„Investeringsbeperking is eigenlijk
kortzichtige politiek"
Maarschalk Slim
Voorbespreking te Pan Moen Dj on
door kolonel Tsjang afgebroken
Weerbericht
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Derde industrialisatie-nota
Geen Amerikaanse sancties tegen
landen die met Oost-Europa handelen
Invoerbeperking op kaas in V.S.
lokt zeer scherpe protesten uit
Britse Labourpartij
sluit de gelederen
Australisch eilandje
„bezet"
Er werken thans 12 meer personen in de industrie
dan op grond van de situatie in 1948 nodig werd geacht
Noordelijken weigeren condities te bespreken
Toestand van Koning
Gjporge gaat vooruit
Het woord is aan.
Maatregel van het Congres door de Nationale
Veiligheidsraad omzeild
Engelse employés moeten
uit Perzië weg
N.V.V. vindt Troonrede
zeer teleurstellend
Rechtstreeks van IJmuiden
naar Curasao gezeild
60e JAARGANG No 66
Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem.
Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd
redactie, Redactie en Administratie. Bijkantoor
jn Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230.
Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295.
Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom
DINSDAG 25 SEPTEMBER 1951
Haarlems Dagblad
295e JAARGANG No 230
Uitgave van de Grafische Bedrijven Damiate.
Verschijnt dagelijks beh. op Zon- en Feestdagen.
Abonnement per week 40 cent, per kwartaal
5.20, franco per post 5.70. Postgiro 273107.
Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar.
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
DE MERKWAARDIGE WOORDEN, die
de veldmaarschalk Sir William Joseph
Slim te Hannover tot een aantal Britse
generaals heeft gericht, verdienen enige
nadere overdenking. De Bi-itse chef van de
generale staf zeide, volgens de tekst die wij
gisteren aan de Tel. ontleenden: „Wij we
ten heus wel, dat onze geallieerden ver
schrikkelijk anders zijn dan wij Engelsen.
Die geallieerden zijn gehandicapt door alle
mogelijke tradities en politieke wanbegrip
pen. Wij Engelsen daarentegen zijn altijd
ruim van begrip. Wij kunnen de dingen
echt breed zien. Maar laat ik u dit zeggen,
mijne heren: hoe beroerd het ock voor u
allen moge zijn deze bondgenoten hier te
hebben, er is één ding dat nog erger zou
zijn: geen bondgenoten te hebben.''
De ironie des maarschalks over zijn land
genoten die „altijd ruim van begrip zijn"
en „echt breed zien" en die hij er niettemin
op attent moet maken dat het erger is geen
bondgenoten te hebben dan wel, bepaalt
zich niet tot generaals en niet tot „het
militair". In een onzer weekbladen is pas
weer eens betoogd, dat Groot-Brittannië er
toch toe bewogen moet worden de leiding
te nemen tot het bereiken* van politieke
eenheid in West-Europa. Onlangs heeft
Spaak nog hetzelfde staan beweren in een
Liberal Summer School in Oxford. Hij
deed het daar in een deels smekende,
deels bezwerende toon: geef ons toch lei
ding. Dergelijk betoog baat niets. Het lijkt
ook beneden de waardigheid van de volken
van het continent. Dat het niet baat valt
heel eenvoudig te verklaren. Leiding geven
in dit geval wordt natuurlijk bedoeld:
initiatief nemen, aanvoeren in een actie
kan men alleen als men van de noodzaak
dier actie diep overtuigd is en er dus warm
voor voelt. Welnu: de Britse openbare me
ning en ook de grote meerderheid der
Britse politici voelen voor federale Unie
van West-Europa, voor de schepping van
Verenigde Staten van West-Europa waarbij
iedere deelnemende staat ook en zélfs
Groot-Brittannië een deel van zijn sou-
vereiniteit aan een hoger, Europees gezag
zou moeten afstaan, niets. Zij staan tegen
over de landen en volken van het continent
sceptisch, moeilijk-begrijpend, in sommige
gevallen zelfs zonder enige sympathie. Men
kan daar een lange reeks verklaringen voor
gaan geven; misschien is de belangrijkste
wel dat de Britten, levend op een eiland,
zowel de voor- als de nadelen van die bij
zondere levensstaat tot uitdrukking bren
gen. Zij zijn altijd een zeevarend volk ge
weest en hebben dus veel van de wereld
gezien. Daar hebben zij voordeel bij be
haald, maar het heeft hen daarom niet met
begrip voor andere volken vervuld.
