijzen. Moge
hij succes boeken bij de pogingen om het
tekort te dekken. Gelukkig noemde spre
ker het, dat er in de subsidiepolitiek geen
wijziging is gekomen. Er blijkt een goede
samenwerking te bestaan tussen de over
heid en sociale en culturele instellingen,
dank zij morele en financiële steun van
de overheid. Hèt aankweken van de bur
gerzin dient nog meer gestimuleerd te
worden. Is het niet mogelijk te bevorderen,
dat meer stadgenoten de debatten van de
openbare raadsvergaderingen volgen? (Op
de publieke tribune had één bezoeker
plaats genomen.)
Spreker besloot met te zeggen, dat de
gemeente ondanks de moeilijke omstandig
heden en ondanks het feit, dat wij leven
in een tijd, waarin de mens snakt naar
vrede, vrijheid en welvaart, een bijdrage
kan verlenen en wel in directe samenwer
king met de bevolking.
„Ik zie in het behandelen van raads
voorstellen een dramatisch schimmenspel"
merkte de heer Schippers (K.V.P.) op.
„Wij spelen daarbij als het ware toneel".
Geld, om initiatieven te nemen, is er niet.
Er is reeds gebleken, dat er van de autono
mie van de gemeente niets is overgebleven.
Uitkeringen, welke het rijk had toegezegd,
zijn niet gedaan. Het bedrag van de be
groting is voor een groot gedeelte bestemd
voor lonen en wettelijke lasten. Heeft het
nog zin, dat Haarlem beschikt over een
gemeenteraad? Kan men niet beter spreken
van de wijkraad Haarlem? De uitgaven
van de begroting vragen gelden voor de
leniging van de woningnood, voor uitbrei
ding van het onderwijs-apparaat door toe
name van het aantal leerlingen, voor de
bedrijven, voor verbetering van de in
dustrieterreinen en voor het ter beschik
king hebben van arbeidskrachten. B. en W.
zullen in de toekomst de begrotingsposten
opnieuw moeten bestuderen door de ge
wijzigde omstandigheden. Daarom zijn
suppletoire begrotingen te verwachten.
Heeft het daarom zin de begroting thans
te behandelen?
Voorts besprak de heer Schippers de
samenwerking met de andere raadsfrac
ties. Volgens hem besteden deze niet altijd
voldoende aandacht aan de belangen van
het R.K. deel der bevolking. Sprekers
fractie wil loyaal samenwerken als het gaat
om de belangen van niet-Katholieken en
daarom verwachtte spreker ook steun en
medewerking van andere fracties, als het
gaat om de belangen van de R.K. bewoners.
Tenslotte gaf spreker in overweging de
subsidies te splitsen in het verlenen van
gemeentelijke bijdragen en van bijdragen
in tekorten.
Mevrouw mr. Scheltem a-C o n r a d i
(V.V.D.) bracht drie punten ter sprake,
namelijk beperking van de overheidsbe
moeiing, bevordering van het vrije bedrijfs
leven en het stimuleren van de verant
woordelijkheid van de burgers.
De financiële toestand van Haarlem
noemde spreekster verontrustend. De uiter
ste zuinigheid is geboden. De midden-
Door het abonnementsgeld voor het
tweede kwartaal 1951 thans te gireren
bespaart U incassokosten.
U kunt het bedrag ad. f 5,20 (voor
abonnés die de krant per post Ont
vangen f5,70) storten of overschrij
ven op postrekening 273107 ten name
van Haarlems Dagblad of op één
van onze rekeningen bij de Am-
sterdamsche-, Twentsche- of Rotter-
damsche Bank te Haarlem.
Als U er prijs op stelt, dat het abon
nementsgeld voortaan automatisch
van Uw girorekening wordt afge
schreven. wilt U dan een machti
gingsformulier aanvragen bij onze
administratie?
klasse zal het in het bijzonder moeilijk
krijgen. De sommen bestemd voor hen die
geen sociale zekerheid hebben of geen pen
sioen genieten, zullen steeds stijgen en
zeer groot worden. Aan de betrokkenen
dient aandacht te worden besteed. Spre
kende over de subsidies zeide spreekster,
dat men wel eens de indruk heeft, dat als
een organisatie op de lijst van subsidies
staat, dit een bewijs van erkenning en
waardering betekent. Zo mag het verlenen
van een subsidie niet gezien worden. Er
moet geen subsidie gevraagd worden, als
het niet nodig is.
De heer Spek (A.R.) constateerde dat
de financiële situatie van rijk en gemeente
benauwend is. De geraamde extra bijzon
dere uitkering, die eigenlijk een tekort is_,
zal mede door de loonsverhoging van 5
procent, die ook voor het overheidsperso
neel doorgevoex-d zal moeten worden en
andere verhogingen, z.i. thans op ongeveer
850.000 moeten worden geraamd.
