Het Hek van de Data Stof- (Ue-fi Mooie dingen in een weinig fraai gebouw SCHOOLBOEKEN Schoonheid in Haarlem en omgeving Heringa Wixthrtch eren H. DE VRIES Buitenlands bezoek aan de Vleeshal OVER MUZIEK MOLENDIJK's PERMANENT LOOSJES' Romancirculatie Ageeda voor Haarlem W**' r>. Nab van pee Duif en poule Redders ln de hoofdstad uit EDUARD VAN BEINUM ^sueecr Zee»- ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1951 Het grote gele ge bouw in de Jans straat te Haarlem waar niet alleen het Kantongerecht, maar ook de Rijkswater staat en het Rijks archief gehuisvest zijn is, wat het uiterlijk betreft, niet mooi. Daarom is het een verrassing daar toch bijzonder fraaie interieurs te vinden. Deze liggen in het Zuidelijke deel, waar het Kantongerecht is ondergebracht. Aller eerst betreden wij de kamer van een der kantonrechters. Daar is een mooie eiken betimmering te be wonderen, waarvan de schouw en de deuromlijsting de voornaamste delen zijn. In de schouw zit een fraai schilderstuk van de Haarlemmer Pieter de Grebbe (1643). Daaruit valt af te leiden dat ook de betimmering uit die tijd moet zijn. Ditzelfde toont ook de deuromlijsting, waar in een schilderstuk (een vaas bloemen) van Vincent van der Vinne werd opgeno men. Deze Haarlemse schilder leefde na melijk van 1629 tot 1702. Dan gaan wij de kleine zittingzaal binnen, waar een mooi houten tongewelf is, fraai beschilderd. Onze fotograaf heeft acrobati sche toeren moeten verrichten om daarvan een foto te maken. De vraag rijst welk gebouw heeft hier vroeger gestaan? Daarover konden wij helaas niet veel in de archieven vinden. De meeste Haarlemmers herinneren zich dat het gele gebouw in de Jansstraat vroe ger het Provinciehuis was. In 1933 heeft de verhuizing naar het Paviljoen in den Hout plaats gehad. De provinciale griffie is er omstreeks 1813 gekomen. Toen in 1790 tij dens het Franse bewind het Stadhuis op de Grote Markt gevorderd werd als vergader plaats van het Departementale Gerechts hof, moest er een ander gebouw gevonden worden voor de gemeentelijke administra tiediensten. Daartoe werden in de Jans straat enige huizen aangekocht (onder andere van mevrouw de weduwe Van Za- nen, alsook enkele percelen in de Morinne- steeg (thans Caeciliasteeg). Er werd ge en verbouwd en het duurde tot 1800 voor het nieuwe gebouw betrokken kon worden. Lang is het niet voor de gemeentedienst gebruikt, want aan het Franse bewind kwam een einde en in 1805 kon men het Stadhuis betrekken. Toen kwam het ge bouw in de Jansstraat ledig. Het kwam blijkbaar wat in verwaarlozing, want Allan weet te vertellen dat een koepel, die er toen op stond, alsmede een uurwerk, werden verkocht aan de gemeente Meppel. Later is in het gebouw ook het eerste tele graafkantoor ondergebracht geworden. Het vermoeden ligt voor de hand dat vroeger in de Jansstraat een patriciërshuis stond (van de wed. van Zanen?) dat in het laatst der 18e eeuw In de bebouwing werd ADVERTENTIE HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS zitten Romaanse gewelven in. Vermoede lijk is die kelder een restant van het Cae- cilia-klooster dat in 1468 is gebouwd. In de oorlogsjaren is van die kelder een schuil - gelegenheid tegen luchtaanvallen ge maakt. Natuurlijk passen zulke oude interieurs niet meer in een modern gebouw. Toch is het toe te juichen dat zij bewaard en ge- spaard worden. Temeer omdat getracht wordt de meubilering van de vertrekken zoveel mogelijk bij het oude aan te passen. Een bewijs daarvan is de kristallen kroon die pas in de kamer van de kantonrechter is opgehangen. Bovendien zal getracht worden ook de meubilering in gelijke geest te herzien. Aan de onderwerpen der schilderwerken is niet veel af te leiden. Op het voorgewelf zijn engelen afgebeeld. Misschien was dit vertrek vroeger een eetkamer. Het schil derij van Pieter de Grebbe is