Zich sterk aaneensluitend op hun eiland
hebben zij immer geleerd hun eigen boon
tjes te doppen en zich minder met de an
dere volken vermengd dan die het onder
ling deden. Zij hebben zich altijd gevoeld
als verkerend in bijzondere omstandig
heden en daarom als een bijzonder volk.
In de landen van het continent, ook in het
onze, is de belangstelling voor buitenlan
ders in wezen veel groter dan in Engeland.
Voor ons zijn zij „buitenlanders", voor de
Engelsen veel meer „vreemdelingen": een
woord, dat wij tegenwoordig zelfs nauwe
lijks meer bezigen. Dit verschil in opvatting
heeft altijd bestaan en is groter geweest.
Maar nu zulk een vervaarlijke hervorming
als het scheppen van een boven-nationale
Unie, van een bondsstaat inplaats van een
statenbond, aan de orde is gesteld en door
tallozen op het vasteland als aanvaardbaar
en volkomen uitvoerbaar wordt gezien
blijkt, hoe groot het verschil nog is. Ver
moedelijk is geen enkel volk ter wereld zo
weinig als het Britse ertoe geneigd, tot zo
iets initiatief te nemen. Te Londen zou
men er misschien toe kunnen besluiten tot
zulk een federatie toe te treden als zij eerst
door anderen gevormd was, met succes was
gaan werken en het bepaald onmogelijk zou
blijken, erbuiten te blijven. Dan nog zou
men alles beproeven om er slechts een ver
drag mee te sluiten en in zijn bijzondere
positie te blijven. De zonderlinge geschie
denis van de mislukte pogingen om een
Kanaaltunnel te bouwen een plan, dat
de Fransen zo logisch en eenvoudig von
den en dat geen enkel werkelijk risico voor
Engeland opleverde is een kenmerkend
voorbeeld. Het nationale gevoel, opkomend
tegen een ook maar gedeeltelijk opgeven
van de afzondering, verzette zich ertegen.
Er is nog steeds geen Kanaaltunnel. Als die
er eens kwam zou men een grote stap ver
der zijn. Om een uitdrukking te bezigen,
die de maarschalk Slim ironisch op de
bondgenoten heeft toegepast: de Engelsen
worden gehandicapt door alle mogelijke
tradities.
Na de tweede wereldoorlog zijn wij al
len wat te optimistisch geworden omtrent
hun bereidwilligheid tot nauwer politieke
aaneensluiting. Er was dan ook wel wat
verandering, maar niet in de hoofdzaak.
Bovendien is de Britse buitenlandse politiek
nooit sterk tot initiatieven geneigd geweest:
Veeleer tot afwachten, tot de kat uit de
boom kijken, tot de opvatting dat men er
zich wel weer op de een of andere manier
doorheen zal slaan, als men eenmaal in
gevaar is geraakt. En dat is vaak gelukt.
Dat biedt ook meer kans op een eiland dan
op een vasteland, waar het gevaar dichter
voor de deur pleegt te staan en sneller te
naderen. Initiatieven die het geheel betref
fen moet men in het algemeen niet van
eilanden verwachten. Daar voelt men er de
minste aandrang toe. Het is al een heel
ding als men er zegt, dat men bondgenoten
nodig heeft. Dat heeft maarschalk Slim
nu gezegd: in vredestijd. Maar alleen in
militaire zin. Niet in politieke.
