„Vlucht voor Marion" Werken voor koor en orgel van Nederlandse componisten éénmaal ami Clowntje Riek v. Brederode Jeugdhuis in Haarlem-Noord geopend 5 DECEMBER.... een dag voor Voorlichtingsavond voor jonge kiezeressen Spaanse dansen voor de Kunstgemeenschap BOEKEN Burgerlijke stand van Haarlem FE UILLETON (door JOS LODEWIJKS) Toneelgroep »>S-Z" speelde „Gekocht en betaald" Er komt geen sanatorium in Heemstede Uitvoering had beter in Haarlem kunnen geschieden "Het was frappant te ontdekken, dat van de 1000 ondervraagde King's Cross rokers er een jaar geleden óók reeds King's Cross sigaretten rookten de sigaret met het grootste aantal vaste rokers! Luxe postpapieren DINSDAG 27 NOVEMBER 1951 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Maandagavond is in een officiële bijeen komst, waar ook burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers, wethouder D. J. A. Geluk en hoofdcommissaris J. Fontyne aanwezig wa ren, het nieuwe Jeugdhuis van de Ne derlands Hervormde Gemeente, Haarlem- Noord, op de hoek Schoterweg-Pynboom- straat in Noord geopend. Dit geschiedde door dr. H. van der Loos, Nederlands Hervormd predikant, onder wiens bezielende leiding dit gebouw is ge worden wat het nu is, met de overhandi ging van de sleutels aan de heer F. G. L. Botti, die jeugdöuderling is en tevens deel uitmaakt van de stichting Commissie Jeugdhuis van de Nederlands Hervormde gemeente in Haarlem-Noord. Deze stich ting werd nu vijf jaar geleden in het leven geroepen, kocht ip 1949 een stuk grond van 2420 vierkante meter op voormelde hoek en van de daar aanwezige bollen schuur heeft architect B. Schultheiss met de vrijwillige medewerking van velen zowel ouderen als jongeren een onder dak voor het jeugd- en wijkwerk tot stand gebracht, dat er wezen mag. Dr. Van der Loos richtte woorden van dank aan het gemeentebestuur en speciaal betuigde hij zijn erkentelijkheid voor de welwillendheid van de niet aanwezige wethouder A. J. M. Angenent. De be doeling van het jeugdhuis is om als nood gebouw gedurende enige jaren dienst te doen, zo zeide dr. Van der Loos. Burgemeester Cremers bracht de geluk wensen van het gemeentebestuur over. Hij memoreerde de financiële- en organisa torische moeilijkheden en prees het parti culier initiatief van de Nederlands Her vormde gemeente, die toch had doorgezet in de wijk Haarlem-Noord met 60.000 in woners in deze diep gevoelde behoefte te voorzien, vooral nu B. en W. zelf niet in ADVERTENTIE nuttige geschenken v. Delft's kinderwagens 103.75 v. Delft's wandelwagens 41.30 weekendwagens 24.70 voor de huishouding keukenuitzetten 90.95 broodtrommels em. 15-95 wringers 50.75 kolenkitten em. 4.40 haardketeltje 7.70 olie-kachels 37. el. straalkachels 27.70 bedkruiken 4.25 gascomforen 36.50 OUDÉ GROENMARKT 16-14 Telefoon 11266 HAARLEM HAARLEM. 26 November 1951 GEHUWD: 26 Nov., H. Vonk en M. J. Schaeffer; P. van der Boon en C. M. A. Besteman. BEVALLEN van een zoon: 22 Nov., E. Va derStienstra; 23 Nov., F. W. A. van Par- rerenHartman; M. GartEllemers; C. C. A. MathotBorst; 24 Nov., A. FinkeBel; M. A. PhilippiOtte; 26 Nov., P. M. Franken Breukel. BEVALLEN van een dochter: 24 Nov., G. W. J. NakErents; 25 Nov., R. van Hees Hage; J. J. ToepoelUijlenburg; 26 Nov., M. J. BiereLamers. OVERLEDEN: 23 Nov., J. A. Wijbrandts— Kraan, 83 j., Karei v. Manderstraat; A. M. M. van Diejen—Schijff, 69 j., Jan Luycken- straat; M. van WijngaardenBrand. 