Matrella
Eerste Kamer wil ingelicht worden
over de zaken-Menten en Schallenberg
Roofmoord in een auto
Die Haerlemsche Musyckcamer" met
medewerking van Jo Vincent
UW OOG
te„iaonstel"»9-PerSO"
enautomobiele"
Na Carnaval
Nieuwe uitgaven
wit salet ton
DONDERDAG 28 FEBRUARI 1952
3
Daders hebben bekend
Het optreden tegen speel
holen en voetbalpools
Agenda voor Haarlem
De zaak-Van der Putten
Militaire oefenterreinen
en het natuurschoon
KEIP
Voorbereiding Koninklijk
bezoek aan Amerika
Bertigsie
Twee manieren
om op koffie
te besparen
Atoomwetenschap als
getuige in moordproces
Israel vraagt emigratie
van Joden uit Rusland
Naar de minister van Justitie aan de
Tweede Kamer heeft medegedeeld heeft
de rechter-commissaris op 4 October het
op 23 April 1951 geopende gerechtelijke
vooronderzoek in de zaak-Schallenberg ge
sloten. Men is op grond hiervan tot de slot
som gekomen, dat een strafvervolging niet
kan worden ingesteld
In het Voorlopig Verslag der Eerste
Kamer over de begroting van Justitie ver
klaren vele leden in twijfel te trekken, of
het onderzoek in deze zaak wel met de
nodige voortvarendheid is geschied. De
heer Schallenberg is op 14 September 1949
overleden en de instructie in zijn zaak werd
pas op 23 April 1951 geopend, zo merken
zij op.
Wat de zaak-Menten aangaat, zouden
deze leden gaarne vernemen, tot welke uit
komst het onderzoek in de zaak tegen de
journalist L. en in die tegen de raadsheer
commissaris heeft geleid.
Verscheidene leden verklaarden, dat de
mededelingen van de minister over de
zaak-Menten hen allerminst hadden bevre
digd.
Gaarne zouden zij nader worden inge
licht omtrent het onderzoek naar de ge
pleegde diefstal, waarbij de rechter-com
missaris ongeveer 180 getuigen heeft ge
hoord en omtrent zijn bevindingen een tot
in détails tredend rapport heeft samenge
steld, waarin zijn conclusies zijn samen
gevat. Zij zullen het op prijs stellen, indien
aan de Kamer inzage van dat rapport kon
worden verstrekt.
Verder had het ook hen bevreemd, dat
het onderzoek in de zaak tegen de journa
list en de raadsheer-commissaris nog steeds
niet geëindigd is. Indien, zo verklaarden
zij, de Haarlemse rechter-commissaris
binnen korte tijd kans ziet, honderdtachtig
getuigen te horen, van wie er enkele in het
buitenland vertoeven, en drie omvangrijke
dossiers met processen-verbaal samen te
stellen, was het hun minder duidelijk dat
deze zaken zoveel tijd van voorbereiding
zouden vorderen. Naar hun mening is een
objectieve beoordeling van de zaak-Men
ten slechts mogelijk, indien ook de uitkom
sten van het onderzoek, ingesteld naar de
gedragingen van de journalist en de raads
heer-commissaris, bekend zijn. Zij dron
gen er op aan, dat die uitkomsten te zijner
tijd aan de Kamers zouden worden mede
gedeeld.
Is het waar, dat de raadsheer-commis
saris in de zaak-Menten onlangs tot het
Zoals reeds in een deel van onze vorige
oplaag is gemeld hebben twee 30-jarige
Zutphenaren hun 61-jarige stadgenoot J. A.
B. in een auto van het leven beroofd en
daarna het stoffelijk overschot in een
greppel langs de weg tussen Hengelo en
Enschedé geworpen. Zij beroofden hun
slachtoffer van 20,en een gouden hor
loge.
De moord is op 18 Februari gepleegd.
De daders hadden de heer B. in Enschedé
ontmoet en hem gevraagd met hen terug te
rijden naar Zutphen. Onderweg hebben
zij hem vermoord.
De auto hadden zij gehuurd van een
garage in Apeldoorn. Zij ruilden de wagen
op een automarkt tegen een andere, waar
bij zij 800,toe kregen. Beiden begaven
zich daarna naar Amsterdam, waar zij op
verzoek van de Apeldoornse politie wegens
vex-duistering van de gehuurde auto werden
aangehouden. Inmiddels was het stoffelijk
overschot van de heer B. gevonden. Het
vermoeden van de politie dat de aangehou
denen meer van deze zaak zouden weten
bleek juist te zijn: bij hun verhoor be
kenden beiden de heer B. van het leven te
hebben beroofd.
