Verandering voor Japan en Duitsland op til
Louis Toebosch winnaar van
orgel-improvisatiewedstrijd
De Young Vic met komisch dubbelspel
in Bloemendaals Openluchttheater
IN DE WERELDPOLITIEK
^Hoe is het ontstaan) N
J
Een Eeuw Celeden
Holland'
Festival
VRAAG
NAAR
FILMS
CAMERA'S
„De ridder van de gloeiende vijzel" onder
brillante regie van George Devine
Nieuwe uitga vein
Agenda voor Haarlem
Expositie „Felison"
in leeszaal te Velsen
Haarlemmers de gasten
van Friern Barnet
Gaat u even mee. met
Chiel de Boer naar Indonesië?
DINSDAG 3 JULI 1951
3
z^-
Laat ik beginnen met te vertellen dat de
prijswinnaar van de internationale impro
visatiewedstrijd op het orgel van de Grote
Kerk te Haarlem toegekend is aan de laatst
optredende deelnemer, die achteraf bleek
te zijn de heer Louis Toebosch uit Breda.
Toen ik hem na de bekendmaking van de
uitspraak der jury geluk ging wensen, had
hij slechts dit woord terug: „Ik kan er niets
aan doen!" Dit woord trof mij, omdat het
zo precies de synthese bevat van hetgeen
elk kunstwerk en zeker het zo maar
voor de vuist weg geïmproviseerde kunst
werk een verheven betekenis geeft: het
onbewuste, de. geest die levend maakt.
Doch dit „Ik kan er niets aan doen" is
slechts een halve waarheid, want de geest
doet geen wonderen waar kennen en kun
nen zwak zijn en een logisch denken ont
breekt; al die faculteiten heeft de kunste
naar zelf te ontwikkelen. Maar ze kunnen
hem zo eigen worden dat ze in het onbe
wuste overgaan en dat hij vergeten kan,
dat hij er wel wat voor heeft moeten doen,
en geen klein beetje ook!
Demonstraties van improvisatiekunst zijn
hachelijke dingen; niemand kan weten wat
hij te horen krijgt, het kan meelopen en
tegenvallen; ook de spelers weten op geen
stukken na waar het op uit zal draaien.
Ze kunnen wel wat trucjes achter de hand
houden, die in geval van nood als passe
partout kunnen dienen, maar verder is
alles onzeker, want op de eigenaardigheden
van liet thema-materiaal dat ze te verwer
ken zullen krijgen, kunnen zij zich niet
voorbereiden.
Twee leden van de jury welke be
stond uit Jeanne Demessieux (Parijs),
prof. L. Daxperger (Linz) en dr. Anthon
van der Horst (Hilversum) hadden
thema's voorgesteld, die door een speciale
commissie getoetst werden. Uiteindelijk
werden de thema's van Anthon van der
Horst gekozen, namelijk twee voor een
hoofdvorm en één dat zich bijzonder leende
voor contrapuntische bewerking in de
finale. De candidaten hadden bovendien
nog een intermezzo in te lassen geheel naar
eigen vinding. Het bleek dat de meeste
deelnemers de karakteristiek der thema's
niet volkomen begrepen hadden. Zo moest
men wachten tot de laatste er waren
vijf candidaten, wier beurt van optreden
door het lot bepaald was, waarbij de jury
onkundig gelaten werd van de volgorde
eer men het thema van de finale tot een
fuga hoorde verwerken, waarvoor het alle
mogelijkheden bood. Voor een monodisch
plan was het weinig geschikt. Die fuga
werd de glorieuze verrassing van de avond.
Eindelijk kwam zij dan toch; wij hadden er
nagenoeg twee uur op zitten wachten.
Maar ook de typische psyche van de
themata van het eerste deel van het drie
luik, dat men moest improviseren, werd
maar zelden raak getroffen; over het alge
meen was het tempo te traag en wist men
te weinig onderscheid te maken tussen het
hoofd- en het neventhema. De eerste en
de derde candidaat leverden echter een
zeer verdienstelijke hoofdvorm; zij werden
echter glansrijk overtroffen door nummer
vijf, die er een sterk stuk van maakte, met
interessante contrapuntische combinaties
en in een tempo, dat de karakteristiek van
het gegeven materiaal ten goede kwam.
