„Geen sprake van terugneming
Arabische vluchtelingeninlsrael"
Europese Unie is noodzakelijk,
desnoods zonder achterblijvers
Het Hek van de Dam
Israel's minister van Buitenlandse Zaken:
Elk desbetreffend voorstel zal worden afgewezen
wintertijd
In de hoofdstad uit
J
3
Agenda voor Haarlem
Reserve-officieren voor
Centrale Raad van Beroep
Brandschade in
October: f 8.047.165
SENATOR HUMPHREY:
Heringa Wuthrich
BLIKSEMAFLEIDERS
Het leven een zandbak
Wachten op Bennie
Heimwee
WOENSDAG 28 NOVEMBER 1951
U (door dr. E. VAN RAALTE)
Een bezoek aan de Parijse UNO-verga-
dering verschafte mij het journalistieke
buitenkansje, met de eerste gedelegeerde
van Israel, de minister van Buitenlandse
Zaken Sharet, een onderhoud te hebben.
Hij heeft het te Parijs overdruk, mede door
de verwikkelingen in verband met de daar
zetelende verzoeningscommissie voor Pa
lestina. Voordat ik het tere „vluchtelin-
gen"-vraagstuk aanroerde, kwam het eerst
op Israels buitenlands beleid in het alge
meen. Op mijn vraag, wat de regering er
toe gebracht had haar „neutraliteitspoli
tiek" te laten varen, om zich als het ware
aan de zijde van het Westen te scharen,
kreeg ik terstond te horen, dat deze voor
stelling van zaken onjuist was. Israel blijft
in de tegenstelling tussen West en Oost
een eigen standpunt innemen. Nu de inter
nationale omstandigheden zich gewijzigd
hebben en de kwestie van de verdediging,
lees aldus Sharet de handhaving van
de v*ede in 't Midden-Oosten en de beveili
ging daarvan, een nieuw, tevens actueel
aspect heeft gekregen, kon het niet anders
of Israel moest duidelijk maken, dat het
zeer wel beseft niet te leven in „splendid
isolation". Daarbij komt nog, dat het land
zowel met het oog op zijn veiligheid als in
verband met de ontzaggelijke economische
problemen, waarvoor het zich geplaatst
ziet, medewerking behoeft van staten,
welke daartoe tengevolge van allerlei fac
toren bereid zijn. In dat licht moet men
dan zien, wat sommigen wel eens de om.
buiging in Westelijke richting noemen. Fi
nanciële en economische steun kan Israel
bijvoorbeeld van Amerika krijgen. En dus
is het logisch dat er een daarop gericht
beleid wordt gevoerd. Maar dat is nog heel
iets anders zo ongeveer de strekking
van wat minister Sharet mij kenbaar
maakte dan een zich scharen bij het
Westen en een zich keren tegen het Oosten.
Wij wensen ons eigen zelfstandig oordeel
te handhaven en zullen dat ook in deze
Assemblée van de UNO doen. Ook wilde
de Israëlische minister van Buitenlandse
Zaken op de voorgrond plaatsen, dat zijn
land niet meedoet aan enige blokpolitiek.
Het vluchtelingenprobleem
Het gesprek kwam vervolgens op de
kwestie van de vluchtelingen. Welke vluch
telingen bedoelt u, kreeg ik zeer snedig te
horen, de Joodse vluchtelingen uit verschil
lende Arabische landen, die het daar niet
meer kunnen uithouden of de Arabieren,
die destijds, toen de Arabische staten Is
rael, terstond na de uitroeping van de on
afhankelijkheid, overvielen, op aansporing
van de Arabische leiders buiten Israel, het
land hebben verlaten? Natuurlijk was het
mij om dit laatste probleem te doen, aan
gezien het immers een van de grote moei
lijkheden oplevert wat betreft het tot stand
doen komen van betere verstandhouding
tussen Israel en zijn naburen.
