Wat is het uitgangspunt der
bespreking met prof. Supomo?
^ïïptTOSCA
■Clowntje Rick
Een hand uit
het verleden
Kerko Cable Shirt
vahKimmeriacde
Nieuw conflict
in IJmuiden
Nieuwe uitgaven
TWEEDE KAMER VRAAGT:
Burgerlijke stand
van Haarlem
Administrateur Haarlems
ziekenfonds jubileert
Veertig jaar verkoopster
O.V.B. adviseert:
Niet varen"
Wat in rook opgaat
Ontspanningsavond voor
ouden van dagen
Voor de kinderen
Nieuwe gebouw der
Rubberstichting geopend
FEUILLETON
door Andrew Mackenzie
(Uit het Engels vertaald)
DINSDAG 30 OCTOBER 1951
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
In het Voorlopig Verslag der Tweede
Kamer over de begroting van Uniezaken
en Overzeese Rijksdelen wordt algemeen
de teleurstelling uitgesproken, dat blijkens
de Memorie van Toelichting een algemene
uiteenzetting van het regeringsbeleid met
betrekking tot de Uniezaken overbodig
wordt geacht.
Ook al kan naar het ooi-deel van de re
gering thans nog niet worden geopenbaard
tot welke conclusies de vertrouwelijke be
sprekingen met de bijzondere vertegen
woordiger van Indonesië, prof. Supomo,
hebben geleid, toch meenden vele leden
desniettemin de vraag te mogen stellen, of
eveneens geen nadere mededeling kan
worden gedaan over het uitgangspunt dezer
besprekingen.
Deze leden brachten in herinnering, dat
ongeveer gelijktijdig met de aankomst hier
te lande van prof. Supomo, president Su
karno zich in het openbaar uitspraken
heeft geoorloofd, volgens welke door hem
de opheffing der unie wordt beschouwd als
een definitieve verbreking van de laatste
banden met Nederland, waartoe diende te
worden overgegaan wegens Nederlands
houding in zake de kwestie-Nieuw Guinea.
Tot welke stappen zo vroegen deze
leden hebben deze uitspraken de Neder
landse regering aanleiding gegeven en was
ADVERTENTIE
Haarlem. 27 Oct. 1951
GEHUWD: 27 Oct.: E. Kaemmerer en F.
G. J. Out. H D. Voofen en J. A. van Gelder.
BEVALLEN van een zoon: 25 Oct.: S. C.
ReedijkSchuurhof. M. VerburgVan Es. 26
Oct.: H. M. Kassing—Hartman. A. G. Jonker
—Hooft. P. van der Molen—Van Teulingen.
M. J. HerberRosenberg. 27 Oct.: A. M.
HoekstraDijkstra.
BEVALLEN van een dochter: 26 Oct.: P.
MeenderinckPeper. IJ. C. de GraaffWitte-
veen. G. de BoerHogeveen.
OVERLEDEN: 25 Oct.: J. J. Nuijens, 41 j-,
Maerten van Heemskerkstraat. H. J. Driesen,
82 j., Maerten van Heemskerkstraat. 26 Oct.:
F. Bak, 87 j., H. J. Koenenstraat. J. C. van
der Zoo de Jong—Tjassens Keiser, 87 jaar,
Oranjeplein.
Haarlem, 29 Oct. 1951
ONDERTROUWD: 29 Oct.: W. J. Admiraal
en E. J. Vaupell. J. W. J. van den Broek en
M. Kuindersma.
BEVALLEN van een zoon: 26 Oct.: M. W.
H. Meiland—Habraken. 27 Oct.:iJ. C. K. Dui
kerVernooij. W. K. SchaferDe Klerk. C.
Geels—Wehnes. 28 Oct.: E. W. Dam—Kort-
houwer. H. E. LiefrinkPieters. N. Spie-
ringsDe Jager. J. L. BarmentloSteenkist.
M. F. GevenJansen. 29 Oct.: J. J. Doezie
Van der Reep.
BEVALLEN van een dochter: 26 Oct-: H. G.
Gilhuijs—Von Magius. 27 Oct.: M. de Waard—
Vermaat. W. C. van VelzenBennik, J. B-
LohrmannVan Koningsbrugge. 28 Oct.: C.
M, H. Twisk—Essenberg. C. J. DestréeVan
Woerkens. 29 Oct.: M. M. GlandorfSijm.
