Verandering voor Japan en Duitsland op til Louis Toebosch winnaar van orgel-improvisatiewedstrijd De Young Vic met komisch dubbelspel in Bloemendaals Openluchttheater IN DE WERELDPOLITIEK ^Hoe is het ontstaan) N J Een Eeuw Celeden Holland' Festival VRAAG NAAR FILMS CAMERA'S „De ridder van de gloeiende vijzel" onder brillante regie van George Devine Nieuwe uitga vein Agenda voor Haarlem Expositie „Felison" in leeszaal te Velsen Haarlemmers de gasten van Friern Barnet Gaat u even mee. met Chiel de Boer naar Indonesië? DINSDAG 3 JULI 1951 3 z^- Laat ik beginnen met te vertellen dat de prijswinnaar van de internationale impro visatiewedstrijd op het orgel van de Grote Kerk te Haarlem toegekend is aan de laatst optredende deelnemer, die achteraf bleek te zijn de heer Louis Toebosch uit Breda. Toen ik hem na de bekendmaking van de uitspraak der jury geluk ging wensen, had hij slechts dit woord terug: „Ik kan er niets aan doen!" Dit woord trof mij, omdat het zo precies de synthese bevat van hetgeen elk kunstwerk en zeker het zo maar voor de vuist weg geïmproviseerde kunst werk een verheven betekenis geeft: het onbewuste, de. geest die levend maakt. Doch dit „Ik kan er niets aan doen" is slechts een halve waarheid, want de geest doet geen wonderen waar kennen en kun nen zwak zijn en een logisch denken ont breekt; al die faculteiten heeft de kunste naar zelf te ontwikkelen. Maar ze kunnen hem zo eigen worden dat ze in het onbe wuste overgaan en dat hij vergeten kan, dat hij er wel wat voor heeft moeten doen, en geen klein beetje ook! Demonstraties van improvisatiekunst zijn hachelijke dingen; niemand kan weten wat hij te horen krijgt, het kan meelopen en tegenvallen; ook de spelers weten op geen stukken na waar het op uit zal draaien. Ze kunnen wel wat trucjes achter de hand houden, die in geval van nood als passe partout kunnen dienen, maar verder is alles onzeker, want op de eigenaardigheden van liet thema-materiaal dat ze te verwer ken zullen krijgen, kunnen zij zich niet voorbereiden. Twee leden van de jury welke be stond uit Jeanne Demessieux (Parijs), prof. L. Daxperger (Linz) en dr. Anthon van der Horst (Hilversum) hadden thema's voorgesteld, die door een speciale commissie getoetst werden. Uiteindelijk werden de thema's van Anthon van der Horst gekozen, namelijk twee voor een hoofdvorm en één dat zich bijzonder leende voor contrapuntische bewerking in de finale. De candidaten hadden bovendien nog een intermezzo in te lassen geheel naar eigen vinding. Het bleek dat de meeste deelnemers de karakteristiek der thema's niet volkomen begrepen hadden. Zo moest men wachten tot de laatste er waren vijf candidaten, wier beurt van optreden door het lot bepaald was, waarbij de jury onkundig gelaten werd van de volgorde eer men het thema van de finale tot een fuga hoorde verwerken, waarvoor het alle mogelijkheden bood. Voor een monodisch plan was het weinig geschikt. Die fuga werd de glorieuze verrassing van de avond. Eindelijk kwam zij dan toch; wij hadden er nagenoeg twee uur op zitten wachten. Maar ook de typische psyche van de themata van het eerste deel van het drie luik, dat men moest improviseren, werd maar zelden raak getroffen; over het alge meen was het tempo te traag en wist men te weinig onderscheid te maken tussen het hoofd- en het neventhema. De eerste en de derde candidaat leverden echter een zeer verdienstelijke hoofdvorm; zij werden echter glansrijk overtroffen door nummer vijf, die er een sterk stuk van maakte, met interessante contrapuntische combinaties en in een tempo, dat de karakteristiek van het gegeven materiaal ten goede kwam. Het