Meneer is best tevreden
Het Hek van de Dam
Zie Boven:
verschil in schijngestalten
Realisten in het Stedelijk Museum
Bronzen
reus voor
de AYR 0
In de hoofdstad uit
Nieuwe uitgaven
3
Luitenant verdacht
van verduistering
Agendo voor Haarlem
Heringa Wathrich
Haarlem
BLIKSEMAFLEIDERS
T oeristenklasse
in de luchtvaart
Diefstallen uit ziekenhuis
in Castricum
Kort nieuws
Geleid begin
Burger Boeda
Geen boezemstad
De vrouw in het bedrijf
WOENSDAG 5 DECEMBER 1951
DE volgende morgen komt de dokter met
zijn bediende en met zijn kisten vol
geneesmiddelen. Vijf korjalen liggen in de
bocht van de rivier op ons te wachten, elk
met drie roeiers bemand. De dokter deelt
zijn korjaal met zijn bediende. Er zijn klap-
stoelen in de boten geplaatst „voor de
heren", onder een afdakje van gevlochten
riet en bladeren".
Wij varen deftig weg en ik voel mij ont
zettend „koloniaal", zittend in een ligstoel,
geroeid door deze zwarte mannen! Het
weer is heerlijk, de rivier, lieflijker dan de
Surinamerivier, wordt stroomopwaarts hoe
langer hoe mooier. Ik hoor niets dan het
fluiten van de vogels, het geplas van de
pagaaien in. het water en de vrolijke stem
men van de roeiers. Tien heerlijke, onver
getelijke dagen liggen voor mij, het is of ik
dat voorvoel en ik weet niet hoe ik mijn
opgewondenheid lucht zal geven. Ik wuif
Schubert toe, die ik met zijn breed muzi
kantengezicht in zijn tentje zie zitten, be
langstellend door zijn bril om zich heen
kijkend. Christoforus komt langszij: „of
meneer een kopje koffie wil", zegt hij, een
grote witte koffiepot in zijn bruine hand
hoog heffend. „En of meneer goed zit?"
Meneer is best tevreden en van alles voor
zien. Ik kruip onhandig door de korjaal
naar voren om de roeiers sigaretten te
geven. Ik zou gaarne grapjes met hen ma
ken, maar wij verstaan elkaar niet en kun
nen niets doen dan grijnzen en knikken.
De altijd goed gehumeurde djoeka's roe
pen elkaar vrolijk toe en schateren van
het lachen; zij lachen op een vreemde, gil
lende manier alsof zij hoge vrouwenstem
men imiteren.Zien ze aan de oever de
dorpsbewoners dan roepen ze „Hou wikkie
joe" (Hoe ben je ontwaakt?), maar het is
geen vraag, het is een vorm van groeten,
want van de kant hoor je ook „Hou wikkie
joe" en dan roepen ze elkaar een en ander
toe met aan het eind van elke zin een lang
gerekt „ieieieja!" en dat steeds zachter, als
voor zich zelf heen.
Uren varen we zo voort tot we tegen
vier uur bij een grote zandplaat aan de
oever aanleggen. Hier zullen we ons bivak
opslaan.
Nu heb ik kamperen altijd gehaat, want
ik denk daarbij aan een guitaar en aan het
ellendige „Sari Marijs" en aan „fris alle
maal naar buiten" en „leuk behelpen" en
een kampvuur en een zindelijke leider met
een rechtvaardige blonde kuif en een be
grijpende blik. Maar d i t vind ik allemaal
heerlijk.
In een oogwenk hebben de djoeka's de
bagage uitgeladen. Dan gaat er een hele
rij met houwers gewapend het bos in of
ze een aanval willen ondernemen en in tien
minuten zijn ze terug met palen die ze in
de grond drijven en waartussen ze de hang
matten ophangen. De hoge gestalte van
Christoforus loopt tussen hen door, orders
gevend.
