Meneer is best tevreden Het Hek van de Dam Zie Boven: verschil in schijngestalten Realisten in het Stedelijk Museum Bronzen reus voor de AYR 0 In de hoofdstad uit Nieuwe uitgaven 3 Luitenant verdacht van verduistering Agendo voor Haarlem Heringa Wathrich Haarlem BLIKSEMAFLEIDERS T oeristenklasse in de luchtvaart Diefstallen uit ziekenhuis in Castricum Kort nieuws Geleid begin Burger Boeda Geen boezemstad De vrouw in het bedrijf WOENSDAG 5 DECEMBER 1951 DE volgende morgen komt de dokter met zijn bediende en met zijn kisten vol geneesmiddelen. Vijf korjalen liggen in de bocht van de rivier op ons te wachten, elk met drie roeiers bemand. De dokter deelt zijn korjaal met zijn bediende. Er zijn klap- stoelen in de boten geplaatst „voor de heren", onder een afdakje van gevlochten riet en bladeren". Wij varen deftig weg en ik voel mij ont zettend „koloniaal", zittend in een ligstoel, geroeid door deze zwarte mannen! Het weer is heerlijk, de rivier, lieflijker dan de Surinamerivier, wordt stroomopwaarts hoe langer hoe mooier. Ik hoor niets dan het fluiten van de vogels, het geplas van de pagaaien in. het water en de vrolijke stem men van de roeiers. Tien heerlijke, onver getelijke dagen liggen voor mij, het is of ik dat voorvoel en ik weet niet hoe ik mijn opgewondenheid lucht zal geven. Ik wuif Schubert toe, die ik met zijn breed muzi kantengezicht in zijn tentje zie zitten, be langstellend door zijn bril om zich heen kijkend. Christoforus komt langszij: „of meneer een kopje koffie wil", zegt hij, een grote witte koffiepot in zijn bruine hand hoog heffend. „En of meneer goed zit?" Meneer is best tevreden en van alles voor zien. Ik kruip onhandig door de korjaal naar voren om de roeiers sigaretten te geven. Ik zou gaarne grapjes met hen ma ken, maar wij verstaan elkaar niet en kun nen niets doen dan grijnzen en knikken. De altijd goed gehumeurde djoeka's roe pen elkaar vrolijk toe en schateren van het lachen; zij lachen op een vreemde, gil lende manier alsof zij hoge vrouwenstem men imiteren.Zien ze aan de oever de dorpsbewoners dan roepen ze „Hou wikkie joe" (Hoe ben je ontwaakt?), maar het is geen vraag, het is een vorm van groeten, want van de kant hoor je ook „Hou wikkie joe" en dan roepen ze elkaar een en ander toe met aan het eind van elke zin een lang gerekt „ieieieja!" en dat steeds zachter, als voor zich zelf heen. Uren varen we zo voort tot we tegen vier uur bij een grote zandplaat aan de oever aanleggen. Hier zullen we ons bivak opslaan. Nu heb ik kamperen altijd gehaat, want ik denk daarbij aan een guitaar en aan het ellendige „Sari Marijs" en aan „fris alle maal naar buiten" en „leuk behelpen" en een kampvuur en een zindelijke leider met een rechtvaardige blonde kuif en een be grijpende blik. Maar d i t vind ik allemaal heerlijk. In een oogwenk hebben de djoeka's de bagage uitgeladen. Dan gaat er een hele rij met houwers gewapend het bos in of ze een aanval willen ondernemen en in tien minuten zijn ze terug met palen die ze in de grond drijven en waartussen ze de hang matten ophangen. De hoge gestalte van Christoforus loopt tussen hen door, orders gevend. Wij gaan baden, wij sluipen, met een akelige poging tot onverschilligheid tegen over de blikken van de djoeka's, met onze nare witte lichamen langs de bronzen athleten die echter 'ofschoon „wilden" veel te beschaafd zijn om ons uit te lachen. Wij zijn ook een beetje bang want we weten van de gevreesde „pireng", een soort rivierhaai. Valt een school van deze vissen je aan, dan leveren ze binnen een kwartier je geraamte schoon afgekloven af! „No Pireng" zeggen de djoeka's gerust stellend maar helemaal op ons gemak voe len we ons toch niet. yNTUSSEN heeft Cristoforus