63 j., Wilgenstraat; 24 Nov., J. M. J. van Royen Rueb, 74 j., Wilhelminalaan; J. H Engelgeer Franse, 86 j., Garenkokerskade; H. Hinlo- pen, 81 j., Florastraat; 25 Nov., W. L. A. Duin—Clavel, 83 j., Zijlweg. Het nieuwe Nederlands Hervormde Jeugd huis in Haarlem-Noord. staat waren iets te doen. De president-kerkvoogd, de heer W. Hart, sprak namens het college van kerk voogden; hij herinnerde aan de taaie vol harding en ijver van dr. Van der Loos, waarmee deze dit werk had aangepakt en constateerde, dat ook buitenkerkelijken veel financiële steun hadden gegeven. Ds. G. Koch, predikant van de wijk West, verheugde zich in het bezit van een eigen wijkzaal in het midden van zijn wijk. Hij noemde de vele plaatsen, waar het wijk werk van de jongste loot van de gemeente in Schoten, in de loop der jaren is ge schied. De heer F. van der Velde bood namens de Haarlemse Jonge Mannen Vereniging, onderdeel van het landelijk Christelijke Jonge Mannen Verbond, zijn gelukwensen aan, met de overhandiging van een wand versiering. „Het nut van jeugdwerk wordt door velen nog niet goed verstaan", zei de jeugl- ouderling, de heer Botti, die hoopte dat verandering ten goede zou geschieden. De Bond van Vrouwen werkzaam in be drijf en beroep en de Vereniging voor Vrouwentoelangen, Vrouwenarbeid en Ge lijk Staatsburgerschap, belegden gister avond in restaurant Brinkmann een voor- lichtingensavond voor jonge kiezeres sen, tijdens welke bijeenkomst me vrouw mr. J. M. Stoffels van Haaften, lid van de Provinciale Staten, haar gehoor de vraag voorlegde: „Gebruiken wij ons kies recht wel goed?" Bij de beantwoording van deze vraag legde mevrouw Stoffels aller eerst uit wat het kiesrecht behelsde. Het kiesrecht is een uitvloeisel van het staat kundig stelsel dat wij in ons land hebben: Een democratisch stelsel. Tegenover de democratie staat de dictatuur, waarbij de macht in handen is van slechts één of enige personen. In het democratische stelsel is het echter zó, dat het volk mee regeert. Als wij ter stembus gaan, spreken wij ons overigens niet uit over bepaalde problemen. De gang naar het stemlokaal heeft slechts tot doel mensen te kiezen die voor het gehele volk de problemen onder ogen zien. Zulks neemt niet weg dat het nooit voor komt dat het volk één belangrijke vraag wordt voorgelegd: Vorig jaar nog kreeg het gehele Belgische volk te beslissen of Ko ning Leopold al dan niet de troon opnieuw zou bestijgen. Ook wanneer het voor mocht komen dat de volksvertegenwoordiging niet meer kan gelden als de weerspiegeling van de wil van het volk, worden man voor man en vrouw voor vrouw over één bepaalde zaak geraadpleegd. Het is niet altijd zo geweest dat alle Nederlanders mochten kiezen. Vijfenzeven tig jaar geleden waren grote groepen van het kiesrecht uitgesloten, onder meer de vrouwen. Dit was het resultaat van de positie die de vrouw in die dagen innam, want men diende driekwart eeuw geleden in een zekere ontwikkelingsklasse te vallen, wilde men zijn -stem mogen uitbrengen. Daar de vrouw niet in die klasse viel, om dat haar ontwikkelingsmogeliikheden zeer gering waren, hadden zij ook geen kies recht. Langzamerhand won de overtuiging echter veld dat vrouwen en mannen gelijke rechten hebben. Mevrouw Stoffels betoogde dat de poli tieke belangstelling bij de vrouwen dikwijls ernstig te kort schiet en zette uiteen dat het nodig is dat de kiezeressen en kiezers zich wel degelijk van de doelstellingen der politieke partijen op de hoogte moeten stellen, alvorens ter stembus te gaan. Al hebben de vrouwen nu het kiesrecht gekregen, nog steeds worden zij in vele oo- zichten bij de mannen achter gesteld. Met het uitbrengen van haar stem, werken zij mee om ook deze problemen tot een oplos sing te brengen. Een geanimeerde discussie besloot de avond. 