Onze puzzle
Het Hek van de Dam
Plezierige opvoering van komisch en
romantisch zangspel van Stolz
Overheidsbemoeiing met kamperen
wordt onmisbaar geacht
altijd wint
Jaguar
„Klokken voor Amerika"
A.N.W.B.-congres in Utrecht
in de hoofdstad uit
5
De Hoofdstad-Operette in Haarlem
Ministerscomité
van Europese Raad
ViltGKNIA
T over spreuk
T ramontane
Symptomen
Kort verhaal door
H. B. Polderlingh
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Men moet het bij de geschiedenis, die zich Fredy Salten heeft men een dirigent ge-
afspeelt in de operette „Wenn der weisse
Flieder wieder bliiht" van Robert Stolz, met
de logica niet zo nauw nemen. Dit is trou
wens met bijna alle operettes het geval.
Wie geen afstand kan doen van verstande
lijke overwegingen, wie alleen maar tevre
den is wanneer ,,je er geen speld tussen
kan krijgen", moet niet naar operette
vertoningen gaan kijken. Hij zal zich als
een eenzame gaan gevoelen te midden van
de velen, die uitbundig plezier hebben bij
het beleven van allerlei dwaasheden en
malle situaties, die doorgaans als droog
zand aan elkaar hangen. Of die verstan
delijk ingestelde mens zou overrompeld
moeten worden door een onweerstaanbaar
meeslepende opvoering, zoals die gister
avond door de Hoofdstad Operette in de
Stadsschouwburg te Haarlem gegeven
werd. Hij zou zijn zakelijke houding heb
ben laten varen en met alle anderen eens
gul gelachen hebben om wat zich afspeel
de bij de zonderlinge liefdesaffaires.
De Hoofdstad Operette heeft met deze
opvoering het bewijs geleverd, dat zij ge
stadig groeit in de goede stijl en dat de
toevoeging bij haar naam „in voortzetting
van de voormalige Fritz Hirsch Operette"
steeds meer gerechtvaardigd wordt. Niet
iedereen zal het evenwel aangenaam vin
den dat hierin ook het maken van reclame
voor derden betrokken is.
Zwakke plekken waren er eigenlijk, al
thans van operette-standpunt bekeken, niet
te vinden. Regisseur Otto Aurich heeft de
vele rollen voortreffelijk weten te bezetten.
Van een echte hoofdrol is in dit geval geen
sprake. Ten hoogste is er reden om te spre
ken van grotere en kleinere rollen. Een van
die grotere rollen had Ruth Rhoders als
Liesel, de enige aangebedene van Paul Gut
bier, gespeeld door Herman Valsner. Zij
vertolkte haar rol met jeugdige veerkracht,
vlot en pittig van uitdrukking. Ook haar
zingen viel zeer te loven. Herman Valsner
was naast haar de prettige, voortvarende
jongeling, later ook de bewuste, ouder ge
worden man. Hij heeft een goede zangstem,
die alleen in de hoogte wat beklemd klinkt.
Voor de levenslustige Moeder Katzensteg
had men moeilijk een geschikter type kun
nen vinden dan Claire Clairy. Met de ko
miekeling Fritz Steiner, die zich overigens
op deze avond ook van een serieuzere kant
liet kennen, vormde zij een echtpaar, dat
herhaaldelijk het middelpunt van het
toneelgebeuren werd. Otto Aurich deed
voor Fritz Steiner als kluchtspeler niet on
der. Hij was prof. Immerhoch, die zijn
kleindochter Trude (Mizzy van de Lanz)
naar het pensionaat van Isolde Gutbier
(kostelijk uitgebeeld door Marga Gaaf)
kwam brengen. De leerlingen van het pen
sionaat waren leuke meisjes, die ontzettend
snel ratelden. Onverstaanbaar soms. De
medestudenten van Paul Gutbier mochten
er ook zijn. Ali van Norden kon als Gustl
overtuigen, maar als Mademoiselle Fauré
had zij stijver en bitser kunnen zijn.
