Wat is het uitgangspunt der bespreking met prof. Supomo? ^ïïptTOSCA ■Clowntje Rick Een hand uit het verleden Kerko Cable Shirt vahKimmeriacde Nieuw conflict in IJmuiden Nieuwe uitgaven TWEEDE KAMER VRAAGT: Burgerlijke stand van Haarlem Administrateur Haarlems ziekenfonds jubileert Veertig jaar verkoopster O.V.B. adviseert: Niet varen" Wat in rook opgaat Ontspanningsavond voor ouden van dagen Voor de kinderen Nieuwe gebouw der Rubberstichting geopend FEUILLETON door Andrew Mackenzie (Uit het Engels vertaald) DINSDAG 30 OCTOBER 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT In het Voorlopig Verslag der Tweede Kamer over de begroting van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen wordt algemeen de teleurstelling uitgesproken, dat blijkens de Memorie van Toelichting een algemene uiteenzetting van het regeringsbeleid met betrekking tot de Uniezaken overbodig wordt geacht. Ook al kan naar het ooi-deel van de re gering thans nog niet worden geopenbaard tot welke conclusies de vertrouwelijke be sprekingen met de bijzondere vertegen woordiger van Indonesië, prof. Supomo, hebben geleid, toch meenden vele leden desniettemin de vraag te mogen stellen, of eveneens geen nadere mededeling kan worden gedaan over het uitgangspunt dezer besprekingen. Deze leden brachten in herinnering, dat ongeveer gelijktijdig met de aankomst hier te lande van prof. Supomo, president Su karno zich in het openbaar uitspraken heeft geoorloofd, volgens welke door hem de opheffing der unie wordt beschouwd als een definitieve verbreking van de laatste banden met Nederland, waartoe diende te worden overgegaan wegens Nederlands houding in zake de kwestie-Nieuw Guinea. Tot welke stappen zo vroegen deze leden hebben deze uitspraken de Neder landse regering aanleiding gegeven en was ADVERTENTIE Haarlem. 27 Oct. 1951 GEHUWD: 27 Oct.: E. Kaemmerer en F. G. J. Out. H D. Voofen en J. A. van Gelder. BEVALLEN van een zoon: 25 Oct.: S. C. ReedijkSchuurhof. M. VerburgVan Es. 26 Oct.: H. M. Kassing—Hartman. A. G. Jonker —Hooft. P. van der Molen—Van Teulingen. M. J. HerberRosenberg. 27 Oct.: A. M. HoekstraDijkstra. BEVALLEN van een dochter: 26 Oct.: P. MeenderinckPeper. IJ. C. de GraaffWitte- veen. G. de BoerHogeveen. OVERLEDEN: 25 Oct.: J. J. Nuijens, 41 j-, Maerten van Heemskerkstraat. H. J. Driesen, 82 j., Maerten van Heemskerkstraat. 26 Oct.: F. Bak, 87 j., H. J. Koenenstraat. J. C. van der Zoo de Jong—Tjassens Keiser, 87 jaar, Oranjeplein. Haarlem, 29 Oct. 1951 ONDERTROUWD: 29 Oct.: W. J. Admiraal en E. J. Vaupell. J. W. J. van den Broek en M. Kuindersma. BEVALLEN van een zoon: 26 Oct.: M. W. H. Meiland—Habraken. 27 Oct.:iJ. C. K. Dui kerVernooij. W. K. SchaferDe Klerk. C. Geels—Wehnes. 28 Oct.: E. W. Dam—Kort- houwer. H. E. LiefrinkPieters. N. Spie- ringsDe Jager. J. L. BarmentloSteenkist. M. F. GevenJansen. 29 Oct.: J. J. Doezie Van der Reep. BEVALLEN van een dochter: 26 Oct-: H. G. Gilhuijs—Von Magius. 27 Oct.: M. de Waard— Vermaat. W. C. van VelzenBennik, J. B- LohrmannVan Koningsbrugge. 28 Oct.: C. M, H. Twisk—Essenberg. C. J. DestréeVan Woerkens. 29 Oct.: M. M. GlandorfSijm. OVERLEDEN: 24 Oct.: P. Wubben, 74 jaar, Maerten van Heemskerkstraat. 27 Oct.: L. J- van der Tweel, 71 j., Schotersingel. L. Breek, 87 j., Westerhoutpark. B. P. Vader, 60 j., Maerten van Heemskerkstraat. A. M- DuijnDuijndam, 42 j., Kamperlaan. 28 Oct.: F. M. Buschman, 3 d., Zijlweg. Boh Dalipa, 63 j., Stuijvesantplein. F. J. de Graaf, 82 j Rijksstraatweg. ADVERTENTIE voor ƒ11.50 in 5 prachtige pasteltinten met vast boord, dubbel front en 3 mouwlengten, gegarandeerde kwaliteit, ligt voor U klaar bij Spaarnwouderstr. 