vermoedelijk een portret van een bewoonster van dit huis, omgeven door haar gedienstigen. Met belangstelling vernamen wij dat een onderzoek wordt ingesteld naar de historie van het gele gebouw in de Jansstraat, waarvan de resultaten opgenomen zullen worden in een jaarboek der vereniging „Haerlem". C. J. VAN T. Ik heb mij dat nieuwe vermageringsboek aangeschaft, dat de veelbelovende en blij moedige belofte doet, dat ge magerder kunt worden door meer te eten. Die naam is een goede vondst: iedere hongerkunstenaar terwille van de schone, tengere lijn valt er op aan alsof het een streng verboden slagroomgebakje was. Het boek is alleraardigst geschreven; als bóek leest ge het voor uw pleizier; het is even kinderlijk als de mens. die aan het vermageren is, ten opzichte van zijn oefe- ningen-in-onthouding per se wordt. Ik heb althans opgemerkt dat ik mij zelf, als het knaapje dat ik eens was, om de tuin tracht te leiden waar het verboden waar betreft. Ik geloof stellig dat een van de grootste gevaren van het vermageringsdiëet de groeiende kinderachtigheid van de diëet- houder is. U moet mij zien kijken wanneer iemand mij melkchocolade met hazelnoten presenteert. Precies als dat jongetje dat weet dat hij niet mag, maar dat zich zelf met klem van drogredenen ervan overtuigt dat het deze ene keer juist wel mag. Het bezwaarlijke van het meer-eten, zoals dat door dit boek niet alleen wordt voorgestaan, doch zelfs voorgeschreven, is, dat dit „meer" geen slagroomwafels, bief stukken, flensjes en gebakken aardappelen betreft, doch rauwe tomaten, zure appelen, alleen-maar-met-citroen-aangemaakte sla, rauwe spinazie, rauwe bieten en karne melk. En het tragische is, dat dat nu juist de dingen zijn waar ik niet naar verlang. Ik houd van vis. Ik houd zelfs van ge- Schouw in een der kamers van het Kantongerecht te Haarlem. opgenomen. Daaraan danken wij de mooie interieurs. In de tuin staat nog een tuinhuis dat ook aardige muurschilderingen heeft, ook al menen wij niet dat hier van bijzondere kunstproducten gesproken kan worden. Het is intussen wel jammer dat dit mooie tuinhuis thans gebruikt wordt als magazijn. Dit tuinhuis zal ook wel uit de 17e eeuw dateren. Anders is het met de kelder, die onder dit tuinhuis gevonden wordt. Daar ADVERTENTIE voor alle inrichtingen van onderwijs SCHOOLBOEKHANDEL Jacobijneslraal j Ged. Oude Gracht 2j-2ja kookte vis. Gekookte heilbot vind ik het lekkerst. Alleen gekookte kabeljauw kan ik niet zien. Weet u wat dit boekje zegt? Het zegt: u moet vooral veel gekookte kabeljauw eten en vooral nooit gekookte heilbot. Als er iets rauw is dan zijn dat olijven. Dat is iets eigenaardigs van mij: ik houd van olijven. Als er iets ook rauw is dan zijn dat rauwe aubergines. Dat is iets ver schrikkelijk geks van mij: ik kokhals van rauwe aubergines. Nu is het verbodenste in dit boekje melkchocolade. Goed. Maar op één na het verbodenste zijn olijven. En wat je nu vooral meer moet eten om mager te wor den zijn rauwe aubergines. Kortom: dit is een heerlijk boekje. Alles wat maar even lekker is mag niet. Mager worden door meer eten. Jawel. Eet meer rauwe sla. Eet meer rauwe bieten. En de naarste drank die ik ken is karne melk. Vandaar. ELIAS Vrijdag werd de Rembrandt-tentoonstel- ling in de Vleeshal bezocht door de Russi sche en Roemeense zaakgelastigden in Ne derland, de heren Barulane en Luca, en de buitengewoon gezant en gevolmachtigde minister van Portugal, de heer F. Q. de Oliviera Bastos. De tentoonstelling wordt Zondagmiddag om vijf uur gesloten. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Iedere dame is verwend met SANTPOORTERPLEIN - TELEFOON 19706 HAARLEM Fraai beschilderd tongewelf in de kleine zittingszaal. wordt 1 October a.s. hervat. Nadere inlichtingen filiaal RIJKSSTRAATWEG 125 - TEL. 23991 Vandaag viert mejuffrouw J. Franse haar zilveren jubileum bij de familie G. J. Portielje te Aerdenhout. Wegens haar vijf entwintigjarige dienst werd haar namens de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen een medaille en een oorkonde overhandigd. ADVERTENTIE Deuromlijsting in dezelfde kamer. ZATERDAG 1 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „De kinderen van Eduard" (Rotterdams Toneel), 8 uur. Luxor: „Lach en Vergeet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Schudden voor het gebruik", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Old Cheynne", 14 j., 7, en 9.15 uur. Frans Hals: „Omar de woestijnhavik", 14 j., 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Vier in een jeep", 14 j., 7 en 9.15 u. Palace: „Asphalt jungle", 18 j„ 7 en 9.15 uur. ZONDAG 2 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „De kinderen van Eduard" (Rotterdams Toneel), 8 uur. Open luchttheater, Bloemendaal. optreden van José Greco, 8 uur. Gem. Concertgebouw: optreden van Accordeola, Max van Praag, Kitty Prins en anreren, 8 uur. Luxor: „Third Man", 11.30 uur, „Lach en Vergeet", 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt, Palace en Spaarne: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. Citl: „De Gravin van Monte Christo", 11 uur. „Schudden voor het gebruik", 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 3 SEPTEMBER Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Palace en Rem brandt: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne en Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma agenda van Zaterdag). STOPHOEST Kinderen zijn er dol opl Geel STOPHOEST ze hoesten Voorkomen is beier dan genezenl STOPHOEST is gezond én stiite I Hoesten i* hinder- *vr lijkI STOPHOEST J ^.4— verzacht direct die lastige keelkriebel. Zorg. dat U altijd 'n paar rolletje» in hui» heeltl Met STOPHOEST is het hoesten snel verleerd en wie niet hoest. Proef Wij hebben dezer dagen het voorrecht gehad een bezoek te mogen brengen aan één van de 3700 leden der Amsterdamse afdelingen van de „Nab van pee". Wan neer gij nu meent, dat wij gek geworden zijn, kunt ge deze gedachte rustig uit spreken, zonder nochtans daarmee ge lijk te hebben. „Nab van pee" betekent niets anders dan Nederlandse Algemene Bond van Postduivenliefhebbers, die in de wandeling zo wordt genoemd. De betreffende duivenmelker, die merkwaardig genoeg naar de naam Vogel luisterde, ontving ons op zijn dui- venplat, dat een fraai uitzicht verschafte op de omliggende Jordaan. Hij was be slist niet de enige vogel op zijn plat, want allerwegen om ons heen zaten de nijvere duifjes om ons heen te koeren, te broeden en te trekkebekken alsof zij niets anders omhanden hadden. Dat had den zij ook niet, want wanneer zij niet op de vlucht zijn, hebben zij uitsluitend te zorgen dat het duivengeslacht niet uit sterft, een taak waarvan zij zich met prijzenswaardige ijver kwijten. Mocht gij overigens hieruit afleiden, dat het postduivenbestaan een louter pretje is, dan zoudt gij u wel eens aar dig kunnen vergissen. Zij worden name lijk niet zozeer gehouden om hun aar dige koeren als wel om het feit, dat zij de merkwaardige eigenschap hebben, wanneer zij in Frankrijk losgelaten worden, zo snel mogelijk naar huis en echtgenote terug te vliegen. Hierin ver tonen zij dus een opmerkelijk verschil met de mensen. Op deze keurige karaktertrek specu lerend, houdt men nu de zogenaamde wedvluchten, waarbij het er om gaat, welke duif of doffer de grootste snelheid aan de dag legt. Mocht het betreffende dier uw eigendom zijn, dan kunt ge een schep geld verdienen, wanneer ge al thans uw geld op het dier gezet hebt. In de grote vluchten wint ge dan veelal een auto, hetgeen, naar de heer Vogel ons meedeelde, uitermate practisch is bij het traine van de duiven, die men dan van elk gewenst punt kan oplaten. Inderdaad, zo vervuld