De uitvoering van de warmklinkende,
melodieuze amusementsmuziek van Robert
Stolz was zowel vocaal als instrumentaal
uitstekend verzorgd. In het bijzonder mo
gen wel de ensembles genoemd worden. In
De burgemeester van Haarlem mr. P. O.
F. M. Cremers schrijft ons:
Hare Majesteit de Koningin zal tijdens
haar bezoek aan Amerika aan het Ameri
kaanse volk een carillon aanbieden na
mens het Nederlandse volk, als uiting van
de gevoelens van erkentelijkheid van Ne
derland jegens Amerika voor de vele offers
aan mensenlevens, welke zijn gebracht bij
de bevrijding ook van Nederland, alsmede
voor de grote offers, welke het zich reeds
getroost heeft en zich zich nog steeds ge
troost voor de wederopbouw van West-
Europa, dus evenzo van Nederland.
Voor dit doel zal op Zaterdag 16 Februari
een landelijke inzameling van gelden wor
den gehouden onder het motto „Klokken
voor Amerika", welke inzameling wat
Haarlem betreft zal worden georganiseerd
door de plaatselijke U.V.V.
Ik beveel deze collecte gaaarne in uw
daadwerkelijke belangstelling aan en doe
hierbij tevens een beroep op uw medewer
king om zich voor dit sympathieke doel als
collectant(e) beschikbaar te stellen. Aan
meldingen worden gaarne ingewacht bij de
U.V.V., per adres Stadhuis.
Mobilisatie Oorlogskruis
In de lange lijst van hen, aan wie het
Mobilisatie Oorlogskruis is uitgereikt, is
zo deelt de Vereniging van ex-politieke ge
vangenen mede per ongeluk weggeval
len de naam van mevrouw de wed. Stok-
mans te Santpoort, aan wie eveneens
posthuum het verzetskruis werd uitgereikt.
Gisteren hield een bekende Amsterdam
mer receptie: Alex Wunnink, die zijn 75ste
verjaardag en zijn zilveren directoraat van
het theater Carré vierde. Zoals men op de
foto ziet, kwam ook de binnenkort zelf
jubilerende acteur Jan Musch hem geluk
wensen. Een aardig intermezzo werd ge
vormd door de hulde, gebracht door leer
lingen van alle scholen van de Oostelijke
Eilanden, die hem in gezelschap van de
hoofdinspecteur van politie P. van Kleef
k wamen bedanken voor het vele goede dat
de jubilaris voor de jeugd van dit stads
gedeelte heeft gedaan en nog steeds doet.
Vanavond heeft in Carré de eigenlijke
huldiging plaats.
vonden, die zijn taak volkomen beheerst.
De costumering was tip-top in orde, zelfs
vormde het seringenkoor in dit opzicht een
verrassing. Afgezien van enige nuchterheid
in de landschappen kan men de décors
waarderen.
Deze over het geheel genomen zeer aan
trekkelijke opvoering werd met langdurige
bijval beloond. Vanavond, Zondagmiddag
en Zondagavond wordt zij herhaald.
P. ZWAANSWIJK.
De tiende zitting van het comité van mi
nisters van Buitenlandse Zaken van de
Raad van Europa zal 19 Maart te Parijs
worden geopend onder voorzitterschap van
de Zweedse minister van Buitenlandse Za
ken, Oesten Unden. Dit besluit is genomen
door de adviseurs der ministers, die van 4
tot 7 Februari te Straatsburg hebben ver
gaderd.
Het Tweede Kamerlid de heer Weiter
(K.N.P.) heeft aan de minister-president ge
vraagd in welk stadium de behandeling van
de protesten der Nederlandse regering tegen
de inbeslagneming van aan haar toebehoren
de zendingen wapens en munitie in de
Blitar en de Talisse door de republiek In
donesië verkeert, met name of die zendingen
spoedig zullen worden teruggegeven.
De A.N.W.B. hield Vrijdag te Utrecht,
onder leiding van de heer H. Ploeg jr., een
congres over kamperen, dat werd bijge
woond door vertegenwoordigers van vijf
ministeries, door leden van Tweede Kamer,
provincale en gemeentebesturen uit het
gehele land, een vertegenwoordiger van het
Belgische commissariaat-generaal voor
tourisme, en door tientallen afgevaardigden
van kampeer-, toeristen- en padvinders
organisaties.
