Ettóels borduursel
HARTENDORP
cüilibMj
Parijs©
silhouetten
Oude liefdes tot nieuw leven
Variatie op het thema Typiste
De Egyptische
Koningin
IVOROL geeft helder witte tanden!
Saterdag 30 juni 1951
Alle eer aan organdi
Heemstede heeft een natuur-
wacht voor de jeugd
Eenvoudig
aardbeien-nagerecht
REISNOTITIES
H Is aardbeientijd
FEUILLETON
door mevr. Bijleveld-Gelinck
Op gevaar af dat u me voor de toe
komst een afzichtelijk slechte ontaarde
moeder gaat vinden, kom ik er toch maar
eerlijk voor uit dat we beiden, mijn heer
gemaal en ift, Zondagsavonds een zucht
van verlichting slaakten wanneer die zo
geheten rustdag weer verstreken was. Erg
hè? Maar met twee potige knapen van
acht jaren het stuk een hele dag op een
flatje met twee kamers op een zesde ver
dieping, ik geef 't u te doen en een held
die de eerste steen naar ève durft werpen.
En zó, na heel wat Zondagavondse zuch
ten, kwamen we dan op het idéé contact
op te nemen met de Franse padvinderij
die de voor ons overtollige vrije tijd van
het tweetal zou kunnen delen. Die vrije
tijd beperkt zich practisch tot de Donder
dag en de Zondag, omdat op de avond
uren de school begint hier om half
negen en sluit om half vijf waartussen in
de cantine wordt gegeten de onder
wijzeressen wel beslag leggen voor het
vervullen van het huiswerk, waar wij
ouders nog al wat moeite mee beginnen
te krijgen.
Op een avond kwam de chef van het
nest waarin mijn knaapjes als welpen zou
den worden opgenomen, kennis met ons
ouders maken. Het was een flinke uit de
stevige kluiten gewassen nauwelijks meer
derjarige jongeman met een joviaal en
open gezicht en een handdruk die me
heugde. Van beroep was hij tandheelkun
dig technicus, maar zijn baas voelde blijk
baar te weinig voor Baden Powell's orga
nisatie om hem ook de Donderdag vrijaf
te geven. Maar elke Zondag stelde hij
graag voor de lieve jeugd beschikbaar.
Hoeveel kindertjes hij zo wel had? Een
kleine dertig zei hij niet weinig trots.
Doet u dat helemaal alleen? vroeg ik met
een mengeling van bewondering en een
nuance ongerustheid. Hij antwoordde dat
zulks daar inderdaad op neer kwam, maar
dat hij;Ook voor honderd welpen -nog geen
pas uit de weg zou gaan. Mijn bewonde
ring groeide doch in gelijke tred met mijn
ongerustheid en zo achtte ik het gewenst
en paedagogisch te informeren of tenge
volge van die lichte topbczetting nooit
eens moeilijkheden ontstonden.Ach ja,
gaf hij toe, een incidentje valt natuurlijk
niet stelselmatig te voorkomen maar
en toen trok hij een imposant formulier
uit zijn binnenzak dat we maar even
moesten tekenen. Zo, nu bent u tegen
alles gedekt, zei de welpenleider gerust
stellend, de verzekering neemt ieder risi
co, en het is een beste maatschappij. Hoe
bedoelt u dat verzocht ik met een stem
die me zelf akelig toonloos in de oren
klonk. Nou, mocht er wat gebeuren
mijn hoofd schoot vol met gebroken
beentjes en afgeknapte handjes dan be
taalt de assurantie alle kosten uit. Leest
u vanavond maar's rustig het contractje
door. Dat deden we toen hij weer weg
was en ons bleek dat zelfs aan de even
tuele begrafenis was gedacht. Er was ver
der veel sprake van schadevergoedingen
en elk lichaamsdeel stond afzonderlijk ge
taxeerd. Ik vond het macabere griezellit
teratuur voor een ouder die met een mi
nimale dosis verbeelding is begiftigd en
ik had zin de transactie met de welpen
man maar weer te verbreken en de jon
gens in 's Hemelsnaam dan óók maar de
Zondagen te verdragen. Op zulke momen
ten voel je iets van de grootse bestiering
die een man naast een vrouw heeft ge
plaatst waardoor het spontane sentiment
door wat koel verstand in toom kan wor
den gehouden. Mijn echtgenoot sprak dat
een ongeluk eigenlijk altijd en overal on
der ogen moet worden gezien, dat mensen
met fantasie een eigen lijfspolis nóóit zélf
moesten lezen en dat, welbeschouwd, die
dertig welpen toch onder oplettender toe
zicht stonden dan die vijftig kinderen be
neden in de straat. Hij had, als steeds, na
tuurlijk weer gelijk en zo brak dan de dag
aan waarop het eerste levende contact
met de padvinderij gelegd zou worden. Als
De terugkeer naar een verfijnde, vrouwe
lijke mode heeft tal van oude liefdes weer
tot nieuw leven gewekt. Zo ook de roman
tische voorkeur voor kant, fijn linnen,
organdi en andere frisse luchtige stoffen
die, met borduursels en tussenzetsels ge
garneerd een bruidsmeisjesachtige onschuld
en lieftalligheid suggereren.