Het intermezzo betekende een apart
criterium. Nummer één (Paul Eraly)
maakte er een variatiecyclus van op het
Wilhelmus, wat het gevaar met zich bracht
een disproportie te doen ontstaan in de
conceptie van het geheel. Drie (Piet Kee)
wist een aardig dialogerend stukje op te
bouwen. Had hij dat in een stevige fuga
finale laten overgaan, dan zouden wij hem
een mooie kans gegeven hebben. Vier
(Janine Corajod) was in het intermezzo
ook niet onfortuinlijk, doch wist met de
finale niet goed raad. Twee (Lionel
Dakers) gaf in het intermezzo het beste
van zijn prestatie. Maar vijf (Louis Toe
bosch) wist het met contrapuntische vaar
digheid een logisch deel van het geheel te
maken. Een vondst was het voorzeker een
overgang te maken die uitmondde in een
magistrale finale.
De jury, die voor haar beoordeling
steunde op de volgende vijf punten: vorm,
ontwikkeling, registratie, techniek en
muzikale smaak, kwam na vergelijking dei-
rapporten tot deze rangorde: 1. Louis Toe
bosch (Breda), 2. Paul Eraly (Brussel), 3.
Piet Kee (Zaandam), 4. Janine Corajod
(Genève), 5. Lionel Dakers (Windsor). De
wisselprijs, beschikbaar gesteld door de
Algemene Vereniging voor Bloembollen
cultuur, is dus gewonnen door de heer
Toebosch, wat iedereen, die zijn prestatie
gehoord en vergeleken heeft, billijk zal
vinden. En nu krijgen we Woensdagavond
de leden van de jury zelf te horen; zij
geven een normaal orgelconcert, maar
bovendien zullen ook Jeanne Demessieux
en prof. Daxperger elk een improvisatie
ten beste geven. Dat kan interessant
worden. JQS. DE KLERK
•\DVERTENT1E
Iïij K. B. is toegekend de aan de orde
van Oranje Nassau verbonden ere-medaille
in goud aan A. A. Smit, wonende te Haar
lem. procuratiehouder bij de N.V. verf-
fabriek „Avis" te Westzaan.
Examens
Voor het notarieel examen is geslaagd: D.
G. van Manen te Heemstede, eerste gedeelte.
Eindexamens Da Cosiakweekschool
Geslaagd zijn voor de aantekening Han
denarbeid op de akte L. O. de dames: P.
Hofman. Santpoort; A. M. A. Lamme, T. A.
J. Roest, A. J. Stroes. A. Hoek, I. M. Ocke-
loen, G. M. Diemer, W. P. van der Horst te
Haarlem; L. Oostenrijk, P. C. Hanhart te
Heemstede; A. A. van den Belt te Overveen;
J. Guldenmond te Lisse; L. J. M. van Weeren
te Castricum; E. Steenhuis te Bloemendaal;
en de heren: J. N. Mlom en P. W. Hart te
Haarlem; H. Eikelboom te Zwartsluis; O.
Vlot en W. Vlot te IJmuiden.
Geslaagd voor het candidaats-examen
theologie aan de Gemeente Universiteit in
Amsterdam B. Naessens, Haarlem en R. van
't Lindenhout, Heemstede; voor het docto
raal examen Engels de heer A. Verhoef!,
Heemstede.
ADVERTENTIE
ster en vooral zijn inspectie van de vol
slagen ridicule burgerwacht vormden even
zovele hoogtepunten van deze uitmuntende
voorstelling. De erepalm gaat echter naar
Charmian Eyre, de vrouw van de kruide
nier, die met haar echtgenoot (een voor
beeldige rol van Mervyn Blake) voort
durend invloed op de gang van zaken uit
oefent onder het motto: de klant betaalt,
de klant is koning. Haar bedillerige toon
en haar bemoeiziek dribbelen, het was
allemaal even precies van pas.
Doch per slot van rekening is het George
Devine, die alle touwtjes van dit theater
met levende marionetten heeft bediend,
aan wie de hoogste waardering toekomt.
