-Clowntje Riek PAULINE Tekort bedraagt bijna een millioen De geestelijke verzorging van de militair LOCOMOTIEF RIJWIELEN DONDERDAG 29 MAART 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Haarlemse raad behandelt begroting Algemene beschouwingen „Dramatisch schimmenspel" Drie punten Aan de Kwarfaalabonnés Moeilijke taak voor de regering en de gemeente Enige wensen Ongunstige tijd van behandeling der begroting Uitverkoop van gronden en huizen Dank voor het vertrouwen Tekort is weer gestegen Geen reden, om over te gaan tot verkoop van huizen Optimistische klanken over industrie.terreinen Algemeen beheer Vereniging Haarlem-Zuid-West Voor de kinderen TROUWAUTO'S Garage Bouckaert Ds. E. Pot vijf en twintig jaar Nederlands Hervormd predikant Georgette Hagedoorn trad op voor de Volksuniversiteit FEUILLETON Nadat de gemeenteraad van Haarlem Woensdagmiddag besloten had tot het aangaan van een rekening-courant-overeenkomst met de N.V. Bank voor Nederlandse Ge meenten en met de Amsterdamse Bank N.V. werd begonnen aan de behandeling van de begroting van inkomsten en uitgaven der gemeente Haarlem voor de dienst van 1951. De wethouder van financiën, de heer Bakker, heeft meegedeeld, dat het tekort zal stijgen tot een klein millioen gulden, dat de uitgaven sedert 1940 verdubbeld zijn en dat de bedragen voor subsidies van 88.000 (1940) gestegen zijn tot 469.000 voor het lopende dienstjaar. De heer A 1 b r e c h t (Arbeid) opende de algemene beschouwingen en merkte op, dat over de behandeling van de begroting de kommervolle tijd hangt. Uit de rege ringsverklaring is gebleken hoe moeilijk de tijd is. Moge de offers, welke aan het Nederlandse volk gevraagd worden, zin hebben. De oorzaak van de tijdsomstandig heden moet, volgens spreker, gezocht wor den achter het ijzeren gordijn. Sprekende over Haarlem herinnerde de heer Albrecht aan het nut van de werkzaamheden van het sociografisch bureau en aan die van de stichting tot bevordering der industrie terreinen. Hij zei, dat de taak van de wet houder van Financiën er niet gemakkelijker op geworden is door de invoering van de loonronde en het stijgen der prijzen. Moge hij succes boeken bij de pogingen om het tekort te dekken. Gelukkig noemde spre ker het, dat er in de subsidiepolitiek geen wijziging is gekomen. Er blijkt een goede samenwerking te bestaan tussen de over heid en sociale en culturele instellingen, dank zij morele en financiële steun van de overheid. Hèt aankweken van de bur gerzin dient nog meer gestimuleerd te worden. Is het niet mogelijk te bevorderen, dat meer stadgenoten de debatten van de openbare raadsvergaderingen volgen? (Op de publieke tribune had één bezoeker plaats genomen.) Spreker besloot met te zeggen, dat de gemeente ondanks de moeilijke omstandig heden en ondanks het feit, dat wij leven in een tijd, waarin de mens snakt naar vrede, vrijheid en welvaart, een bijdrage kan verlenen en wel in directe samenwer king met de bevolking. „Ik zie in het behandelen van raads voorstellen een dramatisch schimmenspel" merkte de heer Schippers (K.V.P.) op. „Wij spelen daarbij als het ware toneel". Geld, om initiatieven te nemen, is er niet. Er is reeds gebleken, dat er van de autono mie van de gemeente niets is overgebleven. Uitkeringen, welke het rijk had toegezegd, zijn niet gedaan. Het bedrag van de be groting is voor een groot gedeelte bestemd voor lonen en wettelijke lasten. Heeft het nog zin, dat Haarlem beschikt over een gemeenteraad? Kan men niet beter spreken van de wijkraad Haarlem? De uitgaven van de begroting vragen gelden voor de leniging van de woningnood, voor uitbrei ding van het onderwijs-apparaat door toe name van het aantal leerlingen, voor de bedrijven, voor verbetering van de in dustrieterreinen en voor het ter beschik king hebben van arbeidskrachten. B. en W. zullen in de toekomst de begrotingsposten opnieuw moeten bestuderen door de ge wijzigde omstandigheden. Daarom zijn suppletoire begrotingen te verwachten. Heeft het daarom zin de begroting thans te behandelen? Voorts besprak de heer Schippers de samenwerking met de andere raadsfrac ties. Volgens hem besteden deze niet altijd voldoende aandacht aan de belangen