^êsmesti fa. B. ENGELENBERG Litteraire Kaettekeeie. liepolo, rasschilder uit de tijd der volmaakte levenskunst SCHOOLBOEKEN Nieuwe uitgaven Bloemenkoningin doet 1 4 Juli haar intrede iem Tekenwerk van leerlingen van het Lorentzlyceum voor alle inrichtingen van onderwijs SCHOOLBOEKHANDEL H. DE VRIES Over Beeldende kunst Haarlems Bloemenfeest West-Friese bruiloft op de Gröte Markt Rembrandts etstechniek Grootse expositie van zijn werken te Venetië ZATERDAG 30 JUNI 1951 3 UEF NIKOLADEWITS3 TOLSTOJ: „Kinderjaren" (Reeks „Het Parelsnoer", Uitg. Foreholte, Voorhout). (Vertaald door Aleida G. Schot) 1-1WEEMAAL HEEFT TOLSTOI eigen werk met de Ilias vergeleken: „Kin derjaren" en „Oorlog en Vrede", zijn bijna ilyllische jeugdroman en zijn machtige historische en menselijke epos. Wat hij zelf herkende als het „homerische" in beide was het episch boven-persoonlijke, kabbe lend-verhalend in het eerste, groots-aan zwellend in het tweede werk, het natuur-elementaire, het bezielde en bezie lende scheppen, het onbewust-beeldende, opwellende uit de oerbron van het mense lijke, waaruit hem een leven lang magische kracht toestroomde. Zoals Maxim Gorki hem als grijsaard aan het strand zag zit ten. onbewogen, als een rots- met de aarde verbonden, spiedend in het eindeloze met zijn kleine, grijze ogen waaraan niets ont snapte, geen zandkorrel en geen gedachte, zó was Tolstoi. En met die huiveringwek kende mengeling van ontzag en vrees die alleen het bijna-bovenmenselijke kan wekken, voelt Gorki: dat het een magiër is die daar zit, een levend geworden oude steen, die de oorpsrong en bestemming van alle dingen kent een natuurver schijnsel. een mysterie. Zo dadelijk, denkt 3 hij. zal deze Russische halfgod, die men zich ook kan denken cp een ahorntroon gezeten onder een gouden linde, zijn hand uitstrekken en de zee zal kristalliseren en de stenen zullen bezield worden; alles zal een stem krijgen en al die stemmen zullen zijn taal spreken, Tolstoi's taal van de natuur en de mens. Mozes kan men zich zo denken op de Horeb, Gods woorden beeldende, Mozes zoals Michelangelo hem in steen heeft ge houwen. De vergelijking is niet ontoepas selijk: Tolstoi en de Geboden, Tolstoi worstelend met. de zin van leven en dood, met zijn natuurdrift terwille van zijn ver geestelijking, met zijn geest om het behoud van zijn verbond met de natuur, de heiden Tolstoi worstelend mèt en óm Christus diè mens-Tolstoi is niet alleen en zelfs niet zozeer de asceet, de prediker, de profeet der latere jaren, hij is ook in zijn diepste wezen de drie-en-twintigjarige dié „Kin derjaren" schrijft. Het patriarchale zat hem in het bloed. Het was één met zijn aristocratie, met zijn zielenadel. En wat is deze zielenadel anders dan verzedelijking, vermenselijking? Dan eerbied voor het leven in het besef van de dood? Dan be teugeling en loutering der lagere driften en kracht-in-tederheid? Dan.... mensen liefde? Dat moet het geweest zijn, wat in Gorki het verlangen wekte uit te roepen: „Kijk toch, wat een wonderbaarlijk mens op deze aarde leeft! Vóór alles een mens, een ménselijk mens", wat wel zoveel zeggen wilde als: een mens in zijn hoogste stre ven en onvermijdelijke ontoereikendheid, een mens in zijn strijd óm het menselijke. Déze Tolstoi dan, in de eerste, beslissen de, wonderlijk-geslaagde ontplooiing van zijn scheppend vermogen, schreef „Kin derjaren". Bijkomstig blijft het, dat deze ongekunsteld neergeschreven herinnerin gen aan de „zalige kinderjaren" als de eerste Europese „roman van de kinderziel" kunnen