„Vlucht voor
Marion"
Werken voor koor en orgel van
Nederlandse componisten
éénmaal
ami
Clowntje Riek
v. Brederode
Jeugdhuis in Haarlem-Noord geopend
5 DECEMBER.... een dag voor
Voorlichtingsavond voor
jonge kiezeressen
Spaanse dansen voor
de Kunstgemeenschap
BOEKEN
Burgerlijke stand
van Haarlem
FE UILLETON
(door JOS LODEWIJKS)
Toneelgroep »>S-Z" speelde
„Gekocht en betaald"
Er komt geen sanatorium
in Heemstede
Uitvoering had beter in Haarlem kunnen geschieden
"Het was frappant
te ontdekken, dat van de
1000 ondervraagde
King's Cross rokers er
een jaar geleden óók reeds
King's Cross sigaretten
rookten
de sigaret met het grootste aantal vaste rokers!
Luxe postpapieren
DINSDAG 27 NOVEMBER 1951
HAARLEMS DAGBLAD -
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Maandagavond is in een officiële bijeen
komst, waar ook burgemeester mr. P. O. F.
M. Cremers, wethouder D. J. A. Geluk en
hoofdcommissaris J. Fontyne aanwezig wa
ren, het nieuwe Jeugdhuis van de Ne
derlands Hervormde Gemeente, Haarlem-
Noord, op de hoek Schoterweg-Pynboom-
straat in Noord geopend.
Dit geschiedde door dr. H. van der Loos,
Nederlands Hervormd predikant, onder
wiens bezielende leiding dit gebouw is ge
worden wat het nu is, met de overhandi
ging van de sleutels aan de heer F. G. L.
Botti, die jeugdöuderling is en tevens deel
uitmaakt van de stichting Commissie
Jeugdhuis van de Nederlands Hervormde
gemeente in Haarlem-Noord. Deze stich
ting werd nu vijf jaar geleden in het leven
geroepen, kocht ip 1949 een stuk grond
van 2420 vierkante meter op voormelde
hoek en van de daar aanwezige bollen
schuur heeft architect B. Schultheiss met
de vrijwillige medewerking van velen
zowel ouderen als jongeren een onder
dak voor het jeugd- en wijkwerk tot stand
gebracht, dat er wezen mag.
Dr. Van der Loos richtte woorden van
dank aan het gemeentebestuur en speciaal
betuigde hij zijn erkentelijkheid voor de
welwillendheid van de niet aanwezige
wethouder A. J. M. Angenent. De be
doeling van het jeugdhuis is om als nood
gebouw gedurende enige jaren dienst te
doen, zo zeide dr. Van der Loos.
Burgemeester Cremers bracht de geluk
wensen van het gemeentebestuur over. Hij
memoreerde de financiële- en organisa
torische moeilijkheden en prees het parti
culier initiatief van de Nederlands Her
vormde gemeente, die toch had doorgezet
in de wijk Haarlem-Noord met 60.000 in
woners in deze diep gevoelde behoefte te
voorzien, vooral nu B. en W. zelf niet in
ADVERTENTIE
nuttige geschenken
v. Delft's
kinderwagens 103.75
v. Delft's
wandelwagens 41.30
weekendwagens 24.70
voor de huishouding
keukenuitzetten 90.95
broodtrommels
em. 15-95
wringers 50.75
kolenkitten em. 4.40
haardketeltje 7.70
olie-kachels 37.
el. straalkachels 27.70
bedkruiken 4.25
gascomforen 36.50
OUDÉ
GROENMARKT 16-14
Telefoon 11266
HAARLEM
HAARLEM. 26 November 1951
GEHUWD: 26 Nov., H. Vonk en M. J.
Schaeffer; P. van der Boon en C. M. A.
Besteman.
BEVALLEN van een zoon: 22 Nov., E. Va
derStienstra; 23 Nov., F. W. A. van Par-
rerenHartman; M. GartEllemers; C. C. A.
MathotBorst; 24 Nov., A. FinkeBel; M.
A. PhilippiOtte; 26 Nov., P. M. Franken
Breukel.
BEVALLEN van een dochter: 24 Nov., G.
W. J. NakErents; 25 Nov., R. van Hees
Hage; J. J. ToepoelUijlenburg; 26 Nov., M.