van het R.K. deel der bevolking. Sprekers fractie wil loyaal samenwerken als het gaat om de belangen van niet-Katholieken en daarom verwachtte spreker ook steun en medewerking van andere fracties, als het gaat om de belangen van de R.K. bewoners. Tenslotte gaf spreker in overweging de subsidies te splitsen in het verlenen van gemeentelijke bijdragen en van bijdragen in tekorten. Mevrouw mr. Scheltem a-C o n r a d i (V.V.D.) bracht drie punten ter sprake, namelijk beperking van de overheidsbe moeiing, bevordering van het vrije bedrijfs leven en het stimuleren van de verant woordelijkheid van de burgers. De financiële toestand van Haarlem noemde spreekster verontrustend. De uiter ste zuinigheid is geboden. De midden- Door het abonnementsgeld voor het tweede kwartaal 1951 thans te gireren bespaart U incassokosten. U kunt het bedrag ad. f 5,20 (voor abonnés die de krant per post Ont vangen f5,70) storten of overschrij ven op postrekening 273107 ten name van Haarlems Dagblad of op één van onze rekeningen bij de Am- sterdamsche-, Twentsche- of Rotter- damsche Bank te Haarlem. Als U er prijs op stelt, dat het abon nementsgeld voortaan automatisch van Uw girorekening wordt afge schreven. wilt U dan een machti gingsformulier aanvragen bij onze administratie? klasse zal het in het bijzonder moeilijk krijgen. De sommen bestemd voor hen die geen sociale zekerheid hebben of geen pen sioen genieten, zullen steeds stijgen en zeer groot worden. Aan de betrokkenen dient aandacht te worden besteed. Spre kende over de subsidies zeide spreekster, dat men wel eens de indruk heeft, dat als een organisatie op de lijst van subsidies staat, dit een bewijs van erkenning en waardering betekent. Zo mag het verlenen van een subsidie niet gezien worden. Er moet geen subsidie gevraagd worden, als het niet nodig is. De heer Spek (A.R.) constateerde dat de financiële situatie van rijk en gemeente benauwend is. De geraamde extra bijzon dere uitkering, die eigenlijk een tekort is_, zal mede door de loonsverhoging van 5 procent, die ook voor het overheidsperso neel doorgevoex-d zal moeten worden en andere verhogingen, z.i. thans op ongeveer 850.000 moeten worden geraamd. De gemeente zal dus de uiterste sober heid hebben te betrachten bij haar uitga ven. Spr. drong er op aan de sociale en culturele uitgaven zo lang mogelijk te sparen. Spr. becritiseerde verder de inhoud van het wetsontwerp tot verlenging van de tijdelijke regeling van de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten. Krachtens dit ontwei-p zou aan de gemeente belangrijke bedragen worden uitgekeerd namelijk 4>/s millioen uit het gemeente fonds 1948-1950 en de vrije beschikking over 1 millioen, eveneens uit dit fonds over 1947. Ook de fixering van de uitkering wegens Ondernemingsbelasting is een on voldoende compensatie. Op deze wijze is het de gemeente onmogelijk een sluitend budget te krijgen. De voorgestelde regeling zou verlam mend werken voor de eigen verantwoorde lijkheid der gemeente. Spreker hoopte dat het verzet, dat allerwege bij de gemeenten tegen dit wetsontwerp is gerezen, er toe zou leiden, dat het door de Staten Generaal niet aanvaard wordt. Met waardering sprak de heer Spek over de wijze waarop de nieuwe Stichting het werk der industrialisatie heeft ter hand genomen. De heer Mol (Comm.) somde eerst enige wensen op. Haarlem heeft nodig zwem baden, meer ziekenhuisruimte, een kinder crèche, een kinderhuis, enzovoort. De re gering stelt de gemeente daartoe niet in staat; zij wil de belastingopbrengst reser veren voor bewapening. De heer Albrecht heeft gesproken over werkzaamheden ach ter het ijzeren gordijn. Volgens spreker zoekt hij de plaats, waar propaganda voor de ooi-log gemaakt wordt, op de verkeei-de plaats. In Rusland is het maken van oor logspropaganda verboden. Daar gaan de prijzen omlaag en de lonen omhoog. Vooi'ts bespi-ak hij de onjuiste politiek ten aanzien van de industrialisatie en herinnerde daar bij aan de verhuizing van de fabriek van Beijnes. Mr. Wensing (C.H.) noemde de tijd van behandeling der gemeentebegroting zeer ongunstig, omdat zij geschiedt in een tijd, dat veel op losse schroeven is komen te staan. De