HARTENDORP Litteraire Kanttekening en NILLMIJ van 1859 Op het festival aan de Azuren Kust is aan afwisseling geen gebrek 3 GERRIT ACHTERBERG „Mascotte' Uitgeversmij, Amsterdam). (N.V. Em. Querido's Krijgt U later pensioen? Beroemdheden in Cannes Haal de Snka, ^spons er over! Nederlandse commissariaten in Indonesië Indonesisch commissariaat in Suriname In aanbouw zijnde centrale van Dordrecht nu al te klein Aanvullend crediet van ƒ7.875.000 nodig OVER MUZIEK APPLAUS BOEKHANDEL H. DE VRIES KOOPT BOEKEN Agemda voor Haarlem Padvindsters gaan 35-jarig bestaan van haar gilde vieren Geen personentreinen meer op tijdelijke bustrajecten? Bevredigend resultaat van Utrechtse jaarbeurs Op de eerste dag boekte de textielafdeling voor 1 millioen aan orders Scheepvaarttentoonstelling in Delft VAN DE TALRIJKE essayisten en critici, die zich in de loop van een vijftiental jaren gewaagd hebben aan een verhande ling over de poëzie van Gerrit Achterberg, is de bijdrage van Jan Vermeulen tot de bundel „Commentaar op Achterbei-g nog steeds één van de prijzenswaardigste, en wel omdat zijn beschouwing hierop neerkomt, dat een commentaar op deze dichter béter is, naarmate het minder com mentaar geeft. Elke poging de gedichten van Achterberg te „verklaren" is tot mis lukking gedoemd. Allereerst valt er hier niets op te helderen: deze poëzie is een verskunst van de uiterste helderheid, zó kristal-doorzichtig als er weinig gedichten in onze en zelfs in de Europese litteratuur zijn geschreven. Maar bovendien is het een nutteloze en zelfs een schadelijke onder neming, in proza (als kunstvorm) laat staan in een betogende verhandeling (als blote mededelingsvorm) verstaanbaarder te willen maken, wat in het gedicht tot het uiterste, waartoe woorden bij machte zijn, aan de menselijke taal is toevertrouwd. Elke paraphrase, zelfs van een middel matig gedicht, is een onding; een paraphra se van een gedicht van Achterberg is een prozaïsche sluipmoord op de poëzie. Het woord hoezeer ook opgenomen in wat te zamen de woordenreeksen tot gedicht maakt, blijft altijd iets aankleven van zijn dagelijkse begripsinhoud: het wekt associa ties, ontleend aan de gangbare ervaring. Hoe groter de dichter, hoe groter ook de afstand tussen datgene waarmee hij het woord vervult (en waardoor het, los van het corresponderende begrip, tot poëzie wordt) en de gemeenzame gevoelens en voorstellingen, die het buiten de poëzie óm wekt. Deze kloof is in Achterberg's gedichten ongemeen groot. Het woord streeft hier boven zichzelf uit. Het raakt zo dicht aan wat méér is dan „woord", dat het als het ware zijn zwaartekracht opheft als een Münchhausen die zich aan zijn haren uit het moeras trekt. Anders gezegd: deze poë zie heeft de tendenz zichzelf te boven te komen, zich in zekere zin overbodig te ma ken. De tendenz niet méér dan dat; want door de onmacht tot dit aller-uiterste dat in de sfeer van het boven-menselijke overgaat, slaat het woord neer, condenseert het, verandert het. Het heeft een gedaante verwisseling ondergaan, het is tot een an- ADVERTENTIE Zo ja, dan bent U gevrijwaard tegen de ergste financiële zorgen. Verlies echter niet uit het oog, dat Uw inko men bij pensionnering sterk vermindert. U bent er misschien wel op voorbereid, dat U Uw uitgaven later aanzienlijk zult moeten beperken. Maar dat gaat heus niet zo gemakkelijk! Denk ook eens aan de onverwachte onkosten, die zich steeds zullen blijven voordoen. Hoe prettig zal het voor U zijn, als de post U later geregeld een chèque brengt, een aanvulling op Uw pensioen. Dat is dan een extraatje, dat het U mogelijk maakt ook later eens iets extra's te doen. Vraag eens vrijblijvend inlichtingen. Nederlandse Maatschappij van de N.V. LEVENSVERZEKERING-MIJ. Paleisstr. 