Minister Sharet vestigde er de aandacht
op, dat zich in Israel ongeveer 170 duizend
Arabieren bevinden, die niet gevlucht zijn,
die daar rustig kunnen wonen en volop
alle rechten als burgers van de staat be
zitten. Israel denkt er niet aan die mensen
te verjagen. Daarentegen heeft het, aan
gezien in Irak, in Yemen enzovoort de Jo
den in een onmogelijke positie zijn ge
bracht, die landen van hun Joodse min
derheid bevrijd. Welaan, hoe zou het deze
mensen te moede zijn wanneer zij, in Is
rael gekomen, daar opnieuw in een uiter
mate moeilijke positie zouden komen te
verkeren doordat enige honderdduizenden
Arabieren het land zouden binnenkomen.
Voor hen, die Israel hebben verlaten, biedt
het thans geen plaats meer. De veiligheid
van het land laat de opneming van Ara
bische vluchtelingen niet. toe en het is ook
economisch onmogelijk. De interne rust
zou volkomen verstoord worden. Nu zou
het toch wel volkomen in strijd met heel
de opzet en bedoelingen van het Handvest
van de UNO zijn als deze organisatie door
een besluit inzake terugkeer van de Ara
bische vluchtelingen de binnenlandse vei
ligheid, tevens de veiligheid van het land
naar buiten (men denke aan de Arabische
landen rondom Israel) zou gaan verstoren.
ADVERTENTIE
WOENSDAG 28 NOVEMBER
Concertgebouw, tuinzaal: Nederlandse
Kunstorganisatie Duinrell, optreden Laurens
Bogtman (bariton) en Felix de Nobel (bege
leiding). Gebouw Sint; Bavo: Haarlems
Kunstgemeenschap, vertoning der film „Dead
of night" 8.15 uur. Vishal: Sint Nicolaas-
bazar Alg. Ned. Invalidenbond, 7 tot 12 uur.
City: „Paul Vlaanderen trekt van leer", 18 j.,
7 en 9.15 uur. Spaarne: „An old Spanish
trail", 14 j„ 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De
onoverwinnelijken", 18 j„ 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Vreemde eend in de bijt", alle
leeft., 7 én 9.15 uur. Palace: „Levensgevaar
lijk", 18 j., 7 en 9.15 uur. Luxor: „De gesloten
deur", 14 j., 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 29 NOVEMBER
Brinkmann: IJsclub voor Haarlem en Om
steken, ledenvergadering, 8 uur; Beweging
van Europese federalisten, spreker Anton
van Duinkerken, 8 uur. Gebouw HKB: Film
avond voor aspirant-emigranten, 8 uur.
Rembrandt, Palace en Luxor: 2, 4.15, 7 en
9-15 uur. Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur. City:
..Ingerukt Mars", alle leeft., 2.15 uur; „Paul
Vlaanderen trekt van leer", 18 j., 4.30, 7 en
915 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie
Programma van agenda van Woensdag).
Mosje Sharet
(met zijn handtekening in het Hebreeuws)
„Is er dan niet enig compromis mogelijk,
bijvoorbeeld in de vorm van een bereid
verklaring van Israel om van de 800.000
buiten zijn grenzen levende Arabische
vluchtelingen een beperkt aantal terug te
nemen, laat ik bij wijze van voorbeeld eens
zeggen, van 100.000?"
Uit de onmiddellijke reactie van minis
ter Sharet bleek me, dat hij iets dergelijks
volkomen uitgesloten acht. Nog daargela
ten, dat volgens hem geen enkel ander land
zich ooit iets van die aard heeft laten op
leggen of zou laten opleggen, dat een be
sluit van dien aard volkem-echtelijk onver
dedigbaar zou zijn, dat het praktisch on
uitvoerbaar zou wezen, gaf hij te verstaan,
dat men op die wijze het enige wat wel
juist en doeltreffend is, volkomen zou gaan
verlammen. Voor de 800.000 is in Israel
geen plaats. Daarentegen hebben de Ara
bische landen dringend behoefte aan be
volkingsuitbreiding. Het komt er dus op
aan langs de weg van internationale sa
menwerking er zorg voor te dragen, dat be
doelde vluchtelingen in die landen tot nut
tige elementen kunnen worden. In een
louter Arabische omgeving horen zij thuis.
Daar moet men hun de gelegenheid ver
schaffen zich blijvend neer te zetten. En
nu zou men, door in het vooruitzicht te
stellen, dat van de 800.000 toch nog enig
contingent zich weer in Israel zou kun
nen vestigen, bij alle 800.000 de verwach
ting wekken, dat elk van hen de kans zou
krijgen om naar Israel terug te keren!