worden aangemerkt. Zelfs is het niet meer dan kenmerkend voor de „oude Tolstoi", dat de profeet «ran Jasnaja Poljana, die de kunst had afgezworen, dit jeugdwerk als leugena'chtige litteratuur ADVERTENTIE Acht kleuren, één prijs: 28 cent. De tentoonstelling van werkstukken, die de leerlingen van het Lorentzlyceum (rec tor: dr. J. Thie) te Haarlem dit cursusjaar gemaakt hebben, is interessant omdat alle kinderkunst interessant is. De vijanden van het jonge kind zijn de radio en de film. De radio bemoeilijkt de concentratie en brengt de kinderen ertoe hun aandacht aan twee dingen, huiswerk en amusement, te gelijk te wijden. De vermoeidheid, die dan optreedt, wordt door hen beschouwd als te zijn veroorzaakt door vruchtbare arbeid of studie. De film heeft een ander effect. Deze overlaadt oog èn geest zódanig dat de jon ge kinderen vaak in een trance thuiskomen, opgewonden, met gloeiende ogen zo in de stemming van „we hebben lekker weer méér gezien en gehoord dan we eigenlijk kunnen begrijpen". En dat perplexe, dat géén woorden meer kunnen vinden om het geziene te verwerken, verwoest veel van het tere dat in de prille jaren aanwezig is. Het lager onderwijs met zijn door ons ge waardeerde discipline is niet de plaats waar de kinder-verbeelding ontluikt. Dubbel zwaar is dus de verantwoordelijk heid van het middelbaar onderwijs om de verdrongen verbeeldingskracht weer op te kweken. We hebben op de Haarlemse HBS voor Meisjes de systematische, vooral op de aesthetische vormen gebouwde leergang bewonderd. Hier, op het Lorentzlyceum, moge die organisatie van de ontwikkeling niet zo scherp zijn, de heer H. Janssen .toont resultaten van een aantal paedagogisch-be- langwekkende werkmethoden die een be zoek alleszins lonend maken. We zullen ze hier niet verraden: men moet die skeletjes, die kleurendrukken met doorgesneden en a! of niet uilgegutste aardappels, die schabloontjes, die masker's zélf zien. De tentoonstelling in het schoolgebouw cipurt tot en met 1 Juli, iedere avond van '79.30 uur. H. SCHMIDT DEGENER verwierp. Want al verloochende de asceet ook de kunstenaar, in „Kinderjaren" klinkt onmiskenbaar de stem van Tolstoi. Wat hij daar schrijft is waargenomen met dezelfde zintuigelijkheid, die de taferelen van „Oor log en Vrede" en „Anna Karenina" tast- baar-reëel uit de verbeelding verstoffe- lijkt; het is bezield met diezelfde bewo genheid, die later werk vervult van een kracht welke men moeilijk anders dan natuurmystiek kan noemen. Nikóljenka heet hij hier, die al dan niet autobiografisch de liefde leest in de bruine, melaneholisch-ledere blik van zijn „maman", bij het horen van de So nate pathétique herinneringen voelt op wellen aan dingen „die nooit gebeurd waren", op jacht de geur van alsem en hooi en paardenzweet opsnuift met zijn brede Tartaren neus en voor het eerst vol religieuze schroom het zwervend Godskind ontdekte: de „joeród", de onnozele, de van God vervulde. Griesja noemt Tolstoi hem hier; Griesja, biddend om Gods genade, om dit éne, dit menselijk-moeilijkste: te weten hóé te handelen; Griesja, die niet meer in woorden bidt, maar in tranen. En ook dit is de kleine Nikóljenka de latere Tolstoi: Nikóljenka staande voor het doodsbed van zijn ..maman", starend in de verstarde trekken, waar hij zo vaak de glimlach gezien had, die een mensengelaat schoon doet worden omdat de liefde er haar glans aan verleent; Nikóljenka, die dan de kreet van afgrijzen hoort uit de mond van een boerenkind dat bij het laatste afscheid de ontluisterende dood in het gezicht