Het slachtoffer had de naam rijk te zijn.
Hij heeft vele jaren in Zutphen een brand-
stoffenzaak gedreven. Ruim een jaar ge
leden is hij uit de zaak getreden. Hij is
toen op kamers gaan wonen bij een familie,
die zich later in Enschedé vestigde. Met dit
gezin hield de heer B. nog steeds contact
en voor een bezoek aan deze familie ver
toefde hij in Enséhedé.
Vele Eerste Kamerleden
zien er weinig heil in
In het Voorlopig Verslag der Eerste Ka
mer over de begroting van Justitie stellen
vele leden de vraag of de bestrijding van
regeringswege van de clandestiene speel-
gelegenheden en de zo genaamde voetbal
pools tot de gewenste uitkomsten heeft
geleid. Gaarne zouden zij vernemen, hoe-
vele strafvervolgingen er zijn ingesteld
sedert de minister zijn ambt heeft aan
vaard. Voorts vroegen zij, hoeveel veroor
delingen daarop zijn gevolgd. Deze Kamer
leden twijfelden aan het nuttige effect van
het politiële en justitiële optreden, aange
zien dit kennelijk niet kan voorkomen, dat
een organisatie, welke de voetbalpool ver
hult in een juridisch blijkbaar onaantast
bare vorm, openlijk haar gang gaat. Deze
leden zouden de voorkeur geven aan een
regulering van de speelzucht indien dit
in maatschappelijk verantwoorde vormen
kon geschieden boven een optreden van
de justitie, dat tot machteloosheid is ge
doemd en tot clandestiene wantoestanden
aanleiding geeft.
ADVERTENTIE
DEMONSTRATIE 9-6 uur
het nieuwe
verende
matras dek
Beddenafd. De Tijdgeest
Bilderdijkstraat 73-87 Amsterdam
DONDERDAG 28 FEBRUARI
Stadsschouwburg: AVRO-tournée, 8 uur
Concertgebouw: Don Kozakkenkoor, 8 uur.
Frans Halsmuseum: Concert Bertje Dave-
laar, 8 uur. Spaarne: ..De spookruiters", 14
jaar 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Lord Wan
hoop", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
.Teresa", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Palace:
i.Kim", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Luxor: En
rico Caruso, alle leeft., 7 en 9.15 uur. City:
„Er kwam-een vreemdeling", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Minerva: „The third -man", 8.15 uur.
VRIJDAG 29 FEBRUARI
Stadsschouwburg: „Arsenicum en oude
kant" (Verenigde Spelers), 8 uur. Concert
gebouw: Concert H.O.V., 8 uur. Minerva:
2.30 en 8.15 uur. Rembrandt en Palace: 2,
4 15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur.
Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30,
7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur.
gerechtshof te Amsterdam een verzoek om
buitenvervolgingstelling heeft gericht en
dat het hof dat verzoek na een uitvoerige
behandeling van de hand heeft gewezen?
zo vroegen zij tenslotte.
Ettelijke leden hadden akte genomen
van 's ministers verklaring, dat hij geen
bezwaar heeft tegen overlegging van de
dossiers betreffende de zaken-Menten en
-Schallenberg aan de Vaste Commissie
voor Privaat- en Strafrecht uit de Tweede
Kamer. Deze leden zouden het op prijs
stellen, indien ook de Eerste Kamer kennis
zou kunnen nemen van de bedoelde dos
siers.
Nadere mededelingen
van minister Staf
Minister Staf heeft in een Memorie van
Antwoord over zijn begroting nog enkele
mededelingen gedaan over de zaak-Van
der Putten.
In Indonesië werd door de Bond van
Burgerpersoneel in Militaire Inrichtingen,
van welks bestuur de heer Van der Putten
deel uitmaakte, verschillende keren opge
treden tegen bepaalde misstanden en werd
de autoriteiten kennis gegeven van ver
meende onregelmatigheden. Ook later
heeft de heer Van der Putten verschillen
de keren rechtstreeks of door bemiddeling
van anderen zich geuit omtrent in Indo
nesië plaats gehad hebbende vergrijpen. De
minister neemt hierbij aan, dat de heer
Van der Putten werd gedreven door de
overtuiging, tegen de misdaad te moeten
strijden. Hij moet echter vaststellen dat dit
niet steeds op tactvolle wijze geschiedde.