9 - 's-Gravenhage -Tel. 1 84260 Hooldinsp. te Haarlem: L. G. VAN BRINK Kenaupark 21 Telefoon 16795 Cannes is, zoals altijd bij dergelijke ge legenheden als het festival, overstroomd met meer of minder beroemde regisseurs en „sterren". Vittorio de Sica uit Italië schepper van „Fietsendieven" is er, de Kus Pudowkin, de Zwitser Lindtberg, de Engelsman Anthony Asquith, de Fransman Becker, om slechts enkelen van de aan wezigen te noemen. En dan zijn er veel voornamelijk Franse acteurs en actrices, onder anderen Michèle Morgan, Henri Vi- dal, Michel Auclair. Maurice Chevalier is juist gearriveerd in zijn villa in het nabijgelegen La Bocca en zal dus wel eens komen overwippen. De Italiaanse acteur Raf Vallone en zijn vrouw, de actrice Elena Varzi, zijn pas aan gekomen voor de vertoning" van hun film „II Cammino della Speranza" (De weg der hope). Hun landgenote Sylvana Mangano te onzent vooraL bekend door „Bittere Rijst" moet hier ook zijn, maar liet zich nog niet zien. Daarentegen is de Rus Nico las Tsjerkassow steeds op het appèl. Tegen het eind van het festival verwacht men veel Engelsen, onder wie het regisseursduo Powell en Pressburger, de beroemde Sir Alexander Korda, de dansers Moira Shea rer, Ludmilla Tchérina, Robert Helpman, Leonide Massine, die allemaal in „Hoff mann's vertellingen" optreden. Ook de naam van Greer Garson („Mrs. Miniver") hoort men noemen als een van de toekom stige gasten. De regisseurs houden allemaal perscon ferenties, waarin ze vertellen over hun Plannen en dikwijls zijn daar dan ook de „vedettes" van hun films aanwezig, die er zo'n beetje bij staan of zitten en zich ken nelijk lichtelijk gegeneerd voelen in hun rol van „te bekijken object". Isa Miranda, die zojuist de Amerikaanse „Oscar" kreeg voor haar rol in „Au dela des Grilles" (Aan gene zijde van de tralies) nam met zo'n lij delijke positie geen genoegen en hield zelf een speech je, dat getuigde van haar waar dering voor haar regisseur, Rehé Clement on van haar esprit. dere orde gaan behoren als expressief- openbarende, onthullende kracht. Het opent het „uitzicht" op eeuwigheden, niet figuurlijk, niet symbolisch, maar als kos misch geladen kracht. Met déze kracht doordringt Achterberg de stoffelijke dingen dezer aarde, die daar door deel gaan hebben aan het bovenzin nelijke, boven-reële, waartoe hij als dich ter (visionnair, bij gebreke aan een beter woord) toegang hoeft gekregen na het heengaan van de lijfelijke gedaante der geliefde, wier dood (beter: wier voortbe staan in andere regionen) hij telkens op nieuw met het instrument van zijn dicht kunst tracht in te lijven bij het leven. Dit was Achterberg's „thema" en is het ook in deze bundel „Mascotte" gebleven, soms zich veralgemenend tot een betrekken van het onpersoonlijk tijdeloze in het tijde lijke, soms ook zó nauw verbonden aan het concrete herinneringsbeeld van het aardse bijeenzijn met de in het oneindige ont weken geliefde, dat het gedicht (zoals bij voorbeeld „Pand") onmiddellijk aansluit bij verzen uit vroegere bundels. Maar hoe dan ook, de „Gij" in deze poë zie, de beminde die is ontkomen aan het door tijd en ruimte begrensde gebied van dit vergankelijk leven naar het eindeloze, waarheen de dichter Achterberg haar steeds weer tracht te volgen en in een flits van intuïtieve helderheid soms halverwege ontmoet déze „Gij" blijft zijn Mascotte. Zij is het die hem wekt, leidt, doordringt en van zijn menselijke