OVERLEDEN: 24 Oct.: P. Wubben, 74 jaar,
Maerten van Heemskerkstraat. 27 Oct.: L. J-
van der Tweel, 71 j., Schotersingel. L.
Breek, 87 j., Westerhoutpark. B. P. Vader,
60 j., Maerten van Heemskerkstraat. A. M-
DuijnDuijndam, 42 j., Kamperlaan. 28 Oct.:
F. M. Buschman, 3 d., Zijlweg. Boh Dalipa,
63 j., Stuijvesantplein. F. J. de Graaf, 82 j
Rijksstraatweg.
ADVERTENTIE
voor ƒ11.50
in 5 prachtige pasteltinten met vast
boord, dubbel front en 3 mouwlengten,
gegarandeerde kwaliteit,
ligt voor U klaar bij
Spaarnwouderstr. 47 - 80 - Tel. 21392
het resultaat daarvan zodanig, dat naar de
overtuiging der regering voor de bespre
kingen met prof. Supomo een voldoende
basis van goede trouw aanwezig bleef?
Vele andere leden wensten vast te stel
len, dat het tot de onmogelijkheden behoort
een unieverband te handhaven, indien een
der beide partners zulks met alle geweld
niet meer wenst. Daarom mag men, indien
een der beide partijen een uitvoerige dis
cussie wenst over de moeilijkheden met het
uniestatuut, zulks niet beletten. Zulke be
sprekingen zouden aan vruchtbaarheid
winnen, indien van Indonesische zijde dui
delijk werd gezegd wat men wenst.
Vele leden vroegen of op enigerlei wijze
overleg met Indonesië heeft plaats gehad
over de inhoud van het vredesverdrag met
Japan. Het herstel van de tijdens de Japan
se bezetting zwaar beschadigde Nederland
se ondernemingen in Indonesië kan als een
gemeenschappelijk belang van Indonesië
en Nederland worden aangemerkt. Is er,
zo vroegen zij voorts, ook overleg gepleegd
met de Indonesische regering in zake Ne
derlands gerechtvaardigde claim op scha
devergoeding aan alle tijdens de bezetting
in Indonesië geïnterneerde Nederlanders,
de burger-geïnterneerden niet uitgezon
derd?
Ambonezen en
Indische Nederlanders
Vele leden waren van oordeel dat Neder
land met de kwestie der Zuid-Molukken
in directe aanraking blijft vanwege het
verblijf van ongeveer 13.000 Ambonezen
in Nederland.
De Nederlandse regering dient volgens
vele andere leden de Ambonezen duidelijk
te maken, dat zij in de Indonesische samen
leving thuisbehoren en daar dezelfde kan
sen hebben als andere loyale Indonesische
staatsburgers. Daarom vroegen deze leden
of de Nederlandse regering de mogelijkheid
van terugkeer der Ambonezen heeft nage
gaan.
Vele leden gaven hun grote bezorgdheid
te kennen over de grote groep van sterk op
Indonesië georiënteerde zogenaamde Indi
sche Nederlanders. Op 27 December 1951
verstrijkt de mogelijkheid op eenvoudige
wijze het Indonesisch staatsburgerschap te
verkrijgen. Deze leden vroegen of het niet
op de weg ligt van de Nederlandse rege
ring ten spoedigste overleg te openen met
de Indonesische reeering over de mogelijk
heid de optie-termijn te verlengen.
Van andere ziide werd gepleit om de
mogelijkheid te bespoedigen Indische Ne
derlanders gelegenheid te geven naar Su
riname te emigreren.
Het zal op 1 November een kwart eeuw
geleden zijn dat de heer A. H. Beenhakker
in dienst trad van Haarlems Ziekenfonds.
De jubilaris, die administrateur van Haar
lems Ziekenfonds is, bekleedt in het zieken-
mndswezen tal van functies, waarin hij zich
in hoge mate verdienstelijk heeft gemaakt.
Zo is hij onder meer bestuurslid van de
Federatie Maatschappij-ziekenfondsen te
Utrecht, bestuurslid van Centraal Overleg
Ziekenfondsen en secretaris van de besturen
der in Haarlem werkende ziekenfondsen. Hij
is voorts adviseur van het medisch controle
bureau aan het Frans Halsplein in Haarlem.
