mm „De ingebeelde ziekevan Molière met Saalborn in de titelrol Een hand uit het verleden Clowntje Rick GLAZEM Al€Ef? Dienstbode vindt kostbare schat Ingezonden stukken DE PRIJZEN DER RADIOTOESTELLEN Andere Martha FEUILLETON door Andrew Mackenzie (Uit het Engels vertaald) Verkeersmaatregelen in Spaarndam Positie van de schatkist iets verbeterd Geen zuivere koffie Voor de kind eren Teisterbant kreeg wapen dat Bilderdijk wenste Jubilea Kennemer Lyceum Extra concert Openluchttheater Burgerlijke stand van Haarlem Groentijd Volksbal van een speeltuinvereniging alle leden der N.V.R.D, nog enige tijd ongewijzigd. DONDERDAG 13 SEPTEMBER 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 Met gemengde verwachtingen bezield ben ik Dinsdagavond in de Koninklijke Schouwburg te 's-Gravenhage de gisteren in Haarlem herhaalde opvoering door het Amsterdams Toneelgezelschap van „De in gebeelde zieke" van Molière gaan zien. De verslagen van de in mijn vacantie plaats gehad hebbende première in de hoofdstad waren zo tegenstrijdig als men zich maar denken kan, uiteenlopend van werkelijk vernietigende critiek tot bijna ongeremde lofprijzingen. Het is geenszins om diploma tieke redenen dat mijn oordeel wel zo on geveer de middenweg houdt: ik vond de voorstelling als geheel oninteressant en tamelijk zinloos, maar de spelprestaties over het algemeen toch niet onverdienstelijk. Om enkele (echter losstaande) scènes kon men zelfs smakelijk lachen, hetgeen ook de bedoeling was. Wat is namelijk het geval? De jonge en onervaren regisseur Kees van Iersel heeft willen breken met de gangbare Molière traditie, waarschijnlijk mede op grond van de overweging dat Nederlandse acteurs toch niet in staat zijn de prestaties op dit ge bied van een instelling als de Comédie Frangaise te evenaren. Tegen dit inslaan van nieuwe paden kan geen enkel bezwaar bestaan, mits men maar met een heilige zekerheid weet of desnoods aanvoelt in welke richting men het zoeken moet. Pas dan kan men met een redelijke kans op succes de zo begeerde nieuwe ontdekkingen doen, die meestal her-ontdekkingen plegen te zijn. Ik heb echter sterk de indruk dat Van Iersel er maar lukraak op los is ge trokken met het gevolg dat hij er geen ogenblik tot dieper dan in de oppervlakte in doordrong. Want zoveel is wel zeker, dat „De ingebeelde zieke" meer betekent dan een extravagante hekeling van de kwakzalvers, namelijk een door sublieme ironie gevoed protest van een ten dode ge doemde tegen de onmacht van de zoge naamde medische wetenschap. Dat Molière hiervoor de uiterlijke vorm van een diver tissement koos, verandert niets aan deze zaak, integendeel. Het gaat om de inner lijke vorm en die ontbrak totaal. Men zal zich overigens uit de litteratuurgeschiede nis wel herinneren dat de schrijver, die destijds zelf de titelrol speelde, tegen het einde van het laatste bedrijf tijdens de vierde voorstelling op 17 Februari 1673 door een fatale hoestbui werd overvallen en dat hij enkele uren later overleed aan de ziekte, waarvan de ongeneselijkheid hem reeds in vijf stukken de dokters en apothekers van zijn dagen had doen be spotten. Van Iersel heeft bij zijn regie voor alles naar het komische effect gestreefd, zonder blijkbaar het verschil tussen parodie en satire te bemerken. Daardoor ontbraken alle contrasten, die juist de waarde van dit stuk kunnen uitmaken. Het leek thans ner gens op. Hiervan was in de eerste plaats Louis Saalborn de dupe, die als de inge beelde zieke Argan zijn veelzijdige talent de gehele avond zat en liep te verkwisten. Hier is toch wel degelijk, zowel door de tekst als door de situaties, een wezenlijk karakter aanwezig: een huistyran die ove rigens maar al te gemakkelijk tot vertede ring gebracht kan worden, een zichzelf voortdurend beklagende zot met een ijzer- sterke constitutie, die alle lavementen en purgeermiddelen overleeft, die zelfs als hij meent te zullen sterven