De stations in Haarlem De geschiedenis van een wraak -Clowntje Riek Zandvoort Haa riem merrn eer Lisse Hillegom Bennebroek Aerdenhout Heemstede „Onderhandelingen in Korea verzwakken ons" 4 Klaverjasclub „De Kroon" Bridge-drive ten bate der Glara-stichting Zwem cl ub „De Zeeschuimers" Bloembollencultuur Ghr. Historische kiesvereniging Schooljeugd en hyacinten Sluitende begroting goedgekeurd Jaarvergadering Wijkverpleging Voor de kinderen Vice-admiraal Joy Amerikaanse millionnair als „communisten- beschermer" FEUILLETON door JOHN HENRY MACKAY Herinneringen aan feiten die 45,85 en 110.jaar geleden plaats hadden Meerderjarigheid van de koning Bussum financiert woning bouw uit eigen middelen Tot besluit van het klaverjasseizoen houdt de klaverjasclub „De Kroon" een nederlaag- tournooi in café-restaurant „De Kroon" aan de Stationsstraat. Het tournooi zal worden gehouden op door de deelnemende clubs nog nader te bepalen data in Maart. De Zandvoortse bridgeclub houdt een bridge-drive op Zaterdag 15 Maart in hötel Keur. De opbrengst zal worden afgedragen aan de Clara-stichting yoor aanschaffing van een film-projector. LEDENVERGADERING „ZANDVOORT- MEEUWEN" „Zandvoortmeeuwen" houdt een buiten gewone ledenvergadering op Maandag 10 Maart. Voorzien moet worden in vacatures door het tussentijds bedanken van de be stuursleden J. Weber en C. Zwemmer (com missarissen). De Zandvoortse zwemclub „De Zeeschui mers" hield Donderdagavond in gebouw „Zomerlust" een propaganda-bijeenkomst. De heer Joh. M. Schmidt, propagandist van de K.N.Z.B. verton.de enkele interessante zwemfilms uit het archief van de bond, die door de aanwezigen met grote aandacht wer den gevolgd. Verder was de avond aan pro paganda voor de thans ruim anderhalf jaar bestaande vereniging gewijd. Uit enkele toe spraken van bestuursleden bleek, dat de ver eniging nu ruim 200 leden telt, na verschil lende ups en downs te hebben meegemaakt. Dit aantal neemt in de zomermaanden toe tot ruim 400 leden, wanneer in „Riche-bad" geoefend wordt. BURGERLIJKE STAND GEBOREN: Maria Johanna Carolina, d. van H. L. C. Lansdorp en B, M. Duijts; Fran- ciscus Otto, z. van A. Meens en H. B. S-too- velaar; Yvonna, d. van L. Bakker en A. Riphagen; Klara Adriana Carla, d. van J. van der Molen en E. Koper. ONDERTROUWD: F. A. Zandvoort en C. Veerbeek. GEHUWD: J. H. van Zadelhof en A. W. van Sooiingen; J. J. Devies en E. van Zeijl. OVERLEDEN: B. Hoogendijk, 88 j„ echt genoot van C. Kuit; S. Korenstra, 95 j., we duwe van J. Blij; H. Kalshoven, 69 j., we duwnaar van M. A. v. Kouwenberg. 25 jaar „Pro Rege" De afdeling Vijfhuizen van de Neder landse Militaire Bond „Pro Rege" bestaat dit jaar 25 jaar en dank zij dit zilveren jubileum had de jaarvergadering die gisteravond in het jeugdgebouw der Geref. Kerk werd gehouden, een feestelijk tintje. De voorzitter, de heer A. C. Brörens (die met de tweede voorzitter, de heer C. Lod der, sedert de oprichting deel van het be stuur uitmaakt), gaf in zijn openingswoord in het kort de geschiedenis van de afdeling weer en vertelde hoe hij tijdens de eerste samenkomst in April 1927, behalve de twee genoemde personen, ook ds. N. Diemer en de heren P. van Tol (beiden overleden). G. Bakker en D. Middelkoop zitting in het be stuur hadden. Als spreker trad op de heer J. Vegter uit Utrecht, dfstriéts-commissaris van „Pro Rege" voor Noordhplland en Utrecht. Door de vergadering werden de beide jubilarissen, de heren A. C. Brörens en C. Lodder, die aftredend waren, bij acclama tie in het bestuur herkozen, naarna zij na mens de afdeling door de heer G. Klomn werden bedankt voor het vele werk, dat zij verrichtten. BURGERLIJKE STAND VAN HAARLEMMERMEER GEBOREN: Marretje. d. van C. Eesermond en D. F. v. d. Linden: Hermanus Wilhelmus, z. van J. J. Poland en B. A. Kooijman; Ma rion. d. van H. C. J. Bruessing en H. Ba- rendsen; Dymphina Jeanne, d. van D. C. Deutekom