V1 IJl 11# „Petite tete" blijft nog de ideale haardracht De vrouwelijke impresario s zorgzaam, energiek, zakelijk Geheime opdracht Fleurige en smakelijke hors d'oeuvres met MOLENDIJK'S PERMANENT Chignons zijn losse aanhangsels Een beroep, dat absorbeert door zijn veelzijdigheid Mej. M. Schill vertelt over haar werk Beroepen voor meisjes FEUILLETON ZATERDAG 5 MEI 1951 4 Waar men feesten wil hetzij voor ver jaardag, verloving, jubilé, het welslagen van een examen of dergelijke zoekt men naar mogelijkheden om een gezellige fees telijke stemming te krijgen. Men voegt dan tussen de feestelijkheden veelal zeker als het een familiefeestje betreft een wat meer uitgebreid dinertje. Zo'n dinertje kan natuurlijk min of meer uitgebreid zijn en op het begin, dat meestal een hors d'oeuvre is, zullen wij het licht eens laten vallen. Als U Uw Frans nog niet bent ver geten, dan weet U, dat „hors d'oeuvre" wil zeggen: „buiten het geheel vallend" en dat is eigenlijk wel waar. Het is een gang, die bestaat uit één of meer koude, lichtverteer- bare en aardig gegarneerde gerechtjes. Wij noemen hier dus al „en passant" enkele voorwaarden op, waaraan een hors d'oeuvre moet voldoen. Het zijn n.l. koude gerecht jes van lichtverteerbare grondstoffen begrijpelijk men zou anders geen eetlust meer overhouden voor de nog volgende gangen en zij moeten aardig gegarneerd zijn; zij moeten als het ware door hun aar dig en smakelijk uiterlijk de eetlust nog vergroten. Wij kunnen een enkel gerechtje geven, b.v. haringsla op geroosterd brood als het een eenvoudig diner geldt of, als het een bijzondere gelegenheid is, een primeur b.v. kaviaar, opgediend in een schaal of schaal tjes met ijs, waarbij men fijngehakte ui, ci troen en natuurlijk geroosterd brood en boter geeft of b.v. kievitseieren, die ge serveerd worden: hardgekookt en omgeven door radijsjes, sterkers of waterkers. Het is niet moeilijk een keus te maken voor een hors d'oeuvre. Een uitgebreide collectie staat U ten dienste: allerlei slaatjes, gevulde tomaten, gevulde eieren, vleesgerechtjes, kaas, vis, groenten. Bij het samenstellen van een uitgebreide hors d'oeuvre, de „hors d'oeuvre varié", moeten wij er wel aan denken, dat wij goede combinaties maken, niet alleen wat smaak betreft en verteerbaarheid (b.v. niet te veel vette hapjes), maar ook wat de kleur aangaat. Plaats niet te veel roodge kleurde gerechtjes op een schotel, zoals to maten naast rolletjes saucis en kreeft. Over dit opdienen nog iets: men kan gebruik maken van een speciale hors d'oeuvre- schotel met aparte vakjes voor de verschil lende gerechtjes. Heel goed is echter ook een gewone ronde of ovale schotel te ge bruiken, maar U kunt ook cle verschillende gerechten afzonderlijk op schotels opdie nen. Men geeft bij een uitgebreide hors d'oeuvre altijd mayonnaise, stukjes geroos terd brood en boterballetjes of -blokjes. Hier is een voorbeeld van een hors d'oeuvre van 5 verschillende gangen: To maatjes gevuld met eierslaatje; huzaren- slaatje; stukjes gerookte paling; halve eieren gevuld met eiboter; kaascroütons. U ziet, dat een zuur gezicht naast een vet hapje komt, een gerecht met een weinig uitkomende smaak, zoals de eieren, bij een wat meer pittig-smakend onderdeel. Nu nog een voorbeeld van een luxueuze hors d'oeuvre: Stukjes kip met mayonnai se; rolletjes saucis gevuld met ei- of kaas- boter; kreeft met mayonnaise; garnalen- slaatje; appelblokjes met mayonnaise; crou tons met ansjovis; plakjes ei met ravigotte- saus; paling in gelei. De bekende Franse kok en leermeester Escoffier zegt ongeveer: „De