Wij gaan baden, wij sluipen, met een
akelige poging tot onverschilligheid tegen
over de blikken van de djoeka's, met onze
nare witte lichamen langs de bronzen
athleten die echter 'ofschoon „wilden"
veel te beschaafd zijn om ons uit te
lachen. Wij zijn ook een beetje bang want
we weten van de gevreesde „pireng", een
soort rivierhaai. Valt een school van deze
vissen je aan, dan leveren ze binnen een
kwartier je geraamte schoon afgekloven
af! „No Pireng" zeggen de djoeka's gerust
stellend maar helemaal op ons gemak voe
len we ons toch niet.
yNTUSSEN heeft Cristoforus een soort
maaltijd bereid van rijst en de inhoud
van enige blikjes waaraan een glaasje
schavuitenwater vooraf gaat. Er wordt een
paal in de grond gezet en daaraan een stal
lantaarn opgehangen, want de duisternis
valt nu snel in. Wij roken na het eten
pijpen en genieten van de avond en de op
komende maan tot het ogenblik daar is om
in de hangmatten te kruipen. Deze hang
matten zijn overgenomen van het Ameri
kaanse leger. Ze hebben een dakje en wan
den van muskietengaas met ritssluitingen.
Niet zonder moeite wurm ik mij erin. Men
moet echter niet liggen woelen en draaien
in zo'n ding want anders komt aan het ge-
slinger geen einde. Helaas, niet de slaap
der rechtvaardige is de mijne, maar die der
gekwelde en onrustige! De hangmat komt
niet tot rust en ik denk soms zelfs dat er
iemand (of een tijger) aan trekt.
Midden in de nacht word ik wakker en
bemerk dat ik helemaal scheef hang, met
één been door het muskietengaas heen. Ik
zie geen kans er in noch er uit te komen!
Gelukkig ontdekt Schubert mijn netelige
toestand, maar hij heeft te veel plezier in
de situatie om er snel een einde aan te
willen maken. „Help me toch", roep ik
wrevelig, „dat rotding scheurt hoe langer
hoe verder open!" Nu is ook Christoforus
ontwaakt, ik word er uit en ook weer erin
geholpen en Christoforus herstelt zelfs met
een losse steek de schade. Ik betuig mijn
dankbaarheid en mijn spijt. „Meneer kan
niet helpen dat meneer niet rustig slaapt",
zegt hij vriendelijk. „Daran", prevel ik,
„sind, Herrin, deine Augen schuld"!
„Wat zegt meneer?"
„Niets, Christoforus, het is goed zo!"
IK besluit niet meer te slapen. Door het
gaas heen zie ik aan de overzijde van
de rivier de bomen in het maanlicht met
ADVERTENTIE
Verleden week hebben wij de Haar
lemse beeldhouwer Mari Andriessen
tijdens zijn tocht met de districtscom
missaris, het factotum Christoforus en
de Schubert genoemde musicus aan het
einde van de eerste dag van een inspec
tiereis op de Saram.accarivicr door het
Surinaamse oerwoud in een leegstaand
huisje, omringd door brullende apen,
achtergelaten. Uit onderstaand verslag
vernemen wij hoe de nacht werd door
gebracht.
de lianen omhangen als geweldige, in
sluiers gehulde spoken aan de oever staan.
De brulapen beginnen hun hels demonisch
geloei. Ik voel de ontzettende, beklemmen
de macht van het oerwoud om mij heen tot
ik in het schemerlicht d^ donkere gestalten
van de djoeka's naar de rivier zie lopen,
in hun kanisso's gehuld als soldaten uit de
oudheid. De tweede dag breekt aan.
MARI ANDRIESSEN
Voor het Hoog Militair Gerechtshof te
's Gravenhage stond terecht de 24-jarige
eerste luitenant der mariniers J. G. A. L. B.
uit Maastricht. De zeekrijgsraad in Den
Haag had hem veroordeeld tot één dag ge
vangenisstraf met ontslag, zonder ontzet
ting, omdat hij als chef van een depot te
Rotterdam i.00 uit de kas zou hebben
verduisterd. De verdachte verklaarde dat
hij zich het geld niet opzettelijk had toe
geëigend en dus geen verduistering had
gepleegd. Hij had zelf het tekort van 100
in zijn kas ontdekt. Toen zijn superieuren
een onderzoek instelden verklaarde hij zich
het geld te hebben toegeëigend, omdat hij
hbopte op die manier aan een disciplinaire
straf wegens wanbeheer te ontlopen en er
met een berisping af te komen. Het tekort
heeft hij inmiddels aangezuiverd.
De advocaat-fiscaal eiste veertien dagen
gevangenisstraf met ontslag.
De verdediger, mr. J. A. Hannifoort uit
Leiden, vroeg krijgstuchtelijke afdoening
of een voorwaardelijke straf zonder ontslag.
De uitspraak volgt op 18 December.