Op Zaterdag 10 November zal de heer
Beenhakker 's middags om half drie recipië
ren in restaurant Brinkmann.
Een afscheid bü de Raad van Arbeid
Na een werkzaamheid van bijna 31 jaren
aan de Raad van Arbeid heeft de heer K.
Strijbosch, hoofdcommies-chef van de af
deling Comptabiliteit, Maandagmiddag af
scheid genomen wegens zijn benoeming tot
Inspecteur bij de Rijksverzekeringsbank.
Te midden van het voltallige personeel is
de scheidende functionaris hartelijk toe
gesproken door de voorzitter mr. H. B.
Wildt Meyboom, die hem dank bracht voor
het vele verdienstelijke werk, dat hij in
aller belang in een lange reeks van jaren
heeft verricht. Hij prees daarbij de kun
digheid, de hulpvaardigheid en de ijver
van deze plichtsgetrouwe ambtenaar, die
bovendien als docent zo vele jongeren in
opleiding heeft gehad. Onder aanbieding
van de beste wensen in zijn nieuwe functie
werd hem als blijvende herinnering namens
alle medewerkers een gekleurde ets ter
hand gesteld.
De heer Strijbosch, die vergezeld was
van zijn echtgenote en zijn dochter, dankte
zichbaar getroffen voor deze huldiging. Hij
zeide dat het hem heel moeilijk viel af
scheid te nemen van deze hem zo ver
trouwde omgeving en van de grote schare
van bevriende medewerkers. Hij eindigde
met de verzekering, dat hij, met opgewekt
heid zijn nieuwe taak aanvaardend, de
Haarlemse jaren steeds als zijn beste
levensjaren zou blijven beschouwen.
Het zal Donderdag 1 November veertig
jaar geleden zijn dat mejuffrouw C. M. Metz,
Vrouwenhekstraat 2 te Haarlem, als ver
koopster in dienst trad bij Wisbrun en Liff-
mann, sinds 1946 modemagazijn Funke ge
heten. De jubilaresse zal op Vrijdag 2 No
vember in de zaak aan de Grote Houtstraat
gehuldigd worden.
De sociale rust in het IJmuidense trawl-
visserijbedrijf is de laatste tijd ver te zoe
ken: nauwelijks is het geschil over de dag
loontabellen in een „staakt het vuren" ge
ëindigd, of er doemen nieuwe moeilijk
heden op, die aan het eind van het verse-
haringseizoen de normale gang van zaken
dreigen te verstoren. De kern van het
nieuwe conflict ligt in de lossingsmoeilijk
heden die er toe geleid hebben, dat de
IJmuidense reders medio October besloten
over te gaan tot een „pool" voor de prijzen,
waarnaar de percentages voor de beman
ningen berekend worden. Vele haringtraw
lers moesten namelijk tot in de middag blij
ven liggen wachten op een losbeurt en dan
was het schip bijna zo goed als zeker tot de
vismeelfabriek veroordeeld met alle finan
ciële consequenties van dien. Er werd toen
besloten een gemiddelde prijs af te spreken,
zodat de slechte besommers, die buiten hun
schuld de dupe werden van een late los
beurt, een handje geholpen werden door de
gelukkiger broeders. Daar kwam bij, dat
de vismeelprijs daalde, ook al tengevolge
van deze situatie en het resultaat werd, dat
er een gemiddelde prijs ontstond voor op
gevangen haring van 7.50 per kist, waar
naar met de bemanningen werd afgerekend
en niet langer naar de volle 10,
Deze gang van zaken heelt echter diverse
opvarenden in het geweer gebracht, nu er
afgerekend gaat worden en Maandag waren
zij onder auspiciën van het (niet erkende)
O VB in IJmuiden bijeen ter bespreking van
de situatie, die op dat moment zo was, dat
er vijf trawlers binnen bleven, omdat de
meeste opvarenden geen genoegen namen
met de afrekening naar 7,50, maar afre
kening naar de volle 10,verlangden.
Tenslotte werd er een advies van de
O.V.B. uitgebracht: niet varen voor er een
bevredigende oplossing gevonden is en er
voor zorgen, dat de schepen die wel gaan
varen op de gewenste 10,regeling ver
trekken met hun eigen équipage.