zwaartekracht ont heft. ook daar waar zij in het gedicht niet wordt genoemd. Deze „zij", als exponent van het buiten-aardse, is het die hem op de reis waarvan hij in deze bundel dicht (een kosmische tocht) tót zich trekt, als omgekeerde zwaartekracht. Zij maakt hem als hij terugkeert in het onveranderd beeld van zijn tehuis, ze onthult zich onzicht baar voor het zintuigelijk oog, maar vol strekt tegenwoordig in de morgensche mering totdat, aangekondigd door het tumult der dagelijkse werkelijkheid als hanengekraai en rijdende melkwagens, het begrensde dag-bestaan weer aanbreekt en de helderheid van het „visioen" („dwang voorstelling", zegt Achterbei'g eenmaal) te niet wordt gedaan. Al is het „thema" dus in de meeste ge dichten van deze bundel onveranderd ge bleven („op het stramien van wat niet wederkeert, weven de feiten onzer liefde voort", dicht Achterberg in „Gobelin") steeds blijkt de dichter tot nieuwe expres- ADVERTENTIE Voorjaar Schoonmaakwoede Doe het goed fy// 4», Wi sieve middelen in staat om „de wereld te ontsluiten". Geen commentaar kan behulpzaam zijn bij het deelhebben aan deze poëtische ont sluiting. De geringste schade berokkent nog diè commentator aan deze poëzie van het hoogste en zuiverste gehalte, welke vol staat met het geven van een enkele aan wijzing, waarmee hij de lezer de uiterst dunne „draad van Ariadne in het labyrinth van deze dichtkunst" (zoals Bertus Aafjes het in zijn inleiding tot de verzamelbundel „Cryptogamen" uitdrukte) misschien in de handen kan geven. Hij kan „afstemmen", voorbereiden op een verskunst die van een andere orde is, in een volkomen andere toonaard staat geschreven dan gangbaar der gedichten. Daarmee is al veel gedaan, méér dan met de herhaaldelijk gestelde vraag of deze poëzie, gebouwd op één en hetzelfde thema, zoals het heet, tot „ver dere ontwikkelingsmogelijkheden in staat is". Achterberg's dichtkunst ontwikkelt zich niet, zij voltrekt zich. Ze ontsluit zich gelijk de „wereld" die hij ontsluit, krach tens de spanning tussen aardse gebonden heid en het „helderziend" ontkomen daar aan, waarbij de afwezige geliefde hem voorging en hem nu als onaardse tegenpool aantrekt. Aardse nevel stijgt op en keert uit het „hemelse" soms terug als sneeuwvlok. Is het onjuist de meeste van deze en vroegere gedichten met het sneeuwkristal te verge lijken? Of zou men, minder „poëtisch", moeten zeggen: met een meteoor? C. J. E. DINAUX. Commentaar op Achterberg: opstellen van jonge schrijvers over de poëzie van Gerrit Achterberg". D. A. Daamen's Uig. Mij., 's-Gra- venhagen. (CANNES). Een internationaal film festival is zelfs hier aan de Azuren Kust geen vacantie voor de leden van de jury (dit keer onder voorzitterschap van de schrijver André Maurois), de gedelegeer den of de journalisten. Twee of drie hoofd films per dag, benevens drie tot zes dik wijls vrij lange documentaires en dan nog persconferenties vormen tezamen wat te veel van het goede en laten de verslagge vers nauwelijks gelegenheid tot het schrij ven van hun artikelen. Zulk een overladen programma is echter op zichzelf toch ook in zekere zin een gunstig verschijnsel: het wijst er op dat de belangstelling van de film producerende landen voor het festival te Cannes groot is en nog toeneemt. Voor het eerst werken thans ook de Sovjet-Unie en enige andere Oost-Europese staten mee. De Engelsen hebben op dit festival ge toond hoezeer zij beseffen dat zich in de beperking de meester openbaart. Zij bren gen slechts twee hoofdfilms uit: „The Browning-version" naar de gelijknamige één-acter van Terence Rattigan (met Mi chael Redgrave) van Anthony Asquith en de met veel spanning verwachte „Hoff mann's vertellingen". Ook de Zweden be perkten zich. Zij vertoonden alleen „Freule Julie" naar het toneelstuk van Strindberg, welke beperking echter in hoofdzaak een gevolg zal zijn van de geringe productie van de Zweedse studio's. De Spanjaarden zijn blijkbaar minder doordrongen van de wetenschap omtrent de relatie tussen beperking en meester schap. Zij vroegen de aandacht voor drie hoofdfilms, waarvan althans de eerste „La Honradez de la Cerradura" die aandacht verdiende. De Fransen hebben ons wat luchtige hors d'oeuvres voorgezet, voor zij met wat meer substantiële kost zullen komen: Marcel Carné's nieuwste film „Juliette ou la clef des songes" (Ju- liëtte of de sleutel der dromen). Carné heeft zich verleden jaar nabij Cannes, in het tegen de berghelling gedrukte, uiterst pittoreske dorpje Saint Paul de Vence, op dit werk voorbereid en niet ver vandaar krijgt dit nu dus zijn première. De voor spijsj es van de Fransen waren de char mante politiefilm „Identité Judiciaire" (Gerechtelijk onderzoek) en een heerlijke lichte comedie van Jacques Becker, ge titeld „Edouard et Caroline". In deze laat ste film treden veel jonge mensen op. „Ik werk bij voorkeur met jonge artisten", vertelde Becker. „Ik houd van jonge men sen, maar bovendien kun je met hen dik wijls veel meer bereiken dan met oudere acteurs, die elk zo typisch hun eigen stijl hebben". Dat klonk misschien een beetje dressuur-achtig en daarom voegde hij er nog gauw aan toe: „Maar ik geef die jonge acteurs een maximum aan vrijheid". Zijn film werd gekwalificeerd als „de lachend- ste en geestigste film van het festival". Bunuel zonder concessies De hardste, onmeedogendste film was tot nu toe „Los Olvidados" (De vergetenen) uit Mexico van de reeds in de twintiger jaren door de avant-gardistische beweging beroemd geworden Luis Bunuel over de misdadige jeugd der grote steden. Bunuel deed geen enkele concessie aan het publiek, trachtte allerminst een „commerciële" film te maken. Hij verfraaide niets en geeft zelfs geen oplossing aan. Hij toont slechts op een gruwelijke manier het ten onder gaan van jonge mensen aan de zelfkant van de samenleving in een metropool. „Dead End" (Doodlopende straat) van Wil liam Wyler is in vergelijking met „Los Olvidados" zoetsappig. De vertoning werd herhaaldelijk door applaus onderbroken, maar er waren ook toeschouwers wie deze uitstalling van gruwelijkheden te machtig werd. De Russen toonden tot dusver de mu ziekfilm „Moussorgsky" die alleen om po litieke redenen bij sommigen enthousiasme kon wekken, maar die artistiek geen en kele belofte inhield. Omtrent het aandeel van Duitsland en Amerika willen we ons oordeel nog opschorten. „Der fallende Stern" (De vallende ster) van de Duitsers was op het festival een vallende baksteen, maar het schijnt dat zij nog wat beters in petto hebben. Amerika vertoonde tot heden slechts „A place in the sun" (Een plaats in de zon,boeiend maar melo dramatisch. Doch er staan ons nog vier films te wachten, waaronder het be faamde „All about Eve" (Alles over Eva). De Zwitserse film „Vier mannen in een jeep" van Leopold Lindtberg over een militaire patrouille het door vier mogendheden bezette Wenen, ver wierf niet alleen veel succes, maar ook een Russisch protest, om dat de soldaat van de Sovjet-Unie er min der gunstig in wordt voorgesteld. De storm is snel gaan liggen. Nederlands succes Het zal de lezers goed doen te verne men, dat van de do cumentaires de Ne derlandse film „Spie gel van Holland" door Bert