^\or>c
KV. ROWNTREE - AMSTERDAM
WOENSDAG 5 DECEMBER
Spaarne: „Een gevaarlijk individu", „Ont
maskerd", 14 j., 7 uur. Frans Hals: (deze
week gesloten). Rembrandt: „Wegpiraat no.
1", alle leeft., 7 uur. Palace: „In de schaduw
van New York", 18 j., 7 uur. Luxor: „De
poppen aan het dansen" alle leeft., 7 uur.
City: „De vlucht naar het paradijs", alle
leeft., 7 uur.
DONDERDAG 6 DECEMBER
Rembrandt, Palace en Luxor: 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. (Zie programma
van Woensdag).
ADVERTENTIE
Na afloop van de training van de Nederlands elftalclub hebben de spelers een bezoek
gebracht aan H. Schijvenaar die nog in een ziekenhuis te Amsterdam vertoeft. Zittend
aan het bed van links naar rechts Bakers, De Jong en Terlouw en staande Biesbrouck,
Groeneveld, Van Overbeek, Odenthal en Lenstra.
Met verontschuldiging dat ik ditmaal zo
laat ben met de bespreking van deze ten
toonstelling wil ik, gezien de grote belang
stelling die de in het Stedelijk Museum te
Amsterdam exposerende Realisten uit Ze
ven Landen van de zijde van het publiek
ondervinden, toch in het kort nog enkele
indrukken noteren.
Het is jammer dat deze realisten in hun
wapen zo ostentatief het devies voeren
van De Haan, die de abstracten vertrapt,
want het moet me van het hart dat er on
der deze verguisde „abstracten" wat
men dan ook tegen hen in mag brengen
kunstenaars zijn die een meer „schilder-
lijk" kleurgevoel en een intelligenter com
positievermogen bezitten dan menig hier
optredend „realist". Mijn grootste bezwaar
tegen deze groep is dit, dat er meer uit een
litteraire tendenz dan uit één aan de rea
liteit getoetste spanning geschilderd wordt.
Vandaar de prentbriefkaartachtige schrie
le kleurtjes die Van Nordens, Berseriks en
ook Wijnbergs taferelen tot een ietwat
wezenloze toneelmatigheid doen verstar
ren. Zeker, de militante houding van deze
schilders, wier credo bestaat uit de stel
ling: de herkenbare werkelijkheid moet de
verbindende schakel zijn tussen kunstenaar
en publiek, mag men met sympathie be
groeten. Het blijkt echter dat er slechts
bij enkelen sprake is van een innerlijke
bezinning op dit thema.
De grote verrassing is het werk van
Groenesteyn. Zijn prachtige tekeningen en
gouaches van paarden en geiten, zijn litho's
en plastieken spreken een duidelijke taal.
Hier treedt een zeer begaafd talent naar
voren dat. zonder tendentieuze nadrukke
lijkheid aan de dag te leggen, van een
krachtige persoonlijkheid getuigt. De in
zending van Lex Horn behoort ook tot de
sterkste.
Als een voorbeeld van wat ik vooral
graag zou zien in dit realisme noem ik het
grote „Everzwijn" van de Fransman Mi-
naux. Het ontzaglijk geweld van dit dode
aardkleurige dier is in een sobere, maar
verzadigde schildering voortreffelijk weer
gegeven. Van de Belg Slabinck had ik, na
wat hij bij de „Facetten" in Den Haag liet
zien, meer verwacht dan hij hier geeft.
Fiedler behoort toch meer bij de Duitse
Expressionisten.
De bescheiden maar zeer mooie inzen
ding van Jan Peeters laat zien dat hij nu
juist wèl de habitus bezit van een de reali
teit aanvaardend kunstenaar.
Van de beeldhouwwerken noteerde ik
speciaal het statische, zuiver afgewogen
„Naakt" van Damsté. OTTO B. DE KAT
NICE (Reuter). Op de conferentie van
de internationale vereniging voor het ver
voer door de lucht (I.A.T.A.) hebben elf
luchtvaartmaatschappijen, waaronder de
K.L.M., overeenstemming bereikt over het
instellen van een toeristenklasse op de
lijnen van Europa naar Amerika. Deze
nieuwe klasse zal 1 Mei 1952 worden in
gesteld. De overeenkomst is een jaar geldig.
Een enkele reis LondenNew York zal 270
dollar kosten, een retour 486 dollar (in het
hoogseizoen 417 dollar). De overeenkomst
moet nog door de regeringen worden goed
gekeurd.
