mm
„De ingebeelde ziekevan Molière
met Saalborn in de titelrol
Een hand uit
het verleden
Clowntje Rick
GLAZEM Al€Ef?
Dienstbode vindt
kostbare schat
Ingezonden stukken
DE PRIJZEN DER
RADIOTOESTELLEN
Andere Martha
FEUILLETON
door Andrew Mackenzie
(Uit het Engels vertaald)
Verkeersmaatregelen in
Spaarndam
Positie van de schatkist
iets verbeterd
Geen zuivere koffie
Voor de kind eren
Teisterbant kreeg wapen
dat Bilderdijk wenste
Jubilea Kennemer Lyceum
Extra concert
Openluchttheater
Burgerlijke stand
van Haarlem
Groentijd
Volksbal van een
speeltuinvereniging
alle leden der N.V.R.D,
nog enige tijd ongewijzigd.
DONDERDAG 13 SEPTEMBER 1951
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
Met gemengde verwachtingen bezield
ben ik Dinsdagavond in de Koninklijke
Schouwburg te 's-Gravenhage de gisteren
in Haarlem herhaalde opvoering door het
Amsterdams Toneelgezelschap van „De in
gebeelde zieke" van Molière gaan zien. De
verslagen van de in mijn vacantie plaats
gehad hebbende première in de hoofdstad
waren zo tegenstrijdig als men zich maar
denken kan, uiteenlopend van werkelijk
vernietigende critiek tot bijna ongeremde
lofprijzingen. Het is geenszins om diploma
tieke redenen dat mijn oordeel wel zo on
geveer de middenweg houdt: ik vond de
voorstelling als geheel oninteressant en
tamelijk zinloos, maar de spelprestaties over
het algemeen toch niet onverdienstelijk.
Om enkele (echter losstaande) scènes kon
men zelfs smakelijk lachen, hetgeen ook
de bedoeling was.
Wat is namelijk het geval? De jonge en
onervaren regisseur Kees van Iersel heeft
willen breken met de gangbare Molière
traditie, waarschijnlijk mede op grond van
de overweging dat Nederlandse acteurs toch
niet in staat zijn de prestaties op dit ge
bied van een instelling als de Comédie
Frangaise te evenaren. Tegen dit inslaan
van nieuwe paden kan geen enkel bezwaar
bestaan, mits men maar met een heilige
zekerheid weet of desnoods aanvoelt in
welke richting men het zoeken moet. Pas
dan kan men met een redelijke kans op
succes de zo begeerde nieuwe ontdekkingen
doen, die meestal her-ontdekkingen plegen
te zijn. Ik heb echter sterk de indruk dat
Van Iersel er maar lukraak op los is ge
trokken met het gevolg dat hij er geen
ogenblik tot dieper dan in de oppervlakte
in doordrong. Want zoveel is wel zeker,
dat „De ingebeelde zieke" meer betekent
dan een extravagante hekeling van de
kwakzalvers, namelijk een door sublieme
ironie gevoed protest van een ten dode ge
doemde tegen de onmacht van de zoge
naamde medische wetenschap. Dat Molière
hiervoor de uiterlijke vorm van een diver
tissement koos, verandert niets aan deze
zaak, integendeel. Het gaat om de inner
lijke vorm en die ontbrak totaal. Men zal
zich overigens uit de litteratuurgeschiede
nis wel herinneren dat de schrijver, die
destijds zelf de titelrol speelde, tegen het
einde van het laatste bedrijf tijdens de
vierde voorstelling op 17 Februari 1673
door een fatale hoestbui werd overvallen
en dat hij enkele uren later overleed aan
de ziekte, waarvan de ongeneselijkheid
hem reeds in vijf stukken de dokters en
apothekers van zijn dagen had doen be
spotten.
Van Iersel heeft bij zijn regie voor alles
naar het komische effect gestreefd, zonder
blijkbaar het verschil tussen parodie en
satire te bemerken. Daardoor ontbraken
alle contrasten, die juist de waarde van dit
stuk kunnen uitmaken. Het leek thans ner
gens op. Hiervan was in de eerste plaats
Louis Saalborn de dupe, die als de inge
beelde zieke Argan zijn veelzijdige talent
de gehele avond zat en liep te verkwisten.
Hier is toch wel degelijk, zowel door de
tekst als door de situaties, een wezenlijk
karakter aanwezig: een huistyran die ove
rigens maar al te gemakkelijk tot vertede
ring gebracht kan worden, een zichzelf
voortdurend beklagende zot met een ijzer-
sterke constitutie, die alle lavementen en
purgeermiddelen overleeft, die zelfs als hij
meent te zullen sterven tot heftige ontla
dingen van woede voldoende kracht bezit.