Het is niet de bedoeling van de minister
te suggereren, dat de heer Van der Putten
zou hebben moeten nalaten zijn beschuldi
gingen te uiten, maar hij meent wel, dat
in sommige gevallen namen zijn genoemd
waardoor zonder voldoende grond personen
in een ongunstig daglicht zijn gesteld. In
dien ook de malversaties in Indonesië na
der zouden kunnen worden onderzocht,
zou kunnen worden vastgesteld, in hoe
verre de geuite beschuldigingen juist
waren.
Hoewel de minister dus enerzijds meent,
dat de heer Van der Putten in sommige ge
vallen te ver is gegaan, meent hij ander
zijds, dat deze door een innerlijke overtui
ging werd gedreven. De minister vond
geen aanleiding de aanbeveling van het
rapport-Zaaijer om de heer Van'der Putten
uit de dienst van het departement te ver
wijderen, over te nemen.
Minister Staf zegt in zijn Memorie van
Antwoord aan de Eerste Kamer over zijn
begroting, niet van mening te zijn dat in
het afgelopen jaar door defensiemaatrege
len grote schade aan het land en zijn be
volking is berokkend. Hij wil gaarne tot
uiting brengen dat hij de zorg van enkele
Kamerleden voor cultuurgrond en natuur
schoon van harte deelt. Een afweging van
de belangen van het toeristenbedrijf en
die vari de huisvesting van militairen, zal
naar het inzicht van de minister niet tot
een ongunstige uitkomst leiden. Niettemin
meent hij, dat in het bijzonder de aanwij
zing van recreatiegebied tot oefenterrein
met de grootste zorgvuldigheid dient te
geschieden. Hij is van oordeel dat thans
het ogenblik nabij is, dat de schaarste aan
recreatieterreinen geen aanwijzing van
nieuwe oefenterreinen meer zal gedogen.
De minister zal bevorderen dat oefenter
reinen, die tot nu toe voor het publiek
waren afgesloten, voor recreatiedoeleinden
worden opengesteld.
Het nieuwe stadhuis van Den Haag nadert zijn voltooiing. De K.L.M. maakte deze luchtfoto van het markante bouwwerk.
99
Of Haarlem in de zeventiende eeuw een
„Muziekcollege" gehad heeft, zoals Utrecht,
Arnhem en Leeuwarden, is niet met zeker
heid te zeggen. Maar als we in een Haar
lems liedboekje van 1643 een „Lofghe-
sangh ter eeren de Musijk ende de Müsi-
canten" ontmoeten een gedicht dat de
indrukken van zo'n gezellige „musijck-
camer" behelst, dan geeft dit toch wel
reden om te veronderstellen, dat Haarlem
eveneens zijn muziekcollege rijk was.
Trouwens, het volkomen ontbreken daar
aan is haast ondenkbaar in een stad, die
toenmaals een Joh. Albert Ban en een Ty-
men Padbru'e twee muzikale gang
makers van betekenis onder haar in
woners telde. Van dit problematische ge
zelschap uit vervlogen tijden bezitten wij
nu een werkelijk bestaande opvolger in het
kleine instrumentale ensemble, geslicht en
geleid door André Kaart, onder de naam
„Die Haerlemsche Musyckcamer". Dit is
een naam die door zijn archaïsche klank
en spelling onvermijdelijk naar het verle
den wijst echt of gefingeerd en daar
mee eigenlijk ook consequenties stelt, na
melijk om een zeker historisch verlangen
te bevredigen en zich verder te onthouden
van romantische of moderne muziek. Het
is dus heel natuurlijk dat „Die Haerlem
sche Musyckcamer" voor het publiek komt
met programma's van Barokmuziek, die
men tijdens de hoogbloei van de romantiek
schimpend de „pruikenstijl" dorst te noe
men, doch die geleidelijk, met de opgang
en de erkenning van Joh. Seb. Bach, zijn
ADVERTENTIE
BEHOEFT NIET TE
WACHTEN
DAT BRILLEGLAS
IS ZO GEREED
BIJ
GR. HOUTST R. 137
waardige plaats in het muziekleven her
overd heeft. Doch als men dit terrein vol
komen verantwoord wil bewerken en een
specialiteit wil maken van de stijlproble
men die zich er zich in massa voordoen,
dan komt er nog heel wat bij kijken en
kunnen ernstige amateurs er rijkelijk hun
vrije tijd aan besteden.