Leden van het personeel
gearresteerd
Reeds enige tijd geleden bestond bij de
directie van het provinciaal ziekenhuis
„Duin en Bosch" te Bakkum onder de ge
meente Castricum, het vermoeden, dat
door employés uit de keuken van dit zie
kenhuis levensmiddelen werden ont
vreemd. Na een uitgebreid onderzoek is de
rijkspolitie er dezer dagen toe overgegaan
vier leden van het personeel te aiTesteren.
In hun woningen werden hoeveelheden le
vensmiddelen aangetroffen, die afkomstig
wai'en uit het ziekenhuis.
Het viertal, dat volgens mededeling van
de politie inmiddels bekend heeft zich
reeds enkele jaren lang aan diefstal van
levensmiddelen te hebben schuldig ge
maakt, is ter beschikxing gesteld van de
officier van justitie te Alkmaar. Tegen ze
ven andere leden van het personeel, die er
van verdacht worden uit deze diefstallen
voordeel te hebben getrokken, is eveneens
proces-verbaal opgemaaKt.
De directie werd op deze gang van
zaken attent gemaakt door enige boswach
ters der inrichting, die getuige waren ge
weest van het weghalen der goederen uit
de keuken. Reeds eerder waren er on
regelmatigheden ontdekt, maar het lukte
steeds de diefstallen in de doofpot te stop
pen. Met de arrestaties is vermoedelijk
aan een langdurige ontvreemding van
levensmiddelen een einde gemaakt.
Onder de gearresteerden bevinden zich
personen, die meer dan dertig jaar in
dienst van de inrichting zijn en over enige
tijd met pensioen zouden gaan.
Faillissementen
De rechtbank te Haarlem heeft in staat
van faillissement verklaard:
J. Spaargaren CJzn., grossier in bloemen,
wonende te Aalsmeer, Stommeerweg 54.
Rechter-commissaris: mr. J. P. Petersen.
Curator: mr. G. J. H. de Leeuw, advocaat en
procureur te Badhoevedorp.
J. van Deurzen, scheepsbouwkundige, wo
nende te Haarlem, Ged. Oude Gracht 113.
Rechter-commissaris: mr. J. P. Petersen.
Curatrice: mej. mr. H. Muller, advocate en
procureur te Haarlem.
Wegens het verbindend worden der enige
uitdelingslijsten zijn geëindigd de faillisse
menten van: H. Kruk, bakker, wonende te
Velsen, Schulpweg 96.
W. A. Reynders, metselaar, wonende te
Haarlem, Teding van Berkhoutstraat 3.
M. van Kesteren, echtgenote van R. O.
van de Pauvort, wonende te Heemstede,
Franz Schubertlaan 25.
P. van Kesteren, wonende te Heemstede,
Franz Schubertlaan 25.
J. H. van Kesteren, wonende te Aerden-
hóut, gem. Bloemendaal, Boekenrodeweg 47.
OOK planeten verto
nen schijngestalten
men richte de kijker
maar eens op Venus. Het
kan gebeuren dat men
haar nog aantreft terwijl
het al klaarlichte dag is.
Zij ziet er uit als de
halve maan in haar
laatste kwartier.
Jupiter, de andere van
de twee helderste plane
ten, staat (tot Maart
nog) 's avonds aan de
hemel en Donderdag- en
Vrijdagavond (6 en 7
December) is hij weer te
vinden vlak bij de maan.
De conjunctie van de
maan en Jupiter kunnen
wij niet zien: die speelt
zich af om ongeveer
half twaalf in de och
tend en men zou zich
dus, om die te kunnen
waarnemen, ergens an
ders op aarde inoeten
bevinden waar 'het op
dat moment nacht is.
Toch staan ook voor
ons de maan en deze
planeet vrij dicht bij
elkaar. Morgenavond ziet
men de maan „rechts",
dat wil zeggen ten Wes
ten van Jupiter, de avond
daarop is zij de planeet
gepasseerd en staat er
ten oosten van („links")
Duidelijk bewijs dat de
maan van West naar
Oost om onze aarde
loopt, al lijkt het (ten
gevolge van de dagelijk
se aswenteling der aar
de) alsof zij van Oost
naar West draait.
Maar nog een ander
verschijnsel vraagt de
aandacht. Wij weten dat
noch maan, noch Jupiter
eigen licht uitzendt; zij
kaatsen slechts opgevan
gen zonlicht terug. De
maan is ongeveer „half",
Jupiter staat met haar
vrijwel in één lijn en
men verwacht onwille
keurig dat deze dus ook
een „halve" gestalte zal
vertonenzoals Venus.