afwisseling van de hors d'oeuvre is oneindig. Alle pro ducten, die bij de voeding gebruikt worden zijn geschikt om er de meest verschillende gerechtjes van te maken. Degene, die de hors d'oeuvre maakt, moet' iets goeds en moois kunnen maken van weinig. Het is veel meer zijn arbeid dan de aard van de grondstoffen, die aan het gerecht waarde geeft." A. v. D. ADVERTENTIE IEDERE DAME IS VERWEND SANTPOORTERPLEIN - TELEFOON 19706 HAARLEM NATUURLIJK staat het iedere vrouw vrij beur haar te dragen zoals zij dat wil, maar wie graag met de mode meegaat, zal toch haar lokken moeten laten kortwieken. Voor geval ze dat al met lang gedaan heeft! En al die geruchten over chignons en wrongen laag in de hals dan? En al die hoedjes voor op het hoofd, die het korte kapsel eenvoudig tot een onmogelijkheid maken? Och, dat moet u allemaal niet zo nauw nemen. Als de Parijse groten Dior, Fath, Dessès en zo meer hun mannequins met lange of langer wordende haren laten lopen, dan hoeft u zich nog direct daaraan te storen. Veel belangrijker is wat de kappers decreteren en zij zijn het er allen over eens dat het „petite tête" de ideale dracht is, zeker nu de zoele zomermaanden nog voor ons liggen. We kunnen niet anders zeggen dan dat wij de wijsheid en het inzicht der figaro's ditmaal toejuichen. Inderdaad, het korte kapsel biedt in het warme jaargetij tal loze voordelen. En wat er aan volume ver loren gaat wordt ruimschoots goedgemaakt door een perfecte coupe. Dus in de eerste plaats: een prima kapper! Voorts een ste vige borstel, die werkelijk masseert. Het resultaat is in het algemeen een jeugdig, kwiek en ordelijk hoofd. En de sportieve vrouw zal zich vol verbazing afvragen, waarom zij zich eigenlijk jarenlang heeft druk gemaakt over een speciaal soort bad muts ter bescherming van haar vlechten of een grofmazig haarnet onder het tennis sen, dat haar rol voor afzakken behoeden moet. Maar nu nog even over die chignons, waarover u de laatste tijd zoveel hoort spreken. Dat kan toch niet allemaal baker praat zijn? Nee, inderdaad niet. Die chig nons evenwel zijn meestal losse aanhang sels, die u naar believen op of van uw hoofd kunt doen. Soms is het een postiche van eigen haar, soms een namaak-wrong van nylon of een kleine guirlande van kunstbloemen. Natuurlijk zijn er nog tal van andere mogelijkheden. U kunt ook een garnering aanbrengen van veren, van zilveren of gouden vlechten al of niet echt of van een toefje bont. Deze laat ste versiersels zijn natuurlijk alleen be doeld voor 's avonds. Om nu op het echte onvervalste kapsel terug te komen, het korte dus! Antoine, de wereldberoemde Parijse coiffeur, brengt een klein, we zouden haast zeggen ge beeldhouwd kopje met korte soepele krul len. Van voren valt een kleine franje over het voorhoofd, terwijl het haar achter hoog opgeknipt is. Niettegenstaande alles zeer vrouwelijk! Van totaal ander karak ter is het nieuwste kapsel van de tegen woordig niet minder bekende Fernand Aubry. De coiffure omsluit glad als een helm het hoofd en de bollende lok op het voorhoofd heeft wel iets weg van een vi zier. Het haar, opzij even over het oor naar achteren getrokken, wordt in de nek gevangen in een soort rol, die met een grote zachtgekleurde bloem is bedekt. De Engelse Sylvia Pope creëerde een eenvou dig zachtgolvend kapsel. Hoe u ook over de nieuwe haarmode moogt denken, vrouwelijk is zij zeker en practisch ook. En wat niet minder be langrijk is u behoudt uw speldengeld! ARLETTE MEJUFFROUW M. SCHILD, de enige vrouwelijke Nederlandse impresario, tevens directrice van de muziekafdeling