tot heftige ontla dingen van woede voldoende kracht bezit. Deze „sombere hypochonderling" nu ver vulde in deze vertoning geen andere rol dan die van een soort gangmaker van dolle vermakelijkheden. Alle genoemde elemen ten waren dank zij Saalborn ruimschoots aanwezig, maar zij brachten niet de minste spanning voort. Trouwens, de Toinette van Jenny van Maerlant was wel voortvarend en gezond-levenslustig, maar toch niet warmboedig en breed genoeg. In ons land is eigenlijk alleen Mimi Boesnach ten voe ten uit voor dit emplooi van soubrette ge schikt. Ook in de verhouding tussen vader en zoon Diafoirus, al werden zij door Hans Tiemeyer en vooral Jo Walhain met veel dwaze overdrijving in aanleg goed gety peerd, miste men de werking der eenheid van tegendelen. De kracht van Molière schuilt nu een- ADVERTENT1E In de gisteren door ons besproken opvoe ring van O'Neill's toneelstuk „Anne Chris tie" door „De Verenigde Spelers" hebben wij de rol van Martha abusievelijk toebe deeld aan mej. Ans Poens, zoals in het pro gramma vermeld was. Deze speelster was echter wegens ziekte vervangen door me vrouw W. Kreeft-Massink, die dus ook de lof, haar rol in deze recensie toegezwaaid verdient. 8) „Dat bevalt me niets, Dale. Drew is ie mand, die niet voor moord zou terugschrik ken. Probeer toch nog mensen te vinden, die hem gezien hebben. Helemaal gelogen is zijn verhaal niet, want die agent ver klaarde hem in Lambeth gezien te heb ben". „Byrne en zijn vriend Gardner", ver volgde Dale, „waren inderdaad in het res taurant dat zij opgaven, en wel tot kwart voor twaalf. De Griekse kellner, die hen bediende, kan zich dat herinneren, door dat hij telkens op zijn horloge gekeken had en voor zichzelf hoopte, dat ze nu maar eens weg zouden gaan. Overigens is er over Gardner niets ongunstigs bekend". „Maar Byrne heeft wel eens iets met chantage te maken gehad," zei Brannigan peinzend voor zich uit. „Maar ja, de aan wijzingen dat hier chantage in het spel zou maal voor een deel hierin dat hij bepaalde excessen tot mateloosheid opvoert, deze duidelijk zichtbaar van de normale ge dragslijn laat afwijken. De moeilijkheid bij dit stuk is dat de „werkelijkheid" zich eigenlijk als een soort koortsfantasie aan de toeschouwer moet voordoen. Hiervan ech ter was bij de voorstelling door hel A.T.G. geen moment sprake. Men probeerde louter pret te maken. De aardigste scènes waren het op een improvisatie uit liefde berustende duel tussen Angélique en haar minnaar Cléante (Mies Hagens en Jan Modderman), het uit horen van de jongste dochter (Tine de Vries) het gesprek met de spotzieke rai sonneur (Johan Schmitz) die nota bene Molière citeert en de burleske promotie aan het slot. Zoals gebruikelijk waren de modieuze tussenspelen met zang en dans weggelaten. De twee bedrijven vóór de pauze waren het aanzien nog wel waard, doch daarna ging het volkomen mis en ontaardde het blijspel in een klucht van net laagste allooi, met feestneuzen incluis. Wat de in heldere kleuren uitgevoerde, door speelse fantasie bepaalde décors van Lex Metz betreft, kan gezegd worden dat zij een kraam vormden voor de bedoe lingen van de regisseur, zo hij die al gehad mag hebben. De costuums waren veelal tè caricaturaal. Zo had hij de artsen als doods- bidders witgetreste kraaien uitgedost. Waarom er een extra proscenium was aan gelegd, werd niemand duidelijk. DAVID KONING öfrA,LH* Nodig omdat het autoverkeer daar sterk toeneemt B. en W. van Haarlem, overwegende, dat vele automobilisten ter bereiking van hun plaats van bestemming, gelegen ten Noor den van het Noordzeekanaal, de weg via Spaarndam en de pont bij Buitenhuizen kiezen, met het doel de tijdrovende over vaart met één van de ponten te Velsen te vermijden, wat evenwel tengevolge heeft dat op de smalle en bochtige wegen door Spaarndam een vrij druk autoverkeer plaats heeft, ziin tot de overtuiging geko men dat voorkomen moet worden, dat