Het concert, dat Woensdagavond in de
tuinzaal van het Concertgebouw gegeven
werd, begon met een „Treursymphonie"
voor strijkers en continuo van Pietro Lo-
catelli, muziek vol verrassende flitsen, die
zeer bevredigend tot klinken werd ge
bracht. Men vertolkte ook een „Concerto
Grosso" van de Hollandse componist Pieter
Hellendaal, dat het beluisteren dubbel en
dwars waard was, hoewel het ons voor
kwam dat het langzame deel meer inner
lijke kracht moet hebben dan uit de inter
pretatie bleek. Ook waagde men zich
en niet zonder succes aan het Derde
Brandenburgse Concert van Bach.
Jo Vincent werkte mee als soliste. Een
Salve Regina" van Pergolesi, in cantate-
vorm, met strijkorkest en continuo, bleek
een zeer geschikte opgave om de reine,
objectieve klank van haar stem in al haar
charme te laten horen. Het 'hoofdnummer
van de zangeres was echter de Italiaanse
wereldlijke cantate „Non sa che sia dolore"
van Bach, waarin zij vooral met haar
twee grote aria's verrukkelijk mooie en
expressieve zangkunst ten beste gaf. De
instrumentale bezetting (fluit, strijkorkest
en continuo) speelt, zoals drt steeds bij
Bach het geval is, een belangrijke rol. Henk
de Graaf vertolkte zijn obligaat-fluitpartij
met vereiste lenigheid, maar zijn geluid
verdronk vaak in dat der strijkers. Het
juiste evenwicht inzake begeleiden werd
door André Kaart nog niet bereikt. Overi
gens wordt zijn directie bewuster en rusti
ger.
Het publiek toonde veel waardering voor
de uitvoerenden, waaronder ook de clave-
ciniste Gertrude Maclaine en het Concer
tino van het orkest. Een speciaal compli
ment verdiende het orkest voor de uitvoe
ring van de sinfonia der Bach-cantate, een
zeer belangrijk en fris stuk in Italiaanse
stijl. Al met al mag deze avond onder meer
geprezen worden om de goede smaak waar
mee André Kaart zijn programma samen
stelde.
JOS. DE KLERK.
De heer H. N. Smits, oud-Haarlemmer,
viert 1 Maart zijn 25-jarig jubileum als
hoofdredacteur van het Nieuw Noordhollands
Dagblad te Hoorn. Op die dag wordt hij
tijdens een receptie gehuldigd.
NEW YORK (AFP) Woensdag zijn
dr. J. H. van Roijen, Nederlands ambas
sadeur in de Verenigde Staten, en mr. J,
Visser, chef-protocol van het Nederlandse
ministerie van Buitenlandse Zaken, per
vliegtuig uit New York naar Amsterdam
vertrokken om het bezoek van Koningin
Juliana en Prins Bernhard aan de Ver
enigde Staten nader te regelen.
Dr. Van Roijen verklaarde bij het ver
trek, dat de Koningin en de Prins zich
per vliegtuig onmiddellijk naar Washing
ton zullen begeven. Pas later zullen zij
New York bezoeken.
Het bezoek van het koninklijk paar, dat
op 2 April zal beginnen, zal ongeveer
veertien dagen duren.
De rijstpellerlj van Wessanen te Wor-
merveer zal in Mei worden stopgezet. De
directie heeft, naar zij mededeelt, dit besluit
genomen omdat Nederland niet meer be
schikt over Indonesische produel en die als
handelsobject kunnen worden gebruikt. De
rijstpellerij was ongeveer 120 jaar in bedrijf.
Door de sluiting zal 80 a 90 man van het 150
man tellende personeel worden ontslagen.
mi.
In de houding van admiraal C. Turner Joy,
de leider van de wapenstilstandsdelegatie
der UNO in Korea, schijnt zich de afmat
ting van de zich traag voortslepende Pan-
moendjom-besprekingen te weerspiegelen.
De admiraal begeeft zich naar een tent in
het kamp der verbondenen tijdens een
pauze in de onderhandelingen.
ADVERTENTIE
Ie Dag opening 14 uur
29 FEBRUARI t/m 9 MAART
Geopend van 10-17 en 19-22 uur
ENTREE 1.50 1NCL. BEL.
