Kerstgedachten
OVER DIE MELODIE
VAN EEN OUD KERSTLIED
Het Kerstfeest in Engeland
t de levenssfeer
vemnni:
De groeten van het Kerstkindje
Onverbrekelijk huwelijk tussen
godsdienst en schoonheid
I
G1
D1
'Hoe is het ontstaand
„De geboorte van Christus"
door Geertgen tot Sint Jans
MAANDAG 24 DECEMBER 1951
Opgevangen tussen pot en pint
Dit woord: KERSTMIS
Hoezeer ook in het Christelijk kerkelijk jaar Pasen als het oudste
en verhevenste feest moet gelden, toch spreekt Kerstmis meer tot
grote massa. Het verheugt zich in grotere populariteit en wekt,
ook bij onkerkelijken, enigszins sentimentele gevoelens op. Kerst
mis heeft iets innigs en warms; de talrijke zachtrode lichtjes in de
winkel-étalages, vooral van slagers en comestibleshandelaars, thuis
de kerstboom, geschenken, kaarslicht, de overbekende, geliefde
melodieën van gramofoonplaat en radio geven sfeer. Hun, die de
eenvoud der Hollandse huiskamer zijn kwijt geraakt, wachten
schitterende kerstdiners van ettelijke gangen in onze onvolprezen
restaurants - ook daar een boom, een reusachtige boom, dicht bezet
tot boven aan toe met electrische kwasi-kaarsjes, hulst en mistletoe
overal, niet te vergeten het zachte strijkje met de oude kerstwijzen.
Waarlijk, Kerstmis spreekt tot talrijken in deze donkere December
dagen; we vergeten even Korea, Egypte en de Duitse kwestie, we
hebben het knus en genoeglijk.
Ziehier een Kerstviering voor hen, die even de bestaanszorgen op
zij willen zetten, die naast Sinterklaas en Oudejaarsavond in de
Kerstdagen een oase zien temidden der dagelijkse moeilijkheden,
maarenigerlei eigenlijke Kerstgedachte is hun verre.
Evenwel, lezer, onder de oppervlakte van dit moderne Kerstgedoe
ligt iets diepers, alleen, ge moet wel weten, dat we folkloristisch
op heidens gebied zijn. Eeuwenlang heeft de ongecultiveerde, on-
gekerstende natuurmens in het wintertij op zijn velden, in zijn
bossen de wereld steeds duisterder zien worden, angstig vroeg
hij zich af, of het licht, de zon in haar koesterende glans, nog ooit
weer zou keren en tegen einde December wist hij de overwinning
van het licht en ging die vieren met vreugdevuren, offermaaltijden,
groene boom als teken
her steeds levende en
zich verjongende natuur,
blijdschap na angst,glans
na duisternis. Hieruit
ontwikkelde zich de ver
verbreide Mitrasdienst
her oude Perzen, de reli
gie van de Sol Invictus
(de onoverwinbare zon)
in de Romeinse keizer
tijd, hieruit het Joel
feest der Germanen. Is
het wonder, dat het Zon-
newendefeest zelfs thans
nog zich handhaaft, dat
het jonge Christendom
zware strijd heeft moe
ten voeren tegen deze
natuurgodsdiensten en dat talrijke heidense
elementen zijn binnengedrongen of in ge
kerstende vorm overgenomen? Is het gek
ons af te vragen, of deze heidense nalaten
schappen ook ons nog iets te zeggen heb
ben? Ik meen van niet. De oude natuur- en
zonnediensten doordringen de mens ervan
dat, hoe ook zijn weg door duisternis moge
gaan, wat voor demonen hem mogen be
lagen, toch, ondanks alles, het licht, de
onoverwonnen Zon, zal zegepralen. Laten
ook wij ons een ogenblik bezinnen op dit
blijmoedig geloof in het Licht, waarvan de
verre naklanken nog te horen zijn in het
zinrijke gebed, dat de Rooms-Katholieke
liturgie in deze dagen uitspreekt: „O op
rijzende Zon, glans van het licht en Zon
der gerechtigheid, kom en verlicht ons, die
gezeten zijn in de duisternis en de scha
duw des doods."