Want deze leden van de Young Vic zijn
over het algemeen bescheiden talenten, die
nog aan het begin van hun ontwikkeling
staan. Zij vormen tezamen een hecht en
semble, bewegelijk en licht van toets. De
grappige décors van Vivienne Kernot, die
hier geenszins' misstaan, berusten op een
ruimschoots tot het vermaak bijdragende
vondst en haar costuums verdienen al
evenveel waardering. De^ goed-klinkende
muziek van Clifton Parker wordt gespeeld
door Audrey Webster (harp) en Henry
Stuart (fluit).
Men late zich deze laatste gelegenheid
om de Young Vic aan het werk te zien niet
ontgaan. DAVID KONING
Peter van Steen, Alarm in de spiegel
Wereldbibliotheek. Amsterdam.
De verhalen in dit boekje, dat aan Willem
Elsschot is opgedragen, worden vooraf
gegaan door een citaat van die schrijver,
waarvan de eerste zinnen zijn: „Peter van
Steen is de verpersoonlijking van de opstan
digheid, niet alleen tegen de tyranie, maar
tegen alles wat laag is, gluiperig, laf of half
slachtig. En zijn opstandigheid is niet, als
bij de meesten onzer, van voorbijgaanden
aard". Deze kenschetsing wordt door de ver
halen zelf bevestigd. De meeste figuren die
erin optreden zijn woest opstandig, tegen hét
menselijk lot in het algemeen of tegen hun
eigen lot, en Van Steen spaart geen woorden
van het zwaarste kaliber om hun gezindheid
te vertolken. Zijn verontwaardiging is boven
verdenking, en de felle onverzoenlijkheid in
zijn toon is nergens onecht. Anderzijds biedt
hij geen nieuwe gezichtspunten en opent
geen nieuwe gevoclsbronnen, voornamelijk
doordat de menselijkheid, in naam waarvan
hij opstandig is, zo weinig tot haar recht
komt. Het is tegenwoordig ongetwijfeld een
bekend standpunt dat ieder aanvaarden van
of berusten, in welke vorm van lijden ook,
huichelarij of lafheid is; maar niettemin
moet wie van dit standpunt uit wenst te
schrijven opnieuw duidelijk maken, wat zijn
persoonlijke bijdrage is aan deze extreme
leer. Neemt hij die moeite niet, dat blijft hij
afhankelijk van 's lezers geneigdheid om net
als hij te denken en hoop op een vernieuwd
inzicht is er dan in geen geval.
Het gebrek van deze verhalen is er dus
vooral een van originaliteit, aan onvervang
baarheid. Juist om de echtheid en de kracht
van Van Steen's opstandigheid betreurt men
dat zijn uitdrukkingswijze zo weinig beweeg
lijkheid heeft. Wanneer hij niet in de eerste
plaats hard wil slaan vloeit er veel meer
leven in zijn verhaal, zoals in Onbereikbare
Kameraad, over een geleerde die voor men
selijke vriendschap en liefde te egocentrisch
blijkt en dan probeerd een aap geheel naar
zijn eigen inzicht tot levensgezel op te
voeden. S. M.
De 17-jarige Rose Kropkowski uil Jersey
City in de Verenigde Staten, die dezer
dagen Arnhem zal bezoeken als gast van
een Nederlandse pen vriendintoont de
burgemeester van Jersey City John V. namelijk niet zo zuinig de draak gestoken
Onder grotere belangstellin|; dan voor
een dergelijk hier te lande zo goed als
onbekend stuk verwacht mocht worden,
heeft de Young Vic uit Londen gisteravond
in Bloemendaals Openluchttheater de eer
ste van een reeks van acht opvoeringen als
onderdeel van het Holland Festival 1951
van de spectaculaire klucht „The Knight
of the burning Pestle" (De ridder van de
gloeiende vijzel) door Francis Beaumont
{en John Fletcher) uit het begin van de
zeventiende eeuw gegeven. Het succes was
buitengewoon groot en de algemene hila-
x-iteit niet van de lucht. In zijn dankwoord
voor het geestdriftige applaus na afloop
bracht regisseur George Devine hulde aan
de leiding van het theater, die het risico
heeft durven nemen nu eens niet een trek
pleister van Shakespeare te kiezen, waar
van het zakelijk welslagen eigenlijk van
tevoren al vast staat.
