Het Hek van de Data
Stof-
(Ue-fi
Mooie dingen in een
weinig fraai gebouw
SCHOOLBOEKEN
Schoonheid in Haarlem en omgeving
Heringa Wixthrtch
eren
H. DE VRIES
Buitenlands bezoek aan
de Vleeshal
OVER MUZIEK
MOLENDIJK's PERMANENT
LOOSJES'
Romancirculatie
Ageeda voor Haarlem
W**'
r>.
Nab van pee
Duif en poule
Redders
ln de hoofdstad uit
EDUARD VAN BEINUM
^sueecr Zee»-
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951
Het grote gele ge
bouw in de Jans
straat te Haarlem
waar niet alleen het
Kantongerecht, maar
ook de Rijkswater
staat en het Rijks
archief gehuisvest
zijn is, wat het
uiterlijk betreft, niet
mooi. Daarom is het
een verrassing daar
toch bijzonder fraaie
interieurs te vinden.
Deze liggen in het
Zuidelijke deel, waar
het Kantongerecht is
ondergebracht. Aller
eerst betreden wij de
kamer van een der
kantonrechters. Daar
is een mooie eiken
betimmering te be
wonderen, waarvan
de schouw en de
deuromlijsting de
voornaamste delen
zijn. In de schouw zit
een fraai schilderstuk
van de Haarlemmer
Pieter de Grebbe
(1643). Daaruit valt
af te leiden dat ook
de betimmering uit
die tijd moet zijn.
Ditzelfde toont ook de
deuromlijsting, waar
in een schilderstuk
(een vaas bloemen)
van Vincent van der
Vinne werd opgeno
men. Deze Haarlemse schilder leefde na
melijk van 1629 tot 1702.
Dan gaan wij de kleine zittingzaal binnen,
waar een mooi houten tongewelf is, fraai
beschilderd. Onze fotograaf heeft acrobati
sche toeren moeten verrichten om daarvan
een foto te maken.
De vraag rijst welk gebouw heeft hier
vroeger gestaan? Daarover konden wij
helaas niet veel in de archieven vinden.
De meeste Haarlemmers herinneren zich
dat het gele gebouw in de Jansstraat vroe
ger het Provinciehuis was. In 1933 heeft de
verhuizing naar het Paviljoen in den Hout
plaats gehad. De provinciale griffie is er
omstreeks 1813 gekomen. Toen in 1790 tij
dens het Franse bewind het Stadhuis op de
Grote Markt gevorderd werd als vergader
plaats van het Departementale Gerechts
hof, moest er een ander gebouw gevonden
worden voor de gemeentelijke administra
tiediensten. Daartoe werden in de Jans
straat enige huizen aangekocht (onder
andere van mevrouw de weduwe Van Za-
nen, alsook enkele percelen in de Morinne-
steeg (thans Caeciliasteeg). Er werd ge
en verbouwd en het duurde tot 1800 voor
het nieuwe gebouw betrokken kon worden.
Lang is het niet voor de gemeentedienst
gebruikt, want aan het Franse bewind
kwam een einde en in 1805 kon men het
Stadhuis betrekken. Toen kwam het ge
bouw in de Jansstraat ledig. Het kwam
blijkbaar wat in verwaarlozing, want
Allan weet te vertellen dat een koepel, die
er toen op stond, alsmede een uurwerk,
werden verkocht aan de gemeente Meppel.
Later is in het gebouw ook het eerste tele
graafkantoor ondergebracht geworden.
Het vermoeden ligt voor de hand dat
vroeger in de Jansstraat een patriciërshuis
stond (van de wed. van Zanen?) dat in het
laatst der 18e eeuw In de bebouwing werd
ADVERTENTIE
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
zitten Romaanse gewelven in. Vermoede
lijk is die kelder een restant van het Cae-
cilia-klooster dat in 1468 is gebouwd. In de
oorlogsjaren is van die kelder een schuil -
gelegenheid tegen luchtaanvallen ge
maakt.