een soort maaltijd bereid van rijst en de inhoud van enige blikjes waaraan een glaasje schavuitenwater vooraf gaat. Er wordt een paal in de grond gezet en daaraan een stal lantaarn opgehangen, want de duisternis valt nu snel in. Wij roken na het eten pijpen en genieten van de avond en de op komende maan tot het ogenblik daar is om in de hangmatten te kruipen. Deze hang matten zijn overgenomen van het Ameri kaanse leger. Ze hebben een dakje en wan den van muskietengaas met ritssluitingen. Niet zonder moeite wurm ik mij erin. Men moet echter niet liggen woelen en draaien in zo'n ding want anders komt aan het ge- slinger geen einde. Helaas, niet de slaap der rechtvaardige is de mijne, maar die der gekwelde en onrustige! De hangmat komt niet tot rust en ik denk soms zelfs dat er iemand (of een tijger) aan trekt. Midden in de nacht word ik wakker en bemerk dat ik helemaal scheef hang, met één been door het muskietengaas heen. Ik zie geen kans er in noch er uit te komen! Gelukkig ontdekt Schubert mijn netelige toestand, maar hij heeft te veel plezier in de situatie om er snel een einde aan te willen maken. „Help me toch", roep ik wrevelig, „dat rotding scheurt hoe langer hoe verder open!" Nu is ook Christoforus ontwaakt, ik word er uit en ook weer erin geholpen en Christoforus herstelt zelfs met een losse steek de schade. Ik betuig mijn dankbaarheid en mijn spijt. „Meneer kan niet helpen dat meneer niet rustig slaapt", zegt hij vriendelijk. „Daran", prevel ik, „sind, Herrin, deine Augen schuld"! „Wat zegt meneer?" „Niets, Christoforus, het is goed zo!" IK besluit niet meer te slapen. Door het gaas heen zie ik aan de overzijde van de rivier de bomen in het maanlicht met ADVERTENTIE Verleden week hebben wij de Haar lemse beeldhouwer Mari Andriessen tijdens zijn tocht met de districtscom missaris, het factotum Christoforus en de Schubert genoemde musicus aan het einde van de eerste dag van een inspec tiereis op de Saram.accarivicr door het Surinaamse oerwoud in een leegstaand huisje, omringd door brullende apen, achtergelaten. Uit onderstaand verslag vernemen wij hoe de nacht werd door gebracht. de lianen omhangen als geweldige, in sluiers gehulde spoken aan de oever staan. De brulapen beginnen hun hels demonisch geloei. Ik voel de ontzettende, beklemmen de macht van het oerwoud om mij heen tot ik in het schemerlicht d^ donkere gestalten van de djoeka's naar de rivier zie lopen, in hun kanisso's gehuld als soldaten uit de oudheid. De tweede dag breekt aan. MARI ANDRIESSEN Voor het Hoog Militair Gerechtshof te 's Gravenhage stond terecht de 24-jarige eerste luitenant der mariniers J. G. A. L. B. uit Maastricht. De zeekrijgsraad in Den Haag had hem veroordeeld tot één dag ge vangenisstraf met ontslag, zonder ontzet ting, omdat hij als chef van een depot te Rotterdam i.00 uit de kas zou hebben verduisterd. De verdachte verklaarde dat hij zich het geld niet opzettelijk had toe geëigend en dus geen verduistering had gepleegd. Hij had zelf het tekort van 100 in zijn kas ontdekt. Toen zijn superieuren een onderzoek instelden verklaarde hij zich het geld te hebben toegeëigend, omdat hij hbopte op die manier aan een disciplinaire straf wegens wanbeheer te ontlopen en er met een berisping af te komen. Het tekort heeft hij inmiddels aangezuiverd. De advocaat-fiscaal eiste veertien dagen gevangenisstraf met ontslag. De verdediger, mr. J. A. Hannifoort uit Leiden, vroeg krijgstuchtelijke afdoening of een voorwaardelijke straf zonder ontslag. De uitspraak volgt op 18 December. ^\or>c KV. ROWNTREE - AMSTERDAM WOENSDAG 5 DECEMBER Spaarne: „Een gevaarlijk individu", „Ont maskerd", 14 j., 7 uur. Frans Hals: (deze week gesloten). Rembrandt: „Wegpiraat no. 1", alle leeft., 7 uur. Palace: „In de schaduw van New York", 18 j., 7 uur. Luxor: „De poppen aan het dansen" alle leeft., 7 uur. City: „De vlucht naar het paradijs", alle leeft., 7 uur. DONDERDAG 6 DECEMBER Rembrandt, Palace en Luxor: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma van Woensdag). ADVERTENTIE Na afloop van de training van de Nederlands elftalclub hebben de spelers een bezoek gebracht aan H. Schijvenaar die nog in een ziekenhuis te Amsterdam vertoeft. Zittend aan het bed van links naar rechts Bakers, De Jong en Terlouw en staande Biesbrouck, Groeneveld, Van Overbeek, Odenthal en Lenstra. Met verontschuldiging dat ik ditmaal zo laat ben met de bespreking van deze ten toonstelling wil ik, gezien de grote belang stelling die de in het Stedelijk Museum te Amsterdam exposerende Realisten uit Ze ven Landen van de zijde van het publiek ondervinden, toch in het kort nog enkele indrukken noteren. Het is jammer dat deze realisten in hun wapen zo ostentatief het devies voeren van De Haan, die de abstracten vertrapt, want het moet me van het hart dat er on der deze verguisde „abstracten" wat men dan ook tegen hen in mag brengen kunstenaars zijn die een meer „schilder- lijk" kleurgevoel en een intelligenter com positievermogen bezitten dan menig hier optredend „realist". Mijn grootste bezwaar tegen deze groep is dit, dat er meer uit een litteraire tendenz dan uit één aan de rea liteit getoetste spanning geschilderd wordt. Vandaar de prentbriefkaartachtige schrie le kleurtjes die Van Nordens, Berseriks en ook Wijnbergs taferelen tot een ietwat wezenloze toneelmatigheid doen verstar ren. Zeker, de militante houding van deze schilders, wier credo bestaat uit de stel ling: de herkenbare werkelijkheid moet de verbindende schakel zijn tussen kunstenaar en publiek, mag men met sympathie be groeten. Het blijkt echter dat er slechts bij enkelen sprake is van een innerlijke bezinning op dit thema. De grote verrassing is het werk van Groenesteyn. Zijn prachtige tekeningen en gouaches van paarden en geiten, zijn litho's en plastieken spreken een duidelijke taal. Hier treedt een zeer begaafd talent naar voren dat. zonder tendentieuze nadrukke lijkheid aan de dag te leggen, van een krachtige persoonlijkheid getuigt. De in zending van Lex Horn behoort ook tot de sterkste. Als een voorbeeld van wat ik vooral graag zou zien in dit realisme noem ik het grote „Everzwijn" van de Fransman Mi- naux. Het ontzaglijk geweld van dit dode aardkleurige dier is in een sobere, maar verzadigde schildering voortreffelijk weer gegeven. Van de Belg Slabinck had ik, na wat hij bij de „Facetten" in Den Haag liet zien, meer verwacht dan hij hier geeft. Fiedler behoort toch meer bij de Duitse Expressionisten. De bescheiden maar zeer mooie inzen ding van Jan Peeters laat zien dat hij nu juist wèl de habitus bezit van een de reali teit aanvaardend kunstenaar. Van de beeldhouwwerken noteerde ik speciaal het statische, zuiver afgewogen „Naakt" van Damsté. OTTO B. DE KAT NICE (Reuter). Op de conferentie van de internationale vereniging voor het ver voer door de lucht (I.A.T.A.) hebben elf luchtvaartmaatschappijen, waaronder de K.L.M., overeenstemming bereikt over het instellen van een toeristenklasse op de lijnen van Europa naar Amerika. Deze nieuwe klasse zal 1 Mei 1952 worden in gesteld. De overeenkomst is een jaar geldig. Een enkele reis LondenNew York zal 270 dollar kosten, een retour 486 dollar (in het hoogseizoen 417 dollar). De overeenkomst moet nog door de regeringen worden goed gekeurd. Leden van het personeel gearresteerd Reeds enige tijd geleden bestond bij de directie van het provinciaal ziekenhuis „Duin en Bosch" te Bakkum