De Nederlandse Opera is aan een druk seizoen begonnen WfBERT Bezinning op nuchtere feiten RHEUMIN IN DE WERELDPOLITIEK f Hoe is het ontstaand Blik- schaarste... Prof. dr. F. L. Polak over de cultuurcrisis Een betoog tegen de vrijhandel De H.H.V. jubileert Een Eeuw geleden Theo Baylé komt weer zingen en Paul Pella dirigeren Agenda voor Haarlem De brand in de W aarderpolder De eenwording van Europa" Dit woord: BAGATEL Oprichting van stichting voor maatschappelijk werk Boekhouder benadeelde drie Haarlemmers Bloemententoonstelling in Aalsmeer PINS DAG 6 NOVEMBER 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De Nederlandse Opera, die thans vijf Jaar bestaat, geeft deze maand enige voor stellingen van „Lohengrin" van Wagner onder muzikale leiding van Karl Elmen- dorff uit Wiesbaden, met Franz Lechleit- ner uit Ziirich in te titelrol. Greet Koeman zal als Elsa van Brabant optreden. In een toelichting op deze keuze zei directeur Abr. van der Vies gisteren op een pers conferentie, dat Wagner op het vaste réper toire van een operagezelschap nu eenmaal niet kan ontbreken, hoe de leiding er verder persoonlijk ook over mag denken. „Tann- haüser" en „Lohengrin" zijn de meest ge vraagde werken van deze componist. Oor spronkelijk had men het seizoen met „Don Giovanni" van Mozart willen beginnen, doch dit plan kon geen doorgang vinden doordat professor Josef Krips zich niet meer vrij kon maken toen dat besluit een maal genomen was zo laat, omdat er over het voortbestaan van de Nederlandse Opera deze zomer geen zekerheid bestond. „Don Giovanni" komt nu in Maart 1952 tot uitvoering onder leiding van de ge noemde, thans in Londen werkzame diri gent. Verder zal het répertoire in de loop van dit seizoen worden uitgebreid met „Samson et Dalila" van Saint-Saëns en „Halewijn" van Willem Pijper. Dit zijn de plannen voor de eerste acht maanden. Over wat er daarna zal gebeu ren is nog niets met zekerheid te zeggen. Voor een deel hangt dat namelijk samen met het al of niet doorgaan van het Hol land Festival, doch er zijn belangwekkende voornemens genoeg. Voorts zullen aan het répertoire negen werken worden toege voegd, die hetzij geruime tijd niet uitge voerd werden, hetzij revisie behoefden of van de vex-trokken muziekdirecteur moes ten worden overgenomen. Dit laatste ge schiedde door Charles Bruck wat betreft „Jenufa" van Janatsjek, „Rigoletto" van Verdi, „Hoffmann's Vertellingen" van Of fenbach en „Faust" van Gounod. Om „Traviata" en „La Bohème" te dirigeren komt Mario Cordone uit Milaan over. Pella nu gastdirigent In het begin van dit seizoen heeft er een beleidsconflict plaats gehad tussen de heer Paul Pella en het bestuur van de Neder landse Opera, dat de eerstgenoemde er toe genoopt heeft zijn ontslag als muziekdirec teur te nemen. Beide partijen stellen ech ter samenwerking in een andere vorm op prijs en ter demonsti'atie van deze goede verstandhouding zal Paul Pella in April een aantal reprises van „Philomela" van Hendrik Andriessen dirigeren De laatste voorstelling van dit werk is in November 1950 gegeven. Waai-schijnlijk zal Paul Pella ook in het volgende seizoen enige keren als dirigent optreden. Zijn vertrek heeft er overigens toe geleid dat er een groter aantal gastdirigenten dan voorheen moest worden ingeschakeld. Behalve de drie reeds genoemden zijn dit Nicolai Mal- ko uit Chicago en Erich Walter uit Düssel- dorf, Eduard Flipse uit Rotterdam en André Rieu uit Maastricht, benevens twee krachten uit het eigen bedrijf, namelijk Han van Dalen en de koorrepetitor Cor Olthuis. Herdenking van Pijper Eduard Flipse zal het Rotterdams Phil- harmonisch Orkest dirigeren ter begelei ding van „Halewijn" van Willem Pijper, waarvan de première op 28 April 1952 in Utrecht zal worden gegeven, daar de com ponist in de gelijknamige provincie is