Wat moet het Christelijk Kerstfeest voor
ons betekenen? Alleen een uitgelaten jube
ling gelijk boven beschreven? Ik meen, dat
de sfeer van- Kerstmis geheel anders is.
'Zeker mogen wij blijde de juichkreet der
kerken tot de onze maken: Christus is ons
geboren! Komt laten wij aanbidden! Hij is
in de weneld gekomen, naar de omstandig
heden geen God, maar een kind, in scha
melheid geboren in een stal, het ligt in een
kribbe. Geboren om straks zijn mensenweg
te gaan, vernederd, gesmaad, innerlijk door
oneindige ontferming en onnoemelijk ver
driet bewogen. „Het licht der mensen
schijnt in de duisternis en de duisternis
heeft het niet gegrepen. Hij kwam tot het
Roelant die groot is mijn noem,
Tot Goods dienst ben ic bequaem
Ic lui)de somtijds ten brande
Of alst faem is van viande.
Geryt van Wou die my goot
MC CC CC ende drie jaer
Nae Goods geboort
Amen.
(Tekening door dr. A. Melchior,
overgenomen uit diens boek „De
Haarlemsche Sint Bavo o£ Groote
Kerk", uitgegeven door J. H.
Gottmer te Haarlem).
AANGEMOEDIGD door een van mijn conservatoriumleraren heb ik in mijn studie
jaren menig tochtje ondernomen naar de Vlaamse Kempen en zelfs naar de
dorpen van Noord-Frankrijk, waar onze taal nog ndet uitgestorven is, om te trachten
uit de mond van het volk traditionele liederen, desnoods varianten van reeds bekende
melodieën op te sporen. Wij gingen er wel eens met z'n vieren op uit; maar de interes
santste ervaringen heb ik toch steeds op m'n eentje gehad. Iedere onderzoeker naar
oude, nog levende volksliederen zal u vertellen hoe moeilijk het is om de mensen aan
het zingen te krijgen, vooral wanneer ge vreemdeling zijt. Behoudens het toeval, dat
ge ze ongemerkt tijdens een spontane zangbui verrassen kunt, is het zaak ter plaatse
vriendschappelijke relaties aan te knopen, die u in de gelegenheid stellen als vriend
en kameraad uren van gezelligheid en vertier met het volk mee te leven en dan zelf
voor gangmaker te spelen.
zijne, en de zijnen hebben hem niet aan
genomen." Dan aan het einde het kruis;
gegeseld door de mensen als een slaaf, als
een misdadiger vastgenageld.
Tot hen, die het Licht niet grijpen, tot
de zijnen, die hem niet aannemen, behoort
ook ons geslacht, wij die voor oorlog,wreed
heden, doodslag niet terugdeinzen, hoezeer
wij ons het etiket „Christen" opplakken.
Laat ons dus niet alleen jubelen op Kerst
mis; de kribbe is het begin van het kruis,
te Bethlehem reeds rijst in de verte op
voor ons geestesoog de hoogte van Gol
gotha.
Geven wij ons hiervan rekenschap, dan
is Kerstfeest voor de huidige'Christen, „ge
zeten in duisternis en de schaduw des
doods", een grote huivering. Zo moet dus
onze conclusie luiden, dat Kerstmis voor
de Christelijke mens een sombere herden
king vol schuldbesef behoort te zijn? Hoe
valt dit te rijmen met de blijdschap, die al
wat aan Christus gelooft en de Christus
verkondigt, in deze dagen doortrilt? Het is
met Golgotha niet afgelopen! Na de mens
wording, na de kruisiging het Paaswonder
der Opstanding. Het kind uit de kribbe is
God geworden, het Licht heeft de duister
nis verslagen, nog is de zondige mensheid
niet van God verlaten. Niettegenstaande al
onze verdorvenheid en zwakheid, onze ver
guizing van het Goddelijke, ondanks de
duisternis, waarin wij wandelen, toch
zal het Licht voor ons herrijzen.
De mengeling van deze blijde gedachten
aan Gods werk met ons en daarnevens
onze eigen stemming van schuldbesef en
schaamte, omdat wij dagelijks nog de
Christus kruisigen, moet onze Kerststem
ming zijn: gelovige vreugde, maar geen
uitgelaten jubel, diepe schaamte en droe
fenis, maar ook vaste hoop op God, die ons
toch als de zijnen beschouwt.