Waarmee dus natuurlijk precies het omge
keerde zou worden bereikt van een rijp
maken der vluchtelingen om in de Arabi
sche landen blijvend deel uit te maken van
de gemeenschap waartoe zij behoren en er
een behoorlijk bestaan te vinden.
Kort en goed, van wederopneming van
Arabische vluchtelingen in Israel, zo
trachtte minister Sharet mij aan het ver
stand te brengen, kan geen sprake zijn.
De eerste gedelegeerde van Israel bleek
vast overtuigd, dat zijn land in deze ge
heel en al in zijn recht is, dat het princi
pieel noch praktisch doenlijk is, Israel tot
opneming van Arabische vluchtelingen te
dwingen. Hoe andere staten, hoe andere
gedelegeerden ter Assemblée er over zul
len blijven denken, vermocht hij niet te
voorspellen. Maar ik kon als vaststaand
aannemen, dat Israel op enig voorstel in
zake opneming van Arabische vluchtelin
gen kortweg met neen, neen en nog eens
neen zou antwoorden.
ADVERTENTIE
N.V. Ml}. „HOLSTER" OVERVEEN
Tel. K 2500 - 15597 en 19057
Centrale verwarming
Airconditioning
Aut oliestook
Vordering van een rijkstoelage
Voor de Centrale Raad van Beroep te
Utrecht dienden Dinsdag de zaken van de
reserve-kapitein C. Kloos. kunstschilder,
en B. J. H. van Roosmalen, directeur van
een levsenverzekeringsmaatschappij aldaar,
contra de minister van Oorlog. Beiden had
den een vordering ingediend tot uitkering
van de in 1941 door 't afwikkelingsbureau
van het departement van Oorlog op instig-
natie van de bezetters tijdelijk opgeschorte
rijkstoelage reserve-officieren.
Het ambtenarengerecht te Den Haag had
hen in het ongelijk gesteld, op grond van
het feit, dat het aan het rijk geoorloofd is
eenzijdig wijziging te brengen in de bezol-
digingsvoorwaarden van de ambtenaren,
omdat het hier publiekrecht geldt.
De heer Kloos betoogde voor de Centrale
Raad dat de beslissing van het ambtenaren
gerecht niet juist was. De motivering daar
van is juridisch mogelijk van toepassing
op de categorie van reserve-officieren,
wier positie met die van de ambtenaren
gelijkgesteld kan worden, maar niet voor
de officieren, die zich vrijwillig voor een
dienstverband met het rijk hebben aan
gemeld, zo zei hij. Hij achtte het op morele
gronden ontoelaatbaar, dat het rijk een
zijdig aangegane verbintenissen opheft. De
heer Van Roosmalen, verklaarde zijn ver
plichtingen tegenover het rijk geheel naar
behoren vervuld te hebben en achtte het
derhalve een kwestie van moraal en fat
soen, dat nu ook het rijk zijn verplichtin
gen tegenover hem vervult.
Het standpunt van de minister van Oor
log werd verdedigd door mr. M. Muider-
man.
En drie mensenlevens
Gedurende de maand October verloren
tengevolge van brand 3 personen het leven
en werden 33 personen door brand gewond,
van wie 13 brandweerlieden. De directe
schade als gevolg van brand wordt geraamd
op 8.047.165, (de vorige maand: ƒ6.527.975
en in October 1950: 1.888.205).
Er waren 35 branden, die elk een schade
van 20.000 of meer veroorzaakten.
Tweeëntwintig boerderijen werden ge
heel of gedeeltijk vernield en de totale
directe schade daarvan wordt geraamd op
1.143.220 (vorige maand 15 boerderijen
met een totale schade van 999.900 en in
Oct. 1950: 8 boerderijen, schade ƒ406.200).
Handel en industrie kregen door 11
branden een schade van 6.328.000 (vorige
maand 8 branden met een schade van
ƒ4.911.000 en in October 1950: 11 bran
den, schade ƒ831.000).