Jacques Fath bewijst deze zomer het
organdi alle eer. Hij maakt er witte jurk
jes van, geïncrusteerd met kant, met fijne
plooien verzwaard of versierd met gepijp
te volants. Een klein strikje van zwart
fluweel zorgt voor een pikant accent. Dior
brengt op zijn luchtige mousselientjes bor
duursels aan in relief. Vruchten en bloe
men in felle tinten. Dessès laat op een
wijde rok van fijn linnen een schortje dra
gen van Engels borduursel en we moeten
heel even denken aan het kamermeisje uit
een toneelstuk van Molière, dat in zo'n
creatie nauwelijks uit de toon zou vallen.
Piqué maakte een snoezige dansjurk uit
een lijfje van witte kant met een boothals
en een rok van zware faille. Balmain ging
zeer geraffineerd te werk door de strepen
van een groen-rose katoenen japon te ac
centueren niet smalle stroken zwarte Va
lenciennesKortom, het fijn naaldwerk
is in ere hersteld en in Parijs toveren de
feeënhanden van de midinettes kunstwerk-
Deze avondjurk van Germaine Lecomte is
vervaardigd van wit piqué. De ceintuur
en de kleine appels die het decolleté gar
neren zijn van hetzelfde materiaal.
Een nauwsluitende spencer van rode faille
op een lange jurk van witte kant. Een
creatie van Christian Dior.
jes te voorschijn, die de japonnen van de
rijkste vrouwen ter wereld zullen sieren.
Minder luxueus, maar oneindig veel
practischer is het stevige piqué, dat zich
laat wassen als een zakdoek. Een ideale
stof in midzomertijd, niet alleen voor het
ochtendjurkje maar ook voor de avond
japon. De Parijse ontwerpers zien wel wat
in dit materiaal, dat voor op reis tal van
voordelen biedt boven tere stoffen van
nobeler allure. Vandaar dan ook, dat zij
zich verwaardigen het te verwerken tot
beeldige creaties. Arlelte.
Op initiatief van de Heemsteedse Vereni
ging voor School- en werktuinen is opge
richt de Heemsteedse Jeugd Natuurwacht
(HJN). Leerlingen van de vijfde en zesde
klasse van de lagere scholen en van de
laagste klasse van de ULO-scholen kunnen
er lid van zijn. Voor dit jaar hebben zich
acht tot negenhonderd jongens en meisjes
aangemeld. Volgende week Vrijdagmiddag
zullen zij 'in het Heemsteedse Sportpark
door de heer H. Disselkoen, wethouder van
onderwijs, geïnstalleerd worden. Daarna zal
burgemeester mr. A. G. A. ridder van
Rappard leerlingen „decoreren" met een
speldje, waarop de letters HJN staan.
In andere gemeenten is getracht de jeugd
die bij een natuurwacht is aangesloten,
politie-bevoegdheid te geven. Dit leverde
geen goede resultaten op. Daarom zal
Heemstede hiertoe niet overgaan. Dragers
van het insigne hebben de morele plicht
zich uitstekend 'te gedragen als zij in plant
soenen en in het bos wandelen en verwacht
wordt, dat zij jongens en meisjes, die zich
aan vernieling schuldig maken, er aan
herinneren, dat hun handelingen verkeerd
zijn.