Niets daarvan men
heeft een kijker nodig
om het te constateren,
maar dan blijkt ook dui
delijk dat Jupiter een
vrijwel onaangetast rond
schijfje vertoont. Hij is,
wat wij bij de maan
noemen, „vol".
Hier speelt het gezichts
bedrog ons parten, waar
aan wij bij het kijken
naar de sterrenhemel
meestal niet denken:
ogenschijnlijk staat alles
in één vlak. Zo lijkt het,
alsof de maan en Jupiter
vlak bij elkaar staan
in werkelijkheid is de
planeet op dit moment
ongeveer 1750 keer zo
ver van ons af als de
maan.
Om het met een hui
selijk voorbeeld aan-
schouwelijk te maken:
als de zon een lichtge
vende bol is die een
veertig meter rechts van
ons staat, dan is de maan
een knikkertje vlak voor
onze neus, ongeveer tien
centimeter ervandaan,
dat dus van de zon zij
licht opvangt, waardoor
wij de rechterhelft licht,
de linker donker zien.
Op die schaal staat Ju
piter, een flinke voetbal,
ongeveer 175 meter voor
ons uit en diens naar
ons toegekeerde zijde
vangt dus vrijwel hele
maal het schijnsel van de
lichtbol op.
Andere illustratie van
het verschil is afstand
stel u een straaljager
voor die met de super
sonische'snelheid van
2000 km per uur vliegt.
Voor een reis naar de
maan zou dit toestel
gesteld dat het zich door
het luchtledige kon be
wegen acht dagen
nodig hebben: over een
vlucht naar Jupiter zou
het een kleine veertig
jaar moeten doen.
G. v. W.
De Chr. Middenstandsbond heeft een
telegram gezonden aan de minister van So
ciale Zaken en Volksgezondheid waarin
wordt gezegd, dat de bond met verontrusting
kennis heeft genomen van de vermindering
der subsidiepost vrijwillige ziekenfondsver
zekering op de begroting voor Sociale Zaken.
Verdere verhoging van de contributie der
vrijwillige ziekenfondsverzekering acht de
bond onaanvaardbaar, daar deze contributie
zijns inziens reeds de sociaal toelaatbare
grens overschrijdt.
Bij de bronsgieterij Bin
der te Haarlem is dit
beeld, „De Zaaier", van
beeldhouwer P. Starre-
veld gereed gekomen.
Het is bestemd voor het
A.V.R.O.-gebouw te Hil
versum en werd door de
gewestelijke besturen
dezer omroepvereniging
geschonken ter gelegen
heid van het 25-jarig
bestaan van de A.V.R.O.
Het beeld zal Zaterdag
worden onthuld. Hier
wordt het ruim drie me
ter hoge gevaarte in een
verhuiswagen geladen
die het naar Hilversum
vervoerde.
Er was Zaterdag weer een mooie,
indrukwekkende plechtigheid in Am
sterdam. Of liever gezegd buiten Am
sterdam, want zij geviel in de Sloter-
meer even buiten de dijk, die indertijd
werd aangelegd om er een spoortrein op
te laten rijden, die rond heel Amster
dam zou tuffen. Toen de dijk er eenmaal
lag, vond men het toch niet zó'n aardig
idee meer en men liet daarom het hele
plan maar weer vallen. En nu ligt die
dijk daar als een log bewijs van de
zegswijze „Bezint eer gij begint".
Aan de voet van deze dijk' had de
Plechtigheid plaats. Zij bestond uit het
heien van de eerste paal voor de vier
tuinsteden met 35.000 woningen, die
men in de toekomst aan de Amsterdam
se stadsrand wil gaan bouwen. Wij vin
den dat een hele onderneming. Vooral
als wij naar die dijk kijken. Maar goed,
die eerste paal is er nu ingeheid en het
begin is er dus. Al doet het organiseren
van een Plechtigheid rondom het heien
van de eerste paal ons altijd een beetje
denken aan een knaapje, dat zijn ganse
familie om zich heen verzamelt om gade
te slaan, hoe hij de eerste stuiver in zijn
spaarvarken steekt voor de electrische
trein van tweehonderd gulden, die hij
denkt te gaan kopen.
Het was nochtans een hele Plechtig
heid bij die heipaal. De minister van
Wederopbouw sloeg hem persoonlijk de
grond in, er waren een heleboel heren
mét zwarte hoeden, die Autoriteiten en
Genodigden, en heren zonder hoeden,
die de Pers heten. En ook waren er
redevoeringen, één van minister mr. J.
in 't Veld en één van wethouder mr. J.
