Matrella Eerste Kamer wil ingelicht worden over de zaken-Menten en Schallenberg Roofmoord in een auto Die Haerlemsche Musyckcamer" met medewerking van Jo Vincent UW OOG te„iaonstel"»9-PerSO" enautomobiele" Na Carnaval Nieuwe uitgaven wit salet ton DONDERDAG 28 FEBRUARI 1952 3 Daders hebben bekend Het optreden tegen speel holen en voetbalpools Agenda voor Haarlem De zaak-Van der Putten Militaire oefenterreinen en het natuurschoon KEIP Voorbereiding Koninklijk bezoek aan Amerika Bertigsie Twee manieren om op koffie te besparen Atoomwetenschap als getuige in moordproces Israel vraagt emigratie van Joden uit Rusland Naar de minister van Justitie aan de Tweede Kamer heeft medegedeeld heeft de rechter-commissaris op 4 October het op 23 April 1951 geopende gerechtelijke vooronderzoek in de zaak-Schallenberg ge sloten. Men is op grond hiervan tot de slot som gekomen, dat een strafvervolging niet kan worden ingesteld In het Voorlopig Verslag der Eerste Kamer over de begroting van Justitie ver klaren vele leden in twijfel te trekken, of het onderzoek in deze zaak wel met de nodige voortvarendheid is geschied. De heer Schallenberg is op 14 September 1949 overleden en de instructie in zijn zaak werd pas op 23 April 1951 geopend, zo merken zij op. Wat de zaak-Menten aangaat, zouden deze leden gaarne vernemen, tot welke uit komst het onderzoek in de zaak tegen de journalist L. en in die tegen de raadsheer commissaris heeft geleid. Verscheidene leden verklaarden, dat de mededelingen van de minister over de zaak-Menten hen allerminst hadden bevre digd. Gaarne zouden zij nader worden inge licht omtrent het onderzoek naar de ge pleegde diefstal, waarbij de rechter-com missaris ongeveer 180 getuigen heeft ge hoord en omtrent zijn bevindingen een tot in détails tredend rapport heeft samenge steld, waarin zijn conclusies zijn samen gevat. Zij zullen het op prijs stellen, indien aan de Kamer inzage van dat rapport kon worden verstrekt. Verder had het ook hen bevreemd, dat het onderzoek in de zaak tegen de journa list en de raadsheer-commissaris nog steeds niet geëindigd is. Indien, zo verklaarden zij, de Haarlemse rechter-commissaris binnen korte tijd kans ziet, honderdtachtig getuigen te horen, van wie er enkele in het buitenland vertoeven, en drie omvangrijke dossiers met processen-verbaal samen te stellen, was het hun minder duidelijk dat deze zaken zoveel tijd van voorbereiding zouden vorderen. Naar hun mening is een objectieve beoordeling van de zaak-Men ten slechts mogelijk, indien ook de uitkom sten van het onderzoek, ingesteld naar de gedragingen van de journalist en de raads heer-commissaris, bekend zijn. Zij dron gen er op aan, dat die uitkomsten te zijner tijd aan de Kamers zouden worden mede gedeeld. Is het waar, dat de raadsheer-commis saris in de zaak-Menten onlangs tot het Zoals reeds in een deel van onze vorige oplaag is gemeld hebben twee 30-jarige Zutphenaren hun 61-jarige stadgenoot J. A. B. in een auto van het leven beroofd en daarna het stoffelijk overschot in een greppel langs de weg tussen Hengelo en Enschedé geworpen. Zij beroofden hun slachtoffer van 20,en een gouden hor loge. De moord is op 18 Februari gepleegd. De daders hadden de heer B. in Enschedé ontmoet en hem gevraagd met hen terug te rijden naar Zutphen. Onderweg hebben zij hem vermoord. De auto hadden zij gehuurd van een garage in Apeldoorn. Zij ruilden de wagen op een automarkt tegen een andere, waar bij zij 800,toe kregen. Beiden begaven zich daarna naar Amsterdam, waar zij op verzoek van de Apeldoornse politie wegens vex-duistering van de gehuurde auto werden aangehouden. Inmiddels was het stoffelijk overschot van de heer B. gevonden. Het vermoeden