Faillissementen
De rechtbank te Haarlem heeft in staat
van faillissement verklaard:
A. P. B. Koenen, aannemer, wonende te
Badhoevedorp, gem. Haarlemmermeer, Slo-
terweg 126. Rechler-commissaris: mr. N.
Smits. Curator: mr. H. C. van der Woerdt,
advocaat en procureur te Aalsmeer.
Wegens gebrek aan actief werden opge
heven de faillissementen van:
J. J. P. Dibbets, vervoerder, wonende te
Beverwijk, Zeestraat 82.
A. Chr. H. J. Jeursen, koopman, wonende
te Haarlem. Ie Emmastraat 10, handelende
onder de naam „Teacobu", Technisch Advies-
en Handelsbureau. Groothandel in gereed
schappen, grove en fijne ijzerwaren.
J. A. Schuyt, grossier in aardappelen en
fruit, wonende te Beverwijk, Meerstraat 86.
Bij vonnis van de rechtbank werd vernie
tigd het vonnis dier rechtbank d.d. 13 No
vember 1951, waarbij D. IJff, smid, wonende
te Assendelft, Dorpsstraat 168, in staat van
faillissement werd verklaard, met benoeming
van mr. J. O. Baron, advocaat en procureur
te Beverwijk, tot curator.
Wegens het verbindend worden der enige
uitdelingslijst is geëindigd het faillissement
van: J. Griekspoor, wegenbouwer, wonende
te Heemstede, Cruquiusweg 124.
ADVERTENTIE
Brjlcrum Products Lid, Stanmore, England - Imp. Jacq. Mot Jr, Amsterdam
ADVERTENTIE
Haarlem
Met de gedurende dit seizoen in samen
werking met de Nederlandse kunstorgani
satie „Stichting Duinrell" in de tuinzaal
van de Haarlemse Concertzaal te geven
uitvoeringen wordt vanavond begonnen.
Laurens Bogtman (zie foto) brengt dan
de liederencyclus „Die Winterreise" van
Schubert ten gehore, aan de vleugel bege
leid door Felix de Nobel.
(Van onze verslaggever)
Op Schiphol hebben wij gistermiddag een
onderhoud gehad met de Amerikaanse se
nator Humphrey, die op doorreis was van
Frankrijk naar Scandinavië. Hij heeft in
Straatsburg deelgenomen aan de Ameri
kaans-Europese discussie, die deze betrek
kelijk jonge senator met zijn open Ameri
kaans gezicht heeft verlevendigd door een
aantal interrupties, die vooral de Scandi-
naviërs en de Britten nog wel enige tijd
zullen heugen.
Tijdens ons onderhoud zei senator Hum
phrey, het ten zeerste te betreuren, dat En
geland en de Scandinavische landen zich
afzijdig houden bij het streven naar fede
rale unie in Europa. Hij persoonlijk achtte
een Europese federatie op militair, econo
misch en politiek gebied een levensbelang
niet alleen voor ons werelddeel zelf, maar
voor de ganse vrije wereld. Hoewel hij het
niet juist zou achten, dat Amerika pressie
op deze achterblijvers zou uitoefenen,
meende hij wel, dat de Verenigde Staten
de wenselijkheid van een Europese Unie
duidelijk onder de ogen van de Britten en
de Scandinaviërs zullen brengen.
Precies om twee uur, de afgesproken
tijd, namen wij gistermiddag plaats aan
de tafel in Américain waar men zijn
leeshonger kan stillen aan bedrukte
vellen, die over enkele dagen als oud
papier in het liefdewerk worden opge
nomen. Dat het precies twee uur was
konden wij zien op een grote wandklok
waarvan de wijzers arglistig de indruk
poogden te wekken dat het reeds een
minuut of tien later zou zijn, een trucje
waar men pas tegen middernacht be
hoeft in te lopen. Wij zaten daar te
wachten op een heer, uit wiens erva
ringen wij enige stof voor deze rubriek
wilden zuigen, doch die er blijkens zijn
voortdurende afwezigheid meer voor
voelde een verre vriend dan een goede
Duur te zijn.