ge boren en er een stuk van zijn leven heeft doorgebracht. Ook in Rotterdam, waar hij geruime tijd woonde, zal een bijzondere voorstelling van dit werk plaats hebben. Men hoopt op deze wijze tot een beschei den Pijper-herdenking te komen. Er zal voor de pauze toneelmuziek van hem ten gehore worden gebracht, om daarna de twee actes van „Halewijn" als één geheel te vertonen. Dat de pi-emière in Utrecht plaats heeft, is tevens bedoeld als bewijs van dankbaarheid voor de acoustische ver betering die de orkestbak van het theater aldaar onderging en die er toe leidde dat ook die van de Amsterdamse Schouwburg ingrijpend werd gerestaureerd. Buitenlandse solisten Het tableau de la troupe is nagenoeg ongewijzigd gebleven, alleen Theo Baylé en Jan Duiveman zijn vertrokken de laatste naar Canada, waartoe hij een aan trekkelijke studiebeurs heeft gekregen. Aangaande het heengaan van Theo Baylé deelde de heer Van der Vies mede, om een einde aan alle misverstanden hieromtrent te maken, dat dit een gevolg was van wat hij „oud zeer" noemde. Indien hij voorzien had dat de Nederlandse Opei-a onder een andere leiding zou komen te staan, dan zou Baylé volgens zijn eigen verklaring zeker geen afspraken in Wenen hebben ge maakt. De zanger houdt thans verblijf in ADVERTENTIE Wanneer U van Uw leverancier Wybert in car- tonnen doosjes ontvangt, bedenk dan, dat kwaliteit en hoeveelheid nietzijn gewijzigd. Ook vsrkrijgbaar: Wybert met menthol. DINSDAG 6 NOVEMBER Gebouw Theosofia: Dr. R. Miedema spreekt over „De Bijbel bij Rembrandt en Van Gogh", 8 uur. Concertgebouw: Concert HOV, 8 uur. Stadsschouwburg: „Kinderen zijn kinderen" (Comedia), 8 uur. Rembrandt: „De wolf van Sila", 18 j., 7 en 9.15 uur. Palace: ,,'n Slechte jongen", 14 j., 7 en 9.15 uur. Luxor: ..Guncrazy", 18 j., 7 en 9.15 uur. City: „Alles wel aan boord", alle leeft., -7 en 9.15 uur. Spaarne: „De zwarte panter", 18 j., 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Verkeerd aangesloten", 18 8 uur. WOENSDAG 7 NOVEMBER Stadsschouwburg: Toneelgroep „De Ver enigde Spelers" „Rebecca", 8 uur. Brink mann, Humanistisch Verbond, spreker H. Lips, 8 uur. Rembrandt, Palace en Luxor: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2.30, 7 en 915 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma Van Dinsdag). Amerika, doch na zijn terugkomst ln De cember zullen er afspraken voor het ver vullen van enige gastrollen worden ge maakt. Dat onze beste solisten in het bui tenland worden gevraagd (Gré Brouwen - stijn en Frans Vroons bij voorbeeld) wijst op een gezonde ontwikkeling van het Ne derlandse instituut. Zij houden echter hun contracten en keren dan ook steeds terug. De heer Van der Vies stelt zich op het standpunt: alleen door hen te laten gaan kunnen we hen binden. Otakar Kraus heeft thans een vast engagement bij Covent Gar den, zodat hij minder gastvoorstellingen dan voorheen zal kunnen geven. De gestadige pogingen om een groter aantal Nederlandse vocalisten in het werk van de Opera te betrekken hebben geleid tot proef-engagementen in het vorige sei zoen van Corry van Beckum, Cora Meyer en Annie Delorie, die thans vaste aanstel lingen hebben gekregen. Verder werden Gé Genemans en Gé Smith opgenomen in het ensemble. De moeilijkheid met jonge krachten is dat de muzikale opleiding wel goed is, doch dat er sinds de dood van Lothar Wallenstein aan de toneeltechni sche kant te weinig aandacht kan worden geschonken. Men overweegt nu een rege ling van volontaii'schap tijdens de studie aan een consexwatorium. Om de lege plaat sen te vullen zijn contracten met de vol gende buitenlandse zangers gesloten: Ales- sandro Barollo (die men in „De barbier van Sevilla" heeft kunnen horen) uit Mi laan, Hélène Bouvier uit Parijs, Paola Gorin uit Tel Aviv, Claude Hector uit Brus sel, Hanns Hoffmann