van de politie dat de aangehou denen meer van deze zaak zouden weten bleek juist te zijn: bij hun verhoor be kenden beiden de heer B. van het leven te hebben beroofd. Het slachtoffer had de naam rijk te zijn. Hij heeft vele jaren in Zutphen een brand- stoffenzaak gedreven. Ruim een jaar ge leden is hij uit de zaak getreden. Hij is toen op kamers gaan wonen bij een familie, die zich later in Enschedé vestigde. Met dit gezin hield de heer B. nog steeds contact en voor een bezoek aan deze familie ver toefde hij in Enséhedé. Vele Eerste Kamerleden zien er weinig heil in In het Voorlopig Verslag der Eerste Ka mer over de begroting van Justitie stellen vele leden de vraag of de bestrijding van regeringswege van de clandestiene speel- gelegenheden en de zo genaamde voetbal pools tot de gewenste uitkomsten heeft geleid. Gaarne zouden zij vernemen, hoe- vele strafvervolgingen er zijn ingesteld sedert de minister zijn ambt heeft aan vaard. Voorts vroegen zij, hoeveel veroor delingen daarop zijn gevolgd. Deze Kamer leden twijfelden aan het nuttige effect van het politiële en justitiële optreden, aange zien dit kennelijk niet kan voorkomen, dat een organisatie, welke de voetbalpool ver hult in een juridisch blijkbaar onaantast bare vorm, openlijk haar gang gaat. Deze leden zouden de voorkeur geven aan een regulering van de speelzucht indien dit in maatschappelijk verantwoorde vormen kon geschieden boven een optreden van de justitie, dat tot machteloosheid is ge doemd en tot clandestiene wantoestanden aanleiding geeft. ADVERTENTIE DEMONSTRATIE 9-6 uur het nieuwe verende matras dek Beddenafd. De Tijdgeest Bilderdijkstraat 73-87 Amsterdam DONDERDAG 28 FEBRUARI Stadsschouwburg: AVRO-tournée, 8 uur Concertgebouw: Don Kozakkenkoor, 8 uur. Frans Halsmuseum: Concert Bertje Dave- laar, 8 uur. Spaarne: ..De spookruiters", 14 jaar 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Lord Wan hoop", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: .Teresa", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Palace: i.Kim", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Luxor: En rico Caruso, alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Er kwam-een vreemdeling", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „The third -man", 8.15 uur. VRIJDAG 29 FEBRUARI Stadsschouwburg: „Arsenicum en oude kant" (Verenigde Spelers), 8 uur. Concert gebouw: Concert H.O.V., 8 uur. Minerva: 2.30 en 8.15 uur. Rembrandt en Palace: 2, 4 15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Spaarne: 2.30, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur. gerechtshof te Amsterdam een verzoek om buitenvervolgingstelling heeft gericht en dat het hof dat verzoek na een uitvoerige behandeling van de hand heeft gewezen? zo vroegen zij tenslotte. Ettelijke leden hadden akte genomen van 's ministers verklaring, dat hij geen bezwaar heeft tegen overlegging van de dossiers betreffende de zaken-Menten en -Schallenberg aan de Vaste Commissie voor Privaat- en Strafrecht uit de Tweede Kamer. Deze leden zouden het op prijs stellen, indien ook de Eerste Kamer kennis zou kunnen nemen van de bedoelde dos siers. Nadere mededelingen van minister Staf Minister Staf heeft in een Memorie van Antwoord over zijn begroting nog enkele mededelingen gedaan over de zaak-Van der Putten. In Indonesië werd door de Bond van Burgerpersoneel in Militaire Inrichtingen, van welks bestuur de heer Van der Putten deel uitmaakte, verschillende keren opge treden tegen bepaalde misstanden en werd de autoriteiten kennis gegeven van ver meende onregelmatigheden. Ook later heeft de heer Van der Putten verschillen de keren rechtstreeks of door bemiddeling van anderen