De gemeente zal dus de uiterste sober
heid hebben te betrachten bij haar uitga
ven. Spr. drong er op aan de sociale en
culturele uitgaven zo lang mogelijk te
sparen. Spr. becritiseerde verder de inhoud
van het wetsontwerp tot verlenging van
de tijdelijke regeling van de financiële
verhouding tussen rijk en gemeenten.
Krachtens dit ontwei-p zou aan de gemeente
belangrijke bedragen worden uitgekeerd
namelijk 4>/s millioen uit het gemeente
fonds 1948-1950 en de vrije beschikking
over 1 millioen, eveneens uit dit fonds over
1947. Ook de fixering van de uitkering
wegens Ondernemingsbelasting is een on
voldoende compensatie. Op deze wijze is
het de gemeente onmogelijk een sluitend
budget te krijgen.
De voorgestelde regeling zou verlam
mend werken voor de eigen verantwoorde
lijkheid der gemeente. Spreker hoopte dat
het verzet, dat allerwege bij de gemeenten
tegen dit wetsontwerp is gerezen, er toe
zou leiden, dat het door de Staten Generaal
niet aanvaard wordt.
Met waardering sprak de heer Spek over
de wijze waarop de nieuwe Stichting het
werk der industrialisatie heeft ter hand
genomen.
De heer Mol (Comm.) somde eerst enige
wensen op. Haarlem heeft nodig zwem
baden, meer ziekenhuisruimte, een kinder
crèche, een kinderhuis, enzovoort. De re
gering stelt de gemeente daartoe niet in
staat; zij wil de belastingopbrengst reser
veren voor bewapening. De heer Albrecht
heeft gesproken over werkzaamheden ach
ter het ijzeren gordijn. Volgens spreker
zoekt hij de plaats, waar propaganda voor
de ooi-log gemaakt wordt, op de verkeei-de
plaats. In Rusland is het maken van oor
logspropaganda verboden. Daar gaan de
prijzen omlaag en de lonen omhoog. Vooi'ts
bespi-ak hij de onjuiste politiek ten aanzien
van de industrialisatie en herinnerde daar
bij aan de verhuizing van de fabriek van
Beijnes.
Mr. Wensing (C.H.) noemde de tijd
van behandeling der gemeentebegroting
zeer ongunstig, omdat zij geschiedt in een
tijd, dat veel op losse schroeven is komen
te staan. De uitgaven stijgen en de inwo
ners kunnen niet meer lasten opgelegd
worden. Het is noodzakelijk, dat de bijzon
dere bijdrage verhoogd wordt. Is dat be
drag voldoende om het stijgende tekort te
dekken? Er zal bezuinigd moeten worden
op de gewone dienst, maar door de vele
vaste lasten zal het niet gemakkelijk zijn.
De taak van het college van B. en W. is
zwaar en spreker hoopte, dat het die goed
zal vervullen.
De heer M e n s n k (Arbeid) hield een
financiële beschouwing, waarin hij op-
merkte, dat de regering geen wantrouwen
mag hebben in het beleid van het ge
meentebestuur.
De heer Fibbe (V.V.D.) meende, dat
er aanleiding is een uitverkoop te houden
van huizen (b.v. nabij de Tuinwijklaan) en
van grond (aan de Wilhelminastraat en de
Damstraat).
De voorzitter, burgemeester mr.
Cremers dankte de raadsleden voor het
vertrouwen dat zij in het college stellen en
zei, dat dit blijk het werk van B. en W.
zal vei-gemakkelijken. Voor het houden van
een burgerdag is een post op de begroting
uitgeti-okken. B. en W. zijn er nog niet toe
ADVERTENTIE
J. TIMMERMAN - HAARLEM
Rijksstraatweg 88 - Tel. 25970
ovex-gegaan burgerdagen te houden, omdat
de ervaringen in andere gemeenten niet
gunstig waren. Op het ogenblik wordt aan
inwoners, die drie en twintig jaar worden,
een boekje aangeboden. Overwogen kan
worden wat meer te doen, om de burger
zin aan te kweken.
Wethouder Bakker (A.R.) zei, dat de
financiële toestand der gemeente zorgelijk
is. Toch slaat Haarlem in verhouding met
andere gemeenten niet zo'n gek figuur.