22) Ik moest lachen om het merkwaardige briefje. Wat spookte die Dorn uit, dat hij niet in de gelegenheid was mij persoonlijk een en ander te overhandigen? Het was in ieder geval een prettige afwisseling bij al de narigheden van de laatste uren. Ik be sloot op mijn kamer te eten en intussen te beginnen met lezen. Hij had er nog al wat werk van gemaakt! Er waren tenminste twintig dichtbeschre ven vellen. Geen wonder dat ik hem van daag nog niet beneden had gezien. En dit was wat ik te lezen kreeg: „Nadat ik in een vorige verhandeling thans in het bezit van juffrouw Lotge ring en door mij ondertekend aantoonde hoe ik Vandearn vermoordde, zal ik thans beschrijven waarom ik het deed. Ik moet daarvoor enkele jaren teruggaan, namelijk naar het tijdstip waarop ik als „free lance" journalist een reis door Zuid-Ame- rika maakte en een reeks artikelen schreef over de economische ontwikkeling van dat werelddeel. Een van die artikelen bevatte een interview met de Grote Man Vandearn, economisch dictator, koning van de koper trusts, beheerser van het wel en wee van duizenden mensen. Ik bezocht Vandearn in zijn luxueus buitengoed in de buurt van Valparaiso, nadat het mij ontzaglijke moeite gekost had een introductie en toestemming tot een interview te krijgen. Zijn enorme huis had enigszins het uiterlijk van een hacienda, doch het inte rieur herinnerde aan een kostbaar oud- Hollands patriciërshuis. Brede, betegelde gangen met smaakvolle antieke meubeltjes, Friese klokken, een gebeeldhouwde eiken lambrizering en koperen luchters. En de kamers! Men waande zich bij het binnen treden in museumzalen. Authentieke oude meesters bedekten de witte wanden, zware antieke kloostertafels stonden op zwart witte tegelvloeren en glaskasten met kope ren sierlijkheden en Delfts blauw gevuld stonden langs de muur. Ik zag drie van zulke kamers, voordat ik achter een zwijgende, correcte huisbe diende in een serre kwam waar Vandearn op mij wachtte. Hij zat in een diepe fau teuil, gekleed in een hel-blauwe kamerjas en nors voor zich uit kijkend, terwijl hij aan een reusachtige zwarte sigaar trok. Ik zal niet in bijzonderheden treden over ons gesprek. Hij verschafte mij op afgeme De toneelgroep van „Sociale Zaken", die wij reeds enkele malen verdienstelijk werk zagen leveren, was gisteravond in gebouw St.Bavo minder gelukkig. Dat is in de eerste plaats terug te voeren op de keuze van het stuk, „Gekocht en betaald" van George Broadhurst, dat volkomen andere eisen aan de spelers stelt dan de luchtige nie mendalletjes waarmee deze dilettanten ge woonlijk voor het voetlicht komen. Daar mee wil allerminst gezegd zijn, dat „Ge kocht en betaald" de geschiedenis van een huwelijk-om-geld een sterk speel stuk is, integendeel: het heeft massa's dra matische pretenties, die echter nergens ge realiseerd werden; hier en daar, en vooral tegen het einde van het tweede bedrijf, be landt het opgeblazen conflict tussen man en vrouw zelfs geheel en al in de sfeer van de oude „draak". Het zou onbillijk zijn, van dilettanten in zulk een melodra ma meer te verwachten dan het aanvaard baar maken van hun respectievelijke ty pes, maar zelfs daarin schoten de meeste executanten te kort. Cees van Dijk, die te vens de regie voerde, had als de rijke echtgenoot de ondankbare taak, de zaal te overtuigen van zijn „dubbele persoon lijkheid" waarin hij