en A. J. Blonden: Cornelia, d. van D. J. G. Krijger en M. de Ruijter: Gerard, z. van J. de Vries en G. Stevens; Wilhelmus Jacobüs. z. van N. J. Bouwman en A. G. Jak; Pieter Manfred, z. van B. Meijer en E. E. Hamelink: Arie Cornelis Johannes, z. van G. v. Zanten en A. P. v. Oostende: Marianne Johanna, d. van W. Pronk en J. de Kok: Maaike, d. van H. Riesebosch en E. A. Salen- tijn; Marffaretha Johanna, d. van F. K. Mes man en C. M. v. Bentheim- Clazina Petro- nella Elisabeth, d. van C. Nieuwenhuiise en C. Schalk: Gerbert Jacob, z. van C. Rebel en A. C. Hoogvliet: Theodora Cornelia Petro- nella Maria, d. van P. A. Mollars en C. J. v. Haastrecht: Jacob, z. van C. H. Kattenherc en E. Schutte; Cornelis Petrus, z. van C. de Vlieser en J. M. v. Schie; Gerrit Roelof, z. van H. Oort en C, Kardol: Gerry Maaike, d. van G. Tanis en C. Roffel. ONDERTROUWD: Arie van der Stelt en Cornelia Koolhaas; Cornelis Marinus de Schinper en Hendrika Schalk: Johan Florus ten Veen en Maartie van Vuren; Jacob Koop- mans en Johanna Prins; Pieter Kalverda en Dirkie Alida Hartman, GETROUWD: Adriaan Jan Mechielsen en Laurentina Maria van den Berg; «Willem Jo- hannis Vriesman en Sientje Dolieslager: Jacobus Goudriaan en Adriana Groenewoud. OVERLEDEN: Hendrikus Cornelis Wesse- lius, 17 j. z. van J. W. Wesselius en J. J de Blaeij: Abraham Vereouw, 78 j„ wedn. van J. C. M. Raaphorst: Wilhelmina de Haas. 69 j„ wed. van H. Oudshoorn: Lambertus Ge- rardus Theodorus, 2 j. z. van T. A. B. Pouw en J. M. Castelijn; Karei Marinus Hendrik Kobus, 53 j.. e. van E. C. Nuberg; Elsa Cor nelis, 4 mnd., d. van A. ter Averst en E. F. H. Vleugels. De afdeling Lisserdijk van de Algemene Vereniging van Bloembollencultuur verga derde Donderdagavond in de zaal Faas. De heer P. G. Balkenende, hoofdassistent van de rijkstuinbouwschool hield een lezing over schuurverwarming bij de kleine kwekers. Spreker besprak in de eerste plaats de slechte kolenpositie en besprak vervolgens verschillende verwarmingssystemen. Met voorbeelden toonde hij aan op welke wijze het verbrandingsproces plaats vindt en de ontstane warmte het meeste profijt oplevert, met een bezuiniging van 10 tot 30 In de Nederlands Hervormde kleuterschool hield de Christelijk Historische Kiesvereni ging haar jaarvergadering onder voorzitter schap van de heer De Vries, die in zijn openingswoord releveerde de onrustige poli tieke toestand zowel in het buitenland als in het binnenland. Ook in de gelederen van de C.H.U. is enige onrust. Dit vindt mogelijk haar oorzaak in de Indonesische kwestie. De aftredende bestuursleden de heren A. Marseille en L. Tanis werden herkozen. Hierna werd de candidatenlijst voor leden van de Tweede Kamer besproken. Drie af gevaardigden werden benoemd voor de groepsvergadering te Rotterdam. De heer W. v. Blitterswijk gaf een over zicht van de wijze waarop men dacht de propaganda te voeren voor de komende ver kiezingen. In de zaal Sistermans wordt tot en met Zaterdagavond een tentoonstelling gehou den van de prestaties op het gebied van het broeien van hyacinten van de Hillegomse schooljeugd. Twaalf scholen hebben mee- gedongen naar een wisselbeker, die dit jaar door de Christelijke Burgerschool op de Johannes-school werd veroverd. Het is de tweede tentoonstelling die de vereniging Floralia heeft georganiseerd. Men heeft ge tracht de aantrekkelijkheid te verhogen door de werkstukken op te stellen van de leerlingen van de bloembindcursus. Een nieuwigheid is de soortenkennis- wedstrijd. Voor in de zaal staat een aantal hyacinten onder naam opgesteld, die men goed in zijn gedachten moet opnemen, want iets verderop staan dezelfde variëteiten on der nummer, die men de juiste naam moet geven. Geen gemakkelijke opgave. De voorzitter, de heer F. Schlamann, wees in zijn inleidend woord op het streven van de vereniging. Het bijbrengen van de liefde voor de natuur aan de jeugd en