Omstreeks drie uur hadden wij alle
jeschikbare dagbladen verslonden, zo
dat er voor ons geen twijfel meer kon
bestaan aan het geruststellende feit dat
de Rode Duivels weliswaar de wed
strijd hadden gewonnen, doch onze
Oranjehemden de glorie. Wij dachten
met door Leo Pagano gewekte ontroe
ring aan Henk Schijvenaar, die een paar
honderd meter verder met een door
Mermans per ongeluk gebroken been
in het ziekenhuis op de Prinsengracht
lag en wij meenden geheel in zijn geest
te handelen door nog maar eens een
kopje koffie te bestellen. Wij moesten
namelijk iets hebben om onze aandoe
ning mee weg te slikken. Wij hadden
nog steeds hinder van die misselijke
smaak, door de genoemde verslaggever
met zijn aethercocktail van sentimen
taliteit en chauvinisme over al zijn
naar de radio luisterende landgenoten
uitgestort. Om de bestelling wat in
drukwekkender te maken lieten wij er
een glaasje water bijbrengen.
Om vier uur zaten wij nog steeds te
wachten. Als het buiten niet zo verwoed
geregend had, zouden wij allang ver
dwenen zijn. Nu bleef ons niets anders
over dan ons gevoel van eigenwaarde
te strelen met overpeinzingen omtrent
de nobelheid van ons plichtsbesef. Om
dat het nog te vroeg voor een borrel
was, lieten wij na rijp beraad en een
vluchtige inspectie van onze kasmidde
len een glaasje grenadine komen, bij
tijds de uitspraak van Alfred Polgar
indachtig dat grenadine zo'n heerlijke
vloeistof is, omdat men het op kan drin
ken maar ook kan laten staan.
Wij herinnerden ons eens in dezelfoe
droefgeestige stemming in de wacht
kamer van een klein stationnetje ergens
in de provincie te hebben vertoefd in
gezelschap van twee heren, die er uit
zagen als pelgrims uit Wladiwostok of
een andere buitenplaats op de steppen.
Ze zaten aandachtig in hun soep te roe
ren, ieder in zijn eigen kommetje wel
te verstaan, daarbij langdurige zuchten
slakend om hun stilzwijgen kracht bij
te zetten. Na zeven kwartier en tien
minuten hief de oudste zijn onschuldige
blauwe ogen op en zei met een ondoor
grondelijke blik in de richting van het
buffet: „Het leven is een zandbak!"
Zijn metgezel geraakte hierdoor in de
grootste opwinding, hetgeen zichtbaar
was aan het trillen van de uiterste pun
ten van zijn snorharen. Hij haalde een
zakdoek te voorschijn en borg die, zon
der zijn neus te heben gesnoten, weer
omslachtig op. Toen er een half uur
was verstreken vroeg hij smartelijk:
„Hoe kom je daar bij?" De eerste woord
voerder gaf geen enkel teken van le
ven, laat staan van afkeuring of ver
bazing. Alleen zei hij, juist toen de
wouden in onze Noorse treinlectuur ein
delijk ophielden met hun eeuwig rui
sen, als of hij een belangrijke decisie
had genomen: „Nou goed, laten we er
niet langer over zeuren. Het leven is
geen zandbak!"
Toen wij amper zeventien jaar waren,
in een bijna onheugelijk verleden tijd,
hebben wij nog eens zo lang en zo ver
geefs zitten wachten. Dat was om Ben
nie Carter te horen, een befaamde trom
pettist uit Amerika, die toen zou optre
den in het Negro Palace op het Thor-
beckeplein, waar onze oude vriend
Freddy Johnson achter de piano op zijn
vingers zat te kluiven, waar Kid Dyna
mite of Coleman Hawkins een verrukke
lijke melodie uit hun saxofoons plachten
te zuigen. Maar nu zou Bennie Cax-ter
komen, één der meest bewonderde hove
lingen van koning Jazz!
Het Negro Palace was een dure tent.
Wij hadden zes weken lang niet gerookt
en ons zakgeld terzijde gelegd om te
sparen voor deze unieke gelegenheid.