slechts ten halve slaagde. De morele marteling die hij, in het tweede bedrijf, zijn vrouw laat onder gaan, wekte, inplaats van de beoogde dra matische spanning, soms slechts lach lust. Ada Ree was als de vrouw van deze Jekyll-and-Hyde de beste van het groepje, maar miste toch nog de routine om al haar tegenstrijdige emoties waar te kun nen maken. Gemakkelijker had Jan de Keijzer het als de impertinente leeghoofd Jimmy Blaine; hij maakte van deze profi terende zwager een aardige caricatuur. Piet Westendorp had als de Japanse be diende bedrijven lang niet veel meer te doen dan een ondoorgrondelijk-Oriëntaals gezicht te trekken en „neem me niet kwa lijk" te sissen, waarvan hij zich met geest drift kweet. Cor Hoetmer beeldde niet on verdienstelijk de gemoedelijk-kleinburger- lijke zuster-van-de bruid uit, en het Fran se kamermeisje van Ada Bosman had men graag wat kittiger gezien. Dat laatste geldt trouwens ook voor de regie, die wel wat meer beweeglijkheid in het spel had mo gen brengen en vooral zorg had moeten dragen voor duidelijker articulatie; hal verwege de zaal kostte het moeite, de tekst te volgen. H.C. Aan bouw ziekenhuizen wordt voorrang gegeven Enige tijd geleden deelden wij mede dat de Stichting voor bestrijding der tubercu lose, die een tijdelijk sanatorium in Noord- wijk aan Zee exploiteerde („Sole Mio") besloten had een nieuw sanatorium, dat plaats zou bieden aan 300 patiënten, te bouwen op Het landgoed „Eikenrode" te Heemstede. Voor de aankoop van dit land goed werd financiële medewerking ver kregen van de gemeenten Amsterdam en Leiden. De bedoeling was vier paviljoens en een economie- alsook een kantoorgebouw te stichten. Met de regering was reeds over deze plannen overleg gepleegd. Voorlopig had deze toegezegd, dat gerekend kon worden dat het rijk, volgens de bestaande richt lijnen, 3/7 deel van de bouwkosten voor zijn rekening zou nemen. Thans vernemen wij dat de bouw van dit sanatorium niet door kan gaan, omdat de regering er van heeft afgezien om daarvoor gelden beschikbaar te stellen. Met de bouw zouden zeer grote bedragen gemoeid zijn. Gemeend wordt dat dit niet verantwoord is, omdat er een wijziging in de stand van zaken gekomen is. Door de veranderde behandeling van lijders aan t.b.c. (de toepassing van nieuwe genees middelen en ook operatief ingrijpen) is voor vele patiënten de tijd van kuren in een sanatorium belangrijk ingekrompen. Enige tijd geleden was er nog groot ge brek aan plaatsruimte in vele sanatoria. Thans zijn bij enkele sanatoria de wacht lijsten voor patiënten al vervallen. De regering meent daarom dat het beter is het geld dat voor dit doel beschikbaar is te bestemmen voor de bouw van zieken huizen, want daaraan is thans wel grote behoefte, terwijl ook kan worden aangeno men, dat die behoefte zal blijven be staan. „Sole Mio" zal thans door de stichting ontruimd worden. De patiënten zullen over enkele andere sanatoria verdeeld worden. De burgemeester van Bloemendaal, jhr. mr. C. J. A. den Tex, zal zijn spreekuur hou den op Donderdag 29 November van 10 tot 12 uur, in plaats van op Vrijdag. ADVERTENTIE (Uit een vertrouwelijk rapport over een in een deel van ons land ingesteld rokersonderzoek) kings i De conclusie is duidelijk: King's Cross Virginia is goed en blijft constant. Zij, die éénmaal King's Cross hebben gerookt, gaan nier meer over op een ander merk. 80 cent per 20 stuks Nu ook in fraaie geschenkdozen van 50 stuks fl. 2.