Volgend jaar kunnen de leerlingen, die
dan in de vijfde klasse zitten, zich als lid
aanmelden.
4 beschuiten. 250 gr. aardbeien, (suiker),
U liter melk, 25 gr. (2',-j eetl.) custardpoeder,
30 gi'. suiker, iets zout. De beschuiten be
leggen met de gewassen en schoongemaakte
aardbeien. Ze eventueel met wat suiker be
strooien. Een paar mooie aardbeien achter
houden. Van melk, custardpoeder, een snufje
zout en suiker een vla koken. Deze laten af
koelen. De beschuiten ieder op een bordje
of glazen schaaltje leggen, wat afgekoelde
vla over iedere beschuit gieten en deze gar
neren met de achtergehouden aardbeien.
Engels borduursel is er eigenlijk nooit,
helemaal „uit" geweest, maar het is er dit
seizoen volop „in". Als materiaal voor blou
ses, avondjurken en garneringen; als motief
geweven in of gedrukt op zijden en kunst
zijden stoffen. Op het plaatje ziet u een
aai-dig voorbeeld van een vrij simpele dans
jurk, die door de brede tussenzetsels van
broderie anglaise aanmerkelijk aan charmes
wint. Eén van de vele mogelijkheden die dit
materiaal biedt. Zelfs hebt u misschien
ook wel idseëp: om op eeg :dergeljjke wijz^ k/ja
een oude jurk op te" fleurend Ideeën en durf!
Heel anders is het pakje van bleek grijze
kunstzijde óf, juister gezegd, rayon. Hier
is het het donkex-grijs ingeweven motief,
dat op bedriegelijke wijze het effect van
het Engels borduursel suggereert. Niette
min aardig en een overtuigend bewijs dat
dit soort broderie toch wel heel erg in de
mode is! Het jakje sluit met een rij knopen
hoog aan de hals, de rok is van voren glad,
ADVERTENTIE
enig uitrustingstuk hadden we een geel
groen driehoekig lapje moeten kopen dat
om de halsen werd geknoopt. Voor de rest
kon elk zich naar eigen smaak, inzicht
en financiële draagkracht kleden, wat het
troepje een wat bont en Indiaans voorko
men verzekerde. De Chef was in een korte
broek gestoken en de bewondering mijner
spruiten voor hun leider overtrof zo mo
gelijk nog mijn eigen diepe indruk. Het
was een echte fijne excui'sie geweest en
ze roemden ten zeerste de hoge mate van
vrijheid die ze als welp genoten. Zo waren
ze voor het eerst alleen in de metro ge
stapt toen ze 's avonds terugkeerden in
Parijs en bijna waren ze verdwaald. Al
dus hadden ze ook iets van de diepe zin
van het begrip padvinden verstaan. Maar
volgende week beloofde 't nóg spannender
te worden want dan trok het voltallig
nest er voor een heel weekend op uit. Ze
moesten proviand voor vier maaltijden
meenemen en elk drie wollen dekens. Ik
keek wat sceptisch, maar voelde dat het
een aanslag op twee kinderzieltjes zijn
zou indien ik me legen hun plan verzette.
We moesten dus maar even doorbijten.
De overgang van zuigeling naar kleuter
hadden we tenslotte óók ongeschokt ge
passeerd. Die tweeling ging nu duidelijk
met vastberadenheid de fase der manne
lijke onafhankelijkheid tegemoet.
En zo kwam dus de tweede beproeving.