intermezzo betekende een apart criterium. Nummer één (Paul Eraly) maakte er een variatiecyclus van op het Wilhelmus, wat het gevaar met zich bracht een disproportie te doen ontstaan in de conceptie van het geheel. Drie (Piet Kee) wist een aardig dialogerend stukje op te bouwen. Had hij dat in een stevige fuga finale laten overgaan, dan zouden wij hem een mooie kans gegeven hebben. Vier (Janine Corajod) was in het intermezzo ook niet onfortuinlijk, doch wist met de finale niet goed raad. Twee (Lionel Dakers) gaf in het intermezzo het beste van zijn prestatie. Maar vijf (Louis Toe bosch) wist het met contrapuntische vaar digheid een logisch deel van het geheel te maken. Een vondst was het voorzeker een overgang te maken die uitmondde in een magistrale finale. De jury, die voor haar beoordeling steunde op de volgende vijf punten: vorm, ontwikkeling, registratie, techniek en muzikale smaak, kwam na vergelijking dei- rapporten tot deze rangorde: 1. Louis Toe bosch (Breda), 2. Paul Eraly (Brussel), 3. Piet Kee (Zaandam), 4. Janine Corajod (Genève), 5. Lionel Dakers (Windsor). De wisselprijs, beschikbaar gesteld door de Algemene Vereniging voor Bloembollen cultuur, is dus gewonnen door de heer Toebosch, wat iedereen, die zijn prestatie gehoord en vergeleken heeft, billijk zal vinden. En nu krijgen we Woensdagavond de leden van de jury zelf te horen; zij geven een normaal orgelconcert, maar bovendien zullen ook Jeanne Demessieux en prof. Daxperger elk een improvisatie ten beste geven. Dat kan interessant worden. JQS. DE KLERK •\DVERTENT1E Iïij K. B. is toegekend de aan de orde van Oranje Nassau verbonden ere-medaille in goud aan A. A. Smit, wonende te Haar lem. procuratiehouder bij de N.V. verf- fabriek „Avis" te Westzaan. Examens Voor het notarieel examen is geslaagd: D. G. van Manen te Heemstede, eerste gedeelte. Eindexamens Da Cosiakweekschool Geslaagd zijn voor de aantekening Han denarbeid op de akte L. O. de dames: P. Hofman. Santpoort; A. M. A. Lamme, T. A. J. Roest, A. J. Stroes. A. Hoek, I. M. Ocke- loen, G. M. Diemer, W. P. van der Horst te Haarlem; L. Oostenrijk, P. C. Hanhart te Heemstede; A. A. van den Belt te Overveen; J. Guldenmond te Lisse; L. J. M. van Weeren te Castricum; E. Steenhuis te Bloemendaal; en de heren: J. N. Mlom en P. W. Hart te Haarlem; H. Eikelboom te Zwartsluis; O. Vlot en W. Vlot te IJmuiden. Geslaagd voor het candidaats-examen theologie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam B. Naessens, Haarlem en R. van 't Lindenhout, Heemstede; voor het docto raal examen Engels de heer A. Verhoef!, Heemstede. ADVERTENTIE ster en vooral zijn inspectie van de vol slagen ridicule burgerwacht vormden even zovele hoogtepunten van deze uitmuntende voorstelling. De erepalm gaat echter naar Charmian Eyre, de vrouw van de kruide nier, die met haar echtgenoot (een voor beeldige rol van Mervyn Blake) voort durend invloed op de gang van zaken uit oefent onder het motto: de klant betaalt, de klant is koning. Haar bedillerige toon en haar bemoeiziek dribbelen, het was allemaal even precies van pas. Doch per slot van rekening is het George Devine, die alle touwtjes van dit theater met levende marionetten heeft bediend, aan wie de hoogste waardering toekomt. Want deze leden van de Young Vic zijn over het algemeen bescheiden talenten, die nog aan het begin van hun ontwikkeling staan. Zij vormen tezamen een hecht en semble, bewegelijk en licht van toets. De grappige décors van Vivienne Kernot, die hier geenszins' misstaan, berusten op een ruimschoots tot het vermaak bijdragende vondst en haar costuums verdienen al evenveel waardering. De^ goed-klinkende muziek van Clifton Parker wordt gespeeld door Audrey Webster (harp) en Henry Stuart (fluit). Men late zich deze laatste gelegenheid om de Young Vic aan het werk te zien niet ontgaan. DAVID KONING Peter van Steen, Alarm in de spiegel Wereldbibliotheek. Amsterdam. De verhalen in dit boekje, dat aan Willem Elsschot is opgedragen, worden vooraf gegaan door een citaat van die schrijver, waarvan de eerste zinnen zijn: „Peter van Steen is de verpersoonlijking van de opstan digheid, niet alleen tegen de tyranie, maar tegen alles wat laag is, gluiperig, laf of half slachtig. En zijn opstandigheid is niet, als bij de meesten onzer, van voorbijgaanden aard". Deze kenschetsing wordt door de ver halen zelf bevestigd. De meeste figuren die erin optreden zijn woest opstandig, tegen hét menselijk lot in het algemeen of tegen hun eigen lot, en Van Steen spaart geen woorden van het zwaarste kaliber om hun gezindheid te vertolken. Zijn verontwaardiging is boven verdenking, en de felle onverzoenlijkheid in zijn toon is nergens onecht. Anderzijds biedt hij geen nieuwe gezichtspunten en opent geen nieuwe gevoclsbronnen, voornamelijk doordat de menselijkheid, in naam waarvan hij opstandig is, zo weinig tot haar recht komt. Het is tegenwoordig ongetwijfeld een bekend standpunt dat ieder aanvaarden van of berusten, in welke vorm van lijden ook, huichelarij of lafheid is; maar niettemin moet wie van dit standpunt uit wenst te schrijven opnieuw duidelijk maken, wat zijn persoonlijke bijdrage is aan deze extreme leer. Neemt hij die moeite niet, dat blijft hij afhankelijk van 's lezers geneigdheid om net als hij te denken en hoop op een vernieuwd inzicht is er dan in geen geval. Het gebrek van deze verhalen is er dus vooral een van originaliteit, aan onvervang baarheid. Juist om de echtheid en de kracht van Van Steen's opstandigheid betreurt men dat zijn uitdrukkingswijze zo weinig beweeg lijkheid heeft. Wanneer hij niet in de eerste plaats hard wil slaan vloeit er veel meer leven in zijn verhaal, zoals in Onbereikbare Kameraad, over een geleerde die voor men selijke vriendschap en liefde te egocentrisch blijkt en dan probeerd een aap geheel naar zijn eigen inzicht tot levensgezel op te voeden. S. M. De 17-jarige Rose Kropkowski uil Jersey City in de Verenigde Staten, die dezer dagen Arnhem zal bezoeken als gast van een Nederlandse pen vriendintoont de burgemeester van Jersey City John V. namelijk niet zo zuinig de draak gestoken Onder grotere belangstellin|; dan voor een dergelijk hier te lande zo goed als onbekend stuk verwacht mocht worden, heeft de Young Vic uit Londen gisteravond in Bloemendaals Openluchttheater de eer ste van een reeks van acht opvoeringen als onderdeel van het Holland Festival 1951 van de spectaculaire klucht „The Knight of the burning Pestle" (De ridder van de gloeiende vijzel) door Francis Beaumont {en John Fletcher) uit het begin van de zeventiende eeuw gegeven. Het succes was buitengewoon groot en de algemene hila- x-iteit niet van de lucht. In zijn dankwoord voor het geestdriftige applaus na afloop bracht regisseur George Devine hulde aan de leiding van het theater, die het risico heeft durven nemen nu eens niet een trek pleister van Shakespeare te kiezen, waar van het zakelijk welslagen eigenlijk van tevoren al vast staat. Als het weer gunstig blijft, zal het risico echter wel meevallen, want men kan aan deze drievoudige parodie een aanhoudend, men zou in de beste zin van het woord moeten zeggen: een kinderlijk plezier be leven, mede door de overrompelende kwa liteit van de vertoning. Ik heb in het pro gramma een tamelijk uitvoerige