Deze „sombere hypochonderling" nu ver
vulde in deze vertoning geen andere rol
dan die van een soort gangmaker van dolle
vermakelijkheden. Alle genoemde elemen
ten waren dank zij Saalborn ruimschoots
aanwezig, maar zij brachten niet de minste
spanning voort. Trouwens, de Toinette van
Jenny van Maerlant was wel voortvarend
en gezond-levenslustig, maar toch niet
warmboedig en breed genoeg. In ons land
is eigenlijk alleen Mimi Boesnach ten voe
ten uit voor dit emplooi van soubrette ge
schikt. Ook in de verhouding tussen vader
en zoon Diafoirus, al werden zij door Hans
Tiemeyer en vooral Jo Walhain met veel
dwaze overdrijving in aanleg goed gety
peerd, miste men de werking der eenheid
van tegendelen.
De kracht van Molière schuilt nu een-
ADVERTENT1E
In de gisteren door ons besproken opvoe
ring van O'Neill's toneelstuk „Anne Chris
tie" door „De Verenigde Spelers" hebben
wij de rol van Martha abusievelijk toebe
deeld aan mej. Ans Poens, zoals in het pro
gramma vermeld was. Deze speelster was
echter wegens ziekte vervangen door me
vrouw W. Kreeft-Massink, die dus ook de
lof, haar rol in deze recensie toegezwaaid
verdient.
8)
„Dat bevalt me niets, Dale. Drew is ie
mand, die niet voor moord zou terugschrik
ken. Probeer toch nog mensen te vinden,
die hem gezien hebben. Helemaal gelogen
is zijn verhaal niet, want die agent ver
klaarde hem in Lambeth gezien te heb
ben".
„Byrne en zijn vriend Gardner", ver
volgde Dale, „waren inderdaad in het res
taurant dat zij opgaven, en wel tot kwart
voor twaalf. De Griekse kellner, die hen
bediende, kan zich dat herinneren, door
dat hij telkens op zijn horloge gekeken
had en voor zichzelf hoopte, dat ze nu maar
eens weg zouden gaan. Overigens is er over
Gardner niets ongunstigs bekend".
„Maar Byrne heeft wel eens iets met
chantage te maken gehad," zei Brannigan
peinzend voor zich uit. „Maar ja, de aan
wijzingen dat hier chantage in het spel zou
maal voor een deel hierin dat hij bepaalde
excessen tot mateloosheid opvoert, deze
duidelijk zichtbaar van de normale ge
dragslijn laat afwijken. De moeilijkheid bij
dit stuk is dat de „werkelijkheid" zich
eigenlijk als een soort koortsfantasie aan de
toeschouwer moet voordoen. Hiervan ech
ter was bij de voorstelling door hel A.T.G.
geen moment sprake. Men probeerde louter
pret te maken.
De aardigste scènes waren het op een
improvisatie uit liefde berustende duel
tussen Angélique en haar minnaar Cléante
(Mies Hagens en Jan Modderman), het uit
horen van de jongste dochter (Tine de
Vries) het gesprek met de spotzieke rai
sonneur (Johan Schmitz) die nota bene
Molière citeert en de burleske promotie
aan het slot. Zoals gebruikelijk waren de
modieuze tussenspelen met zang en dans
weggelaten. De twee bedrijven vóór de
pauze waren het aanzien nog wel waard,
doch daarna ging het volkomen mis en
ontaardde het blijspel in een klucht van
net laagste allooi, met feestneuzen incluis.
Wat de in heldere kleuren uitgevoerde,
door speelse fantasie bepaalde décors van
Lex Metz betreft, kan gezegd worden dat
zij een kraam vormden voor de bedoe
lingen van de regisseur, zo hij die al gehad
mag hebben. De costuums waren veelal tè
caricaturaal. Zo had hij de artsen als doods-
bidders witgetreste kraaien uitgedost.
Waarom er een extra proscenium was aan
gelegd, werd niemand duidelijk.
DAVID KONING
öfrA,LH*
Nodig omdat het autoverkeer
daar sterk toeneemt
B. en W. van Haarlem, overwegende, dat
vele automobilisten ter bereiking van hun
plaats van bestemming, gelegen ten Noor
den van het Noordzeekanaal, de weg via
Spaarndam en de pont bij Buitenhuizen
kiezen, met het doel de tijdrovende over
vaart met één van de ponten te Velsen te
vermijden, wat evenwel tengevolge heeft
dat op de smalle en bochtige wegen door
Spaarndam een vrij druk autoverkeer
plaats heeft, ziin tot de overtuiging geko
men dat voorkomen moet worden, dat aan
beide zijden van deze wegen auto's worden
geparkeerd.