heeft gezien, en daarmee een „bittere", dé bittere waarheid leert kennen. De dood als ontkenning van het leven, als machtige vernietiger? De dood als verlos- ADVERTENT1E Jacobijiiestraal j Gcd. Oude Gracht 27-27a ser, die het Leven opvoert tot een hoger staat? Zijn leven lang worstelde Tolstoi met dit mysterie van de dood. En hier, in dit jeugdwerk, opgeweld uil hel onbewuste dat (zoals in Griesja's gebed) „de woorden vanzelf over de lippen deed komen, zonder dat het verstand eraan te pas kwam", hier schijnt de kwellendste van alle men selijke twijfel al overwonnen te zijn. Eén ogenblik staat Nikóljenka aan het doods bed van zijn moeder alsof hij boven zich zelf is uitgestegen. „Ik weet alleen", laat Tolstoi hem schrijven „dat ik mij enige tijd niet bewust was van mijn bestaan en een verheven, onverklaarbaar-heerlijk en tegelijk verdrietig gevoel mij doortrok". Dat is Tolstoi's „eeuwigheidsgevoel", zijn godsvrucht, zijn liefde het is dezelfde zieleklaarte waarmee Vorst Andrej de dood tegemoet treedt in „Oorlog en Vrede", dezelfde liefde ook die de edele, oude Nataasja i-n „Kinderjaren" verheft boven het rouwbeklag om het verlies van haar meesteres. De doodsgedachte sluit de „Kinderjaren" af. „Waar", vraagt Nikóljenka-Tolstoi, „is dat beste geschenk des levens die tra nen van innige ontroering gebleven?" Een mensleeftijd later ziet Gor-ki de grijze magiër aan het strand onbewogen, een rots, een natuurgeheimenis. „Een mense lijk mens", die zich voor het eerst uitsprak in ..Kinderjaren". ..En", denkt Gorki, „zo lang déze man leeft, kan ik niet alleen zijn op deze aarde". C. J. E. DINAUX Dr. A. J. de LeeuwAalbers, .Sex-uelc opvoeding (in de verschil lende levensfasen van het kind) De Tijdstroom, Lochem. Dr. De LeeuwAalbers behandelt in een kort boekje de wijzen waarop het kind, naar mate het ouder wordt, ervaring opdoet van eigen geslacht. De kinderlijke reacties op die ervaring hebben altijd bij vele ouders afschuw opgewekt en hen gebracht tot het nemen van krachtige onderdrukkingsmaat regelen, die bij de kinderen schuldgevoelens verergeren en de karakterontwikkeling on nodig bemoeilijken. Weten de ouders welke verschijnselen bij kinderen onvermijdelijk en normaal zijn. dan zullen zij die rustiger zien optreden en behulpzaam in plaats van scha delijk kunnen zijn met hun opvoedend in grijpen; dat probeert dr. De LeeuwAalbers met. haar voorlichting te bevorderen. Zij doet het uitstekend; haar boekje is rustig en duidelijk geschreven en heeft niet de pretentie voor alles afdoende oplossingen te geven. Zij beveelt aan, dringt niet op; de overtuigingskracht komt uit haar beheerste toon en wordt versterkL door voorbeelden uit de practijk, die meer dienen ter illustra tie van wat normaal is dan om de kwade gevolgen te tonen van willekeurige onder drukking. Het gaat er niet om de lezer theo rieën aan te praten, maar om hem vertrouwd te maken met de kwestie. Is de afschuw van ouders principieel bepaald, dan zal dit niet veel verschil maken; maar als er alleen een gebrek aan inzicht is, kan het van grote dienst zijn. S. M. ADVERTENTIE Doelstraat 39 - Haarlem - Tel. 13232 Officiële verkoop Sikkens lakken. FLEXINE REPARATIE ZWART mag in geen garage of werkplaats ontbreken HET HAARLEMS BLOEMENFEEST, dat van 14 tot en met 22 Juli gehouden wordt, wordt ingezet met een tocht door de stad van de Bloemenkoningin en besloten met een corso en een vuurwerk. Op andere dagen worden concerten gegeven, interna tionale- en nationale volksdansen staan op het programma en een der