aan beide zijden van deze wegen auto's worden geparkeerd. Dit is voor B. en W. aanleiding geweest te bepalen, dat het verboden is op de dui delijke weghelft van de na te noemen bin nen de bebouwde kom van Spaarndam gelegen wegen, te weten: het Visserseinde, de IJdijk en de Spaarndammerdijk, voer tuigen te doen of te laten staan anders dan voor het onmiddellijk in- of uitstap pen van personen of het onmiddellijk la- In tegenstelling tot de vorige week, toen de verbetering van de deviezenpositie zich kon voortzetten, is deze week een kleine reactie ingetreden. De cijfers uit de week staat van de Nederlandse Bank tonen aan, dat de netto-deviezenpositie, die vorige week tot 1032 millioen was opgelopen (met inbegrip van goud en zilver), deze week met 10 millioen is verminderd. Het nadelig saldo tussen vorderingen en ver plichtingen is daarmede gestegen tot 172J4 millioen. Daarentegen is er een lichte verbetering gekomen in de positie van de schatkist. Moest het rijk vorige week gebruik maken van de crediet-faciliteiten van de Neder landse Bank, waarmede het rechtstreeks door de bank in disconto genomen schat kistpapier opliep tot 318 millioen, deze week kon deze post verminderen tot 273 millioen. Het voorschot aan het rijk is op nihil gehandhaafd en ook de door de bank gekochte wissels bleven op 238 millioen ongewijzigd. Het saldo van de schatkist bij de centrale credietinstelling verbeterde met 10 millioen tot 31 millioen. Voor de eerste keer in deze maand valt een inkrimping te constateren van de cir culatie van bankbiljetten en wel van 2821 millioen tot 2771 millioen. zijn, zijn nog zo vaag, dat we de zaak voor lopig maar niet van die kant zullen aan pakken. Malleson en Drew lijken me de figuren, waar we het eerst achterheen moe ten. Laat ze in de gaten houden. Vanmid dag spreek ik je nog wel nader, Dale". Brannigan bereikte Berkeley Square nog juist voordat de Transatlantic Bank of New York sloot. Kort nadat hij zijn kaar tje had afgegeven, werd hij reeds toegela ten bij de directeur, een bleke, omvangrijke figuur met een zware hoornen bril. „Kom binnen, hoofdinspecteur". Met een knikje zond hij zijn secretaresse de deur uit. „Ik mag veronderstellen, dat u het te druk hebt om u met kleinigheden te be moeien. Wat u hierheen heeft gevoerd, zal wel belangrijk zijn, dus steekt u maar meteen van wal", moedigde de directeur zijn bezoeker aan. „Ik wilde u spreken over Henry B. Bur gess. Alles wat u me over hem vertelt, zal strikt vertrouwélijk blijven. Heeft hij de laatste tijd opmerkelijk grote bedragen op genomen? Chèques of contant geld, die zo te zien niet betrekking hadden op zijn nor male zaken?" De directeur aarzelde. Zijn gebruikelijke tact en beroepseer streden met een per soonlijke nieuwsgierigheid, terwijl hij zich er tevens van bewust was, dat het zijn plicht moest zijn, de politie de behulpzame hand te bieden. „Mijnheer Burgess is een oude en be langrijke cliënt van onze bank,...", begon Economische rechter De Haarlemse economische politierech ter behandelde vanochtend de zaken tegen drie Haarlemmers en een Hoofddorpenaar, die betrokken waren geweest bij een koffie- smokkelarij, waarvan de voornaamste ver dachten al enige tijd geleden tot een maand gevangenisstraf waren veroordeeld. Van ochtend stonden twee chauffeurs terecht van een internationale expediteur, waar van er één 538 kilo koffie van België naar Holland had gereden. Hij had hieraan hon derd gulden verdiend. De andere chauf feur had weliswaar geen koffie over de grens gebracht, maar had het contact tussen de smokkelaars en zijn collega tot stand gebracht en daarvoor vijfenzeventig gul den opgestreken. Beide verdachten beken den volledig. De officier van justitie eiste tegen de eer ste een boete van honderd gulden en twee weken gevangenisstraf en tegen de tweede een boete van vijfenzeventig gulden plus twee weken gevangenisstraf. De politie rechter