- KING'S De reeks concerten ter gelegenheid van het veertig-jarig bestaan van het Genoot schap van Nederlandse Componisten werd Maandagavond voortgezet in de Amster damse Bachzaal met een programma van koor- en orgelmuziek. Uitvoerenden wa ren het Collegium Musicum Amstelda- mense (onder leiding van Toon Vranken) en de organist Albert de Klerk. Het koor zong enige werken van onze oude meesters: Sweelinck, Clemens non Papa, Obrecht en Tollius (van deze laatste het heerlijke madrigaal „Delia veloce sona") maar kwam verder met een over wegend aantal composities van leden varl het Genootschap: Wagenaar, Diepenbrock, Ruyneman, Ketting, Jaap Vranken, Albert de Klerk, Herman Strategier, Géza Frid en Lex van Delden. Dat vormde alles bij elkaar een zeer afwisselend programma van belangrijke koormuziek, die doorgaans hoge eisen stelt, wat echter voor het semi- beroepskoor van Toon Vranken geen be zwaar bleek te zijn, want de prestaties van het ensemble waren van voortreffelijk ge halte, zowel wat de klank als wat de zui vere intonatie en de rhythmische correct heid betreft. Van de hedendaagse werken trokken vooral de aandacht „De Roep" van Daniël Ruyneman en „Partita piccola" van Lex van Delden, beide zonder tekst, dus louter op vocalen (of „a bouche fermée") gecom poneerd. Het eerste werk, dat indertijd (het is in 1918 gecomponeerd) nog al be vreemding wekte, kon ons nu uitstekend voldoen; het andere (pas twee jaar oud) is, hoewel geconcipiëerd naar instrumen tale vormen, zeer gelukkig vocaal geïnstru menteerd en klinkt tevens omdat het zo boorde-vol boeiende muziek is buiten gewoon mooi. Toch vind ik dat dergelijke „liederen zonder woorden" zeldzaamheden behoren te blijven. Een drietal kerkmuzikale werken gingen met obligaat-orgel. In „Jubilate Deo" van Albert de Klerk wordt dit zelfs een bril- lante orgelpartij, als gelijkwaardig element behandeld. Twee andere Haarlemse com ponisten, Andries de Braai en Jan Mul, waren op het programma vertegenwoor digd, ieder met een belangrijk orgelwerk. De Sonate opus 26 (uit 1947) van De Braai is in zijn hoofddeel een nogal wrang stuk, maar stevig gebouwd en met een in teressante ontwikkeling. Het heeft een elegisch middendeel maar besluit met een imposant fugato. In de Sonate van Jan Mul (geschreven in 1943) overheerst het speels karakter, hoewel ernst en bezonkenheid er ook een aanmerkelijk deel in hpbben. De geestige noot (of noemen wij het het Uilen spiegelthema) wil echter het laatste woord hebben. Het is jammer dat het Genootschap het programma met de orgeldemonstraties niet naar Haarlem verlegd heeft, waar men ten minste over een instrument in de Concert zaal beschikt waarop deze moderne wer ken volop tot hun recht kunnen komen. Het Conservatorium-orgel in de Bachzaal schiet in kwaliteit van klank veel te kort. Bovendien bleek het deze avond weer, dat de te Haarlem geboren componisten in het Genootschap een belangrijke positie inne men. JOS. DE KLERK ADVERTENTIE DE ROOIJ Anegang 14 - Telefoon 11963 ook bedrukt met naam en adres is en blijft een pracht geschenk. Pracht collectie KINDERPOST POSTBLOKS MET COUVERTS ook bedrukt met naam en adres Het eerste optreden in Haarlem van het Madx'ileense danspaar Susana Audeoud en José Udaeta dat zal ongeveer een jaar geleden zijn geweest liet zoal geen warme herinnering dan toch een deugde lijke indruk achter. Het was droog als de wijn uit Jerez, die men hier sherry noemt, doch doorlopend zuiver en van edel ge halte. Juist de dienstvaardige eerbied voor een nog altijd zeer vruchtbare traditie maakte hun verschijning op het Neder landse toneel