Er werden inleidingen gehouden door
ds. J. Reiling, Baptistenpredikant te Hau-
lerwijk, en ir. H. M. Buskens, directeur
van de Planologische Dienst in Noord-
Brabant.
Ds. Reiling zette de noodzakelijkheid van
recreatie in de natuur uiteen. Het is nodig,
zei hij, dat de stedelijke bevolking een
tegenwicht krijgt tegen het eenzijdige
stadsleven met zijn steeds verder gaande
mechanisatie, die aan de dagelijkse arbeid
het scheppende karakter ontneemt. Van
kamerplant moet de stadsmens weer na
tuurmens kunnen worden. Het kamperen
stelt hem daartoe in de gelegenheid.
Er zijn echter uitwassen ontstaan, maar
ds. Reiling geloofde niet dat die door
verbodsbepalingen kunnen worden tegen
gegaan. Voorlichting en opvoeding zullen
veel doeltreffender kunnen werken en hier
ligt een grote taak voor de overheid en
jeugdorganisaties.
Ir. Buskens zei, dat de overheden in vele
streken en gemeenten met bezorgdheid de
jaarlijkse stroom van vacantiegangers zien
komen. Het is een vraagstuk geworden
van ruimtelijke ordening en van verdeling
der beschikbare natuurgebieden. Een brede
bestudering van het probleem is daarom
noodzakelijk. De thans bestaande toestan
den overziende, concludeerde de spreker
dat de overheid in deze wel degelijk een
taak heeft.
Ir. Buskens was van oordeel dat de over-
heidsbepalingen zoveel mogelijk in de be
staande wetten en verordeningen ingepast
moeten worden en dat niet moet worden
gestreefd naar het regelen van het kam
peren, in één wet of één verordening. In
zoverre slechts plaatselijk belang en toe
zicht in het geding zijn, zal een gemeente
lijke verordening voldoende zijn. Beslis
singen inzake algemene aangelegenheden
zou hij op bovengemeentelijk peil willen
leggen, zulks omdat daarbij zoveel moge
lijk naar uniformiteit moet worden ge
streefd.
Bij de discussie werd door verschillende
burgemeesters de noodzaak van grote zelf
standigheid der gemeenten op kampeer-
gebied bepleit.
Het Nederlandse Instituut voor de Pu
blieke Opinie heeft aan zeer vele mannen
en vrouwen de vraag gesteld: „Bent u wel
eens doorgelicht voor tbc?" Zeven van de
tien volwassenen antwoordden bevestigend
(83 van de groep van 2335 jaar en ruim
50 van mensen van 50 jaar en ouder). Uit
andere vragen bleek dat 96 der onder
vraagden voor doorlichting is.
Horizontaal: 1. boete;
5. deel van een viool;
10. nachtvogel; 12.
zot; 14. tocht; 16.
schadelijk insect; 18.
kraaiachtige vogel;
20. voedster; 21.
bloem; 23. voertuig;
24. spil; 25. afgemat;
26. achting; 28. zang-
noot; 29. plaats in
Friesland; 32. soort
viool; 34. lasten,
drukkende bezwaren
(Latijn); 36. bloed
verwante; 37. teer;
38. stad in België; 39.
winters voertuig; 41.
E. H. B. O.-attribuut;
43. plaats in N.Bra
bant; 46 deel van een
mast; 48. opstootje;
49. gemalin v. Aegir
(Germ, myth.); 50.
voorzetsel; 51. ik
(Lat.); 53. soort bier;
55. drinkgerei; 56.
voorzetsel; 58. bij
woord; 59. alleen
zang; 60. deel v. e.
tennispartij62. voor
zetsel (Lat.); 63. uit
spansel; 64. deel van
N..-Italië.