van hun sport zijn de duivenmelkers (zij worden door deze benaming niet gekwetst) dat zij alle verschijnselen van dit ondermaanse afmeten naar hun nut voor het zo snel mogelijk vliegen der duiven. Om u hiervan een voorbeeld te kun nen geven, bladerden wij voor u in een boekje, dat door een Belgische firma in duivenartikelen als reclame werd uit gegeven. Daarin troffen wij een fraai portret aan, voorstellende „de heer Aimable Pierraux, de sterke speler van Monceau sur Sambre, verbruiker van het snotwerend middel Brux". Hij zag er wel naar uit, dat hij het nodig had, moeten wij zeggen. Behalve een auto kunnen de kranige vogeltjes, die een afstand van 500 km vaak met meer dan honderd kilometer per uur afleggen, ook geld verdienen in de poule. De eigenaar zet een bepaald bedrag op zijn duif en krijgt dit vijf keer uitgekeerd, wanneer zijn duif zich bij de eerste 20% van de aankomenden bevindt. Het hoeft dus geen verwonde ring te wekken, dat degenen die zich bezig houden met de duivensport, de „wedrennen van de arme man", allerlei middelen te baat nemen om hun vogels tot grote spoed aan te zetten. En hier sluipt naast de prima verzorging, die zij zeker krijgen, een tragische noot in het postduivenbestaan. Zo vliegt een duivin het best wanneer zij op eieren zit, aangezien zij dan meer haast maakt om terug te komen. Voor doffers heeft men het zogenaamde weduwnaarschap uitgevonden. De doffer wordt in een apart hok genoopt een monnikenbestaan te leiden, tot een half uur voordat hij voor een vlucht ingekorfd wordt. Dan mag hij een half uur bij zijn gade ver toeven, voordat hij naar Frankrijk of België wordt gezonden. Wordt hij daar losgelaten, dan snelt hij opgewekt zingend van „vol verwachting kloot ons hart" naar zijn hok, waar hij tot de droeve ervaring moet komen, dat ziin kluizenaarscel hem wederom wacht. Dit somber bestaan hoeft hij overigens maar drie maanden per jaar te voeren. Een Belgische slimmerik heeft inmid dels uitgevonden, dat zo'n doffer nog harder vliegt, wanneer men hem in staat stelt van nabij gade te slaan, hoe zijn liefje grappen maakt met een an dere doffer. Hij vliegt dan de pannen van "het dak, zoals zulks in de vaktaal heet, maar de heer Vogel had hier mo rele bezwaren tegen. Dit en nog meer vernamen wij van de heer Vogel, terwijl zijn duiven vertrou welijk bij hem op de schouder zaten te koeren en aardige witte strepen op zijn jasje schilderden. Hij vertelde ons hon derd-uit over de enorme renstallen in België en het Zuiden van ons land, waar iedereen aan deze sport doet en over de Zondagmiddagen, die hij vol spanning op zijn duivenplat sleet in afwachting van zijn duiven, daarbij gezelschap ge houden door de collega-duivenmelkers, die overal op hun daken naar de einder zaten te loeren. Hoe hij met toegeknepen ogen in de zon tuurde wanneer in de verte een duif zichtbaar werd, die met felle vleugelslag aan kwam suizen en hoe hij soms tot 'razernij gedreven werd, wanneer zijn blauw-geschelpte doffer eerst eens rustig een half uurtje boven op het dak ging zitten zonnen, alvorens op het hok te komen. Hoe hij met tril lende handen het rubber ringetje van de duivenpoot schoof en dit schielijk in de klok schoof, die de tijd van aan komst noteerde. Hij vertelde ons ook hoe postduiven van de RAF het leven van duizenden vliegers in oorlogstijd hadden gered. Be gaf zo'n zware aangeschoten bommen werper het ergens boven de Noordzee, dan lieten de vliegers een paar postdui ven los, die van verschillende stations afkomstig waren. Men berekende, wan neer zij thuis waren, ongeveer hun snel heid en de afstand, die zij hadden af gelegd, trok twee cirkels op de kaart en kon dan ten naastenbij berekenen, waar het toestel in zee was gevallen en de bemanning in haar rubberbootje rond Zodra is het 1 September of allerwë-\ gen zwaaien de deuren der Amster