Dit is voor B. en W. aanleiding geweest
te bepalen, dat het verboden is op de dui
delijke weghelft van de na te noemen bin
nen de bebouwde kom van Spaarndam
gelegen wegen, te weten: het Visserseinde,
de IJdijk en de Spaarndammerdijk, voer
tuigen te doen of te laten staan anders
dan voor het onmiddellijk in- of uitstap
pen van personen of het onmiddellijk la-
In tegenstelling tot de vorige week, toen
de verbetering van de deviezenpositie zich
kon voortzetten, is deze week een kleine
reactie ingetreden. De cijfers uit de week
staat van de Nederlandse Bank tonen aan,
dat de netto-deviezenpositie, die vorige
week tot 1032 millioen was opgelopen
(met inbegrip van goud en zilver), deze
week met 10 millioen is verminderd. Het
nadelig saldo tussen vorderingen en ver
plichtingen is daarmede gestegen tot
172J4 millioen.
Daarentegen is er een lichte verbetering
gekomen in de positie van de schatkist.
Moest het rijk vorige week gebruik maken
van de crediet-faciliteiten van de Neder
landse Bank, waarmede het rechtstreeks
door de bank in disconto genomen schat
kistpapier opliep tot 318 millioen, deze
week kon deze post verminderen tot 273
millioen. Het voorschot aan het rijk is op
nihil gehandhaafd en ook de door de bank
gekochte wissels bleven op 238 millioen
ongewijzigd. Het saldo van de schatkist
bij de centrale credietinstelling verbeterde
met 10 millioen tot 31 millioen.
Voor de eerste keer in deze maand valt
een inkrimping te constateren van de cir
culatie van bankbiljetten en wel van
2821 millioen tot 2771 millioen.
zijn, zijn nog zo vaag, dat we de zaak voor
lopig maar niet van die kant zullen aan
pakken. Malleson en Drew lijken me de
figuren, waar we het eerst achterheen moe
ten. Laat ze in de gaten houden. Vanmid
dag spreek ik je nog wel nader, Dale".
Brannigan bereikte Berkeley Square nog
juist voordat de Transatlantic Bank of
New York sloot. Kort nadat hij zijn kaar
tje had afgegeven, werd hij reeds toegela
ten bij de directeur, een bleke, omvangrijke
figuur met een zware hoornen bril.
„Kom binnen, hoofdinspecteur".
Met een knikje zond hij zijn secretaresse
de deur uit.
„Ik mag veronderstellen, dat u het te
druk hebt om u met kleinigheden te be
moeien. Wat u hierheen heeft gevoerd, zal
wel belangrijk zijn, dus steekt u maar
meteen van wal", moedigde de directeur
zijn bezoeker aan.
„Ik wilde u spreken over Henry B. Bur
gess. Alles wat u me over hem vertelt, zal
strikt vertrouwélijk blijven. Heeft hij de
laatste tijd opmerkelijk grote bedragen op
genomen? Chèques of contant geld, die zo
te zien niet betrekking hadden op zijn nor
male zaken?"
De directeur aarzelde. Zijn gebruikelijke
tact en beroepseer streden met een per
soonlijke nieuwsgierigheid, terwijl hij zich
er tevens van bewust was, dat het zijn
plicht moest zijn, de politie de behulpzame
hand te bieden.
„Mijnheer Burgess is een oude en be
langrijke cliënt van onze bank,...", begon
Economische rechter
De Haarlemse economische politierech
ter behandelde vanochtend de zaken tegen
drie Haarlemmers en een Hoofddorpenaar,
die betrokken waren geweest bij een koffie-
smokkelarij, waarvan de voornaamste ver
dachten al enige tijd geleden tot een maand
gevangenisstraf waren veroordeeld. Van
ochtend stonden twee chauffeurs terecht
van een internationale expediteur, waar
van er één 538 kilo koffie van België naar
Holland had gereden. Hij had hieraan hon
derd gulden verdiend. De andere chauf
feur had weliswaar geen koffie over de
grens gebracht, maar had het contact tussen
de smokkelaars en zijn collega tot stand
gebracht en daarvoor vijfenzeventig gul
den opgestreken. Beide verdachten beken
den volledig.
De officier van justitie eiste tegen de eer
ste een boete van honderd gulden en twee
weken gevangenisstraf en tegen de tweede
een boete van vijfenzeventig gulden plus
twee weken gevangenisstraf. De politie
rechter veroordeelde hen respectievelijk tot
honderdvijfentwintig gulden boete plus een
maand voorwaardelijk en honderd gulden
boete plus een maand voorwaardelijk. Een
derde chauffeur, die de koffie naar Duits
land had gereden, werd veroordeeld tot
honderd gulden boete en een maand voor
waardelijk. Tegen hem was dezelfde straf
geëist als tegen nummer twee. Een gros
sier, de broer van een der eerder veroor
deelde hoofddaders, die de koffie een paar
dagen in zijn pakhuis had gehad, hoewel
hij wist, dat het smokkelkoffie was, maar
er geen cent aan verdiend had, werd vrij
gesproken, nadat de officier op juridische
gronden vrijspraak had geëist.