Verticaal: 2. hof: 3. rij: 4. reeds: 6. de
naam onbekend (afk.); 7. bloeiwijze; 8.
sterke drank; 9. grote vloot; 11. roeipen;
13. werelddeel; 15. vordering; 16. graan
product; 17. telwoord; 19. oude wijn
maat; 21. soort papegaai; 22. dus; 25. stie-
rendoder; 27. voertuig met één paard; 29.
timmergerei; 30. in elkander; 31. ko
ninkrijk op de Z.helling v. d. Himalaya; 33.
muziekteken; 35. soort reiger; 39. zeemeer
min; 40. zoogdier; 41 rivier in W.-Duits-
land: 42. magneetnaald; 44. geestdrift; 45.
werphaak; 47. Turkse titel; 50. vr. zoog
dier; 52. vruchtbare plaats in de woestijn;
54. kleefstof; 55. gebogen haakje; 57. be
lemmering; 59. houding; 61. voorzetsel; 62.
bloedverwant.
Oplossingen moeten worden ingezonden
aan onze bureaux HAARLEM, Grote
ADVERTENTIE
Houtstraat 93 en Soendaplein 37; IJMUI-
DEN, Kennemerlaan 154. Oplossingen
moeten uiterlijk Woensdagavond in ons
bezit zijn. Wij verzoeken op de enveloppe
te schrijven: „Oplossing Puzzle".
S.v.p. geen mededelingen voor redactie
of administratie bij de oplossingen in
sluiten.
De oplossingen moeten worden ingevuld
op het gedrukte diagram dat hierboven
staat.
De oplossing van de vorige puzzle is:
Horizontaal: 1. spaan; 5 salto; 10 taal;
12 Moor; 13 ark; 14 nar; 16 tod; 17 de;
18 boter; 20 re; 21 laat; 23 Deen; 26 vla;
27 eer; 29 K.R.O.; 30 kar; 31 net; 34 ode;
36 ader; 37 port; 39 ar; 40 datum; 42 ra;
44 des; 46 mos; 47 oor; 48 anti; 50 emoe;
51 taart; 52 trans.
Verticaal: 1 stad; 2 parel; 3 aak; 4 al;
6 A.M.; 7 lot; 8 toorn; 9 orde; 11 mat of
pat; 14 nota; 15 rede; 18 bal; 19 ree; 22
avond; 24 erker; 25 aks; 28 are; 32 eed;
33 tram; 34 opus; 35 dom; 36 arena; 38
troon; 39 adat; 41 top; 43 Ares 45 sta; 47
oma; 49 Ir; 50 er.
De prijzen werden alsvolgt toegekend:
Visser, Marnixstraat 16,
7,50:
Haarlem;
N.
Koningsweg 40,
5.H. Hibberts,
Velsen-Noord;
2,50: mevr. Verzeilberg, Schoolpad 4,
Bloemendaal.
Of het nu ons zielsverlangen was, dat
ons langzaam deed verteren, zoals die
goeie Papa de Genestet eens heeft ge
dicht, of dat wij om een andere reden
beslist de laatste trein over Halfweg
naar Haarlem nog moesten halen, wij
zouden het thans niet meer met zeker
heid kunnen zeggen. Maar zoveel staat
wel onomstotelijk vast, dat wij ons en
kele dagen geleden kort na midder
nacht naar het Centraal Station begaven
om van de geldigheid van ons retour
biljet te profiteren. Driewerf helaas
echter bleek ons, dat men bij de samen
stelling van de dienstregeling op geen
enkele wijze met de diepste roerselen
van ons nachtleven rekening heeft ge
houden. Met andere woorden: wij za
gen, van uitputting hijgend aangeko
men op het perron, nog juist het rode
achterlicht om de hoek verdwijnen.
Daar stonden wij nu la gare comme
la gare, zoals Cor Ruys pleegt op te
merken.
Nu weten wij niet of u het weet, maar
er is niets mistroostiger dan een leeg
perron bij avond. Er zwiepte een genie
pige motregen onder de gore. overkap
ping naar binnen. Eens te erger werd
onze eenzaamheid toen wij bedachten,
dat er dagelijks bijna vijftigduizend
reizigers van deze halte gebruik maken.