Moge God deze stemming ons brengen,
moge Hij het pessimisme en de twijfel van
ons, kleingelovige mensen, wegnemen, op
dat wij moedig ons moeilijk stervelingen
pad gaan, niet neerslachtig achter ons
kijkende, niet tastend als een blinde onze
weg zoekende vol angst en benauwdheid,
maar onze blik vol levensaanvaarding ge
richt op het Licht, op Hem, die thans
wederom voor ons geboren wordt en straks
voor ons mensengeslacht herrijzen zal!
Christus is ons geboren! Komt aanbidden
wij Hem!
Ruim dertig jaar achtereen heeft Haar
lems Gemengd Koor op Tweede Kerst
middag het Weihnachtsoratorium van Bach
uitgevoerd. Dit jaar echter was een andere
zangvereniging daar eerder mee, waarom
H.G.K. thans Handels „Messias" uitvoert.
De uitvoering geschiedt in de Duitse taal,
in een muzikale bewerking van Mozart.
De vocale solisten zijn de sopraan Hélène
Ludolph, de alt Nel de Boer, de tenor Han
le Fèvre en de bas Herman Hülsmann.
Verder verlenen medewerking de H.O.V.,
de organist G. Kroeze en de mannen-zang
vereniging Haarlems Zanggenot. Het geheel
staat onder leiding van Jan Booda.
Aan die tactiek heb ik menig belangwek
kend resultaat te danken gehad en ook
menig vrolijk uurtje.
Zo had ik eens ergens een contact gelegd
waarvan ik veel verwachtte, want de koster
van het plaatsje had mij verzekerd dat er
heel wat zangers in de parochie woonden
die er een répertoire van aardige liedjes
op nahielden, waarmee ze bij gelegenheid,
tussen pot en pint, tegen elkaar uitpakten.
Dat had ik al eens een keer meegemaakt,
toen ik in het hartje van de winter een
brief ontving met de volgende inhoud:
„Beminde vriend! Het varken zit in de
kuip en wij verwachten u Zondag tegen
twee uur ten eten. De mannen van toen
komen 's avonds allemaal en de koster is
van de partij. De brouwer heeft voor een
extra ton „dobbele" gezorgd
Dat feest heb ik mij niet laten ontglippen.
Rond zeven uur zaten we zowat met een
twintigtal rond de haard en het duurde
niet lang of de liedjeszangers kwamen op
gang. Sommigen hadden schriften meege
bracht, waarin hun répertoire opgeschre
ven stond. Maar de meesten zongen uit het
hoofd. En dat heeft zo ononderbroken ge
duurd tot zes uur in de morgen, toen de
koster de ochtend-klok moest gaan luiden.
Natuurlijk hoorde je op zo'n nacht heel
wat dat de moeite van het noteren niet
waard was. Maar ik ben toch de volgende
dag huiswaarts kunnen gaan met enige
interessante varianten van bekende volks
wijzen. Hierbij is er één die mij bijzonder
trof en die ik aldus optekende uit de mond
van een reeds bejaarde man:
Dn 't cU (i- IlUcM, «Ui {-;= t» i*. IVitjOittal
9
(Van onze correspondent in Londen)
WTE HEEFT DE BETEKENIS van het
Engelse Kerstfeest beter getekend dan
Dickens in zijn onsterfelijk verhaal van
Scrooge en Marley?
Zoals de winterse nevels de harde en
stugge trekken van de Britse industriecen
tra verdoezelen, zo doet het Kerstfeest de
overheersende nuchterheid en zakelijkheid
terugwijken. Het verzacht de gemoederen,
het verinnigt de levenssfeer in deze razende
millioenenstad opvallender dan waar ook.
Kerstmis is de tijd voor een algemene ver
zoening. Weg politiek, weg zorgen, weg
narigheden van allerlei aard. Het is de
grote jaarlijkse rustpauze en ook de reünie
van het Engelse gezin. Van heel de aard
bol keren bloedverwanten huiswaarts.
Engeland doet alles anders dan anderen.