veroordeelde hen respectievelijk tot honderdvijfentwintig gulden boete plus een maand voorwaardelijk en honderd gulden boete plus een maand voorwaardelijk. Een derde chauffeur, die de koffie naar Duits land had gereden, werd veroordeeld tot honderd gulden boete en een maand voor waardelijk. Tegen hem was dezelfde straf geëist als tegen nummer twee. Een gros sier, de broer van een der eerder veroor deelde hoofddaders, die de koffie een paar dagen in zijn pakhuis had gehad, hoewel hij wist, dat het smokkelkoffie was, maar er geen cent aan verdiend had, werd vrij gesproken, nadat de officier op juridische gronden vrijspraak had geëist. „Jef Denyn-prys" voor Badings In een aoor het stadsbestuur en de beiaardschool van Mechelen uitgeschreven wedstrijd voor beiaard-composities is door de jury met algemene stemmen de eerste prijs toegekend aan de inzending onder het pseudoniem „Vivos voco", die van de Ne derlandse componist Henk Badings bleek te zijn. Het met de „Jef Denijnprijs" be kroonde werk zal voor het eerst worden uitgevoerd op 17 September door Staf Nees op de beiaard van de Romboutstoren te Mechelen. ADVERTENTIE Koop een fiets Maar.... neem een Rudge Rudge-Whitworth Sportrijwielen in diverse uitvoeringen en kleuren uit voorraad leverbaar. Barendsestraat hoek Kamperstraat Tel. 13797 ANNEX REPARATIE-INRICHTING hij aarzelend, om dan met een resoluut gebaar van toon te veranderen. „Nou ja, laat ik het maar bekennen. Ik heb me zelf zorgen gemaakt. Ik heb al overwogen over leg te plegen met het hoofdkantoor in New York. Tijdens de maand, dat hij nu in En geland vertoeft, heeft hij niet minder dan tweehonderdduizend pond van zijn reke ning opgenomen „Pffftwas de enige reactie, die Brannigan er uit kon brengen. „Het overgrote deel van dat geld werd opgenomen in biljetten van één pond, en wel in tien keer", zo vervolgde de direc teur. „Bedankt", merkte Brannigan kort op. „Dat is alles wat ik wilde weten". HOOFDSTUK IV. Jeremy wachtte al op Mary Waring, toen zij het Dorchester Hotel binnen kwam. Zij wachtte een ogenblik bij de ingang en keek rond, zodat hij gelegenheid kreeg haar goed op te nemen. Toen hij even later opstond, glimlachte zij en kwam naar hem toe. „Ik had eigenlijk gedacht, je midden in een heel gezelschap te vinden", schertste zij. „Zo nu en dan wil ik ze wel eens kwijt", reageerde Jeremy, terwijl hij een kellner wenkte. Mary bestudeerde Jeremy, terwijl zij zwijgend wachtten op de komst van de kellner. Zij hield niet van mannen, die er te mooi uitzagen en te welverzorgd. En Wi Va&t i'ïé.W.'s.M» Op enigzins feestelijke wijze zijn gister avond de verruimde en opgefleurde gewel ven van de Haarlemse sociëteit Teisterbant in gebruik genomen. Na de symbolische onthulling van de wandschildering werd door drie sprekers verslag uitgebracht van de wederwaardigheden van het gezelschap leden dat in Augustus de expeditie naar het duizendjarige stadje Thorn heeft onderno men, waarna het aldaar .ten geschenke ont vangen vaatje bier werd aangesproken. In de loop van deze avond werd aan pre sident Bomans door de „historische com missie" het wapen van Teisterbant, zoals Willem Bilderdijk zich dat voorstelde, aan geboden. Deze dichter, in 1831 overleden in het perceel waar thans de sociëteit is ge vestigd, meende op uiterst twijfelachtige gronden te stammen uit het middeleeuwse huis der graven van Teisterbant, voogden van Kleef en heren van Heusden. Hierdoor zou Bilderdijk verwant zijn geweest met alle Europese vorstenhuizen. In het hierbij gereproduceerde, door H. L. Prenen van een oud lakstempel nagebootste wapen vindt men dan ook de blazoenen en emblé- men van Teisterbant, Kleef en Heusden verenigd. De kleuren van het schild zijn rood en goud. Zoals wij reeds aankondigden wérd er ook een filmpje vertoond, dat een levendig beeld gaf van de ere-president dr. K. J. L. Alberdingk Thijm en de ereleden Anna van Gogh-Kaulbach en