van het Ned. Impresariaat te Amsterdam, met wie ik dezer dagen een gesprek had vindt haar beroep „een echt vrouwelijke bezig heid". „Mannen slaan er niet altijd acht op, dat kunstenaars niet alleen een onderdak moeten hebben wanneer zij in een vreemde stad of in een vreemd land optreden. Men moet hen ook door kleine attenties, zoals bloemen in hun hötelkamer, een berichtje met een groet van de impresario, e.d- op hun gemak weten te stellen opdat zij het gevoel krijgen, dat er iemand is in dde vreemde omgeving, die aan hen denkt". Als het beroep van impresario, louter uit dit contact met de kunstenaars bestond, nog uitgebreid dan met reizen en hen verge zellen, dan zou iedere vrouw, die zich graag tussen mensen beweegt, wel impre sario willen zijn, maar er zijn meer hoe danigheden vereist. Last van vermoeidheid en van zenuwen moet de impresario niet hebben. Het werk absorbeert haar en neemt zelfs haar vrije tijd zo goed als geheel in beslag. „Uitrusten doe ik alleen, wanneer ik met de auto naar het buitenland ga om daar contracten af te sluiten voor de onder mijn hoede staande musici", zei mejuffrouw Schill glimlachend. „Ik ben dan genood zaakt om mijn aandacht bij de weg te be palen en dat maakt het onmogelijk om te gelijkertijd aan andere dingen te denken. Weet u wel, die tailleur van de vorige week, gemaakt volgens de Engelse mode? Wat zoudt u er van zeggen om er een Franse blouse met striksluiting bij te dragen? De blouse op bovenstaande foto is eenvoudig, zonder opschik en toch smaakvol. Zij is van een van de beroemde Franse modehuizen. Echt ontspannend". Dat vele reizen is niet allemaal voor plezier, want hierbij komt een derde eigenschap kijken, de zakelijk heid. „Kunstenaars zijn over het algemeen toch al zo onzakelijk, als de impresario dat ook was, zouden zij er helemaal bekaaid af komen", is het commentaar van mej. Schill. „Bovendien moet zij zeer diplomatiek zijn zowel tegenover degenen, met wie zij een contract afsluit als met de kunstenaars. „Hoe ik zélf impresario geworden ben?" „Ik ben er als het ware ingegroeid", be antwoordde mijn gastvrouw mijn vraag. „Voor de oorlog heb ik zelf zang gestu deerd aan het conservatorium in Berlijn. Daar heb ik verschillende beroemdheden leren kennen en veel vrienden gemaakt. Met dezen ben ik voortdurend in contact gebleven en ik heb met enkele reizen meegemaakt. Daardoor kreeg ik belang rijke relaties en toen ik door de oorlog te lang uit mijn werk was geweest, leek het mij na de bevrijding het meest logische om mijn zangcarrière op te geven en in plaats daarvan als impresario te gaan optreden. Voordat men echter zoiets kan beginnen, moet men vergunning hebben van het mi nisterie van O., K. en W. Deze vroeg ik aan, maar ik kreeg een weigering omdat er plannen waren voor de oprichting van een Nederlands Impresariaat, dat met rege ringssteun zou worden opgebouwd. Ik trof voorbereidingen en toen in 1947 het Im presariaat op initiatief van de Kon. Ned. Toonkunstenaarsvereniging en met rijks subsidie tot stand kwam, werd ik tot di rectrice benoemd. Het is de bedoeling het Impresariaat „self supporting" te maken. De subsidie, welke wij nu nog ontvangen, wordt besteed ten behoeve van jonge kun stenaars. Voor dit doel heeft het Prins Bernhardfonds ons ook een toelage ge schonken. Het is heel prettig om voor die jongeren iets te doen. De ouderen kunnen beter op eigen benen staan en het schept zo'n voldoening de jongeren op hun eerste schreden te begeleiden. Theo Bruins heb ik bijvoorbeeld van zijn eerste optreden af onder mijn hoede gehad". „Het