Dat geldt ook voor Kerstmis. Het is tevens
Sinterklaas en carnaval. Het religieuze be
sef trilt tussen de oude kerkmuren en in de
fijne stemmetjes van de kinderen, die in
groepjes, beschenen door een meegedragen
lantaarn, rondgaan in de mistige avond en
voor elke woning hun ontroerende liederen
zingen, geld inzamelend voor een liefdadig
doel. Maar Kerstmis is ook een feest van
lui-zijn, eten en drinken. Als het even kan,
komt de traditionele kalkoen op tafel en
doet iedereen zich aan het slot van de
maaltijd tegoed aan de zorgvuldig bereide
pudding met rozijnen en gedroogde vruch
ten, waarin als verrassing een zil
veren geldstuk verstopt is.
Zo zal het Engelse gezin, ondanks het
feit dat de regering dit keer niet te ver-
41 ruim 40 jaren is het fantastische droom
spel Peter Pan van Sir James Barrie de po
pulairste Kerstpantomime in Londen. Aan
de lotgevallen van de titelheld, de jongen
die niet groot wil worden, komt behalve
kunst ook vliegwerk te pas.
murwen was om de rantsoenen vanwege
Kerstmis iets te vergroten en distributie
gaat haar twaalfde jaar in zich als van
ouds weer scharen om de feestdis bij de
flakkerende kaarsjes van de boom en de
hoog opvlammende houtblokken in de open
haard. Naast elk bord liggen de pistaches
van gekleurd papier, elk een surprise be
vattende, waaraan men trekken moet tot
de klappertjesknal de ogen doet knipperen.
De mistletoe verhoogt de uitbundigheid.
Op de kantoren hebben vele lieve meisjes
zo'n uitdagend groen takje met de witte
besjes in hun onmiddellijke nabijheid
hangen, zodat waardevolle werktijd onver
mijdelijk verloren gaatOp de schoor
steenmantel staan in rijen de stille, papie
ren getuigen van vriendschap en aanhan
kelijkheid de meestal artistiek uitge
voerde en derhalve peperdure kerstkaar
ten, welke iederen stuurt aan iedereen.
Nog altijd weinig snoep
Het kleine, gebogen kerstmannetje met
zijn rode capuchon over het hoofd, dat met
slee en rendier uit Groenland komt
vele Engelse kinderen schrijven hem en de
Deense posterijen zorgen ervoor dat hij
de brieven prompt ontvangt is een min
der voornaam personage dan onze Sinter
klaas, al draagt hij diens naam Santa
Claus! Hij moet het zonder zwarte bedien
de stellen en hoe hij het klaar speelt
steeds weer brandschoon uit de schoor
steen te kruipen is een nog onopgelost
raadsel. De Engelse kleinen menen terecht
dat een schoen te weinig mogelijkheden
biedt, vandaar dat ze aan weerskanten
van de haard twee lange kousen depo
neren. Wat daar niet ingaat vinden ze op
Kerstmorgen aan de voet van de boom.
Maar ze weten niets af van chocolade let
ters, banket, marsepein, speculaas of peper
koeken, want deze Hollandse heerlijk
heden bestaan hier niet. Nee, de kiezen
van de Engelse jeugd lopen, nu snoep nog
op de bon is, geen gevaar.
Meer kijkers clan kopers
De bewoners van dit eiland zijn geen
pollepel-virtuozen, maar met Kerstmis
worden er in de Engelse keukens vele
wonderen verricht. Nu ook het ei al weer
moeilijk te krijgen is, komen van alle
kanten als in oorlogstijd de recepten
voor de dag, welke ei-loze gerechten aan
prijzen. Noten en zuidvruchten spelen met
Kerstmis een grote rol. Winkels en waren
huizen zijn al wekenlang volkijkers.
De op zwart zaad zittende kopers aarzelen
langer dan gewoonlijk. Met Kerstmis
pleegt men elkaar niet zomaar een sou
venir te geven, maar hét cadeau van het
jaar. Voor volwassenen tellen gewone ver
jaardagen in dit land nauwelijks.
Kerstmis is de gouden tijd voor de kin
deren. De jeugd die op kostschool is, krijgt
deze maand de eerste grote vacantie van
bijna twee maanden. Dan wordt het
schaarse contact met thuis hersteld. De
Kerstpartijtjes duren tot ver in Januari.