Natuurlijk passen zulke oude interieurs
niet meer in een modern gebouw. Toch is
het toe te juichen dat zij bewaard en ge-
spaard worden. Temeer omdat getracht
wordt de meubilering van de vertrekken
zoveel mogelijk bij het oude aan te passen.
Een bewijs daarvan is de kristallen kroon
die pas in de kamer van de kantonrechter
is opgehangen. Bovendien zal getracht
worden ook de meubilering in gelijke geest
te herzien.
Aan de onderwerpen der schilderwerken
is niet veel af te leiden. Op het voorgewelf
zijn engelen afgebeeld. Misschien was dit
vertrek vroeger een eetkamer. Het schil
derij van Pieter de Grebbe is vermoedelijk
een portret van een bewoonster van dit
huis, omgeven door haar gedienstigen.
Met belangstelling vernamen wij dat een
onderzoek wordt ingesteld naar de historie
van het gele gebouw in de Jansstraat,
waarvan de resultaten opgenomen zullen
worden in een jaarboek der vereniging
„Haerlem". C. J. VAN T.
Ik heb mij dat nieuwe vermageringsboek
aangeschaft, dat de veelbelovende en blij
moedige belofte doet, dat ge magerder kunt
worden door meer te eten.
Die naam is een goede vondst: iedere
hongerkunstenaar terwille van de schone,
tengere lijn valt er op aan alsof het een
streng verboden slagroomgebakje was.
Het boek is alleraardigst geschreven; als
bóek leest ge het voor uw pleizier; het is
even kinderlijk als de mens. die aan het
vermageren is, ten opzichte van zijn oefe-
ningen-in-onthouding per se wordt. Ik heb
althans opgemerkt dat ik mij zelf, als het
knaapje dat ik eens was, om de tuin tracht
te leiden waar het verboden waar betreft.
Ik geloof stellig dat een van de grootste
gevaren van het vermageringsdiëet de
groeiende kinderachtigheid van de diëet-
houder is. U moet mij zien kijken wanneer
iemand mij melkchocolade met hazelnoten
presenteert. Precies als dat jongetje dat
weet dat hij niet mag, maar dat zich zelf
met klem van drogredenen ervan overtuigt
dat het deze ene keer juist wel mag.
Het bezwaarlijke van het meer-eten,
zoals dat door dit boek niet alleen wordt
voorgestaan, doch zelfs voorgeschreven, is,
dat dit „meer" geen slagroomwafels, bief
stukken, flensjes en gebakken aardappelen
betreft, doch rauwe tomaten, zure appelen,
alleen-maar-met-citroen-aangemaakte sla,
rauwe spinazie, rauwe bieten en karne
melk.
En het tragische is, dat dat nu juist de
dingen zijn waar ik niet naar verlang.
Ik houd van vis. Ik houd zelfs van ge-
Schouw in een der kamers van het Kantongerecht
te Haarlem.
opgenomen. Daaraan danken wij de mooie
interieurs.
In de tuin staat nog een tuinhuis dat ook
aardige muurschilderingen heeft, ook al
menen wij niet dat hier van bijzondere
kunstproducten gesproken kan worden.
Het is intussen wel jammer dat dit mooie
tuinhuis thans gebruikt wordt als magazijn.
Dit tuinhuis zal ook wel uit de 17e eeuw
dateren. Anders is het met de kelder, die
onder dit tuinhuis gevonden wordt. Daar
ADVERTENTIE
voor alle inrichtingen van onderwijs
SCHOOLBOEKHANDEL
Jacobijneslraal j Ged. Oude Gracht 2j-2ja
kookte vis. Gekookte heilbot vind ik het
lekkerst. Alleen gekookte kabeljauw kan
ik niet zien. Weet u wat dit boekje zegt?
Het zegt: u moet vooral veel gekookte
kabeljauw eten en vooral nooit gekookte
heilbot.