Als het weer gunstig blijft, zal het risico
echter wel meevallen, want men kan aan
deze drievoudige parodie een aanhoudend,
men zou in de beste zin van het woord
moeten zeggen: een kinderlijk plezier be
leven, mede door de overrompelende kwa
liteit van de vertoning. Ik heb in het pro
gramma een tamelijk uitvoerige samenvat
ting van de wonderlijke' en grillige inhoud
pogen te geven, zodat ik mii hier van dit
deel van mijn taak ontslagen mag achten.
Niemand zal er trouwens enige moeite mee
hebben de in feite eenvoudige loop dei-
vreemde gebeurtenissen te volgen, ook al
ziet men een voortdurende afwisseling van
twee niet in het minst samenhangende ge
schiedenissen. Deze omstandigheid maakt
juist de eigenaardige bekoring ervan uit.
De vergelijking met een clowneske revue
(men denkt soms aan de kolderfilm „Hell-
zapoppin" of aan voorlopers van de Marx
Brothers en dergelijken) is dan ook zeker
niet misplaatst.
Het gehele stuk speelt in een theater en
de acteurs van de Young Vic stellen toneel
spelers uit de tijd van Shakespeare voor,
d)e tengevolge van de inmenging van en
kele toeschouwers herhaaldelijk uit hun rol
vallen. Het is dus louter een spel, een dub
belspel van komische onwerkelijkheid.
Regisseur George Devine heeft de moge
lijkheden die daarin schuilen op waarlijk
brillante wijze uitgebuit met een welige
fantasie, die dank zij goede smaak en gron
dig vakmanschap nergens misplaatste ge
volgen opleverde, die zelfs ogenschijnlijke
flauwiteiten (zoals het dichtvallen van de
vizierklep van een harn&s na een stomp
in de maag van de drager, welk grapje aan
de Nederlandse film „Malle gevallen" her
innert) de glans van wezenlijke humor ver
leent. Een paar voorbeelden daarvan zijn:
het aftellen op de vingers van de vers
voeten bij een onverwachte improvisatie,
het vermoeide reageren op de bemoeizucht
van de toeschouwers en het laconieke op
nieuw beginnen van de onderbroken han
deling, het koddige verstarren bij de tal
rijke interrupties en de tussenkomst van
de souffleur om een eind aan de radeloos
heid te maken.
Aantrekkelijk kijkspel
Deze acteurs voeren een blijspel op, dat
ook alweer een parodie is. Daarin wordt
De kruidenier en zijn vrouw (Mervyn
Blake en Charmian Eyre) nemen een kijkje
op het toneel. Scène uit de opvoering van
„De ridder van de gloeiende vijzel" door de
Young Vic als onderdeel van het Holland
Festival in Bloemendaals Openluchttheater.
raad mee, al was hij met de bezetting van
het liefdespaar niet bijster gelukkig. De
vrolijke Merrythougl van Keith Michell,
diens helder sprekende echtgenote van
Brenda Saunders, hun belachelijk magere
zoon van John Southworth, de potsierlijke
Humphrey van Alan Edwards, de opgebla
zen Venturewell van Powys Thomas mogen
met lof worden genoemd. Zij kweten zich
degelijk en met de vereiste zwier van de
moeilijke taak in hun dubbele functies.
Het optreden van de eenvoudige winkel
bediende Ralph, die zich door zijn losban
dige verbeelding op sleeptouw laat nemen
en als dolende kruidenier in de onzinnigste
avonturen stort, vormt een hoofdstuk
apart. Alle respect voor John Garlcy als
deze tweede Don Quijote (het voorbeeld
van Cervantes is onmiskenbaar) zonder
boven het alledaagse verheven allure. Zijn
gevecht met de als het monster Barbarossa
vermomde barbier, zijn ontmoeting met de
tot Oosterse prinses gepromoveerde werk-
Het eeuwenoude
Gotische stadhuis
van Middelburg,
dat tijdens de oor
log verwoest werd,
begint geleidelijk
in zijn oorspronke
lijke glorie te her
rijzen, al moet er
nog zeer veel werk
verricht worden.
Op de foto een
fraai détail van het
gebouw: de toe
gang tot het raad
huis, die thans bij
na gereed is.
Kenny een boek over Arnhem. De burge
meester heeft Rose afgevaardigd om zijn
stad te vertegenwoordigen tijdens de jaar
lijkse plechtigheid ter herdenking van de
geallieerde troepen, die vielen tijdens de
slag om Arnhem.