Nu was er alleen de chef, die ons met
een soort meewarig wantrouwen be
keek. Hij deed zijn mond open, maar
hij zei d'r geenéén. Het was een zon
derling gezicht, maar dat scheen hem
niet in het minst te deren. Schouderop
halend verdween hij in zijn hok, met
z'n spiegelei op de rug. In ieder geval is
het geen uitsmijter, dachten wij.
Hoewel geenszins gedreven door in
nerlijke noodzaak sloegen wij de rich
ting in van het herentoilet. Zoals wij
reeds hadden vermoed was deze gele
genheid gesloten. Maar men kan te
allen tijde de sleutel schriftelijk aan
vragen bij de hoofddirectie in Utrecht,
mits men zich tijdig weet te voorzien
van twee borgen voor het statiegeld.
Overigens viel het ons op hoe men bij
de Nederlandse Spoorwegen ook in het
maatschappelijk verkeer de veiligheid
voor alles laat gaan. Men spreekt hier
namelijk van mannen en vrouwen, aan
gezien geenszins vast staat dat alle be
zoekers werkelijk dames en heren zijn.
En bovendien is dit op deze plaats, waar
zelfs de keizer te voet gaat, een koste
lijk symptoom van democratische ge
lijkschakeling. Deze meditatie bracht
ons overigens geen stap verder. Waren
wij Pichegru geweest wij zouden ons
ongetwijfeld hebben afgevraagd: „Wat
nu?"
Nog juist op tijd echter, voor de wan
hoop bij zoveel gure verlatenheid zich
van ons meester kon maken, herinner
den wij ons diezelfde dag op een een
voudige raamannonce een toverspreuk
te hebben gelezen: „Hebt u de laatste
trein gemist? Noteer dan ons adres.
Geldersekade nummer zoveel
Zachtjes prevelden wij deze magische
formule voor ons heen. Maar er ge
beurde niets. Ze adverteren maar wat,
dachten wij nors. Plotseling kregen wij
een ingeving. Wij haalden ons notitie
boekje te voorschijn en gaven gevolg
aan het verzoek. Toen wij dat adres
daar zo zagen staan, zwart op wit, be
grepen wij de ingenieuze bedoeling.
Maar wel bedachten wij ons nog welk
een ongerief er zou zijn ontstaan als wij
eens geen potlood of vulpen bij ons
hadden gehad. Dan zouden wij de hele
nacht in een kale wachtkamer hebben
moeten doorbrengen.
Het is jammer dat Amsterdam niet
een subway zoals Londen of een métro
zoals de Franse hoofdstad heeft. Maar
daarvoor is de bodem te drassig. Gij
moet echter niet denken dat er geen
ondergronds verkeer zou zijn. Ieder
etmaal stroomt er, om nu maar eens een
voorbeeld te noemen, meer dan 300.000
kubieke meter gas door duizend kilo
meter buizen. Even lang is het net van
de riolering en dat van de waterleiding.
Door de telefoonkabels vloeien per dag
350.000 gesprekken. Hier gaat, zo kan
men lezen boven het telegraafkantoor
in Berlage's koopmansbeurs, voor elk
die 't wenst de wereld open en 't wil
lend woord snelt langs de gestrekte lijn,
geheimen die van de aarde en het leven
zijn, bezielen 't stil en doen de aarde
doorlopen. Wij mogen hierbij wel aan
tekenen, dat de dichter waarschijnlijk
„bezielen het stilletje" had willen
schrijven, doch daarvan afzag omdat
het zomin met de maat als met het fat
soen overeen kwam.
In 1949 zijn er in totaal vier millioen
telegrammen verstuurd. Uit de inhoud
daarvan zou men gemakkelijk een sen
sationele roman kunnen samenstellen,
al zijn wij bang dat er wat veel stop
lappen in zouden voorkomen. Dat er per
jaar zo ongeveer 150.000.000 mensen
door de tram worden vervoerd, heeft u
natuui'lijk zelf (zo niet met uw klomp,
dan toch met uw eksteroog) kunnen
aanvoelen. Laatst hebben wij het op
windende genoegen beleefd dat een wa
genvoerder zijn tramontane verloor. Dat
is een vreselijke gewaarwording, want
het betekent dat hij het spoor bijster
was. Waarschijnlijk een gevolg van
overmatig alcoholgebruik.