J. van der Velde.
Het is oneerbiedig van ons om het te
zeggen, maar wij houden niet van Ne
derlandse plechtigheden. Ze zijn zo
pléchtig. En zo ongemakkelijk. Allerlei
mensen moeten van heinde en ver ko
men om ergens in de bagger te staan en
te kijken naar een hoge autoriteit, die
een boom plant of een steen legt in.
daartoe volmaakt ongeschikte kledij. En
vervolgens houdt hij een rede met be
langrijke gegevens, die op veel comfor
tabeler wijze aan het volk kenbaar ge
maakt hadden kunnen worden. En dan
gaat iedereen met een stralende glim
lach, natte voeten en een hart vol ellen
de heen, alleen maar omdat een ijverige
organisator ergens op een kwade achter
middag heeft geopperd: „Dat zou nou
'es net iets zijn voor een Indrukwek
kende Plechtigheid. Met een minister.
En Autoriteiten en Genodigden."
Wij voor ons prefereren het opgewekte
scepticisme dat onze Franse vrienden bij
zulke gelegenheden aan den dag leggen.
De burgemeester zet dan zijn hoge hoed
zo laar op het hoofd, dat iedereen kan
zien, dat hij in de goede afloop niet in
het minst gelooft, de harmonie blaast
nog valser dan anders en de minister
wordt per ongeluk in de vlag gewikkeld,
waarmee men het beeld had omhuld,
zodat iedereen kan zien, dat het geen
échte Plechtigheid is. En gaat het er om
iets van belang te herdenken, wel, dan
enscèneren die dekselse kerels een strak
tafreel om de Are de Triomphe, waarbij
tien eeuwen machtige historie de mens
koud langs de rug lopen.
Maar hier is dat nooit zo. Of er nu
een kleuterschool wordt geopend of een
parade wordt gehouden, het is altijd
hetzelfde. Er valt nooit iemand in een
bak cement en er gaat nooit per ongeluk
een kanon af. En wanneer er wat kouds
langs onze rug loopt, zijn dat regen
druppels. En er is altijd iemand die zegt.
dat het comité heeft gemeend te moeten
en dat het van oordeel is.
Wij zouden dat wel wat anders wil
len zien. Wat consequenter bijvoorbeeld
in dit geval. Want het werk in de Slo-
termeer is helemaal niet begonnen met
het heien van die paal. Wanneer men
eerlijk had willen zijn, had minister In
't Veld bijvoorbeeiu de eerste pannen
van het dak kunnen rukken van de oude
boerderij, die er voor gesloopt moest
worden. En dan hadden de genodigden
daarna een begin kunnen maken met het.
vrolijk inkinkelen van de ramen. Al had
zulks natuurlijk niet zozeer een weder
opbouwende indruk gemaakt.
Als wij onszelve goed beschouwen,
zijn wij toch maar een conservatief ke
reltje. Maar die ouwe, rustige, stoere
boerderij die daar aan de wetering in de
groene weilanden lag, moest toch echt
even gewroken worden. Zo zijn wij. De
staatsburger Boeda kiest voor de Tuin
stad Slotermeer, maar Boeda sec te al
len tijde voor een oude boerderij. De
eerste voor industrialisatie, hoogbouw,
Diesel-electrische treinen en een zwem
bad voor vijftienduizend mensen en de
tweede voor de jacht, een huis met een
houtvuur, paarden, muziek en oude
wijn.
Het wordt anders een Tuinstad van
hebben wij U, Excellentie, Mijnheer de
Burgemeester, Dames en Heren Geno
digden, daar, zo verzekerde wethouder
Van der Velde, die nog opmerkte, dat
het slaan van de eerste paal voor een
bouwwerk altijd een belangrijke ge
beurtenis is. Dat kan moeilijk worden
betwist. Zeker wanneer het gaat om
deze gans nieuwe vorm van uitleg, de
zogenaamde „tuinstadvorm". Er zullen
vier van deze tuinsteden verrijzen om
het grote meer, Geuzenveld, Slotermeer.
Osdorp en Slotervaart. Het gaat nu om
een bevrijding uit de gesloten stads-
vorm en de Ringrijk is daarbij geen om
walling meer, geen beknelling, maar een
verbindend element tussen de tuinste
den onderling en van deze met de reeds
bestaande stad, zo riep de wethouder
uit.