R. P.
De Australische minister van Luchtvaart,
William McMahon, heeft medegedeeld, dat
niet geïdentificeerde personen het eilandje
Browse, 180 km ten Noord-Westen van
Broome in West-Australië, hebben bezet.
Hij zeide: „De regering is nog niet zeker
van hun nationaliteit of plannen, doch wij
zijn van mening, dat zij geen kwaad in het
schild voeren. Zij schijnen op visvangst te
zijn en ik zou hen niet willen beschouwen
als personen, die zich blijvend op Austra
lisch grondgebied vestigen."
Volgens eerdere berichten zijn het Indo
nesiërs, die op het eiland zijn gekomen.
De minister van Economische Zaken heeft aan de Tweede Kamer een derde industriali-
satienota doen toekomen. Deze nota geeft een overzicht van de industriële uitbrei
dingen, welke tot stand zijn gekomen in de jaren, die reeds zijn verstreken van de
4 y2-jarige periode, waarop de industrialisatieschema's in de beide voorgaande nota's
betrekking hebben. Vervolgens wordt het industrialisatie-vraagstuk voor de naaste
toekomst behandeld in het licht van de thans heersende nieuwe omstandigheden. Ten
slotte bevat de nota een beschouwing over de noodzaak tot industrialisatie op langere
termijn.
van de winstvoet van groot belang. Voorts
moet rekening worden gehouden met de
invloed van de recente maatregelen op fis
caal en monetair gebied, welke pas in de
toekomst hun effect ten volle zullen doen
gevoelen.
De ontwikkeling van de Nederlandse in
dustrie blijkt uit de personeelsbezetting in
de periode van 1 Juli 1948 tot 1 Juli 1951.
Voor de gehele industrie blijkt de perso
neelsbezetting te zijn toegenomen van
1.400.000 tot 1.580.000 personen. Het tweede
kwartaal 1951 vertoont een zekere terug
slag, te verklaren uit de afzetmoeilijkheden,
waarmede enkele bedrijfstakken te kam
pen kregen.
In de tweede Industrialisatienota werd,
uitgaande van de situatie medio 1948, een
netto-toeneming van het aantal arbeids
plaatsen in de industrie met 125.000 in 4y2
jaar nodig geacht. Aangezien thans reeds
ongeveer 140.000 personen meer in de in
dustrie werken, is deze doelstelling in drie
jaar reeds met 12 overschreden. De be
langrijkste factor hierbij is geweest de de
mobilisatie van vele tienduizenden naar
Indonesië uitgezonden militairen. Deze de
mobilisatie viel in een periode, waarin do
industriële uitbreiding zeer gunstig verliep.
Productiestijging
De industriële ontwikkeling sinds 1948
blijkt voorts uit het verloop van de in
dustriële productie. Ten opzichte van 1943
was de industriële productie gemiddeld in
1949 en in 1950 respectievelijk 11 en 24
groter. De stijging van 1948 op 1950 met
24 is hoger dan naar evenredigheid nodig
zou zijn voor de vervulling van de taak
stelling volgens de vorige nota van 34
voor 4y2 jaar-
De productiestijging is voor een be
langrijk gedeelte aan de export ten goede
gekomen. Het volume van de industriële
uitvoer was in 1950 ruim 120 groter
dan in 1948, waardoor de in de tweede In
dustrialisatienota gestelde taak van 130
voor 1952/53 reeds bijna werd bereikt. Een
verhoging is echter noodzakelijk, aangezien
ook de invoer in Nederland sterker is toe
genomen dan waarschijnlijk werd geacht.
Tegenover de stijging van de export staat
een naar verhouding slechts geringe stij
ging van de binnenlandse afzet.
Investeringen
De totale investeringen (volgens het
prijspeil in 1948. bedroegen in 1950 1320
millioen. Gemiddeld werd per kwartaal in
1948 252 millioen. in 1949 297 millioen,
in 1950 330 millioen en in het eerste
halfjaar 1951 350 millioen geïnvesteerd.