Toen B. en W. de begroting aanboden was
er een tekort van 437.000. Utrecht had
in het najaar een tekort van 700.000;
Leiden 900.000; Amsterdam 2.000.000;
en Den Haag 5.000.000. Dezer dagen is
een suppletoire begroting verschenen waar
in vermeld staat, dat het tekoi-t in Haar
lem gestegen is tot 525.000. Daax-bij komen
door de maatregelen van de laatste dagen
bedragen van 360.000 (loonronde) en
70.000 (uitkering steun). Het tekort zal
daardoor stijgen tot een klein millioen
gulden.
In 1940 gaf de gemeente een bedrag van
11.887.000 uit, in 1950 van 20.200.000 en
in 1951 vermoedelijk een bedrag van
22.400.000. In tien jaar zijxx de uitgaven
verdubbeld. Het indexcijfer is in de loop
van deze jaren tot 220 gestegen.
Volgens spreker kan daarom gezegd wor
den, dat het gemeentelijk financieel beleid
verantwoord is. De toestand wordt echter
steeds zorgelijker. In 1952 vraagt bijvoor-
beeld onderwijl een bedrag van 285.000
meer dan in 1951 en in 1953 372.000 meer.
Spreker vervolgde, dat de bijzondere uit-
kex-ing van het rijk een sluitpost is. Daar
over verkeren wij nog in het onzekere. Was
het bedi-ag bekend, dan kon de begroting
gewijzigd worden. De gemeente mag niet
beschikken over een rijksuitkering van
1947 en over de bijdragen van 1948 tot en
met 1950 bestaat nog geen zekerheid. Het
is dus voor een college van B. en W. moei
lijk om te werken.
Bij de uitvoering van werken stuiten de
gemeenten op grote moeilijkheden, omdat
het niet gemakkelijk is leningen te sluiten.
In deze raad zijn de laatste acht maanden
geen voorstellen gedaan om leningen te
sluiten. Het bouwen van woningen moet
echter doorgaan en plannen voor de bouw
van complexen van 300 en 500 woningen
zijn gereed. Voor de werken, welke in uit
voering zijn, is een bedrag van 8l/2 mil
lioen gulden nodig en voor de naaste tóe
komst één van 5l/2 millioen. Bij het doen
van uitgaven moet zeer voorzichtig te werk
worden gegaan.
De bedragen voor subsidies zijn aanzien
lijk gestegen. In 1940 is een bedrag van
88.000 uitgegeven en voor 1951 wordt
469.000 gevraagd. Er moet voorzichtig ge
werkt worden, maar toch woi-den geholpen,
als het nodig is.
Wethouder Angenent (K.V.P.) deelde
de heer Fibbe mee, dat de gemeente 1346
woningwetwoningen bezit, welke niet ver
kocht kunnen worden, 86 woningen aan en
nabij de Tuinwijklaan, welke gebouwd zijn
met een bijdrage van het rijk van 490.000
en verkocht kunnen worden met medewer
king van het rijk, hoewel de opbrengst niet
hoog zal zijn, omdat de woningen gebouwd
zijn op erfpachtsgrond en verder 137 wo
ningen, welke gekocht zijn voor sanering
van het Rozenprieel, van de Delftstraat, de
omgeving van de Bakenessergracht en de
De Witstraat. Het zou onverstandig zijn
deze te vei-kopen.
Wethouder Happé (Arbeid) zeide op
timistisch te zijn ten aanzien van de in
dustrie-terreinen welke i-endabel zullen
zijn. Hij heeft vertrouwen in het Neder
landse bedrijfsleven, dat ongetwijfeld met
plannen zal komen. Er is gesproken over
de huisvesting en spreker was het eens
met die leden, die gezegd hebben, dat de
moeilijkheden nog groot zijn.
Bij de replieken mei-kte de heer Al
fa r e c h t op, dat de heer Schippers de raad
onrecht aangedaan heeft door mee te
delen, dat andere fracties niet loyaal mee
werken. Alleen op zakelijke gronden zullen
zij wel eens een andere mening hebben
dan de R.K. fractie.
De heer Schippers diende de volgen
de motie "in, welke ook ondertekend was
door de heren Albrecht, Spek, Mol, Wen
sing en mevrouw Scheltema: „De raad, van
oox-deel, dat het voor een behoorlijk beheer
van de gemeente noodzakelijk is te kunnen
beschikken over alle haar bij de wet toege
kende bijdragen uit het Gemeentefonds,
dat een goed beheer onmogelijk wordt, in
dien al of niet door wetswijziging hierin
veranderingen worden gebracht, spreekt
zijn verontrusting uit over het aanhangige
wetsontwerp, betreffende de financiële ver
houding waarbij-aan de gemeente toe
komende bijdragen met terugwerkende
kracht worden gereserveerd of onder be
perkende bepalingen worden uitgekeerd,
verzoekt het college van B. en W. zich
tegen iedere aanslag op rechtmatige aan-
spi-aken te verzetten en deze motie ter
kennis te brengen van de regering en van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal".