ADVERTENTIE
Wy roken thans meer sigaretten,
maar minder sigaren dan vroeger
In het maandblad van het Centrale
Bureau voor de Statistiek vinden wij ge
gevens over het gebruik van rookartikelen
in ons land.
In 1938 werd door de Nederlanders
voor 131.800.000 verrookt, in 1949 was
dit al gestegen tot 535-500.000, over 1950
wordt het (het juiste cijfer is nog niet be
rekend) ongeveer 600.000.000 en voor
1951 komt het zelfs boven de 625.000.000.
Per hoofd berekend is dat in 1938 15,19;
1949: 53,82; 1950 ruim 58; 1951 ruim
61. Bij deze vergelijking moet natuur
lijk de waardevermindering van het geld
in aanmerking genomen worden.
Bekend is dat er nu minder sigaren,
maar meer sigaretten dan vroeger ver
bruikt worden. Het gemiddelde verbruik
per hoofd was in 1938: 143 sigaren, 36
eigarillos, 549 sigaretten en 116 gram
rooktabak. Voor 1951 zal het worden 61
sigaren, 13 eigarillos, 823 sigaretten 'en
107 gram rooktabak. Tabak is dus vrijwel
hetzelfde gebleven. Nu roken wij gemid
deld per hoofd 82 sigaren en 23 eigarillos
minder, maar 274 sigaretten meer. Voor
1 sigaar zijn dus 3 sigaretten in de plaats
gekomen. Het gemiddelde verbruik van
tabak is in die jaren dus niet toegenomen.
De Johez Ontspanningsvereniging heeft
een groot aantal leden van de Haarlemse
afdeling van de Algemene Bond Ouden
van Dagen gisteravond in gebouw Sint
Bavo een fleurig en rijk-gevarieerd klein-
kunstprogramma voorgezet.
De leden van het gemengd koor, de to
neelgroep en de operette club zetten hun
beste beentje voor, zulks tot groot ge
noegen van de oudjes, die de prestaties op
de planken blijkbaar zeer waardeerden.
Het gemengd koor opende het program
ma met enige geestelijke liederen, waarna
de operette-club enige zang-soli ten beste
gaf. De toneelgroep bracht een tweetal vlot
gespeelde blijspelletjes voor het voetlicht.
KERKELIJKE HERDENKING IN
SANTPOORT VAN DE HERVORMING
Woensdagavond wordt in de Hervormde
kerk in Santpoort een dienst gehouden ter
herdenking van de Kerkhervorming. Het
woord is deze avond aan dr. D. ter Steege.
Het Nederlands Hervormd Kapelkoor ver
leent medewerking.
„Wel.... toen liep ik daar in een heel vreemde stad", zei Pilon. „Ik vond het een
aardige stad en ik keek m'n ogen uit naar die straten met mooie huizen en die
drukte.Maar toch voelde ik me wel 'n beetje raar en eenzaam. Want wat zou ik
moeten beginnen? Ik liep daar zo helemaal alleen in een vreemde stad! En hoe zou
ik ooit weer in mijn eigen dorp terug kunnen komen, daar ergens heel, heel ver weg?
En toen schrok ik, want ik hoorde opeens mijn naam noemen! Maar toen ik daar Rick
en Bunkie op me af zag komen.o, wat was ik toen blij!"
„Wij ook, Pilon!", riep Bunkie.
„Nou, dat is dan het hele verhaal van mijn rare avontuur", zei Pilon.
Ze zaten allen een ogenblikje stil te denken. Toen nam oom Tripje hét woord.
„Ja, nu moeten we dus eens goed afspreken, wat er moet gebeuren", zei hij. Misschien
kunnen we er achter komen, hoe Pilon naar zijn eigen land terug kan komen. Maar
zo lang moet hij toch een thuis hebben, dusblijft hij voorlopig maar bij ons
logeren!"
„Hoeraaa!", juichten de jongens in koor.
En toen kwam tante Liezebertha met het eten.
Caspar Höweler. Inleiding tot de
Muziekgeschiedenis (vijfde druk)
Uitgeverij H. J. Paris, Amsterdam.