Haanstra tot nu toe verreweg de meeste indruk heeft gemaakt. In het kantoor van de voorlichtingsdienst hangt een petitie om de film nog eens te vertonen. Reeds meer dan de helft van de buitenlandse journa listen heeft die ge tekend. JAN KOOMEN. Spotlight der Lente in Liverpool Street Station. Onmiddellijk na de souvereiniteitsover- dracht is in overleg met de Indonesische regering overgegaan tot het aanstellen van Nederlandse waarnemend commissarissen in Soerabaja, Medan, Makassar, Bandoeng, Semarang en Palembang. Tevens is onlangs een Nederlands commissariaat in Bandjer- masin geopend. Deze voorlopige vertegen woordigingen zijn thans veranderd in defi nitieve. De commissarissen hebben de status van consulaire vertegenwoordigers en ge nieten de voorrechten en immuniteiten van consulaire vertegenwoordigers van vreem de mogendheden. De commissarissen te Soerabaja, Medan en Makassar bezitten de rang van consul- generaal, de overigen hebben de rang van consul. In Djakarta is de consulaire afde ling van het Hoge Commissariaat aldaar belast met de consulaire werkzaamheden. Nederland zal voorts op nader te bepalen plaatsen in Indonesië honoraire consulaire posten kunnen vestigen. In Suriname zal een Indonesisch com missariaat worden geopend te Paramaribo, dat zal ressorteren onder het Hoge Com missariaat van de" republiek Indonesië te Den Haag. Er zijn onderhandelingen gaande tussen de gemeente Dordrecht en het Electrici- teitsbedrijf Zuidholland over een moge lijke uitbreiding van de op het ogenblik in aanbouw zijnde cantrale in de West- Merwede-polder te Dordrecht. De vraag naar electriciteit stijgt namelijk met de dag en vooral de industrieën worden steeds grotere afnemers. De gemeente Dordrecht heeft voor de bouw van deze centrale een crediet van f 45.000.000 verleend. De prij zen voor de werken zijn echter zodanig ge stegen, dat voor de financiering daarvan een aanvullend crediet van f 7.875.000 no dig zal zijn. ADVERTENTIE Afd. Antiquariaat Ged. Oude Gracht 27 - Haarlem enkele stuks, zowel als gehele bibliotheken Aan huis te ontbieden Daniël Gélin (rechts), de mannelijke hoofdfiguur in een scène uit de geestige Franse film „Edouard et Caroline" met Jean Frarigois. ADVERTENTIE Waarom risico lopen bij een stofzuiger kopen? Ga naar DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK Gen. Cronjéstraat 43 - Kruidbcrgerwcg 51 Telefoon 16990 - 17696 Vanaf 2.50 per week. Ook voor reparatie en onderdelen van alle merken. ZATERDAG 14 APRIL Stadsschouwburg: ..Meeuwen boven Sor rento", 8 uur. Brinkmann: Ronde-tafel samenkomst ORG, 3.30 en 8 u. Rembrandt: „Mr 880", 14 j., 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Zo begint het leven", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur: Luxor: „De kampioen melkboer", alle leeft.. 2, 4.15, 7 cn 9.15 uur. City: „De jongen met de trompet", 18 j., 2.15, 4.30. 7 en 9.15 u. Spaarne: „Landroof" en „De slangenrivier", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Kol- dercoctail", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.30, 7 en 9.15 uur; Dinsdag 2.30 en 8 uur). ZONDAG 15 APRIL Stadsschouwburg: Aerdenhouts kinderto neel „Goudhaartje en de Troubadour", 2 uur; „Meeuwen boven Sorrento" (Vrije Toneel), 8 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: Optre den van de Ramblers en Skymasters, 8 uur. Gebouw Cultura: Vereniging N. U., afdeling Haarlem vertoning der film „Stalingrad", 7.30 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor stellingen. MAANDAG 16 APRIL Stadsschouwburg: Venus bespied" (Haagse Comedie), 