„Jef Denyn-prys" voor Badings
In een aoor het stadsbestuur en de
beiaardschool van Mechelen uitgeschreven
wedstrijd voor beiaard-composities is door
de jury met algemene stemmen de eerste
prijs toegekend aan de inzending onder het
pseudoniem „Vivos voco", die van de Ne
derlandse componist Henk Badings bleek
te zijn. Het met de „Jef Denijnprijs" be
kroonde werk zal voor het eerst worden
uitgevoerd op 17 September door Staf Nees
op de beiaard van de Romboutstoren te
Mechelen.
ADVERTENTIE
Koop een fiets
Maar.... neem een Rudge
Rudge-Whitworth Sportrijwielen
in diverse uitvoeringen en kleuren
uit voorraad leverbaar.
Barendsestraat hoek Kamperstraat
Tel. 13797
ANNEX REPARATIE-INRICHTING
hij aarzelend, om dan met een resoluut
gebaar van toon te veranderen. „Nou ja,
laat ik het maar bekennen. Ik heb me zelf
zorgen gemaakt. Ik heb al overwogen over
leg te plegen met het hoofdkantoor in New
York. Tijdens de maand, dat hij nu in En
geland vertoeft, heeft hij niet minder dan
tweehonderdduizend pond van zijn reke
ning opgenomen
„Pffftwas de enige reactie, die
Brannigan er uit kon brengen.
„Het overgrote deel van dat geld werd
opgenomen in biljetten van één pond, en
wel in tien keer", zo vervolgde de direc
teur.
„Bedankt", merkte Brannigan kort op.
„Dat is alles wat ik wilde weten".
HOOFDSTUK IV.
Jeremy wachtte al op Mary Waring, toen
zij het Dorchester Hotel binnen kwam. Zij
wachtte een ogenblik bij de ingang en keek
rond, zodat hij gelegenheid kreeg haar goed
op te nemen. Toen hij even later opstond,
glimlachte zij en kwam naar hem toe.
„Ik had eigenlijk gedacht, je midden in
een heel gezelschap te vinden", schertste
zij.
„Zo nu en dan wil ik ze wel eens kwijt",
reageerde Jeremy, terwijl hij een kellner
wenkte.
Mary bestudeerde Jeremy, terwijl zij
zwijgend wachtten op de komst van de
kellner. Zij hield niet van mannen, die er
te mooi uitzagen en te welverzorgd. En
Wi Va&t i'ïé.W.'s.M»
Op enigzins feestelijke wijze zijn gister
avond de verruimde en opgefleurde gewel
ven van de Haarlemse sociëteit Teisterbant
in gebruik genomen. Na de symbolische
onthulling van de wandschildering werd
door drie sprekers verslag uitgebracht van
de wederwaardigheden van het gezelschap
leden dat in Augustus de expeditie naar het
duizendjarige stadje Thorn heeft onderno
men, waarna het aldaar .ten geschenke ont
vangen vaatje bier werd aangesproken.
In de loop van deze avond werd aan pre
sident Bomans door de „historische com
missie" het wapen van Teisterbant, zoals
Willem Bilderdijk zich dat voorstelde, aan
geboden. Deze dichter, in 1831 overleden in
het perceel waar thans de sociëteit is ge
vestigd, meende op uiterst twijfelachtige
gronden te stammen uit het middeleeuwse
huis der graven van Teisterbant, voogden
van Kleef en heren van Heusden. Hierdoor
zou Bilderdijk verwant zijn geweest met
alle Europese vorstenhuizen. In het hierbij
gereproduceerde, door H. L. Prenen van
een oud lakstempel nagebootste wapen
vindt men dan ook de blazoenen en emblé-
men van Teisterbant, Kleef en Heusden
verenigd. De kleuren van het schild zijn
rood en goud.
Zoals wij reeds aankondigden wérd er
ook een filmpje vertoond, dat een levendig
beeld gaf van de ere-president dr. K. J. L.
Alberdingk Thijm en de ereleden Anna van
Gogh-Kaulbach en J. B. Schuil.
ADVERTENTIE
Verleden week vond de dienstbode van
Mevrouw de J. te U., tijdens de najaars-
schoonmaak, bij het opruimen van een kast
een doos met papiersnippers. Toen zij de
inhoud echter eens nader onderzocht, bleek
het een groot aantal waardepunten van
Niemeijer's Koffie en Thee te zijn.