uitgaven stijgen en de inwo ners kunnen niet meer lasten opgelegd worden. Het is noodzakelijk, dat de bijzon dere bijdrage verhoogd wordt. Is dat be drag voldoende om het stijgende tekort te dekken? Er zal bezuinigd moeten worden op de gewone dienst, maar door de vele vaste lasten zal het niet gemakkelijk zijn. De taak van het college van B. en W. is zwaar en spreker hoopte, dat het die goed zal vervullen. De heer M e n s n k (Arbeid) hield een financiële beschouwing, waarin hij op- merkte, dat de regering geen wantrouwen mag hebben in het beleid van het ge meentebestuur. De heer Fibbe (V.V.D.) meende, dat er aanleiding is een uitverkoop te houden van huizen (b.v. nabij de Tuinwijklaan) en van grond (aan de Wilhelminastraat en de Damstraat). De voorzitter, burgemeester mr. Cremers dankte de raadsleden voor het vertrouwen dat zij in het college stellen en zei, dat dit blijk het werk van B. en W. zal vei-gemakkelijken. Voor het houden van een burgerdag is een post op de begroting uitgeti-okken. B. en W. zijn er nog niet toe ADVERTENTIE J. TIMMERMAN - HAARLEM Rijksstraatweg 88 - Tel. 25970 ovex-gegaan burgerdagen te houden, omdat de ervaringen in andere gemeenten niet gunstig waren. Op het ogenblik wordt aan inwoners, die drie en twintig jaar worden, een boekje aangeboden. Overwogen kan worden wat meer te doen, om de burger zin aan te kweken. Wethouder Bakker (A.R.) zei, dat de financiële toestand der gemeente zorgelijk is. Toch slaat Haarlem in verhouding met andere gemeenten niet zo'n gek figuur. Toen B. en W. de begroting aanboden was er een tekort van 437.000. Utrecht had in het najaar een tekort van 700.000; Leiden 900.000; Amsterdam 2.000.000; en Den Haag 5.000.000. Dezer dagen is een suppletoire begroting verschenen waar in vermeld staat, dat het tekoi-t in Haar lem gestegen is tot 525.000. Daax-bij komen door de maatregelen van de laatste dagen bedragen van 360.000 (loonronde) en 70.000 (uitkering steun). Het tekort zal daardoor stijgen tot een klein millioen gulden. In 1940 gaf de gemeente een bedrag van 11.887.000 uit, in 1950 van 20.200.000 en in 1951 vermoedelijk een bedrag van 22.400.000. In tien jaar zijxx de uitgaven verdubbeld. Het indexcijfer is in de loop van deze jaren tot 220 gestegen. Volgens spreker kan daarom gezegd wor den, dat het gemeentelijk financieel beleid verantwoord is. De toestand wordt echter steeds zorgelijker. In 1952 vraagt bijvoor- beeld onderwijl een bedrag van 285.000 meer dan in 1951 en in 1953 372.000 meer. Spreker vervolgde, dat de bijzondere uit- kex-ing van het rijk een sluitpost is. Daar over verkeren wij nog in het onzekere. Was het bedi-ag bekend, dan kon de begroting gewijzigd worden. De gemeente mag niet beschikken over een rijksuitkering van 1947 en over de bijdragen van 1948 tot en met 1950 bestaat nog geen zekerheid. Het is dus voor een college van B. en W. moei lijk om te werken. Bij de uitvoering van werken stuiten de gemeenten op grote moeilijkheden, omdat het niet gemakkelijk is leningen te sluiten. In deze raad zijn de laatste acht maanden geen voorstellen gedaan om leningen te sluiten. Het bouwen van woningen moet echter doorgaan en plannen voor de bouw van complexen van 300 en 500 woningen zijn gereed. Voor de werken, welke in uit voering zijn, is een bedrag van 8l/2 mil lioen gulden nodig en voor de naaste tóe komst één van 5l/2 millioen. Bij het doen van uitgaven moet zeer voorzichtig te werk worden gegaan. De bedragen voor subsidies zijn aanzien lijk gestegen. In 1940 is een bedrag van 88.000 uitgegeven en voor 1951 wordt 469.000 gevraagd. Er moet voorzichtig ge werkt worden, maar toch woi-den geholpen, als het nodig is. Wethouder Angenent (K.V.P.) deelde de heer Fibbe mee, dat de gemeente 1346 woningwetwoningen bezit, welke niet ver kocht kunnen worden, 86 woningen aan en nabij de Tuinwijklaan, welke gebouwd zijn met een bijdrage van het rijk van 490.000 en verkocht kunnen worden met medewer king van het rijk, hoewel de opbrengst niet hoog zal zijn, omdat de woningen gebouwd zijn op erfpachtsgrond en verder 137 wo ningen, welke gekocht zijn voor sanering van het Rozenprieel, van de Delftstraat, de omgeving van de