DINSDAG 3 JULI
Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. HBS a:
Rudolf Steinerschool, voordracht mr. M.
Stitle. 8 uur. Gem. Concertgebouw: Haar
lems Muziek-instituut, leerlingen-uitvoering,
7.30 uur. Openluchttheater: „The knight of
the burning Pestle" (Young Vic). 8.30 uur.
Spaarne: „Straatjongens" en „Het spring-
wonder", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Wilde vaart op Kaapstad", 18 j., 2.30 en 8
uur. Rembrandt: „De zwarte roos", 18 j., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Nancy gaat naar
Rio", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„Voorpost in Marokko", 18 j., 2.15, 9.30, 7 en
9.15 uur. City: „Manon", 18 j., 2.15, 4.30, 7 en
9.15 uur.
WOENSDAG 4 JULI
Grote Kerk: Internationaal orgelconcours
(concert jury), 8 uur. Openluchttheater,
Bloemendaal: „The knight of the Burning
Pestle" (The Young Vic), 8.30 uur. Bioscopen:
Middag- en avondvoorstellingen.
met de ultra-romantische verzinselen uit
de nadagen van Shakespeare, welke Eliza
bethaanse meester trouwens evenmin aan
een tot in het bespottelijke overdreven na
bootsing ontkomt. De schrijvers (laten wij
het daar maar op houden, al komen de
hoogste deskundigen langzaam maar zeker
tot de overtuiging dat Beaumont de enige
auteur was) nemen op een kostelijke ma
nier de loop met de bedorven smaak van
het toenmalige publiek. Doch zij hebben
deze opzet heel handig gecamoufleerd en
voor alle zekerheid voor een aantrekkelijk
kijkspel gezorgd. In dit opzicht is een ver
gelijking met „Hamlet" leerzaam. Dit werk
heeft zijn populariteit waarlijk niet alleen
te danken aan de voornamelijk door den
kers ontdekte diepzinnigheden, waarover
men trouwens eeuwenlang kan twisten,
maar evengoed aan de parade van min of
meer sensationele elementen: een geestver
schijning, een serie moorden, enkele waan
zinscènes, het twee keer optreden van een
legermacht en een duel. Deze onderhou
dende effecten zijn door Beaumont (en
Fletcher) uitbundig gechargeerd. En weer
zijn het de op het toneel plaats genomen
hebbende toeschouwers die de toch al dwa
ze verwikkelingen nog gekker maken. Re
gisseur Devine wist er echter voortreffelijk
Generaal Ridgway heeft een instemmend antwoord gezonden op het voorstel der
opperbevelhebbers van de strijdkrachten in Noord-Korea om over de wapen
stilstand te onderhandelen in Kaesong. Het einde van de Koreaanse oorlog tekent
zich af. Wanneer deze komende wapenstilstand gevolgd zal worden door een
regeling van de Koreaanse politieke kwestie, zal een element van gevaar ver
dwenen zijn uit de betrekkingen tussen de grote mogendheden. Ofschoon er nog
tal van elementen in die betrekkingen zullen overblijven die de spanning op politiek
terrein op het enerverende peil van de laatste jaren zullen houden, zullen de
gevolgen van zulk een Koreaanse oplossing zich toch in brede kringen manifes
teren. Er zijn twee landen die door het wegvallen van acuut oorlogsgevaar hun
gedragslijn tegenover de buitenwereld zullen moeten herzien, namelijk Duitsland
en Japan, de voormalige vijanden van de wereldwijde alliantie van 1940.
Generaal MacArthur heeft van de Ja
panse capitulatie af in het rijk van de
„Goddelijke Keizers" een straf en conse
quent bewind gevoerd, dat voor de helft
berekend was op een liquidatie van de
anti-Amerikaanse drijfveren in Japan,
voor de andere helft op inschakeling van
het Japanse potentieel in de Aziatische
machtsconcentratie van de Verenigde Sta
ten. Toen de Russische opdringerigheid in
Azië vaste vormen ging aannemen en de
Chinese communisten met Moskou's hulp
er in slaagden de Kwomintang en daarmee
de resten van een pro-Amerikaanse re
geringsformatie uit China te verdrijven,
werd de noodzaak om Japan tot een Ame
rikaans bolwerk in het Verre Oosten te
maken zo duidelijk, dat MacArthur blanco
volmacht kreeg om deze noodzaak te ver
wezenlijken.