47 - 80 - Tel. 21392 het resultaat daarvan zodanig, dat naar de overtuiging der regering voor de bespre kingen met prof. Supomo een voldoende basis van goede trouw aanwezig bleef? Vele andere leden wensten vast te stel len, dat het tot de onmogelijkheden behoort een unieverband te handhaven, indien een der beide partners zulks met alle geweld niet meer wenst. Daarom mag men, indien een der beide partijen een uitvoerige dis cussie wenst over de moeilijkheden met het uniestatuut, zulks niet beletten. Zulke be sprekingen zouden aan vruchtbaarheid winnen, indien van Indonesische zijde dui delijk werd gezegd wat men wenst. Vele leden vroegen of op enigerlei wijze overleg met Indonesië heeft plaats gehad over de inhoud van het vredesverdrag met Japan. Het herstel van de tijdens de Japan se bezetting zwaar beschadigde Nederland se ondernemingen in Indonesië kan als een gemeenschappelijk belang van Indonesië en Nederland worden aangemerkt. Is er, zo vroegen zij voorts, ook overleg gepleegd met de Indonesische regering in zake Ne derlands gerechtvaardigde claim op scha devergoeding aan alle tijdens de bezetting in Indonesië geïnterneerde Nederlanders, de burger-geïnterneerden niet uitgezon derd? Ambonezen en Indische Nederlanders Vele leden waren van oordeel dat Neder land met de kwestie der Zuid-Molukken in directe aanraking blijft vanwege het verblijf van ongeveer 13.000 Ambonezen in Nederland. De Nederlandse regering dient volgens vele andere leden de Ambonezen duidelijk te maken, dat zij in de Indonesische samen leving thuisbehoren en daar dezelfde kan sen hebben als andere loyale Indonesische staatsburgers. Daarom vroegen deze leden of de Nederlandse regering de mogelijkheid van terugkeer der Ambonezen heeft nage gaan. Vele leden gaven hun grote bezorgdheid te kennen over de grote groep van sterk op Indonesië georiënteerde zogenaamde Indi sche Nederlanders. Op 27 December 1951 verstrijkt de mogelijkheid op eenvoudige wijze het Indonesisch staatsburgerschap te verkrijgen. Deze leden vroegen of het niet op de weg ligt van de Nederlandse rege ring ten spoedigste overleg te openen met de Indonesische reeering over de mogelijk heid de optie-termijn te verlengen. Van andere ziide werd gepleit om de mogelijkheid te bespoedigen Indische Ne derlanders gelegenheid te geven naar Su riname te emigreren. Het zal op 1 November een kwart eeuw geleden zijn dat de heer A. H. Beenhakker in dienst trad van Haarlems Ziekenfonds. De jubilaris, die administrateur van Haar lems Ziekenfonds is, bekleedt in het zieken- mndswezen tal van functies, waarin hij zich in hoge mate verdienstelijk heeft gemaakt. Zo is hij onder meer bestuurslid van de Federatie Maatschappij-ziekenfondsen te Utrecht, bestuurslid van Centraal Overleg Ziekenfondsen en secretaris van de besturen der in Haarlem werkende ziekenfondsen. Hij is voorts adviseur van het medisch controle bureau aan het Frans Halsplein in Haarlem. Op Zaterdag 10 November zal de heer Beenhakker 's middags om half drie recipië ren in restaurant Brinkmann. Een afscheid bü de Raad van Arbeid Na een werkzaamheid van bijna 31 jaren aan de Raad van Arbeid heeft de heer K. Strijbosch, hoofdcommies-chef van de af deling Comptabiliteit, Maandagmiddag af scheid genomen wegens zijn benoeming tot Inspecteur bij de Rijksverzekeringsbank. Te midden van het voltallige personeel is de scheidende functionaris hartelijk toe gesproken door de voorzitter