onder de ge meente Castricum, het vermoeden, dat door employés uit de keuken van dit zie kenhuis levensmiddelen werden ont vreemd. Na een uitgebreid onderzoek is de rijkspolitie er dezer dagen toe overgegaan vier leden van het personeel te aiTesteren. In hun woningen werden hoeveelheden le vensmiddelen aangetroffen, die afkomstig wai'en uit het ziekenhuis. Het viertal, dat volgens mededeling van de politie inmiddels bekend heeft zich reeds enkele jaren lang aan diefstal van levensmiddelen te hebben schuldig ge maakt, is ter beschikxing gesteld van de officier van justitie te Alkmaar. Tegen ze ven andere leden van het personeel, die er van verdacht worden uit deze diefstallen voordeel te hebben getrokken, is eveneens proces-verbaal opgemaaKt. De directie werd op deze gang van zaken attent gemaakt door enige boswach ters der inrichting, die getuige waren ge weest van het weghalen der goederen uit de keuken. Reeds eerder waren er on regelmatigheden ontdekt, maar het lukte steeds de diefstallen in de doofpot te stop pen. Met de arrestaties is vermoedelijk aan een langdurige ontvreemding van levensmiddelen een einde gemaakt. Onder de gearresteerden bevinden zich personen, die meer dan dertig jaar in dienst van de inrichting zijn en over enige tijd met pensioen zouden gaan. Faillissementen De rechtbank te Haarlem heeft in staat van faillissement verklaard: J. Spaargaren CJzn., grossier in bloemen, wonende te Aalsmeer, Stommeerweg 54. Rechter-commissaris: mr. J. P. Petersen. Curator: mr. G. J. H. de Leeuw, advocaat en procureur te Badhoevedorp. J. van Deurzen, scheepsbouwkundige, wo nende te Haarlem, Ged. Oude Gracht 113. Rechter-commissaris: mr. J. P. Petersen. Curatrice: mej. mr. H. Muller, advocate en procureur te Haarlem. Wegens het verbindend worden der enige uitdelingslijsten zijn geëindigd de faillisse menten van: H. Kruk, bakker, wonende te Velsen, Schulpweg 96. W. A. Reynders, metselaar, wonende te Haarlem, Teding van Berkhoutstraat 3. M. van Kesteren, echtgenote van R. O. van de Pauvort, wonende te Heemstede, Franz Schubertlaan 25. P. van Kesteren, wonende te Heemstede, Franz Schubertlaan 25. J. H. van Kesteren, wonende te Aerden- hóut, gem. Bloemendaal, Boekenrodeweg 47. OOK planeten verto nen schijngestalten men richte de kijker maar eens op Venus. Het kan gebeuren dat men haar nog aantreft terwijl het al klaarlichte dag is. Zij ziet er uit als de halve maan in haar laatste kwartier. Jupiter, de andere van de twee helderste plane ten, staat (tot Maart nog) 's avonds aan de hemel en Donderdag- en Vrijdagavond (6 en 7 December) is hij weer te vinden vlak bij de maan. De conjunctie van de maan en Jupiter kunnen wij niet zien: die speelt zich af om ongeveer half twaalf in de och tend en men zou zich dus, om die te kunnen waarnemen, ergens an ders op aarde inoeten bevinden waar 'het op dat moment nacht is. Toch staan ook voor ons de maan en deze planeet vrij dicht bij elkaar. Morgenavond ziet men de maan „rechts", dat wil zeggen ten Wes ten van Jupiter, de avond daarop is zij de planeet gepasseerd en staat er ten oosten van („links") Duidelijk bewijs dat de maan van West naar Oost om onze aarde loopt, al lijkt het (ten gevolge van de dagelijk se aswenteling der aar de) alsof zij van Oost naar West draait. Maar nog een ander verschijnsel vraagt de aandacht. Wij weten dat noch maan, noch Jupiter eigen licht uitzendt; zij kaatsen slechts opgevan gen zonlicht terug. De maan is ongeveer „half", Jupiter staat met haar vrijwel in één lijn en men verwacht onwille keurig dat deze dus ook een „halve" gestalte zal vertonenzoals Venus. Niets daarvan men heeft een kijker nodig om het te constateren, maar dan blijkt ook dui delijk dat