Bakenessergracht en de De Witstraat. Het zou onverstandig zijn deze te vei-kopen. Wethouder Happé (Arbeid) zeide op timistisch te zijn ten aanzien van de in dustrie-terreinen welke i-endabel zullen zijn. Hij heeft vertrouwen in het Neder landse bedrijfsleven, dat ongetwijfeld met plannen zal komen. Er is gesproken over de huisvesting en spreker was het eens met die leden, die gezegd hebben, dat de moeilijkheden nog groot zijn. Bij de replieken mei-kte de heer Al fa r e c h t op, dat de heer Schippers de raad onrecht aangedaan heeft door mee te delen, dat andere fracties niet loyaal mee werken. Alleen op zakelijke gronden zullen zij wel eens een andere mening hebben dan de R.K. fractie. De heer Schippers diende de volgen de motie "in, welke ook ondertekend was door de heren Albrecht, Spek, Mol, Wen sing en mevrouw Scheltema: „De raad, van oox-deel, dat het voor een behoorlijk beheer van de gemeente noodzakelijk is te kunnen beschikken over alle haar bij de wet toege kende bijdragen uit het Gemeentefonds, dat een goed beheer onmogelijk wordt, in dien al of niet door wetswijziging hierin veranderingen worden gebracht, spreekt zijn verontrusting uit over het aanhangige wetsontwerp, betreffende de financiële ver houding waarbij-aan de gemeente toe komende bijdragen met terugwerkende kracht worden gereserveerd of onder be perkende bepalingen worden uitgekeerd, verzoekt het college van B. en W. zich tegen iedere aanslag op rechtmatige aan- spi-aken te verzetten en deze motie ter kennis te brengen van de regering en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal". Met algemene stemmen werd de motie aangenomen. Bij de behandeling van het hoofdstuk „algemeen beheer" werden vragen over personeelsaangelegenheden gesteld en over het fotogx-aferen tijdens huwelijksplechtig heden op het stadhuis. Deze vragen zullen in .de hedenmiddag te houden vex-gadering worden beantwoord. Ter inleiding van de viering van het twaalf-en-halfjarig bestaan van de Vere niging ter behartiging der belangen van de bewoners van Haarlem-Zuid-West is een huisvlijttentoonstelling gehouden, waarvoor grote belangstelling bestond. Er waren achthonderd bezoekex-s(sters). Een der buurtbewoners, mevrouw Hanna Deen- Barug, beeldhouwster, heeft de vereniging een relief aangeboden, gemaakt ter nage dachtenis van de oorlogsslachtoffers in het Zuid-Westelijk deel der stad. Het relief zal in een te ontwerpen monumentje worden geplaatst. In het P.I.T. werken alle Protestantse kerken samen De weihoudcrB van Heemstede, de heren E. J. van Lent, mr. R. C. Bakhuizen van den Brink en H. J. W. B. Disselkoen, zullen in plaats van op Woensdag 4 April, hun spreek uur houden op Donderdag 5 April. Daar lag Rick.... Hij probeerde op te staan, maar hij kon niet.... Wat deed z'n knie pijn! Maar de anderen hadden het lawaai ook gehoord. Bunkie was de eerste, die verschrikt de gang in kwam lopen. „Rick!", riep hij, wat is er?" „Ben je van de trap gevallen?" Rickmet tranen in de ogen, knikte. „Doet het pijn, Rick? Kun je niet opstaan?" „Nee", snikte Rick. Mijn knie doet zo verschrikkelijk zeer!" Toen kwam ook oom Tripje verschrikt toegelopen. Hij knielde bij Rick neer. „Maar, Rickhoe kon dat nu gebeuren? Stil maar, ik zal je voorzichtig op bed leggen en de dokter waarschuwen.Beweeg je maar zo weinig mogelijk!" Hij schoof zijn armen onder Ricks schouders en benen en droeg hem naar bed, waar hij hem zachtjes neerlegde. Toen ging hij gauw de dokter opbellen. Het Protestants Interkerkelijk Thuis-1 front, dat de geestelijke verzorging van de militairen op zich genomen heeft, werd ge- ï-eorganiseerd. Er is een samenwerking van alle kerkelijke stromingen verkregen, waf zoals ds. W. G. Harrestein uit Amster dam, die een persconferentie leidde, op- merkte een gelukkige omstandigheid is. Bij alle kerkelijke verdeeldheid is er nu althans één terrein waar volledige eensge zindheid verkregen is. Uit hetgeen verder door ds. Harrestein en ook door andere sprekers, die organisa ties vei'tegenwoordigen welke in het P.I.T. samenwerken, werd medegedeeld blijkt, dat men, voor een belangrijk, maar helaas in financieel opzicht, ook voor een moei lijke taak staat. Het