zich geuit omtrent in Indo nesië plaats gehad hebbende vergrijpen. De minister neemt hierbij aan, dat de heer Van der Putten werd gedreven door de overtuiging, tegen de misdaad te moeten strijden. Hij moet echter vaststellen dat dit niet steeds op tactvolle wijze geschiedde. Het is niet de bedoeling van de minister te suggereren, dat de heer Van der Putten zou hebben moeten nalaten zijn beschuldi gingen te uiten, maar hij meent wel, dat in sommige gevallen namen zijn genoemd waardoor zonder voldoende grond personen in een ongunstig daglicht zijn gesteld. In dien ook de malversaties in Indonesië na der zouden kunnen worden onderzocht, zou kunnen worden vastgesteld, in hoe verre de geuite beschuldigingen juist waren. Hoewel de minister dus enerzijds meent, dat de heer Van der Putten in sommige ge vallen te ver is gegaan, meent hij ander zijds, dat deze door een innerlijke overtui ging werd gedreven. De minister vond geen aanleiding de aanbeveling van het rapport-Zaaijer om de heer Van'der Putten uit de dienst van het departement te ver wijderen, over te nemen. Minister Staf zegt in zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over zijn begroting, niet van mening te zijn dat in het afgelopen jaar door defensiemaatrege len grote schade aan het land en zijn be volking is berokkend. Hij wil gaarne tot uiting brengen dat hij de zorg van enkele Kamerleden voor cultuurgrond en natuur schoon van harte deelt. Een afweging van de belangen van het toeristenbedrijf en die vari de huisvesting van militairen, zal naar het inzicht van de minister niet tot een ongunstige uitkomst leiden. Niettemin meent hij, dat in het bijzonder de aanwij zing van recreatiegebied tot oefenterrein met de grootste zorgvuldigheid dient te geschieden. Hij is van oordeel dat thans het ogenblik nabij is, dat de schaarste aan recreatieterreinen geen aanwijzing van nieuwe oefenterreinen meer zal gedogen. De minister zal bevorderen dat oefenter reinen, die tot nu toe voor het publiek waren afgesloten, voor recreatiedoeleinden worden opengesteld. Het nieuwe stadhuis van Den Haag nadert zijn voltooiing. De K.L.M. maakte deze luchtfoto van het markante bouwwerk. 99 Of Haarlem in de zeventiende eeuw een „Muziekcollege" gehad heeft, zoals Utrecht, Arnhem en Leeuwarden, is niet met zeker heid te zeggen. Maar als we in een Haar lems liedboekje van 1643 een „Lofghe- sangh ter eeren de Musijk ende de Müsi- canten" ontmoeten een gedicht dat de indrukken van zo'n gezellige „musijck- camer" behelst, dan geeft dit toch wel reden om te veronderstellen, dat Haarlem eveneens zijn muziekcollege rijk was. Trouwens, het volkomen ontbreken daar aan is haast ondenkbaar in een stad, die toenmaals een Joh. Albert Ban en een Ty- men Padbru'e twee muzikale gang makers van betekenis onder haar in woners telde. Van dit problematische ge zelschap uit vervlogen tijden bezitten wij nu een werkelijk bestaande opvolger in het kleine instrumentale ensemble, geslicht en geleid door André Kaart, onder de naam „Die Haerlemsche Musyckcamer". Dit is een naam die door zijn archaïsche klank en spelling onvermijdelijk naar het verle den wijst echt of gefingeerd en daar mee eigenlijk ook consequenties stelt, na melijk om een zeker historisch verlangen te bevredigen en zich verder te onthouden van romantische of moderne muziek. Het is dus heel natuurlijk dat „Die Haerlem sche Musyckcamer" voor het publiek komt met programma's van Barokmuziek, die men tijdens de hoogbloei van de romantiek schimpend de „pruikenstijl" dorst te noe men, doch die geleidelijk, met de opgang en de erkenning van Joh. Seb. Bach, zijn ADVERTENTIE BEHOEFT NIET TE WACHTEN DAT BRILLEGLAS IS ZO GEREED BIJ GR. HOUTST R. 