als logisch gevolg daarvan het bestrijden van de bal dadigheid. De burgemeester van Hillegom, jhr. mr. dr. O. F. A. H. v. Nispen tot Pannerden, zag nog een voordeel in dit werk en wel het kweken van liefde voor het bloembollen vak, dat deskundig personeel steeds meer zal kunnen gebruiken, omdat het steeds gecompliceerder wordt. BURGERLIJKE STAND VAN HILLEGOM GEBOREN: Apolonia Maria, d. van C. J. Th. Vesseur en W. M. Luas; Susanna Maria, d. van J. A. van Felius en S. M. Jager; Maar- tje, d. van G. van der Jagten H. van Nistel- rooij: Fernan Gerard, z. van C. J. Siecker en F, M. A. Ledus; Johannes Jacobus, .z, van Th. M. Schiif en A. J. Siecker: Cornelia Theodora Maria. d. van P. J. Walraven en M. A. van Rooden ONDERTROUWD: J. Schniedewind en C. van Blitterswijk. OVERLEDEN: Cornelis van Beek. m., 60 j.; Elizabeth Keijzer, vr., wed. van H. K. Spilker, 85 j. GETROUWD: A. van Andel en J. J. A. Zirkzee. Gemeenteraad Bennebroek Donderdagavond vergaderde de Benne- broekse gemeenteraad. De oproep voor een nieuw schoolhoofd aan de openbare lagere school heeft 66 sol licitanten opgeleverd waarvan er 14 op een lijst worden geplaatst, waaruit een voor dracht van drie zal worden gemaakt. Aan de raadsleden werd een brochure overhandigd over de bescherming van de burgerbevolking bij het onverhoopt uitbre ken van een nieuwe oorlog. De voorzitter gaf omtrent de voorgenomen maatregelen een niet bepaald optimistische beschou wing. De gemeenschappelijke regelingen met Heemstede inzake de technische dienst en de straatverlichting die ook dit keer weer duurder is geworden (ƒ4200) kon moeilijk het enthousiasme van de raad krijgen en werd slechts schoorvoetend aangenomen. Met enige salarisbesluiten ging het wat vlotter, doch met de onderwijsbesluiten. waarbij een voorstel was van B. en W. om de gemeentelijke bijdrage per leerling van de bijzondere scholen op 30 vast te stel len, kwam een gedeelte van de Protestants christelijke groep in verzet. De heer E1- g e r s m a verzocht met nadruk om dit be drag tot 34 te verhogen, waartegenover de wethouder J. v. Li erop (K.V.P.) stelde dat de besturen der beide Katholieke scholen hebben verklaard, met 30 rond te kunnen komen. De heer Hoogendoorn meende dat dit niet ter zake deed, maar dat het hier een kwestie van recht gold. Met 7 tegen 4 stemmen werd het voorstel van B. en W. aangenomen. Daarna kwam de gemeentebegroting aan de orde die met een totaal bedrag aan in komsten en uitgaven sluit met een bedrag van 313.825.50. Daaronder is een post onvoorziene uitgaven van 4000 en om de begroting sluitend te maken wordt uit de reserve een bedrag genomen van 6.714.32. De heer Breek (K.V.P.) was het enige raadslid dat algemene beschouwingen hield en stelde vast, dat de begroting er niet on gunstig uitziet. Hij miste echter plannen voor de woningbouw, drong aan op invoe ring van de schooltandartsendienst, wenste de doorlichting van de ambtenaren, die elk jaar moet geschieden, uit te strekken tot de gehele bevolking en informeerde ten slotte naar de mogelijkheid dat de speeltuin dit jaar nog zal worden 'aangelegd. Wat de woningbouw betreft, kon de voorzitter mee delen dat er wel degelijk plannen zijn maar geen geld. Nadat de raad een voorstel van de heer Lommerse (K.V.P.) had aangenomen om de vergoeding voor de beide wethou ders te verhogen tot 400 per jaar, werd de vergoeding voor de raadsleden vast gesteld op 6 per zitting. Daarna kwam het herziene uitbreidingsplan nog eens ter tafel, dat nu ter visie zal worden gelegd en waar over na drie maanden een beslissing dient te worden genomen. De begroting werd goedgekeurd. BURGERLIJKE STAND GEHUWD: J. C. de Kanter en J. L. C. v. Essen; H. Schrama en M. Kemp. OVERLEDEN: H. M. J. Onos, v., 87 j,: M. L. Heurter, m., 56 j.; W. Janisse, m„ 84 j.; B. de Blaazer, v., 84 j. In hotel „Boekenrode" te Aerdenhout werd Donderdagavond onder voorzitterschap