rijk betaalt de leger en vlootpredikanten (de honorering is zo laag dat verschillende kerken nog moeten subsidiëren) maar willen die met vrucht kunnen werken, dan moeten zij ook ge reedschap en materiaal hebben. Wat begint de knapste timmerman als hij geen hout, hamer en spijkers heeft? Zo kan een leger en vlootpi-edikant niets doen, als hij aan de mannen die zijn samenkomsten bezoe ken geen bijbels en zangbundels kan geven. Daarnaast is er nog aan veel meer lectuur behoefte. Couranten, weekbladen, tijd schriften, boeken, enzovoort. Alleen het leger geeft voor lectuur per jaar 100.000 uit. Veel geld eisen ook de militaire tehuizen. Er zijn er thans in ons land een veertigtal. Maar daaronder zijn er die nodig gemoder- niseerd moeten worden. Ook moeten er nog meer tehuizen komen. Alleen in de West staan er drie op het bouwprogramma. Daar voor is 150.000 nodig. Bovendien moeten er voorzorgen getroffen worden om ook tijdelijke tehuizen te stichten in Duitsland ais daarheen grote groepen Nederlandse jongens gaan om opgeleid te worden omdat er geen plaats genoeg is in de garnizoenen in Nederland. In het Zuiden van ons land zijn veel mi litairen gelegerd. De jongens van Pro testantse huize hebben daar veelal weinig aansluiting met de bevolking die overwe gend R.K. is. Daarom is er in het bijzonder beneden de Moerdijk een sterke behoefte aan Protestantse Tehuizen. Er zijn nu meer militairen onder de wa penen dan in normale tijden, terwijl ook de diensttijd verlengd is. Dat alles maakt het nodig dat ook de geestelijke verzorging moet worden uitgebreid. Veel is al gedaan om de leiding der tehuizen te verbetei-en. De tijd is voorbij dat daar volstaan kan worden met een bejaard echtpaar, dat een stichtelijk woordje kon spreken en kopjes koffie schenken. De eis van de tijd is daar goede jeugdleiders aan te stellen. De er- Varing is dat een tehuis staat en valt met de leiding. In het algemeen is het bezoek in de tehuizen evenwel zeer goed. Enige honderdduizenden behoren tot de geregelde bezoekex-s. Daaronder zijn ook vele buiten- ADVERTENTIE Mooier dan elders en.... niet duurder. Rozenstraat 9 - Telefoon 19992 Ds. E. Pot vierde gisteren onder grote belangstelling zijn vijf-en-twintig-jarig ju bileum als predikant der Nederlands Her vormde Kerk. Sinds 1946 is ds. Pot in wijk V te Haarlem werkzaam. Tijdens een druk bezochte receptie in het wijkgebouw aan de Jansstraat mocht de jubilerende aominé ervaren dat velen zijn werk in hoge mate waarderen. In de kwis tig met bloemen en gi'oen versierde club kamer kwamen onder meer hun opwach ting maken: het college van Nederlands Hervormde predikanten uit Haarlem en omgeving, vertegenwoordigex-s van het col lege van diakenen, kerkvoogden, ouderlin gen en tal van gemeenteleden. Voorts wa ren afgevaardigden van Nederlands Her vormde organisaties aanwezig. 's Avonds werd tijdens een druk bezoch te wijkavond een geschenk in enveloppe namens de bewoners van wijk V aangebo den door de heer P. W. Breemer, diaken. De heer G. H. Schmidt, Wijk-ouderling, die de bijeenkomst opende, memoreerde het vele werk dat ds. Pot in het belang van de wijk had verricht. Hij spoorde de aanwezi gen aan om de jubilerende voorganger als bewijs van ex-ken telijkhe id een geschenk aan te bieden in de vorm van een hechte samenwerking, teneinde de zware taak die op de schouders van de predikant is ge legd te helpen verlichten. Ds. 'Pot dankte hierna voor de vele be wijzen van belangstelling die hij had ont vangen en gaf de aanwezigen de verzeke ring dat hij zijn werk onvermoeid en met grote ijver zou voortzetten. Het duo Wies Bürmeister, viool en Gerry Vunderink, piano, omlijstte de feestelijk heid met stemmige muziek. Ds. Pot hield tot slot een causerie over zijn pastorale ervaringen. kerkelijken", maar ook die voelen zich daar steeds meer thuis, want er wordt gezorgd voor een gezellige huiselijke sfeer, hoewel die toch een christelijk karakter draagt. Het P.I.T. heeft slechts twee bronnen van inkomsten, die beide slechts ééri keer in het jaar vloeien. Deze zijn een collecte in de kerken en een straatcollecte. Bij elkaar moeten die, wil het werk geregelde voortgang kunnen hebben, vele