hoogtepunten belooft de West-Friese Boerenbruiloft op de Grote Markt te worden. De commissies, welke het bestuur van de Stichting Haarlems Bloei had samengesteld om de feeste lijkheden voor tc bereiden, hebben voor een attractief programma gezorgd, dat onge twijfeld de belangstelling van velen zal hebben. Toilet ontworpen voor de bloemenkoningin Voor de bloemenkoningin zijn veertien candidaten en de keuze is gevallen op Beppie Landmeter. Voor haar is een speciaal toilet ontworpen. Dat is te danken aan de heer Jac. Vanderniet, een oud- Haarlemmer, die op het ogenblik in Weehawken (Verenigde Staten) als mode ontwerper bij een filmmaatschappij werkt en bij het vernemen van het voornemen weer een bloemenfeest te houden, een ont werp aan „Haarlems Bloei" heeft ingezon den. Het toilet wordt op het ogenblik in Haarlem gemaakt. De japon is van zacht lila taft en de rok heeft een wijdte van zes en halve meter. Uit de taille ontspringt de tule. Er zijn drie lagen tule van ver schillende kleuren. Op de japon worden lila en rose anjers gehecht. De lila anjers behoren tot een nieuw soort, gekweekt door de heer Van Staveren uit Aalsmeer. Het gevolg van de bloemenkoningin be staat uit de meisjes Mia Ris, Thea Jonck- bloedt, Antoinette Schaefer en Wiksje Beverdam, die allen acht of negen jaar oud zijn. Zij zullen een zachtrose japon van taftzijde dragen. De bloemenkoningin zal op Zaterdag 14 Juli een tocht door de stad maken. Zij verti'ekt van de Grote Markt en rijdt o.a. naar het Lunapark op het Phoenixterreir.. dat op die middag geopend wordt en ge durende de feestweek te bezoeken is. Zaterdag 14 Juli zal in het Waaggebouw een tentoonstelling van „Kunst Zij Ons Doel" geopend worden. Concerten Het programma bevat de volgende con certen: Maandag 16 Juli kerkcöncert door het gemengd koor „Polyhymnia" in de Grote Kerk. Dinsdag 17 Juli van de Koninklijke Militaire kapel in het Ge meentelijk Concertgebouw. De opbrengst is bestemd voor militaire oorlogsslacht offers. Woensdag 18 Juli concert door een fanfare-corps in het Noorder Sportpark. Donderdag 19 Juli des middags orgelbe speling door George Robert in de Grote Kerk en des avonds taptoe door Harmonie Crescendo en Vrijdag 20 Juli operaconcert in het Gemeentelijk Concertgebouw. Aan dit concert werken mee de Haarlemse Or kestvereniging, de Koninklijke Liederlafel „Zang en Vriendschap", Erna Spooren- berg (sopraan) en Annie Woud (alt). Vorig jaar bestond er grote belangstelling voor het opera-concert, dank zij het feit, dat een volledig orkest en een volledig ge schoold koor medewerkten. Werken van Verdi zullen ten gehore worden gebracht. Verder worden op enkele avonden con certen in Den Hout gegeven. Volksdansen Dank zij het feit, dat in Amsterdam een internationaal volksdanscongres gehouden zal worden, is het mogelijk in Haarlem Zweedse en Schotse volksdansgroepen te laten optreden. Op Zondagavond 15 Juli dansen zij in het Florapark en de volgende avond op het plein in de Gijsbrecht van Aemstelstraat. Het volksdanscentrum Haar- De fraaie affiche. Iem onder leiding van Henk van de Wate ren zal op Woensdag 18 Juli op de Grote Markt een demonstratie geven. West-Friese boerenbruiloft Voor Vrijdag 20 Juli staat een West- Friese boerenbruiloft op het programma. Om ongeveer twee uur vertrekt de stoet, bestaande uit vijf sjezen, een barouchet en twee speelwagens van de Gemeente kwekerij aan de Kleverlaan en gaat via de Schoterweg, Frans Halsstraat naar de Grote Markt. Op het Stadhuis zal het „huwelijk" voltrokken worden van