leven van een impresario is inte ressant", vervolgde mej. Schill. „Ik woon audities bij, ga naar vergaderingen, regel het optreden van mijn musici, zorg voor hun verblijf en hol dan 's avonds nog naar concertzalen om al of niet vermeende ster ren te horen. Mijn werk is anders dan dat van de impresario's, die zich op het gebied van toneel bewegen. Zij immers nodigen buitenlanders naar Nederland uit, maar kunnen slechts hoogst zelden Nederlanders naar het buitenland sturen. Voor musici is dat natuurlijk anders, omdat iedereen hun taal verstaat. Mijn zorg betreft dan ook Nederlandse zowel als buitenlandse kun stenaars. Ik heb b.v. concerten van het Ne derlands Kamerkoor kunnen organiseren in Italië, Frankrijk, België en voor dit seizoen in Duitsland en in Edinburgh, en engage menten bezorgd aan Nederlandse zangers in het buitenland. Bovendien treden de En gelse zangeres Kathleen Ferrier en de tenor Peter Pears steeds onder auspiciën van ons Impresariaat in Nederland op. Hoewel er sinds November van het vorig jaar een Federatie van Concertdirecties bestaat, is er toch nog concurrentie tussen deze direc ties, wat het aantrekken van musici en or kesten betreft. De wedloop is het span nendst omstreeks Maart, wanneer er plan nen gemaakt worden voor het nieuwe sei zoen. De drukte op het bureau is dan over stelpend en goed personeel is een dringende noodzaak. Dit vormt evenwel een probleem, omdat de meeste meisjes wel de leuke werkjes willen doen, zoals het meereizen met de kunstenaars, maar niet het bureau werk, dat gewoon secretaressewerk is". Mej. Schill vertelde verder: „In het bui tenland bestaat geen instelling als het im presariaat., daar kent men alleen particu liere impresario's in Italië zijn het bijna allen vrouwen! Het voordeel van dit impresariaat is, dat de Stichting de kunstenaars bij de extra kosten kan steunen. Dit gebeurt niet in het buiten land. Daarop stranden - dikwijls uitwisse lingen. Er is nl. een internationale overeen komst, die eist dat contracten via de im presario's moeten worden gesloten. Het Impresariaat organiseert iedere maand in Amsterdam contactmiddagen tussen de musici, waarvoor veel belang stelling bestaat. Uit deze middagen is het Contactcentrum van Nederlandse Musici ontstaan, waarbij het Impresariaat zeer is geïnteresseerd .In Mei zal voor de eerste maal een jonge musicius worden gekozen, die een jaar speciaal bij engagementen voor concerten, zal worden geprotegeerd. Een tweede plan, waarbij mejuffrouw Schill is betrokken, is een internationale contactweek in Land en Bosch te 's-Grave- land te houden (eind Mei, begin Juni), waarvoor uit verschillende landen, o.m. Engeland, Duitsland en Zwitserland, twee jonge kunstenaars worden uitgenodigd. Daar zullen uitwisselingsplannen worden besproken. De kunstenaars zullen concer teren voor de radio. De in Mei gekozen Ne derlandse kunstenaar zal er ook optreden. De samenkomst is mogelijk geworden door hulp van particulieren". Over gebrek aan werk heeft mejuffrouw Schill dus niet te klagen. Zij beschikt ech ter over een onverwoestbare energie en een levensblijheid, waarmee zij ieder voor zich inneemt. DAPHNE. ADVERTENTIE AAEBT u maaTgevoel OP CONFECTTE-GEvoEi. KLEECER.