mr. H. B. Wildt Meyboom, die hem dank bracht voor het vele verdienstelijke werk, dat hij in aller belang in een lange reeks van jaren heeft verricht. Hij prees daarbij de kun digheid, de hulpvaardigheid en de ijver van deze plichtsgetrouwe ambtenaar, die bovendien als docent zo vele jongeren in opleiding heeft gehad. Onder aanbieding van de beste wensen in zijn nieuwe functie werd hem als blijvende herinnering namens alle medewerkers een gekleurde ets ter hand gesteld. De heer Strijbosch, die vergezeld was van zijn echtgenote en zijn dochter, dankte zichbaar getroffen voor deze huldiging. Hij zeide dat het hem heel moeilijk viel af scheid te nemen van deze hem zo ver trouwde omgeving en van de grote schare van bevriende medewerkers. Hij eindigde met de verzekering, dat hij, met opgewekt heid zijn nieuwe taak aanvaardend, de Haarlemse jaren steeds als zijn beste levensjaren zou blijven beschouwen. Het zal Donderdag 1 November veertig jaar geleden zijn dat mejuffrouw C. M. Metz, Vrouwenhekstraat 2 te Haarlem, als ver koopster in dienst trad bij Wisbrun en Liff- mann, sinds 1946 modemagazijn Funke ge heten. De jubilaresse zal op Vrijdag 2 No vember in de zaak aan de Grote Houtstraat gehuldigd worden. De sociale rust in het IJmuidense trawl- visserijbedrijf is de laatste tijd ver te zoe ken: nauwelijks is het geschil over de dag loontabellen in een „staakt het vuren" ge ëindigd, of er doemen nieuwe moeilijk heden op, die aan het eind van het verse- haringseizoen de normale gang van zaken dreigen te verstoren. De kern van het nieuwe conflict ligt in de lossingsmoeilijk heden die er toe geleid hebben, dat de IJmuidense reders medio October besloten over te gaan tot een „pool" voor de prijzen, waarnaar de percentages voor de beman ningen berekend worden. Vele haringtraw lers moesten namelijk tot in de middag blij ven liggen wachten op een losbeurt en dan was het schip bijna zo goed als zeker tot de vismeelfabriek veroordeeld met alle finan ciële consequenties van dien. Er werd toen besloten een gemiddelde prijs af te spreken, zodat de slechte besommers, die buiten hun schuld de dupe werden van een late los beurt, een handje geholpen werden door de gelukkiger broeders. Daar kwam bij, dat de vismeelprijs daalde, ook al tengevolge van deze situatie en het resultaat werd, dat er een gemiddelde prijs ontstond voor op gevangen haring van 7.50 per kist, waar naar met de bemanningen werd afgerekend en niet langer naar de volle 10, Deze gang van zaken heelt echter diverse opvarenden in het geweer gebracht, nu er afgerekend gaat worden en Maandag waren zij onder auspiciën van het (niet erkende) O VB in IJmuiden bijeen ter bespreking van de situatie, die op dat moment zo was, dat er vijf trawlers binnen bleven, omdat de meeste opvarenden geen genoegen namen met de afrekening naar 7,50, maar afre kening naar de volle 10,verlangden. Tenslotte werd er een advies van de O.V.B. uitgebracht: niet varen voor er een bevredigende oplossing gevonden is en er voor zorgen, dat de schepen die wel gaan varen op de gewenste 10,regeling ver trekken met hun eigen équipage. ADVERTENTIE Wy roken thans meer sigaretten, maar minder sigaren dan vroeger In het maandblad van het Centrale Bureau voor de Statistiek vinden wij ge gevens over het gebruik van rookartikelen in ons land. In 1938 werd door de Nederlanders voor 131.800.000 verrookt, in 1949 was dit al gestegen tot 535-500.000, over 1950 wordt het (het juiste cijfer is nog niet be rekend) ongeveer 600.000.000 en voor 1951 komt het zelfs