137 waardige plaats in het muziekleven her overd heeft. Doch als men dit terrein vol komen verantwoord wil bewerken en een specialiteit wil maken van de stijlproble men die zich er zich in massa voordoen, dan komt er nog heel wat bij kijken en kunnen ernstige amateurs er rijkelijk hun vrije tijd aan besteden. Het concert, dat Woensdagavond in de tuinzaal van het Concertgebouw gegeven werd, begon met een „Treursymphonie" voor strijkers en continuo van Pietro Lo- catelli, muziek vol verrassende flitsen, die zeer bevredigend tot klinken werd ge bracht. Men vertolkte ook een „Concerto Grosso" van de Hollandse componist Pieter Hellendaal, dat het beluisteren dubbel en dwars waard was, hoewel het ons voor kwam dat het langzame deel meer inner lijke kracht moet hebben dan uit de inter pretatie bleek. Ook waagde men zich en niet zonder succes aan het Derde Brandenburgse Concert van Bach. Jo Vincent werkte mee als soliste. Een Salve Regina" van Pergolesi, in cantate- vorm, met strijkorkest en continuo, bleek een zeer geschikte opgave om de reine, objectieve klank van haar stem in al haar charme te laten horen. Het 'hoofdnummer van de zangeres was echter de Italiaanse wereldlijke cantate „Non sa che sia dolore" van Bach, waarin zij vooral met haar twee grote aria's verrukkelijk mooie en expressieve zangkunst ten beste gaf. De instrumentale bezetting (fluit, strijkorkest en continuo) speelt, zoals drt steeds bij Bach het geval is, een belangrijke rol. Henk de Graaf vertolkte zijn obligaat-fluitpartij met vereiste lenigheid, maar zijn geluid verdronk vaak in dat der strijkers. Het juiste evenwicht inzake begeleiden werd door André Kaart nog niet bereikt. Overi gens wordt zijn directie bewuster en rusti ger. Het publiek toonde veel waardering voor de uitvoerenden, waaronder ook de clave- ciniste Gertrude Maclaine en het Concer tino van het orkest. Een speciaal compli ment verdiende het orkest voor de uitvoe ring van de sinfonia der Bach-cantate, een zeer belangrijk en fris stuk in Italiaanse stijl. Al met al mag deze avond onder meer geprezen worden om de goede smaak waar mee André Kaart zijn programma samen stelde. JOS. DE KLERK. De heer H. N. Smits, oud-Haarlemmer, viert 1 Maart zijn 25-jarig jubileum als hoofdredacteur van het Nieuw Noordhollands Dagblad te Hoorn. Op die dag wordt hij tijdens een receptie gehuldigd. NEW YORK (AFP) Woensdag zijn dr. J. H. van Roijen, Nederlands ambas sadeur in de Verenigde Staten, en mr. J, Visser, chef-protocol van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken, per vliegtuig uit New York naar Amsterdam vertrokken om het bezoek van Koningin Juliana en Prins Bernhard aan de Ver enigde Staten nader te regelen. Dr. Van Roijen verklaarde bij het ver trek, dat de Koningin en de Prins zich per vliegtuig onmiddellijk naar Washing ton zullen begeven. Pas later zullen zij New York bezoeken. Het bezoek van het koninklijk paar, dat op 2 April zal beginnen, zal ongeveer veertien dagen duren. De rijstpellerlj van Wessanen te Wor- merveer zal in Mei worden stopgezet. De directie heeft, naar zij mededeelt, dit besluit genomen omdat Nederland niet meer be schikt over Indonesische produel en die als handelsobject kunnen worden gebruikt. De rijstpellerij was ongeveer 120 jaar in bedrijf. Door de sluiting zal 80 a 90 man van het 150 man tellende personeel worden ontslagen. mi. In de houding van admiraal C. Turner Joy, de leider van de wapenstilstandsdelegatie der UNO in Korea, schijnt zich de afmat ting van de zich traag voortslepende Pan- moendjom-besprekingen te weerspiegelen. De admiraal begeeft zich naar een tent in het kamp der verbondenen tijdens een pauze in de onderhandelingen. ADVERTENTIE