uit Hamburg, Daniza Ilitsch uit Wenen, Germaine de Jonghe uit Antwerpen, Otakar Kraus uit Londen, Franz Lechleitner uit Zürich en Solange Michel uit Parijs. ADVERTENTIE Bij hoofd-, klet- of keolpljn, vorkoudhodon, maandpijnon am. bron gen de volstrekt be trouwbare Rheumin- t bietten uitkomst I Bovendien populair »■- prijsd20 tabletten et Over de oorzaak van de brand die gis teren in een der gebouwen van de Chemi sche Industrie Rids in de Waarder polder heeft gewoed, vernemen wij nog: Toen in de distelleerkolommen, die in het hoge bijgebouw staan, een verstopping ont stond, werden deze kolommen, zoals in dergelijke gevallen te doen gebruikelijk is, buiten werking gesteld en vervolgens tot 40 graden Celsius afgekoeld. De arbeiders schroefden vervolgens het bovengedeelte van de kolommen af en kwamen toen tot de ontdekking dat de verstopping groter was dan men aanvankelijk meende. Grote hoeveelheden benzol dropen naar beneden en verdampten. Deze verdampte benzol is tot ontploffing gekomen en had brand tot gevolg. De politie deelt mee dat de explosies die tot ver in de omtrek te horen waren, ont ploffingen waren die zich tijdens de brand binnen en buiten het gebouw voordeden. In de toestand van de 38-jarige W. Huis man, die zwaar gewond naar de Maria- stichting te Haarlem is overgebracht, is nog geen verandering gekomen. Dezer dagen is een aanvang gemaakt met het ontroesten, „gronden" en bijschilderen van de viaducten in Haarlem. Bijzonder lastig is het werk onder het viaduct aan de Schotersingel bij het Kenaupark, waar de arbeiders op een steiger boven het water hun werk moeten verrichten. Tot half December zullen deze karweitjes duren en zolang is het dus oppassen voor verfspatten onder de viaducten. De Volksuniversiteit voor Haarlem en omstreken organiseert deze en volgende maand in het Frans Halsmuseum een serie referaten over de crisis der cultuur, welke lezingenreeks gisteravond door prof. dr. F. L. Polak geopend werd met een belang wekkend betoog over het hedendaagse cul tuurpessimisme. Hij zag de cultuurhistorie als een vrij regelmatige golfbeweging van geestelijke hoogte- en dieptepunten, waar in nu eens een zwartgallige levens- en toe komstbeschouwing, dan weer een optimis tische overtuiging de boventoon voerden en onderwierp, ter staving van deze theo rie, een aantal oude beschavings-„klima- ten" aan een grondige beschouwing. De oud-Helleense tijd zag prof. Polak bijvoor beeld, ondanks zijn rijkdom aan „onheils- zware" cultuurvormen (de klassieke tra gediën, de met noodlotsmachten, schik godinnen en furiën overladen mythologie e.d.) niet als overwegend pessimistisch, omdat in al die sombere duidingen de mens toch steeds als de moreel sterkere te voor schijn treedt zelfs wanneer hij, als bij Sophokles, Aischylos en Euripides, de strijd tegen het „blinde noodlot" verliest. Het is namelijk niet de uitkomst van die strijd, die telt, maar alleen de geest van zelfver trouwen, waarin hij begonnen en volbracht werd. In de vroege Middeleeuwen ontbrak het vertrouwen in die kracht tot eigen toe- komst-beïnvloeding, wijl aardse lotverbete- ring toen onbelangrijk geacht werd en het ook overigens geen zin had, tegen de be staande strenge hiërarchie van mensen en dingen te rebelleren. Deze beschavings tijdgeest wilde spreker derhalve als passief en pessimistisch kwalificeren. Het Engeland van de 15de eeuw tot en met de industriële revolutie zag hij echter weer als overwegend „cultuur-optimis tisch", omdat de populariteit van Chaucer, van de vele „political poems and songs" en andere werken met „pre-soeialistische" inslag, alsmede de conceptie van Moore's „Utopia" bewijzen zouden, dat de wil tot eigen lots-verbetering het Engelse volk ook in de zwartste periode zijner historie allerminst verlaten had. Die tijdgeest was tevens, aldus