- MAKERy GERARP A- VAN DEC. STEU-R- TEL.IO750 Bij de N.V. Drukkerij De Spaarnestad te Haarlem is verschenen een boek van Aimée van Tricht: „De toekomst tege moet", een boek over beroepsmogelijkhe den voor meisjes. De schrijfster meent een doorslaggevende reden te hebben voor het doèn uitgeven van dit boek, nl. dat de kinderen en de opgroeiende jeugd over het algemeen slechts heel weinig of in het ge heel niets van toekomstmogelijkheden of beroepen afweten. Zij heeft zich niet, aldus haar voorwoord, zoals bij de eerste druk van dit boek in 1940 bepaald tot de z.g. ideële beroepen (verpleegster, vroedvrouw, kinderverzorgster, landbouwhuishoudkun- dige, onderwijzeres, maatschappelijk werk ster, enz.), maar zij heeft haar informaties uitgebreid met beschouwingen over andere beroepen en hun opleidingen. Over al deze beroepen heeft Aimée van Tricht op een dergelijke korte en toch dui delijk voorlichtende manier geschreven, dat het meisje, dat aan de beroepskeuze toe is, voldoende begrip krijgt van wat haar te wachten staat, indien zij één der besproken beroepen kiest, en dat zij tevens beseft, wat er van haar verwacht wordt en welke physieke eisen er worden gesteld. Practisch is bovendien, dat in iedere be schrijving adressen van opleidingsinstitu ten en methoden van opleiding zijn opge nomen, zodat men niet nodeloos behoeft te zoeken, waar men zich kan oriënteren. Het vierde gedeelte van het boek bestaat voorts uitsluitend uit adreslijsten van inrichtin gen, scholen en instituten als ook uit lijsten van gewestelijke arbeidsbureaux en de bijkantoren ervan, waar men inlichtingen over beroepskeuze kan krijgen. Dit boek is niet alleen voor meisjes en jonge vrouwen van belang om zich een weg te zoeken in de veelheid van beroepen. Het heeft ook een voorlichtende taak voor ouders. Om u $en beeld te geven van de wijze, waarop de beroepen zijn beschreven en om u tevens te doen kennis maken met vak ken voor meisjes, die slechts vaag bekend zijn, zal ik van tijd tot tijd stukjes van de beschouwingen in deze pagina opnemen. DAPHNE. In een van de kranten ontdekte het kind Lilibeth het plaatje van mevrouw Boes man, die door stoe re mannen aan land wordt gebracht na haar onfortuinlijke ballontocht. De kran tenfoto's hebben de laatste tijd Lilibeth's onverholen en vasthoudende belangstelling. Je kunt haar met de beste wil van de we reld niet meer met een kluitje in het riet sturen. Het is alsof ze ruikt, dat je een poging doet haar iets anders te vertellen dan er in werkelijkheid is gebeurd. En u zult het met me eens zijn, dat lang niet alle plaatjes geschikt zijn om leuke verhaaltjes bij te vertellen! Aanvankelijk lukte het nog wel eens haar aandacht af te leiden door met gespeeld enthousiasme op een prettige prent te wij zen en daarop haar fantasie te richten. Maar ook die dagen zijn voorbij. Bijna geïrriteerd zegt ze dan: „Nee, Mam, ik bedoel dat 3slaatje", en haar vingertje wijst pertinent in de gewenste richting. Zo had ze dan dezer dagen mevrouw Boesman te pakken. Ze liet haar niet meer los. Ze moest alles van een ballon weten. „Waarom laten ze die ballon niet alleen los, Mam?", vroeg ze, toen ik aan het mandje toe was. Onder omstandigheden ware dat zeker beter, dacht ik. „En waarom ging ze naar zee toe, Mam?" „En waarom gingen ze in het water, Mam?" „Omdat ze dat leuk vonden", antwoord de ik nogal béte! „En was het mandje toen een bootje, Mam?" „Ja", herademde ik, „en mevrouw roeide toen naar het strand". „Had de mevrouw dan een roei bij zich, Mam? En was ze zó moe, dat ze gedragen moest worden?" Wat kon ik anders dan „ja" zeggen? door Victor Bridges vertaald ait het Engels) 22) Ik zou het Maitland kunnen vragen. Ik neem aan, dat hij wel een voordracht over Victor Hugo zal willen houden. Daar twijfel ik niet aan. Dat schijnt zijn speciale onderwerp te zijn. Professor Lorimer keek op zijn horloge, Dat komt dus allemaal prachtig voor elkaar, vervolgde hij. Er