Er is in Nederland geen tekort aan boeken
over de geschiedenis der muziek, maar het
is niet overdreven te zeggen dat de „Inlei
ding tot de Muziekgeschiedenis" van Caspar
Höweler, waarvan de eerste druk in 1927
verscheen, en die nu aan haar vijfde oplage
is, tot de meest practische bij het onderwijs
gerekend kan worden. Ondanks de beschei
den titel, die zou doen vermoeden dat het
werk maar een aanloop is tot de muziek
geschiedenis ten hoogste een soort studie
plan, bevat het zowat alles wat men aan
kennis van dit uitgebreide boek van een
afgestudeerde muziekstudent verlangen
kan. Inleiding is ten slotte alle in studie
boeken verwerkte leerstof; immers slechts
het practische contact met het werkelijke
muziekleven kan de volheid van weten en
oordelen bewerkstelligen. Doch de „Inlei
ding" is onontbeerlijk en zij heeft te meer
waarde naarmate zij bevattelijk en paeda-
gogisch ingekleed is. En juist op dat kapitale
punt is het werk van Höweler voortreffelijk
te noemen. Ook omdat het er telkens weer op
wijst waar de muziekstudent terecht kan om
zich algemeen te ontwikkelen. Het prikkelt
tot verdere studie, ook buiten de muziek.
Sinds de vierde druk van 1946 heeft het
werk van Höweler een geheel ander aspect
gekregen dan voorheen, doordat de schrijver
zijn tekst omwerkte tot de gewone leestrant,
waar deze vroeger de leerstof bondig gere
sumeerd weergaf. Het boek is er heel wat
dikker door geworden, maar het zal voor
velen aangenamer lectuur zijn.
De „bijlagen", die ruim honderd pagina's
beslaan zijn als het ware een boek op zich
zelf, waarin men vrij uitvoerig en steeds zeer
bevattelijk ingelicht wordt over de ontwik
keling van het muziekschrift, over die in
strumenten, kunstsoorten en vormen, als
mede over ons toonstelsel en zijn stemmin
gen en de geschiedenis der musicologie. De
tabellen die het boek besluiten vormen een
uitstekend middel om een bepaald hoofdstuk,
dat men onderhanden heeft gehad, te memo
reren. Van practisch nut is ook een lijst voor
de uitspraak van vreemde woorden en een
opgave van gramofoonplaten, die als klin
kende illustratie bij het leerboek te gebrui
ken zijn.
Aldus voldoet Höweler's werk geheel aan
de eisen die men aan een goed leerboek der
muziekgeschiedenis stellen kan, niet het
minst door de duidelijke omlijsting in stijl
perioden, die de evolutie cultuurhistorisch
doet zien. Maar ook zij die niet van plan
zijn ooit examen in het muziekvak te doen,
doch er niettemin op uit zijn veel te weten
en te begrijpen omtrent de toonkunst, zullen
er zich geestelijk mee kunnen verrijken.
Twijfelachtige anecdotes zullen zij er niet in
vinden, maar wel de positieve dingen die
heel wat meer betekenen voor de ontwik
keling van het muziekbesef.
JOS. DE KLERK
BINNENLAND
Het za! nog wel twee jaar duren voor
de directie van de Nederlandse Spoorwegen
een begin zal laten maken met de bouw van
een nieuw station te Nijmegen.
De gemeenteraad van Goes heeft be
sloten een geldlening van een half millioen
aan te gaan voor het bouwen van een aantal
woningen.
In de Witte de Withstraat te Amsterdam
is een melkauto op de tramrails geslipt. De
wagen schoot naar de linker weghelft, reed
eerst een groenteman, die achter zijn wagen
liep, en vervolgens een wielrijder aan. De
groenteman liep enkele lichte kwetsuren op.
De wielrijder, de molenaar van de molen
aan de Haarlemmerweg, liep een schedel-
basisfractuur op en overleed enkele ogen
blikken na het ongeluk.
De Raad van Vakcentralen heeft de
minister van Sociale Zaken verzocht bin
nenkort aan de arbeiders, geplaatst bij de
gemeentelijke sociale handwerkobjecten, de
brandstoffentoeslag van f 3,60 per week te
geven, die reeds aan diegenen verstrekt
wordt, die in de sociale bijslagregeling zijn
opgenomen.
De echtgenote van ds. H. van Leeuwen,
predikant bij de Christelijk Gereformeerde
Kerk te Delft, heeft het leven geschonken
aan drie jongens.
Bq de Sociaal Economische Raad is door
de Bond van Nederlandse Schilderspatroons,
de R.K. Bond van Schilderspatroons „St.