J. BiereLamers.
OVERLEDEN: 23 Nov., J. A. Wijbrandts—
Kraan, 83 j., Karei v. Manderstraat; A. M.
M. van Diejen—Schijff, 69 j., Jan Luycken-
straat; M. van WijngaardenBrand. 63 j.,
Wilgenstraat; 24 Nov., J. M. J. van Royen
Rueb, 74 j., Wilhelminalaan; J. H Engelgeer
Franse, 86 j., Garenkokerskade; H. Hinlo-
pen, 81 j., Florastraat; 25 Nov., W. L. A.
Duin—Clavel, 83 j., Zijlweg.
Het nieuwe Nederlands Hervormde Jeugd
huis in Haarlem-Noord.
staat waren iets te doen.
De president-kerkvoogd, de heer W.
Hart, sprak namens het college van kerk
voogden; hij herinnerde aan de taaie vol
harding en ijver van dr. Van der Loos,
waarmee deze dit werk had aangepakt en
constateerde, dat ook buitenkerkelijken
veel financiële steun hadden gegeven.
Ds. G. Koch, predikant van de wijk West,
verheugde zich in het bezit van een eigen
wijkzaal in het midden van zijn wijk. Hij
noemde de vele plaatsen, waar het wijk
werk van de jongste loot van de gemeente
in Schoten, in de loop der jaren is ge
schied.
De heer F. van der Velde bood namens
de Haarlemse Jonge Mannen Vereniging,
onderdeel van het landelijk Christelijke
Jonge Mannen Verbond, zijn gelukwensen
aan, met de overhandiging van een wand
versiering.
„Het nut van jeugdwerk wordt door
velen nog niet goed verstaan", zei de jeugl-
ouderling, de heer Botti, die hoopte dat
verandering ten goede zou geschieden.
De Bond van Vrouwen werkzaam in be
drijf en beroep en de Vereniging voor
Vrouwentoelangen, Vrouwenarbeid en Ge
lijk Staatsburgerschap, belegden gister
avond in restaurant Brinkmann een voor-
lichtingensavond voor jonge kiezeres
sen, tijdens welke bijeenkomst me
vrouw mr. J. M. Stoffels van Haaften, lid
van de Provinciale Staten, haar gehoor de
vraag voorlegde: „Gebruiken wij ons kies
recht wel goed?" Bij de beantwoording van
deze vraag legde mevrouw Stoffels aller
eerst uit wat het kiesrecht behelsde. Het
kiesrecht is een uitvloeisel van het staat
kundig stelsel dat wij in ons land hebben:
Een democratisch stelsel. Tegenover de
democratie staat de dictatuur, waarbij de
macht in handen is van slechts één of enige
personen. In het democratische stelsel is
het echter zó, dat het volk mee regeert. Als
wij ter stembus gaan, spreken wij ons
overigens niet uit over bepaalde problemen.
De gang naar het stemlokaal heeft slechts
tot doel mensen te kiezen die voor het
gehele volk de problemen onder ogen zien.
Zulks neemt niet weg dat het nooit voor
komt dat het volk één belangrijke vraag
wordt voorgelegd: Vorig jaar nog kreeg het
gehele Belgische volk te beslissen of Ko
ning Leopold al dan niet de troon opnieuw
zou bestijgen. Ook wanneer het voor mocht
komen dat de volksvertegenwoordiging niet
meer kan gelden als de weerspiegeling van
de wil van het volk, worden man voor man
en vrouw voor vrouw over één bepaalde
zaak geraadpleegd.
Het is niet altijd zo geweest dat alle
Nederlanders mochten kiezen. Vijfenzeven
tig jaar geleden waren grote groepen van
het kiesrecht uitgesloten, onder meer de
vrouwen. Dit was het resultaat van de
positie die de vrouw in die dagen innam,
want men diende driekwart eeuw geleden
in een zekere ontwikkelingsklasse te vallen,
wilde men zijn -stem mogen uitbrengen.
Daar de vrouw niet in die klasse viel, om
dat haar ontwikkelingsmogeliikheden zeer
gering waren, hadden zij ook geen kies
recht. Langzamerhand won de overtuiging
echter veld dat vrouwen en mannen gelijke
rechten hebben.