boven de 625.000.000. Per hoofd berekend is dat in 1938 15,19; 1949: 53,82; 1950 ruim 58; 1951 ruim 61. Bij deze vergelijking moet natuur lijk de waardevermindering van het geld in aanmerking genomen worden. Bekend is dat er nu minder sigaren, maar meer sigaretten dan vroeger ver bruikt worden. Het gemiddelde verbruik per hoofd was in 1938: 143 sigaren, 36 eigarillos, 549 sigaretten en 116 gram rooktabak. Voor 1951 zal het worden 61 sigaren, 13 eigarillos, 823 sigaretten 'en 107 gram rooktabak. Tabak is dus vrijwel hetzelfde gebleven. Nu roken wij gemid deld per hoofd 82 sigaren en 23 eigarillos minder, maar 274 sigaretten meer. Voor 1 sigaar zijn dus 3 sigaretten in de plaats gekomen. Het gemiddelde verbruik van tabak is in die jaren dus niet toegenomen. De Johez Ontspanningsvereniging heeft een groot aantal leden van de Haarlemse afdeling van de Algemene Bond Ouden van Dagen gisteravond in gebouw Sint Bavo een fleurig en rijk-gevarieerd klein- kunstprogramma voorgezet. De leden van het gemengd koor, de to neelgroep en de operette club zetten hun beste beentje voor, zulks tot groot ge noegen van de oudjes, die de prestaties op de planken blijkbaar zeer waardeerden. Het gemengd koor opende het program ma met enige geestelijke liederen, waarna de operette-club enige zang-soli ten beste gaf. De toneelgroep bracht een tweetal vlot gespeelde blijspelletjes voor het voetlicht. KERKELIJKE HERDENKING IN SANTPOORT VAN DE HERVORMING Woensdagavond wordt in de Hervormde kerk in Santpoort een dienst gehouden ter herdenking van de Kerkhervorming. Het woord is deze avond aan dr. D. ter Steege. Het Nederlands Hervormd Kapelkoor ver leent medewerking. „Wel.... toen liep ik daar in een heel vreemde stad", zei Pilon. „Ik vond het een aardige stad en ik keek m'n ogen uit naar die straten met mooie huizen en die drukte.Maar toch voelde ik me wel 'n beetje raar en eenzaam. Want wat zou ik moeten beginnen? Ik liep daar zo helemaal alleen in een vreemde stad! En hoe zou ik ooit weer in mijn eigen dorp terug kunnen komen, daar ergens heel, heel ver weg? En toen schrok ik, want ik hoorde opeens mijn naam noemen! Maar toen ik daar Rick en Bunkie op me af zag komen.o, wat was ik toen blij!" „Wij ook, Pilon!", riep Bunkie. „Nou, dat is dan het hele verhaal van mijn rare avontuur", zei Pilon. Ze zaten allen een ogenblikje stil te denken. Toen nam oom Tripje hét woord. „Ja, nu moeten we dus eens goed afspreken, wat er moet gebeuren", zei hij. Misschien kunnen we er achter komen, hoe Pilon naar zijn eigen land terug kan komen. Maar zo lang moet hij toch een thuis hebben, dusblijft hij voorlopig maar bij ons logeren!" „Hoeraaa!", juichten de jongens in koor. En toen kwam tante Liezebertha met het eten. Caspar Höweler. Inleiding tot de Muziekgeschiedenis (vijfde druk) Uitgeverij H. J. Paris, Amsterdam. Er is in Nederland geen tekort aan boeken over de geschiedenis der muziek, maar het is niet overdreven te zeggen dat de „Inlei ding tot de Muziekgeschiedenis" van Caspar Höweler, waarvan de eerste druk in 1927 verscheen, en die nu aan haar vijfde oplage is, tot de meest practische bij het onderwijs gerekend kan worden. Ondanks de beschei den titel, die zou doen vermoeden dat het werk maar een aanloop is tot de muziek geschiedenis ten hoogste een soort studie plan, bevat het zowat alles wat men aan kennis van dit uitgebreide boek van een afgestudeerde muziekstudent verlangen kan. Inleiding is ten slotte alle in studie boeken verwerkte leerstof; immers slechts het practische contact met het