Lucas", de Nederlandse Bond van Christe
lijke Schilderspatroons, de Algemene Neder
landse Bouwarbeidersbond, de R.K. Bouw
vakarbeidersbond „St. Joseph" en de Neder
landse Christelijke Bouwarbeidersbond een
ontwerp ingediend voor een bedrijfschap in
het schildersbedrijf.
De ambassadeur van de Federale Duitse
Republiek, dr. Karl Dumont, heeft tijdens
een bezoek aan het Nederlandse ministerie
van Buitenlandse Zaken bezwaren geuit
tegen de vertoning van „Raad der Goden",
film van Oost-Duits makelij, die door de
Centrale Commissie voor de Filmkeuring
voor vertoning in ons land was vrijgegeven.
In West-Duitsland is de film eveneens toe
gelaten.
De Nederlandse eclipscommissie van de
Koninklijke Academie van Wetenschappen
zal drie geleerden naar Afrika uitzenden ter
waarneming van de totale zonsverduistering
op 25 Februari 1952. Deze zonsverduistering
zal waargenomen worden nabij Khartoem in
de Soedan. De drie waarnemers zijn prof. H.
Zanstra van de universiteit van Amsterdam,
dr. J. Houtgast en de heer C. Zwaan van de
sterrenwacht der rijksuniversiteit te Utrecht,
Het handelsverdrag tussen Ierland en
Nederland is voor de tijd van een jaar ver
lengd. Het maximum invoerbedrag van in
Nederland gecontingenteerde goederen is
verhoogd van 194.000 op 284.000 pond ster
ling. Beide regeringen zullen faciliteiten ver
lenen voor de invoer van Iers vee in Neder
land en van Nederlandse superfosfaat in
Ierland.
Tot lid van Gedeputeerde Staten van
Groningen is in de vacature J. Tuin be
noemd de heer H. de Wit (P. v. d. A.) bur
gemeester van Hoogezand-Sappemeer.
HAARLEM EN OMGEVING
In de Leger des Heils-zaal, Schagchel-
straat te Haarlem, vindt Woensdagavond de
opvoering plaats van het Bijbelspel „Endor"
(David en Saul) door de eigen ïekenspelers-
groep met medewerking van de zangbrigade.
Op de hoek van de Zomervaart en de
Kruistochtstraat te Haarlem verleende de
36-jarige Haarlemse juffrouw W. G. B. op
haar bromfiets geen voorrang aan een motor
rijder. Bij de botsing die volgde, liep de
juffrouw een wonde boven haar linkeroog
op. Haar bromfiets werd zwaar beschadigd.
De Open Religieuse Gemeenschap houdt
op de avonden van 2 en 3 November een
fancy-fair waar o.m. opgevoerd zal wor
den door de handpoppenspelers van „De
Notedop" te Amsterdam: „Blauwbaard een
gruwelijk drama uit de duistere Middel
eeuwen", tekst van Franz von Pocci.
De collecte ten bate van de uitzending
van zwakke Haarlemse kinderen heeft ruim
zeveneneenhalfduizend gulden opgebracht
.Maandag is het nieuwe gebouw van de
Rubber Stichting te Delft officieel geopend.
Ongeveer driehonderd genodigden hadden
zich in de hal van de „Nieuwe Rubber
stichting" verzameld om van het in gebruik
stellen van deze laboratoria getuige te zijn.
De Indonesische regering werd vertegen
woordigd door haar waarnemend hoge
commissaris mr. R. Djumhana Wiriaat-
madja, die de openingsceremonie verricht
te.
De financiering van het moderne, maar
uiterst sober ingerichte instituut van de
rubberstichting geschiedde uit de opbrengst
van partijen rubber van onbekende her
komst. Deze opbrengst is door producenten
in Indonesië beschikbaar gesteld voor de
bouw van laboratoria voor rubberonder-
zoek. De helft van dit geld is bestemd voor
de Rubberstichting te Delft, (ongeveer
anderhalf millioen gulden). De andere
helft is aan het instituut te Bogor, Indo
nesië, gespendeerd.
Het nieuwe gebouw van de Rubberstich
ting bestaat uit een representatief gedeelte
van twee verdiepingen met collegezaal,
cantine, conferentiekamer, administratieve
ruimte en demonstratiehal. Daarachter
liggen, eveneens twee verdiepingen hoog,
in twee zijvleugels de laboratoria, machine
hal en de magazijnen.