Als er iets rauw is dan zijn dat olijven.
Dat is iets eigenaardigs van mij: ik houd
van olijven. Als er iets ook rauw is dan
zijn dat rauwe aubergines. Dat is iets ver
schrikkelijk geks van mij: ik kokhals van
rauwe aubergines.
Nu is het verbodenste in dit boekje
melkchocolade. Goed. Maar op één na het
verbodenste zijn olijven. En wat je nu
vooral meer moet eten om mager te wor
den zijn rauwe aubergines.
Kortom: dit is een heerlijk boekje. Alles
wat maar even lekker is mag niet.
Mager worden door meer eten.
Jawel.
Eet meer rauwe sla.
Eet meer rauwe bieten.
En de naarste drank die ik ken is karne
melk.
Vandaar.
ELIAS
Vrijdag werd de Rembrandt-tentoonstel-
ling in de Vleeshal bezocht door de Russi
sche en Roemeense zaakgelastigden in Ne
derland, de heren Barulane en Luca, en de
buitengewoon gezant en gevolmachtigde
minister van Portugal, de heer F. Q. de
Oliviera Bastos.
De tentoonstelling wordt Zondagmiddag
om vijf uur gesloten.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Iedere dame is verwend met
SANTPOORTERPLEIN - TELEFOON 19706
HAARLEM
Fraai beschilderd tongewelf in de kleine zittingszaal.
wordt 1 October a.s. hervat.
Nadere inlichtingen filiaal
RIJKSSTRAATWEG 125 - TEL. 23991
Vandaag viert mejuffrouw J. Franse
haar zilveren jubileum bij de familie G. J.
Portielje te Aerdenhout. Wegens haar vijf
entwintigjarige dienst werd haar namens de
Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen
een medaille en een oorkonde overhandigd.
ADVERTENTIE
Deuromlijsting in dezelfde kamer.
ZATERDAG 1 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: „De kinderen van
Eduard" (Rotterdams Toneel), 8 uur. Luxor:
„Lach en Vergeet", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
City: „Schudden voor het gebruik", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Old Cheynne",
14 j., 7, en 9.15 uur. Frans Hals: „Omar de
woestijnhavik", 14 j., 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Vier in een jeep", 14 j., 7 en 9.15 u.
Palace: „Asphalt jungle", 18 j„ 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 2 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: „De kinderen van
Eduard" (Rotterdams Toneel), 8 uur. Open
luchttheater, Bloemendaal. optreden van José
Greco, 8 uur. Gem. Concertgebouw: optreden
van Accordeola, Max van Praag, Kitty Prins
en anreren, 8 uur. Luxor: „Third Man", 11.30
uur, „Lach en Vergeet", 2, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt, Palace en Spaarne: 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: 2, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Citl: „De Gravin van Monte Christo", 11 uur.
„Schudden voor het gebruik", 2.15, 4.30, 7
en 9.15 uur.
MAANDAG 3 SEPTEMBER
Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Palace en Rem
brandt: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30.
7 en 9.15 uur. Spaarne en Frans Hals: 2.30, 7
en 9.15 uur. (Zie programma agenda van
Zaterdag).
STOPHOEST
Kinderen zijn er
dol opl Geel
STOPHOEST
ze hoesten
Voorkomen is beier dan
genezenl STOPHOEST is
gezond én
stiite I Hoesten i* hinder-
*vr lijkI STOPHOEST J
^.4— verzacht direct die
lastige keelkriebel.
Zorg. dat U altijd 'n paar rolletje»
in hui» heeltl Met STOPHOEST
is het hoesten snel verleerd en
wie niet hoest.
Proef
Wij hebben dezer dagen het voorrecht
gehad een bezoek te mogen brengen aan
één van de 3700 leden der Amsterdamse
afdelingen van de „Nab van pee". Wan
neer gij nu meent, dat wij gek geworden
zijn, kunt ge deze gedachte rustig uit
spreken, zonder nochtans daarmee ge
lijk te hebben. „Nab van pee" betekent
niets anders dan Nederlandse Algemene
Bond van Postduivenliefhebbers, die in
de wandeling zo wordt genoemd.