Mevrouw de J., die hier al maanden tever
geefs naar had gezocht, was de koning te
rijk! Gelukkig dat Niemeijer's waardepunten
steeds geldig blijven.
Het was een respectabel aantal, want
Mevrouw de J. gebruikt zoals alle ver
standige huisvrouwen steeds die heerlijke
Niemeijer's Koffie en Thee.
Fluks werden de bonnen verzonden naar
Niemeijer Groningen en binnen enkele dagen
bracht de post een doos met prachtig
,,Safira"-tafe!bestek.
Dank zij de schoonmaak en dank zij
Niemeijer's Koffie en Thee! was Mevrouw
de J. nu geheel zonder kosten in het bezit
gekomen van de prachtige „Safira" vorken
en lepels, vlekvrij door en door.
Een wijze raad: geniet van Niemeijer's
Koffie en Thee en.... bewaar de waarde
punten zorgvuldig
hoewel hij op het eerste gezicht zo'n indruk
maakte, kon je toch niet zeggen, dat hij
het type was, dat zij zo verafschuwde. Hij
had eerder een krachtig, dan een mooi ge
zicht. Zijn grijze ogen hadden een vaste,
rustige uitdrukking en er lag een trek van
beslistheid om zijn mond. Iets van zorg
verdween uit zijn trekken, toen hij lachte.
„Tevreden?"
„Sorry, ik was me er geenszins van be
wust, dat ik je zo zat aan te staren
„Maak je geen zorgen, ik ben er zo lang
zamerhand aan gewend, dat de mensen me
in de gaten houden. „Daar heb je die jonge
dwaas, die veel te veel geld heeft en veel
te veel vriendjes", heb ik ze de laatste
tijd vaak horen zeggen."
„O, daar dacht ik helemaal niet over en
ik heb het nog nooit iemand horen zeg
gen", antwoorde Mary verontwaardigd.
Jeremy glimlachte.
„Je ziet er niet onaardig uit, als je boos
bent, aardiger nog dan gewoonlijk. Dat
blozen staat je goed. Ik heb zo'n idee, dat
je nogal ontvlambaar bent, zoals de meeste
menser met rood haar
„Nonsens."
„Des te beter. Ha, daar is de thee. Laten
we een soort wapenstilstand afkondigen,
terwijl je inschenkt. Jij bent niet prikkel
baar en ik geef niet te veel geld uit."
„Dat laatste wil ik niet zo maar beamen.
Die feestjes moeten je toch honderden pon
den kosten?"
„Duizenden."
„Waarom geef je *e dan?"
Dezer dagen vond aan het Kennemer
Lyceum de herdenking plaats van het feit
dat niet minder dan vier leraren tegelijk
vijfentwintig jaar aan de school waren ver
bonden geweest.
Het betrof drs. E. van Meir, de huidige
rector; drs. H. B. S. Nolthenius, ir. Joh.
Quaadgras en mr. L. S. Römelingh, respec
tievelijk docenten in Engels, Oude Talen,
Wiskunde en Staatswetenschappen. Maan
dagmiddag 10 September werden zij ont
vangen in de bovenzaal van het Lyceum,
die door de vele bloemen een feestelijk
aanzien had gekregen en waar, te midden
van hun collega's, de jubilarissen door tal
van sprekers hartelijk werden toegespro
ken en hun geschenken werden aangebo
den. Namens het bestuur van de vereni
ging „Kennemer Lyceum" werd het woord
gevoerd door de voorzitter, de heer A. D.
Strumphler, voor het curatorium sprak
mevrouw dr. J. van den Bergh van Eysin-
ga-Elias. Ook de inspecteur van de Lycea,
de heer A. J. S. van Dam, gaf van zijn be
langstelling blijk in een toespraak, waarin
hij op geestige wijze zijn waardering uitte
voor het Kennemer Lyceum en hulde
bracht aan de vier docenten die deze mid
dag in het middelpunt stonden. Van de
kant der collega's ontbrak het evenmin aan
betuigingen van vriendschap en sympathie.
Na afloop van de huldiging werden de
aanwezigen verversingen aangeboden en
bleven de vele belangstellenden nog lange
tijd in ongedwongen samenzijn bijeen.
Het concert, dat de muziekkapel van de
N.Z.H.V.M. Vrijdagavond in het Bloemen-
daals Openluchttheater geeft, zal niet het
laatste zijn in het theater in dit seizoen. Er
komt nog een extra concert. Zondagmiddag
16 September concerteert in het Openlucht
theater de R.K. muziekvereniging „Eupho-
nia" uit Overveen.