Volgens het schema voor de periode 1
Januari 1948 tot 1 Juli 1952 zou totaal in
de industrie voor 5800 millioen moeten
worden geïnvesteerd. Het in 3'/2 jaar ge
realiseerde investeringsbedrag ad 4220
millioen blijft enigszins achter bij hetgeen
zou moeten zijn geïnvesteerd, namelijk
rond 4500 millioen.
Afzetmogelijkheden
Het vrijwel stabiel blijven van de bin
nenlandse consumptie betekende voor vele
bedrijfstakken een begrenzing van de afzet,
zodat hier en daar productie-dalingen op
traden. In de bedrijfstakken met ruime
afzetmogelijkheden, zijn grote uitbreidingen
tot stand gekomen. In vele onderdelen van
de metaalindustrie, de chemische industrie,
de textielindustrie en de voedings- en ge-
notmiddelenindusti'ie is dit het geval ge
weest.
In een uiteenzetting over het industriali-
satievraagstuk in de naaste toekomst wordt
de verwachting uitgesproken, dat afzetver-
minderingen ten dele als van voorbij
gaande aard kunnen worden beschouwd.
Zij kunnen gezien worden als een onver
mijdelijke terugslag op de hoge binnen
landse consumptieve vraag in de tweede
helft van 1950. Voor een deel liggen de
oorzaken der afzetvermindering echter
dieper. Enerzijds is een zekere verzadiging
van de „inhaalvraag" (gedeeltelijk gefinan
cierd door intering op spaargelden) opge
treden, anderzijds zijn de consequenties
van de regeringspolitiek met betrekking
tot de vermindering van de nationale be
stedingen voelbaar. Deze beide factoren
hebben een langdurige werking. Voor een
aantal industrieproducten moet daarom
rekening worden gehouden met een blij
vende vermindering van de binnenlandse
afzetmogelijkheden, totdat door jfeleide-
lijke bevolkingsgroei de vraag weer op het
oude peil wordt hersteld. Opdat de voort
gang van de industrialisatie in de naaste
toekomst hiervan geen ongunstige invloed
zal ondergaan, is het nodig dat voor de
afzetverminderingen compensatie wordt
gevonden. De noia wijst op verschillende
mogelijkheden: vergrote vraag naar goe
deren ten behoeve van de krijgsmacht en
toeneming van de export. Teneinde deze
laatste mogelijkheid te verwezenlijken zal
voortdurend gestreefd moeten worden naar
verlaging der productiekosten. Daarnaast
zal het gehele financieel-economische re
geringsbeleid moeten worden doortrokken
van de noodzaak tot exportbevordering. De
minister zal binnen afzienbare tijd mede
deling doen van de grondslagen, waarop
zijn beleid in deze richting zal worden ge
baseerd.
Financiering in de naaste
toekomst -
In de nota wordf voorts een overzicht
gegeven van de voornaamste factoren, die
het beeld van de financiering der industria
lisatie in de naaste toekomst zullen bepalen.
Gezien de grote betekenis der interne be
sparingen is de te verwachten ontwikkeling
Uitdrukkelijk wijst minister "Van den
Brink er in zijn nota op, dat grote voor
zichtigheid is geboden bij de uitvoering
van de door de regering voorgestane poli
tiek van beperking der investeringen op
grond van de onvermijdelijke vermindering
der nationale bestedingen. Immers, zo zegt
hij, een belangrijk deel der investeringen is
gericht op vergroting van de Nederlandse
productie-capaciteit, die een jaarlijks terug
kerende bijdrage tot dekking van het be
talingstekort kan opleveren. Het drukken
van dergelijke investeringen is daarom in
de grond der zaak een kortzichtige politiek.