Roland, verre de sportiefste van het twee
tal, had een wat versleten soldatentas op
gescharreld die ik vol stopte met brood,
boter en tomaten. Onder elke arm droeg
hij een rol dekens en ook de lichte bagage,
de tandenborstel, die pro forma mee
moest, en over 2 flessen vocht had zich,
niet zonder protest, het intellectuele
broertje ontfermd. Voor negen uur des
avonds en anderendaags behoefden we
heus niet op ze te rekenen, verklaarde
Roland mannelijk bij het afscheid. Doch
vóór de middag stonden ze die Zondag
weer voor de deur. Onbeschrijflijk vuil en
zichtbaar uitgeput. Mannetjesputter Ro
land zeeg neer in een stoel en uit een ver
ward relaas kon blijken dat ze onzegbaar
veel plezier hadden gehad, een nachtelijke
overval op een bevriende tent konden
plegen omdat de chef tóch elders sliep,
maar dat een kameraadje dom en onge
hoorzaam was geweest ik vroeg me af
aan wie en zo een smak had gemaakt
waardoor hij in een ziekenhuis moest
worden opgenomen. De chef had toen
eerst de andere knaapjes tot Parijs verge-
zeld om daar de ouders van het slacht
offertje behoedzaam in te lichten. Het on
geluk, bleek later, was nog al meegeval
len. Maar trots de getekende polis bereid
ik mijn vurig welpenpaar nu toch maar
zachtjes op voor dat ze op die kampeer-
tocht naar Corsica die voor deze zomer op
het programma staat, maar niet al te vast
moeten rekenen.
ÈVE
Parijs, 25 Juni 1951.
.met enkele plooien aan de rugzijde.
Zelf hebben wij een blouse van broderie
anglaise, die zich in de was voortx-effelijk
houdt. Bovendien is het materiaal buiteix-
.gewoon flatteus en sterk.
ARLETTE
Door de Rijkswaterstaat zullen vandaag
op de Rijksstraatweg en de Schoterweg te
Haarlem vooi-rangsborden worden geplaatst.
Deze wegen zijn reeds geruime tijd voor
rangswegen.
Wie in Rio de
Janeiro voor het
eerst de meisjes te
zien krijgt die sol
liciteren naar het
baantje van typis
te of seci'etaresse
ontvangt de schok
van zijn leven.
Want wat daar zit
te wachten op de
houten banken van
het wachtkamertje
is een adembene
mende hoeveel
heid schoonheids
koninginnen. Weg
visioenen van de
donkere-jurk-met
het-witte-kraagje,
die ons steeds
wordt voorgehou
den als de dracht
voor de volmaakte
typiste.
In Rio is het
devies: te voor
schijn komen met
het verleidelijkste
zomer j aponnet j e,
het mooiste décol
leté, de dunste ny
lons, de hoogste
hakjes aan de pe
tieterigste san
daaltjes. De make
up is volgens de
modernste princi
pes aangebracht,
de mond naar het
nieuwste model
bijgetekend. Dan
sende zwarte krullen omlijsten de beeld
schone roomblanke gezichtjes, de nagels
zijn gelakt in iedere denkbare kleur.
En tussen deze bloementuin plekt hier
en daar een sober geklede mama. Zij zal
het woord doen voor de solliciterende doch
ter. Want deze dochter laat zich bekijken,
maar mama verdiept zich in meer prozaï
sche détails als salaris en werkuren. En
daar er wonderlijk genoeg meer vraag dan
aanbod blijkt te bestaan, kan de sollicitante
heel wat eisen stellen als ze weet iets
waard te zijn. En daar zijn vreemde din
gen bij!
Uren moeten er kunnen worden doorge
bracht in kleedvertrek en douchekamer,
die iedere zich respecterende zaak bezit.
Een hagelwitte handdoek heeft iedere ty
piste eeuwig en altijd bij zich. Kopjes kof-
-He-m het café-om-de-hoek als ze daar be
hoefte .aan heeft. Eia dat.is heel vaak! Het
laatste nummer van Vogue" in de la van
het bureau om zich mee te versterken als
de brieven erg saai blijken. Het bijwerken
van een afgebroken vingernagel (o vrese-
ADVERTENTIE
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen. Cron jéstraat 43 - Kruidbergerweg 51
Telefoon 16990 - 17696 Spaarne 3
Vanaf 2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
lijk di'ama!), het opkammen van de nieu
we coiffure, die bij nader inzien toch niet
meevalt en veranderd moet worden midden
onder kantoortijd. Kortom, ze verricht als
de meest natuurlijke zaak allerlei dingen,
die geen Hollandse typiste ooit in haar bol
zou durven halen.
Maar ze gaat nooit alleen naar de bios
coop, want dat is o zo onfatsoenlijk!