Agi Stam en Gert Visser. Wat in de hal gebeurt, zal op de Grote Markt te beluisteren zijn. Kees Stet verleent daarbij medewerking. Na de huwelijksplechtigheid volgt een maaltijd. Op de Grote Markt worden tafels geplaatst waaraan twee en dertig bruiloftsgasten zullen aanzitten. West-Friese boerendansen zullen uitgevoerd worden in de originele costumes. Bij slecht weer wordt de maaltijd in het Concertgebouw gegeven. Bloemencorso Ook dit jaar zal weer veel aandacht wor den besteed aan het bloemencorso, dat op Zaterdag 21 Juli gehouden wordt. De bloemenkoningin krijgt een plaats in de stoet en ook de West-Friese sjezen, een barouchet en twee speelwagens. De belang stelling van de zijde der deelnemers is reeds behoorlijk en in de komende dagen worden nog inschrijvingen verwacht. De route is voor een belangrijk deel weer dezelfde als vorig jaar. Om half drie wordt aan de Dreef begonnen, via het centrum gaat het corso naar Haarlem- Nooi'd tot de Zaanenlaan. Via de Marnix- straat, Velserstraat gaat de stoet terug naar de stad en bij „Dreefzicht" is het eindpunt. Andere gebeurtenissen Maud Kool en haar dansgroep zullen op Dinsdag 17 Juli in het Noorder Sportpark en Zaterdag 21 Juli in het Florapark dans avonden geven. Voor Zondag 15 Juli staan windhondenraces op het programma en de feestelijkheden worden besloten met een vuurwerk bij de Kleverlaan. Gedurende de feestweek zal de Stads- kweektuin weer te bezichtigen zijn. Op de vraag: „Wat is een ets?" past een tweeledig antwoord, dat zowel de tech nische als de aesthetische kant recht doet wedervaren. Hoewel we een ets van Rem brandt zeer wel kunnen waarderen zon der volledig op de hoogte te zijn met het proces van ontstaan en met de fijnere technische behandelingen, verhoogt enig technisch onderscheid niettemin het genot dat wij aan deze kleine meesterwerken kunnen beleven. Het is trouwenseen al gemeen geldende waarheid dat het bereik te in onze waardering stijgt, zodra wij vertrouwd zijn gemaakt met de moeilijk heden die daartoe overwonnen moesten worden. Wat dan de techniek betreft van de etskunst, door ons zeventiende-eeuws voor geslacht als nergens ter wereld met zóveel vrucht cn vaardigheid beoefend, het na volgende. Op een dunne, spiegelgladde lu tegenwoordigheid van een groot aantal genodigden is van een der hellingen van de N.V. Scheepsiverf en Machinefabriek ..De Merwede" te Hardinxveld het motor schip „Tamar', gebouwd voor rekening van de rederij ,.Zim Israel Navigation Company Ltd", te water gelaten. De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw G. Joseph, echtgenote van de Israëlische minister van Verkeer. De „Tamar" glijdt van de helling. De bloemenkoningin 1951. (Van onze correspondent in Rome) Venetië verrast steeds weer door de wijze, waarop men er met succes de toch al zo bijzondere aantrekkelijkheid der stad weet te verhogen. Om het andere jaar is er de Biennale, het grootse festijn der beel dende kunsten, waarbij schilders en beeld houwers uit de gehele wereld in vrede lievende concurrentie hun werken tonen. In de jaren waarin deze niet wordt gehou den, vestigt Venetië de aandacht op haar oude meesters. Op onvergetelijke tentoon stellingen zagen wij er achtereenvolgens werken van Titiaan, Veronese, Bellini. En thans is een bij uitstek Venetiaans meester aan de beurt: Giambattista Tiepolo. Duurde de grote luister der school van Florence niet meer dan twee eeuwen en zag ook Rorhe na 1550 geen schilders van de eerste rang meer aan het werk, Venetië kan bogen op een school, die van het