Nu wij toch met wetenswaardigheden
bezig zijn: kent u de zeven symptomen
van alcoholisme? Wij hebben die ge
leerd uit het Universal-Filmnieuws, dat
wordt uitgegeven aan het Rokin in Am
sterdam.
Een zekere Walter Wanger zegt daar
in dat hij „van bevoegde zijde" de vol
gende aanduidingen heeft vernomen:
1) Het drinken om zich in gezel
schap op zijn gemak te voelen of om
een minderwaardigheidscomplex te ver
dringen.
2) Het drinken om zorgen te vergeten.
3) Het drinken om een „down"-stem-
ming kwijt te raken.
4) Het drinken bij vermoeidheid.
5) De behoefte aan drank op vaste
tijden.
6) De behoefte aan drank des mor
gens vroeg.
7) Het „alleen"-drinken.
Merkwaardig vinden wij bij deze op
somming het ontbreken van:
8) De behoefte aan drank des avonds
laat.
Op toneelgebied is er de volgende
week niets nieuws te beleven. Voor
de volledigheid geven wij dus alleen
de agenda van de Stadsschouwburg,
die vermeldt: Zaterdagavond „Het
mannetje in de maan", Zondagmid
dag Fausten Dinsdagavond „La
Bohème". De eerste voorstelling
wordt gegeven door het Amsterdams
Toneelgezelschap, de beide andere
door de Nederlandse Opera, die Vrij
dagavond met „La Traviata" voor
het voetlicht komt.
De films zijn ook niet bepaald om
over naar huis te schrijven, maar
lachen kunt u om Willie en Joe van
compagnie O" in Tuschinsky. Verder
zijn nieuw: Wabash Avenue" met
Betty Grable in Rex en Rialto, „De
gesloten deur" in Cultura en „Vrou
wen en opium" van Duvivier in Roxy
Zondagmiddag heeft er in het Con
certgebouw een buitengewoon con
certvoor niet-Amsterdammers plaats,
dat zal worden gedirigeerd door
Rafael Kubelik, die wegens over
vermoeidheid enkele dagen rust heeft
moeten houden. Op het programma
staan onder meer het Celloconcert
van SchumanJi en de Vijfde Sym-
phonie (Uit de nieuwe wereld) van
Dvorak. Solist is Tibor de Machula.
Zondagavond treden de Wiener San-
gerknaben op, evenals Maandag
avond. Op Dinsdag 12 Februari
speelt het U.S.O. voor de Kunstkring
met medewerking van Clara Haskil,
piano, onder directie van Paul Hup-
perts.
In de kleine zaal van het Concert
gebouw geven Maandagavond Rafael
Kube'J.k en zijn echtgenote Ludmilla
Bertiova. een recital. Zij spelen wer
ken voor viool en piano van Corelli,
Martinu, Janatsjek, Suk en Ravel.
Klassieke en volksdansen uit Indone
sië worden Dinsdagavond in de klei
ne zaal van het Concertgebouw uit
gevoerd door Lilian Luley en Sugen
Sudara, met muzikale medewerking
van Kawan, Li Sugen en Saudin.
In het Stedelijk Museum is Vrijdag
middag de tentoonstelling van het
uit vele landen bijeengebrachte werk
van Edgar Degas geopend. Paarden-
studies, wassende vrouwen en dan
seressen van deze Franse schilder
zijn ruimschoots vertegenwoordigd.
De aandacht trekt ook zijn plastiek.
Zaterdagmiddag begint in het ge
bouw van de maatschappij Arti et
Amicitiae een groepen-tentoonstel-
ling. Er zijn schilderijen van Cor
Dik, Germ de Jong, Jacob Kuijper,
Herman Vreedenburgh en Betsy
Westendorp Osieck, er is grafisch
werk van Dirk Harting en Hans van
Dokkum, benevens beeldhouwwerk
\van Ch. Weddepohl.