van mr. P. J. Prinsen Geerlings, de jaarlijkse algemene vergadering gehouden van de Wijk verpleging Aerdenhout-Bentveld. Het jaar verslag van de secretaris over het jaar 1951 vermeldde een ledcnaanwas van 32 leden; de vereniging lelde eind December 602 leden. Het aantal afgelegde bezoeken door de beide verpleegsters bedroeg 7587, tegen 70G4 in 1950. Met algemene stemmen werd het voorstel aangenomen om het huishoudelijk reglement zodanig te wijzigen, dat het aantal vrije be zoeken met tien per jaar verminderd wordt en wordt teruggebracht van 30 op 20 bezoe ken. Deze wijziging was nodig als gevolg van de financiële positie, daar het bestuur een contributieverhoging minder wenselijk achtte. Het jaar 1951 sloot met een batig saldo van 4.77. In de kascommissie voor het jaar 1952 werden de heren J. E. Rozendaal en F. J. Stuurman benoemd. De aftredende bestuurs leden werden bij acclamatie herkozen. Het bestuur bestaat uit: mr. P. J. Prinsen Geerligs, voorzitter; D. Lageman, vice-voor- zitter; J. de Graaf, secretaris; P. van der Laan, penningmeester; mevrouw D. Willcmse Giese en dr. A. W. Mellema, die als waar nemend geneeskundig adviseur de plaats in nam van de arts Reurink. De wijkverpleging Aerdenhout-Bentveld heeft enige hoogtezon-apparaten, infraphil- lampen en een electrisch apparaat voor in halatie-therapie (met peniciline) aangeschaft. Tegen een geringe vergoeding kunnen de leden deze apparaten in bruikleen ontvangen. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op Woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op Donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE. „Die geweldige vis deed een sprong boven het water uit enhap!daar had hij me bij mijn broekspijp te pakken!" „Oei!" riep Bunkie. „En toen?" „Nou, ik gaf een schreeuw, want ik schrikte me 'n staartaapen ik probeerde me vast te houden aan de touwen. Maar dat lukte niet; de reuzenvis had z'n tanden stevig in mijn broek gezet en hij trok zo hard, dat ik de touwen los moest laten Ik viel van de boegspriet! En nou kun jullie me geloven of nietmaar ik kwam precies op de nek van het monster terecht, net of ik op 'n paard zat! Dat was eigenlijk maar gelukkig, want anders had-ie me vast en zeker opgeslokt, als ik in die grote bek was terecht gekomen. Maar toch was ik er niet best aan toe, want het beest zwom met 'n geweldige vaart door de golven, en ik werd meegevoerd, of ik wou of nietIk zette 'n keel op, dat snap je; maar niemand op het schip hoorde me, zeker omdat de wind zo'n herrie maakte. Maar dat was nog niet het ergste De drie keken hem met grote ogen aan. „Neewant toen de vis 'n paar rondjes om het schip heen gezwommen had, dook hij opeens naar beneden! Ik zat nog altijd op z'n nek en ik werd meegetrokken, onder water Jongens, wat kreeg ik het benauwd!" COMPONIST HENK BIJVANCK Te Heemstede is komen wonen de pianist componist Henk Bijvanck. die een groot deel van zijn leven in Wenen heeft doorgebracht, waar hij zijn studies als leerling van Franz Schmidt voltooide. Hij gaf gedurende enige jaren les aan de Wiener Sangerknaben en was tevens conrepetitor aan de Weense Volksopera. Na de oorlog vestigde hij zich te Amster dam, waar hij pianoles gaf aan het Muziek- lyceum. Bijvanck geniet een goede reputatie als paedatr'oog en repetitor van alle soorten ensemblemuziek. Aan de Weense academie speelde hij begeleidingen en gaf hij lessen in de klassen voor kamermuziek. Hij compo neerde tot dusver twee symphonieën, een requiem voor koor en orkest, een religieus ballet, vele liederen, kamermuziekstukken en concerten voor cello en piano. BURGERLIJKE STAND OVERLEDEN: J. M. van ReeuwijkEve- iein, 72 j.- P. G. CasanderTopper, 65 j.; Wed. M. Th. L. OliemansHamel. 