RAI-Gebouw Amsterdam
Het leven is geen lach ge
moet moet wel eens de nauwe
schoenen van de ernst aan
trekken en er op uit stappen
om dingen recht te zétten. Het
is verleidelijk om te denken:
Wie morgen leeft, moet mor
gen maar zorgen dat hij nog
overeind staat maar daar
komt ge er niet altijd mee. Op
zekere momenten moet ge de
serieuze dingen van het leven
hun eer geven en u bezadigd
ermee bezig houden.
Onze neef daar in het Zuiden
moet eens op zijn nummer
worden gezet. Hij is er een van
het soort: klinkt het niet dan
botst het, maar ge kunt dat niet
altijd door de vingers zien. Hij
krijgt een ferme brief op zijn
ontbijttafel waarin hij lezen
kan dat ik hem eens de man
tel zal komen uitvegen.
En dat hij moet zorgen aan
het station te zijn.
Hij is aan het station, hij staat
er met een uitgestreken ge
zicht naar mij te zien als ik uit
de trein kom. Het is wat druk
vandaag, zegt hij, maar dat
komt omdat er een beetje feest
in de stad gehouden wordt,
om zo te keggen. Daar moet
ge maar niet op letten. De
mensen hier zijn wat uit hun
gewone doen.
Een beetje feest. Ge loopt daar
met neef het station uit om in
een bus naar zijn huis te rij
den. Een bus? Als er een bus
geweest was zou ze zijn platge
trapt. Het is gelijk een mieren
hoop waarin een steen geval
len is. De mensen kluwen aan
elkander tot een bonte, wrie
melende massa van lachende
gezichten, met een woud van
rare kleine hoedjes en papie
ren toeters erboven. Van alle
kanten golft het lawaai van
muziek en geschreeuw als
duizend losgebroken lawines
over ons heen. Een beetje feest,
zegt neef, en we moesten er
maar niet opletten. Zoals ge er
maar niet op moet letten als
ge onder een sneltrein komt.
Het kan zijn dat de mensen
hier een beetje uit hun ge
wone doen zijn, zeg ik, maar
als ik het geweten had zou
ik over een week gekomen
zijn. Want ik moet een ern
stig woordje met u wisselen
en daar zal nu niet veel van
komen.
Dat neem ik aan, zegt neef,
en sindsdien heb ik hem niet
meer teruggezien.
Ik ben daar ergens in een klein
zaaltje te land gekomen, een
mensenpakhuis zoudt ge het
kunnen noemen. Er hangen
kleurige slingers aan het pla
fond en ergens achter de muur
van hossende, aaneengestren-
gelde mannen en meiskens
moet een orkest zitten, want
het gebrul en het gehos heeft
een zekere maat, waar een ko
peren bastoeter niet vreemd
aan kan zijn.
Het is niet plezierig .wanneer
ge in uw gewone doen bent
temidden van duizend vrolijke
mensen die er uit zijn. En er is
geen ander middel dan zo snel
ge kunt er eveneens uit te ra
ken. Het gaat hier gemoedelijk
en vlot toe, ons kent ons, ge
neemt een glas van een vol
presenteerblad dat aan uw
neus voorbij zweeft met een
kellner er aan, betalen komt
wel. Of het komt niet, dat is
ook mogelijk, want er zullen
wat mensen de deur uit moeten
voordat ge bij uw portemon-
naie kunt geraken.
Een beetje feest.
Hier staat een stad op
haar kop rond te draaien,
ge draait maar mee in de hoop
uw neef nog ergens tegen te
komen. Ge drinkt voor de dorst
en ge krijgt er nog meer dorst
van, zodat ge nog meer drin
ken moet, en ge kunt niets
anders te pakken krijgen dan
schuimend bier. Dan maar bier,
al zijt ge er nooit een liefheb
ber van geweest. Ge moet toch
mee aan doen, anders zullen
ze denken dat ge gekomen zijt
om te zedepreken.