Wij hadden bijna drie gulden en gaven
klokslag acht uur onze luttele overkle-
ding in de vestiaire af. Om tien uur
keek de kellner ons aan met een blik
die te kennen gaf dat men geen halve
dag in zo'n voornaam établissement op
één consumptie kon blijven teren, zodat
wij met de moed van het vurige verlan
gen een tweede glaasje sterke drank
bestelden. Maar Bennie Carter was nog
steeds niet verschenen. Tegen midder
nacht kwam de tijding dat de fameuze
trompettist moeilijkheden met zijn pas
poort had en nu een dag later zou ar
riveren.
Met de laatste druppels jenever slik
ten wij onze tranen weg. Na het afreke
nen hadden wij nog precies twee kwar
tjes over. De helft van dit zuur bezuinig
de bedrag gaven wij bij het weggaan
aan de portier in ruil voor onze regen
jas. Hij was namelijk de gedienstigheid
in persoon en behandelde ons alsof wij
een schitterend uniform droegen en hij
slechts een schamel sportjasje en een
flanellen broek.
„Toch jammer dat Bennie Carter niet
gekomen is," zeiden wij heldhaftig, toen
wij hem onze betaling voor zijn moeite
deden.
„Dacht je soms dat-ie voor dat onge
lukkige kwartje van jou uit Parijs zou
komen?" riep hij ons verachtelijk na.
Waarmee wij maar wilden zeggen dat
die heer, waarop wij in Américain zaten
te wachten en die ons zo'n mooi verhaal
had beloofd, ook niet is opgedaagd.
Op het vliegveld Schiphol hadden wij
nog even een ontmoeting met de Ame
rikaanse senator Simms, die een tussen
landing kwam maken. Hij was wel een
aardige man en helemaal niet gewichtig
en hij had een hoofddeksel op, dat er
uit zag als een Eden-hoed, zoals een
cowboy zich die voorstelt.
Senator Simms vertelde ons onom
wonden, dat hij Nederland het mooiste
land ter wereld vond, al had hij het al
leen maar uit de lucht gezien. De reden
van deze bewondering lag in het feit,
dat Nederland er net zo uitzag als de
staat waar hij thuis is. Hij had er heim
wee van gekregen, zei hij. Toen wij zei
den, dat hij dan zeker al een hele tijd
uit de V. S. weg was, knikte hij droevig
en zei: „Ja. Al sinds 8 October".
Helaas werd ons gesprek toen onder
broken door iemand van het Ameri
kaanse consulaat, die hem voor de keus
stelde Holland te bezichtigen gedurende
het halve uur, dat de tussenlanding hem
liet of een kopje koffie te drinken.
Hij dacht even na en zei toen: „Hol
land zien. Koffie kan ik overal nog drin
ken."
En even later reed. hij geestdriftig
naar Aalsmeer.
BOEDA.
De Haagse Comedie speelt deze week\
twee keer in de Stadsschouwburg:
vanavond „Oidipoes en zijn moeder"
van Max Croiset, met de schrijver
en Willy Haak in de titelrollen. Vrij
dagavond volgt een reprise van „Ve
nus bespied" door Christopher Fry
in de vertaling van Bert Voeten met
Paul Steenbergen en vele anderen.
Mario Cordone dirigeert Donderdag
avond de Nederlandse Opera. Uit
gevoerd wordt „La Traviata" van
Verdi met als voornaamste solisten:
Louise de Vries, Paolo Gorin en
Chris Scheffer.
Gisteren heeft in het Centraal Thea
ter de honderdste voorstelling door
de Hoofdstad-Operette van „Ich
küsse ihre Hand, Madame" van Ro
bert Stolz plaats gehad. Dit zangspel
met de komieken Otto Aurich en
Fritz Steiner wordt hier dagelijks
herhaald. Tot 1 December is in het
intieme Leidseplein Theater het Ar-
tistenpension van Wim Sonneveld
gevestigd en kan men in de Kleine
Komedie de actrice Enny Mols de
Leeuwe zeven rollen in „De appels
van Eva" zien vervullen.
Het abonnementsconcert van heden
avond in het Concertgebouw, dat
morgen herhaald wordt, staat onder
leiding van Eduard van Beinum.
Stefan Askenase is solist in het Pia
noconcert van Schumann. Verder
staan op het programma de Sinfo-
nietta van Roussel en „Shéhérazade"
van Rimsky-Korsakow.