Maar toen de communistische invloed
via de Noord-Koreanen zelfs buiten het
Chinese continent barstte, werd de Japan
se politiek van MacArthur zo urgent dat
dezelfde generaal de aangewezen persoon
leek om deze bedreiging die met de
wapenen moest worden gekeerd van
Tokio uit te leiden.
Japan en Korea raakten in handen van
een en dezelfde persoon, die met voorbij
zien van instructies uit Washington een
eigengereide strategie ging voeren in geheel
Azië, om zodoende volgens eigen inzichten
de machtsverhoudingen in het Verre Oos
ten te herstellen.
Dat deze politiek faalde, mede omdat
Amerika's bondgenoten de noodzakelijk
heid van een algehele herziening der ver
houdingen in Azië inzagen, was het gevolg
van het feit dat MacArthur uitging van
een foutieve overtuiging: De overtuiging
dat Japan zou worden geaccepteerd als
machtsfactor in het Verre Oosten.
Deze overtuiging werd allerminst gedeeld
door Engeland en India, die wel op zeer
sprekende wijze uiting gaven aan hun
afkeer van een nieuwe Japanse hegemonie,
al zou die dan ook aan Amerikaanse ban
den liggen en door Amerikaanse waar
nemers worden beteugeld. Tenslotte zag
men te Washington in, dat in het Verre
Oosten teveel spanningen zouden ontstaan
tengevolge van het volvoeren van Mac-
Arthur's plannen. De generaal werd afge
zet en de politiek van Washington werd
meer gelijkgeschakeld met die van de
bondgenoten. Een indirect gevolg daarvan
is ongetwijfeld de ontwikkeling in de rich
ting van een wapenstilstand en een vrede
in Korea geweest.
Hieruit volgt echter, dat Japan nu
zonder de vriend en beschermer MacAr
thur niet langer profiteren kan van de
uitermate gunstige situatie waarin het ten
tijde van de oorlogsdreiging verkeerde. Als
de Koreaanse oorlog ontaard zou zijn in
een Chinees-Amerikaans conflict, zij het
op beperkte schaal, dan zou Japan uit deze
omstandigheid een voordelig en snel vredes
verdrag hebben kunnen slaan, dat er in de
eerste plaats op gericht zou zijn geweest
om Japan volledig op te nemen in de
Amerikaanse sterkte, doch begeleid zou
zijn geworden door het verschijnsel van
wederopstanding: Ongetwijfeld zou er een
Japans leger zijn gekomen en wellicht een
Japanse bewapeningsindustrie. De voorbe
reidingen voor zulk een overhaast Japans
vredesverdrag waren al in een vergevor
derd stadium. Aan herstelbetalingen zou er
in dat verdrag weinig ruimte zijn besteed
natuurlijk niet, want een sterk Japan
zou een eerste eis zijn geweest. Het ont
werp hield niet eens militaire of economi
sche beperkingen in. Wie de ondertekena
ren zouden zijn geworden, werd ook niet
als belangrijk beschouwd Rusland en
communistisch China zouden niet in aan
merking zijn gekomen voor de onderhan
delingen of de ondertekening.
Thans is de toestand enigszins veranderd.
Japan zal er op moeten rekenen dat de
EEN BLAUWE MAANDAG
Van de reeks uitdrukkingen waarin het
woord blauw voorkomt, moet zeker
worden genoemd: een blauwe Maandag,
aanvankelijk: een Maandag die niet
meetelt als werkdag, later ook: een
korte tijd. Men zegt het in het bijzonder
van de tijd gedurende welke iemand
op een bepaalde plaats woont. Som
migen menen dat blauw hier de, ook
in andere uitdrukkingen voorkomende,
betekenis heeft van: onbetekenend, ge
zocht. Vroegr sprak men nl. van blauwe
praatjes, blauwe verontschuldigingen
e.d. Anderen zien er een herinnering in
aan het Middeleeuwse kerkelijke ge
bruik op de Maandag voor het begin
van de Vastentijd de beelden in de kerk
met blauwe doeken te behangen. Maar
het feit, dat ook wel gesproken wordt
van de blauwe week (de laatste week
van de maand, waarin zij die een
maandsalaris ontvangen, niet veel meer
in huis hebben) pleit voor de eerste
verklaring.