staat je niets in de weg om de eerste de beste trein naar Londen te nemen, die je halen kunt. Ik hoop, dat die regenngslieden zo verstan dig zijn werkelijk te luisteren naar je ad viezen. Tenzij het een geheime zaak be treft, zal ik naderhand graag iets horen over je bevindingen. Nigel begreep, dat hij kon gaan en stond op. Ik zal alles, wat de moeite waard is, goed in me opnemen, professor, antwoord de hij. Maar ik dcr.k niet, dat het veel bij zonders zal zijn. Met een schok kwam de taxi tot stil stand. De chauffeur draaide zich om. U bent er meneer, dat gebouw daar is het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Prachtig! Nigel stapte uit met een koffertje in zijn hand en na de chauffeur betaald te heb ben, liep hij vol verwachting op de impo sante ingang van een groot gebouw toe. Het was bijna vijf uur 's middags en in Whitehall hadden de ambtenaren hun dag taak volbracht. In groepjes kwamen ze naar buiten. In de ruime vestibule, die Nigel betrad, stonden enige waakzame boden. Op één er van liep hij toe en gaf zijn kaartje af. Ik heb een afspraak met de heer Fairfax, deelde hij mede. Ik heb deze af spraak persoonlijk telefonisch met hem gemaakt. Een ogenblikje, alstublieft. De man liep naar een lessenaar aan de andere kant en begon met zijn collega te fluisteren. Het resultaat bleek bevredi gend te zijn, want toen hij weer op NigeJ toekwam, keek hij hem met iets van ont zag aan. Wilt u mij maar volgen, meneer, dan zal ik u naar de kamer van de heer Fair fax brengen. Na een korte tocht in een lift en enige passen door een lange gang, betrad Nigel een kleine, rustig gemeubileerde kamer, waar de als steeds onberispelijk geklede Michael Fairfax hem hartelijk ontving. Dit is werkelijk geweldig van je, ouwe jongen, en ik kan je niet zeggen, hoe dankbaar ik je ben. Fairfax drukte de hand van zijn bezoeker met grote hartelijkheid en keek dan naar het koffertje. Je hebt je spullen meegebracht, zie ik, en je blijft dus logeren. Dat is helemaal prachtig! Ik hoop, dat hierdoor niet het hele universi taire leven in Cambridge in het honderd loopt. O neeNigel nam zijn hoed af en zocht de gemakkelijkste stoel uit, die in de kamer aanwezig was. Ik heb de zaak met prof. Lorimer besproken en hij was van oordeel, dat ze het wel even zonder me zouden kunnen stellen. Of hij tè optimis tisch is geweest, zullen we naderhand zien. Dat risico moest in ieder geval maar genomen worden, grinnikte Michael, en een elegante sigarettenkoker te voorschijn halend, presenteerde hij Nigel een sigaret. We hebben nog tijd genoeg om er eentje te roken. Billy wordt door een of andere ver velende deputatie bezig gehouden en het zal nog wel een goed kwartiertje duren, voordat hij ons kan ontvangen. Waar gaat het over?, vroeg Nigel. Het lijkt me beter, dat hij je dat zelf allemaal vertelt. Zich over zijn schrijftafel buigend, nam hij een dicht betypt vel papier op. Terwijl we hier zitten te wach ten, zou ik echter wel graag zien, dat je dit eens even doorlas. Het is het rapport van een lijkschouwing, welke de vorige week in Melchester in Essex werd gehou den. Neem er rustig de tijd voor en lees het verhaal zo aandachtig mogelijk. Zoals je wilt. Na een sigaret opgestoken te hebben be gon Nigel te lezen, terwijl zijn vriend, op de leuning van een andere stoel zittend, hem met belangstelling gadesloeg. Hè, dat is toevallig. Wèt? Ik ken die knaap Wentworth! Hij is lid van mijn Club. Wat vertel je me daar! Michael trok zijn wenkbrauwen vragend op. Ken je hem goed, wat voor soort kerel is hij? Van het beste soort, dat je je