tot een uitzonderlijke ge beurtenis. Hun programma was toen trou wens strak en kunstzinnig opgebouwd vol gens hetzelfde beginsel. Dat bleek al dade lijk veelzeggend uit het openingsnummer: de strenge statigheid volgens geometrische lijnen van een klassieke pavane. Ditkeer werd, even kenmerkend voor wat er volgen zou, begonnen met variaties op de Folias, een dans in de pompeuze hof stijl van de zeventiende eeuw, met alle overdadige versierselen en franje van het barok. Ongetwijfeld interessant, maar wei nig zin hebbend zonder een bijpassend décor. Doch erger was dat men reeds kon voorvoelen dat er een loopje met de artis tieke nauwgezetheid genomen zou worden, hetgeen inderdaad maar al te dikwijls ge beurde. Nu behoeft dit niet altijd een be zwaar te zijn, allerminst voor de groten deels op improvisatie naar eenvoudige motieven berustende flamencodansen. Dit op gevarieerde rhythmen uitleven van hartstochten in een grillig spel van bewe gingen is echter de zwakste zijde van het duo, dat ons aanvankelijk zo bekoorde door de beheerste vormencultus en strakke gebondenheid. Helaas bleef thans de popu laire franje hoofdzaak. Met een gevoel van „zie je wel, dat dacht ik al" las ik halverwege de avond oor de kinderen De Kabouterburgemeester krabde in z'n baard. „Ik hoop, dat hier geen mensen wonen en dat we goed ontvangen worden!", zei hij. „In ieder geval zullen we 't er maar op wagen en binnenvaren." Zo zeilde het schip tussen de pieren door de rivier op, met de wind in het zeil. Allen stonden ze aan het dek en ze keken naar de oevers van de rivier, die ze nu opvoeren. „Kijk eensginds zie ik een stad!" zei een Kabouter. Ja, dat zagen de anderen ook. En toen ze wat dichterbij kwamen zagen ze, dat de huizen van die stad geen mensenhuizen konden zijn, want daarvoor waren ze te klein. Mensen wonen in zulke reusachtige huizen, wisten ze. Dit leek meer een stad voor kleine mensen, zoals zij zelf! En daarom durfden ze met hun schip rustig verder te varen. Ze kwamen in de stad en meerden aan de kade van een haven. Dit was Speelgoedstad.maar dat wisten de Kabouters nog niet. En terwijl dit gebeurde, liep Pilon door de straat. Hij naderde een hoek en toen. in het programma: „José Udaeta begon als expressionistisch danser". Men keert dus blijkbaar altijd tot zijn eerste liefde terug, zoals het Franse spreekwoord reeds voor spelt. Misschien heeft zijn concertdirectie daar mede schuld aan, omdat een groot deel van het (Duitse en Scandinavische) publiek daar bij voorkeur om vraagt. Maar zowel hij als zijn van geboorte Zwitserse partner beschikken over te weinig per soonlijk magnetisme om in dit genre voort durend te boeien. Dit bleek wel zeer dui delijk uit de twee zigeunerdansen: farruca en zapateado. Van technisch standpunt be keken is het .hielenwerk met het opwin dende staccato van José Udaeta razend knap. Doch men moet Antonio Ruiz gezien hebben om te weten waar het daarbij op aankomt en wat hier ontbrak: het dyna- misch-vibrerende, dat de toeschouwer mede tot opwinding brengt en hem het enerverende gevoel geeft dat het niet veel langer moet duren of de veer zal knappen. Niet voor niets noemt men dit voetenge- roffel met een treffend woord „agitanado" bij neo-Spaanse of regionale dansen. Het veelvuldig gebruik van zogenaamde „bat- tements battus" mag zeker niet onvermeld blijven. Dat is een aantrekkelijke versie ring. Trouwens: ook andere onderdelen van de klassieke scholing heeft hij zinrijk overgenomen, met name „sissone" en „pas de bourrée" in zijn