samenvat ting van de wonderlijke' en grillige inhoud pogen te geven, zodat ik mii hier van dit deel van mijn taak ontslagen mag achten. Niemand zal er trouwens enige moeite mee hebben de in feite eenvoudige loop dei- vreemde gebeurtenissen te volgen, ook al ziet men een voortdurende afwisseling van twee niet in het minst samenhangende ge schiedenissen. Deze omstandigheid maakt juist de eigenaardige bekoring ervan uit. De vergelijking met een clowneske revue (men denkt soms aan de kolderfilm „Hell- zapoppin" of aan voorlopers van de Marx Brothers en dergelijken) is dan ook zeker niet misplaatst. Het gehele stuk speelt in een theater en de acteurs van de Young Vic stellen toneel spelers uit de tijd van Shakespeare voor, d)e tengevolge van de inmenging van en kele toeschouwers herhaaldelijk uit hun rol vallen. Het is dus louter een spel, een dub belspel van komische onwerkelijkheid. Regisseur George Devine heeft de moge lijkheden die daarin schuilen op waarlijk brillante wijze uitgebuit met een welige fantasie, die dank zij goede smaak en gron dig vakmanschap nergens misplaatste ge volgen opleverde, die zelfs ogenschijnlijke flauwiteiten (zoals het dichtvallen van de vizierklep van een harn&s na een stomp in de maag van de drager, welk grapje aan de Nederlandse film „Malle gevallen" her innert) de glans van wezenlijke humor ver leent. Een paar voorbeelden daarvan zijn: het aftellen op de vingers van de vers voeten bij een onverwachte improvisatie, het vermoeide reageren op de bemoeizucht van de toeschouwers en het laconieke op nieuw beginnen van de onderbroken han deling, het koddige verstarren bij de tal rijke interrupties en de tussenkomst van de souffleur om een eind aan de radeloos heid te maken. Aantrekkelijk kijkspel Deze acteurs voeren een blijspel op, dat ook alweer een parodie is. Daarin wordt De kruidenier en zijn vrouw (Mervyn Blake en Charmian Eyre) nemen een kijkje op het toneel. Scène uit de opvoering van „De ridder van de gloeiende vijzel" door de Young Vic als onderdeel van het Holland Festival in Bloemendaals Openluchttheater. raad mee, al was hij met de bezetting van het liefdespaar niet bijster gelukkig. De vrolijke Merrythougl van Keith Michell, diens helder sprekende echtgenote van Brenda Saunders, hun belachelijk magere zoon van John Southworth, de potsierlijke Humphrey van Alan Edwards, de opgebla zen Venturewell van Powys Thomas mogen met lof worden genoemd. Zij kweten zich degelijk en met de vereiste zwier van de moeilijke taak in hun dubbele functies. Het optreden van de eenvoudige winkel bediende Ralph, die zich door zijn losban dige verbeelding op sleeptouw laat nemen en als dolende kruidenier in de onzinnigste avonturen stort, vormt een hoofdstuk apart. Alle respect voor John Garlcy als deze tweede Don Quijote (het voorbeeld van Cervantes is onmiskenbaar) zonder boven het alledaagse verheven allure. Zijn gevecht met de als het monster Barbarossa vermomde barbier, zijn ontmoeting met de tot Oosterse prinses gepromoveerde werk- Het eeuwenoude Gotische stadhuis van Middelburg, dat tijdens de oor log verwoest werd, begint geleidelijk in zijn oorspronke lijke glorie te her rijzen, al moet er nog zeer veel werk verricht worden. Op de foto een fraai détail van het gebouw: de toe gang tot het raad huis, die thans bij na gereed is. Kenny een boek over Arnhem. De burge meester heeft Rose afgevaardigd om zijn stad te vertegenwoordigen tijdens de jaar lijkse plechtigheid ter herdenking van de geallieerde troepen, die vielen tijdens de slag om Arnhem. DINSDAG 3 JULI Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. HBS a: Rudolf Steinerschool, voordracht mr. M. Stitle. 