Mevrouw Stoffels betoogde dat de poli
tieke belangstelling bij de vrouwen dikwijls
ernstig te kort schiet en zette uiteen dat
het nodig is dat de kiezeressen en kiezers
zich wel degelijk van de doelstellingen der
politieke partijen op de hoogte moeten
stellen, alvorens ter stembus te gaan.
Al hebben de vrouwen nu het kiesrecht
gekregen, nog steeds worden zij in vele oo-
zichten bij de mannen achter gesteld. Met
het uitbrengen van haar stem, werken zij
mee om ook deze problemen tot een oplos
sing te brengen.
Een geanimeerde discussie besloot de
avond.
22)
Ik moest lachen om het merkwaardige
briefje. Wat spookte die Dorn uit, dat hij
niet in de gelegenheid was mij persoonlijk
een en ander te overhandigen? Het was in
ieder geval een prettige afwisseling bij al
de narigheden van de laatste uren. Ik be
sloot op mijn kamer te eten en intussen
te beginnen met lezen.
Hij had er nog al wat werk van gemaakt!
Er waren tenminste twintig dichtbeschre
ven vellen. Geen wonder dat ik hem van
daag nog niet beneden had gezien.
En dit was wat ik te lezen kreeg:
„Nadat ik in een vorige verhandeling
thans in het bezit van juffrouw Lotge
ring en door mij ondertekend aantoonde
hoe ik Vandearn vermoordde, zal ik thans
beschrijven waarom ik het deed. Ik moet
daarvoor enkele jaren teruggaan, namelijk
naar het tijdstip waarop ik als „free
lance" journalist een reis door Zuid-Ame-
rika maakte en een reeks artikelen schreef
over de economische ontwikkeling van dat
werelddeel. Een van die artikelen bevatte
een interview met de Grote Man Vandearn,
economisch dictator, koning van de koper
trusts, beheerser van het wel en wee van
duizenden mensen.
Ik bezocht Vandearn in zijn luxueus
buitengoed in de buurt van Valparaiso,
nadat het mij ontzaglijke moeite gekost had
een introductie en toestemming tot een
interview te krijgen.
Zijn enorme huis had enigszins het
uiterlijk van een hacienda, doch het inte
rieur herinnerde aan een kostbaar oud-
Hollands patriciërshuis. Brede, betegelde
gangen met smaakvolle antieke meubeltjes,
Friese klokken, een gebeeldhouwde eiken
lambrizering en koperen luchters. En de
kamers! Men waande zich bij het binnen
treden in museumzalen. Authentieke oude
meesters bedekten de witte wanden, zware
antieke kloostertafels stonden op zwart
witte tegelvloeren en glaskasten met kope
ren sierlijkheden en Delfts blauw gevuld
stonden langs de muur.
Ik zag drie van zulke kamers, voordat
ik achter een zwijgende, correcte huisbe
diende in een serre kwam waar Vandearn
op mij wachtte. Hij zat in een diepe fau
teuil, gekleed in een hel-blauwe kamerjas
en nors voor zich uit kijkend, terwijl hij
aan een reusachtige zwarte sigaar trok.
Ik zal niet in bijzonderheden treden over
ons gesprek. Hij verschafte mij op afgeme
De toneelgroep van „Sociale Zaken", die
wij reeds enkele malen verdienstelijk werk
zagen leveren, was gisteravond in gebouw
St.Bavo minder gelukkig. Dat is in de eerste
plaats terug te voeren op de keuze van het
stuk, „Gekocht en betaald" van George
Broadhurst, dat volkomen andere eisen
aan de spelers stelt dan de luchtige nie
mendalletjes waarmee deze dilettanten ge
woonlijk voor het voetlicht komen. Daar
mee wil allerminst gezegd zijn, dat „Ge
kocht en betaald" de geschiedenis van
een huwelijk-om-geld een sterk speel
stuk is, integendeel: het heeft massa's dra
matische pretenties, die echter nergens ge
realiseerd werden; hier en daar, en vooral
tegen het einde van het tweede bedrijf, be
landt het opgeblazen conflict tussen man
en vrouw zelfs geheel en al in de sfeer
van de oude „draak". Het zou onbillijk
zijn, van dilettanten in zulk een melodra
ma meer te verwachten dan het aanvaard
baar maken van hun respectievelijke ty
pes, maar zelfs daarin schoten de meeste
executanten te kort. Cees van Dijk, die te
vens de regie voerde, had als de rijke
echtgenoot de ondankbare taak, de zaal
te overtuigen van zijn „dubbele persoon
lijkheid" waarin hij slechts ten halve
slaagde. De morele marteling die hij, in
het tweede bedrijf, zijn vrouw laat onder
gaan, wekte, inplaats van de beoogde dra
matische spanning, soms slechts lach
lust. Ada Ree was als de vrouw van deze
Jekyll-and-Hyde de beste van het groepje,
maar miste toch nog de routine om al
haar tegenstrijdige emoties waar te kun
nen maken. Gemakkelijker had Jan de
Keijzer het als de impertinente leeghoofd
Jimmy Blaine; hij maakte van deze profi
terende zwager een aardige caricatuur.