Groei beroepsbevolking en
emigratie
In een beschouwing omtrent de industria
lisatie op lange termijn wordt allereerst
geraamd dat van de te verwachten groei
van de beroepsbevolking in de toekomstige
15 jaar 51 a 54 in de industrie zou moe
ten worden geplaatst. Berekend is de om
vang der jaarlijkse investeringen, die nood
zakelijk is ter opneming van de toeneming
der beroepsbevolking. Indien de emigratie
40.000 personen per jaar bedraagt, zou een
gemiddeld jaarlijks bedrag aan investerin
gen van i450 millioen gedurende de eer
ste vijf jaar voldoende zijn. Bij een emi
gratie van 20.000 personen per jaar wordt
het gewenste peil der indusrtiële investe
ringen ruim 100 millioen per jaar hoger.
Gedurende de tweede en derde daarna
volgende perioden van vijf jaar zal het in-
vesteringspeil belangrijk hoger moeten
zijn wegens de grotere toeneming der be
roepsbevolking in die jaren en de voort
gang der techniek. Bij een bevredigende
toeneming van het nationale inkomen zal
het deel van het inkomen, dat voor in
dustriële investeringen moet worden ge
bruikt, evenwel niet boven het huidige
percentage behoeven te komen.
De Amsterdamse rechtbank heeft de
gewezen Rotterdamse P.O.D.-ambtenaar Van
T. veroordeeld tot een gevangenisstraf van
drie jaar. Van T. legde tijdens een proces in
1947 een meineed af als gevolg waarvan de
Amsterdammer M. tot twee jaar gevangenis
straf werd veroordeeld.
Een nieuw bulletin over de gezondheidstoestand van Koning George van Engeland
werd gistermorgen acm het hek voor Buckingham Palace gehangen. Het luidde:
„De Koning heeft een rustige nacht gehad. Zijne Majesteits toestand van vanochtend
blijft zo gunstig als verwacht kan worden".
Te Londen is Maandagavond een bulletin
uitgegeven, waarin wordt medegedeeld dat
de krachten van de Britse Koning Maandag
zijn toegenomen.
Engelands bekwaamste medici blijven
met de grootste nauwlettendheid waken
over de gezondheid des Konings. Maandag
hebben zij nieuwe Röntgen-foto's laten ma
ken om er zeker van te zijn dat het geheel
of gedeeltelijk wegnemen van de long geen
gevolgen voor het hart heeft gehad.
Velerlei medische procédés en medicijnen
worden in gereedheid gehouden om te wor
den toegepast zodra de toestand van de
vorst een ongunstige wending zou nemen.
Ludwig Fulda:
De sterfelijke mens gelijkt op een
toneelspeler, die nooit verneemt
koe het stuk verder loopt, waarin
hij gedurende een bedrijf heeft
meegespeeld.
Het is de gevaarlijke crisisperiode, waarin
geen risico's genomen mogen wórden.
Het is te verwachten dat binnenkort uit
de leden van het Koninklijk Huis een re-
gentschapsraad zal worden gevormd ten
einde de plichten van de Koning over te
nemen gedurende diens herstel.
De Hertog van Windsor, de vroegere En
gelse Koning, is in Londen gearriveerd. Hij
heeft nog geen bezoek aan Buckingham
Palace gebracht.
TOKIO. (Reuter). Aan de vergadering
van heden van de verbindingsofficieren iu
Pan Moen Djon kwam plotseling een einde
toen de Noord-Koreaanse kolonel Tsjang
boos de kamer verliet. Hij had tevoren de
suggestie afgewezen, dat de verbindings
officieren bevoegd moeten zijn te spreken
over de voorwaarden voor hervatting der
bestandsbesprekingen. Er werd geen af
spraak gemaakt voor een volgende verga
dering.
In een heden te Londen opgevangen be
richt van het Chinese persbureau „Nieuw
China" werd de inhoud bekend gemaakt
van een boodschap van de Noordelijken
aan de verbondenen. Deze boodschap werd
door de Noordelijke verbindingsofficieren
gisteravond te Pan Moen Djon aan de ver
bindingsofficieren van de UNO overhan
digd.
De Noordelijken zeggen in hun bood
schap, dat zij op de afgesproken bijeen
komst, welke heden plaats greep, zouden
spreken over het tijdstip en alleen hier
over voor het hervatten van de wapen
stilstandsbesprekingen te Kaesong".