8 uur. Gem. Concertgebouw: Haar lems Muziek-instituut, leerlingen-uitvoering, 7.30 uur. Openluchttheater: „The knight of the burning Pestle" (Young Vic). 8.30 uur. Spaarne: „Straatjongens" en „Het spring- wonder", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Wilde vaart op Kaapstad", 18 j., 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „De zwarte roos", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Nancy gaat naar Rio", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Voorpost in Marokko", 18 j., 2.15, 9.30, 7 en 9.15 uur. City: „Manon", 18 j., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 4 JULI Grote Kerk: Internationaal orgelconcours (concert jury), 8 uur. Openluchttheater, Bloemendaal: „The knight of the Burning Pestle" (The Young Vic), 8.30 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. met de ultra-romantische verzinselen uit de nadagen van Shakespeare, welke Eliza bethaanse meester trouwens evenmin aan een tot in het bespottelijke overdreven na bootsing ontkomt. De schrijvers (laten wij het daar maar op houden, al komen de hoogste deskundigen langzaam maar zeker tot de overtuiging dat Beaumont de enige auteur was) nemen op een kostelijke ma nier de loop met de bedorven smaak van het toenmalige publiek. Doch zij hebben deze opzet heel handig gecamoufleerd en voor alle zekerheid voor een aantrekkelijk kijkspel gezorgd. In dit opzicht is een ver gelijking met „Hamlet" leerzaam. Dit werk heeft zijn populariteit waarlijk niet alleen te danken aan de voornamelijk door den kers ontdekte diepzinnigheden, waarover men trouwens eeuwenlang kan twisten, maar evengoed aan de parade van min of meer sensationele elementen: een geestver schijning, een serie moorden, enkele waan zinscènes, het twee keer optreden van een legermacht en een duel. Deze onderhou dende effecten zijn door Beaumont (en Fletcher) uitbundig gechargeerd. En weer zijn het de op het toneel plaats genomen hebbende toeschouwers die de toch al dwa ze verwikkelingen nog gekker maken. Re gisseur Devine wist er echter voortreffelijk Generaal Ridgway heeft een instemmend antwoord gezonden op het voorstel der opperbevelhebbers van de strijdkrachten in Noord-Korea om over de wapen stilstand te onderhandelen in Kaesong. Het einde van de Koreaanse oorlog tekent zich af. Wanneer deze komende wapenstilstand gevolgd zal worden door een regeling van de Koreaanse politieke kwestie, zal een element van gevaar ver dwenen zijn uit de betrekkingen tussen de grote mogendheden. Ofschoon er nog tal van elementen in die betrekkingen zullen overblijven die de spanning op politiek terrein op het enerverende peil van de laatste jaren zullen houden, zullen de gevolgen van zulk een Koreaanse oplossing zich toch in brede kringen manifes teren. Er zijn twee landen die door het wegvallen van acuut oorlogsgevaar hun gedragslijn tegenover de buitenwereld zullen moeten herzien, namelijk Duitsland en Japan, de voormalige vijanden van de wereldwijde alliantie van 1940. Generaal MacArthur heeft van de Ja panse capitulatie af in het rijk van de „Goddelijke Keizers" een straf en conse quent bewind gevoerd, dat voor de helft berekend was op een liquidatie van de anti-Amerikaanse drijfveren in Japan, voor de andere helft op inschakeling van het Japanse potentieel in de Aziatische machtsconcentratie van de Verenigde Sta ten. Toen de Russische opdringerigheid in Azië vaste vormen ging aannemen en de Chinese communisten met Moskou's hulp er in slaagden de Kwomintang en daarmee de resten van een pro-Amerikaanse re geringsformatie uit China te verdrijven, werd