J. B. Schuil. ADVERTENTIE Verleden week vond de dienstbode van Mevrouw de J. te U., tijdens de najaars- schoonmaak, bij het opruimen van een kast een doos met papiersnippers. Toen zij de inhoud echter eens nader onderzocht, bleek het een groot aantal waardepunten van Niemeijer's Koffie en Thee te zijn. Mevrouw de J., die hier al maanden tever geefs naar had gezocht, was de koning te rijk! Gelukkig dat Niemeijer's waardepunten steeds geldig blijven. Het was een respectabel aantal, want Mevrouw de J. gebruikt zoals alle ver standige huisvrouwen steeds die heerlijke Niemeijer's Koffie en Thee. Fluks werden de bonnen verzonden naar Niemeijer Groningen en binnen enkele dagen bracht de post een doos met prachtig ,,Safira"-tafe!bestek. Dank zij de schoonmaak en dank zij Niemeijer's Koffie en Thee! was Mevrouw de J. nu geheel zonder kosten in het bezit gekomen van de prachtige „Safira" vorken en lepels, vlekvrij door en door. Een wijze raad: geniet van Niemeijer's Koffie en Thee en.... bewaar de waarde punten zorgvuldig hoewel hij op het eerste gezicht zo'n indruk maakte, kon je toch niet zeggen, dat hij het type was, dat zij zo verafschuwde. Hij had eerder een krachtig, dan een mooi ge zicht. Zijn grijze ogen hadden een vaste, rustige uitdrukking en er lag een trek van beslistheid om zijn mond. Iets van zorg verdween uit zijn trekken, toen hij lachte. „Tevreden?" „Sorry, ik was me er geenszins van be wust, dat ik je zo zat aan te staren „Maak je geen zorgen, ik ben er zo lang zamerhand aan gewend, dat de mensen me in de gaten houden. „Daar heb je die jonge dwaas, die veel te veel geld heeft en veel te veel vriendjes", heb ik ze de laatste tijd vaak horen zeggen." „O, daar dacht ik helemaal niet over en ik heb het nog nooit iemand horen zeg gen", antwoorde Mary verontwaardigd. Jeremy glimlachte. „Je ziet er niet onaardig uit, als je boos bent, aardiger nog dan gewoonlijk. Dat blozen staat je goed. Ik heb zo'n idee, dat je nogal ontvlambaar bent, zoals de meeste menser met rood haar „Nonsens." „Des te beter. Ha, daar is de thee. Laten we een soort wapenstilstand afkondigen, terwijl je inschenkt. Jij bent niet prikkel baar en ik geef niet te veel geld uit." „Dat laatste wil ik niet zo maar beamen. Die feestjes moeten je toch honderden pon den kosten?" „Duizenden." „Waarom geef je *e dan?" Dezer dagen vond aan het Kennemer Lyceum de herdenking plaats van het feit dat niet minder dan vier leraren tegelijk vijfentwintig jaar aan de school waren ver bonden geweest. Het betrof drs. E. van Meir, de huidige rector; drs. H. B. S. Nolthenius, ir. Joh. Quaadgras en mr. L. S. Römelingh, respec tievelijk docenten in Engels, Oude Talen, Wiskunde en Staatswetenschappen. Maan dagmiddag 10 September werden zij ont vangen in de bovenzaal van het Lyceum, die door de vele bloemen een feestelijk aanzien had gekregen en waar, te midden van hun collega's, de jubilarissen door tal van sprekers hartelijk werden toegespro ken en hun geschenken werden aangebo den. Namens het bestuur van de vereni ging „Kennemer Lyceum" werd het woord gevoerd door de voorzitter, de heer A. D. Strumphler, voor het curatorium sprak mevrouw dr. J. van den Bergh van Eysin- ga-Elias. Ook de inspecteur van de Lycea, de heer A. J. S. van Dam, gaf van zijn be langstelling blijk in een toespraak, waarin hij op geestige wijze zijn waardering uitte voor het Kennemer Lyceum en hulde bracht aan de vier docenten die deze mid dag in het middelpunt stonden. Van de kant der collega's ontbrak het evenmin aan betuigingen van vriendschap en sympathie. Na afloop van de huldiging werden de aanwezigen verversingen aangeboden en bleven de vele belangstellenden nog lange tijd in ongedwongen samenzijn bijeen. Het concert, dat de muziekkapel van de N.Z.H.V.M. Vrijdagavond in het Bloemen- daals Openluchttheater geeft, zal niet het laatste zijn in het theater in dit seizoen. Er komt nog een extra