beden ken kunt. Hij is oorlogscorrespondent in Birma geweest. Hij schijnt nu romans te schrijven en daar veel succes mee te heb ben. Hoe interessant. Ik zou graag meer over hem horen, als je dit stuk uitgelezen hebt. Nigel las verder en te oordelen naar de uitdrukking van zijn gezicht, scheen zijn belangstelling in hoge mate gewekt te zijn. Hij las verder aan één stuk door en keek niet weer op, voordat hij klaar was. Het is werkelijk een dramatisch ver haal, merkte hij op. Het is iets voor een film. Wat vind je van de uitspraak? Niet helemaal bevredigend, maar ik zou niet weten, wat ze anders hadden moeten zeggen. Tusen haakjes, heeft dit iets te maken met het verzoek aan mij om hals over kop naar Londen te komen? Er is werkelijk enig verband, zei Michael, terwijl hij het rapport weer in ontvangst nam. Op dat moment klonk er een zoemgeluid. We kunnen naar binnen, voegde hij er aan toe. Billy belt. Hij heeft die vervelende kerels toch sneller dan ik dacht weten te lozen. Hij liep de kamer door naar de verbin dingsdeur en verzocht Nigel het eerst naar binnen te gaan. Hier is mijn vriend Graham, kondig de hij aan. Ik veronderstel, dat u hem nu kunt ontvangen. Natuurlijk. Sir William, die aan een grote vergadertafel midden in de kamer zat, stond op en stak zijn hand uit. Het doet me genoegen u te ontmoeten, meneer Graham, en ik ben u er zeer erkentelijk voor, dat u zo snel bent gekomen. Ik hoop, dat het u niet al te veel moeilijkheden heeft veroorzaakt. Ik heb me gemakkelijk vrij kunnen maken, antwoordde Nigel. Ik vond het een prachtig excuus om. een paar dagen in Londen door te brengen. Het spijt me, dat ik u moest laten wachten, maar in de ongelukkige positie van minister van Binnenlandse Zaken ben ik overgeleverd aan allerlei vervelende kerels met eindeloze verhalen. Het is wer kelijk een opluchting eens een bezoeker te begroeten, die méér dan welkom is? Gaat u zitten en maakt u het zich gemakkelijk. Nigel mompelde enige woorden van dank en nam plaats, terwijl Sir William vragend in de richting van Michael keek. Heb je meneer Graham al enigszins op de hoogte gebracht van hetgeen, waar over we met hem wilden praten? Hij heeft het verslag van de lijkschou wing gelezen. Ik dacht, dat het tijd zou sparen, als hij eerst daarvan kennis nam. Zeker. Sir William x-ichtte zich op nieuw tot Nigel. Mag ik u vragen, welke indruk dit verslag op u heeft gemaakt? Ik kan natuurlijk niet meer doen dan gissen, maar uit wat ik gelezen heb, kreeg ik de indruk, dat die meneer Marks bezig was zijn neus in andermans zaken te ste ken, om welke reden het noodzakelijk ge oordeeld werd hem uit de weg te ruimen. U hebt daarmee de situatie met een en kel woord uitstekend geschetst. Sir Wil liam hield even op. In het strikste vertrou wen zal ik u nu op de hoogte gaan stellen van enkele feiten, die op het ogenblik slechts aan twee anderen mensen in Enge land bekend zijn. Eén van hen is meneer Fairfax, en de andere is, meneer Summers, de hoogste politie-autoriteit. U voelt dus wel, hoe noodzakelijk het is, dat in deze de grootste geheimhouding wordt betracht. Nigel knikte even en zonder verdere in leiding begon Sir William te vertellen over het bezoek van monsieur Leselle. De wijze, waarop hij de verschillende feiten kort en accuraat weergaf, was meesterlijk en zelfs Michael, die normaal zeer veel respect voor de talenten van zijn chef had, moest toe geven, dat „Billy" werkelijk zichzelf over trof. Aan het einde van de uiteenzetting had hij moeite, niet te applaucliseren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6