V erkeers verbe terin g
In onze editie van 28 Augustus deelden
wij mede, dat de A.N.W.B. aan de gemeente
Bloemendaal had verzocht veiligheidsmaat
regelen te nemen voor het punt waar de
Brouwerskolkweg op de Duinlustweg uit
komt. De door de A.N.W.B. voorgestelde
verandering achtte men evenwel te ver
gaand. De dienst van Publieke Werken
heeft daarom het verlengde van het fiets
pad waar het dus de rijweg van de Duin
lustweg kruist met punaises laten mar
keren, terwijl de beplanting enigszins is ge
kortwiekt. Het plaatsen van een hek om de
wielrijders te dwingen snelheid te minde
ren achtte men in Bloemendaal juist een
mogelijkheid tot vergroting van het aantal
ongevallen. Vooral des avond bij de niet al
te heldere verlichting zouden hekken 't ge
vaar kunnen opleveren, dat er tegen aan
wordt gereden.
Woensdag is tegen de vierenveertig-
jarige Haarlemse betonwerker J. H. proces
verbaal opgemaakt, omdat hij een radio
toestel, dat hij nog niet afbetaald had, op
het Waterlooplein in Amsterdam heeft
verkocht.
HAARLEM, 12 September 1951
ONDERTROUWD: 12 Sept., M. J. Bou-
man en E. C. A. van Wolferen; C. A. van der
Waals en J. T. Dijkstra; D. Steffens en W. S.
Pieéte; F. A. B. Franke en J. A. H. Land-
wehr; J. A. M. van Kouteren en T. Daim;
H. J. Blokdijk en M. P. Tliolen; P. M. van
Deijck en P. M. Malherbe; H. Beck en R.
Polak; V Florentinus en M. Makily; L. Ot-
tens en J. van Heerden; G. J. L. Branger en
A. J. Hubert; C. A. Hoenderdos en W. P. A.
Prins; P. van der Meulen en M. J. van Eg-
mond; J. Vriend en A. van Dalfsen; K. Pe
per en A. M. Hulleman; C. G. van Warmer
dam en E. M. J. Christiaans; J. M. van
Spanjen en E. G. M. Fictoor; A. Jacobs en
A. M. Hahnal; A. Haak en A. Keijer; J.
Krietemeijer en D. J. Neuman; R. L. van der
Wal en M. Kamphuis; J. W. Willemse en M.
C. C. Rutte; H. K. Schuilenburg en A. P.
Wobma; M. Pingen en C. Lammens; H. Kui
pers en J. B. van den Broek; W. Akkerman
en J. Ineke; G. P. de Heer en M. J. Radsma;
H. Heemskerk en J. Zwemmer; P. C. Bon-
kerk en M. A. van Burkum; M. E. Raijma-
kers en A. J. Peper.
GEHUWD: 12 Sept., F: A. Hoefman en M.
F. Breed; V. van Duijn en G. M. Meerts; G.
H. Heetbrink en S. Horstman; F. Hurkmans
en C. Piers; K. van Veen en C. Besseling;
R. C. Smakman en G. P. Groen; J. H. van der
Smissen en A. P. Wijnekus; S. P. Diepen-
daal en C. H. Stam; T. H. Bijnsdorp en J. F.
Huijgen; W. Molenaar en G. Vermeer; P.
Cornet en H. M. van Bork; P. Meirmans en
G. M. Zuidberg; W. Carton en P, Balk; M.
Burggraaf en A. van der Pol; H. Kruijd en
P. F. van Rumpt; J. Schippers en J. C. Schip
per: A. Kool en A. R. Snijder; W. Leijen en
A. Zeulevoet; C. Giffard en W. E. Vos; J. J.
Dikmans en W. Caro.
BEVALLEN van een zoon: 10 Sept., E. M.
West-Sjansen; A. Koguchi—Reus; N. ter
HoveToepoel; 11 Sept., J. M. van der Ha
ring—Koedijk; M. Kemper—Hijzel'endoorn;
A. C. Wiegandden Bakker; P. H. van der
WestenBrinkman, 2 z.; 12 Sept., A. M. van
BakelSpoor.
BEVALLEN van een dochter: 11 Sept., E.
A. W. Pietersevan Waalwijk van Doorn;
C. HoogkamerBurgstede; 12 Sept., E. D.
MonnierKohn; M. H. W. RiemensKamer;
A. H. Heemskerk—Wubbe; E. M. S. Sanders
Bergmans.
OVERLEDEN: 10 Sept., A. I. Katsma, 79 j.,
Gèd. Voldersgracht; T. N. Vogel, 74 j.,
Zijlweg,
„Ik zou het op prijs stellen, als je daar
niet verder naar vroeg. Dat onderwerp van
gesprek ben ik zo langzamerhand beu.
Neem je genoegen met de verklaring, dat
ik het doe om me niet te vervelen?"