In de Noordelijke boodschap werd ver
der gezegd, dat het vraagstuk betreffende
het handhaven van de neutraliteit van het
gebied van Kaesong moet worden behan
deld door een instantie, die op de eerste
bijeenkomst na het hervatten van de wa
penstilstandsbesprekingen zou moeten wor
den opgericht.
Volgens een bekendmaking van het
hoofdkwartier van Ridgway had deze zijn
verbindingsofficieren opdracht gegeven
„die omstandigheden te scheppen, waaron
der de wapenstilstandsbesprekingen de
snelste voortgang kunnen hebben". Vol
gens deze bekendmaking heeft kolonel
Kinney de Noordelijken meegedeeld, dat
de meeste moeilijkheden, die te Kaesong
waren gerezen, zich niet zouden hebben
voorgedaan, indien zij hadden ingestemd
met Ridgway's oorspronkelijke voorstel,
de conferentie aan boord van het Deense
hospitaalschip „Jutlandia" te houden.
Slechte vooruitzichten
De vooruitzichten voor een hervatting
van de bestandsbesprekingen zijn thans
slechter dan ooit, zo verklaarden politieke
en militaire waarnemers te Tokio vanoch
tend. De Noordelijken willen over niets
anders spreken dan over het tijdstip van
hervatting der besprekingen te Kaesong,
terwijl generaal Ridgway er op staat, de
conferentie op een andere plaats voort te
zetten.
De Perzische regering heeft bevolen dat
de nog resterende 350 Britse employés dei-
olievelden voor volgende week Donderdag
Perzië moeten verlaten.
Premier Mossadeq zeide van mening te
zijn dat de besprekingen met Engeland ge
heel zijn dood gelopen.
„Samenwerking met
regering is in gevaar"
In een te Enschedé gehouden rede heeft
de voorzitter van het N.V.V., de heer H.
Oosterhuis, volgens het verslag van Het
Vrije Volk verklaard, dat de Troonrede
naar het gevoelen van het N.V.V. in wel
haast elk opzicht teleurstellend is. „Nergens
vindt men een aankondiging van een
krachtig sociaal beleid. Buitengewoon te
leurstellend is de beperking van het bouw
plan tot 40.000 woningen", aldus de heer
Oosterhuis, die nog enkele punten van het
sociaal beleid noemde waarmede het N.V.V.
niet kan instemmen.
„Wij zijn niet van plan", zo zei hij, „in
dit alles te berusten. Wij wijzen deze ge
vaarlijke onsociale politiek van de hand.
Blijft men ongevoelig voor onze eisen, dan
dwingt men ons, uit de samenwerking met
regering en werkgevers te treden en terug
te vallen op onze oude strijdpositie."
De Amerikaanse nationale veiligheids
raad heeft Maandag alle West-Europesc
landen in de organisatie van het Atlantische
verdrag uitgezonderd van het verbod van
het Congres, volgens hetwelk geen Ameri
kaanse hulp wordt verleend aan landen,
die strategisch materiaal aan de Oost-Euro-
pese landen en China leveren.
In de raad, waarvan president Truman
voorzitter is, hebben de ministers van Bui
tenlandse Zaken en Defensie zitting.
Ook voor West-Duitsland werd een uit
zondering gemaakt.
De raad was van mening, dat hij de
maatregelen moest nemen met het oog op
de veiligheid van de Verenigde Staten. Hij
had eerder al een uitzondering gemaakt
voor Irak, Libanon, Syrië, Birma, Afgha
nistan, India, Noorwegen en Oostenrijk.
De raad was van mening dat deze landen
in het algemeen de meeste handel drijven
met de niet-communistische landen en dat
deze handel van wezenlijk belang is voor
de Amerikaanse defensie.
Volgens de raad zijn de goederen, die nog
van het Westen naar het Oosten worden
gezonden, grotendeels van secundaire stra
tegische betekenis en bedoeld om essen
tiële goederen terug te kunnen ontvangen.