be gin der veertiende tot het einde der acht tiende eeuw een vrijwel onafgebroken reeks van geniale kunstenaars heeft voort gebracht. Terwijl het overige Italië reeds was ingedut en door Frankrijk in de scha duw werd gesteld, bracht Venetië nog een trits van grote meesters voort. De acht tiende eeuw met haar gepoederde pruiken en kleurrijke kleding, haar uiterst verfijn de en geparfumeerde levensstijl, is een beetje de eeuw van Venetië. De grote koopstad was op het gebied van economie en handel reeds overvleugeld door Ant werpen eerst, door Amsterdam en Londen daarna. Doch de nazaten der grote koop lieden cn regenten genoten onbezorgd van de vetworven schatten en maakten dat hun stad nog lange tijd een centrum bleef van kunst en cultuur, dat niet behoefde onder- te doen voor meer volkrijke en welvarende steden als Wenen cn Parijs. De schilder bij uitstek van dit in schoonheid en vreugde stervende Venetië was Tiepolo. Verfijnde beschaving Toen het voornemen bekend werd om deze laatste Italiaanse meester met een wereldnaam te eren door middel van een j grote tentoonstelling, vroeg ieder zich af hoe de organisatoren zich een dergelijke 1 expositie voorstelden. Tiepolo heeft met I grote zwier en onbegrensde fantasie vele honderden vierkante meters „a fresco" be- I schilderd. De plafonds en gewelven van I kerken cn paleizen, niet alleen in en om I Venetië, maar ook te Milaan, Udino, Vicen- za, Würzberg, Madrid en tal van andere plaatsen boden hem gelegenheid zich uit te leven in grootse decoraties, waarvan het onderwerp min of meer bijzaak is. Zijn heiligen en madonna's zijn even elegant en even weinig mystiek als zijn antieke hel den, zijn liefdesgodjes de jongere broertjes van zijn luchtig zwevende engelen. Een lichtblauwe lentehemel overkoepelt hen allen. Maar hoe stelt men plafondschilderingen ten toon? Dit is natuurlijk niet mogelijk en daarom was onze verrassing te groter, toen wij in het centrale paviljoen van de Bien nale ruim honderd doeken en panelen van de meester vonden, benevens honderd vijftig tekeningen en etsen naast veertig werken van zijn zoons en helpers Giando- menico en Lorenzo. Onder de overweldi gende indruk van zijn gr-ote decoratieve werken vergeet men wel eens, dat Tiepolo de kerken van Italië heeft verrijkt met tientallen altaarstukken en verder tal van doeken heeft geschilderd met mythologi sche of allegorische voorstellingen. Voor Sint Sebastiaan. Détail van een altaarstuk in de kist van Noventa Vincentina. zijn wandschilderingen maakte hij voorts ontwerpen op. kleine schaal, die hij, uitge werkt in olieverf, meestal aan zijn op drachtgevers ten geschenke gaf. De doeken en paneeltjes, thans over de gehele wereld verspreid, heeft men uit musea en parti culiere verzamelingen in Amerika, Enge land, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Nederland, Zweden, Denemarken cn Spanje voor deze éne zomer te Venetië verenigd om de grote meester te eren. Het resultaat is een tentoonstelling, die ons in deze sombere tijden leert hoe in de acht tiende eeuw levensvreugde en harmonisch evenwicht werden beschouwd als het doel, waarop een verfijnde beschaving zich rich ten moest. Ook in deze doeken en panelen toont Tiepolo zich voor alles een groot decora teur. Hij vult het vak op de meest bevredi gende, gelukkige wijze en schept voor alles ruimte. Als geen ander schilder voor of na hem weet hij de oneindige verte en groots heid 'van het uitspansel, de blauwe hemel koepel, te suggereren. Hoeveel figuren men ook in zijn composities