48)
Was de bestorming mislukt en waren de
agenten die de bommen naar binen zouden
werpen allen gesneuveld of gewond, mis
schien ook teruggegaan voor de verschrik
king van dat eerste salvo?
Na wat hem een eeuwigheid leek, hoor
de hij glas rinkelen, en een onderdeel
van een seconde later gingen ook andere
ruiten er aan.
Een enkel schot klonk, daarna keerde
de spanning van geladen stilte weer terug.
Een paar minuten lang gebeurde er niets.
Brannigan hoorde alleen allerlei stomme
lende geluiden in het huis waaruit hij
afleidde, dat de verdedigers het traangas
probeerden te ontlopen. Zijn zenuwen wa
ren tot het uiterste gespannen.
Een van de ramen aan de voorzijde
vloog open, er verscheen een proestende
man, die Brannigan niet kende.
„Kom naar buiten met je handen om
hoog", brulde hij.
De rechterhand van de man verdween
naar beneden. Brannigan wachtte, tot de
hand achter de vensterbank verdween en
schoot. Op die afstand kon hij niet missen.
De man tuimelde achterover.
Een agent kwam om de hoek van het
huis, een schijnbaar levenloze figuur ach
ter zich aanslepend.
„Blijf tegen de muur staan, verlies je
dekking niet", riep Brannigan hem waar
schuwend toe.
Alles scheen ineens te gebeuren. Een
man sprong uit het geopende raam, kwam
als een kat op de grond terecht en rende
naar een schuurtje, dat hij bijna bereikt
had toen de sergeant achter het kippenhok
hem overweldigde. De voordeur vloog open
en een man kwam naar buiten strompelen
met de handen voor de ogen. Hij droeg
geen revolver.
„Blijf staan, of ik schiet", beval Branni
gan. Hij bleef staan en stak zijn handen
om hoog.
Iemand smeet het andere raam aan de
voorzijde open en een man tuimelde er
uit, waar hij op de grond met het gelaat
naar beneden bleef liggen hoesten. Een
ander kwam met zijn handen omhoog de
deur uitrennen. „Niet schieten, niet schie
ten", schreeuwde hij in den blinde.
Brannigan gaf bevel, dat ze allen naar
een blind stuk muur moesten lopen en
hun handen in de lucht houden.
Hij wachtte en overdacht de situatie.
Tenslotte besloot hij naar de muur te ren
nen en zijn gevangenen uit te horen.
Een snelle run naar het huis, zonder
dat er geschoten werd. Totzover ging alles
goed.
„Waar is Burns?", vroeg hij de volko
men gedemoraliseerde mannen. Het bleek,
dat hij het laatst in de keuken gezien was,
en dat hij de enige was, die nog niet naar
buiten was gekomen of was geraakt. De
keuken zo vertelden zij, was de laatste
deur rechts in de gang. Er was alleen een
hoog raampje in. De eerste deur in de gang
leidde naar een slaapkamer, waar Pullin-
ger lag. Pullinger jammerde en ijlde en
was er slecht aan toe door bloedverlies.
De bende had zich over willen geven, maar
ze durfden niet ongehoorzaam te zijn aan
Burns, die als een dolle tekeer was gegaan
en bevolen had, tot het uiterste te vech
ten. De hele nacht had hij ruzie gemaakt
met Pullinger, had wilde ontsnappings
operaties uitgewerkt, maar ze allemaal
weer verworpen omdat ze toch moesten
falen. Burns had als antwoord op de eis
tot overgave van Brannigan door een raam
geschoten.
Vijf minuten later stond Brannigan in
de gang. Ondanks zijn omvang had hij zo
stil voet voor voet neergezet, dat niemand
hem had kunnen horen. Weer volgden
minuten van intense stilte, voor hij een
licht gestommel achter de gesloten keuken
deur vernam. Zijn gevangenen hadden dus
niet gelogen.
Brannigan wist nu, hoe hij verder moest
handelen. Doodstil sloop hij de laatste
kamer rechts voor de keuken binnen. Daar
duwde hij rammelend het raam open en
liep metz ware stappen naar de deur van
de gang terug. Hij opende die, stak de
gang over en rammelde aan de deur aan
de overzijde.