Piet Westendorp had als de Japanse be
diende bedrijven lang niet veel meer te
doen dan een ondoorgrondelijk-Oriëntaals
gezicht te trekken en „neem me niet kwa
lijk" te sissen, waarvan hij zich met geest
drift kweet. Cor Hoetmer beeldde niet on
verdienstelijk de gemoedelijk-kleinburger-
lijke zuster-van-de bruid uit, en het Fran
se kamermeisje van Ada Bosman had men
graag wat kittiger gezien. Dat laatste geldt
trouwens ook voor de regie, die wel wat
meer beweeglijkheid in het spel had mo
gen brengen en vooral zorg had moeten
dragen voor duidelijker articulatie; hal
verwege de zaal kostte het moeite, de tekst
te volgen. H.C.
Aan bouw ziekenhuizen
wordt voorrang gegeven
Enige tijd geleden deelden wij mede dat
de Stichting voor bestrijding der tubercu
lose, die een tijdelijk sanatorium in Noord-
wijk aan Zee exploiteerde („Sole Mio")
besloten had een nieuw sanatorium, dat
plaats zou bieden aan 300 patiënten, te
bouwen op Het landgoed „Eikenrode" te
Heemstede. Voor de aankoop van dit land
goed werd financiële medewerking ver
kregen van de gemeenten Amsterdam en
Leiden.
De bedoeling was vier paviljoens en een
economie- alsook een kantoorgebouw te
stichten.
Met de regering was reeds over deze
plannen overleg gepleegd. Voorlopig had
deze toegezegd, dat gerekend kon worden
dat het rijk, volgens de bestaande richt
lijnen, 3/7 deel van de bouwkosten voor
zijn rekening zou nemen.
Thans vernemen wij dat de bouw van
dit sanatorium niet door kan gaan, omdat
de regering er van heeft afgezien om
daarvoor gelden beschikbaar te stellen.
Met de bouw zouden zeer grote bedragen
gemoeid zijn. Gemeend wordt dat dit niet
verantwoord is, omdat er een wijziging in
de stand van zaken gekomen is. Door de
veranderde behandeling van lijders aan
t.b.c. (de toepassing van nieuwe genees
middelen en ook operatief ingrijpen) is
voor vele patiënten de tijd van kuren in
een sanatorium belangrijk ingekrompen.
Enige tijd geleden was er nog groot ge
brek aan plaatsruimte in vele sanatoria.
Thans zijn bij enkele sanatoria de wacht
lijsten voor patiënten al vervallen.
De regering meent daarom dat het beter
is het geld dat voor dit doel beschikbaar
is te bestemmen voor de bouw van zieken
huizen, want daaraan is thans wel grote
behoefte, terwijl ook kan worden aangeno
men, dat die behoefte zal blijven be
staan.
„Sole Mio" zal thans door de stichting
ontruimd worden. De patiënten zullen over
enkele andere sanatoria verdeeld worden.
De burgemeester van Bloemendaal, jhr.
mr. C. J. A. den Tex, zal zijn spreekuur hou
den op Donderdag 29 November van 10 tot
12 uur, in plaats van op Vrijdag.
ADVERTENTIE
(Uit een vertrouwelijk rapport over een in een
deel van ons land ingesteld rokersonderzoek)
kings i
De conclusie
is duidelijk:
King's Cross
Virginia is goed
en blijft constant.