BOB TADEMA
RECEPTEN VOOR 4 PERSONEN
Aardbeiensla
1 kleine krop, 250 gr. aardbeien. 2
eetlepels mayonnaise of__slasaus, suiker,
citroensap naar smaak.
sla plukken, wassen en goéd droog laten
uitlekken. De aardbeien wassen, van kroon
tjes ontdoen en grote vruchten klein snijden.
De sla met de aardbeien vermengen, afma
ken met mayonnaise of slasaus, suiker en
citroensap en deze er even in laten door
trekken. Deze sla kan ook gegeven worden
met beschuiten. Zij is zeer geschikt als ver
frissend hapje op een warme zomeravond
of bij de broodmaaltijd.
Aardbeiengruël
100 gr. parelgort, VA liter water, 250 gr.
aardbeien, pl.m. 100 gr. suiker.
De gort een nacht weken en gaar koken in
het water. De suiker toevoegen en van het
vuur af de aardbeien, die geheel of gedeel
telijk zijn fijngemaakt, er door roeren. Wil
men de gruël koud gebruiken, dan wacht
men met het fijnmaken en toevoegen van
de vruchten tot vlak voor de maaltijd.
Dan moest je zo'n
speelkamer hebben
als de Amerikanen
propageren. Zo één,
die je wel in felle kleuren in hun dames-
tijdschriften ziet afgebeeld. Met een prac-
tische vloerbedekking, afwasbare muren
en gordijnen waar niets aan te vernielen
valt. Maar dat zal voor ons wel altijd een
wensdroom blijven.
De werkelijkheid is dat de kinderen in
de gang spelen. Met hun driewielers en
poppenwagens, stoelen en schoolbord en
alles kris-kras door elkaar. Zodat je als je
de trap af komt gerend om de melkboer
te woord te staan over een hele barrière
heen moet stappen. Met de kans vinnig be
rispt te worden omdat je schoen per onge
luk midden op het lijf van de lievelingspop
belandt. En de regen miezert maar door.
Het kleine zusje borrelt over van levejis-
lust. Ze is uitgegroeid tot een stevige drie-
Als het regent is jarige met forse beentjes, die stijf kunnen
het huis te klein, staan van drift. Ze kent haar kracht en ze
gebruikt die. Zodat het meisje Lilibeth af
en toe al in het defensief wordt gedrongen.
Dan komt ze pruilend de kamer in. „Ik
speel niet meer op de gang", zegt ze ver
ongelijkt. „Mijn zusje doet zó vervelend.
Ik kom hier wel een tent bouwen". En ze
sjouwt met oude dekens en handdoeken
en frunnikt aan een bouwsel dat van het
begin af aan gedoemd is in elkaar te zak
ken. En terwijl ze druk en geïrriteerd
zwoegt en trekt en plooit wordt plotseling
de deur opengeworpen. Op de drempel zus
je. Overmoedig en met ogen die glinsteren
van pret. „Pak me dan!", gilt ze treiterig.
„Pak me dan, als je kan!" Zoiets kan te
veel worden. Ik scheid de vechtenden en
praat naderhand verstandig met de oudste.
Maar ze is niet te overtuigen. Breng het
kind maar terug naar de Winkel, Mam",
zegt ze samenzweerderig. „Ze bezorgt ons
toch niets dan last".
20)
Er viel een lange stilte. De politieman,
met een nauw-merkbare tinteling van
humor in zijn grijze ogen, zag naar de on
bewegelijke figuur tegen de aanrecht: het
druipnatte, te korte colbertje en het nog
steeds gebogen, blonde hoofd. Zo'n jon
gen. ridderlijk natuurlijk om een vriend
er niet in te laten lopen, maar stom
Een aardig kereltje. Wat zou hij nu doen:
hem in zijn kamer opsluiten en bulderen
of nog eens gemoedelijk met hem praten?
Het was een vervloekte geschiedenis, moest
hij dat verhaal van die mummie nu gelo
ven of niet?
„Inspecteur, ik hèb het!"
Het hoofd met een ruk overeind, triomf
in de blauwe ogen. Een kleur van opwin
ding. En de hese jongensstem, druk fluis
terend:
„Ik hèb het. Ik.ik zal u vertrouwen,
maar u mag het aan niemand zeggen. Aan
niemand, hoort u! Anders ben ik een ver
rader- Komt u mee naar mijn kamertje.