De betreffende duivenmelker, die
merkwaardig genoeg naar de naam
Vogel luisterde, ontving ons op zijn dui-
venplat, dat een fraai uitzicht verschafte
op de omliggende Jordaan. Hij was be
slist niet de enige vogel op zijn plat,
want allerwegen om ons heen zaten de
nijvere duifjes om ons heen te koeren, te
broeden en te trekkebekken alsof zij
niets anders omhanden hadden. Dat had
den zij ook niet, want wanneer zij niet op
de vlucht zijn, hebben zij uitsluitend te
zorgen dat het duivengeslacht niet uit
sterft, een taak waarvan zij zich met
prijzenswaardige ijver kwijten.
Mocht gij overigens hieruit afleiden,
dat het postduivenbestaan een louter
pretje is, dan zoudt gij u wel eens aar
dig kunnen vergissen. Zij worden name
lijk niet zozeer gehouden om hun aar
dige koeren als wel om het feit, dat zij
de merkwaardige eigenschap hebben,
wanneer zij in Frankrijk losgelaten
worden, zo snel mogelijk naar huis en
echtgenote terug te vliegen. Hierin ver
tonen zij dus een opmerkelijk verschil
met de mensen.
Op deze keurige karaktertrek specu
lerend, houdt men nu de zogenaamde
wedvluchten, waarbij het er om gaat,
welke duif of doffer de grootste snelheid
aan de dag legt. Mocht het betreffende
dier uw eigendom zijn, dan kunt ge een
schep geld verdienen, wanneer ge al
thans uw geld op het dier gezet hebt.
In de grote vluchten wint ge dan veelal
een auto, hetgeen, naar de heer Vogel
ons meedeelde, uitermate practisch is
bij het traine van de duiven, die men
dan van elk gewenst punt kan oplaten.
Inderdaad, zo vervuld van hun sport
zijn de duivenmelkers (zij worden door
deze benaming niet gekwetst) dat zij
alle verschijnselen van dit ondermaanse
afmeten naar hun nut voor het zo snel
mogelijk vliegen der duiven.
Om u hiervan een voorbeeld te kun
nen geven, bladerden wij voor u in een
boekje, dat door een Belgische firma
in duivenartikelen als reclame werd uit
gegeven. Daarin troffen wij een fraai
portret aan, voorstellende „de heer
Aimable Pierraux, de sterke speler van
Monceau sur Sambre, verbruiker van
het snotwerend middel Brux". Hij zag
er wel naar uit, dat hij het nodig had,
moeten wij zeggen.
Behalve een auto kunnen de kranige
vogeltjes, die een afstand van 500 km
vaak met meer dan honderd kilometer
per uur afleggen, ook geld verdienen in
de poule. De eigenaar zet een bepaald
bedrag op zijn duif en krijgt dit vijf
keer uitgekeerd, wanneer zijn duif zich
bij de eerste 20% van de aankomenden
bevindt. Het hoeft dus geen verwonde
ring te wekken, dat degenen die zich
bezig houden met de duivensport, de
„wedrennen van de arme man", allerlei
middelen te baat nemen om hun vogels
tot grote spoed aan te zetten. En hier
sluipt naast de prima verzorging, die
zij zeker krijgen, een tragische noot in
het postduivenbestaan. Zo vliegt een
duivin het best wanneer zij op eieren
zit, aangezien zij dan meer haast maakt
om terug te komen. Voor doffers heeft
men het zogenaamde weduwnaarschap
uitgevonden. De doffer wordt in een
apart hok genoopt een monnikenbestaan
te leiden, tot een half uur voordat hij
voor een vlucht ingekorfd wordt. Dan
mag hij een half uur bij zijn gade ver
toeven, voordat hij naar Frankrijk of
België wordt gezonden. Wordt hij daar
losgelaten, dan snelt hij opgewekt
zingend van „vol verwachting kloot ons
hart" naar zijn hok, waar hij tot de
droeve ervaring moet komen, dat ziin
kluizenaarscel hem wederom wacht. Dit
somber bestaan hoeft hij overigens maar
drie maanden per jaar te voeren.