Ie Dag opening 14 uur 29 FEBRUARI t/m 9 MAART Geopend van 10-17 en 19-22 uur ENTREE 1.50 1NCL. BEL. RAI-Gebouw Amsterdam Het leven is geen lach ge moet moet wel eens de nauwe schoenen van de ernst aan trekken en er op uit stappen om dingen recht te zétten. Het is verleidelijk om te denken: Wie morgen leeft, moet mor gen maar zorgen dat hij nog overeind staat maar daar komt ge er niet altijd mee. Op zekere momenten moet ge de serieuze dingen van het leven hun eer geven en u bezadigd ermee bezig houden. Onze neef daar in het Zuiden moet eens op zijn nummer worden gezet. Hij is er een van het soort: klinkt het niet dan botst het, maar ge kunt dat niet altijd door de vingers zien. Hij krijgt een ferme brief op zijn ontbijttafel waarin hij lezen kan dat ik hem eens de man tel zal komen uitvegen. En dat hij moet zorgen aan het station te zijn. Hij is aan het station, hij staat er met een uitgestreken ge zicht naar mij te zien als ik uit de trein kom. Het is wat druk vandaag, zegt hij, maar dat komt omdat er een beetje feest in de stad gehouden wordt, om zo te keggen. Daar moet ge maar niet op letten. De mensen hier zijn wat uit hun gewone doen. Een beetje feest. Ge loopt daar met neef het station uit om in een bus naar zijn huis te rij den. Een bus? Als er een bus geweest was zou ze zijn platge trapt. Het is gelijk een mieren hoop waarin een steen geval len is. De mensen kluwen aan elkander tot een bonte, wrie melende massa van lachende gezichten, met een woud van rare kleine hoedjes en papie ren toeters erboven. Van alle kanten golft het lawaai van muziek en geschreeuw als duizend losgebroken lawines over ons heen. Een beetje feest, zegt neef, en we moesten er maar niet opletten. Zoals ge er maar niet op moet letten als ge onder een sneltrein komt. Het kan zijn dat de mensen hier een beetje uit hun ge wone doen zijn, zeg ik, maar als ik het geweten had zou ik over een week gekomen zijn. Want ik moet een ern stig woordje met u wisselen en daar zal nu niet veel van komen. Dat neem ik aan, zegt neef, en sindsdien heb ik hem niet meer teruggezien. Ik ben daar ergens in een klein zaaltje te land gekomen, een mensenpakhuis zoudt ge het kunnen noemen. Er hangen kleurige slingers aan het pla fond en ergens achter de muur van hossende, aaneengestren- gelde mannen en meiskens moet een orkest zitten, want het gebrul en het gehos heeft een zekere maat, waar een ko peren bastoeter niet vreemd aan kan zijn. Het is niet plezierig .wanneer ge in uw gewone doen bent temidden van duizend vrolijke mensen die er uit zijn. En er is geen ander middel dan zo snel ge kunt er eveneens uit te ra ken. Het gaat hier gemoedelijk en vlot toe, ons kent ons, ge neemt een glas van een vol presenteerblad dat aan uw neus voorbij zweeft met een kellner er aan, betalen komt wel. Of het komt niet, dat is ook mogelijk, want er zullen wat mensen de deur uit moeten voordat ge bij uw portemon- naie kunt geraken. Een beetje feest. Hier staat een stad op haar kop rond te draaien, ge draait maar mee in de hoop uw neef nog ergens tegen te komen. Ge drinkt voor de dorst en ge krijgt er nog meer dorst van, zodat ge nog meer drin ken moet, en ge kunt niets anders te pakken krijgen dan schuimend bier. Dan maar bier, al zijt ge er nooit een liefheb ber van geweest. Ge moet toch mee aan doen, anders zullen ze denken dat ge gekomen zijt om te zedepreken. Ge kunt zeggen wat ge wilt van het Zuiden, maar waar halen ze daar die schone meis kens vandaan? Ze moeten er een receptje op weten, want waar ge kijkt ziet ge glanzen de ogen in alle tinten, de blo zende wangen en de lippen als grenadine. Eén is er bij, die heeft een diadeem op als een koningin. Ze is in het zwarte