honderd duizenden guldens opbrengen. Het werd beschamend genoemd dat de kei'kcollectie in 1950 slecht 20.000 op bracht. Nu wordt op niet minder dan 120.000 gerekend. Alle sprekers, ook de hoofdlegerpredi- kant ds. A. T. W- Kluis en de hoofdvloot- predikant ds. J. H. Sillevis Smitt, wezen op de tekortkomingen die de kerken tot heden getoond hebben. Zij drongen aan op veel meer activering in dit opzicht. In Haarlem en omgeving In Haarlem is het Christelijk Tehuis voor Militairen aan de Jansweg vergroot en gemoderniseerd. De heropening zal dezer dagen plaats hebben. De vereniging die dit Tehuis verzorgt staat daardoor voor zeer grote financiële zorgen. Daarom heeft het P.I.T. daarbij medewerking verleend door goed te vinden dat de kerk- en straatcol lecte die dit jaar in Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Bennebroek en Zandvoort gehouden wordt geheel ten goede komt aan het militair Tehuis in Haarlem. In andere gemeenten in Zuid Kennemer- land Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Casti-icum, Haarlemmerliede, Haarlemmer meer, Hillegom en Lisse wordt dus wel door het P.I.T.zelf gecollecteerd. De elegante muze vond Woensdagavond een gezellig tehuis in de Renaissancezaal van het Frans Halsmuseum. De schimmen van de oude regenten die, naar ik ver onderstel, in het eerwaardige gebouw nog steeds ronddwalen, zullen wel een beetje geschrokken zijn van wat er nu weer stond te gebeuren in hun domein, waar pruike rige plechtstatigheid eeuwenlang opper machtig geheerst heeft. Maar Georgette Hagedoorn, die deze avond met behulp van haar pianist Pierre Verdonck de ele gante muze in deze statige omgeving bin nen leidde, bezit het vermogen om alles en allen naar haar hand te zetten; waarom dan ook niet de penaten van Haarlems histori sche kunststempel? Haar humor mag wel wat croquanter zijn dan die van Breero en Starter, waar de gepruikte heren inder tijd met welgevallen naar luisterden en die hen meer dan eens uit hun stijve plooi zal geholpen hebben; maar juist dat croquante van het Franse „esprit" waarvan Georgette het geheim in pacht heeft, maakt haar hu mor onweerstaanbaar. Ja, ze zet alles naar haar hand, ze suggereert décors, costuums, een heel toneelgezelschap; je vliegt met haar naar Zuid-Amerika, je maakt per boot een huwelijksreis mee en zo zit je weer ergens in Amstei'dam vierhoog-achfer. En die illusies zijn zo sterk, dat je er geen besef meer van hebt, dat je eigenlijk in het Frans Halsmuseum bent. Gezegende fan tasie, die je zo zonder pas of deviezen kan meenemen naar Parijs, om daar in een cafétje de indrukken op te doen van het leven van elke dag, het leven met zijn jolige, zijn tragische, zijn pikante, zijn poëtische aspecten. O, die charmante muze! Hoeveel maskers zou je wel niet hebben? Ik heb ze niet ge teld, maar dit weet ik wel, dat ik geen twee dezelfde Georgettes gezien heb. En hoever reikt haar humor? Wortelt die ook nog in de tragiek van de onverstoox-baarheid van een ouderpaar bij het soldatengraf vari hun zoon? Neen, want daar wordt het een cynisch tijdsbeeld. Dat is geen humor meer. Maar toch, wat een aangrijpende creatie was dat! Anderzijds stijgt Georgette Hagedoorn ook boven de humor uit, als zij bijvoor beeld een simpel Vlaams kinderliedje ver tolkt, zingt, speelt, illustreert, in één woord levend maakt. En zo reikt zij ook naar de hoogste* dramatiek, wanneer zij het ge beuren van Calvarië La passion du doux Jésus uitbeeldt. Maar hoor en zie haar dan weer in liederen uit Fi-iesland, Gro ningen, Brabant, of zelfs als Katrijn uit de poppenkast; elke toon en elke geste zijn raak. Wat zouden zangeressen en zangers van deze humoriste veel kunnen leren! Ze zingt, ze fluit, ze praat, en het is allemaal na tuurlijk; geen ogenblik laat ze zich betrap pen op een kunstmatig trucje. En Pierre Verdonck doet daaraan mee op de piano, zodanig dat zijn spel met de creaties van Georgette één geheel vormen, gevoed met dezelfde geest van humor, tragiek of poëzie. De leden van de Volksuniversiteit zullen zich over deze avond van levendige kunst niet beklaagd hebben. En het zou ons niet verwonderen als de huisgeesten van het Frans Halsmuseum van harte hopen