Een Belgische slimmerik heeft inmid
dels uitgevonden, dat zo'n doffer nog
harder vliegt, wanneer men hem in
staat stelt van nabij gade te slaan, hoe
zijn liefje grappen maakt met een an
dere doffer. Hij vliegt dan de pannen
van "het dak, zoals zulks in de vaktaal
heet, maar de heer Vogel had hier mo
rele bezwaren tegen.
Dit en nog meer vernamen wij van de
heer Vogel, terwijl zijn duiven vertrou
welijk bij hem op de schouder zaten te
koeren en aardige witte strepen op zijn
jasje schilderden. Hij vertelde ons hon
derd-uit over de enorme renstallen in
België en het Zuiden van ons land, waar
iedereen aan deze sport doet en over de
Zondagmiddagen, die hij vol spanning
op zijn duivenplat sleet in afwachting
van zijn duiven, daarbij gezelschap ge
houden door de collega-duivenmelkers,
die overal op hun daken naar de einder
zaten te loeren. Hoe hij met toegeknepen
ogen in de zon tuurde wanneer in de
verte een duif zichtbaar werd, die met
felle vleugelslag aan kwam suizen en
hoe hij soms tot 'razernij gedreven werd,
wanneer zijn blauw-geschelpte doffer
eerst eens rustig een half uurtje boven
op het dak ging zitten zonnen, alvorens
op het hok te komen. Hoe hij met tril
lende handen het rubber ringetje van
de duivenpoot schoof en dit schielijk in
de klok schoof, die de tijd van aan
komst noteerde.
Hij vertelde ons ook hoe postduiven
van de RAF het leven van duizenden
vliegers in oorlogstijd hadden gered. Be
gaf zo'n zware aangeschoten bommen
werper het ergens boven de Noordzee,
dan lieten de vliegers een paar postdui
ven los, die van verschillende stations
afkomstig waren. Men berekende, wan
neer zij thuis waren, ongeveer hun snel
heid en de afstand, die zij hadden af
gelegd, trok twee cirkels op de kaart en
kon dan ten naastenbij berekenen, waar
het toestel in zee was gevallen en de
bemanning in haar rubberbootje rond
Zodra is het 1 September of allerwë-\
gen zwaaien de deuren der Amster
damse kunsthallen open om de mu
ziek-, toneel- en opera-hongerige
massa's binnen te laten. Het concert
gebouw begint overigens met een
zeer licht voorgerecht. Zaterdag- en
Maandagavond is er een opera-con
cert van Italiaanse solisten met het
Radio Philharmonisch concert en
Zondag treedt het Londense vrouwe
lijk koor „Femina" voor het voetlicht.
De Nederlandse Opera brengt Zon
dagmiddag „Die Fledermaus" in de
Stadsschouwburg.
In diezelfde Stadsschouwburg is er
Maandagavond Spaans ballet van
José Greco en zijn groep. Woensdag
avond komt het ATG er met „De in
gebeelde zieke" van Molière onder
regie van Kees van Iersel. In het
Centraal Theater brengt Comedia
dagelijks „Het mannetjesdier", een
blijspel van James Thurber en El-
liot Nugent. Joan Remmelts regis
seerde het. In de Kleine Komedie
speelt de Nederlandse comedie onder
regie van Ank van der Moer het blij
spel „Een engeltje van niets". En
wanneer u nu nog weet dat de To
neelgroep Puck op de avonden van
2, 3, 4, 5 en 6 September in het Mi-
nervapaviljoen „De gekroonde Leers-
se" en Shaws „De Corsicaan" speelt,
dan weet ge weer heel wat.