Zij, die éénmaal
King's Cross
hebben gerookt,
gaan nier meer
over op een
ander merk.
80 cent per 20 stuks
Nu ook in fraaie
geschenkdozen van
50 stuks fl. 2.-
KING'S
De reeks concerten ter gelegenheid van
het veertig-jarig bestaan van het Genoot
schap van Nederlandse Componisten werd
Maandagavond voortgezet in de Amster
damse Bachzaal met een programma van
koor- en orgelmuziek. Uitvoerenden wa
ren het Collegium Musicum Amstelda-
mense (onder leiding van Toon Vranken)
en de organist Albert de Klerk.
Het koor zong enige werken van onze
oude meesters: Sweelinck, Clemens non
Papa, Obrecht en Tollius (van deze laatste
het heerlijke madrigaal „Delia veloce
sona") maar kwam verder met een over
wegend aantal composities van leden varl
het Genootschap: Wagenaar, Diepenbrock,
Ruyneman, Ketting, Jaap Vranken, Albert
de Klerk, Herman Strategier, Géza Frid
en Lex van Delden. Dat vormde alles bij
elkaar een zeer afwisselend programma
van belangrijke koormuziek, die doorgaans
hoge eisen stelt, wat echter voor het semi-
beroepskoor van Toon Vranken geen be
zwaar bleek te zijn, want de prestaties van
het ensemble waren van voortreffelijk ge
halte, zowel wat de klank als wat de zui
vere intonatie en de rhythmische correct
heid betreft.
Van de hedendaagse werken trokken
vooral de aandacht „De Roep" van Daniël
Ruyneman en „Partita piccola" van Lex
van Delden, beide zonder tekst, dus louter
op vocalen (of „a bouche fermée") gecom
poneerd. Het eerste werk, dat indertijd
(het is in 1918 gecomponeerd) nog al be
vreemding wekte, kon ons nu uitstekend
voldoen; het andere (pas twee jaar oud)
is, hoewel geconcipiëerd naar instrumen
tale vormen, zeer gelukkig vocaal geïnstru
menteerd en klinkt tevens omdat het zo
boorde-vol boeiende muziek is buiten
gewoon mooi. Toch vind ik dat dergelijke
„liederen zonder woorden" zeldzaamheden
behoren te blijven.
Een drietal kerkmuzikale werken gingen
met obligaat-orgel. In „Jubilate Deo" van
Albert de Klerk wordt dit zelfs een bril-
lante orgelpartij, als gelijkwaardig element
behandeld. Twee andere Haarlemse com
ponisten, Andries de Braai en Jan Mul,
waren op het programma vertegenwoor
digd, ieder met een belangrijk orgelwerk.
De Sonate opus 26 (uit 1947) van De
Braai is in zijn hoofddeel een nogal wrang
stuk, maar stevig gebouwd en met een in
teressante ontwikkeling. Het heeft een
elegisch middendeel maar besluit met een
imposant fugato. In de Sonate van Jan Mul
(geschreven in 1943) overheerst het speels
karakter, hoewel ernst en bezonkenheid er
ook een aanmerkelijk deel in hpbben. De
geestige noot (of noemen wij het het Uilen
spiegelthema) wil echter het laatste woord
hebben.
Het is jammer dat het Genootschap het
programma met de orgeldemonstraties niet
naar Haarlem verlegd heeft, waar men ten
minste over een instrument in de Concert
zaal beschikt waarop deze moderne wer
ken volop tot hun recht kunnen komen.
Het Conservatorium-orgel in de Bachzaal
schiet in kwaliteit van klank veel te kort.
Bovendien bleek het deze avond weer, dat
de te Haarlem geboren componisten in het
Genootschap een belangrijke positie inne
men. JOS. DE KLERK
ADVERTENTIE
DE ROOIJ
Anegang 14 - Telefoon 11963
ook bedrukt met naam en adres
is en blijft een pracht geschenk.