de noodzaak om Japan tot een Ame rikaans bolwerk in het Verre Oosten te maken zo duidelijk, dat MacArthur blanco volmacht kreeg om deze noodzaak te ver wezenlijken. Maar toen de communistische invloed via de Noord-Koreanen zelfs buiten het Chinese continent barstte, werd de Japan se politiek van MacArthur zo urgent dat dezelfde generaal de aangewezen persoon leek om deze bedreiging die met de wapenen moest worden gekeerd van Tokio uit te leiden. Japan en Korea raakten in handen van een en dezelfde persoon, die met voorbij zien van instructies uit Washington een eigengereide strategie ging voeren in geheel Azië, om zodoende volgens eigen inzichten de machtsverhoudingen in het Verre Oos ten te herstellen. Dat deze politiek faalde, mede omdat Amerika's bondgenoten de noodzakelijk heid van een algehele herziening der ver houdingen in Azië inzagen, was het gevolg van het feit dat MacArthur uitging van een foutieve overtuiging: De overtuiging dat Japan zou worden geaccepteerd als machtsfactor in het Verre Oosten. Deze overtuiging werd allerminst gedeeld door Engeland en India, die wel op zeer sprekende wijze uiting gaven aan hun afkeer van een nieuwe Japanse hegemonie, al zou die dan ook aan Amerikaanse ban den liggen en door Amerikaanse waar nemers worden beteugeld. Tenslotte zag men te Washington in, dat in het Verre Oosten teveel spanningen zouden ontstaan tengevolge van het volvoeren van Mac- Arthur's plannen. De generaal werd afge zet en de politiek van Washington werd meer gelijkgeschakeld met die van de bondgenoten. Een indirect gevolg daarvan is ongetwijfeld de ontwikkeling in de rich ting van een wapenstilstand en een vrede in Korea geweest. Hieruit volgt echter, dat Japan nu zonder de vriend en beschermer MacAr thur niet langer profiteren kan van de uitermate gunstige situatie waarin het ten tijde van de oorlogsdreiging verkeerde. Als de Koreaanse oorlog ontaard zou zijn in een Chinees-Amerikaans conflict, zij het op beperkte schaal, dan zou Japan uit deze omstandigheid een voordelig en snel vredes verdrag hebben kunnen slaan, dat er in de eerste plaats op gericht zou zijn geweest om Japan volledig op te nemen in de Amerikaanse sterkte, doch begeleid zou zijn geworden door het verschijnsel van wederopstanding: Ongetwijfeld zou er een Japans leger zijn gekomen en wellicht een Japanse bewapeningsindustrie. De voorbe reidingen voor zulk een overhaast Japans vredesverdrag waren al in een vergevor derd stadium. Aan herstelbetalingen zou er in dat verdrag weinig ruimte zijn besteed natuurlijk niet, want een sterk Japan zou een eerste eis zijn geweest. Het ont werp hield niet eens militaire of economi sche beperkingen in. Wie de ondertekena ren zouden zijn geworden, werd ook niet als belangrijk beschouwd Rusland en communistisch China zouden niet in aan merking zijn gekomen voor de onderhan delingen of de ondertekening. Thans is de toestand enigszins veranderd. Japan zal er op moeten rekenen dat de EEN BLAUWE MAANDAG Van de reeks uitdrukkingen waarin het woord blauw voorkomt, moet zeker worden genoemd: een blauwe Maandag, aanvankelijk: een Maandag die niet meetelt als werkdag, later ook: een korte tijd. Men zegt het in het bijzonder van de tijd gedurende welke iemand op een bepaalde plaats woont. Som migen menen dat blauw hier de, ook in andere uitdrukkingen voorkomende, betekenis heeft van: onbetekenend, ge zocht. Vroegr sprak men nl. van blauwe praatjes, blauwe verontschuldigingen e.d. Anderen zien er een herinnering in aan het Middeleeuwse kerkelijke ge bruik op de Maandag voor het begin van de Vastentijd de beelden in de kerk met blauwe doeken te