Jupiter een vrijwel onaangetast rond schijfje vertoont. Hij is, wat wij bij de maan noemen, „vol". Hier speelt het gezichts bedrog ons parten, waar aan wij bij het kijken naar de sterrenhemel meestal niet denken: ogenschijnlijk staat alles in één vlak. Zo lijkt het, alsof de maan en Jupiter vlak bij elkaar staan in werkelijkheid is de planeet op dit moment ongeveer 1750 keer zo ver van ons af als de maan. Om het met een hui selijk voorbeeld aan- schouwelijk te maken: als de zon een lichtge vende bol is die een veertig meter rechts van ons staat, dan is de maan een knikkertje vlak voor onze neus, ongeveer tien centimeter ervandaan, dat dus van de zon zij licht opvangt, waardoor wij de rechterhelft licht, de linker donker zien. Op die schaal staat Ju piter, een flinke voetbal, ongeveer 175 meter voor ons uit en diens naar ons toegekeerde zijde vangt dus vrijwel hele maal het schijnsel van de lichtbol op. Andere illustratie van het verschil is afstand stel u een straaljager voor die met de super sonische'snelheid van 2000 km per uur vliegt. Voor een reis naar de maan zou dit toestel gesteld dat het zich door het luchtledige kon be wegen acht dagen nodig hebben: over een vlucht naar Jupiter zou het een kleine veertig jaar moeten doen. G. v. W. De Chr. Middenstandsbond heeft een telegram gezonden aan de minister van So ciale Zaken en Volksgezondheid waarin wordt gezegd, dat de bond met verontrusting kennis heeft genomen van de vermindering der subsidiepost vrijwillige ziekenfondsver zekering op de begroting voor Sociale Zaken. Verdere verhoging van de contributie der vrijwillige ziekenfondsverzekering acht de bond onaanvaardbaar, daar deze contributie zijns inziens reeds de sociaal toelaatbare grens overschrijdt. Bij de bronsgieterij Bin der te Haarlem is dit beeld, „De Zaaier", van beeldhouwer P. Starre- veld gereed gekomen. Het is bestemd voor het A.V.R.O.-gebouw te Hil versum en werd door de gewestelijke besturen dezer omroepvereniging geschonken ter gelegen heid van het 25-jarig bestaan van de A.V.R.O. Het beeld zal Zaterdag worden onthuld. Hier wordt het ruim drie me ter hoge gevaarte in een verhuiswagen geladen die het naar Hilversum vervoerde. Er was Zaterdag weer een mooie, indrukwekkende plechtigheid in Am sterdam. Of liever gezegd buiten Am sterdam, want zij geviel in de Sloter- meer even buiten de dijk, die indertijd werd aangelegd om er een spoortrein op te laten rijden, die rond heel Amster dam zou tuffen. Toen de dijk er eenmaal lag, vond men het toch niet zó'n aardig idee meer en men liet daarom het hele plan maar weer vallen. En nu ligt die dijk daar als een log bewijs van de zegswijze „Bezint eer gij begint". Aan de voet van deze dijk' had de Plechtigheid plaats. Zij bestond uit het heien van de eerste paal voor de vier tuinsteden met 35.000 woningen, die men in de toekomst aan de Amsterdam se stadsrand wil gaan bouwen. Wij vin den dat een hele onderneming. Vooral als wij naar die dijk kijken. Maar goed, die eerste paal is er nu ingeheid en het begin is er dus. Al doet het organiseren van een Plechtigheid rondom het heien van de eerste paal ons altijd een beetje denken aan een knaapje, dat zijn ganse familie om zich heen verzamelt om gade te slaan, hoe hij de eerste stuiver in zijn spaarvarken steekt voor de electrische trein van tweehonderd gulden, die hij denkt te gaan kopen. Het was nochtans een hele Plechtig heid bij die heipaal. De minister van Wederopbouw sloeg hem persoonlijk de grond in, er waren een heleboel heren mét zwarte hoeden, die Autoriteiten en Genodigden, en heren zonder hoeden, die de Pers heten. En ook waren er redevoeringen, één van minister mr. J. in 't Veld en één van wethouder