Pracht collectie KINDERPOST
POSTBLOKS MET COUVERTS
ook bedrukt met naam en adres
Het eerste optreden in Haarlem van het
Madx'ileense danspaar Susana Audeoud en
José Udaeta dat zal ongeveer een jaar
geleden zijn geweest liet zoal geen
warme herinnering dan toch een deugde
lijke indruk achter. Het was droog als de
wijn uit Jerez, die men hier sherry noemt,
doch doorlopend zuiver en van edel ge
halte. Juist de dienstvaardige eerbied voor
een nog altijd zeer vruchtbare traditie
maakte hun verschijning op het Neder
landse toneel tot een uitzonderlijke ge
beurtenis. Hun programma was toen trou
wens strak en kunstzinnig opgebouwd vol
gens hetzelfde beginsel. Dat bleek al dade
lijk veelzeggend uit het openingsnummer:
de strenge statigheid volgens geometrische
lijnen van een klassieke pavane.
Ditkeer werd, even kenmerkend voor
wat er volgen zou, begonnen met variaties
op de Folias, een dans in de pompeuze hof
stijl van de zeventiende eeuw, met alle
overdadige versierselen en franje van het
barok. Ongetwijfeld interessant, maar wei
nig zin hebbend zonder een bijpassend
décor. Doch erger was dat men reeds kon
voorvoelen dat er een loopje met de artis
tieke nauwgezetheid genomen zou worden,
hetgeen inderdaad maar al te dikwijls ge
beurde. Nu behoeft dit niet altijd een be
zwaar te zijn, allerminst voor de groten
deels op improvisatie naar eenvoudige
motieven berustende flamencodansen. Dit
op gevarieerde rhythmen uitleven van
hartstochten in een grillig spel van bewe
gingen is echter de zwakste zijde van het
duo, dat ons aanvankelijk zo bekoorde
door de beheerste vormencultus en strakke
gebondenheid. Helaas bleef thans de popu
laire franje hoofdzaak.
Met een gevoel van „zie je wel, dat
dacht ik al" las ik halverwege de avond
oor de kinderen
De Kabouterburgemeester krabde in z'n baard.
„Ik hoop, dat hier geen mensen wonen en dat we goed ontvangen worden!", zei hij.
„In ieder geval zullen we 't er maar op wagen en binnenvaren."
Zo zeilde het schip tussen de pieren door de rivier op, met de wind in het zeil. Allen
stonden ze aan het dek en ze keken naar de oevers van de rivier, die ze nu opvoeren.
„Kijk eensginds zie ik een stad!" zei een Kabouter.
Ja, dat zagen de anderen ook. En toen ze wat dichterbij kwamen zagen ze, dat de
huizen van die stad geen mensenhuizen konden zijn, want daarvoor waren ze te
klein. Mensen wonen in zulke reusachtige huizen, wisten ze. Dit leek meer een stad
voor kleine mensen, zoals zij zelf!
En daarom durfden ze met hun schip rustig verder te varen. Ze kwamen in de stad
en meerden aan de kade van een haven. Dit was Speelgoedstad.maar dat wisten
de Kabouters nog niet.
En terwijl dit gebeurde, liep Pilon door de straat. Hij naderde een hoek en toen.
in het programma: „José Udaeta begon als
expressionistisch danser". Men keert dus
blijkbaar altijd tot zijn eerste liefde terug,
zoals het Franse spreekwoord reeds voor
spelt. Misschien heeft zijn concertdirectie
daar mede schuld aan, omdat een groot
deel van het (Duitse en Scandinavische)
publiek daar bij voorkeur om vraagt. Maar
zowel hij als zijn van geboorte Zwitserse
partner beschikken over te weinig per
soonlijk magnetisme om in dit genre voort
durend te boeien. Dit bleek wel zeer dui
delijk uit de twee zigeunerdansen: farruca
en zapateado. Van technisch standpunt be
keken is het .hielenwerk met het opwin
dende staccato van José Udaeta razend
knap. Doch men moet Antonio Ruiz gezien
hebben om te weten waar het daarbij op
aankomt en wat hier ontbrak: het dyna-
misch-vibrerende, dat de toeschouwer
mede tot opwinding brengt en hem het
enerverende gevoel geeft dat het niet veel
langer moet duren of de veer zal knappen.
Niet voor niets noemt men dit voetenge-
roffel met een treffend woord „agitanado"
bij neo-Spaanse of regionale dansen. Het
veelvuldig gebruik van zogenaamde „bat-
tements battus" mag zeker niet onvermeld
blijven. Dat is een aantrekkelijke versie
ring. Trouwens: ook andere onderdelen
van de klassieke scholing heeft hij zinrijk
overgenomen, met name „sissone" en „pas
de bourrée" in zijn Bolero noble, waar de
„entrechats" van oudsher in thuis horen.