Met algemene stemmen werd de motie
aangenomen.
Bij de behandeling van het hoofdstuk
„algemeen beheer" werden vragen over
personeelsaangelegenheden gesteld en over
het fotogx-aferen tijdens huwelijksplechtig
heden op het stadhuis.
Deze vragen zullen in .de hedenmiddag
te houden vex-gadering worden beantwoord.
Ter inleiding van de viering van het
twaalf-en-halfjarig bestaan van de Vere
niging ter behartiging der belangen van
de bewoners van Haarlem-Zuid-West is
een huisvlijttentoonstelling gehouden,
waarvoor grote belangstelling bestond. Er
waren achthonderd bezoekex-s(sters). Een
der buurtbewoners, mevrouw Hanna Deen-
Barug, beeldhouwster, heeft de vereniging
een relief aangeboden, gemaakt ter nage
dachtenis van de oorlogsslachtoffers in het
Zuid-Westelijk deel der stad. Het relief zal
in een te ontwerpen monumentje worden
geplaatst.
In het P.I.T. werken alle Protestantse kerken samen
De weihoudcrB van Heemstede, de heren
E. J. van Lent, mr. R. C. Bakhuizen van den
Brink en H. J. W. B. Disselkoen, zullen in
plaats van op Woensdag 4 April, hun spreek
uur houden op Donderdag 5 April.
Daar lag Rick.... Hij probeerde op te staan, maar hij kon niet.... Wat deed z'n
knie pijn!
Maar de anderen hadden het lawaai ook gehoord. Bunkie was de eerste, die verschrikt
de gang in kwam lopen.
„Rick!", riep hij, wat is er?" „Ben je van de trap gevallen?"
Rickmet tranen in de ogen, knikte.
„Doet het pijn, Rick? Kun je niet opstaan?"
„Nee", snikte Rick. Mijn knie doet zo verschrikkelijk zeer!"
Toen kwam ook oom Tripje verschrikt toegelopen. Hij knielde bij Rick neer.
„Maar, Rickhoe kon dat nu gebeuren? Stil maar, ik zal je voorzichtig op bed
leggen en de dokter waarschuwen.Beweeg je maar zo weinig mogelijk!" Hij
schoof zijn armen onder Ricks schouders en benen en droeg hem naar bed, waar hij
hem zachtjes neerlegde.
Toen ging hij gauw de dokter opbellen.
Het Protestants Interkerkelijk Thuis-1
front, dat de geestelijke verzorging van de
militairen op zich genomen heeft, werd ge-
ï-eorganiseerd. Er is een samenwerking van
alle kerkelijke stromingen verkregen, waf
zoals ds. W. G. Harrestein uit Amster
dam, die een persconferentie leidde, op-
merkte een gelukkige omstandigheid is.
Bij alle kerkelijke verdeeldheid is er nu
althans één terrein waar volledige eensge
zindheid verkregen is.
Uit hetgeen verder door ds. Harrestein
en ook door andere sprekers, die organisa
ties vei'tegenwoordigen welke in het P.I.T.
samenwerken, werd medegedeeld blijkt,
dat men, voor een belangrijk, maar helaas
in financieel opzicht, ook voor een moei
lijke taak staat. Het rijk betaalt de leger
en vlootpredikanten (de honorering is zo
laag dat verschillende kerken nog moeten
subsidiëren) maar willen die met vrucht
kunnen werken, dan moeten zij ook ge
reedschap en materiaal hebben. Wat begint
de knapste timmerman als hij geen hout,
hamer en spijkers heeft? Zo kan een leger
en vlootpi-edikant niets doen, als hij aan
de mannen die zijn samenkomsten bezoe
ken geen bijbels en zangbundels kan geven.
Daarnaast is er nog aan veel meer lectuur
behoefte. Couranten, weekbladen, tijd
schriften, boeken, enzovoort. Alleen het
leger geeft voor lectuur per jaar 100.000
uit.
Veel geld eisen ook de militaire tehuizen.
Er zijn er thans in ons land een veertigtal.
Maar daaronder zijn er die nodig gemoder-
niseerd moeten worden. Ook moeten er nog
meer tehuizen komen. Alleen in de West
staan er drie op het bouwprogramma. Daar
voor is 150.000 nodig. Bovendien moeten
er voorzorgen getroffen worden om ook
tijdelijke tehuizen te stichten in Duitsland
ais daarheen grote groepen Nederlandse
jongens gaan om opgeleid te worden omdat
er geen plaats genoeg is in de garnizoenen
in Nederland.