mr. J. J. van der Velde. Het is oneerbiedig van ons om het te zeggen, maar wij houden niet van Ne derlandse plechtigheden. Ze zijn zo pléchtig. En zo ongemakkelijk. Allerlei mensen moeten van heinde en ver ko men om ergens in de bagger te staan en te kijken naar een hoge autoriteit, die een boom plant of een steen legt in. daartoe volmaakt ongeschikte kledij. En vervolgens houdt hij een rede met be langrijke gegevens, die op veel comfor tabeler wijze aan het volk kenbaar ge maakt hadden kunnen worden. En dan gaat iedereen met een stralende glim lach, natte voeten en een hart vol ellen de heen, alleen maar omdat een ijverige organisator ergens op een kwade achter middag heeft geopperd: „Dat zou nou 'es net iets zijn voor een Indrukwek kende Plechtigheid. Met een minister. En Autoriteiten en Genodigden." Wij voor ons prefereren het opgewekte scepticisme dat onze Franse vrienden bij zulke gelegenheden aan den dag leggen. De burgemeester zet dan zijn hoge hoed zo laar op het hoofd, dat iedereen kan zien, dat hij in de goede afloop niet in het minst gelooft, de harmonie blaast nog valser dan anders en de minister wordt per ongeluk in de vlag gewikkeld, waarmee men het beeld had omhuld, zodat iedereen kan zien, dat het geen échte Plechtigheid is. En gaat het er om iets van belang te herdenken, wel, dan enscèneren die dekselse kerels een strak tafreel om de Are de Triomphe, waarbij tien eeuwen machtige historie de mens koud langs de rug lopen. Maar hier is dat nooit zo. Of er nu een kleuterschool wordt geopend of een parade wordt gehouden, het is altijd hetzelfde. Er valt nooit iemand in een bak cement en er gaat nooit per ongeluk een kanon af. En wanneer er wat kouds langs onze rug loopt, zijn dat regen druppels. En er is altijd iemand die zegt. dat het comité heeft gemeend te moeten en dat het van oordeel is. Wij zouden dat wel wat anders wil len zien. Wat consequenter bijvoorbeeld in dit geval. Want het werk in de Slo- termeer is helemaal niet begonnen met het heien van die paal. Wanneer men eerlijk had willen zijn, had minister In 't Veld bijvoorbeeiu de eerste pannen van het dak kunnen rukken van de oude boerderij, die er voor gesloopt moest worden. En dan hadden de genodigden daarna een begin kunnen maken met het. vrolijk inkinkelen van de ramen. Al had zulks natuurlijk niet zozeer een weder opbouwende indruk gemaakt. Als wij onszelve goed beschouwen, zijn wij toch maar een conservatief ke reltje. Maar die ouwe, rustige, stoere boerderij die daar aan de wetering in de groene weilanden lag, moest toch echt even gewroken worden. Zo zijn wij. De staatsburger Boeda kiest voor de Tuin stad Slotermeer, maar Boeda sec te al len tijde voor een oude boerderij. De eerste voor industrialisatie, hoogbouw, Diesel-electrische treinen en een zwem bad voor vijftienduizend mensen en de tweede voor de jacht, een huis met een houtvuur, paarden, muziek en oude wijn. Het wordt anders een Tuinstad van hebben wij U, Excellentie, Mijnheer de Burgemeester, Dames en Heren Geno digden, daar, zo verzekerde wethouder Van der Velde, die nog opmerkte, dat het slaan van de eerste paal voor een bouwwerk altijd een belangrijke ge beurtenis is. Dat kan moeilijk worden betwist. Zeker wanneer het gaat om deze gans nieuwe vorm van uitleg, de zogenaamde „tuinstadvorm". Er zullen vier van deze tuinsteden verrijzen om het grote meer, Geuzenveld, Slotermeer. Osdorp en Slotervaart. Het gaat nu om een bevrijding uit de gesloten stads- vorm en de Ringrijk is daarbij geen om walling meer, geen beknelling, maar een verbindend element tussen de tuinste den onderling en van deze met de reeds bestaande stad, zo riep de wethouder uit. Dit achten wij een heerlijke gedachte, die