prof. Polak, de inleiding tot de ultra-optimistische levensbeschouwing der jongere geschiedenis, die in Amerika en Rusland in bepaalde vormen nog voort leeft (het liberalistische credo der V.S. en de Marxistische dialectiek in de Sovjet- Unie), maar voor Europa sedert Spengler in haar tegendeel is verkeerd. De mens en vooral de Europese mens beseft, gelijk de tovenaarsleerling, machten te hebben opgeroepen die hij niet meer baas kan; hij is de slaaf geworden van zijn dienaar: de techniek en heeft, met zijn aanbidding van de rede, ook de bruggen naar ethiek en godsdienst achter zich verbrand. Nu dus alle geloof, zowel in de gods dienst als in de eigen kracht, is weggeval len, staat de mens voor het vacuum: het nihilisme, dat zich afspiegelt in de existen tialistische levensleer (het „zijn ten dode") en in een litteratuur die slechts onmacht, walging en levensangst baart. Hij kan vluchten in het di'oombeeld van een terug keer naar de „veilige" beslotenheid van de Middeleeuwen, het Machiavellisme om helzen of in een nieuwe mystiek soulaas zoeken, maar in al deze gevallen ver loochent hij het geloof aan zichzelf en zijn verantwoordelijkheden als mens. En zon der die verantwoordelijkheid en dat geloof aan eigen kracht tot toekomst-verbetering, zal er geen uitweg zijn uit de huidige cul tuur-crisis. Prof. Polak, die na afloop van zijn be toog vele vragen en ook vrij wat critiek te beantwoorden kreeg, zal 16 November zijn referaat voortzetten met een analyse van „toekomst-i-omans" van Huxley, Georghiu en Orwell. VAN VANDAAG AF lopen de draden der internationale contacten alle naar Parijs, waar de Algemene UNO-vergadering het knooppunt ervan vormt. In het Palais de Chaillot heeft heden de openingszitting plaats en zullen morgen de debatten een aanvang nemen, die in de eerste plaats de samenstelling van de agenda tot onderwerp zullen hebben. Wel zelden heeft een UNO-vergadering zich verzameld onder zulke boeiende voortekenen als thans het geval is. De atmosfeer waarin de zitting geopend wordt is vol van onbestemde spanningen, veroorzaakt door mededelingen, geruchten en aankondigingen der laatste dagen. Wat op de tafel der UNO-vergadering officieel aan de orde zal komen zijn de min of meer van ouds bekende con flicten en problemen, doch wat in Parijs achter de schermen besproken en afgesproken zal worden is waarschijnlijk van groter belang. Het feit dat alle kopstukken van de wereldpolitiek in Parijs bijeen zijn, opent de directe mogelijkheid van ingrijpende ontwikkelingen. Misschien vormt de rede van president Truman, die morgen openbaar zal worden, een aanwijzing van de richting die deze ontwikkelingen zouden kunnen nemen. Volgens minister Schuman zullen nieuwe plannen der Westelijke mogendheden opschudding verwekken. De wereld hoopt dat het eindelijk eens een prettige opschud ding zal zijn. Onder dwang der omstandigheden lijken de grote mogendheden de Oostelijke zowel als de Westelijke tot de conclusie te zijn gekomen dat zij ten aanzien van twee grote problemen die hun onderlinge betrekkingen vertroebelen in een doodlo pende straat aan het bekvechten zijn ge raakt. Aangezien een dergelijke situatie voor geen der beide partijen enig voordeel belooft, is de tijd rijp voor een nieuw over leg, een nieuwe positiekeuze, een nieuw uitgangspunt. Die twee grote problemen zijn de atoombom en Duitsland. Er is een tijd geweest dat de regering der Verenigde Staten in nauwe verbon denheid haar voornaamste geallieerden haar politiek tegenover de Sovjet-Unie vaststelde volgens de theorie, dat het bezit van de atoombom haar een mogelijkheid gaf om haar tegenstandei-s te overtroeven en in bedwang te houden. Die tijd is thans voorbij. De Sovjet-Unie bezit het gevreesde wapen insgelijks en daarmee zijn de com municerende vaten van de bewapenings