En dan doen we de deur op slot."
De politieman, zich uit hoofde van zijn
beroep nex-gens over verbazend, sloop mee
de trap op. In het slaapkamertje van Jan
Willem werd de deur op slot gedraaid. En
dan knielden ze naast elkaar voor de ven
sterbank en demonstreerde Jan Willem, al
fluisterend, zijn apparaat. „Hij woont hier
vlak achter, ziet u, waar dat licht brandt.
Hij schrijft Griekse werkwoorden uit voor
zijn vader, voor straf. Niemand mag weten
dat hij vanavond is uit geweest; ik heb
het hem beloofd. Maar nu zal ik hem seinen
om hier te komen. Als het toestel het nu
maar doet, in de regen."
Jan Willem seinde. En dan luisterden ze
samen ademloos in de zwarte stilte, waarin
buiten de regen drupte. Wachtten in span
ning op antwoord, een antwoord, dat ge
lukkig kwam. Het kloppertje begon haas
tig te tikken.
De jongen, bij het licht van een afge
schermd lampje, noteerde:
„Ben al uitgekleed."
„Maar hij moet komen. Ik zal hem zeg
gen dat hij zich weer moet aankleden. Dat
het dringend is. S.O.S."
Het S.O.S., een stomme kreet om hulp
in de kille Decemberavond, liet niet na
de vriend aan de overzijde te vermurwen.
De politieman, half vermaakt, half geboeid,
luisterde nu toch ook in spanning naar het
antwoord dat zijn buurman een zucht van
verlichting deed slaken:
„Ik kom. Eerst aankleden."
Ze wachtten een poos, zwijgend, in het
donker; de regen sloeg tegen de ruiten.
Verder was het volkomen stil. Inspecteur
Renkevoort zag naast zich, heel flauw, de
blonde jongenskop die ademloos luisterde.
Een rakker, die Jan Willem, maar een
kerel waar pit in zat. Het was niet aan te
nemen dat hij iets met die bedwelming te
maken had, maar hijzelf moest natuurlijk
zekerheid hebben.
„Daar komt hij."
Een plof ergens achter in de tuin, voet
stappen op het grint. „Gaat u nou zolang
daar staan, anders schrikt hij," regelde Jan
Willem en schoof het raam open. „Dan hijs
ik hem meteen naar binnen."
Zo maakte Kees Kruyff, de eerste getuige
in de zaak Norelius-Baeck, zijn,opwachting
bij inspecteur Renkevoort. Jan Willem
werd de kamer uitgestuurd en Kees Kruyff
ondervraagd. Zijn verklaringen waren bij
zonder duidelijk en klopten geheel met die
van zijn vriend. De politieman werd vol
komen bevredigd en legde nogmaals een
soort eed van stilzwijgen af. Toen ver
dween de getuige zoals hij gekomen was,
als een schim in de nacht, en kon het licht
weer opgedraaid worden.
„Nou, en wat zegt u ervan?", vroeg de
jongen triomfantelijk. „Is het geen reuze
uitvinding?"
„Een reuze-uitvinding", beaamde de
ander ten volle. „Ik heb zelden zoiets ge
zien. Zo doeltreffend. En je bent erdoor
gered, Jan Willem. Je bent een flinke ke
rel!"
HOOFDSTUK VII.
Michael Norelius was per kerende taxi
weer naar de Paulus Potterstraat terug
gegaan.
Hij werd opengedaan door een donker-
ogig jongmens, dat hem met een paar
woorden- vertelde hoe de mummie gevon
den was èn hem dan in een spreekkamer
tje naastrde deur liet. Hij vroeg: „Bent u
de broer van juffrouw Baeck?" en het
jongmenikeek zeer verbaasd en antwoord
de:
„Nee, ifc ben dokter Terwolde." De Egyp
toloog zag hem peinzend na. En dan werd
de deur ?Weer geopend en trad een man
binnen, die hij dadelijk zonder enige moei
te kon g herkennen als de vader van de
blonde juffrouw Baeck. Het sprekend even
beeld. Hg kreeg een stoel en voelde onaf
gebroken; de eerlijke blauwe ogen van de
scheepvaartman op zich gevestigd, maar
hij begreep dat en begon met een glim
lach: 1
„Ik ben Michael Norelius. Ik begrijp dat
u mij eens wilt zien."