concert. Zondagmiddag 16 September concerteert in het Openlucht theater de R.K. muziekvereniging „Eupho- nia" uit Overveen. V erkeers verbe terin g In onze editie van 28 Augustus deelden wij mede, dat de A.N.W.B. aan de gemeente Bloemendaal had verzocht veiligheidsmaat regelen te nemen voor het punt waar de Brouwerskolkweg op de Duinlustweg uit komt. De door de A.N.W.B. voorgestelde verandering achtte men evenwel te ver gaand. De dienst van Publieke Werken heeft daarom het verlengde van het fiets pad waar het dus de rijweg van de Duin lustweg kruist met punaises laten mar keren, terwijl de beplanting enigszins is ge kortwiekt. Het plaatsen van een hek om de wielrijders te dwingen snelheid te minde ren achtte men in Bloemendaal juist een mogelijkheid tot vergroting van het aantal ongevallen. Vooral des avond bij de niet al te heldere verlichting zouden hekken 't ge vaar kunnen opleveren, dat er tegen aan wordt gereden. Woensdag is tegen de vierenveertig- jarige Haarlemse betonwerker J. H. proces verbaal opgemaakt, omdat hij een radio toestel, dat hij nog niet afbetaald had, op het Waterlooplein in Amsterdam heeft verkocht. HAARLEM, 12 September 1951 ONDERTROUWD: 12 Sept., M. J. Bou- man en E. C. A. van Wolferen; C. A. van der Waals en J. T. Dijkstra; D. Steffens en W. S. Pieéte; F. A. B. Franke en J. A. H. Land- wehr; J. A. M. van Kouteren en T. Daim; H. J. Blokdijk en M. P. Tliolen; P. M. van Deijck en P. M. Malherbe; H. Beck en R. Polak; V Florentinus en M. Makily; L. Ot- tens en J. van Heerden; G. J. L. Branger en A. J. Hubert; C. A. Hoenderdos en W. P. A. Prins; P. van der Meulen en M. J. van Eg- mond; J. Vriend en A. van Dalfsen; K. Pe per en A. M. Hulleman; C. G. van Warmer dam en E. M. J. Christiaans; J. M. van Spanjen en E. G. M. Fictoor; A. Jacobs en A. M. Hahnal; A. Haak en A. Keijer; J. Krietemeijer en D. J. Neuman; R. L. van der Wal en M. Kamphuis; J. W. Willemse en M. C. C. Rutte; H. K. Schuilenburg en A. P. Wobma; M. Pingen en C. Lammens; H. Kui pers en J. B. van den Broek; W. Akkerman en J. Ineke; G. P. de Heer en M. J. Radsma; H. Heemskerk en J. Zwemmer; P. C. Bon- kerk en M. A. van Burkum; M. E. Raijma- kers en A. J. Peper. GEHUWD: 12 Sept., F: A. Hoefman en M. F. Breed; V. van Duijn en G. M. Meerts; G. H. Heetbrink en S. Horstman; F. Hurkmans en C. Piers; K. van Veen en C. Besseling; R. C. Smakman en G. P. Groen; J. H. van der Smissen en A. P. Wijnekus; S. P. Diepen- daal en C. H. Stam; T. H. Bijnsdorp en J. F. Huijgen; W. Molenaar en G. Vermeer; P. Cornet en H. M. van Bork; P. Meirmans en G. M. Zuidberg; W. Carton en P, Balk; M. Burggraaf en A. van der Pol; H. Kruijd en P. F. van Rumpt; J. Schippers en J. C. Schip per: A. Kool en A. R. Snijder; W. Leijen en A. Zeulevoet; C. Giffard en W. E. Vos; J. J. Dikmans en W. Caro. BEVALLEN van een zoon: 10 Sept., E. M. West-Sjansen; A. Koguchi—Reus; N. ter HoveToepoel; 11 Sept., J. M. van der Ha ring—Koedijk; M. Kemper—Hijzel'endoorn; A. C. Wiegandden Bakker; P. H. van der WestenBrinkman, 2 z.; 12 Sept., A. M. van BakelSpoor. BEVALLEN van een dochter: 11 Sept., E. A. W. Pietersevan Waalwijk van Doorn; C. HoogkamerBurgstede; 12 Sept., E. D. MonnierKohn; M. H. W. RiemensKamer; A. H. Heemskerk—Wubbe; E. M. S. Sanders Bergmans. OVERLEDEN: 10 Sept., A. I. Katsma, 79 j., Gèd. Voldersgracht; T. N. Vogel, 74 j., Zijlweg, „Ik zou het op prijs stellen, als je daar niet verder naar vroeg. Dat onderwerp van gesprek ben ik zo langzamerhand beu. Neem je genoegen met de verklaring, dat ik het doe om me niet te vervelen?" „Als die verklaring eerlijk is, kan ik er alleen maar nijdig over worden. Al hoef je dan misschien niet te werken, er zijn honderden nuttiger dingen, die je met je geld zou kunnen doen. Maar ja, je moet het zelf weten, het is jouw geld en niet het mijne." „Dat dacht ik eigenlijk ook. Laten we dus maar uitscheiden met daar ruzie over te maken, alsof we oude vrienden