wedloop weer op gelijk niveau al ge waagt deze of gene Amerikaanse senator nog wel eens van de kans dat Amerika meer en beter atoomwapens heeft dan de Sovjet-Unie. Deze laatste kans is echter onvoldoende om er een politieke gedrags lijn op te trekken en daarom heeft de po litiek van Amerika en zijn bondgenoten de laatste tijd een geleidelijke verandering ondergaan. Wanneer beide partijen de atoombom hebben is men, wat de doorslaggevende betekenis ervan betreft, teruggekeerd tot de situatie van voorheen, toen er van atoombommen nog geen sprake was. Een dergelijke terugkeer heeft de geschiedenis der bewapening al meermalen te zien ge geven. Dan is het nieuwe wapen nog slechts een nieuwe, dure last, die geen be voorrechte positie meer met zich brengt doch alleen een nutteloze, helaas niet te ontduiken uitbreiding van de kosten der oorlogvoering veroorzaakt. De verandering in de Amerikaanse poli tiek betreft hoofdzakelijk het in acht ne men van een grotere omzichtigheid ten aanzien van de problemen, waarvan een zijdige rigoureuze oplossing de tegenstan ders zou kunnen nopen tot overijlde, on herstelbare daden. Bovendien is er een grotere geneigdheid te Washington te con stateren om op basis van de gelijkwaar dige toestand, waarin de beide kampen verkeren, te komen tot een afspraak die de oorlog zou moeten uitsluiten. Dat men daartoe bereid is bleek wel heel duidelijk uit de gedragslijn die de Westelijke ge allieerden ten aanzien van Duitsland de laatste tijd hebben gevolgd. Zij zijn niet verder gegaan met hun concessies aan de West-Duitsers en hebben nagelaten het probleem van de West-Duitse inschakeling bij,het Westen te forceren. Duitsland is het tweede grote probleem, ten aanzien waarvan de tegenstanders in een slop zijn geraakt en dat oorzaak is ge worden van een neiging tot toenadering. Merkwaardig is dat de Engelse politiek ten opzichte van Duitsland blijkbaar ver anderd is nadat Churchill aan het bewind is gekomen. De invloed van Churchill op de houding der Westelijke geallieerden in de kwestie-Duitsland moet niet gering worden geacht. Er zijn tekenen die wijzen op een grotere Engelse steun aan de Fran se opvatting, die nog steeds sterk afwij zend staat tegenover een Duitse herbewa pening, zo zelfs dat Engeland thans niet meer dan een symbolisch leger aan West- Duitsland wil toestaan. Dit houdt onge twijfeld verband met een plan van gene raal Eisenhower om de grootse doch fan tastische plannen tot opbouw van een Europees leger van 60 divisies te vervan gen door een realistischer plan van 20 goedgeoefende en modern-uitgeruste divi sies. Een drastische vermindering van de West-Europese defensieplannen dus, waar in Duitsland dan een zeer ondergeschikte rol zou spelen. Dit zal zeer wel naar de zin zijn van de Sovjet-Unie die in de Duit se herbewapening een zo dreigend gevaar ziet dat zij volgens waarnemers er een derde wereldoorlog voor zou over hebben om het te bezweren. Wat de atoombom betreft, wil Washing ton thans met de Sovjet-Unie een accoord bereiken. Beheer en controle van dit wa pen zijn reeds vaak tevergeefs in de UNO bespi-oken, doch thans zijn beide partijen waarschijnlijk meer dan ooit overtuigd van de betrekkelijke ontwaarding van dit vernietigingsmiddel in de bewapenings wedloop. Het wapen zou onder het alleen beschikkingsrecht van de UNO moeten worden gesteld, die tegelijk over een eigen strijdmacht, uit de legers der leden-landen gerecruteerd, zou moeten beschikken om aggressie tegen te gaan. Niet het enige kwaad Dat de kansen op een atoom-ac- coord door de détailkwesties tamelijk pro blematisch zijn, behoeft niet als een direct onderdeel van de oorlogsdreiging te wor den beschouwd. Immers, een beheer en een controle van de atoomwapenen, in houdende dat dit wapen bij een eventuele oorlog niet zou