Men kan moeilijk bewerendat de
Amsterdamse bioscopen deze week
behalve een paar door ons al ge
noemde prolongaties veel bijzonders
te zien geven. Een uitzondering daar
op vormt de Louis Jouvet-week, die
in Alhambra wordt gegeven. Iedere
dag een andere film van deze on
langs overleden grote Franse acteur.
Wie vorige week de kans miste, kan
zijn verzuim dus nog inhalen. Niet
nieuw maar wel leuk is „Een avond
in de Opera" met de Marx Brothers,
die zowel in de Damrak-Cineac als
^in Plaza te zien is.
zou dobberen. Hij noemde nog meer
voorbeelden van de moed en het door
zettingsvermogen van deze vogels, die,
soms aangeschoten, door storm, sneeuw
en regen de boodschappen overbrachten,
waar het leven van velen van afhing.
En hij vond het dan ook wel terecht,
dat er in alle landen standbeelden voor
postduiven waren opgericht, al was hij
persoonlijk van mening, dat de duiven
zelf een hapje voer meer op prijs stelden
en het standbeeld ten hoogste als toilet
gebruikten.
En toen hij ons dat allemaal verteld
had, keken wij werkelijk met wat ont
zag naar die slanke, sterke gestroom
lijnde vogels, die het daar hoog boven
de Jordaan best naar hun zin schenen
te hebben.
BOEDA
Verleden jaar, op 3 September, werd de
dirigent Eduard van Beinum vijftig jaar.
Men had toen in Amsterdam het plan de
jubilaris op een f eestconcert te huldigen.
Maar Van Beinum werd ziek; alle goede
plannen bleven liggen. Een geheel jaar
duurde het voor dat de dirigent zich weer
voldoende beter voelde om zijn werk te
kunnen doen; en thans zou ik mij willen
verbeelden dat dit zorgvolle jaar er niet
was geweest en dat wij op de 3e Septem
ber straks konden zeggen: Proficiat, vijf
tigjarige! Tel dit jaar niet mee en reken
op je oude beproefde kracht, die altijd een
jonge kracht was. Als wij het goed me
nen wensen wij iedere dag alle mensen
geluk; er is echter reden genoeg om Van
Beinum op zijn verjaardag bijzonder te
feliciteren, dat wil zeggen hem toe te wen
sen: een nieuw leven vol enthousiasme,
een lichaamskracht die niet alleen de nor
male vermoeienissen van zijn zware vak
kan weerstaan, maar ook het vermogen
kan opleveren de zenuwen sterk te hou
den ten opzichte van de onberekenbare
geestelijke weersgesteldheden, waarin hij
moet werken.
De Haarlemse muziekliefhebbers zullen
zich nog wel de tijd herinneren dat Van
Beinum de H.O.V. dirigeerde. Ik weet dat
hij in zijn werk te Haarlem opging; hij
werkte doelbewust aan de opbouw van het
orkest en had een uitstekend artistiek
initiatief. Het besef volkomen vertrouwd
te worden als leider van het ensemble ver
sterkte zijn eigenwaarde, gaf hem de mo
gelijkheid tot aangenaam samenwerken en
de rust om zich op artistieke zaken te be
zinnen. Als gevoelsmens had hij deze voor
waarden nodig om zijn capaciteiten te
kunnen ontplooien.
Het was een aardige tijd: ik heb er nog
veel herinneringen aan. Ik weet nog dat
Henriëtte Bosmans het Piano-concert van
Willem Pijper kwam spelen. De componist
en ondergetekende waren 's morgens op de
repetitie; er was enig overleg nodig, want
er waren handen te kort voor het slag
werk. Met welk een echt muzikanten-plei-
zier loste Van Beinum de zaak op en
kwam hij tot het resultaat, dat de streng*
componist volkomen content was. En of
Van Beinum nu een ernstige symphonie
van Bruckner onder handen nam of een
programma maakte dat „Humor in de mu
ziek" heette, bij al het werk gaven zijn
levendige muzikaliteit, zijn uitstekende
vakkennis en zijn enthousiasme het gezon
de levensvuur, dat ieder speler en hoor
der zou verwarmen.