In het Zuiden van ons land zijn veel mi
litairen gelegerd. De jongens van Pro
testantse huize hebben daar veelal weinig
aansluiting met de bevolking die overwe
gend R.K. is. Daarom is er in het bijzonder
beneden de Moerdijk een sterke behoefte
aan Protestantse Tehuizen.
Er zijn nu meer militairen onder de wa
penen dan in normale tijden, terwijl ook
de diensttijd verlengd is. Dat alles maakt
het nodig dat ook de geestelijke verzorging
moet worden uitgebreid. Veel is al gedaan
om de leiding der tehuizen te verbetei-en.
De tijd is voorbij dat daar volstaan kan
worden met een bejaard echtpaar, dat een
stichtelijk woordje kon spreken en kopjes
koffie schenken. De eis van de tijd is daar
goede jeugdleiders aan te stellen. De er-
Varing is dat een tehuis staat en valt met
de leiding. In het algemeen is het bezoek
in de tehuizen evenwel zeer goed. Enige
honderdduizenden behoren tot de geregelde
bezoekex-s. Daaronder zijn ook vele buiten-
ADVERTENTIE
Mooier dan elders en.... niet duurder.
Rozenstraat 9 - Telefoon 19992
Ds. E. Pot vierde gisteren onder grote
belangstelling zijn vijf-en-twintig-jarig ju
bileum als predikant der Nederlands Her
vormde Kerk. Sinds 1946 is ds. Pot in
wijk V te Haarlem werkzaam.
Tijdens een druk bezochte receptie in het
wijkgebouw aan de Jansstraat mocht de
jubilerende aominé ervaren dat velen zijn
werk in hoge mate waarderen. In de kwis
tig met bloemen en gi'oen versierde club
kamer kwamen onder meer hun opwach
ting maken: het college van Nederlands
Hervormde predikanten uit Haarlem en
omgeving, vertegenwoordigex-s van het col
lege van diakenen, kerkvoogden, ouderlin
gen en tal van gemeenteleden. Voorts wa
ren afgevaardigden van Nederlands Her
vormde organisaties aanwezig.
's Avonds werd tijdens een druk bezoch
te wijkavond een geschenk in enveloppe
namens de bewoners van wijk V aangebo
den door de heer P. W. Breemer, diaken.
De heer G. H. Schmidt, Wijk-ouderling, die
de bijeenkomst opende, memoreerde het
vele werk dat ds. Pot in het belang van de
wijk had verricht. Hij spoorde de aanwezi
gen aan om de jubilerende voorganger als
bewijs van ex-ken telijkhe id een geschenk
aan te bieden in de vorm van een hechte
samenwerking, teneinde de zware taak die
op de schouders van de predikant is ge
legd te helpen verlichten.
Ds. 'Pot dankte hierna voor de vele be
wijzen van belangstelling die hij had ont
vangen en gaf de aanwezigen de verzeke
ring dat hij zijn werk onvermoeid en met
grote ijver zou voortzetten.
Het duo Wies Bürmeister, viool en Gerry
Vunderink, piano, omlijstte de feestelijk
heid met stemmige muziek.
Ds. Pot hield tot slot een causerie over
zijn pastorale ervaringen.
kerkelijken", maar ook die voelen zich daar
steeds meer thuis, want er wordt gezorgd
voor een gezellige huiselijke sfeer, hoewel
die toch een christelijk karakter draagt.
Het P.I.T. heeft slechts twee bronnen
van inkomsten, die beide slechts ééri keer
in het jaar vloeien. Deze zijn een collecte
in de kerken en een straatcollecte. Bij
elkaar moeten die, wil het werk geregelde
voortgang kunnen hebben, vele honderd
duizenden guldens opbrengen.
Het werd beschamend genoemd dat de
kei'kcollectie in 1950 slecht 20.000 op
bracht. Nu wordt op niet minder dan
120.000 gerekend.
Alle sprekers, ook de hoofdlegerpredi-
kant ds. A. T. W- Kluis en de hoofdvloot-
predikant ds. J. H. Sillevis Smitt, wezen
op de tekortkomingen die de kerken tot
heden getoond hebben. Zij drongen aan op
veel meer activering in dit opzicht.
In Haarlem en omgeving
In Haarlem is het Christelijk Tehuis voor
Militairen aan de Jansweg vergroot en
gemoderniseerd. De heropening zal dezer
dagen plaats hebben. De vereniging die dit
Tehuis verzorgt staat daardoor voor zeer
grote financiële zorgen. Daarom heeft het
P.I.T. daarbij medewerking verleend door
goed te vinden dat de kerk- en straatcol
lecte die dit jaar in Haarlem, Heemstede,
Bloemendaal, Bennebroek en Zandvoort
gehouden wordt geheel ten goede komt aan
het militair Tehuis in Haarlem.