dat Georgette Hagedoorn met haar vleugel adjudant Pierre Vei'donck weer eens gauw terug komen. JOS. DE KLERK Een oorspronkelijke novelle door B. Rijdes 1) Pauline was geen mooie vrouw en even min een gelukkige vrouw. Zij trouwde weliswaar met de man, die zij hartstoch telijk lief had, maar werd door hem ver laten. Dat evenwel komt meer voor. En haar geschiedenis zou dan ook een banale geweest zijn, niet de moeite van het op tekenen waard, als zij niet vervuld was geweest van een zo grote liefde dat de eenvoudige gebeurtenissen van haar leven daardoor een zeer bijzondere glans kregen. Zij ontmoette Paul voor het eerst in het warenhuis waarin zij verkoopster was, op een dag dat het regende. Hij had donker haar en blauwe ogen, het contrast daar tussen viel echter minder op door zyn gaaf, wit gebit, dat als hij sprak onmid dellijk de aandacht trok. Hij droeg geen overjas en had een hoed op van bruin vilt, waarvan de rand door de regen verfom faaid was. Pauline zag hem maar kort. Hij kocht een regenjas, koos na enige aarze ling een heel goedkope, van een model dat in serie vervaardigd werd. Toen hij aan de kassa betaald had en bij haar terug kwam, merkte hij niet op dat haar hand beefde bij het aangeven van de jas, die zij niet had hoeven in te pakken. Hij schonk haar trouwens zo goed als helemaal geen aandacht. Pas toen hij wegging, keek hij haar een ogenblik oplettender aan en zag zij in zijn blik de vluchtige erkenning, ook bij haar niet zó aantrekkelijk uiterlijk, van haar vrouwelijkheid. „Merci, made moiselle. Au revoir". Hij lichtte de hoed, en zij zag hem gaan naar de deur. Hij keek niet meer om. Hij liep vlug. De verregende hoed gaf hem de losse zwier van de kun stenaar, een schilder of een toneelspeler. De daarop volgende dagen meende zij enige keren zijn hoed te herkennen tussen de lioeden der vele binnenkomende heren. Maar zij had haar standplaats ver van de hoofddeur van het gebouw en zij vergiste zich. Toch kreeg zij langzamerhand de zekerheid, dat zij zijn gezicht niet verge ten kon, ofschoon zij het slechts eenmaal gezien had. Een knap, mannelijk gezicht, dat haar in weinige uren verwonderlijk bekend was geworden. Alsof zij jaren lang, van haar jeugd af, met hem in de zelfde straat gewoond had, in hetzelfde huis, en zij hèm alleen herkend had, toen hij het warenhuis was binnengestapt. De gezichten uit zijn kind ex-jaren raakt men immers niet meer kwijt. De vierde dag begon zij de moed te ver liezen. Zij begreep dat alleen de regen hem de winkel had ingedreven, hij had een jas nodig gehad om zich te beschutten. Dat hij om haar terug zou komen had zij overigens ook geen ogenblik verondersteld. Maar zijn bezoek aan de herenafdeling, voor de tweede keer, zou haar de gelegen heid gegeven hebben waarop zij in stilte hoopte, om haar herinnering te vergelijken met de werkelijkheid, het gezicht onder de bruine hoed waaraan de regen een donkerder klexxr gegeven had. Het zou daarom beter geweest zijn, dat zij hem de tweede dag, of zelfs de derde nog, opnieuw had ontmoet. Misschien had zij dan gezien, dat zijn mond behalve de opvallend heldere tanden geen andere aantrekkelijkheid be zat dan een glimlach, die leeg bleef, en dat zijn ogen niet de diepte hadden van een mens die yeel weet, of sterk vermag lief te hebben. Nu groef het beeld, dat zij van hem behouden had, zich dieper in haar en kreeg het trekken die slechts voor een liefhebbende vrouw nog tex-ug te vinden waren in het wex-kelijke gelaat. Pauline had geen ervaring. Noch van de liefde, die die naam ten onrechte draagt en zich in portieken en parken schuil houdt, noch van het geluk dat in zijn vol maakte vorm voor de mens zich maar eens in zijn leven voordoet. Zij was een meisje met een doodgewoon gezicht, eerder lelijk dan bekoorlijk en in heel gewone omstan digheden groot gebracht. Haar ontwikke ling was gering. Een boek las zij nooit, van wat er in de wereld omging begreep zij niet veel meer dan wat haar onmiddellijk raakte. Een jonge vrouw zoals er duizen den zijn. Maar aan Paul Carpis was het beschoren, ofschoon hij het zich nooit be wust geworden is, de grootheid van haar hart aan de dag te bx-engen, dat dat uit