damse kunsthallen open om de mu ziek-, toneel- en opera-hongerige massa's binnen te laten. Het concert gebouw begint overigens met een zeer licht voorgerecht. Zaterdag- en Maandagavond is er een opera-con cert van Italiaanse solisten met het Radio Philharmonisch concert en Zondag treedt het Londense vrouwe lijk koor „Femina" voor het voetlicht. De Nederlandse Opera brengt Zon dagmiddag „Die Fledermaus" in de Stadsschouwburg. In diezelfde Stadsschouwburg is er Maandagavond Spaans ballet van José Greco en zijn groep. Woensdag avond komt het ATG er met „De in gebeelde zieke" van Molière onder regie van Kees van Iersel. In het Centraal Theater brengt Comedia dagelijks „Het mannetjesdier", een blijspel van James Thurber en El- liot Nugent. Joan Remmelts regis seerde het. In de Kleine Komedie speelt de Nederlandse comedie onder regie van Ank van der Moer het blij spel „Een engeltje van niets". En wanneer u nu nog weet dat de To neelgroep Puck op de avonden van 2, 3, 4, 5 en 6 September in het Mi- nervapaviljoen „De gekroonde Leers- se" en Shaws „De Corsicaan" speelt, dan weet ge weer heel wat. Men kan moeilijk bewerendat de Amsterdamse bioscopen deze week behalve een paar door ons al ge noemde prolongaties veel bijzonders te zien geven. Een uitzondering daar op vormt de Louis Jouvet-week, die in Alhambra wordt gegeven. Iedere dag een andere film van deze on langs overleden grote Franse acteur. Wie vorige week de kans miste, kan zijn verzuim dus nog inhalen. Niet nieuw maar wel leuk is „Een avond in de Opera" met de Marx Brothers, die zowel in de Damrak-Cineac als ^in Plaza te zien is. zou dobberen. Hij noemde nog meer voorbeelden van de moed en het door zettingsvermogen van deze vogels, die, soms aangeschoten, door storm, sneeuw en regen de boodschappen overbrachten, waar het leven van velen van afhing. En hij vond het dan ook wel terecht, dat er in alle landen standbeelden voor postduiven waren opgericht, al was hij persoonlijk van mening, dat de duiven zelf een hapje voer meer op prijs stelden en het standbeeld ten hoogste als toilet gebruikten. En toen hij ons dat allemaal verteld had, keken wij werkelijk met wat ont zag naar die slanke, sterke gestroom lijnde vogels, die het daar hoog boven de Jordaan best naar hun zin schenen te hebben. BOEDA Verleden jaar, op 3 September, werd de dirigent Eduard van Beinum vijftig jaar. Men had toen in Amsterdam het plan de jubilaris op een f eestconcert te huldigen. Maar Van Beinum werd ziek; alle goede plannen bleven liggen. Een geheel jaar duurde het voor dat de dirigent zich weer voldoende beter voelde om zijn werk te kunnen doen; en thans zou ik mij willen verbeelden dat dit zorgvolle jaar er niet was geweest en dat wij op de 3e Septem ber straks konden zeggen: Proficiat, vijf tigjarige! Tel dit jaar niet mee en reken op je oude beproefde kracht, die altijd een jonge kracht was. Als wij het goed me nen wensen wij iedere dag alle mensen geluk; er is echter reden genoeg om Van Beinum op zijn verjaardag bijzonder te feliciteren, dat wil zeggen hem toe te wen sen: een nieuw leven vol enthousiasme, een lichaamskracht die niet alleen de nor male vermoeienissen van zijn zware vak kan weerstaan, maar ook het vermogen kan opleveren de zenuwen sterk te hou den ten opzichte van de onberekenbare geestelijke weersgesteldheden, waarin hij moet werken. De Haarlemse muziekliefhebbers zullen zich nog wel de tijd herinneren dat Van Beinum de H.O.V. dirigeerde. Ik weet dat hij in zijn werk te Haarlem opging; hij werkte doelbewust aan de opbouw van het orkest en had een uitstekend artistiek initiatief. Het besef volkomen vertrouwd te worden als leider van het ensemble ver sterkte zijn eigenwaarde, gaf hem de mo gelijkheid tot aangenaam samenwerken en de rust om zich op artistieke zaken te be zinnen. Als gevoelsmens had hij deze