In andere gemeenten in Zuid Kennemer-
land Velsen, Beverwijk, Heemskerk,
Casti-icum, Haarlemmerliede, Haarlemmer
meer, Hillegom en Lisse wordt dus wel
door het P.I.T.zelf gecollecteerd.
De elegante muze vond Woensdagavond
een gezellig tehuis in de Renaissancezaal
van het Frans Halsmuseum. De schimmen
van de oude regenten die, naar ik ver
onderstel, in het eerwaardige gebouw nog
steeds ronddwalen, zullen wel een beetje
geschrokken zijn van wat er nu weer stond
te gebeuren in hun domein, waar pruike
rige plechtstatigheid eeuwenlang opper
machtig geheerst heeft. Maar Georgette
Hagedoorn, die deze avond met behulp
van haar pianist Pierre Verdonck de ele
gante muze in deze statige omgeving bin
nen leidde, bezit het vermogen om alles en
allen naar haar hand te zetten; waarom dan
ook niet de penaten van Haarlems histori
sche kunststempel? Haar humor mag wel
wat croquanter zijn dan die van Breero
en Starter, waar de gepruikte heren inder
tijd met welgevallen naar luisterden en die
hen meer dan eens uit hun stijve plooi zal
geholpen hebben; maar juist dat croquante
van het Franse „esprit" waarvan Georgette
het geheim in pacht heeft, maakt haar hu
mor onweerstaanbaar. Ja, ze zet alles naar
haar hand, ze suggereert décors, costuums,
een heel toneelgezelschap; je vliegt met
haar naar Zuid-Amerika, je maakt per boot
een huwelijksreis mee en zo zit je weer
ergens in Amstei'dam vierhoog-achfer. En
die illusies zijn zo sterk, dat je er geen
besef meer van hebt, dat je eigenlijk in het
Frans Halsmuseum bent. Gezegende fan
tasie, die je zo zonder pas of deviezen kan
meenemen naar Parijs, om daar in een
cafétje de indrukken op te doen van het
leven van elke dag, het leven met zijn
jolige, zijn tragische, zijn pikante, zijn
poëtische aspecten.
O, die charmante muze! Hoeveel maskers
zou je wel niet hebben? Ik heb ze niet ge
teld, maar dit weet ik wel, dat ik geen twee
dezelfde Georgettes gezien heb. En hoever
reikt haar humor? Wortelt die ook nog in
de tragiek van de onverstoox-baarheid van
een ouderpaar bij het soldatengraf vari hun
zoon? Neen, want daar wordt het een
cynisch tijdsbeeld. Dat is geen humor meer.
Maar toch, wat een aangrijpende creatie
was dat!
Anderzijds stijgt Georgette Hagedoorn
ook boven de humor uit, als zij bijvoor
beeld een simpel Vlaams kinderliedje ver
tolkt, zingt, speelt, illustreert, in één woord
levend maakt. En zo reikt zij ook naar de
hoogste* dramatiek, wanneer zij het ge
beuren van Calvarië La passion du doux
Jésus uitbeeldt. Maar hoor en zie haar
dan weer in liederen uit Fi-iesland, Gro
ningen, Brabant, of zelfs als Katrijn uit
de poppenkast; elke toon en elke geste zijn
raak.
Wat zouden zangeressen en zangers van
deze humoriste veel kunnen leren! Ze zingt,
ze fluit, ze praat, en het is allemaal na
tuurlijk; geen ogenblik laat ze zich betrap
pen op een kunstmatig trucje. En Pierre
Verdonck doet daaraan mee op de piano,
zodanig dat zijn spel met de creaties van
Georgette één geheel vormen, gevoed met
dezelfde geest van humor, tragiek of
poëzie.
De leden van de Volksuniversiteit zullen
zich over deze avond van levendige kunst
niet beklaagd hebben. En het zou ons niet
verwonderen als de huisgeesten van het
Frans Halsmuseum van harte hopen dat
Georgette Hagedoorn met haar vleugel
adjudant Pierre Vei'donck weer eens gauw
terug komen.
JOS. DE KLERK
Een oorspronkelijke novelle
door B. Rijdes
1)
Pauline was geen mooie vrouw en even
min een gelukkige vrouw. Zij trouwde
weliswaar met de man, die zij hartstoch
telijk lief had, maar werd door hem ver
laten. Dat evenwel komt meer voor. En
haar geschiedenis zou dan ook een banale
geweest zijn, niet de moeite van het op
tekenen waard, als zij niet vervuld was
geweest van een zo grote liefde dat de
eenvoudige gebeurtenissen van haar leven
daardoor een zeer bijzondere glans kregen.