De ander ontspande even zijn strak
getrokken wenkbrauwen en glimlachte
moeilijk. „Inderdaad," zei hij. En dan gin
gen ze zitten; de eerste indruk was van
beide zijden gunstig. En Michael vertelde.
De vader luisterde aandachtig. Veel
nieuws was het eigenlijk niet, maar de
jonge geleei'de bevestigde de gunstige in
lichtingen, die de inspecteur van hem ge
geven had. Het was een eerlijk relaas.
Deze man had zijn Kathrientje geen kwaad I
gedaan, begreep de vader: zij stonden bei
den voor hetzelfde mysterie. En dan stond
de heer des huizes op.
„Ik zal u niet langer ophouden," zei hij,
„u zult wel verlangend zijn de gevonden
mummie te zien. Ik ben blij dat ik u ont
moet heb; ik ben nu gerust."
„Ik dank u wel, meneer Baeck."
In de gang vond Michael inspecteur
Renkevoox-t en ging met hem naar de
garage. Wat er omging in zijn hart, toen
hij op deze manier tóch zijn Amentéte
tex-ugvond, laat zich niet beschrijven. Wel
heel anders dan hij het zich gedacht had,
maar zij was er nu toch. Hij had haar niet
verloren.
Hij staarde haar geruime tijd roex-loos
aan met wijd-open ogen. Zij stond daar,
zwijgend, een zonderlinge kolos in het
schelle electx-ische licht van een nuchtere
garage. Grotesk, met de expressieve, kan
tige lijnen van haar beschilderd gelaat, een
anachronisme naast het tweejarige two-
seatertje, de tanks en de benzineblikken.
Als neergesmeten uit een mysterieus ver
leden in de moderne zakelijkheid. Een
brokje eeuwigheid in de razend-voortsnel-
lende tijd. Maar toch Amentéte, zyn mxxm-
mie, zijn eigen stukje moeizaam verwor
ven Egypte. Zijn eigendom nu.
Hij trad naderbij en betastte, als liefko
zend, het harde hout. Hij tuurde op de
hiëroglyphen en ontcijferde hier en daar,
haastig, een enkel begrip. Hij was als een
fijnpi'oever die een verrxxkkelijke voor
schotel krijgt opgediend en zo hier en daar
eens een hapje uitpikt om te proeven. Hij
geixoot, nu al op dit ogenblik, de rijke
avonden van studie, die deze kostbare aan
winst hem zou verschaffen.
„Dit is dus uw mummie, dr. Norelius?"
De zakelijke stem van de politieman, die
hem nxet een schok tot de werkelijkheid
terugbracht. Hij stond hier in de garage
van de familie Baeck! Hij antwoordde
haastig:
„Zeker. Dit is mijn mummie. Ik ben ont
zettend blij."
„Dat begrijp ik. Hebt u gehoord hoe zij
voor de dag gekomen is?"
„Ja, dat vertelde dokter Terwolde."
„Begrijpt u, hoe zoiets mogelijk is?"
„Nee inspecteux*, het is mij al even on
begrijpelijk als de rest van de historie. Ik
sta voor een x-aadsel."
„Was u vanavond uit?"
„Ja. Ik kwam net thuis met een taxi,
toen ik van een agent uw boodschap kreeg.
Toen ben ik meteen doox-gereden hier naar
toe."
„Juist. En hoe dacht u de mummie weer
mee naar huis te nemen? U wilt haar toch
zeker niet hier laten staan?"
„Hoe?" De Egyptoloog keek zeer beden
kelijk. „Daar heb ik nog niet over gedacht.
Het is een puzzle."
„Dat is het zeker. Ik heb er wél over
gedacht, maar zie nog geen oplossing. Wij
zouden een vrachtauto moeten laten voor
komen en dat heeft ook zyn bezwaren. En
ik kan moeilijk onze ambulance-auto be
stellen!" (Wordt vervolgd).