In dit verband werd verklaard, dat alle be
trokken landen een volledig embargo hand
haven ten aanzien van verschepingen van
wapens, munitie en ander oorlogstuig naar
landen van het Russische blok.
Antwerpse firma gestraft
Het Amerikaanse departement van Han
del heeft sancties getroffen tegen de Ant
werpse firma Stevens, die zich schuldig
heeft gemaakt aan de uitvoer van strate
gisch materiaal naar Tsjechoslowakije.
Genoemde firma zou namelijk een lading
molybdeenkalk, die jzij in de Verenigde
Staten had besteld, naar Tsjechoslowakije
hebben doorgezonden, hoewel bij de be
stelling verzekerd was, dat deze grondstof
in België zou blijven.
Volgens de officiële bekendmaking had
zij „deze valse verzekering gegeven wel
wetende, dat de uitvoervergunning gewei
gerd zou worden, indien de lading bestemd
was voor Tsjechoslowakije".
Volgens hetzelfde bericht zou de Ant
werpse firma getracht hebben zich te ver
dedigen met de opmerking, dat deze „com
merciële leugen bedoeld was om de con
currentie te bestrijden".
Het Amerikaanse departement van Han
del heeft besloten geen leveranties meer
te doen aan de Antwerpse firma zolang de
controle op de uitvoer van kracht blijft.
GENèVE (Reuter). De Nederlandse en
de Deense delegaties bij de conferentie van
de landen der algemene overeenkomst voor
handel en tarieven hebben gisteren krach
tig geprotesteerd tegen de onlangs door de
Verenigde Staten ingestelde invoerbeper
kingen voor zuivelproducten. De leider van
de Deense delegatie wees er op, dat de
Deense kaasinvoer in de Verenigde Staten
nog geen half percent van de totale Ame
rikaanse kaasproductie vormt, en derhalve
geenszins nadelig voor de belangen der
Amerikaanse producenten kan worden ge
acht. Bovendien zou zelfs dit geen bezwaar
mogen zijn, daar het immers het doel van
de algemene overeenkomst is een zo groot
mogelijke concurrentie in de internationale
handel te bevorderen, zo zeide hij.
De leider van de Nederlandse delegatie,
de heer Van Blankenstein, zeide, dat de
door Amerika vastgestelde beperkingen
naar de mening der Nederlandse regering
in strijd zijn met de algemene beginselen
der overeenkomst inzake handel en tarie
ven, welke beogen de bevordering van de
LONDEN (Reuter). De tegenstellingen
in de Britse socialistische partij tussen
Attlee en de zijnen en de aanhangers van
Bevan, die een meer links standpunt in
nemen, zijn, voor de duur van de verkie
zingscampagne, op de achtergrond gescho
ven. Het nationale partijbestuur heeft
Maandagavond twee uur vergaderd om de
richtlijnen, voor deze campagne aan te ge
ven. Bevan heeft aan het opstellen hiervan
medegeholpen.
Maandag begint de jaarlijkse conferentie
der Britse socialistische partij. In verband
met de komende verkiezingen is dienaan
gaande het volgende besloten:
De duur van deconferentie zal van vijf
dagen tot twee en een halve dag worden
verminderd. Zij zal hoofdzakelijk ten doel
hebben de partij zo sterk mogelijk te ma
ken voor de verkiezingen.
De plaatselijke partij-afdelingen hebben
honderden resoluties ingezonden over „de
kosten van het levensonderhoud" en andere
onderwerpen. Deze zullen thans niet in
behandeling worden genomen.
De jongste, uitgebreide verklaring o\>er
de partijpolitiek die Bevan en drie van zijn
medestanders in het nationale partijbe
stuur net wilden ondertekenen, zal niet
worden besproken. Ter conferentie zal een
veel kortere verklaring, die de basis zal
vormen voor een verkiezingsmanifest, wor
den besproken.