9) Het drinken omdat men bij een
fantasiecostuum een stuk in de kraag
zo leuk vindt staan.
10) Het drinken om een melancho
lieke stemming te prolongeren.
11) Het verdrinken, ook wel teledrin-
ken genaamd.
12) Het drinken omdat men iets recht
wil zetten, bijvoorbeeld een huis dat op
z'n kop staat.
BOEDA
Het lichte bontjasje van Martha had
maar heel even over een stoel gelegen in
de onmiddellijke nabijheid van mijn inkt
pot. En die inktpot had deze aangelegen
heid aangegrepen om zich eens behaaglijk
op zijn zij te rollen en zijn inhoud de vrije
loop te laten. De verslagenheid in onze
huiskamer was erg groot geweest. Hoewel
iedereen te zeer met stomheid geslagen was
om de schuldvraag te stellen stond het vast
dat ik het dichtst bij de inktpot had geze
ten. Ik kon niet tot mijn verontschuldiging
aanvoeren dat ik het „niet expres" had
gedaan. Dat heerlijke argument, waarmee
ik van kindsbeen af zoveel moeilijke situa
ties het hoofd had kunnen bieden, was niet
meer te gebruiken. Het rouwende gezel
schap bemoedigen zou zeer ontactisch zijn:
ze zouden mij er prompt van verdenken te
gemakkelijk over dit verschrikkelijk ge
beuren heen te stappen. Er bleef mij niets
over dan met een star, smartelijk gezicht
naar dat jasje te kijken. Dan viel ik niet
op ook.
Natuurlijk moest er iets aan gedaan wor
den. Door mij. Die inktpot-(ver-dikkie), zo
sprak ik krachtig bij mijzelf, zou geen af
breuk doen aan hetgeen met maanden flink
doen en zakgeld was opgebouwd: Martha
begon juist enig respect voor mij te krijgen.
Een nieuw kopen was natuurlijk een be
lachelijk denkbeeld want er waren al acht
dagen van de nieuwe maand om. Een
damesblaadje om vlekken-advies vragen
vond ik vernederend en bovendien te op
zichtig. Er moest iets anders op gevonden
worden.
Martha had haar jasje bij ons laten lig
gen, want ze durfde het thuis niet te laten
zien. Ze zou de smoes ophangen, dat men
bij ons zo'n belangstelling had voor het
patroon en dat ze het daartoe tijdelijk had
afgestaan. Zo hoefde het daar voorlopig
niet in de gaten te lopen. Maar wij moch
ten er vooral niet met melk aan gaan prut
sen, zei ze bezwerend, want dat was niet
goed voor bont, althans niet voor deze zeld
zame soort bont.
Ik ben in een gemakkelijke stoel ge
ruime tijd bij mijzelf te rade gegaan. Om
dat ik nog nooit ernstig over bont heb
nagedacht viel het me uiterst moeilijk en
het werd tenslotte zo vermoeiend, dat ik
zeker in slaap zou zijn gevallen als ik niet
plotseling besprongen was door een idioot
idee. Ik durf het de lezer nauwelijks ver
tellen, hij zou mij gaan uitsliepen. Maar
laat hij mij volgen: de trap op, kamei-tje
in, stoppen voor de boekenkast. Laat hij
mij er Brehm's bekende boekwerken over
de dierenwereld uit zien lichten en mij er
in zien bladeren tot het hoofdstuk Roof
dieren. Hij kan dan even op het kamertje
wachten om mij even later met Martha's
velletje ik bedoel het bont binnen te
zien komen.
De jaguar, die de Zuid-Amerikaanse bos
sen onveilig maakt, heeft een roodachtig
gele vacht. Martha's bontjasje ook. Verder
heeft hij van kop tot staart kleine ring
vormige vlekken, waarvan men niet goed.
kan zien of ze nu zwart of marine-blamv
zijn. Martha's bontjasje heeft maar één
vlek, je zou die een beetje ringvorig kun
nen noemen. De inkt is gedroogd. Het ziet
nog duidelijk donkerblauw, maar binnen
enkele dagen zou het voor zwart kunpen
doorgaan.