Bolero noble, waar de „entrechats" van oudsher in thuis horen. In de farruca en ook in de Sevillaanse Triana, die zij overigens voortreffelijk ten uitvoer bracht, waren de armen van Su sana Audeoud bijna steeds te kort. Het prijsgeven van het oorspronkelijke streven naar zuiverheid-voor-alles bleek ook uit het opnemen in het programma van een film-achtig gedeelte uit „Capric cio Espagnole" van Rimsky-Korsakow, waarin José Greco hen was voorgegaan. Hoofdzaak van het programma vormden de dansen der Spaanse renaissance, uit de school van Argentina dus, waarin verdien stelijke resultaten werden bereikt, ondanks de slordige afwerking en het zoeken van goedkope effecten, waardoor bijvoorbeeld het op slag tot roerloze stilstand komen na de steeds gecompliceerder wordende uit werkingen van de grondmotieven in tel kens toenemende vaart de scherpte der verrassing miste. Gezegd dient nog te wor den dat de castagnetten te weinig werden gebruikt als muziekinstrumenten en te veel om er een soms kinderachtig spel mee te bedrijven. Uit het voorgaande moet men intussen niet afleiden dat het succes gering zou zijn geweest, want het tegendeel was het geval. De gemaakte opmerkingen werden voor namelijk door teleurstelling ingegeven, ook al omdat men ditkeer de Baskische dansen niet zag, die verleden jaar zegevierend over alle weerstanden tot het hoogtepunt van het recital leidden. Medewerking aan dit programma werd voorts verleend door de bekwame guitarist Pablo Patena en door de pianist met de weinig Spaanse naam Armin Janssen, die een compositie van Bach ten gehore bracht. DAVID KONING. ADVERTENTIE Grote Markt 21 - Telefoon 10409 ten toon inlichtingen over de dingen die ik aanroerde en werd slechts een beetje enthousiast op de momenten dat hij de ge legenheid kreeg zijn eigen verdiensten op de voorgrond te stellen. Mijn indruk van hem was abominabel slecht. Hij was mij zo onsympathiek dat ik mezelf geweld moest aandoen om later in mijn artikel niet uitdrukking te geven aan mijn afkeer voor hem. Maar dat was, toen ik iets ervaren had wat mij een vol ledig beeld gaf van het verdorven individu, dat ik in zijn paleis bezocht had Ik sprak ongeveer anderhalf uur met hem en hij leverde mij machtig interes sante stof. Ik had nooit kunnen vermoeden dat zijn invloed zo ver reikend was, of schoon ik toch tevoren heel wat over zijn macht gehoord had. Het afscheid was even formeel en koud als het welkom. Hij stond niet op toen ik vertrok en evenmin gaf hij mij een hand. Ik was voor hem verder van geen belang. Hij had mij slechts ontvangen omdat het hem paste, de buitenwereld door middel van mij nog eens te herinne ren aan het feit dat Vandearn de touwtjes in handen hield en de lakens uitdeelde En Vandearn zou misschien voor altijd uit mijn leven verdwenen zijn als ik mijn hoed niet had vergeten. Toen ik achter de huisbediende naar de hal liep om het huis te verlaten, schoot mij plotseling te bin nen dat ik mijn hoed in de serre had ach tergelaten. Ik trachtte de man aan het ver stand te brengen dat hij hem halen moest, doch hij sprak blijkbaar alleen Spaans en dat ging boven mijn macht. Hij begreep mij niet en ik besloot zelf even terug te lopen. Toen ik de ineenlopende kamers door ging waarachter de serre zich bevond, hoorde ik de rauwe, nasale stem van Vandearn spreken in het Engels. Hij was blijkbaar woedend, want hij vloekte achter ieder woord ongeveer. Ik stond onwille keurig stil. „Ik heb schoon genoeg van dat gelamen teer en gekrijs van jou", hoorde ik hem