behangen. Maar het feit, dat ook wel gesproken wordt van de blauwe week (de laatste week van de maand, waarin zij die een maandsalaris ontvangen, niet veel meer in huis hebben) pleit voor de eerste verklaring. Beeldende kunst bondgenoten van Amerika strenger eison zullen gaan stellen en niet over het één- nachts-ijs van een vluchtig verdrag zullen willen gaan. Spoed is niet meer het alles beheersende tenzij zich in de Aziatische situatie een nieuw element van dreiging zou gaan voordoen, wat weer in de Japanse kaart zou spelen. Geen wonder dat men in Japan moeite doet om het vredesinitiatief van Rusland als een diplomatieke zet te ontmaskeren. Een woordvoerder van het Japanse mi nisterie van Buitenlandse Zaken heeft te Tokio verklaard van mening te zijn dat het Russische voorstel voor een staking der vijandelijkheden in Korea is bedoeld om het sluiten van een vredesverdrag met Japan te vertragen. De woordvoerder zeide dat het Russische aanbod ten doel heeft de internationale noodzaak, om tot een vredesverdrag met Japan te komen, minder dringend te ma ken. „Een wapenstilstand in Korea en de daaruit voortvloeiende vermindering der internationale spanning zouden mogelijk tengevolge hebben dat Groot-Brittannië, de Philippijncn en enkele andere staten strengere vredesvoorwaarden voor Japan zouden willen doen vaststellen," aldus de woordvoerder. De Japanse regering is inmiddels afge treden, wat ongetwijfeld een onmiddellijk gevolg is van het besef der Japanse politici lat. men zich tegenover de bezetter op een nieuwe koers moet beraden. Het is niet zo. dat de Amerikanen tengevolge van de Ko reaanse vredesverwachtingen dadelijk ge neigd zullen zijn hun herbewapening en defensieve taktiek op te geven, doch on miskenbaar zeker is het dat de invloed der bondgenoten op de algemene beleidskoers versterkt is geworden en deze bondgenoten zijn het, die Japan heeft te vrezen. De mogelijkheid dat Amerika volgens eigen inzichten radicaal tewerk kan gaan en zijn medestanders „op sleeptouw" neemt bij belangrijke concessies aan de voormalige vijanden, ij verkleind. Ditzelfde geldt eigenlijk evenzeer voor Duitsland, al is de kwestie van Europa's defensie niet direct afhankelijk van de situatie in Azië. Een afnemen van het oorlogsgevaar zal onvermijdelijk de Weste lijke bondgenoten van Amerika critischer en stroever maken ten opzichte van de vroegere vijand, die zijn politiek, gebaseerd op het feit dat men zijn potentie en wel willende medewerking nodig had, zal moe ten veranderen om daar te geraken waar hij op gemakkelijke manier meende te komen door de meningsverschillen tussen degenen, die eertijds in gesloten gelederen tegen hem optrokken. J. L. De Vereniging ter bevordering van beel dende kunsten in de gemeente Velsen „Fe lison" heeft een begin gemaakt met haar werkzaamheden en een kleine tentoonstel ling georganiseerd in twee zalen van de openbare leeszaal. Het is een aardige col lectie van kunstenaars uit Velsen en om geving. Er zijn bekenden, zoals J. B. Kamp, wiens begaafdheid in kerk-interieurs en bloemen-stillevens hier niet nader gepre zen behoeft te worden. Er is ook veel ro mantiek: het als parelsnoer glanzende Spaarne van J. van der Borden, de Stil levens van 't Hart, het in een gouden nevel badende Rijngezicht bij Oosterbeek van H. J. Calkoen, het eveneens voortreffelijk gebouwde „Afgraving bij de St. Pieters berg" van mevrouw M. de Crasto Heinen. Maar er zijn ook inzenders die van een verlangen naar het moderne blijk geven. A. Schouten bezit een rijk palet. Zijn „Tunnelbouw" heeft méér kleur-concen- tratie dan het „Meisje met bloemen" of de „Man met