voor waarden nodig om zijn capaciteiten te kunnen ontplooien. Het was een aardige tijd: ik heb er nog veel herinneringen aan. Ik weet nog dat Henriëtte Bosmans het Piano-concert van Willem Pijper kwam spelen. De componist en ondergetekende waren 's morgens op de repetitie; er was enig overleg nodig, want er waren handen te kort voor het slag werk. Met welk een echt muzikanten-plei- zier loste Van Beinum de zaak op en kwam hij tot het resultaat, dat de streng* componist volkomen content was. En of Van Beinum nu een ernstige symphonie van Bruckner onder handen nam of een programma maakte dat „Humor in de mu ziek" heette, bij al het werk gaven zijn levendige muzikaliteit, zijn uitstekende vakkennis en zijn enthousiasme het gezon de levensvuur, dat ieder speler en hoor der zou verwarmen. Een orkestdirigent heeft dagelijks met zeer veel mensen te maken en tegelijker tijd heeft hij met één wezen te maken, waarvan dit gehele gezelschap van muzi kale en administratieve krachten bestaat. Dit wezen is de muziek. Ieder componist geeft zijn werk aan niemand anders dan aan de dirigent en daardoor is de dirigent de superieure vertegenwoordiger van de kunst. Er zijn dirigenten, die naast hun muzikaliteit een bewust heersersbesef heb ben en met dit heersersbesef dermate ge raffineerd optreden, dat niet alleen het publiek maar ook de mensen uit hun da gelijkse omgeving de ene eigenschap niet van de andere kunnen onderscheiden. Het zijn de virtuosen, waarin de muzikaliteit door grote zelfzucht wordt gestuwd en beschermd; zij zijn onaantastbaar, zij zijn gezond en zij zijn geharnast met een ze kere mensenkennis, waardoor zij slimmer zijn dan degenen met wie zij te maken hebben. Zij hebben van jongs. af aan de vaste wil om tot de allermachtigsten te be horen, en dit doel bereiken zij. Daar zij hun muzikaliteit meeslepen in hun levens wil en dus ook als musicus gestadig krach tiger worden, kan men hen geen muzikale macht ontzeggen, maar het zijn artistieke sportgoden, die verblindend te keer gaan. En geen mens die tot de muziek getrokken wordt, ontkomt aan hun macht. Ik heb in Van Beinum altijd gewaar deerd dat zijn muzikaliteit en zijn natuur lijke bestemming tot orkestdirigeren nooit beïnvloed werden door enige zelfzucht. Wie oren heeft om te horen, heeft bij zijn uitvoeringen altijd kunnen waarnemen, dat van niets anders sprake was dan van het doel: de muziek als superioriteit zo zuiver mogelijk te laten klinken. Men be hoefde dit niet als een blijkbare bedoeling of een nobel streven te achten. De wil tot 't bereiken van het edele doel was met de eerste opmaat tot resultaat geworden; en dit was te danken aan de kracht van zijn muzikaliteit. Hij is voortgekomen uit een muzikaal gezin en was van huis uit bekend met het reilen en zeilen in het orkestleven. Hij maakte de nodige studies aan het Amster damse Conservatorium en werd een uitste kend pianist; daarbij speelde hij zeer goed alt en vond altoos nog tijd om kamermu ziek te spelen. Zijn muzikaal instinct be heerst zijn gehele geest; voor intellectualis tische en diplomatieke ovei"wegingen is in deze natuur geen plaats. Zowel de zeer moderne als de oude muziek spreken hem rechtsstreeks aan en hij behoeft geen bui ten-muzikaal overleg om te weten wat hem als dirigent te doen staat. Hij is een all-round musicus en daarom verdient hij de sympathie van elkeen die de muziek lief heeft. HENDRIK ANDRIESSEN ADVERTENTIE Acht kleuren, één prijs: 28 cent. In de Houtrusthallen te Den Haag zal op 29 September een nationale wedstrijd in machineschrijven worden gehouden. Ieder, die kan typen met gemiddeld 350 aanslagen per minuut kan voor deze wedstrijd in schrijven. In de jury heeft zitting de heer W. J. Bastiaan, directeur van de Stenografi sche Inrichting der Staten-Generaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5