87 j.; Wed. C. Donkersvan der Burg. 92 j.; M. J. Kroe zen, 47 j.; Wed. J. C. M. Scheffervan Ams- rongen. i.; P. van der Eem, 79 j. GEHUWD: P. Th. van der Velden en W. G. Leuven: A. Aardewijn en E. Elbersen; G. H. Bernhard en C. H. Groenhuijzen; P. H. Flohil en A. J. Boersma. GEBOREN: Elisabeth Josepha Maria, d. van G. J. Nelissen en J. M. M. Hendrix: Her man Antonius Maria, z. van J. Ch. M. Thun- nissen en C. M. D. Timmermann; Wilhelmina Augusta, d. van P. J. Buijs en H. M. Th. Koch: Cornelis Adrianus Maria. d. van W. G. van Haas:eren en A. H. M. Moers: Dirk Jan. z. van D. Beeldman en A. Molenaar; Rinske, d. van W. Jorritsma en U. J. E. Schiiler; Margaretha Johanna, d. van Th. van Kesteren en L. Krikke; Jeannette, z. van J. Erkelens en G. Gtuivenberg. TOKIO. (Reuter) Vice-admiraal Joy, het hoofd der geallieerde delegatie, die met de stafofficieren der Noordelijken onder handelt over het sluiten van een wapen stilstand in Korea, heeft in een tegenover Amerikaanse verslaggevers afgelegde ver klaring onder meer gezegd, dat de verbon denen in de loop der onderhandelingen, die thans acht maanden hebben geduurd, hun aanvankelijke militaire voordeel hebben prijs gegeven en thans onderhandelen bij een toestand, waarin de tegenstanders el kander in evenwicht houden. Hij zeide dat de communisten van het hun door de onderhandelingen geschonken respijt gebruik hebben gemaakt om hun militaire positie te versterken. „Zouden de verbondenen thans miltaire druk willen uitoefenen om het sluiten van een overeen komst te bespoedigen, dan zouden zij dit slechts kunnen doen door het brengen van zeer zware offers onder hun eigen man schappen. En toch is het uitoefenen van militaire druk de enige wijze om het tot stand komen van een wapenstilstand te bespoedigen", verklaarde vice-admiraal Joy. De millionnair Frederick van der Bilt Field, een vriend der Amerikaanse com munistische leiders, die wegens „gering schatting van het (gerechfs)hof" tot ne gentig dagen gevangenisstraf was veroor deeld, is Vrijdag na zeventig dagen gevan gen te hebben gezeten, wegens goed gedrag op vrije voeten gesteld. Hij werd tot zijn straf veroordeeld omdat hij weigerde vra gen te beantwoorden over de herkomst van een bedrag van 260.000 dollar, waarmede borgtocht was betaald voor elf gearresteer de Amerikaanse communistische leiders. Nederlandse bewerking van C. J. E. Dinaux 11) Overigens was hij er allerminst de jonge man naar, ruzie uit te lokken. Integendeel: hij was verdraagzaam en zo zou zijn leven, zoals dat van de meeste mensen, waar schijnlijk ongestoord en onopvallend zijn verlopen, als er zich niet een incident had voorgedaan een voor hem uiterst nood lottig voorval waardoor het plotseling een- andere, tragische wending nam. Adolf Braun werd beschuldigd van ver duistering van geld. Het was nu wel geen bedrag van grote omvang, maar toch even min een onbelangrijk tekort. In zijn lesse naar werden papieren gevonden cassa- b.ons en contrölestaten, die door zijn han den waren gegaan waarvan hij de aan wezigheid op die plaats niet kon verklaren. Hij was de enige, die van deze lessenaar een sleutel bezat. Hoe was het dan moge lijk, dat deze bescheiden zonder zijn mede weten daar waren opgeborgen? Adolf Braun werd verhoord en betuigde zijn onschuld. En die papieren dan? Hij kon er geen verklaring van geven. Hij was onschuldig. Men geloofde hem niet, onder vroeg hem opnieuw, voelde hem, zoals het heette, „flink aan de tand", gaf hem in overweging, in zijn eigen belang, nu maar te bekennen en Braun zweeg: hij had niets anders te zeggen dan dat hij on schuldig was. Na een vrij langdurige preventieve hech tenis kwam de zaak voor. Adolf Braun ver dedigde zich slecht, zijn advocaat (een broekje nog, zonder ervaring, die hem was toegewezen omdat hem de middelen ont braken er zelf een te nemen) deed het nóg slechter. Op de vraag, wat hij nog tot zijn verdedi ging wenste aan te voeren, wist hij niet anders te antwoorden dan dat hij onschul dig was onschuldig. Jawel, dat had hij al genoeg keren beweerd; maar de pa