In de farruca en ook in de Sevillaanse
Triana, die zij overigens voortreffelijk ten
uitvoer bracht, waren de armen van Su
sana Audeoud bijna steeds te kort.
Het prijsgeven van het oorspronkelijke
streven naar zuiverheid-voor-alles bleek
ook uit het opnemen in het programma
van een film-achtig gedeelte uit „Capric
cio Espagnole" van Rimsky-Korsakow,
waarin José Greco hen was voorgegaan.
Hoofdzaak van het programma vormden
de dansen der Spaanse renaissance, uit de
school van Argentina dus, waarin verdien
stelijke resultaten werden bereikt, ondanks
de slordige afwerking en het zoeken van
goedkope effecten, waardoor bijvoorbeeld
het op slag tot roerloze stilstand komen na
de steeds gecompliceerder wordende uit
werkingen van de grondmotieven in tel
kens toenemende vaart de scherpte der
verrassing miste. Gezegd dient nog te wor
den dat de castagnetten te weinig werden
gebruikt als muziekinstrumenten en te veel
om er een soms kinderachtig spel mee te
bedrijven.
Uit het voorgaande moet men intussen
niet afleiden dat het succes gering zou zijn
geweest, want het tegendeel was het geval.
De gemaakte opmerkingen werden voor
namelijk door teleurstelling ingegeven, ook
al omdat men ditkeer de Baskische dansen
niet zag, die verleden jaar zegevierend over
alle weerstanden tot het hoogtepunt van
het recital leidden. Medewerking aan dit
programma werd voorts verleend door de
bekwame guitarist Pablo Patena en door
de pianist met de weinig Spaanse naam
Armin Janssen, die een compositie van
Bach ten gehore bracht.
DAVID KONING.
ADVERTENTIE
Grote Markt 21 - Telefoon 10409
ten toon inlichtingen over de dingen die
ik aanroerde en werd slechts een beetje
enthousiast op de momenten dat hij de ge
legenheid kreeg zijn eigen verdiensten op
de voorgrond te stellen.
Mijn indruk van hem was abominabel
slecht. Hij was mij zo onsympathiek dat
ik mezelf geweld moest aandoen om later
in mijn artikel niet uitdrukking te geven
aan mijn afkeer voor hem. Maar dat was,
toen ik iets ervaren had wat mij een vol
ledig beeld gaf van het verdorven individu,
dat ik in zijn paleis bezocht had
Ik sprak ongeveer anderhalf uur met
hem en hij leverde mij machtig interes
sante stof. Ik had nooit kunnen vermoeden
dat zijn invloed zo ver reikend was, of
schoon ik toch tevoren heel wat over zijn
macht gehoord had. Het afscheid was even
formeel en koud als het welkom. Hij stond
niet op toen ik vertrok en evenmin gaf hij
mij een hand. Ik was voor hem verder van
geen belang. Hij had mij slechts ontvangen
omdat het hem paste, de buitenwereld
door middel van mij nog eens te herinne
ren aan het feit dat Vandearn de touwtjes
in handen hield en de lakens uitdeelde
En Vandearn zou misschien voor altijd
uit mijn leven verdwenen zijn als ik mijn
hoed niet had vergeten. Toen ik achter de
huisbediende naar de hal liep om het huis
te verlaten, schoot mij plotseling te bin
nen dat ik mijn hoed in de serre had ach
tergelaten. Ik trachtte de man aan het ver
stand te brengen dat hij hem halen moest,
doch hij sprak blijkbaar alleen Spaans en
dat ging boven mijn macht. Hij begreep
mij niet en ik besloot zelf even terug te
lopen.
Toen ik de ineenlopende kamers door
ging waarachter de serre zich bevond,
hoorde ik de rauwe, nasale stem van
Vandearn spreken in het Engels. Hij was
blijkbaar woedend, want hij vloekte achter
ieder woord ongeveer. Ik stond onwille
keurig stil.