telt, nooit krijgt men de indruk van verwarrende volheid. Men leest zijn voorstellingen met het grootste gemak, daar elk gebaar der figu ren ten volle verantwoord is. Mogen in zijn jeugdwerk de kleuren vaak nog wat troe bel en somber zijn, onder invloed van zijn eerste voorbeeld Piazzetta, weldra grijpt hij terug op een meester die twee eeuwen vroeger leefde, Paolo Veronese, trachtend diens stralende, luisterrijke kleuren te evenaren. Daar hij echter behoorde tot een luchtiger eeuw, die gratie boven statigheid stelde, is zijn palet toch minder sonoor. Zijn zilveren of parelmoeren grijzen, het lichtende blauw van de achtergrond, zijn scharlakenrood en strogeel worden zelfs in de schaduwpartijen nooit donker. Alles is licht cn transparant. Zijn tekening, vrij van academische kilheid, is elegant en nerveus van lijn. Grootmeester in het naakt, zonder iets van het erotische dat zijn Franse tijdgenoten Boucher en Frago- nard kenmerkt, wist hij in lijn cn kleur van zijn figuren de gevoelens uit te druk ken die hen bezielden, zonder ooit zijn toevlucht te nemen tot trucjes of sentimen taliteit. Toen Tiepolo, die nog eenmaal de Vene- tiaanse en daarmee de Italiaanse schilder kunst had weten op te stuwen tot een hoogtepunt, in 1770 te Madrid stierf, gingen.de grote technische waarden die hij ontdekt had met zijn levensblije schilder wijze verloren. De tijd was aangebroken voor Mengs en David en de andere neo- classici, bij wie de eruditie alle levens vreugde verkilt. Slechts één jonge mees ter nam zich Tiepolo ten voorbeeld: Goya en via hem is Tiepolo een der voorlopers geworden van het impressionnisme. Rembrandt: De Molen (ets), gesigneerd en gedateerd: 1641. Rembrandttentoonstelling catalogusnummer 69). koperen plaat wordt de zogenaamde ets- grond (een zuurvast mengsel van pek, hars en witte was) door verhitting van de plaat vastgesmolten.*) Na bewalming door een vetkaars wordt met de etsnaald in het zwarte veld de tekening aangebracht. De plaat wordt dus blootgelegd op die plaat sen, waar de etsnaald is gepasseerd. Daar na volgt het eigenlijke etsen: in Rem brandts tijd geschiedde dit door langs de koperen plaat opstaande wasranden aan te brengen, zodat de plaat zelf de bodem werd van een soort fixeerbad en dan werd het oppervlak met salpeterzuur of ijzerchloride overgoten. Het invretende zuur bijt de plaat daar, waar zij door de etsnaald werd blootgelegd, zodat het koper onder de getekende lijnen tot kanaaltjes wordt „uitgediept". Dan wordt de ets- grond verwijderd en de plaat (met inge beten tekening!) met drukinkt ingewre ven, tot de kanaaltjes goed vol en daarin geen luchtblaasjes achtergebleven zijn. Daarna wordt de overtollige inkt verwij derd, zodat alleen in de kanaaltjes inkt achterblijft. Voor de eigenlijke afdruk wordt tenslotte een vochtig vel papier op de plaat gelegd en aldus mèt de plaat on der de walspers doorgedraaid. Onder clie druk deelt de inkt zich aan het papier mede, waardoor het spiegelbeeld van de tekening erop staat afgedrukt. Niet zelden gebeurt het dat ook Rembrandts signatuur of een voorstelling (zie bij voorbeeld hei „Gezicht op Amsterdam", in de catalogus van de Rembrandt-tentoonstelling in de Haarlemse Vleeshal nr. 66) in spiegelbeeld staan, hetgeen voor ons thans verklaar baar is geworden. Met dit a-b-c der etstechniek is deze natuurlijk niet volledig belicht. Men zou zelfs kunnen beweren, dat de vele mani pulaties van de etser pas de karakteristiek en de bijzondere schoonheid aan het kunst product geven. In kort bestek kan