nog aan aantrekkelijkheid wint wanneer men de genoemde aardwal in ogenschouw neemt. Wat hét Slotermeer zelf betreft, dat in 1634 was drooggelegd en nu weer wordt natgemaakt, de heraanleg ervan is ook van belang geweest voor het winnen van het zand waarmee het weiland werd ondergespoten. Want zand is duur. En verder heeft men zand bespaard, zei de wethouder, door er een polderstad van te maken, waarvoor men maar twee meter zand hoefde op te spuiten, in- plaats van een zogenaamde boezemstad, waarvoor men uiteraard tot vier meter Woensdag en Donderdag is de} Stadsschouwburg gesloten. Vrijdag 7 December geeft het A.T.G. een reprise van „De ingebeelde zieke" van Molière, onder regie van Kees van Iersel, met Louis Saalborn in de titelrol. Dagelijks kan men in het Centraal Theater het blijspel Krakeel om het kasteel" van Alan Melville door het Vrije Tojieel onder regie van Cruys Voorbergh zien, ivaarin Nell Koppen en Enny Meunier optreden met Gijs- bert Tersteeg en Willy Ruys. Kitty Janssen speelt de vrouwe lijke hoofdrol in „Eens in de honderd jaarvan F. Hugh Herbert, bijge staan door Guus Oster en Henk Rig- ters, in het Leidseplein Theater en Enny Mols de Leeuwe gaat in de Kleine Komedie door met het uit beelden van zeven vrouwentypen in het stuk „De appels van Eva". Tachtigduizend mensen bezochten reeds de Amerikaanse IJsrevue in Carré, bestaande uit veertig tafe relen, ivaaraan thans ook medewer king wordt verleend door Fritzy Gillard. Muziekuitvoeringen zijn er in de tweede helft van deze week niet, maar wel kunnen wij enige nieuwe tentoonstellingen aankondigen: Bali nese schilderijen en werken van de Parijse Hena Loopuyt in kunstzaal Van Lier aan het Rokin, schilderijen van Emile Vliegers in het I.C.C. en grafiek van Michel Béret in kunst handel Santee Landweer aan de Kei zersgracht. Van 7 December tot 2S Januari exposeert Max Bechmann in het Ste delijk Museum, waar men tot eind December ook werken vindt van Jacob Dooyewaard en Pierre Apol. De tekenaarskring A-51 heeft in museum Fodor een tentoonstelling ingerichtj noest ophogen. Als men dit alles hoort, kijkt-men toch wel weer met andere ogen tegen de tuinstad Slotermeer aan. BOEDA. Prisma-boeken (Uitgeverij Het Spectum, Utrecht en Brussel). Zilvermeeuw-Serie (Uitgave N.V. Service, Den Haag). Afgezien van de vraag naar de wenselijk heid daarvan is het natuurlijk buitengewoon moeilijk om in een betrekkelijk klein taal gebied als het onze over te gaan tot publi catie van populair-wetenschappelijke en belletristische werken in de vooral in Ame- ra tegenwoordig zo gangbare vorm van het uiterst goedkope „pocket-book". Twee Neder landse uitgevers hebben echter nieuwe po gingen aan de reeds gedane en met niet gering succes bekroonde ondernemingen toe gevoegd. Gelukkig heeft men er van afgezien de sensationele en vaak zinnenprikkelende bandversiering na te volgen. De Prisma-boeken van Het Spectrum zijn herdrukken. Als eerste nummers verschenen de veertiende druk van „Erik of het klein insectenboek" van Godfried Bomans en „Mémoires of gedenkschriften van minister Pieter Bas" door dezelfde auteur, met de oorspronkelijke illustraties van Harry Prenen, in vijfde druk. Van de plezierige verteltrant van de Limburger Edmond Nicolas kan men genieten in zijn verheerlijking van het vele goede der aarde onder de titel „De Heer van Jericho". Voorts zag in deze reeks de roman „De vliegende danstent" van de bij zonder geestige Bruce Marshall het licht. De toneelversie hiervan Pater Malachius' Mirakel heeft hier te lande destijds veel stof doen opwaaien. Al is de bladspiegel niet bijzonder fraai, de boeken hebben een pret tig formaat en vormen door de genoegelijke inhoud aantrekkelijke