werkelijke muziekleven kan de volheid van weten en oordelen bewerkstelligen. Doch de „Inlei ding" is onontbeerlijk en zij heeft te meer waarde naarmate zij bevattelijk en paeda- gogisch ingekleed is. En juist op dat kapitale punt is het werk van Höweler voortreffelijk te noemen. Ook omdat het er telkens weer op wijst waar de muziekstudent terecht kan om zich algemeen te ontwikkelen. Het prikkelt tot verdere studie, ook buiten de muziek. Sinds de vierde druk van 1946 heeft het werk van Höweler een geheel ander aspect gekregen dan voorheen, doordat de schrijver zijn tekst omwerkte tot de gewone leestrant, waar deze vroeger de leerstof bondig gere sumeerd weergaf. Het boek is er heel wat dikker door geworden, maar het zal voor velen aangenamer lectuur zijn. De „bijlagen", die ruim honderd pagina's beslaan zijn als het ware een boek op zich zelf, waarin men vrij uitvoerig en steeds zeer bevattelijk ingelicht wordt over de ontwik keling van het muziekschrift, over die in strumenten, kunstsoorten en vormen, als mede over ons toonstelsel en zijn stemmin gen en de geschiedenis der musicologie. De tabellen die het boek besluiten vormen een uitstekend middel om een bepaald hoofdstuk, dat men onderhanden heeft gehad, te memo reren. Van practisch nut is ook een lijst voor de uitspraak van vreemde woorden en een opgave van gramofoonplaten, die als klin kende illustratie bij het leerboek te gebrui ken zijn. Aldus voldoet Höweler's werk geheel aan de eisen die men aan een goed leerboek der muziekgeschiedenis stellen kan, niet het minst door de duidelijke omlijsting in stijl perioden, die de evolutie cultuurhistorisch doet zien. Maar ook zij die niet van plan zijn ooit examen in het muziekvak te doen, doch er niettemin op uit zijn veel te weten en te begrijpen omtrent de toonkunst, zullen er zich geestelijk mee kunnen verrijken. Twijfelachtige anecdotes zullen zij er niet in vinden, maar wel de positieve dingen die heel wat meer betekenen voor de ontwik keling van het muziekbesef. JOS. DE KLERK BINNENLAND Het za! nog wel twee jaar duren voor de directie van de Nederlandse Spoorwegen een begin zal laten maken met de bouw van een nieuw station te Nijmegen. De gemeenteraad van Goes heeft be sloten een geldlening van een half millioen aan te gaan voor het bouwen van een aantal woningen. In de Witte de Withstraat te Amsterdam is een melkauto op de tramrails geslipt. De wagen schoot naar de linker weghelft, reed eerst een groenteman, die achter zijn wagen liep, en vervolgens een wielrijder aan. De groenteman liep enkele lichte kwetsuren op. De wielrijder, de molenaar van de molen aan de Haarlemmerweg, liep een schedel- basisfractuur op en overleed enkele ogen blikken na het ongeluk. De Raad van Vakcentralen heeft de minister van Sociale Zaken verzocht bin nenkort aan de arbeiders, geplaatst bij de gemeentelijke sociale handwerkobjecten, de brandstoffentoeslag van f 3,60 per week te geven, die reeds aan diegenen verstrekt wordt, die in de sociale bijslagregeling zijn opgenomen. De echtgenote van ds. H. van Leeuwen, predikant bij de Christelijk Gereformeerde Kerk te Delft, heeft het leven geschonken aan drie jongens. Bq de Sociaal Economische Raad is door de Bond van Nederlandse Schilderspatroons, de R.K. Bond van Schilderspatroons „St. Lucas", de Nederlandse Bond van Christe lijke Schilderspatroons, de Algemene Neder landse Bouwarbeidersbond, de R.K. Bouw vakarbeidersbond „St. Joseph" en de Neder landse Christelijke Bouwarbeidersbond een ontwerp ingediend voor een bedrijfschap