Een orkestdirigent heeft dagelijks met
zeer veel mensen te maken en tegelijker
tijd heeft hij met één wezen te maken,
waarvan dit gehele gezelschap van muzi
kale en administratieve krachten bestaat.
Dit wezen is de muziek. Ieder componist
geeft zijn werk aan niemand anders dan
aan de dirigent en daardoor is de dirigent
de superieure vertegenwoordiger van de
kunst. Er zijn dirigenten, die naast hun
muzikaliteit een bewust heersersbesef heb
ben en met dit heersersbesef dermate ge
raffineerd optreden, dat niet alleen het
publiek maar ook de mensen uit hun da
gelijkse omgeving de ene eigenschap niet
van de andere kunnen onderscheiden. Het
zijn de virtuosen, waarin de muzikaliteit
door grote zelfzucht wordt gestuwd en
beschermd; zij zijn onaantastbaar, zij zijn
gezond en zij zijn geharnast met een ze
kere mensenkennis, waardoor zij slimmer
zijn dan degenen met wie zij te maken
hebben. Zij hebben van jongs. af aan de
vaste wil om tot de allermachtigsten te be
horen, en dit doel bereiken zij. Daar zij
hun muzikaliteit meeslepen in hun levens
wil en dus ook als musicus gestadig krach
tiger worden, kan men hen geen muzikale
macht ontzeggen, maar het zijn artistieke
sportgoden, die verblindend te keer gaan.
En geen mens die tot de muziek getrokken
wordt, ontkomt aan hun macht.
Ik heb in Van Beinum altijd gewaar
deerd dat zijn muzikaliteit en zijn natuur
lijke bestemming tot orkestdirigeren nooit
beïnvloed werden door enige zelfzucht.
Wie oren heeft om te horen, heeft bij zijn
uitvoeringen altijd kunnen waarnemen,
dat van niets anders sprake was dan van
het doel: de muziek als superioriteit zo
zuiver mogelijk te laten klinken. Men be
hoefde dit niet als een blijkbare bedoeling
of een nobel streven te achten. De wil tot
't bereiken van het edele doel was met de
eerste opmaat tot resultaat geworden; en
dit was te danken aan de kracht van zijn
muzikaliteit.
Hij is voortgekomen uit een muzikaal
gezin en was van huis uit bekend met het
reilen en zeilen in het orkestleven. Hij
maakte de nodige studies aan het Amster
damse Conservatorium en werd een uitste
kend pianist; daarbij speelde hij zeer goed
alt en vond altoos nog tijd om kamermu
ziek te spelen. Zijn muzikaal instinct be
heerst zijn gehele geest; voor intellectualis
tische en diplomatieke ovei"wegingen is in
deze natuur geen plaats. Zowel de zeer
moderne als de oude muziek spreken hem
rechtsstreeks aan en hij behoeft geen bui
ten-muzikaal overleg om te weten wat
hem als dirigent te doen staat. Hij is een
all-round musicus en daarom verdient hij
de sympathie van elkeen die de muziek
lief heeft.
HENDRIK ANDRIESSEN
ADVERTENTIE
Acht kleuren, één prijs: 28 cent.
In de Houtrusthallen te Den Haag zal
op 29 September een nationale wedstrijd in
machineschrijven worden gehouden. Ieder,
die kan typen met gemiddeld 350 aanslagen
per minuut kan voor deze wedstrijd in
schrijven. In de jury heeft zitting de heer
W. J. Bastiaan, directeur van de Stenografi
sche Inrichting der Staten-Generaal.