pieren! Papieren in zijn lessenaar, waarvan hij alleen de sleutel had. Als de verdachte daar nu eens een aannemelijke verklaring voor kon geven, dan zou er reden zijn te gaan geloven datMaar nu! Hij moest toch zelf zo langzamerhand gaan inzien dat Ik ben onschuldig. Meer dan dat kon hij niet over zijn lippen krijgen. Alleen de gedachte al, dat men hem voor een dief kón houden, verlamde hem. Zo was het destijds ook op school gegaan. Men geloof de zijn woord niet. Dat gevoel ontnam hem de moed zich te verdedigen met argumen ten, die hem misschien hadden kunnen hel pen, hoewel nauwelijks meer zouden red den. Zijn schuchtere aard, zijn gevoelige natuur bleken een hachelijke aanleg te zijn in een schaamteloze tijd, waarin Jiet rauwe geweld het laatste woord had. Ondanks alles schenen de rechters niet ongunstig gestemd te zijn. Zijn onbespro ken gedrag, het ontbreken van positieve bewijzen, zijn houding en stem het pleit te voor hem. Totdat de officier van Justitie het woord kreeg. Adolf Braun zag een donkere ge stalte verrijzen, hoorde een scherpe, kra kende stem. Hij ontwaakte uit zijn verdo ving: nu pas hoorde hij, wat er gezegd werd: harde, honende woorden, uitgespro ken op een toon die aan een van buiten geleerde les deed denken - woorden, waar aan hij die ze sprak zelf niet geloofde, niet kón geloven, De stem klonk scherper, sma- lender. Adolf Braun wilde overeind sprin gen om te protesteren en de argumenten te weerleggen. Dat was allemaal niet waar! Zijn keel werd dicht geknepen, het duizel de hem. Waérom werd hem dit onrecht aangedaan? Waarom? De stem klonk ver der en verder af, de ruimte groeide cm Adolf Braun, als een nietigheid zweefde hij in het onmetelijke, waarin een geluid gonsde en eindelijk tot zwijgen kwam. Toen was het voorbij Toen was het te laat. Verdachte.... u heeft het gehoord? De officier eist een gevangenisstraf van één jaar tegen u. Pas toen de parketwachter hem aan stootte om hem te doen opstaan, keerde zijn bewustzijn terug. Hij werd weggeleid. Adolf Braun keerde zich om, zag de zwarte gestalte die daareven tartend de beschuldi ging tegen hem had uitgesproken, diep in de ogen en zei: Ik ben onschuldig. En met een heldere, vaste stem, zodat het in de verste hoeken van de zaal was te horen, voegde hij er aan toe: En u wéét het! I-Iet vonnis luidde conform de eis: een gevangenisstraf voor de tijd van één jaar. Acht maanden van zijn straf had hij uit gezeten, toen zijn onschuld aan het licht kwam. De werkelijke dader was ontdekt. De revisie van zijn zaak leidde tol vrij spraak. En daarmee stond Adolf Braun op straat. Met de enkele formele woorden die uitdrukking moesten geven aan de verze kering, dat deze noodlottige toedracht ten zeerste werd betreurd, kon hij zijn leven herbeginnen. Zijn ouders waren inmiddels overleden. Hij had hen tijdens zijn gevangenschap bei den één keer gesproken: zijn moeder bij het eerste bezoek, zijn vader bij het onver wachte tweede, waarbij hij de dood van zijn vrouw mededeelde. Kort daarop was hij aan een hartverlamming gestorven. Zij 'hadden niet getwijfeld aan de onschuld van hun zoon: het onrecht, hem aange daan, was hun dood geweest. Hij stond op straat. Zijn bloedverwanten, gering in getal, ontvingen hem, maar op een zodanige manier dat hij hen niet meer Er is een kinderliedje over een boom die altijd dikker wordt. De Haarlemse stations zijn steeds groter geworden. Trouwens heel verklaarbaar, want ook met het spoor wegverkeer is het steeds crescendo gegaan. Toen in 1839 de eerste spoorlijn in ons land, die van Haarlem naar Amsterdam, in gebruik genomen werd, had Haarlem een heel bescheiden stationnetje aan de Amsterdamse vaart, nabij de Amsterdamse poort. Op die plek staat nu de Centrale Werkplaats. Bejaarde Haarlemmers noe men die nog wel „het oude station". In 1842 kreeg Haarlem een groter station, nu op de plaats va.n het tegenwoordige. Dit