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Ruim tienduizend padvindsters uit alle delen van Nederland zullen op 15 Mei naar de Goudsberg te Lunteren gaan om daar het 35-jarig bestaan van het Neder landse Padvindsters Gilde te vieren. De Koningin zal deze dag bijwonen en een défilé afnemen. Er zal een lekespel wor den opgevoerd, getiteld „Rondom de gil- deboom". Bij dit feest zal de goede daad niet ont breken. Voor de Blauwe Vogels, de mis deelde padvindsters, verzamelen de meis jes postzegels. Verder is toestemming ge vraagd voor het organiseren van een lo terij. Indien deze toestemming wordt ver leend ligt het in de bedoeling, dat de Ko ningin op de jubiieumdag 150 postduiven zal loslaten. Elk van deze vogels heeft een briefje bij zich met een deel van een bood schap, wanneer deze boodschap in zijn ge heel ontvangen is in elk gewest, is dit het sein te beginnen met het verkopen van kaarten met een kruiswoordraadsel. De opbrengst hiervan is ook weer voor de Blauwe Vogels, namelijk voor het inrich ten van een kampeerverblijf voor deze meisjes. De kabouters, de jongste leden van het N.P.G. van 8 tot 11 jaar, zullen op Twee de Pinksterdag, 14 Mei, hun eigen jubel dag vieren, op ongeveer 25 verschillende plaatsen in groepen van 250. Ook zij zijn reeds bezig met twee „jubeldaden". Ten bate van het Nederlandse Geleidehonden fonds worden zilverpapier en theelood ver zameld. Verder is iedere kabouterkring be zig vier prentenboeken te maken, die na 14 Mei aan ziekenhuizen en kindertehui zen zullen worden gegeven. Naar wij van welingelichte zijde verne men, zullen de baanvakken waarop het reizigersverkeer door de Nederlandse Spoorwegen wegens de kolenschaarste des tijds is gestaakt, in de naaste toekomst niet meer voor personenvervoer worden opengesteld. Hoewel in de nieuwe dienst regeling, die 20 Mei ingaat, wel treinen op deze trajecten staan vermeld, is het wel zeker, dat bussen de diensten zullen blij ven uitvoeren. Ook de voorbereidingen voor het overplaatsen van personeel wij zen er op, dat de N.S. voorshands niet van plan zijn, de diensten met personentrei nen te hervatten. Het betreft hier de baanvakken Groningen-Roodeschool, Gro- ningen-Delfzijl, Leeuwarden-Staveren, Zutfen-Winterswijk, Alkmaar-Hoorn,Heer- len-Schaesberg en Gouda-Alphen aan de Rijn. Niet de nog heersende kolenschaarste, maar wel de onmogelijkheid om deze lij nen rendabel te exploiteren zou de oor zaak zijn van dit besluit. De indertijd ge dane belofte, dat er zo gauw de kolensi- tuatie dit toeliet, weer treinen op deze trajecten zouden gaan rijden, kan niet worden nagekomen. Het is nog niet bekend, hoeveel perso neelsleden van de N.S. door deze maat regel een andere standplaats krijgen. Hoewel de stijging van de prijzen en de voorraadvorming bij vele bedrijven in het begin van dit jaar een zekere remmende invloed hebben gehad op de handel tijdens de voorjaarsbeurs te Utrecht, zijn de resul taten over het algemeen goed geweest. Een stimulerende factor was ongetwijfeld het feit dat de buitenlandse prijsstijgingen echter nog niet overal hun invloed hebben uitgeoefend op het Nederlandse prijspeil. Dit verklaarde mr. J. Milius, directeur van de Koninklijke Nederlandse Jaarbeurs over de pas geëindigde beurs. In de wol-sector had de plotseling optre dende prijsdaling invloed op de zaken ter beurze. Op gebieden, waar een zeer sterke prijsstijging valt te constateren, ontbraken dit keer de kleinere kopers, die op het ogenblik te kampen hebben met liquidi teitsmoeilijkheden. De allerkleinste kopers en het niet-kopende publiek, zo zeide de heer Milius, werden