Ge kunt zeggen wat ge wilt
van het Zuiden, maar waar
halen ze daar die schone meis
kens vandaan? Ze moeten er
een receptje op weten, want
waar ge kijkt ziet ge glanzen
de ogen in alle tinten, de blo
zende wangen en de lippen als
grenadine. Eén is er bij, die
heeft een diadeem op als een
koningin. Ze is in het zwarte
fluweel met goud, dat kleurt
bij haar haren als een avond
hemel bij de melkweg. Neef is
niet te bekennen, en ge moet
toch wat doen. Ge zet uw hoed
ondersteboven op en vraagt of
zij dansen wil. Ge hadt kunnen
vragen of zij léven wil. Ge
danst, en ge denkt dat het geen
kunst is in deze mallemolen.
Ge omvat een slanke fluwelen
leest en ge kijkt in de onein
digheid van plezante ogen, die
u vastplakken en meenemen.
Niet naar de eeuwigheid, maar
naar het tafeltje met pa. Pa zit
in een hoek haar stoel vrij te
houden en bier te drinken om
de volle glazen niet over zijn
jas te krijgen. Pa heeft een ge
zellige paarse feestneus op, dat
is weer eens wat anders, het is
een vrolijke baas. Ge moogt
zijn dochter op uw knie laten
zitten, en langzamerhand komt
ge alles van die twee te weten.
Zij zijn andere mensen dan gij.
Zij kunnen op hun tijd feest
vieren dat er de stukken af
vliegen en toch nog heel thuis
komen. Er wordt eeuwige
vriendschap gezworen en ge
denkt aan geen neef meer.
Het is plezierig met dit Carna
valsfeest de nacht in te zeilen
als een stuurloos schip, zigzag-
koersend op een zee van vro
lijkheid en met als bakens
twee schitterende ogen aan
bak- en een feestneus aan
stuurboord.
Tegen de morgen zullen we
wel verder zien.
Het is een vreemde stad in die
morgen, waar de feestvreugde
is weggevallen tussen de
straatstenen en ernstige men
sen hun werk gaan doen alsof
er niets gebeurd is.
Het kan zijn dat ge alles maar
gedroomd hebt maar het is
moeilijk om bij het ontwaken
nog een mal hoedje op uw
hoofd te hebben, wanneer ge
het in een droom hebt opgezet.
Zo wankelt een vreemdeling
naar het station,-dat er nog net
zo uitziet als gisteren. En ge
valt in een derde-klas neer
met een houten hoofd, om wat
te slapen.
Maar als ge uw ogen weer
opendoet is het of de droom is
teruggekomen. Ge kijkt in
twee blauwe oneindigheden
van ogen, ge ziet gouden haar
waarop een diadeem gestaan
heeft. En naast haar zit pa,
met zijn feestneus nog op.
Ge lacht, ge buigt, ge staat op,
ge denkt aan de eeuwige
vriendschap aan stuur- en de
schuchtere kus aan bakboord.
Maar het is een beetje vreemd
dat zij stil en star in de lucht
blijven kijken. En dat zij met
deze trein meereizen naar het
kille Noorden, waar iedereen
in zijn gewone doen pleegt te
zijn.
Het zal misschien de koude
ochtend wezen? Of dat zij nog
teveel slaap hebben? En ge
zegt met een brede lach: Het
wordt nu tijd dat ge die feest
neus eens afzet, pa.
Ze kijken elkander aan met
minachtende schouders-om
hoog en zien dan uit de hoog
ste hoogte ijzig op mij neer. De
schone dochter keert zich grim
mig naar het raam en pa
zegt langs zijn paarse neus
heen:
Wij wensen niet lastig geval
len te worden door onbeleefde
vreemdelingen. Misschien is
het hier bij u in het Zuiden de
gewoonte elkander voor de
gek te houden, bij ons in het
Noorden is het dat zéker niet.
En ik h e b geen feestneus op.
J. L.
Dr. Jane de Iongh, Maria van Hon
garije, dl II: Machteloos gezag
Em. Querido, Amsterdam.
Wie het eerste deel van dr. Jane de Iongh's
boek over Maria van Hongarije niet gelezen
heeft, zoals deze recensent, kan niettemin
genoegen en profijt trekken uit de lezing van
het tweede. Het beschrijft het leven van
Maria in de tijd dat zij voor keizer Karei V
regentes was over de Nederlanden, van 1531
tot 1555. Een biografie is het eigenlijk niet:
niet in de eerste plaats een copie van een
verloren persoonlijkheid volgens de aanwij
zingen, die ons nog ter beschikking staan;
daar biedt deze regentes ook niet veel kans
toe, zij komt beter en duidelijker tot haar
recht in een beschrijving van vorstelijke
werkzaamheid, zoals dr De Iongh die geeft.