worden gebruikt, verhoogt de oorlogskansen inplaats van hen te ver minderen. Er kan zeer wel een verschrik kelijke, onmenselijke strijd worden gestre den zonder atoomenergie. Er zijn talloze wapenen die de burgerbevolking groter lij den kunnen doen ondei'gaan dan een mas sale, plotselinge vernietiging. Bovendien, welke afspraken worden in oorlogstijd ge honoreerd? De illusie dat er van atoom bommen geen gebruik zal worden gemaakt zou een der grootste factoren van de af keer der volken van oorlog valselijk on dermijnen. Niet de afschaffing van bepaal de wapens, niet de illusie van „humaner" ooi'logvoering, doch de zekerheid dat de oorlog volstrekt onbruikbaar en ondoelma tig is geworden zal de basis moeten zijn waarop de geschillen der mogendheden moeten worden ontleed en opgelost. De komende dagen zullen misschien le ren of deze overtuiging reeds is doorge drongen tot „het hoogste niveau" en of dat de aanleiding is geweest om opnieuw de mogelijkheid tot een vredesregeling onder ogen te zien. Zowel wat de atoomenergie als wat de kwestie-Duitsland betreft zijn er aanwij zingen te over dat men zich heeft bezon nen op de nuchtere feiten. En aangezien een mogelijkheid van ooi-log in dit tijds gewricht onmogelijk langer tot de „nuch tere feiten" kan worden gerekend, is er opnieuw een periode van hoop aangebro ken. J. L. Voor het Genootschap Nederland-Enge- larud heeft gisteravond in Brinkmann de Britse consul-generaal in Nederland, de heer E. Cable, een lezing gehouden over internationaal handelsverkeer en daarbij de bilaterale handel verdedigd tegenover de voorstanders van onbeperkte vrijhandel. Hij begon met de voorloorlogse situatie, toen Engeland een import-surplus had van 300 millioen pond en sterling een in ternationale valuta was, te vergelijken met die van na de oorlog. Nu immers heeft het belangrijkste handelsland, de V.S., een export-surplus en de dollar is geen inter nationale valuta, omdat vrijwel geen enkel land er voldoende van bezit. Hierdoor is er een eind gekomen aan de multi-laterale handel. Hij vestigde er overigens de nadruk op, dat zelfs in de vooroorlogse periode 80 van de internationale handel bilate raal was. Hij stelde daarna de vraag of vrijhandel inderdaad zo'n weldoende invloed heeft. Zij heeft die inderdaad voor de enkeling en dan nog voor de uitzonderlijke enkeling, die de capaciteiten en het initiatief heeft. Vrijhandel stelt d'ie enkeling in staat om te kopen op de goedkoopste en te verkopen op de duurste markt. Hetgeen volgens de spreker een groot aantal sociale misstan den met zich mee heeft gebracht. Nu echter, zo zei de heer Cable, zorgen de regeringen voor de 99 van hun be volkingen .Zij wensen volledige werkge legenheid te scheppen, hun industrieën te beschermen, zelf de dingen te maken, die zij nodig hebben en op die manier periodes van hoog- en laag-conjunctuur te vermij den. En bovendien mag niet uit het oog worden verloren, dat de buitenlandse han del slechts een klein deel van de nationale rijkdom uitmaakt. In de gunstigste periode in Engeland zorgde zij voor slechts een kwart van h,et nationale inkomen. De heer Cable zei, dat men de nood kreten der zakenlieden dat invoervergun ningen en quota's hun het handeldrijven onmogelijk maken, niet te zwaar moet op nemen. Zii die voldoende initiatief hebben, maken ook gebruik van de mogelijkheden, die dit systeem hun biedt. Hij vergeleek tenslotte de vrijhandel met een wilde rivier, die soms hele gebieden overstroomt en een andere keer droog staat, wanneer men juist water nodig heeft. De geleide handel zag hij als een gekanaliseerde, geleidelijk vloeiende stroom. Een systeem, dat weliswaar geen exorbi tante winsten of periodes van duizeling wekkende bloei met zich meebrengt, maar voor een solide, weinig-schommelende welvaart zorgt. 