dit jaar afgeschrikt door het slechte weer, met het gevolg dat het bezoek over het algemeen tien percent lager was dan op de vorige beurs. De textielbeurs, die zeer veel belang stelling trok, deed behalve in wol zeer goede zaken. Zo werd reeds op de eerste dag een aantal orders in deze afdeling ge plaatst voor ruim één millioen gulden. Buitenlanders uit 51 verschillende landen bezochten deze jaarbeurs. Een Australiër, die grote belangstelling aan de dag had ge legd voor een bepaald soort gascomfoors, vertrok dezelfde dag per vliegtuig naar Australië en belde twee dagen later van zijn land uit de standhouder op om een grote order te plaatsen. De buitenlandse inzenders deden over het algemeen zeer goede zaken tijdens deze beurs, zodat zelfs in vele gevallen de officieel toegestane contingenten een rem vormden op het noteren van orders. Enkele landen, die voor het eerst aan de Utrechtse beurs deelnamen, besloten de volgende keer met aanmerkelijk grotere inzendingen te komen. Mijn goede vriend Fermate meent dat er bij openbare muziekbeoefening te veel aan gelegenheden zijn welke de hoorder aflei den. Hij is van mening dat men om goed de muziek in zich te kunnen opnemen met gesloten ogen moet luisteren en na de laatste klanken niet gestoord worden door applaus. Hij weet dat deze opmerkingen een lichte glimlach verwekken, maar toch neem ik zijn mening zeer au sérieux. Men kan de mening niet anders dan sérieus ne men; wat kan er anders dan ernst in zijn? Jij vindt het natuurlijk sentimenteel, zegt hij; doch ik antwoord: maar edele Fermate, ik dacht dat ik sentimenteel en jij verstan dig was. Dat wil zeggen, ik ben ernstig, zegt hij. En, ja wel, deze Fermate, deze geest, dit allersympathiekste spookbeeld, dat voor niets zozeer vreest als voor een besmetting door sentimentaliteit, gelooft niet dat men met alle verstand in ernst sentimenteel kan zijn. Het aardige van je gedachte, zeg ik, vind ik juist dat er een sentimentaliteit uitspreekt. Volkomen ern stig antwoordt hij: Welnu, ik wil naar de muziek van Brahms luisteren met mijn ogen dicht. Goed, zeg ik, wel te rusten. Dit is hem iets te machtig; mij oók trou wens. Wij horen dit elkaar zeggen en lachen flauwtjes. Ik meen het anders. Ik ook. Geloof jij-dan, vraagt hij, dat het aan genaam is om juist wanneer de klinkende mededeling van een compositie zijn vol tooiing heeft bereikt, door hard handgeklap in je aandacht gestoord te worden? Ik moet hem eerlijk bekennen dat dit mij wel eens heeft gehinderd, maar dat ik er zelden of nooit last van heb. Je zoudt er zeker altijd last van hebben, als je met gesloten ogen had geluisterd, zegt de. ernstige Fermate. Dit neem ik aan; ik ben er zelfs van over tuigd, want het is waar dat men, door de ogen te sluiten, de omgeving bijna geheel kan vergeten en de muziek als het enig- bestaande op dat ogenblik kan waarnemen en in zich opnemen. Nu is Fermate van ons beiden degene die nooit optreedt. Stel je voor, zeg ik, dat je voor het publiek hebt gewerkt, dat je na het einde niets hoort en dat je op een of andere manier bedaard moet weglopen; je zou het gevoel hebben dat je als een hond de kamer werd uitgestuurd. Nee, jij bent ondankbaar en je begrijpt niet waarom er geapplaudiseerd wordt. Ik geraak in een nobel muzikantenvuur en zeg hem dat het applaus door handengeklap al zeker 2500 jaar bestaat, dat in al die tijd de mensen behoefte hebben gehad om onmiddellijk hun dankbaarheid te tonen. Dat muzi kantenvuur van jou zou nog nobeler zijn als je helemaal niet aan applaus dacht, zegt Fermate; maar nu was zijn altijd zo