Men ziet tenslotte toch wel iets van het
karakter van deze vrouw, die steeds harder
en sterker werd in de strijd met al de be
dreigingen van het keizerlijk gezag op een
van de zwakste punten van het veel te grote
en verspreide Habsburgse rijk en die 24 jaar
lang zowel zichzelf als de Nederlanden offer
de aan „een zaak zonder toekomst".
Het zou makkelijk zijn een aantal histori
sche problemen te noemen, die ten bate
van de wetenschap een wel wat uit
voeriger behandeling hadden moeten ont
vangen; men ziet daar van af, niet alleen
omdat voor de schrijfster zelf het verhaal
van de gebeurtenissen kennelijk het belang
rijkst is, maar nog meer omdat dat verhaal
zo natuurlijk loopt, dat het zichzelf recht
vaardigt. S. M.
ADVERTENTIE
Eerste manier: Zing een
toont ie lager en ga over op
een andere kwaliteit, die
minder kost.
Maar prettig zult U
dat wel niet vinden, want
waar blijf je, als je ook op
dat kleine dagelijkse ge
noegen van een lekker
kopje koffie moet gaan be
knibbelen?
Tweede manier: Houd U
aan de beste koffie die
er te krijgen is. Neem
voortaan De Gruyter s
Roodmerk met 10
korting. Dat scheelt
U ruim 20 cent op een
half pond en U hebt bo
vendien de luxe van de
geurigste koffie die U zich
denken kunt't Is maar
een weet!
520228
Te Parijs is Dinsdagavond meegedeeld
dat nieuwe proefnemingen zullen worden
gedaan, om na te- gaan of de 52-jarige
Marie Besnard inderdaad de elf haar ten
laste gelegde moorden door arsenicumver
giftiging heeft gepleegd. Er zal een haar
van elk der elf stoffelijke overschotten
worden genomen, dat in de Franse atoom-
splijtoven aan een bombardement door
neutronen zal worden onderworpen. Indien
zich arsenicum'in het haar bevindt, zal het
radio-actief worden, hetgeen door een
geiger-instrument zal worden geregi
streerd.
Indien arsenicum wordt aangetroffen, zal
de afstand, waarop dit zich van de haar
wortel zou bevinden, deskundigen in staat
stellen uit te maken op welk tijdstip voor
het intreden van de dood de vergiftiging
geschiedde, daar zich. binnen een dag na
een vergiftiging, arsenicum aan elke haar
wortel afzet. Indien een vergiftiging in
stadia plaats vond, zullen de deskundigen,
aan de hand van de plaats waarop de ar-
senicumsporen worden aangetroffen, kun
nen aangeven wanneer elke dosis werd
toegediend.
Door het doen van deze proefnemingen
wordt voldaan aan de door de verdedigers
van Marie Besnard gestelde eis dat de data
zullen worden opgegeven, waarop zij haar
slachtoffers zou hebben vergiftigd, opdat
de beklaagde in staat zij rekenschap te
geven van hetgeen zij op deze data heeft
gedaan.
De verdedigers voeren aan dat zich in de
grond van het kerkhof te Loudon, waar de
elf overledenen ter aarde zijn besteld, ar
senicum bevindt, zodat dit zich in alle al
daar aangetroffen stoffelijke overschotten
zou moeten bevinden.
ADVERTENTIE
TEL AVIV (Reuter) Woensdag heeft de
premier van Israel, David Ben Goerion, in
het parlement meegedeeld, dat Israel Rus
land heeft verzocht emigratie van Joden
toe te staan. Ben Goerion verklaarde, dat
het verzoek was vervat in Israels antwoord
op een Sovjet-Russische nota van 8 Decem
ber, waarvan hij Woensdag de inhoud in het
parlement bekendmaakte.
De Rusische nota ging over het voorge
stelde commando voor het Midden-Oosten.
Israel heeft geantwoord, dat het niet tot
een dergelijk commando is uitgenodigd en
derhalve geen standpunt heeft bepaald.
Israel zou nimmer deelnemen aan aggressie
jegens de Sovjet-Unie of welk ander land
ook. Israel heeft voorts meegedeeld, dat er
geen buitenlandse bases in het land zijn.
Wat de emigratie van Joden uit de Sov
jet-Unie betreft, zegt Israel in de nota, -ekjt
de terugkeer van Joden naar Israel de laasis
van Israels bestaan is.