bloemen". Deze werken bergen kwaliteiten en getuigen van een sterke wil. W. A. Oepts brengt landschappen die iet wat Indisch van visie zijn. Fel-rode of blauwe boomstammen, te scherpe schadu wen verrassen eerst even, maar vermoeien de beschouwer spoedig. Wij bewonderen onderdelen, zoals de appelbloesem („In de tuin van de Pastoor") of de frisse perspec tief van een kerkgezicht en erkennen gaar ne dat W. A. Oepts een persoonlijke stijl bezit, die echter het gemaniëreerde dient te vermijden. Sterk is ook het werk van Oh. Bartels. Een mengsel van grauw-groen, loodgrijs en donker-groen dient om een „Kerkgang in Friesland" te suggereren. Een meesterlijk aangegeven triestheid, waarin de moeizaam gebogen kerkgangers over de wegen en door de bagger ploeteren. Bartels maakt ook goede stillevens. Zo is er op deze eerste Velser tentoon stelling veel te genieten: er zijn nog knappe tekeningen (onder meer van H. F. Lith) en men vindt er een aardige verzameling van klein beeldhouwwerk. J. van der Borden, mevrouw J. B. Ducro-Kruyer en P. M. Gravelein zijn hiervan de inzenders. H. SCHMIDT DEGENER. Een kleine groep Haarlemmers is de vo rige week de gast geweest van het Engelse stadje Friern Barnet bij Londen. Via de Nederlandse ambassadeur in Engeland kreeg de Nederlandse Reisvereniging een uitnodiging om een aantal van haar leden voor enkele dagen een bezoek te laten brengen aan Friern Barnet. De keus viel op Haarlem en de heer H. S. van den Bos werd belast met de organisatie van de tocht. Van de drie-en-vijftig mensen die zich hadden opgegeven zijn er tenslotten negen-en-dertig meegegaan: men was de mening toegedaan dat het in Engeland niet zo bijster rooskleurig met het eten ge steld was. Maar de Haarlemmers die er een optimistischer gedachte over hadden en zich dan ook niet hebben laten af schrikken, hebben van hun trip naar Friern Barnet geen spijt gehad. Zij wer den er ondergebracht bij particulieren die zich iedere dag hebben ingespannen om hun gasten zo veel mogelijk te laten zien en te genieten. Naast de officiële ontvang sten ten stadhuize werd onder meer een bezoek gebracht aan het Festival of Bri tain en tal van Londense bezienswaardig heden. Het cabaretgezelschap van Chiel de Boer zal gedurende October en November een tournée voor de B.P.M. door Indonesië ma ken met een bloemlezing uit de onder de titel „Gaat u even mee. in het afge lopen seizoen uitgezonden radioprogram ma's. Er worden in totaal 28 voorstellingen gegeven op Java, Sumatra, Borneo en Nieuw-Guinea. Het reisgezelschap zal be staan uit de dames Dini van Amstel en Katja Berndsen en de heren Chiel de Boer, Swen Smeele, Moestafa, Peter Aryans en een begeleider. Uit de Opregtc Haarlemsche Courant van 3 Juli j I 851 De heer Poitevin en zijne echtgenote zijn te Parijs, gezeten in een vierwielig rijtuig, bespannen met twee paarden, welk een en ander stevig was vastge maakt aan eene luchtballon, opgestegen, Zij zijn op het punt geweest, om boven liet boscli van Boulogne, spoediger neder- tedalen, dan beraamd was, doch, door het tijdig uitwerpen van ballast, is de ballon opnieuw en zeer aanmerkelijk gerezen. Zij zijn 40 kilometer van Parijs te land en behouden te Passy te huis gekomen. Zekere Darvitle wil opstijgen met twee zijner zonen, die voorzien van vleugels van 15 voeten, met lijnen aan zijne luchtballon moeten zijn verbon den, en alzoo het vliegen der vogelen zullen nabootsen: denkelijk ter her haling van eene proef, welke voor vele jaren door den oostenrijkschen mecha nicus Degen is genomen en alleen in besloten gebouwen schijnt te zijn ge lukt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5