Beeldende kunst
bondgenoten van Amerika strenger eison
zullen gaan stellen en niet over het één-
nachts-ijs van een vluchtig verdrag zullen
willen gaan. Spoed is niet meer het alles
beheersende tenzij zich in de Aziatische
situatie een nieuw element van dreiging
zou gaan voordoen, wat weer in de Japanse
kaart zou spelen.
Geen wonder dat men in Japan moeite
doet om het vredesinitiatief van Rusland
als een diplomatieke zet te ontmaskeren.
Een woordvoerder van het Japanse mi
nisterie van Buitenlandse Zaken heeft te
Tokio verklaard van mening te zijn dat
het Russische voorstel voor een staking der
vijandelijkheden in Korea is bedoeld om
het sluiten van een vredesverdrag met
Japan te vertragen.
De woordvoerder zeide dat het Russische
aanbod ten doel heeft de internationale
noodzaak, om tot een vredesverdrag met
Japan te komen, minder dringend te ma
ken. „Een wapenstilstand in Korea en de
daaruit voortvloeiende vermindering der
internationale spanning zouden mogelijk
tengevolge hebben dat Groot-Brittannië,
de Philippijncn en enkele andere staten
strengere vredesvoorwaarden voor Japan
zouden willen doen vaststellen," aldus de
woordvoerder.
De Japanse regering is inmiddels afge
treden, wat ongetwijfeld een onmiddellijk
gevolg is van het besef der Japanse politici
lat. men zich tegenover de bezetter op een
nieuwe koers moet beraden. Het is niet zo.
dat de Amerikanen tengevolge van de Ko
reaanse vredesverwachtingen dadelijk ge
neigd zullen zijn hun herbewapening en
defensieve taktiek op te geven, doch on
miskenbaar zeker is het dat de invloed der
bondgenoten op de algemene beleidskoers
versterkt is geworden en deze bondgenoten
zijn het, die Japan heeft te vrezen. De
mogelijkheid dat Amerika volgens eigen
inzichten radicaal tewerk kan gaan en zijn
medestanders „op sleeptouw" neemt bij
belangrijke concessies aan de voormalige
vijanden, ij verkleind.
Ditzelfde geldt eigenlijk evenzeer voor
Duitsland, al is de kwestie van Europa's
defensie niet direct afhankelijk van de
situatie in Azië. Een afnemen van het
oorlogsgevaar zal onvermijdelijk de Weste
lijke bondgenoten van Amerika critischer
en stroever maken ten opzichte van de
vroegere vijand, die zijn politiek, gebaseerd
op het feit dat men zijn potentie en wel
willende medewerking nodig had, zal moe
ten veranderen om daar te geraken waar
hij op gemakkelijke manier meende te
komen door de meningsverschillen tussen
degenen, die eertijds in gesloten gelederen
tegen hem optrokken. J. L.
De Vereniging ter bevordering van beel
dende kunsten in de gemeente Velsen „Fe
lison" heeft een begin gemaakt met haar
werkzaamheden en een kleine tentoonstel
ling georganiseerd in twee zalen van de
openbare leeszaal. Het is een aardige col
lectie van kunstenaars uit Velsen en om
geving. Er zijn bekenden, zoals J. B. Kamp,
wiens begaafdheid in kerk-interieurs en
bloemen-stillevens hier niet nader gepre
zen behoeft te worden. Er is ook veel ro
mantiek: het als parelsnoer glanzende
Spaarne van J. van der Borden, de Stil
levens van 't Hart, het in een gouden nevel
badende Rijngezicht bij Oosterbeek van H.
J. Calkoen, het eveneens voortreffelijk
gebouwde „Afgraving bij de St. Pieters
berg" van mevrouw M. de Crasto Heinen.
Maar er zijn ook inzenders die van een
verlangen naar het moderne blijk geven.
A. Schouten bezit een rijk palet. Zijn
„Tunnelbouw" heeft méér kleur-concen-
tratie dan het „Meisje met bloemen" of de
„Man met bloemen". Deze werken bergen
kwaliteiten en getuigen van een sterke wil.