Het Christelijk gemengd koor „Jo-
hann Sebastiaan Bach" voert Don
derdag onder leiding van Simon C.
Jansen in de Emmakerk het orato
rium „Samsoii" van Handel uit.
Voor de Amsterdamse Kunstkring
zingt de bariton Gérard Souzay op
30 November in de grote zaal van het
Concertgebouw liederen van Schu
mann, Brahms en Poulenc. In de
kleine zaal geeft Orazio Frugoni een
pianorecital,
In kunsthandel Martinet en Michels
aan de Oude Zijds Voorburgwal is
vandaag een tentoonstelling van te
keningen door Hiroshige, die tot 23
December zal duren, geopend. Nieu
we werken van Paul Arntzenius kan
men tot 16 December bij Huinck en
Scherjon aan de Herengracht zien.
In het Stedelijk Museum ivordt in
de reeks „Vijf generaties" thans werk
van de in 1947 overleden schilder
Pierre Apol tentoongesteld. Veel van
dit werk is in Indonesië gemaakt.
Hij zei met zeer grote nadruk, er
zeker van te zijn, dat het Amerikaanse
Congres binnenkort ernst zal maken
met de voorwaarde, die aan de hulp
verlening (volgens de laatste wet
daarop) is verbonden. De voorwaarde
namelijk dat de hulp zal worden gege
ven aan die landen in Europa, die ernst
maken met het streven naar Europese
eenwording, zodat op deze wijze de
hulpverlening een aansporing zal zijn
voor het tot stand komen van die een
wording.
Toch doorgaan
In ieder geval achtte hij het noodzake
lijk, dat het vasteland desnoods zonder En
geland en Scandinavië voortgaat met het
stichten van een Europese eenheid, hetzij
op de federale of de functionele weg. Men
moet in deze dingen niet te dogmatisch
zijn, zei hij. Is er eenmaal zo'n statenbond
tot stand gekomen, dan zullen de afwach-
ters wel mee moeten, meende hij en wees
erop, dat bij de stichting van de Verenigde
Staten van Noord-Amerika aanvankelijk
ook niet alle staten zich aangesloten heb
ben.
Wat de Amerikaans-Europese discussie
in Straatsburg aangaat, vond hij, dat beide
partijen iets geleerd hebben. De Amerika
nen hebben de werkelijke moeilijkheden
van dichtbij kunnen zien. Per slot is het
heel makkelijk om daar van verre over te
oordelen, zei senator Humphrey. Aan de
andere kant hebben de Europeanen kennis
kunnen maken met het Amerikaanse dis
cussie-systeem, waarbij interrupties sche
ring en inslag .zijn. Op die manier kan een
spreker uit zijn tent worden gelokt en moet
hij zijn stelling werkelijk verdedigen. Men
vervalt dan niet in een eindeloze serie
cliché-i'edevoeringen, waarin vaststaande
standpunten worden meegedeeld. En het
systeem viel best in de smaak, aldus de
senator.
Legende
Senator Humphrey verzocht ons met na
druk zijn verklaring te herhalen, dat de
oorlogszucht van Amerika een dwaze le
gende is. Het Amerikaaxxse volk, dat helaas
in een positie gedrongen is waarin het
billioenen moet uitgeven voor zijn strijd
krachten, weet heel goed dat werkelijke
kracht nooit in militaire macht gelegen
kan zijn. De enige oorlog, die het wil voe
ren, is die tegen onwetendheid, ziekte, ach
terlijke sociale toestanden, natuurrrampen
en andex-e dingen die de mensheid teiste-
x-en. Een groot volk kan zich pas gerust
voelen wanneer de ganse wex-eld econo
misch, sociaal en politiek gezien wel vaart.
ADVERTENTIE
Geef ze
'n „gezonde'
verrassing!
Elke keer'n
M bl(j gezicht!
SSMiS'
RED BAND - ROOSENDAAL - TURNHOUT
Namens de Canadese regering en het
„Canadian Committee for Universal Recon
struction" is door de Canadese ambassadeur
ir Nederland, de heer P. Dupuy. in de col
legezaal van de medische faculteit der R.K.
Universiteit te Nijmegen een zestal kostbare
microscopen aangeboden voor de prae-
clinische afdeling van deze universiteit.