schreeuwen. „Denk je dat je hier voor je eigen genoegen in huis bent en dat je kunt doen en laten wat je zelf wilt? Het wordt tijd dat je nu eens voorgoed begrijpt, wie je te gehoorzamen hebt en bedenk dat ik niet met me laat spotten. Je doet het, en je weet dat er niets anders opzit dan het te doen. En maak dat je naar je kamer komt. Laat me met rust verder, en begin er niet weer over. Want het zou me wel eens kunnen vervelen om naar je te luiste ren of om naar je te kijken zelfs! Ver dwijn!" Ik hoorde vlugge voetstappen op de te gelvloer, die in mijn richting kwamen. Een ogenblik wist ik niet wat te doen. Als ik bleef staan zou ik ontdekt worden en het leek me geen goed ogenblik om Vandearn te laten weten dat ik had staan luisteren. Ik had trouwens helemaal geen zin meer om hem nog onder ogen te komen. Die hoed interesseerde me niet meer.... Ik draaide me om en liep op mijn tenen weer naar de gang terug, maar ik was net niet vlug genoeg om uit de gezichtskring te komen van degene, die op zo'n ongemak kelijke manier door Vandearn de kamer uit was gestuurd. De vlugge voetstappen klonken opeens vlak achter me en een stem zei: „Hallo!" Het was een wonderlijk muzikale stem. Zij klonk dringend en bevelend tegelijk. Ik stond stil en keerde me om. In de witte gang viel het licht door een hoog, smal glas-in-lood raam aan het achtereinde. Ik stond tegenover een donker meisje met een prettig gebruind gezicht en zeld zaam mooie grijze ogen. „Wie bent u?" vroeg zij in het Engels, en zij trok haar wenkbrauwen op, alsof zij twijfelde aan mijn goede bedoelingen. „Ik ben juist bij de heer Vandearn ge weest voor een interview", legde ik uit. „Ik ben een Nederlandse journalist, ziet u. Maar ik vergat mijn hoed en ging terug naar de serre om hem te halen. Toen was u in gesprek met hem en daarom dacht ik ik hoorde toevallig ik meende Zij lachte even. Toen zei ze: „Ik ben een landgenote van u, al heb ik Nederland nooit gezien. Ik dacht een ogenblik dat u hier rondsloop. Wat u hoorde benam u zeker de moed om die hoed nog te halen?" Ik moest toegeven dat ik liever zonder hoed vertrok, nu de stemming van de heer des huizes zo volkomen beneden het nul punt was gezakt, en ze lachte opnieuw. „Hij is niet erg innemend, vond u wel?" vroeg ze en in haar grijze ogen blonk een spottend lichtje. Ik kon mij niet voorstel len dat dit meisje nog pas enkele minuten op de grofste wijze door de oude man was uitgescholden. Blijkbaar was ze weinig onder de indruk van zijn krachttermen. „Ik geef toe dat hij u niet erg vriende lijk behandelde", zei ik. „Maar u bent er blijkbaar weer overheen?" Haar gezicht kreeg even een bittere uit drukking, als een trek van pijn, die snel weer verdween. „Het doet er niet toe", zei ze koel. „La ten we er niet meer over praten. Blijft u nog hier in Valparaiso voorlopig?" Ik vertelde haar dat ik nog enkele we ken dacht te blijven om mijn werk af te maken en enkele bezoeken af te leggen. Hoe het plotseling in me op kwam weet ik niet, maar met een gevoel alsof ik een sprong in het ongewisse maakte vroeg ik: „Kan ik u niet eens ontmoeten?" Ze keek me onzeker aan en antwoordde niet dadelijk. Toen leek het alsof ze een idee kreeg. Haar gezicht werd plotseling heel levendig en gespannen. „Natuurlijk zou dat kunnen", zei ze met een glimlach. „Ik zou u de stad kunnen laten zien. Het lijkt me erg leuk om eens over Nederland te praten. Hoe is uw naam eigenlijk?" Dat was mijn kennismaking met Victoria Vandearn. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 6