11 Op een Maandagmiddag in de aula van Teylers Museum gehouden bijeenkomst van de afdeling Haarlem van de Neder landse Vereniging van Huisvrouwen heeft mr. C. C. van Helsdingen Sr., voorzitter van de afdeling Haarlem van de Beweging van Europese Federalisten, gesproken over „De eenwording van Europa". In zijn inleiding gaf de spreker een toe lichting op „eenwording" en op „Europa" en merkte op, dat het doel van de bewe ging is een federale staat te stichten, waar bij de deelstaten hun zelfstandigheid be houden. Als er gesproken wordt over Europa dan worden daarmee alle Europese landen bedoeld. Wanneer deze samenge bundeld zijn dan kan verwacht worden, dat er iets bereikt is, waarmee andere wereld machten rekening moeten houden. De spreker zeide, dat men op het ogenblik nog niet zo ver is, dat alle Europese landen zich achter de beweging stellen. Engeland bij voorbeeld volgt wel met belangstelling de werkzaamheden, doch neemt niet aan alles actief deel. Uitvoerig besprak mr. Van Helsdingen de actie vén de beweging na de bevrijding en de vorderingen welke in de loop der iaren zijn gemaakt. In ons land bestaat de Nederlandse Raad der Europese Beweging en de spreker wekte de dames op belang stelling te tonen hiervoor en zich als lid aan te sluiten. In het tweede gedeelte van de bijeen komst beantwoordde mr. Van Helsdingen een aantal vragen, waarbij hij gelegenheid had nader op enige punten in te gaan. Een bagatel is een kleinigheid, iets van weinig betekenis en inzonderheid: een geldsom van geringe waarde. Het is via het Frans overgenomen uit het Italiaans, waar het bagatello luidt. Wat het woord belangwekkend maakt, is dat het pre cies hetzelfde is als: bagage, waarmee men het niet zo gauw in verband zou brengen. In het zogenaamde Middel latijn bestond het woord baga: zak, pak. Alle pakken bij elkaar vormen de ba gage. Het verkleinwoord betekent na tuurlijk: pakje, vandaar: kleinigheid. sy Wij hebben reeds mededelingen gedaan over de plannen in Noordholland een stich ting voor maatschappelijk werk op te rich ten en over de te verwachten medewerking van de provincie. Thans is verschenen het voorstel van Gedeputeerde Staten aan de Provinciale Staten. Voorgesteld wordt voor het jaar 1952 een subsidie van ten hoogste 25.000 te verlenen, met dien verstande, dat van dit bedrag niet meer zal worden uitgekeerd dan de stichting aan subsidie van het rijk zal ontvangen. In hun toelichting delen Gedeputeerde Staten mee, dat met de toeneming van het aantal en de activiteit der verschillende in stellingen, die zich op het gebied van het maatschappelijk werk bewegen, ook het belang van een goede coördinatie en samen werking en een doelmatige taakverdeling tussen deze instellingen gegroeid is. Daar om zijn in enige delen van het land zoge naamde opbouworganen opgericht. Deze organen zijn alle als stichtingen opgezet, die elk een provincie tot arbeidsterrein hebben. Het streven is er in beginsel niet op gericht de instellingen en haar werk aan te tasten; wel om te trachten de verdere ontplooiing daarvan te bevorderen, met vrijwillige medewerking van de hierbij be trokkenen. De inkomsten der stichtingen bestaan over het algemeen uit bijdragen van particuliere instellingen en personen en voorts uit subsidies van de overheid. Op de rijksbegroting 1952 is een bedrag van 220.000 uitgetrokken. Indien de vergadering van de Provin ciale Staten in beginsel tot het verlenen van een subsidie besluit, dan zal de voor zitter van Gedeputeerde Staten de totstand koming van de stichting bevorderen. ADVERTENTIE Op 11 November hoopt de oudste inwoner van Den Haag, mevrouw J. J. de Calonne- Weister, haar 102de verjaardag te vieren. Mevrouw Calonne helpt nog graag mee in de huishouding. De krasse dame bij de verzorging har er bloemen. De HHV, de vereniging van oud-leer