Het verkiezingsmanifest, dat Zondag
avond gereed zal zijn, zal met de algemene
goedkeuring van het nationale partijbe
stuur worden uitgevaardigd. Premier Attlee
zal Maandagmiddag het debat over de
partijpolitiek openen.
Churchills „schaduwkabinet" zal Dins
dag bijeen komen ter bespreking van een
gewijzigd verkiezingsmanifest der conser
vatieven, dat Churchill bezig is op te stel
len. Men verwacht dat de conservatieven,
die van mening zijn alle kans te hebben na
de verkiezingen met de handzame meer
derheid in het Lagerhuis te kunnen terug
keren, zich pas na de conferentie der socia
listen over hun politiek zullen uitspreken
en dat zij dan tot een algeheel „offensief"
zullen overgaan.
uitbreiding van handel tussen de leden-
landen. Hij wees er voorts op, dat de pro
ductie en uitvoer van kaas van groot be
lang zijn voor de Nederlandse economie. In
de eerste helft van dit jaar had de Neder
landse kaasuitvoer naar de Verenigde Sta
ten het vooroorlogse niveau bereikt van
ruim 2</2 millioen pounds, doch de uitvoer
in de toekomst zou ernstig door de nieuwe
beperkende maatregelen geschaad worden.
Hij voegde hier nog" aan toe, dat de Neder
landse kaas bestemd is voor een speciale
categorie van kopers, die bereid zijn voor
deze kaas een hogere prijs te betalen dan
voor Amerikaanse kaas.
Canada gebelgd
De Canadese afgevaai'digde deelde mede,
dat de Canadese regering er op voorbereid
is, om een klacht tegen de Verenigde Sta
ten in te dienen en over te gaan tot vergel
dingsmaatregelen en andere stappen, die
haar volgens artikel 23 van de algemene
overeenkomst zijn toegestaan. Een en ander
zal afhangen van de gebeurtenissen in de
eerstkomende dagen.
De Amerikaanse vertegenwoordiger gaf
toe, dat de Amerikaanse invoerbeperkingen
een schending van de algemene overeen
komst vormden. Hij deelde mede, dat er
ernstig gepoogd wordt, om dat deel van de
wet op de defensie-productie, waarbij de
beperkingen worden ingesteld, in te trek
ken. Men mag volgens hem uit dit incident
niet afleiden, dat de fundamentele politiek
der Verenigde Staten gewijzigd is. De Ame
rikaanse steun aan de algemene overeen
komst voor tarieven en handel blijft onver
anderd.
Nadat de afgevaardigden van Italië,
Nieuw-Zeeland, Australië, Engeland en
Noorwegen zich allen tegen de Ameri
kaanse maatregelen hadden uitgesproken,
stelden de Deense en Nederlandse delega
ties voor het punt op de agenda te houden,
in afwachting van verdere ontwikkelingen
in de V. S. Dit voorstel werd aangenomen.
De heer E. W. Lamberti uit Valkenburg
is op 7 Augustus met drie tochtgenoten
met de kruiser „Anna Elisabeth" voor een
zeiltocht naar Curagao uit IJmuiden ver
trokken. Het gezelschap is Zondag, zonder
tussenhavens te hebben aangedaan, na een
tocht van 47 dagen in Willemstad aange
komen.
De kruiser is 11.40 meter lang en 3.20
meter breed
ENKELE BUIEN
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Dins
dagavond tot Woensdagavond, opge
maakt te 10 uur:
Wisselende bewolking met plaatselijk
enkele buien. Matige tot krachtige
wind uit' Zuidelijke richtingen. Van
nacht minder koud, overigens ongeveer
dezelfde temperaturen.
26 September
Zon op 6.30 uur, onder 18.32 uur.
Maan op 0.40 uur, onder 17.08 uur.
Hoog en laag water in IJmuiden
Dinsdag 25 September
Hoog water: 11.13 en 23.57 uur.
Laag water: 6.11 en 1846 uur.
Woensdag 26 September
Hoog water: 12.44 uur.
Laag water: 7.47 en 20.17 uur.