hierop echter niet dieper worden ingegaan en dien ik mij te beperken tot enkele aan vullende opmerkingen. Allereerst is er de kwestie van de „druk ken". Men kan van de koperen plaat na tuurlijk meer dan één afdruk maken, als men haar weer opnieuw in-inkt. Maar na herhaald afdrukken slijten de randen der ingebeten kanaaltjes, die dus minder inkt opnemen en al fletsere afdrukken geven. Daardoor kan verschil in „drukken" tevens groot verschil in waarde tengevolge heb ben. Gaat de kunstenaar zijn plaat op nieuw bewerken, dan levert de daarna volgende afdruk een tweede „staat". Dit behoeft echter niet per se te geschieden omdat de plaat gesleten is; het kan ook een correctie betekenen. Zo etste Rem brandt bijvoorbeeld zijn befaamde blad „Ecce Homo", met het volk op de voor grond (nr. 129) en schiep hij daarna een nieuwe staat, waaruit hij die ganse, grandioos-uitgevoerde partij heeft wegge laten. Hierdoor kwam de Christus-figuur meer naar voren en werd de zin van de voorstelling dus beklemtoond. (Zie nr. 129a). Zo zijn van bepaalde etsen van Rembrandt zes of zeven verschillende sta ten bekend. In sommige etsen heeft Rembrandt ge werkt met de „droge naald", dit is een stalen stift waarmee niet in de etsgrond wordt getekend, maar direct in het koper wordt gestoken met als gevolg een zwaar dere lijn, een krachtig gewenst effect. Het aldus geaccentueerde lijnenbestel ontstond mede door de zogenaamde braam, dat is het omhoog staande „dijkje" van koper langs de in de plaat gekraste vorens. Men kan deze droge-naaldtechniek onder meer waarnemen in het indrukwekkende zelf portret uit 1648 (nr. 95). De ets met de boerenhoeve van 1652 (nr. 118) is zelfs geheel in droge-naaldtechniek uitgevoerd. Ook de keuze van het papier is van groot gewicht. Behalve gewoon gebruikte Rembrandt gaarne Japans of Chinees pa pier. Het Japanse munt uit door zijn war me, belegen toon van oud-ivoor, waarop de afdruk een zijde-achtige nuancering verkrijgt en de voorstelling aan plastici teit wint (men vergelijke de ets met St. Hieronymus bij een knotwilg van 1648, in twee staten 00 de expositie aanwezig, waarvan de eerste op Japans papier (nrs. 96 en 96a), alsmede de reeds genoemde bladen „Ecce Homo", waarvan de zevende staat (nr. 129a) eveneens op Japans papier is afgedrukt). Soms werd ook gedrukt op perkament. De ontwikkeling van de moderne tech niek heeft de ets als individuele kunst uiting ten zeerste geschaad. Door de ets plaat electrolytisch met een dunne staal- laag te bedekken wordt het afslijten ver meden en kan een ongelimiteerd aantal drukken worden gemaakt. Deze ontstaan dus niet meer uit de hand van de meester, zoals bij Rembrandt, die steeds zelf ook de drukpers bediende, doch uit een mechani- scher orde. Maar in dit stadium van ds etstechniek zijn we dan ook aangeland in het tijdperk der industrie, dat ons naar de verzuchting van Ruskin de „zalig heden van kool en ijzer" bracht. De zui vere, gevoelige etskunst als individuele uiting van de vakbekwame kunstenaar, die de 1001 grepen der techniek kent, bleven slechts luttele kunstenaars getrouw. Een volgende keer hoop ik de aesthe tische zijde van Rembrandts etstechniek te belichten. Wanneer de plaat oververhit wordt barst de etsgrond, waardoor een fijn netwerk ontstaat, dat na inwerking van het zuur afgedrukt wordt op het papier. We zien dit op het origineel in de luchtpartij van de hier afgebeelde „Molen", waar Rembrandt dus een technisch foutje be gaan heeft! H. P. BAARD

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5