zijn. Vertel eerst eens iets over jezelf." Mary glimlachte, terwijl zij de thee in schonk. „De mysterieuze Jeremy Brooke, waar heel Londen over praat, besluit dat we nu eens niet over hem zullen praten maar een aardig, veilig babbeltje zullen hebben over een eenvoudig „meisje van buiten", die een maand vacantie in Londen doorbrengt. Nou, vooruit dan. Ik ben 24 jaar oud, woon bij mijn ouders bij King's Lynn, werd op gevoed in Cheltenham, houd van tuinieren en paardrijden maar niet van jagen, wel van dansen en van de schouwburg als ik er eens toe kom. Ik logeer in m'n eentje in een Londens hotel, ik ken betrekkelijk veel mensen in Londen en dus verveel ik me niet. Zo, dat lijkt me wel volledig." „Redelijk", moest Jeremy toegeven. „Er zijn natuurlijk wel andere dingen d.ie je zou kunnen vertellen, maar per slot van „Waarom zit je dasje zo raar?" „Ik weet het niet, meneer." „Wat zou je doen als je nu eens wilde op vallen?" „Ik zou het niet weten, meneer." „Wie ben je wel?" „Ik weet het niet, meneer. Ik bedoel, ik heet. Het is weer zover. In Leiden, Delft, Gro ningen, Utrecht, Wageningen en Amster dam kwamen duizenden jongens aan, ach ter wie tientallen veelgeplaagde concierges voor het laatst de schooldeur sloten. Een paar honderd geven zich jaarlijks op als aspirant-corpslid. Twee keer al stonden zij aan de top van hun schoolwereldje, eerst op de lagere school en daarna op HBS, ly ceum of gymnasium. Vooral in die laatste maanden voor het eindexamen waren zij hoog gestegen in de achting van hun mede scholieren, toen zij op schoolfeestjes al vrijelijk sigaretten rookten en biertjes dronken en van de leraren te horen kre gen dat het aan henzelf werd overgelaten of zij werkten of niet. Maar wederom is nu hun positie tot die van een nietswaardige beginneling gereduceerd. Met die eerste haal van de tondeuze voor velen één van de ergste ogenblikken begint het dan. Golft links en rechts de haardos nog als tevoren, in het midden maaide het zoemende apparaat een brede, witte baan. Spoedig valt dan de laatste lok en wordt de pet voor het eerst opgezet. Het papieren boordje en zwarte strikdasje gaan om en de groentijd is begonnen. Door zijn patroon, een oudere student, die hem tijdens de groentijd met raad (maar slechts in noodgevallen met daad) bijstaat, wordt „het" groen naar de sociëteit gebracht, waar op de binnenplaats al spoedig iemand op hem afkomt en het boven geschetste ge sprek met hem begint. Er is in de loop der tijden al heel wat te doen geweest over de groentijd. Onlangs nog noemde een Amsterdamse professor hem een „barbaarse uiting van Afrikaanse negerstammen". Toen onze vaders jong wa ren zou deze betiteling nog zo gek niet ge weest zijn. Er was toen weinig toezicht en er kwamen heel wat schandalen voor, waarvan slechts een klein gedeelte aan het licht werd gebracht door groenen die het aandurfden. Zeer streng wordt er nu op toegezien, dat geen misbruik wordt gemaakt van de machtspositie der oudere studenten. Een dergelijk misbruik wordt als een schande voor het corps gezien. Wie er zich aan bezondigt, riskeert royement zonder aanzien des persoons. Pas als iemand in het nauw komt leert men hem kennen. Wanneer geen enkel steunpunt zich meer voordoet en het slachtoffer wild om zich heen grijpt om niet roemloos te vallen, kan men zien wat voor karakter hij heeft. Dit, en de noodzaak om de eerstejaars geheel van voren te laten beginnen, zijn de redenen, waarom de groentijd blijft voortbestaan. Het voorzit terschap van een schoolvereniging betekent niets in het studentenleven, maar het is ook niet belangrijk of men op school niet geliefd was. Na de groentijd beginnen allen met een reputatie als een onbeschreven blad papier, behalve diegenen die zich in die periode door het verraden van hun jaargenoten ongunstig laten kennen of door hun optreden karakter tonen. Samen achttien heel zware dagen door te maken schept een