Natuurlijk is er ook de traditionele gang
naar het circus de reusachtige tent van
Bertrand Mills met zijn sensationele pro
gramma's is altijd de grote trekpleister
en naar de een of andere pantomime, een
als dansspel en moderne revue opgevoerd
sprookje in fantastische enscèneringen,
waaraan bekende acteurs en komieken
meedoen. In een Engelse pantomime
wordt, anders dan de naam doet verwach
ten, gesproken en gezongen steeds in
travestie, want de manlijke hoofdrol wordt
steevast door een vrouw en de vrouwelijke
door een man vertolkt!
Het doorgaans zachte Engelse winter-
klimaat brengt mede dat duizenden de
Kerstdagen aan de beschutte Zuidkust
doorbrengen. De hotels boekten ditkeer een
record aantal gasten.
Kerstmis betekent de inzet van een reeks
feestelijkheden, die weken voortduren. De
Schotten met hun presbyteriaanse inslag,
vieren het Kerstfeest echter zuiver reli
gieus. Pas op de laatste dag van het jaar,
de zogenaamde Hogmany, geven zij zich
aan wildemanstonelen over. Op die dag
gaat in Londen alles wat kunstenaar is (of
daarvoor wil doorgaan) naar het beroemde
arti stenbal in de enorme Albert Hall.
Oil't C UjC fa— ÜK«" VfA:L'
Bij nader onderzoek bleek, dat de tekst
van deze ene strofe het tweede couplet was
van een Kerstlied, dat in dezelfde streek
reeds een jaar of tien vroeger genoteerd
was en afgedrukt in een tijdschrift voor
folklore. Ook Jan Bols, die in naburige
dorpen tal van liederen opdiepte, publi
ceerde het Kerstlied in zijn „Honderd Oude
Vlaamsche Liederen", met tamelijk geringe
afwijkingen betreffende de melodie. Het is
ook elders te vinden, onder meer in de
Kerstliederen bewerkt door Joz. en L.
Alberdinigk Thijm.
Maar de melodie die ik opgeschreven
had, wijkt van al deze lezingen belangrijk
af, al zit er wel een kern van overeenkomst
in. Men -vergelijke haar met deze uit het
boek van Jan Bols, die wij hier meedelen:
I. Do vo-lc ziuldicCodmint bo-ven-al. Kom,zie\viedalhierlcit in
de- zcii" siaM Hol is do zoon al ran den groo-ton God, Ge-
bo-ren bij de lices-ten in oen kot. Ja al zon-der de-urofslot.
Wat is nu de beste melodie? Ik zou zeg
gen: die welke men het mooist vindt.
Zuivere authenticiteit is voor een volkslied
toch niet vast te stellen; het volk maakt
er van wat men het natuurlijkst acht, in
tuïtief, onberedeneerd. Mij trof in de door
mij genoteerde melodie de ongedwongen
tekst-declamatie bij een logische opbouw
climax en anti-climax evenredig verdeeld).
En daarom heb ik er een speciale voorliefde
voor.
Misschien zal het menigeen opvallen dat
onze Kerstmelodie gelijkenis vertoont met
het koorlied waarmee Smetana's „Ver
kochte Bruid" begint. Ook dat is een oor
spronkelijke volksmelodie. De volkskunst
houdt zich niet altijd aan de landsgrenzen
kijk maar naar het bekende „lek zag
Cecilia komen" en vergelijk het met het
hoofdmotief van de „Moldau", eveneens
van Smetana.
(Van onze correspondent in Wenen)
Met Kerstmis krijgen
duizenden Oostenrijkse
kinderen kerstkaarten
toegestuurd met de groe
ten van het Kerstkindje
zelf. En om te laten zien,
dat deze groeten echt
zijn,1 wijzen ze verrukt
op het poststempel, dat
naast de datum de aan
duiding „Christkindl"
vermeldt.
De vex-klaring van deze
mystificatie is spoedig
gevonden. Er bestaat na
melijk in Oostenrijk
werkelijk een dorpje dat
„Christkindl" heet. Het
hele jaar door denkt zo
goed als niemand aan dit
gehucht in de onmiddel
lijke omgeving van het
stadje Steyr, maar in de
Kersttijd heeft de post-
juffrouw het opeens ver
schrikkelijk druk, omdat
honderden ouders haar
enveloppen met Kerst
kaarten sturen met het
verzoek de kaarten er uit
te nemen, de opgeplakte
zegels af te stempelen en
dan de kaarten per post
weer terug te zenden.