lingen der HBS a, gaat haar veertig-jarig bestaan vieren. En het wordt een feest, dat niet mis zal zijn. Het begint met een Jubileum-Cabaret-revue op 9 November in de Stadsschouwburg, die wordt verzorgd door het HHV-cabaret „De Toverlantaarn" onder leiding van Leo van Kuyk en Bob de Buisonjé. Zaterdag recipieert de HHV in Brinkmann en die receptie wordt ge volgd door een jubileum-diner, 's Avonds is er een grote soirée in het Concertge bouw en Zondagmiddag wordt het feest besloten met een thé-dansant in Brinkmann. Dat de HHV het feesten dus nog niet verleerd is, zal niemand verbazen, die deze springlevende oud-leerlingen-vereniging van nabij kent. Maar afgezien van deze ac tiviteit is de HHV ook op ander gebied voortdurend bezig om de saamhorigheid die leerlingen en oud-leerlingen van de HBS a bindt, nog sterker te maken. Zij zorgt er voor, dat ook na het eind examen de leden zich leerling van de HBS a blijven voelen en haar bemoeiingen ten dienste van de leden zijn velerlei. De Academie voor Voortgezet Economisch onderwijs is er een voorbeeld van. De leden van de HHV zijn over de hele I wereld verspreid, maar men kan er zeker van zijn, dat zij allen öf in levenden lijve öf in gedachten in Haarlem aanwezig zul len zijn, wanneer hier de dag wordt her dacht, waarop door een groepje leerlingen van de Handelsschool de HHV werd opge richt als vereniging voor leerlingen en oud leerlingen. In de nacht van Woensdag op Donder dag heeft de Haarlemse recherche de 38- jarige boekhouder S. P. uit Haarlemmer meer aangehouden, als verdacht van op lichting en verduistering. Hij had een 75- jarige winkelier een bedrag van 175 af handig gemaakt, onder voorwendsel dat hij dit nodig had voor een kennis die in staat van faillissement verkeerde. Hij wendde het geld echter ten eigen bate aan. In de loop van het onderzoek kwam voorts aan het licht dat P. van een bouw kundige en van een sigarenwinkelier 400 had gekregen, nadat hij een omstandig ver haal had gedaan over een handeltje waar voor hij dringend handgeld nodig had. Aan de speciale cyclamen-expositie, annex maandelijkse keuring V.K.C. te houden op 15 en 16 November in het nieuwe gedeelte van de „Centrale Aalsmeerse Veiling" zal ook dit jaar weer op ruime schaal worden deelgenomen. Het wordt deze keer zelfs passen en meten om alle inzendingen be hoorlijk onder te brengen. De prominenten der Cyclamen-cultuur uit den lande zullen hun beste teeltproducten brengen; ook de verplichte inzendingen voor de Cyclamen- rassenvergelijking komen. Maar ook vele en belangrijke inzendingen Chrysanten, waar onder talrijke nieuwe variëteiten, winter- bloeiende Begonia's, bladbegonia's nephro- lepis-soorten. enz., vallende onder de maan delijkse keuringen der Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, zullen er zijn. Voor iedereen is deze belangrijke show van tuinbouwproducten kosteloos te bezich tigen, de le dag van 12 uur af tot des avonds 9 uur; de 2e en laatste dag van 9 uur 's mor gens tot des avonds 9 uur. Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 5 November 1851 Uit Limmen wordt ons het volgende medegedeeld: Heden had de onderwijzer der jeugd dezer gemeente, de heer Wm. Metz, het bijzonder voorregt, zijne zestig-jarige vervulling der betrekking van onderwijzer, o-p 84-jarigen leeftijd, in welstand te vieren. Ruim 56'/2 jaar was hij onafgebroken met lust en ijver als zoodanig in deze gemeente werk zaam, en hij gaat daarmede nog steeds (zonder hulp-onderwijzer) met warme belangstelling voort Een gToot deel der bevolking mogt alzoo hare eerste maat schappelijke opleiding van hem genie ten, die bij haar voorzeker in aange name herinnering zal blijven, en haar doen instemmen met het gevoel van da. '.Sbaarheid des onderwijzers.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5