in het schildersbedrijf. De ambassadeur van de Federale Duitse Republiek, dr. Karl Dumont, heeft tijdens een bezoek aan het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken bezwaren geuit tegen de vertoning van „Raad der Goden", film van Oost-Duits makelij, die door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring voor vertoning in ons land was vrijgegeven. In West-Duitsland is de film eveneens toe gelaten. De Nederlandse eclipscommissie van de Koninklijke Academie van Wetenschappen zal drie geleerden naar Afrika uitzenden ter waarneming van de totale zonsverduistering op 25 Februari 1952. Deze zonsverduistering zal waargenomen worden nabij Khartoem in de Soedan. De drie waarnemers zijn prof. H. Zanstra van de universiteit van Amsterdam, dr. J. Houtgast en de heer C. Zwaan van de sterrenwacht der rijksuniversiteit te Utrecht, Het handelsverdrag tussen Ierland en Nederland is voor de tijd van een jaar ver lengd. Het maximum invoerbedrag van in Nederland gecontingenteerde goederen is verhoogd van 194.000 op 284.000 pond ster ling. Beide regeringen zullen faciliteiten ver lenen voor de invoer van Iers vee in Neder land en van Nederlandse superfosfaat in Ierland. Tot lid van Gedeputeerde Staten van Groningen is in de vacature J. Tuin be noemd de heer H. de Wit (P. v. d. A.) bur gemeester van Hoogezand-Sappemeer. HAARLEM EN OMGEVING In de Leger des Heils-zaal, Schagchel- straat te Haarlem, vindt Woensdagavond de opvoering plaats van het Bijbelspel „Endor" (David en Saul) door de eigen ïekenspelers- groep met medewerking van de zangbrigade. Op de hoek van de Zomervaart en de Kruistochtstraat te Haarlem verleende de 36-jarige Haarlemse juffrouw W. G. B. op haar bromfiets geen voorrang aan een motor rijder. Bij de botsing die volgde, liep de juffrouw een wonde boven haar linkeroog op. Haar bromfiets werd zwaar beschadigd. De Open Religieuse Gemeenschap houdt op de avonden van 2 en 3 November een fancy-fair waar o.m. opgevoerd zal wor den door de handpoppenspelers van „De Notedop" te Amsterdam: „Blauwbaard een gruwelijk drama uit de duistere Middel eeuwen", tekst van Franz von Pocci. De collecte ten bate van de uitzending van zwakke Haarlemse kinderen heeft ruim zeveneneenhalfduizend gulden opgebracht .Maandag is het nieuwe gebouw van de Rubber Stichting te Delft officieel geopend. Ongeveer driehonderd genodigden hadden zich in de hal van de „Nieuwe Rubber stichting" verzameld om van het in gebruik stellen van deze laboratoria getuige te zijn. De Indonesische regering werd vertegen woordigd door haar waarnemend hoge commissaris mr. R. Djumhana Wiriaat- madja, die de openingsceremonie verricht te. De financiering van het moderne, maar uiterst sober ingerichte instituut van de rubberstichting geschiedde uit de opbrengst van partijen rubber van onbekende her komst. Deze opbrengst is door producenten in Indonesië beschikbaar gesteld voor de bouw van laboratoria voor rubberonder- zoek. De helft van dit geld is bestemd voor de Rubberstichting te Delft, (ongeveer anderhalf millioen gulden). De andere helft is aan het instituut te Bogor, Indo nesië, gespendeerd. Het nieuwe gebouw van de Rubberstich ting bestaat uit een representatief gedeelte van twee verdiepingen met collegezaal, cantine, conferentiekamer, administratieve ruimte en demonstratiehal. Daarachter liggen, eveneens twee verdiepingen hoog, in twee zijvleugels de laboratoria, machine hal en de magazijnen. 