Christkindl is dus een
variant van het dorpje
Santa Claus in Florida,
waar Sinterklaas ook de
echtheid van zijn groeten
bewijst door middel van
het poststempel „Santa
Claus".
Maar hoe is de dorps
naam „Christkindl" ont
staan? De legende ver
haalt dat de oude orga
nist Sertl in de omgeving
van Steyr in het jaar
1691 een eenvoudig ge
denkteken ter herinne
ring aan het Kerstfeest
wilde oprichten. In het
bos vond hij een geschik
te sparreboom, die hij
uitholde en waarin hij
een met de hand gesne
den beeldje plaatste, dat
het Kerstkind voorstelde.
Al spoedig deed het ge
rucht de ronde, dat dit
beeldje een miraculeuze
kracht bezat. In elk ge
val is het zeker, dat
dit plekje in het bos
„Christkindl im Baum"
werd genoemd en het
middelpunt vormde van
bedevaarten uit Steyr en
de omgeving. De toeloop
werd zelfs zo groot, dat
er in 1709 een aparte
bedevaartskerk werd op
gericht en dat men deze
plaats langzamerhand
„Christkindl" begon te
noemen.
Wie tegenwoordig uit
Steyr in Noordelijke
richting wandelt, komt al
spoedig een wegwijzer
tegen met de naam
„Christkindl" en wan
neer men er is aangeko
men vindt men er niet
alleen een kerk, maar
ook het kleine postkan
toor. Bedevaarten wor
den er niet meer gehou
den, maar het Kerst
kindje stuurt zijn kaar
ten nog steeds!
Oostenrijk is het land
van de muziek. Haydn,
Mozart, Beethoven, Schu
bert, Mahler, Hugo Wolf
en zoveel andere compo
nisten hebben hier ge
leefd en gewerkt, maar
ook op het platteland en
in de bergen bloeit deze
kunst in de vorm van
eenvoudige, maar prach
tige volksliederen. Op
deze vruchtbare bodem
is het meest verspreide
Kerstlied ontstaan, het
„Stille Nacht" met zijn
zwaarmoedige melodie.
Elk jaar, wanneer de
Kerstavond is aangebro
ken, komen de kinderen
van Oberndorf naar de
Nikolaaskerk en zingen
daar dit onsterfelijke
lied, onder het marme
ren reliëf in de muur,
waar de dichter Mohr en
de componist Gruber zijn
afgebeeld.
E tweede en derde strofe van mijn le
zing noteerde ik uit het schrift van de
zanger aldus:
De engel kwam van boven uit de loeht,
En heeft de heixlers nieuws gebrocht:
Sa. sa, sa, herders, laat uw schaapkens al,
Een kindje zult gij vinden In de stal,
Dat u verlossen zal.
Zij zijn dan samen naar de stal gegaan,
Zij brachten boter, brood en zaan.
Zij groeten 't Kindje met zijn moeder rein.
Zij wiegden hem en zongen in 't gemein:
Na, na, na, Kindje klein!
JOS. DE KLERK
Het feest van Christus' geboorte werd
en wordt in de R.K. kerk ingeleid met
een mis die in vroeger tijd des nachts
om twaalf uur begon. Het tweede deel
van het woord Kerstmis is daarmee
heel eenvoudig verklaard. In de Middel
eeuwen bestond naast de naam Chris
tus ook de naam Kerst. In allerlei lie
deren uit die tijd wordt gesproken over
•Jhesu Kerst van Nazarene. Dit woord
is geheel in onbruik geraakt; behalve
in samenstellingen als Kerstzang, Kerst
kind, Kerstfeest kennen wij het alleen
nog in het werkwoord kerstenen: tot
Christen maken en zijn tegenstelling
ontkerstenen: van zijn Christelijk ka
rakter beroven.
GENERAAL SCHREEF BALLET
De Engelse generaal Sir Frederick
Browning heeft een ballet-scenario ge
schreven over Jeanne d'Arc, waaraan hij
hoopt dat het volgend jaar in Covent Gar
den ten tonele zal kunnen worden gebracht.