is juist 110 jaar geleden. Het station moest verplaatst worden, omdat de spoorlijn doorgetrokken werd naar Leiden. (In 1843 volgde de doortrekking tot Den Haag en in 1847 tot Rotterdam.) Het duurde evenwel heel lang voor de bezwaren tegen het station op die plaats ondervangen werden. Haarlem had in 1842 nog wallen en poorten en nu wilde het stadsbestuur de spoorlijn en ook het station buiten de vesting hou den. Daarom werd als voorlopige plek van hef station de grond aangewezen waarop nu het Frans Halsplein gevonden wordt. Het stadsbestuur van Haarlem wilde na melijk het.... poortgeld van de reizigers die hier aankwamen niet missen! Maar bij het uitwerken der plannen bleek het toch gewenst de spoorweg en het station op de tegenwoordige plek, dus binnen de vesting te brengen. Haarlem keurde dit tenslotte goed onder voorwaarde dat de Spoorweg directie goed vond dat er kommiezenhuisjes bij de spoorbruggen over het Spaarne en de Oostsingel gebouwd werden, zodat de stedelijke ambtenaren daar hun poortgeld van de reizigers konden innen voor zij de vesting binnen kwamen. Met zonsonder gang gingen de ambtenaren naar huis, maar dan moest de spoorwegadministratie er voor zorgen dat voor elke reiziger 5 cent in de stadsschatkist kwam. De poortgeld- ambtenaren immers deden aan de Oostsin- gel tevens dienst als overwegwachters. Het was ongetwijfeld voor de spoorweg directie een hele opluchting toen 1 Januari 1852 het poortgeld door Haarlem werd af geschaft! Haarlem heeft met het in 1842 gebouwde station betrekkelijk lang moeten doen. In 1867 nu dus 85 jaar geleden werd overgegaan tot een belangrijke vergroting, terwijl toen ook voor het eerst een over kapping boven de perrons werd aange bracht. De uitbreiding en modernisering waren een gevolg van het feit dat er meer treinen in Haarlem aankwamen en ver trokken. In 1867 werd namelijk de lijn HaarlemAlkmaar geopend. Het zou toen nog tot 1883 duren voor de lijn Haarlem IJmuiden volgde en tot 1889 voor de trei nen uit Zandvoort in het station in Haar lem kwamen (de verbinding Haarlem Zandvoort, die in 1881 geopend werd, was aanvankelijk een op zich zelf staande lijn, maar is in genoemd jaar door de H.IJ.S.M. in exploitatie genomen). Het station dat Haarlem in 1867 kreeg was niet mooi. Reeds de schrijver van het bekende boek over de geschiedenis van Haarlem, Allan, liet in 1882 een klaagzang horen over de minder mooie architectuur. Bovendien klaagde hij over het feit dat het Stationsplein niet veel meer was dan een „ruime straat". Ditzelfde bezwaar hebben wij nu nog tegen het plein. Het is jammer dat, toen in 1906 Haarlem een nieuw sta tion kreeg, er niet voor gezorgd is dat er voor het gebouw een flink plein kwam. Dit was toen mogelijk geweest door enkele huizen op te offeren en het Statenbolwerk wat te verleggen naar het Noorden. Haarlem is nu 45 jaar verlost van de misère der overwegen, want die werden bij de bouw van het nieuwe station vervan gen door viaducten. Alleen is het jammer dat ook die viaducten te klein zijn opgezet. In de oude tijd waren zij wel voldoende om het verkeer te verwerken, maar hadden de ontwerpers kunnen voorzien dat daar nu zoveel auto's en autobussen moeten pas seren, dan zouden zij de doorgangen zeker breder gemaakt hebben. Het station dat Haarlem in 1842 kreeg. (Deze afbeelding vonden wij in het boek van mejuffrouw dr. G. H. Kurtz „Beknop te geschiedenis van Haarlem"). Bezwaren uit de Tweede Kamer tegen desbetreffend wetsontwerp Tegen het wetsontwerp tot verhoging van de leeftijd, waarop de koning of de vermoedelijke troonopvolger meerderjarig wordt, hebben blijkens het Voorlopig Ver slag der Tweede Kamer vele leden be zwaren. Aanvaarding van het ontwerp zou huns inziens in de toekomst immers de kansen op een regentschap in sterke mate ver groten. Een regentschap achten zij in algemene zin een uitzonderingstoestand, welks in