W. A. Oepts brengt landschappen die iet
wat Indisch van visie zijn. Fel-rode of
blauwe boomstammen, te scherpe schadu
wen verrassen eerst even, maar vermoeien
de beschouwer spoedig. Wij bewonderen
onderdelen, zoals de appelbloesem („In de
tuin van de Pastoor") of de frisse perspec
tief van een kerkgezicht en erkennen gaar
ne dat W. A. Oepts een persoonlijke stijl
bezit, die echter het gemaniëreerde dient
te vermijden. Sterk is ook het werk van
Oh. Bartels. Een mengsel van grauw-groen,
loodgrijs en donker-groen dient om een
„Kerkgang in Friesland" te suggereren.
Een meesterlijk aangegeven triestheid,
waarin de moeizaam gebogen kerkgangers
over de wegen en door de bagger ploeteren.
Bartels maakt ook goede stillevens.
Zo is er op deze eerste Velser tentoon
stelling veel te genieten: er zijn nog knappe
tekeningen (onder meer van H. F. Lith) en
men vindt er een aardige verzameling van
klein beeldhouwwerk. J. van der Borden,
mevrouw J. B. Ducro-Kruyer en P. M.
Gravelein zijn hiervan de inzenders.
H. SCHMIDT DEGENER.
Een kleine groep Haarlemmers is de vo
rige week de gast geweest van het Engelse
stadje Friern Barnet bij Londen. Via de
Nederlandse ambassadeur in Engeland
kreeg de Nederlandse Reisvereniging een
uitnodiging om een aantal van haar leden
voor enkele dagen een bezoek te laten
brengen aan Friern Barnet. De keus viel
op Haarlem en de heer H. S. van den Bos
werd belast met de organisatie van de
tocht. Van de drie-en-vijftig mensen die
zich hadden opgegeven zijn er tenslotten
negen-en-dertig meegegaan: men was de
mening toegedaan dat het in Engeland
niet zo bijster rooskleurig met het eten ge
steld was. Maar de Haarlemmers die er
een optimistischer gedachte over hadden
en zich dan ook niet hebben laten af
schrikken, hebben van hun trip naar
Friern Barnet geen spijt gehad. Zij wer
den er ondergebracht bij particulieren die
zich iedere dag hebben ingespannen om
hun gasten zo veel mogelijk te laten zien
en te genieten. Naast de officiële ontvang
sten ten stadhuize werd onder meer een
bezoek gebracht aan het Festival of Bri
tain en tal van Londense bezienswaardig
heden.
Het cabaretgezelschap van Chiel de Boer
zal gedurende October en November een
tournée voor de B.P.M. door Indonesië ma
ken met een bloemlezing uit de onder de
titel „Gaat u even mee. in het afge
lopen seizoen uitgezonden radioprogram
ma's. Er worden in totaal 28 voorstellingen
gegeven op Java, Sumatra, Borneo en
Nieuw-Guinea. Het reisgezelschap zal be
staan uit de dames Dini van Amstel en
Katja Berndsen en de heren Chiel de Boer,
Swen Smeele, Moestafa, Peter Aryans en
een begeleider.
Uit de Opregtc Haarlemsche Courant
van 3 Juli j I 851
De heer Poitevin en zijne echtgenote
zijn te Parijs, gezeten in een vierwielig
rijtuig, bespannen met twee paarden,
welk een en ander stevig was vastge
maakt aan eene luchtballon, opgestegen,
Zij zijn op het punt geweest, om boven
liet boscli van Boulogne, spoediger neder-
tedalen, dan beraamd was, doch, door
het tijdig uitwerpen van ballast, is de
ballon opnieuw en zeer aanmerkelijk
gerezen. Zij zijn 40 kilometer van Parijs
te land en behouden te Passy te huis
gekomen. Zekere Darvitle wil opstijgen
met twee zijner zonen, die voorzien van
vleugels van 15 voeten, met lijnen aan
zijne luchtballon moeten zijn verbon
den, en alzoo het vliegen der vogelen
zullen nabootsen: denkelijk ter her
haling van eene proef, welke voor vele
jaren door den oostenrijkschen mecha
nicus Degen is genomen en alleen in
besloten gebouwen schijnt te zijn ge
lukt.