48) Was de bestorming mislukt en waren de agenten die de bommen naar binen zouden werpen allen gesneuveld of gewond, mis schien ook teruggegaan voor de verschrik king van dat eerste salvo? Na wat hem een eeuwigheid leek, hoor de hij glas rinkelen, en een onderdeel van een seconde later gingen ook andere ruiten er aan. Een enkel schot klonk, daarna keerde de spanning van geladen stilte weer terug. Een paar minuten lang gebeurde er niets. Brannigan hoorde alleen allerlei stomme lende geluiden in het huis waaruit hij afleidde, dat de verdedigers het traangas probeerden te ontlopen. Zijn zenuwen wa ren tot het uiterste gespannen. Een van de ramen aan de voorzijde vloog open, er verscheen een proestende man, die Brannigan niet kende. „Kom naar buiten met je handen om hoog", brulde hij. De rechterhand van de man verdween naar beneden. Brannigan wachtte, tot de hand achter de vensterbank verdween en schoot. Op die afstand kon hij niet missen. De man tuimelde achterover. Een agent kwam om de hoek van het huis, een schijnbaar levenloze figuur ach ter zich aanslepend. „Blijf tegen de muur staan, verlies je dekking niet", riep Brannigan hem waar schuwend toe. Alles scheen ineens te gebeuren. Een man sprong uit het geopende raam, kwam als een kat op de grond terecht en rende naar een schuurtje, dat hij bijna bereikt had toen de sergeant achter het kippenhok hem overweldigde. De voordeur vloog open en een man kwam naar buiten strompelen met de handen voor de ogen. Hij droeg geen revolver. „Blijf staan, of ik schiet", beval Branni gan. Hij bleef staan en stak zijn handen om hoog. Iemand smeet het andere raam aan de voorzijde open en een man tuimelde er uit, waar hij op de grond met het gelaat naar beneden bleef liggen hoesten. Een ander kwam met zijn handen omhoog de deur uitrennen. „Niet schieten, niet schie ten", schreeuwde hij in den blinde. Brannigan gaf bevel, dat ze allen naar een blind stuk muur moesten lopen en hun handen in de lucht houden. Hij wachtte en overdacht de situatie. Tenslotte besloot hij naar de muur te ren nen en zijn gevangenen uit te horen. Een snelle run naar het huis, zonder dat er geschoten werd. Totzover ging alles goed. „Waar is Burns?", vroeg hij de volko men gedemoraliseerde mannen. Het bleek, dat hij het laatst in de keuken gezien was, en dat hij de enige was, die nog niet naar buiten was gekomen of was geraakt. De keuken zo vertelden zij, was de laatste deur rechts in de gang. Er was alleen een hoog raampje in. De eerste deur in de gang leidde naar een slaapkamer, waar Pullin- ger lag. Pullinger jammerde en ijlde en was er slecht aan toe door bloedverlies. De bende had zich over willen geven, maar ze durfden niet ongehoorzaam te zijn aan Burns, die als een dolle tekeer was gegaan en bevolen had, tot het uiterste te vech ten. De hele nacht had hij ruzie gemaakt met Pullinger, had wilde ontsnappings operaties uitgewerkt, maar ze allemaal weer verworpen omdat ze toch moesten falen. Burns had als antwoord op de eis tot overgave van Brannigan door een raam geschoten. Vijf minuten later stond Brannigan in de gang. Ondanks zijn omvang had hij zo stil voet voor voet neergezet, dat niemand hem had kunnen horen. Weer volgden minuten van intense stilte, voor hij een licht gestommel achter de gesloten keuken deur vernam. Zijn gevangenen hadden dus niet gelogen. Brannigan wist nu, hoe hij verder moest handelen. Doodstil sloop hij de laatste kamer rechts voor de keuken binnen. Daar duwde hij rammelend het raam open en liep metz ware stappen naar de deur van de gang terug. Hij opende die, stak de gang over en rammelde aan de deur aan de