„Als die verklaring eerlijk is, kan ik er
alleen maar nijdig over worden. Al hoef
je dan misschien niet te werken, er zijn
honderden nuttiger dingen, die je met je
geld zou kunnen doen. Maar ja, je moet
het zelf weten, het is jouw geld en niet
het mijne."
„Dat dacht ik eigenlijk ook. Laten we
dus maar uitscheiden met daar ruzie over
te maken, alsof we oude vrienden zijn.
Vertel eerst eens iets over jezelf."
Mary glimlachte, terwijl zij de thee in
schonk.
„De mysterieuze Jeremy Brooke, waar
heel Londen over praat, besluit dat we nu
eens niet over hem zullen praten maar een
aardig, veilig babbeltje zullen hebben over
een eenvoudig „meisje van buiten", die
een maand vacantie in Londen doorbrengt.
Nou, vooruit dan. Ik ben 24 jaar oud, woon
bij mijn ouders bij King's Lynn, werd op
gevoed in Cheltenham, houd van tuinieren
en paardrijden maar niet van jagen, wel
van dansen en van de schouwburg als ik
er eens toe kom. Ik logeer in m'n eentje
in een Londens hotel, ik ken betrekkelijk
veel mensen in Londen en dus verveel ik
me niet. Zo, dat lijkt me wel volledig."
„Redelijk", moest Jeremy toegeven. „Er
zijn natuurlijk wel andere dingen d.ie je
zou kunnen vertellen, maar per slot van
„Waarom zit je dasje zo raar?"
„Ik weet het niet, meneer."
„Wat zou je doen als je nu eens wilde op
vallen?"
„Ik zou het niet weten, meneer."
„Wie ben je wel?"
„Ik weet het niet, meneer. Ik bedoel, ik
heet.
Het is weer zover. In Leiden, Delft, Gro
ningen, Utrecht, Wageningen en Amster
dam kwamen duizenden jongens aan, ach
ter wie tientallen veelgeplaagde concierges
voor het laatst de schooldeur sloten. Een
paar honderd geven zich jaarlijks op als
aspirant-corpslid. Twee keer al stonden zij
aan de top van hun schoolwereldje, eerst
op de lagere school en daarna op HBS, ly
ceum of gymnasium. Vooral in die laatste
maanden voor het eindexamen waren zij
hoog gestegen in de achting van hun mede
scholieren, toen zij op schoolfeestjes al
vrijelijk sigaretten rookten en biertjes
dronken en van de leraren te horen kre
gen dat het aan henzelf werd overgelaten
of zij werkten of niet. Maar wederom is nu
hun positie tot die van een nietswaardige
beginneling gereduceerd.
Met die eerste haal van de tondeuze
voor velen één van de ergste ogenblikken
begint het dan. Golft links en rechts de
haardos nog als tevoren, in het midden
maaide het zoemende apparaat een brede,
witte baan. Spoedig valt dan de laatste lok
en wordt de pet voor het eerst opgezet.
Het papieren boordje en zwarte strikdasje
gaan om en de groentijd is begonnen. Door
zijn patroon, een oudere student, die hem
tijdens de groentijd met raad (maar slechts
in noodgevallen met daad) bijstaat, wordt
„het" groen naar de sociëteit gebracht,
waar op de binnenplaats al spoedig iemand
op hem afkomt en het boven geschetste ge
sprek met hem begint.
Er is in de loop der tijden al heel wat te
doen geweest over de groentijd. Onlangs
nog noemde een Amsterdamse professor
hem een „barbaarse uiting van Afrikaanse
negerstammen". Toen onze vaders jong wa
ren zou deze betiteling nog zo gek niet ge
weest zijn. Er was toen weinig toezicht en
er kwamen heel wat schandalen voor,
waarvan slechts een klein gedeelte aan het
licht werd gebracht door groenen die het
aandurfden. Zeer streng wordt er nu op
toegezien, dat geen misbruik wordt gemaakt
van de machtspositie der oudere studenten.
Een dergelijk misbruik wordt als een
schande voor het corps gezien. Wie er zich
aan bezondigt, riskeert royement zonder
aanzien des persoons.
Pas als iemand in het nauw komt leert
men hem kennen. Wanneer geen enkel
steunpunt zich meer voordoet en het
slachtoffer wild om zich heen grijpt om
niet roemloos te vallen, kan men zien wat
voor karakter hij heeft. Dit, en de noodzaak
om de eerstejaars geheel van voren te laten
beginnen, zijn de redenen, waarom de
groentijd blijft voortbestaan. Het voorzit
terschap van een schoolvereniging betekent
niets in het studentenleven, maar het is
ook niet belangrijk of men op school niet
geliefd was. Na de groentijd beginnen allen
met een reputatie als een onbeschreven
blad papier, behalve diegenen die zich in
die periode door het verraden van hun
jaargenoten ongunstig laten kennen of door
hun optreden karakter tonen.