Dit achten wij een heerlijke gedachte,
die nog aan aantrekkelijkheid wint
wanneer men de genoemde aardwal in
ogenschouw neemt.
Wat hét Slotermeer zelf betreft, dat in
1634 was drooggelegd en nu weer wordt
natgemaakt, de heraanleg ervan is ook
van belang geweest voor het winnen
van het zand waarmee het weiland werd
ondergespoten. Want zand is duur. En
verder heeft men zand bespaard, zei de
wethouder, door er een polderstad van
te maken, waarvoor men maar twee
meter zand hoefde op te spuiten, in-
plaats van een zogenaamde boezemstad,
waarvoor men uiteraard tot vier meter
Woensdag en Donderdag is de}
Stadsschouwburg gesloten. Vrijdag 7
December geeft het A.T.G. een
reprise van „De ingebeelde zieke"
van Molière, onder regie van Kees
van Iersel, met Louis Saalborn in de
titelrol.
Dagelijks kan men in het Centraal
Theater het blijspel Krakeel om het
kasteel" van Alan Melville door het
Vrije Tojieel onder regie van Cruys
Voorbergh zien, ivaarin Nell Koppen
en Enny Meunier optreden met Gijs-
bert Tersteeg en Willy Ruys.
Kitty Janssen speelt de vrouwe
lijke hoofdrol in „Eens in de honderd
jaarvan F. Hugh Herbert, bijge
staan door Guus Oster en Henk Rig-
ters, in het Leidseplein Theater en
Enny Mols de Leeuwe gaat in de
Kleine Komedie door met het uit
beelden van zeven vrouwentypen in
het stuk „De appels van Eva".
Tachtigduizend mensen bezochten
reeds de Amerikaanse IJsrevue in
Carré, bestaande uit veertig tafe
relen, ivaaraan thans ook medewer
king wordt verleend door Fritzy
Gillard.
Muziekuitvoeringen zijn er in de
tweede helft van deze week niet,
maar wel kunnen wij enige nieuwe
tentoonstellingen aankondigen: Bali
nese schilderijen en werken van de
Parijse Hena Loopuyt in kunstzaal
Van Lier aan het Rokin, schilderijen
van Emile Vliegers in het I.C.C. en
grafiek van Michel Béret in kunst
handel Santee Landweer aan de Kei
zersgracht.
Van 7 December tot 2S Januari
exposeert Max Bechmann in het Ste
delijk Museum, waar men tot eind
December ook werken vindt van
Jacob Dooyewaard en Pierre Apol.
De tekenaarskring A-51 heeft in
museum Fodor een tentoonstelling
ingerichtj
noest ophogen. Als men dit alles hoort,
kijkt-men toch wel weer met andere
ogen tegen de tuinstad Slotermeer aan.
BOEDA.
Prisma-boeken (Uitgeverij Het
Spectum, Utrecht en Brussel).
Zilvermeeuw-Serie (Uitgave
N.V. Service, Den Haag).
Afgezien van de vraag naar de wenselijk
heid daarvan is het natuurlijk buitengewoon
moeilijk om in een betrekkelijk klein taal
gebied als het onze over te gaan tot publi
catie van populair-wetenschappelijke en
belletristische werken in de vooral in Ame-
ra tegenwoordig zo gangbare vorm van het
uiterst goedkope „pocket-book". Twee Neder
landse uitgevers hebben echter nieuwe po
gingen aan de reeds gedane en met niet
gering succes bekroonde ondernemingen toe
gevoegd. Gelukkig heeft men er van afgezien
de sensationele en vaak zinnenprikkelende
bandversiering na te volgen.
De Prisma-boeken van Het Spectrum zijn
herdrukken. Als eerste nummers verschenen
de veertiende druk van „Erik of het klein
insectenboek" van Godfried Bomans en
„Mémoires of gedenkschriften van minister
Pieter Bas" door dezelfde auteur, met de
oorspronkelijke illustraties van Harry Prenen,
in vijfde druk. Van de plezierige verteltrant
van de Limburger Edmond Nicolas kan men
genieten in zijn verheerlijking van het vele
goede der aarde onder de titel „De Heer
van Jericho". Voorts zag in deze reeks de
roman „De vliegende danstent" van de bij
zonder geestige Bruce Marshall het licht.