Ziet de lezer het waanzinnige plan in mij
rijpen? Dan moet hij me nu verder weer
met rust laten, want ik wil geen tegen
werpingen horen terwijl ik de inktpot grijp.
Niets zal mij hinderen. Het vreemde van
idiote denkbeelden is, dat ze iemand altijd
vastberaden maken. Toegegeven, dat de
weerzin tegen dit geknoei met inkt op bont
mij bijna misselijk maakte, maar toen ik
een stuk of tien van die „ringvormige"
vlekken had gemaakt, wist ik dat er geen
terug meer mogelijk was en ik ging door.
Dit was nu de koelbloedigheid die mis
dadigers zo gevaarlijk maakt, dacht ik. ter
wijl het zweet me aan alle kanten uitbrak.
Toen ik bijna met het gekkenwerk klaar
was probeerde ik mij Martha's reactie in te
denken, als zij mij hier zo bezig zou zien.
Dat was overbodige moeite, want even
later kwam zij plotseling binnen. En naar
haar reactie hoefde ik niet te gissen. Haar
gilletje was doordringender dan ik ooit ge
hoord had. Daarna kon ze geen geluid
meer uitbrengen. Ze was krijtwit gewor
den en keek mij aan alsof ik plotseling zelf
een roodbruine pels met zwarte, ringvor
mige vlekken had gekregen. Wat er met
haar jasje gebeurd was scheen haar voor
het ogenblik van minder belang dan wat
er met mij gebeurd was. Ik probeerde op
gewekt te doen en wees haar lachend op
de afbeelding van de jaguar in Brehm.
„Van nu af draag je kostbaarder bont,
Martje". fluisterde ik alsof ik een geheim
verklapte. Maar Martha bleef mij met wijd
opengesperde ogen aanstaren en bewoog
zich langzaam achteruit naar de deur. Ik
durfde geen stap in haar richting te doen,
ze zou met een gil zijn flauwgevallen.
Beneden hebben ze haar gerustgesteld.
Mijn huisgenoten kennen mij veel te goed
om Martha's wilde opwelling te steunen.
Ze waren even later allemaal boven. Wéér
die algemene verslagenheid bij Martha's
bontjasje. Maar nu sloeg zij spoedig om in
mijn volstrekte nadeel. Als bliksemschich
ten kwamen de beschuldigingen van alle
kanten on mij toe. Ik leek wel idioot. Ik
was een fantast. Kortom, ik had mij in een
uitermate beroerd parket gewerkt. Martha
is huilend bij ons vandaan gegaan. Onze
vriendschappelijke betrekkingen konden
niet pijnlijker worden verbroken. Ik was
blij dat ze het jasje meenam. De nagedach
tenis mocht niet bezoedeld worden door
die ellendige ringvormige vlekken.
Dat is overigens wel gebeurd. Donkere
kringen rolden als hoepels langs mijn gees
tesoog. Donkere kringen verwijdden en
vernauwden zich in mijn dromen. (In het
donker waren ze wit.) Donkere kringen
zetten zich tenslotte onder mijn ogen. Dat
deze zaak mij niet losliet kwam vooral om
dat ik heimelijk in mijn dwaze werk bleef
geloven. En omdat Brehm blééf openliggen
bij de jaguar.
Ik dacht gisteren dat ik liep te dromen
in de couloirs van het Concertgebouw.Want
ik zag de ringvormige vlekken opeens weer.
Maar de vorm ervan was zo oorspronkelijk
dat ik niet kon dromen: daar stond Martha
met het jasje aan! Er stond een heer met
haar te fluisteren en toen ik langs liep ver
stond ik het woord „jaguar". Het tweetal
had mij in de drukte niet opgemerkt en
daarom passeerde ik nog een keer rugge
lings om mijn nieuwsgierigheid te bevre
digen. „Wat het ook voor een beest mag
zijn, je bent er een engel inzei de
heer devoot.
Toen heb ik mij snel verwijderd met het
droevige gezicht van een miskende mees
ter. Maar een meester.
(Nadruk verboden).