Sir Frederick heeft mede de Britse para
chutisten te Arnhem gecommandeerd, is
thesaurier van prinses Elisabeth en echt
genoot van de schrijfster Daphne du
Maurier.
S HET WONDER
dat wij steeds weer
teruggrijpen naar de
panelen der primitie
ven, wanneer wij de
stralende bron van
de kerstsfeer verbeeld
willen zien? En niet
alleen wij die be
wonderend schouwen
naar de oogst der
eeuwen, doch ook de
kunstenaars zélf, die
médeschouwend
in de spraak van eigen
tijd hun voorkeur
bekennen voor de
zuivere taal waarin,
eens voor altijd, het
mysterie van Chris
tus' menswording en
de andere geheimen
der Openbaring wer
den uitgesproken.
Want in werken van
kunstenaars tot in
deze eeuw vernemen
wij veelal iets van de
klank, die zich het
eerst in de werken
der primitieven deed
horen. Om een der
bekendsten te noe
men: Jan Toorop,
wiens Kersttriptiek
ondenkbaar is zonder
dè bevruchtende ar
beid dier 15de-eeuw-
se Noord- en Zuid-
Nederlandse meesters.
Doch ook in de pro
ductie van de moder
ne religieuze kunst
valt dit te constateren
en zulks niet in de
beperking van schil
derij of altaarstuk, doch tevens in de beeld
houwkunst, de glasschilderkunst, het mo-
zaiek, de edelsmeedkunst en de paramen-
tiek (dat is het edel-naaldverk op kerke
lijke gewaden en dergelijke).
Alleen de ultra-modernen, waaronder de
veelomstreden Aad de Haas, zochten geheel
andere wegen en dit is hun goed recht, ja-
zelfs hun kracht, mits het conflict met de
eisen, die de theologie aan het gewijde
onderwerp stelt, wordt vermeden. „De
kunstvormen wisselen als de mensen en
volgen ze op, zoals de kinderen de ouders",
aldus dr. Conrad Gröber, aartsbisschop van
Freiburg. Doch in de sacrale kunst
krachtens haar roeping meer aan wetten
gebonden dan de profane eist de gewijde
voorstelling' dat die artistieke kinderen in
rechte lijn afstammen van de grondslagen
dier prille kunst, waarin het onverbreke
lijk huwelijk werd gesloten tussen gods
dienst en schoonheid.
Het kan soms als een zwakte van de later
levende kunstenaars worden aangemerkt,
dat zij in de ban bleven van die onweer
staanbare verbeeldingsvorm der primitie
ven en dit zeer zéker wanneer zij tot slaafse
navolging vervielen, zoals die vooral sedert
het eind van de 19de eeuw te constateren
valt. Taferelen en beeldhouwwerken in tal
van Katholieke Godshuizen uit die tijd,
bewijzen dat de sublieme vormentaal uit
het geboorte-uur der Nederlandse schilder
kunst werd nagepreveld in een steriele
uniformiteit, die de levenwekkende adem
der bezieling ontbeert. Maar dit is de pri
mitieven niet euvel te duiden, evenmin als
Rembrandt de slappe aftreksels verweten
kunen worden die in zijn naam door navol
gers uit zijn werken werden getrokken!
Jongere stromingen in de religieuze kunst,
die braken met de cliché-productie in neo-
gothische trant, hebben aangetoond dat in
de meesterwerken der late middeleeuwers
zóveel krachten aanwezig zijn, dat zij ook
de moderne kunstenaars tot inspiratie
kunnen wekken en gelegenheid laten hun
opvattingen zonder prijsgeven van eigen
persoonlijkheid te verwerken. Een van de
gelukkigste (Hollandse) voorbeelden hier
van is de Aanbidding der Herders do'or
Matthieu Wiegman in het Haagse Gemeen
temuseum, waarin de eerbiedwaardige tra
ditie der Christelijke kunst een hergeboorte
beleefde. In dit werk immers, werd de har
monie hervonden tussen de religie en het
moderne schoonheidsideaal van een per
soonlijk kunstenaar, die religieus voelt en
zijn overtuiging uitdraagt in de taal van
zijn tijd.