De toneelversie hiervan Pater Malachius'
Mirakel heeft hier te lande destijds veel
stof doen opwaaien. Al is de bladspiegel niet
bijzonder fraai, de boeken hebben een pret
tig formaat en vormen door de genoegelijke
inhoud aantrekkelijke geschenken. Met be
langstelling zien wij de voortzetting van deze
serie tegemoet.
De Zilvermeeuw-serie van Servlre is veei-
zijdiger van opzet en ondanks de geringe
stevigte van de bandjes uitstekend van uit
voering. De typografische verzorging munt
uit door helderheid. Men vindt er oorspron
kelijke en vertaalde, nieuwe en herdrukte
romans en kinderboeken, religieuze en psy
chologische werken, reisverhalen en speur
dersgeschiedenissen in. Zo mag men zeer
dankbaar zijn voor de introductie in ons land
van „Kunsthistorie met een glimlach" door
de kostelijke Engelse tekenaar Osbert Lan
caster, gewijd critisch en satirisch aan
de geschiedenis van het binnenhuis. Tekst en
illustraties wedijveren in humor. „Daar ik
wel graag zou willen weten waardoor ik ge
worden ben zoals ik ben, 'stel ik eens een
onderzoek in hoe mijn voorouders zijn ge
worden wat zij in hun tijd waren" aldus
de titel van één der hoofdstukken uit het
„Verslag aan Petrus over die wereld waarin
Hendrik Willem van Loon de eerste jaren
van zijn leven doorbracht", een autobiogra
fisch fragment vol geschiedkundige fantasie.
In dezelfde reeks verscheen ook „De psycho
logie van 's mensen mogelijke evolutie" door
P. D. Ouspensky, wiens „Nieuw model van
het heelal" voor de oorlog sterk de aandacht
trok. „Een methode om te ontkomen aan de
vloek van deze tijd" vormt de inhoud van
„Zelfgenezing van nerveusiteit" door Martin
Kojc, waarvan de titel door een taalfout
ontsierd wordt.
De eerste kinderboeken in de Zilvermeeuw
serie zijn „Marianne's avontuurlijke reizen"
door J. M. Selleger-Elout en „Klasse zes naar
de H. B. S." van Greta Vollewens-Zeijle-
maker. Het boeiende „Lippenstift mysterie"
van Ellery Queen vormt het begin van de
reeks detectiveromans. Tenslotte moeten ge
noemd worden: „Het genezende licht" door
Anker Aggebo, een levensbeschrijving van
een Deense arts en „Een profeet verrijst"
van Sholem Asch.
Het Water (deel VII van de Schoon
heid van ons land). Uitgeverij Con
tact; Amsterdam en Antwerpen.
In een honderdvijftigtal uitzonderlijk
mooie foto's, bijna alle van Cas Oosthuys,
geeft dit royaal-uitgevoerde boekwerk ons
een fascinerend beeld van de eeuwigdurende
strijd van ons land tegen zijn erfvijand, het
water, dat hier in al zijn verschijningsvor
men is uitgebeeld met een verrassende na
tuurgetrouwheid zoals men die nog zelden
in foto's verwezenlijkt zag. Water, dat brui
send en kokend duinen en dijken belaagt,
water in stille plassen en poelen, bedwongen
door de techniek, overspannen door mach
tige brugconstructiés, water als middel van
bestaan voor visserij en scheepvaart en als
recreatieoord voor de mens.
Deze waarlijk sublieme collectie foto's wordt
op gelukkige wijze aangevuld door een in
leidende beschouwing, waarin Evert Zand-
stra de kringloop van het water schetst en
een knappe karakteristiek geeft van de zee,
de rivieren en de plassen en hun veelzijdige
betekenis voor ons land.
Een kostelijk bezit, deze prachtige uitgave!
De Nederlandse Vereniging voor Maat
schappelijk Werk zal in samenwerking met
de Nederlandse Vereniging voor Bedrijfs
psychologie op 14 December in Den Bosch
in congres bijeenkomen. Het congres is ge
wijd aan het onderwerp: de vrouw in het
bedrijf. Prae-adviezen zullen worden uit
gebracht door prof. dr. W. Banning; prof.
dr. J. Waterink; mej. J. Hymans; mevr. dr.
H. Dresen-Coenders; mr. M. Berden en
mej. A. Ligthart, respectievelijk over:
sociologische achtergronden; psychologi
sche aspecten; practische problemen; de
psychologie van het fabrieksmeisje; sociale
en paedagogische maatregelen en enige
feitelijke gegevens over het beroep van de
vrouw in Nederland