waar dige gedachtengang toch oppervlakkig. Nee, meen ik te moeten zeggen, dan zou het juist egoïstisch zijn, zelfs hoogmoedig. Het is aangenaam en feestelijk om de muziek in levende lijve aan het publiek te presen teren en de reactie van de hoorders in klin kend gebaar is natuurlijk. De optredende aanvaardt de dank en de hulde namens de muziek op de eerste plaats en mag een deel voor zichzelf rekenen. Nu goed, zegt Fermate, dat is zo, en wij kunnen het applaus niet afschaffen; maar het voor naamste is toch dat het opnemen der mu ziek door de hoorder geen belemmeringen ondervindt en ik ben van oordeel dat de eerste ogenblikken na het einde van een voordracht of uitvoering vrij moesten kun nen zijn om de werking der muziek niet te verhinderen. En ik vind, zeg ik, dit een averechtse ernst; jij loopt gevaar besmet te worden door die zwaarwichtigheid welke bij veel muziekliefhebbers de werkelijke liefde voor de muziek vervangt. De muziek is geen gewichtige onderrichting, maar een genoegen, een zeer diepgaand genoegen. Ik had hem al toegegeven dat het voor de werking der muziek gunstig is als men met gesloten ogen luistert. Ik zei aan Fer mate dat hij dus gerust zijn ogen dicht mag doen, terwijl ik ze zeker geopend zal hou den. Ik zie namelijk graag iets; ik vind het aangenaam musicerende mensen bezig te zien cn zelfs als ik een orgel hoor, terwijl de organist onzichtbaar is, kijk ik mijn ogen uit. Het is begrijpelijk dat men op een kerkconcert niet applaudisseert, maar het doffe wegschuivelen na stralende orgel klanken heeft toch iets vervelends. Fer mate meent dat ik in werkelijkheid méér behoefte heb aan stilte bij de muziek dan ik wil doen geloven. Misschien heeft hij een beetje gelijk; hij is meer op precies uit rekenen en saldo maken gesteld dan ik. Ik wil mij behoeden tegen te zware ernst; hij heeft daar geen vrees voor. Bovendien ben ik bang voor inslapen: dit kan u namelijk ook bij mooie muziek zéér goed overkomen. Fermate vindt dit een banale gedachte. Als hij dit zegt vergeet hij dat de wijze van voordragen of uitvoeren der muziek een zeer belangrijke factor is. Een iets te langzaam tempo en ik ben als hoorder een verloren man. Overigens is het bekend dat sommige componisten bij het horen van hun eigen werk de werke lijke klank „over het hoofd zagen" en zich in de herinnering van het componeren ver loren. Toen collega's van César Franck aan het Parijse Conservatorium voor het eerst zijn strijkkwartet voor hem uitvoer den, op een minderwaardige wijze, zat de componist aandachtig te luisteren en hij zeide later niet gehoord te hebben dat zij knoeierig gespeeld hadden. Dit vertelde mij zijn leraar S. van Milligen die bij deze merkwaardige séance aanwezig was. Ik geef Fermate toe dat dit verschijnsel niets te maken heeft met het al of niet gesloten zijn der ogen. De wijze van luisteren en het applaus vormen een geschikt onderwerp om over te keuvelen gedurende de pauze. HENDRIK ANDRIESSEN. ADVERTENTIE 'lexï Ocufc bics.-, NELL-1 LANGE VEERSTR 11-15- y'/i In het gebouw De Tent te Delft wordt hedenmiddag een scheepvaarttentoonstel ling geopend. Er zijn verscheidene scheeps modellen opgesteld en het podium is in een miniatuurzee veranderd, waarin de Nederlandse handelsvloot is afgebeeld. Ook is aandacht besteed aan de visserij, de binnenvaart, het i'eddingwezen en de mari ne. Gedurende de tentoonstelling, die tot en met Dinsdag duurt, zullen demonstra ties in het bereiden van visgerechten wor den gegeven. Voort zullen enige marine films worden vertoond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5