overzijde. „Kom naar buiten, Burns. Je zit in de val". Hij wierp de deur open, maar ging niet naar binnen. In plaats daarvan sprong hij onhoorbaar terug naar de kamer naast de keuken, greep een stoel en smeet die dwars over de gang de andere kamer binnen, zodat Burns moest denken, dat hij in die kamer was binnengestormd. Brannigan hoorde de keukendeur heel licht kraken en een onvoorzichtige voet stap. Even was het stil! Zou Burns een val verwachten? Het leek er op, want hij kwam niet verder. Op dat moment hoorde hij licht rammelen aan het raam van de kamer tegenover hem. Blijkbaar had gelukkig een van de agenten niet kun nen nalaten zijn orders te overtreden en was nu aan het onderzoeken wat er in die kamer gaande was. Bijna voordat hij dit dacht, stortte Burns de gang door naar de open kamerdeur, met de rug naar Brannigan. „Laat die revolver vallen, Burns!" Nooit meer in zijn hele loopbaan zag Brannigan iemand zich zo bliksemsnel omkeren. Ze vuurden tegelijk. Brannigans revolver werd uit zijn hand geslagen door de kogel van zijn tegenstander. „Dit is het eind", flitste het door zijn hoofd, voor dat hij een verbaasde trek op het gelaat van zijn tegenstander zag komen, die zijn armen liet zakken en na even wankelen tegen de grond sloeg. De veldslag om Swayle's Farm was voorbij. De laatste fase van de strijd buiten het huis was ook gevolgd door Mary en de andere wachtenden. „Ik geloof, dat het gebeurd is", ver klaarde de kapitein, toen de mannen, die uit deur en ramen waren gekomen netjes tegen de muur van het huis stonden op gesteld. „Laten we dan naar binnen gaan!", drong Kent aan, maar de kapitein hield hem tegen. „Ogenblikje". Na het toneel van de strijd weer even door zijn kijker te hebben gadegeslagen, riep hij opgewon den uit: „De hoofdinspecteur kruipt langs de muur naar de deur. Hij gaat naar bin nen. Het schijnt dus nog niet voor elkaar te zijn". „Hij is natuurlijk achter die verschrik kelijke Burns aan", stotterde Mary opge wonden en angstig. Een kleine tien minu ten verliepen, toen klonk zwak het geluid van een schot. „Twee schoten" verbeterde de kapitein, maar Mary was er van over tuigd dat hij zich vergiste. Politieagenten renden aan de voorzijde het huis binnen. „Kom, het is afgelopen. Laten we eens gaan kijken", constateerde Jeremy met beslistheid, en hij werd niet door de ka pitein tegengehouden. Jeremy bracht ze ongestoord het huis binnen. Een agent kwam juist een van de eerste kamers van de gang uit: „Zwaar gewonde binnen. Heet Pullinger. Ik ge loof, dat hij het nog wel halen zal". „En hoofdinspecteur Brannigan?", vroeg Mar.v angstig. „Die is er goed afgekomen, juffrouw. Schotwond opgelopen bij het begin van de operatie, maar niet ernstig. Heeft in z'n eentje Burns neergelegd. Ik heb eer bied voor zijn moed en zenuwen". Mary volgde Jeremy op de hielen naar de kamer, die de agent aanwees. Branni gan zat op een bed. Hij zag wat bleker dan gewoonlijk. Taske verbond zijn arm. „Lekker glas bier straks?", vroeg hij. Hij zweeg toen het tweetal de deur bin nen kwam. „En daar zijn we dan, alles piekfijn in orde en het hele huis opge ruimd", spotte hij even later. „Goddank dat u veilig bent Brannigan luisterde al niet meer naar hem, maar keek ingespannen vragend naar de agent, die in de deuropening versche nen was. „En. „Hij is oké. Te zwak om weerstand te bieden. Zware wond in de schouder en heel wat bloed verloren sinds gisteravond". „Waar is mijnheer Kent?", vroeg Bran nigan scherp. Brooke keek rond. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6