Samen achttien heel zware dagen door te
maken schept een band tussen jaargenoten,
die altijd blijft voortbestaan. De enige
steun, die een groen kan verwachten, komt
van zijn jaargenoten die hem, wanneer er
even niet naar hen gekeken wordt, een
glas water brengen. Zo'n glas water kan
het mooiste moment van het eerste jaar
betekenen.
Twee dykvakken voor de Oosterpolder,
één van drie en een van zeven kilometer
lengte, zijn thans met elkaar verbonden. De
dijk ligt buiten het Keteldiep bij Kampen.
De speeltuinvereniging „Weltevreden"
hield Zondagavond op het terrein aan de
Spaarndamseweg een volksbal. Een bewo
ner van deze weg schrijft ons, dat het feest
bij hem en vele anderen ongenoegen heeft
gewekt. Is het nodig, vraagt de lezer, dat
kinderen een volksbal bezoeken? Dat komt
het speeltuinwerk niet ten goede. Daarbij
komt nog, vervolgt de bewoner van de
Spaarndamseweg, dat het feest op Zondag
avond is gehouden.
Van de zijde van het Verbond van Haar
lemse Speeltuinverenigingen deelt men ons
mee, dat kinderen beneden de leeftijd van
veertien jaar niet toegelaten werden. Het
is mogelijk, dat er kinderen over het hek
zijn geklommen. Af en toe is meegedeeld,
dat kinderen beneden veertien jaar geen
toegang hadden en ook zijn er enigen ver
wijderd. Het bal was bestemd voor ouderen
die entrée moesten betalen ten bate van de
kas. Tegen het houden van het bal op Zon
dag had het bestuur der organiserende ver
eniging geen bezwaar. Bovendien was er
op Zaterdagavond een volksbal op de in de
omgeving liggende speeltuin van „Door
Vrede Samengebracht".
Dat de omwonenden veel hinder van de
muziek hebben ondervonden wordt niet
aangenomen. Voor de dansvloer was het
geluid eigenlijk te zacht.
rekening heb je me net leren kennen, dus
ik mag ook niet alles verwachten."
Mary keek bedenkelijk.
„Je schijnt heel wat te willen weten. Als
je je afvraagt, of ik misschien verloofd
ben, dan is het antwoord „neen". Ook heb
ik geen gebroken hart, dat een beetje ver
zorgd moet worden."
„Gebroken harten zijn ouderwets. Ze
bestaan natuurlijk wel, maar dan ga je
alleen maar een beetje meer uit, praat wat
opgewondener en drink wat meer dan ge
bruikelijk. Dan blijkt het nog wel mee te
vallen ook. Toch verwondert het me wel
een beetje, want je was toch een van de
aantrekkelijkste verschijningen van gister
avond."
„Dat ligt er te dik op om een compliment
te zijn. Ik zag heel wat aardiger meisjes.
Maar zijn we eigenlijk niet gek, dat we
over dergelijke futiliteiten zitten te praten.
Ik zit maar met die affaire van die man,
die gisteravond vermoord is. Ik heb de
ochtendbladen over hem gelezen en de in
druk gekregen, dat hij in Amerika een be
kende figuur was."
Brooke liet een krant brengen. In de
Evening Standard stond een bericht uit
New York, waarin verschillende gevallen
werden opgesomd, waarbij Marshall assis
tentie had verleend. De naam van Bureess
werd niet genoemd.
(Wordt vervolgd).
ADVERTENTIE
van de meeste merken blijven bij
Stél niet uit wat ge heden doen kunt.
Publicatie der Nederlandse Vereniging van Radio-detailhandelaren.
Afd. Haarlem en omstreken.
Nou, dat die Bunkie trots was, op z'n overwinning, begrijp je zeker wel! Eerlijk
gezegd, had hij het niet durven verwachten.
Het was feest, toen ze allemaal weer thuis waren. Oom Tripje had koekjes meege
bracht en tante Liezebertha schonk een extra kopje thee.
Toen de krant 's avonds kwam ontdekte oom Tripje een bericht over de zeepkisten
raceen daarbij stond het portret van Bunkie, als overwinnaar! Toen ze hem
riepen en hem het bericht lieten zien, kreeg hij er zowaar een kleur van
„Ja", lachte oom Tripje. „We hebben nu een beroemdheid in huis!"
Bunkie lachte ook maar eens, maar hij voelde zich toch erg gestreeld; niet iedereen
komt zomaar met z'n portret in de krant te staan!
De zilveren beker, die hij gewonnen had, kreeg een ereplaats op hun kamertje. Daar
keek hij nog telkens naar toen ze al in bed lagen