zonderlijk was en van haar een vrouw maakte, die reeds op aax-de weet van hemel en hel. Haar eerste ervaring was het zien van de man, die zich door haar liet raden bij zijn aankoop, die de jas „pakt u hem maar niet in, het regent, ik heb hem direct nodig" van haar aannam toen hij be taald had en met een nietszeggend „Au revoir" het warenhuis weer verliet. Maar elke ervaring sindsdien, die haar wezenlijk betrof, had een geheime vex-binding met deze eerste ontmoeting en ontleende daar aan zijn betekenis. Op de vijfde dag gebeux-de het wonder, waarop Pauline niet meer dux-fde hopen en waarin zij desondanks was blijven ge loven. Misschien omdat zij de nacht tevo ren gedroomd had van een man met een bruine hoed op, die in een slagregen voor haar uit liep en zijn parapluie zij liep hem na om hem er opmei-kzaam op te ma ken dèt hij er een bezat onder de arm droeg inplaats van hem op te steken. Maai de dag, waarop zij hem voor de tweede keer zag, was een dag van zon en de bruine hoed droeg hij niet. Hij drentelde het wa renhuis in zoals veel mannen dat doen. Zonder een vast plan en zonder iets te willen kopen. Zijn ene hand hield hij in zijn zak. Hij was blootshoofds, waax-schijn- lijk had hij geen andere bedoeling dan langs de stands te lopen, mensen te zien en een ogenblik zich te verliezen in de volte. Pauline zag hem de hoofddeur bin nenkomen hoewel zij haar beide ogen nodig had voor haar klanten en lang zaam in haar richting gaan. Hij had weinig belangstelling voor de artikelen die uit gestald lagen en keek alleen naar de men sen, naar vrouwen die gebogen stonden en mannen die vei-veeld naast hun echtgeno ten voortzeulden, en naar de verkoopsters van wie sommige hem enige tijd mét de ogen volgden. Misschien was hij een auteui-, die de mensen om zich heen waarnam en een roman zou schrijven over him leven, dat hij in een oogwenk doox-zien had. Of een schilder, die het model zocht voor een doek, dat hij in zijn gedachten had en waaraan hij eindelijk wilde beginnen. Pauline heeft nooit geweten wat hij pre cies deed om te kunnen leven. Gedui-ende de korte tijd dat zij met hem getrouwd was, had hij geld genoeg om te kunnen doen wat hij wilde, maar zij wist niet waar hij het vandaan haalde. Het was toevallig dat hij haar zag. En wellicht toevalliger nog dat hij haar her kende. Een ogenblik aarzelde hij, toen begon hij te glimlachen: „U heeft my een regenjas vei-kocht". Pauline voelde haar hart bonzen toen zij zijn glimlach beant- woordde. Had zij geweten hoe deze glim lach haar gezicht vex-anderde (sommige vrouwen bezitten een verrassende schoon heid, die zij achter het masker van haar gezicht verbergen tot plotseling ogen en mond die verraden), dan zou zij verwon derd geweest zijn over zichzelf en moed gevat hebben. Nu vond zij in haar ver legenheid geen ander antwoord dan een schuchter „Bonjour monsieur", waarvoor zij zich schaamde. Geen van de dingen, die zij gedroomd had, liet zich immers zeggen. En reeds meende zij dat hij haar voorbij zou gaan en haar alleen zou laten met niets dan dit kox-te moment van blijd schap, toen hij plotseling nog dichtérby kwam. Hij keek haar aan en zei: „U bent mooi als u lacht. Waarom lacht u niet al tijd?" Zij lachte om de rare vraag en dat was juist wat hij wilde. „Uitstekend", zei hij, half in ernst en half plagend, „u doet het nog beter dan de eerste keer". Hij lachte zelf, zodat ze zijn gave tanden zag. „Ik zal u een hele avond laten lachen", zei hij. „Bent u verloofd?" Zij schudde ontken nend het hoofd, zy had zelfs de mogelijk heid nog nooit overwogen. „Des te beter", ging hij verder, „dan bent u alle avonden vrij". Hij bleef haar aankijken en zy sloeg haar ogen neer. „Zullen wij een afspraak maken?", vroeg hij,en nu hoorde zijn stem ook al in het beeld dat zij in zich omdroeg. „Vanavond om half acht wacht ik bij de hoofddeur van dit gebouw op je. Goed?" Zij knikte, wist niets te zeggen en dacht er niet aan te weigeren. Ook in dromen ge beurt het dat men niet kan spx-eken en alles gaat zoals het moet. „Dat is dan af gesproken", zei hij. „Wij gaan gezellig samen uit. Tot vanavond". Wordt vervolgd}, 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6