fluweel met goud, dat kleurt bij haar haren als een avond hemel bij de melkweg. Neef is niet te bekennen, en ge moet toch wat doen. Ge zet uw hoed ondersteboven op en vraagt of zij dansen wil. Ge hadt kunnen vragen of zij léven wil. Ge danst, en ge denkt dat het geen kunst is in deze mallemolen. Ge omvat een slanke fluwelen leest en ge kijkt in de onein digheid van plezante ogen, die u vastplakken en meenemen. Niet naar de eeuwigheid, maar naar het tafeltje met pa. Pa zit in een hoek haar stoel vrij te houden en bier te drinken om de volle glazen niet over zijn jas te krijgen. Pa heeft een ge zellige paarse feestneus op, dat is weer eens wat anders, het is een vrolijke baas. Ge moogt zijn dochter op uw knie laten zitten, en langzamerhand komt ge alles van die twee te weten. Zij zijn andere mensen dan gij. Zij kunnen op hun tijd feest vieren dat er de stukken af vliegen en toch nog heel thuis komen. Er wordt eeuwige vriendschap gezworen en ge denkt aan geen neef meer. Het is plezierig met dit Carna valsfeest de nacht in te zeilen als een stuurloos schip, zigzag- koersend op een zee van vro lijkheid en met als bakens twee schitterende ogen aan bak- en een feestneus aan stuurboord. Tegen de morgen zullen we wel verder zien. Het is een vreemde stad in die morgen, waar de feestvreugde is weggevallen tussen de straatstenen en ernstige men sen hun werk gaan doen alsof er niets gebeurd is. Het kan zijn dat ge alles maar gedroomd hebt maar het is moeilijk om bij het ontwaken nog een mal hoedje op uw hoofd te hebben, wanneer ge het in een droom hebt opgezet. Zo wankelt een vreemdeling naar het station,-dat er nog net zo uitziet als gisteren. En ge valt in een derde-klas neer met een houten hoofd, om wat te slapen. Maar als ge uw ogen weer opendoet is het of de droom is teruggekomen. Ge kijkt in twee blauwe oneindigheden van ogen, ge ziet gouden haar waarop een diadeem gestaan heeft. En naast haar zit pa, met zijn feestneus nog op. Ge lacht, ge buigt, ge staat op, ge denkt aan de eeuwige vriendschap aan stuur- en de schuchtere kus aan bakboord. Maar het is een beetje vreemd dat zij stil en star in de lucht blijven kijken. En dat zij met deze trein meereizen naar het kille Noorden, waar iedereen in zijn gewone doen pleegt te zijn. Het zal misschien de koude ochtend wezen? Of dat zij nog teveel slaap hebben? En ge zegt met een brede lach: Het wordt nu tijd dat ge die feest neus eens afzet, pa. Ze kijken elkander aan met minachtende schouders-om hoog en zien dan uit de hoog ste hoogte ijzig op mij neer. De schone dochter keert zich grim mig naar het raam en pa zegt langs zijn paarse neus heen: Wij wensen niet lastig geval len te worden door onbeleefde vreemdelingen. Misschien is het hier bij u in het Zuiden de gewoonte elkander voor de gek te houden, bij ons in het Noorden is het dat zéker niet. En ik h e b geen feestneus op. J. L. Dr. Jane de Iongh, Maria van Hon garije, dl II: Machteloos gezag Em. Querido, Amsterdam. Wie het eerste deel van dr. Jane de Iongh's boek over Maria van Hongarije niet gelezen heeft, zoals deze recensent, kan niettemin genoegen en profijt trekken uit de lezing van het tweede. Het beschrijft het leven van Maria in de tijd dat zij voor keizer Karei V regentes was over de Nederlanden, van 1531 tot 1555. Een biografie is het eigenlijk niet: niet in de eerste plaats een copie van een verloren persoonlijkheid volgens de aanwij zingen, die ons nog ter beschikking staan; daar biedt deze regentes ook niet veel kans toe, zij komt beter en duidelijker tot haar recht in een beschrijving van vorstelijke werkzaamheid, zoals dr De Iongh die geeft. Men ziet tenslotte toch wel iets van het karakter van deze