band tussen jaargenoten, die altijd blijft voortbestaan. De enige steun, die een groen kan verwachten, komt van zijn jaargenoten die hem, wanneer er even niet naar hen gekeken wordt, een glas water brengen. Zo'n glas water kan het mooiste moment van het eerste jaar betekenen. Twee dykvakken voor de Oosterpolder, één van drie en een van zeven kilometer lengte, zijn thans met elkaar verbonden. De dijk ligt buiten het Keteldiep bij Kampen. De speeltuinvereniging „Weltevreden" hield Zondagavond op het terrein aan de Spaarndamseweg een volksbal. Een bewo ner van deze weg schrijft ons, dat het feest bij hem en vele anderen ongenoegen heeft gewekt. Is het nodig, vraagt de lezer, dat kinderen een volksbal bezoeken? Dat komt het speeltuinwerk niet ten goede. Daarbij komt nog, vervolgt de bewoner van de Spaarndamseweg, dat het feest op Zondag avond is gehouden. Van de zijde van het Verbond van Haar lemse Speeltuinverenigingen deelt men ons mee, dat kinderen beneden de leeftijd van veertien jaar niet toegelaten werden. Het is mogelijk, dat er kinderen over het hek zijn geklommen. Af en toe is meegedeeld, dat kinderen beneden veertien jaar geen toegang hadden en ook zijn er enigen ver wijderd. Het bal was bestemd voor ouderen die entrée moesten betalen ten bate van de kas. Tegen het houden van het bal op Zon dag had het bestuur der organiserende ver eniging geen bezwaar. Bovendien was er op Zaterdagavond een volksbal op de in de omgeving liggende speeltuin van „Door Vrede Samengebracht". Dat de omwonenden veel hinder van de muziek hebben ondervonden wordt niet aangenomen. Voor de dansvloer was het geluid eigenlijk te zacht. rekening heb je me net leren kennen, dus ik mag ook niet alles verwachten." Mary keek bedenkelijk. „Je schijnt heel wat te willen weten. Als je je afvraagt, of ik misschien verloofd ben, dan is het antwoord „neen". Ook heb ik geen gebroken hart, dat een beetje ver zorgd moet worden." „Gebroken harten zijn ouderwets. Ze bestaan natuurlijk wel, maar dan ga je alleen maar een beetje meer uit, praat wat opgewondener en drink wat meer dan ge bruikelijk. Dan blijkt het nog wel mee te vallen ook. Toch verwondert het me wel een beetje, want je was toch een van de aantrekkelijkste verschijningen van gister avond." „Dat ligt er te dik op om een compliment te zijn. Ik zag heel wat aardiger meisjes. Maar zijn we eigenlijk niet gek, dat we over dergelijke futiliteiten zitten te praten. Ik zit maar met die affaire van die man, die gisteravond vermoord is. Ik heb de ochtendbladen over hem gelezen en de in druk gekregen, dat hij in Amerika een be kende figuur was." Brooke liet een krant brengen. In de Evening Standard stond een bericht uit New York, waarin verschillende gevallen werden opgesomd, waarbij Marshall assis tentie had verleend. De naam van Bureess werd niet genoemd. (Wordt vervolgd). ADVERTENTIE van de meeste merken blijven bij Stél niet uit wat ge heden doen kunt. Publicatie der Nederlandse Vereniging van Radio-detailhandelaren. Afd. Haarlem en omstreken. Nou, dat die Bunkie trots was, op z'n overwinning, begrijp je zeker wel! Eerlijk gezegd, had hij het niet durven verwachten. Het was feest, toen ze allemaal weer thuis waren. Oom Tripje had koekjes meege bracht en tante Liezebertha schonk een extra kopje thee. Toen de krant 's avonds kwam ontdekte oom Tripje een bericht over de zeepkisten raceen daarbij stond het portret van Bunkie, als overwinnaar! Toen ze hem riepen en hem het bericht lieten zien, kreeg hij er zowaar een kleur van „Ja", lachte oom Tripje. „We hebben nu een beroemdheid in huis!" Bunkie lachte ook maar eens, maar hij voelde zich toch erg gestreeld; niet iedereen komt zomaar met z'n portret in de krant te staan! De zilveren beker, die hij gewonnen had, kreeg een ereplaats op hun kamertje. Daar keek hij nog telkens naar toen ze al in bed lagen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6