Zij ontmoette Paul voor het eerst in het
warenhuis waarin zij verkoopster was, op
een dag dat het regende. Hij had donker
haar en blauwe ogen, het contrast daar
tussen viel echter minder op door zyn
gaaf, wit gebit, dat als hij sprak onmid
dellijk de aandacht trok. Hij droeg geen
overjas en had een hoed op van bruin vilt,
waarvan de rand door de regen verfom
faaid was. Pauline zag hem maar kort. Hij
kocht een regenjas, koos na enige aarze
ling een heel goedkope, van een model
dat in serie vervaardigd werd. Toen hij
aan de kassa betaald had en bij haar terug
kwam, merkte hij niet op dat haar hand
beefde bij het aangeven van de jas, die
zij niet had hoeven in te pakken. Hij
schonk haar trouwens zo goed als helemaal
geen aandacht. Pas toen hij wegging, keek
hij haar een ogenblik oplettender aan en
zag zij in zijn blik de vluchtige erkenning,
ook bij haar niet zó aantrekkelijk uiterlijk,
van haar vrouwelijkheid. „Merci, made
moiselle. Au revoir". Hij lichtte de hoed,
en zij zag hem gaan naar de deur. Hij keek
niet meer om. Hij liep vlug. De verregende
hoed gaf hem de losse zwier van de kun
stenaar, een schilder of een toneelspeler.
De daarop volgende dagen meende zij
enige keren zijn hoed te herkennen tussen
de lioeden der vele binnenkomende heren.
Maar zij had haar standplaats ver van de
hoofddeur van het gebouw en zij vergiste
zich. Toch kreeg zij langzamerhand de
zekerheid, dat zij zijn gezicht niet verge
ten kon, ofschoon zij het slechts eenmaal
gezien had. Een knap, mannelijk gezicht,
dat haar in weinige uren verwonderlijk
bekend was geworden. Alsof zij jaren
lang, van haar jeugd af, met hem in de
zelfde straat gewoond had, in hetzelfde
huis, en zij hèm alleen herkend had, toen
hij het warenhuis was binnengestapt. De
gezichten uit zijn kind ex-jaren raakt men
immers niet meer kwijt.
De vierde dag begon zij de moed te ver
liezen. Zij begreep dat alleen de regen hem
de winkel had ingedreven, hij had een
jas nodig gehad om zich te beschutten.
Dat hij om haar terug zou komen had zij
overigens ook geen ogenblik verondersteld.
Maar zijn bezoek aan de herenafdeling,
voor de tweede keer, zou haar de gelegen
heid gegeven hebben waarop zij in stilte
hoopte, om haar herinnering te vergelijken
met de werkelijkheid, het gezicht onder
de bruine hoed waaraan de regen een
donkerder klexxr gegeven had. Het zou
daarom beter geweest zijn, dat zij hem de
tweede dag, of zelfs de derde nog, opnieuw
had ontmoet. Misschien had zij dan gezien,
dat zijn mond behalve de opvallend heldere
tanden geen andere aantrekkelijkheid be
zat dan een glimlach, die leeg bleef, en
dat zijn ogen niet de diepte hadden van
een mens die yeel weet, of sterk vermag
lief te hebben. Nu groef het beeld, dat zij
van hem behouden had, zich dieper in haar
en kreeg het trekken die slechts voor een
liefhebbende vrouw nog tex-ug te vinden
waren in het wex-kelijke gelaat.
Pauline had geen ervaring. Noch van de
liefde, die die naam ten onrechte draagt
en zich in portieken en parken schuil
houdt, noch van het geluk dat in zijn vol
maakte vorm voor de mens zich maar eens
in zijn leven voordoet. Zij was een meisje
met een doodgewoon gezicht, eerder lelijk
dan bekoorlijk en in heel gewone omstan
digheden groot gebracht. Haar ontwikke
ling was gering. Een boek las zij nooit,
van wat er in de wereld omging begreep
zij niet veel meer dan wat haar onmiddellijk
raakte. Een jonge vrouw zoals er duizen
den zijn. Maar aan Paul Carpis was het
beschoren, ofschoon hij het zich nooit be
wust geworden is, de grootheid van haar
hart aan de dag te bx-engen, dat dat uit
zonderlijk was en van haar een vrouw
maakte, die reeds op aax-de weet van hemel
en hel. Haar eerste ervaring was het zien
van de man, die zich door haar liet raden
bij zijn aankoop, die de jas „pakt u hem
maar niet in, het regent, ik heb hem direct
nodig" van haar aannam toen hij be
taald had en met een nietszeggend „Au
revoir" het warenhuis weer verliet. Maar
elke ervaring sindsdien, die haar wezenlijk
betrof, had een geheime vex-binding met
deze eerste ontmoeting en ontleende daar
aan zijn betekenis.