vrouw, die steeds harder en sterker werd in de strijd met al de be dreigingen van het keizerlijk gezag op een van de zwakste punten van het veel te grote en verspreide Habsburgse rijk en die 24 jaar lang zowel zichzelf als de Nederlanden offer de aan „een zaak zonder toekomst". Het zou makkelijk zijn een aantal histori sche problemen te noemen, die ten bate van de wetenschap een wel wat uit voeriger behandeling hadden moeten ont vangen; men ziet daar van af, niet alleen omdat voor de schrijfster zelf het verhaal van de gebeurtenissen kennelijk het belang rijkst is, maar nog meer omdat dat verhaal zo natuurlijk loopt, dat het zichzelf recht vaardigt. S. M. ADVERTENTIE Eerste manier: Zing een toont ie lager en ga over op een andere kwaliteit, die minder kost. Maar prettig zult U dat wel niet vinden, want waar blijf je, als je ook op dat kleine dagelijkse ge noegen van een lekker kopje koffie moet gaan be knibbelen? Tweede manier: Houd U aan de beste koffie die er te krijgen is. Neem voortaan De Gruyter s Roodmerk met 10 korting. Dat scheelt U ruim 20 cent op een half pond en U hebt bo vendien de luxe van de geurigste koffie die U zich denken kunt't Is maar een weet! 520228 Te Parijs is Dinsdagavond meegedeeld dat nieuwe proefnemingen zullen worden gedaan, om na te- gaan of de 52-jarige Marie Besnard inderdaad de elf haar ten laste gelegde moorden door arsenicumver giftiging heeft gepleegd. Er zal een haar van elk der elf stoffelijke overschotten worden genomen, dat in de Franse atoom- splijtoven aan een bombardement door neutronen zal worden onderworpen. Indien zich arsenicum'in het haar bevindt, zal het radio-actief worden, hetgeen door een geiger-instrument zal worden geregi streerd. Indien arsenicum wordt aangetroffen, zal de afstand, waarop dit zich van de haar wortel zou bevinden, deskundigen in staat stellen uit te maken op welk tijdstip voor het intreden van de dood de vergiftiging geschiedde, daar zich. binnen een dag na een vergiftiging, arsenicum aan elke haar wortel afzet. Indien een vergiftiging in stadia plaats vond, zullen de deskundigen, aan de hand van de plaats waarop de ar- senicumsporen worden aangetroffen, kun nen aangeven wanneer elke dosis werd toegediend. Door het doen van deze proefnemingen wordt voldaan aan de door de verdedigers van Marie Besnard gestelde eis dat de data zullen worden opgegeven, waarop zij haar slachtoffers zou hebben vergiftigd, opdat de beklaagde in staat zij rekenschap te geven van hetgeen zij op deze data heeft gedaan. De verdedigers voeren aan dat zich in de grond van het kerkhof te Loudon, waar de elf overledenen ter aarde zijn besteld, ar senicum bevindt, zodat dit zich in alle al daar aangetroffen stoffelijke overschotten zou moeten bevinden. ADVERTENTIE TEL AVIV (Reuter) Woensdag heeft de premier van Israel, David Ben Goerion, in het parlement meegedeeld, dat Israel Rus land heeft verzocht emigratie van Joden toe te staan. Ben Goerion verklaarde, dat het verzoek was vervat in Israels antwoord op een Sovjet-Russische nota van 8 Decem ber, waarvan hij Woensdag de inhoud in het parlement bekendmaakte. De Rusische nota ging over het voorge stelde commando voor het Midden-Oosten. Israel heeft geantwoord, dat het niet tot een dergelijk commando is uitgenodigd en derhalve geen standpunt heeft bepaald. Israel zou nimmer deelnemen aan aggressie jegens de Sovjet-Unie of welk ander land ook. Israel heeft voorts meegedeeld, dat er geen buitenlandse bases in het land zijn. Wat de emigratie van Joden uit de Sov jet-Unie betreft, zegt Israel in de nota, -ekjt de terugkeer van Joden naar Israel de laasis van Israels bestaan is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 5