EERTGEN TOT SINT JANS is onaf
scheidelijk verbonden met de roem
der Haai'lemse schildersschool, al is hij dan
waarschijnlijk te Leiden geboren. In zijn
„Schilderboeck" (anno 1604) vermeldt
Karei van Mander dat Geertgen „woonde
tot den S.Ians Heeren te Haerlem, waer
naer hy den naem behiel: doch en hadde
de orden niet aanghenomen. Hy maeckte
hier de hoogh Altaer tafel, wesende een
groot heerlijck stuck, te weten het Cruci
fix. De deuren waren oock groot en van
beyde sijden gheschildert. De een deur en
de Tafel zijn vernielt in de beeld-storminge
„De geboorte van Christus" door Geertgen tot Sint Jans
(omstreeks 14701495), Het origineel bevindt zich in de
National Gallery te Londen.
oft Stadts belegeringhe: eene die overge
bleven was is doorgesaeght en zijn nu twee
schoon stucke tot den Commandeur in de
sael van 't nieuw ghebouw.enzovoorts.
Deze „schoon stucke" werden helaas in
1628 uit Haarlem verkocht en na in 1635
door de ambassadeur van de Staten Gene
raal aan koning Karei I van Engeland ten
geschenke te zijn aangeboden, in 1649 op
order van Cromwell geveild; aldus kwamen
zij terecht in de verzamelingen van het kei
zerlijk hof te Wenen en uiteindelijk in het
„Kunsthistorisches Museum" aldaar. Een en
ander met het droevig gevolg dat Haarlem
heden ten dage niets kan tonen van deze
grote meester, behoudens het merkwaardige
paneel in de Bavo, het „kereks conterfeitsel,
seer vast en aerdigh gehandelt", naar Van
Mander ons bericht. Dit werk, dat boven
dien een polemiek teweeg bracht betreffen
de de eigenhandigheid, is overigens niet
meer dan een ietwat droog geschilderde
maquette, van louter topografische be
tekenis.
De poging om nog een werk voor het
Haarlemse museum te verwerven werd
door de „Vereniging tot uitbreiding der
verzamelingen in het Frans Halsmuseum"
moedig ondernomen, toen het hier afge
beelde meesterstuk in 1923, nog deel uit
makend van de collectie Onnes in het kas
teel Nijenrode, werd geveild. De 90.000,
die het paneel tenslotte opbracht vermocht
de. Vereniging, trots intensieve activiteit,
niet bijeen te brengen. En zo belandde het
in de National Gallery, waar het gerekend
mag worden bij de toppen der verzame
lingen!
Deze Heilige Nacht ontleent haar aan
trekkingskracht wellicht in de eerste plaats
aan de „close up" (men vergeve mij de
moderne term!) die Geertgen gaf van dit
hooggestemd gebeuren, waarbij de vondst
van de nachtelijke sfeer hier voor het
eerst aangedurfd de concentratie op het
licht-uitstralende Christuskind nog ver
sterkt. Geen afleidende groeperingen of bij
komstigheden verhinderen het innige con
tact: mét Maria en de engelen, mét de os
en de ezel worden wij onweerstaanbaar
betrokken in de intimiteit en tot deelgenoot
gemaakt in de vervulling van het heilig
uur, nog vóór de herders op de verkondi
ging van de engel (op de achtergrond sug
gestief verbeeld) zijn toegesneld....
Nauwelijks te onderscheiden staat Jozef
in het halfdonker ter zijde, in gepeinzen
verzonken. Het mystieke licht uit de kribbe
straalt over het beminnelijk ovaal van
Maria's gelaat. De zin voor realiteit van
deze Noord-Nederlandse kunstenaar werd
tastbaar in de eenvoudige, van vreugde en
zorg vervulde Moeder Gods, maar bovenal
in de gevariëerde, menselijke uitdrukkingen
der mysterieus belichte engelengezichtjes.
Rembrandt, meester van het clair-obscuur,
zou ruim anderhalve eeuw later met een
zelfde eenvoud en diepe vervoering vorm
geven aan het mysterie van Christus' ge
boorte, in dezelfde symbolische visie op
„het Licht dat scheen in de duisternis".
H. P. BAARD