Op de vijfde dag gebeux-de het wonder,
waarop Pauline niet meer dux-fde hopen
en waarin zij desondanks was blijven ge
loven. Misschien omdat zij de nacht tevo
ren gedroomd had van een man met een
bruine hoed op, die in een slagregen voor
haar uit liep en zijn parapluie zij liep
hem na om hem er opmei-kzaam op te ma
ken dèt hij er een bezat onder de arm
droeg inplaats van hem op te steken. Maai
de dag, waarop zij hem voor de tweede
keer zag, was een dag van zon en de bruine
hoed droeg hij niet. Hij drentelde het wa
renhuis in zoals veel mannen dat doen.
Zonder een vast plan en zonder iets te
willen kopen. Zijn ene hand hield hij in
zijn zak. Hij was blootshoofds, waax-schijn-
lijk had hij geen andere bedoeling dan
langs de stands te lopen, mensen te zien
en een ogenblik zich te verliezen in de
volte. Pauline zag hem de hoofddeur bin
nenkomen hoewel zij haar beide ogen
nodig had voor haar klanten en lang
zaam in haar richting gaan. Hij had weinig
belangstelling voor de artikelen die uit
gestald lagen en keek alleen naar de men
sen, naar vrouwen die gebogen stonden en
mannen die vei-veeld naast hun echtgeno
ten voortzeulden, en naar de verkoopsters
van wie sommige hem enige tijd mét de
ogen volgden. Misschien was hij een auteui-,
die de mensen om zich heen waarnam en
een roman zou schrijven over him leven,
dat hij in een oogwenk doox-zien had. Of
een schilder, die het model zocht voor een
doek, dat hij in zijn gedachten had en
waaraan hij eindelijk wilde beginnen.
Pauline heeft nooit geweten wat hij pre
cies deed om te kunnen leven. Gedui-ende
de korte tijd dat zij met hem getrouwd
was, had hij geld genoeg om te kunnen
doen wat hij wilde, maar zij wist niet waar
hij het vandaan haalde.
Het was toevallig dat hij haar zag. En
wellicht toevalliger nog dat hij haar her
kende. Een ogenblik aarzelde hij, toen
begon hij te glimlachen: „U heeft my een
regenjas vei-kocht". Pauline voelde haar
hart bonzen toen zij zijn glimlach beant-
woordde. Had zij geweten hoe deze glim
lach haar gezicht vex-anderde (sommige
vrouwen bezitten een verrassende schoon
heid, die zij achter het masker van haar
gezicht verbergen tot plotseling ogen en
mond die verraden), dan zou zij verwon
derd geweest zijn over zichzelf en moed
gevat hebben. Nu vond zij in haar ver
legenheid geen ander antwoord dan een
schuchter „Bonjour monsieur", waarvoor
zij zich schaamde. Geen van de dingen,
die zij gedroomd had, liet zich immers
zeggen. En reeds meende zij dat hij haar
voorbij zou gaan en haar alleen zou laten
met niets dan dit kox-te moment van blijd
schap, toen hij plotseling nog dichtérby
kwam. Hij keek haar aan en zei: „U bent
mooi als u lacht. Waarom lacht u niet al
tijd?"
Zij lachte om de rare vraag en dat was
juist wat hij wilde. „Uitstekend", zei hij,
half in ernst en half plagend, „u doet het
nog beter dan de eerste keer". Hij lachte
zelf, zodat ze zijn gave tanden zag. „Ik zal
u een hele avond laten lachen", zei hij.
„Bent u verloofd?" Zij schudde ontken
nend het hoofd, zy had zelfs de mogelijk
heid nog nooit overwogen. „Des te beter",
ging hij verder, „dan bent u alle avonden
vrij". Hij bleef haar aankijken en zy sloeg
haar ogen neer. „Zullen wij een afspraak
maken?", vroeg hij,en nu hoorde zijn stem
ook al in het beeld dat zij in zich omdroeg.
„Vanavond om half acht wacht ik bij de
hoofddeur van dit gebouw op je. Goed?" Zij
knikte, wist niets te zeggen en dacht er
niet aan te weigeren. Ook in dromen ge
beurt het dat men niet kan spx-eken en
alles gaat zoals het moet. „Dat is dan af
gesproken", zei hij. „Wij gaan gezellig
samen uit. Tot vanavond".
Wordt vervolgd}, 1