geschenken. Met be langstelling zien wij de voortzetting van deze serie tegemoet. De Zilvermeeuw-serie van Servlre is veei- zijdiger van opzet en ondanks de geringe stevigte van de bandjes uitstekend van uit voering. De typografische verzorging munt uit door helderheid. Men vindt er oorspron kelijke en vertaalde, nieuwe en herdrukte romans en kinderboeken, religieuze en psy chologische werken, reisverhalen en speur dersgeschiedenissen in. Zo mag men zeer dankbaar zijn voor de introductie in ons land van „Kunsthistorie met een glimlach" door de kostelijke Engelse tekenaar Osbert Lan caster, gewijd critisch en satirisch aan de geschiedenis van het binnenhuis. Tekst en illustraties wedijveren in humor. „Daar ik wel graag zou willen weten waardoor ik ge worden ben zoals ik ben, 'stel ik eens een onderzoek in hoe mijn voorouders zijn ge worden wat zij in hun tijd waren" aldus de titel van één der hoofdstukken uit het „Verslag aan Petrus over die wereld waarin Hendrik Willem van Loon de eerste jaren van zijn leven doorbracht", een autobiogra fisch fragment vol geschiedkundige fantasie. In dezelfde reeks verscheen ook „De psycho logie van 's mensen mogelijke evolutie" door P. D. Ouspensky, wiens „Nieuw model van het heelal" voor de oorlog sterk de aandacht trok. „Een methode om te ontkomen aan de vloek van deze tijd" vormt de inhoud van „Zelfgenezing van nerveusiteit" door Martin Kojc, waarvan de titel door een taalfout ontsierd wordt. De eerste kinderboeken in de Zilvermeeuw serie zijn „Marianne's avontuurlijke reizen" door J. M. Selleger-Elout en „Klasse zes naar de H. B. S." van Greta Vollewens-Zeijle- maker. Het boeiende „Lippenstift mysterie" van Ellery Queen vormt het begin van de reeks detectiveromans. Tenslotte moeten ge noemd worden: „Het genezende licht" door Anker Aggebo, een levensbeschrijving van een Deense arts en „Een profeet verrijst" van Sholem Asch. Het Water (deel VII van de Schoon heid van ons land). Uitgeverij Con tact; Amsterdam en Antwerpen. In een honderdvijftigtal uitzonderlijk mooie foto's, bijna alle van Cas Oosthuys, geeft dit royaal-uitgevoerde boekwerk ons een fascinerend beeld van de eeuwigdurende strijd van ons land tegen zijn erfvijand, het water, dat hier in al zijn verschijningsvor men is uitgebeeld met een verrassende na tuurgetrouwheid zoals men die nog zelden in foto's verwezenlijkt zag. Water, dat brui send en kokend duinen en dijken belaagt, water in stille plassen en poelen, bedwongen door de techniek, overspannen door mach tige brugconstructiés, water als middel van bestaan voor visserij en scheepvaart en als recreatieoord voor de mens. Deze waarlijk sublieme collectie foto's wordt op gelukkige wijze aangevuld door een in leidende beschouwing, waarin Evert Zand- stra de kringloop van het water schetst en een knappe karakteristiek geeft van de zee, de rivieren en de plassen en hun veelzijdige betekenis voor ons land. Een kostelijk bezit, deze prachtige uitgave! De Nederlandse Vereniging voor Maat schappelijk Werk zal in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Bedrijfs psychologie op 14 December in Den Bosch in congres bijeenkomen. Het congres is ge wijd aan het onderwerp: de vrouw in het bedrijf. Prae-adviezen zullen worden uit gebracht door prof. dr. W. Banning; prof. dr. J. Waterink; mej. J. Hymans; mevr. dr. H. Dresen-Coenders; mr. M. Berden en mej. A. Ligthart, respectievelijk over: sociologische achtergronden; psychologi sche aspecten; practische problemen; de psychologie van het fabrieksmeisje; sociale en paedagogische maatregelen en enige feitelijke gegevens over het beroep van de vrouw in Nederland

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1951 | | pagina 5