„Ik heb schoon genoeg van dat gelamen
teer en gekrijs van jou", hoorde ik hem
schreeuwen. „Denk je dat je hier voor je
eigen genoegen in huis bent en dat je kunt
doen en laten wat je zelf wilt? Het wordt
tijd dat je nu eens voorgoed begrijpt, wie
je te gehoorzamen hebt en bedenk dat
ik niet met me laat spotten. Je doet het,
en je weet dat er niets anders opzit dan
het te doen. En maak dat je naar je kamer
komt. Laat me met rust verder, en begin
er niet weer over. Want het zou me wel
eens kunnen vervelen om naar je te luiste
ren of om naar je te kijken zelfs! Ver
dwijn!"
Ik hoorde vlugge voetstappen op de te
gelvloer, die in mijn richting kwamen. Een
ogenblik wist ik niet wat te doen. Als ik
bleef staan zou ik ontdekt worden en het
leek me geen goed ogenblik om Vandearn
te laten weten dat ik had staan luisteren.
Ik had trouwens helemaal geen zin meer
om hem nog onder ogen te komen. Die
hoed interesseerde me niet meer.... Ik
draaide me om en liep op mijn tenen weer
naar de gang terug, maar ik was net niet
vlug genoeg om uit de gezichtskring te
komen van degene, die op zo'n ongemak
kelijke manier door Vandearn de kamer
uit was gestuurd. De vlugge voetstappen
klonken opeens vlak achter me en een
stem zei:
„Hallo!"
Het was een wonderlijk muzikale stem.
Zij klonk dringend en bevelend tegelijk.
Ik stond stil en keerde me om. In de witte
gang viel het licht door een hoog, smal
glas-in-lood raam aan het achtereinde.
Ik stond tegenover een donker meisje
met een prettig gebruind gezicht en zeld
zaam mooie grijze ogen.
„Wie bent u?" vroeg zij in het Engels,
en zij trok haar wenkbrauwen op, alsof zij
twijfelde aan mijn goede bedoelingen.
„Ik ben juist bij de heer Vandearn ge
weest voor een interview", legde ik uit.
„Ik ben een Nederlandse journalist, ziet u.
Maar ik vergat mijn hoed en ging terug
naar de serre om hem te halen. Toen was
u in gesprek met hem en daarom dacht ik
ik hoorde toevallig ik meende
Zij lachte even. Toen zei ze: „Ik ben een
landgenote van u, al heb ik Nederland
nooit gezien. Ik dacht een ogenblik dat u
hier rondsloop. Wat u hoorde benam u
zeker de moed om die hoed nog te halen?"
Ik moest toegeven dat ik liever zonder
hoed vertrok, nu de stemming van de heer
des huizes zo volkomen beneden het nul
punt was gezakt, en ze lachte opnieuw.
„Hij is niet erg innemend, vond u wel?"
vroeg ze en in haar grijze ogen blonk een
spottend lichtje. Ik kon mij niet voorstel
len dat dit meisje nog pas enkele minuten
op de grofste wijze door de oude man was
uitgescholden. Blijkbaar was ze weinig
onder de indruk van zijn krachttermen.
„Ik geef toe dat hij u niet erg vriende
lijk behandelde", zei ik. „Maar u bent er
blijkbaar weer overheen?"
Haar gezicht kreeg even een bittere uit
drukking, als een trek van pijn, die snel
weer verdween.
„Het doet er niet toe", zei ze koel. „La
ten we er niet meer over praten. Blijft u
nog hier in Valparaiso voorlopig?"
Ik vertelde haar dat ik nog enkele we
ken dacht te blijven om mijn werk af te
maken en enkele bezoeken af te leggen.
Hoe het plotseling in me op kwam weet ik
niet, maar met een gevoel alsof ik een
sprong in het ongewisse maakte vroeg ik:
„Kan ik u niet eens ontmoeten?"
Ze keek me onzeker aan en antwoordde
niet dadelijk. Toen leek het alsof ze een
idee kreeg. Haar gezicht werd plotseling
heel levendig en gespannen.
„Natuurlijk zou dat kunnen", zei ze met
een glimlach. „Ik zou u de stad kunnen
laten zien. Het lijkt me erg leuk om eens
over Nederland te praten. Hoe is uw naam
eigenlijk?"
Dat was mijn kennismaking met Victoria
Vandearn.
(Wordt vervolgd),