„Kom naar buiten, Burns. Je zit in de
val".
Hij wierp de deur open, maar ging niet
naar binnen. In plaats daarvan sprong hij
onhoorbaar terug naar de kamer naast de
keuken, greep een stoel en smeet die dwars
over de gang de andere kamer binnen,
zodat Burns moest denken, dat hij in die
kamer was binnengestormd.
Brannigan hoorde de keukendeur heel
licht kraken en een onvoorzichtige voet
stap. Even was het stil! Zou Burns een
val verwachten? Het leek er op, want hij
kwam niet verder. Op dat moment hoorde
hij licht rammelen aan het raam van de
kamer tegenover hem. Blijkbaar had
gelukkig een van de agenten niet kun
nen nalaten zijn orders te overtreden en
was nu aan het onderzoeken wat er in die
kamer gaande was.
Bijna voordat hij dit dacht, stortte Burns
de gang door naar de open kamerdeur,
met de rug naar Brannigan.
„Laat die revolver vallen, Burns!"
Nooit meer in zijn hele loopbaan zag
Brannigan iemand zich zo bliksemsnel
omkeren. Ze vuurden tegelijk. Brannigans
revolver werd uit zijn hand geslagen door
de kogel van zijn tegenstander. „Dit is
het eind", flitste het door zijn hoofd, voor
dat hij een verbaasde trek op het gelaat
van zijn tegenstander zag komen, die zijn
armen liet zakken en na even wankelen
tegen de grond sloeg.
De veldslag om Swayle's Farm was
voorbij.
De laatste fase van de strijd buiten het
huis was ook gevolgd door Mary en de
andere wachtenden.
„Ik geloof, dat het gebeurd is", ver
klaarde de kapitein, toen de mannen, die
uit deur en ramen waren gekomen netjes
tegen de muur van het huis stonden op
gesteld.
„Laten we dan naar binnen gaan!",
drong Kent aan, maar de kapitein hield
hem tegen. „Ogenblikje". Na het toneel
van de strijd weer even door zijn kijker
te hebben gadegeslagen, riep hij opgewon
den uit: „De hoofdinspecteur kruipt langs
de muur naar de deur. Hij gaat naar bin
nen. Het schijnt dus nog niet voor elkaar
te zijn".
„Hij is natuurlijk achter die verschrik
kelijke Burns aan", stotterde Mary opge
wonden en angstig. Een kleine tien minu
ten verliepen, toen klonk zwak het geluid
van een schot. „Twee schoten" verbeterde
de kapitein, maar Mary was er van over
tuigd dat hij zich vergiste.
Politieagenten renden aan de voorzijde
het huis binnen.
„Kom, het is afgelopen. Laten we eens
gaan kijken", constateerde Jeremy met
beslistheid, en hij werd niet door de ka
pitein tegengehouden.
Jeremy bracht ze ongestoord het huis
binnen. Een agent kwam juist een van
de eerste kamers van de gang uit: „Zwaar
gewonde binnen. Heet Pullinger. Ik ge
loof, dat hij het nog wel halen zal".
„En hoofdinspecteur Brannigan?", vroeg
Mar.v angstig.
„Die is er goed afgekomen, juffrouw.
Schotwond opgelopen bij het begin van
de operatie, maar niet ernstig. Heeft in
z'n eentje Burns neergelegd. Ik heb eer
bied voor zijn moed en zenuwen".
Mary volgde Jeremy op de hielen naar
de kamer, die de agent aanwees. Branni
gan zat op een bed. Hij zag wat bleker
dan gewoonlijk. Taske verbond zijn arm.
„Lekker glas bier straks?", vroeg hij.
Hij zweeg toen het tweetal de deur bin
nen kwam. „En daar zijn we dan, alles
piekfijn in orde en het hele huis opge
ruimd", spotte hij even later.
„Goddank dat u veilig bent
Brannigan luisterde al niet meer naar
hem, maar keek ingespannen vragend naar
de agent, die in de deuropening versche
nen was.
„En.
„Hij is oké. Te zwak om weerstand te
bieden. Zware wond in de schouder en
heel wat bloed verloren sinds gisteravond".
„Waar is mijnheer Kent?", vroeg Bran
nigan scherp.
Brooke keek rond.
(Wordt vervolgd).