treden zo min mogelijk bevorderd dient te worden. Zij erkennen dat krachtens het voorgestelde van geval tot geval beslist kan worden, dat een minderjarige koning of troonopvolger, die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft, dadelijk meerderjarig wordt. Het kwam hun voor, dat de bezwaren daardoor worden vergroot, daar op deze wijze de persoon vain de koning of de troonopvolger tot een onderwerp van dis cussie kan worden gemaakt. Ook de persoon van de regent zou dan in het geding ge bracht kunnen worden. Zowel het een als het ander behoort tot elke prijs te wor den vermeden. Aan het systeem, waarbij het bepalen van de meerder.)arigheidsleef- tijd aan de wet wordt overgelaten, zijn dezelfde bezwaren verbonden. Andere leden konden zich met de voor gestelde verhoging van de leeftijdsgrens verenigen. Zij achtten vooral de argu menten van zuiver menselijke aard door slaggevend. Van niemand, zo meenden zij, mag men eisen, dat hij of zij reeds op 18-jarige leeftijd een verantwoordelijkheid op zich neemt, welke voor menig mens van rijpe leeftijd en grote ervaring te zwaar zou kunnen blijken. Een koning of troonopvolger kan onmo gelijk op zijn achttiende jaar die oplei ding hebben voltooid, welke voor het goed vervullen van zijn taak volstrekt nood zakelijk moet worden geacht. Zelfs op zijn eenentwintigste jaar zal hij een normale universitaire opleiding niet kunnen heb ben voltooien. V/el zal het mogelijk zijn hem voor het einde van zijn eenentwin tigste jaar een speciaal op zijn toekom stige taak gerichte opleiding te doen vol gen, welke hem in staat stelt zich de noodzakelijkste kennis van en inzicht in de staatswetenschappen eigën te maken, met allerlei kringen uit het Nederlandse volk kennis te maken en op ongedwongen wijze in het buitenland te verblijven om daardoor zijn gezichtsveld te verruimen. Er is, zo meenden deze leden, een groot algemeen belang mee gemoeid, dat zulk een opleiding niet ontijdig behoeft te worden afgebroken. De gemeenteraad van Bussum heeft, na hulde betuigd te hebben aan de financiële deskundigheid van burgemeester Haspels, besloten tot sanering van de kapitaaldienst, waardoor de vlottende schuld van drie millioen gulden geheel verdwijnt en men een werkkapitaal krijgt van 1.700.000. Een bedrag van 1.066.000 wordt gereser veerd voor de bouw van een nieuw raad huis. De raad keurde een voorstel goed inzake de bou\V van 144 woningen gefinancierd uit eigen middelen der gemeente. bezocht. Weliswaar was hij gerehabiliteerd, maar hij bleef een man „die gezeten had" en nu ja, men ,zit" toch niet helemaal voor niets! Er zal toch wel. Zijn vrienden waren in alle windstreken verstrooid; zij waren immers jong, jong zoals hijzelf eens was geweest, vroeger, toen hij nog niet „met de rechter in aan raking was gekomen". Een jaar van beproeving brak aan. waar van elke nieuwe dag een hopeloze strijd betekende met het naakte leven. Hij had in de gevangenis kennis gemaakt met een zekere Eduard Pritzow die, lang niet zo onschuldig als hij, toch eer lichtzinnig dan slecht was. Zij ontmoetten elkaar „in de vrijheid" en deelden trouw eikaars ellende en honger, dagelijks terugkerende ont goochelingen en talloze vernederingen, die varieerden van veelzeggend schouderopha len tot goedkope woorden van troost. Zij redden zich zo goed en zo kwaad als het ging met het weinige dat ze verdienden en werden in deze nood vrienden. Het was Pritzows aanhankelijkheid en onuitputte lijke hoewel bittere humor die Adolf Braun in deze tijd op de been hield en hem weerhield zijn toevlucht te nemen tot het uiterste. Of eigenlijk: neen wat hem in werke lijkheid het hoofd boven water deed hou den, wat hem in de maanden achter de tralies en de ontelbare uren van melancho lie, mensenhaat en wanhoop nadien de moed gaf verder te leven, was iets héél anders, iets wat geen mens wist of zelfs maar vermoeden kon. Adolf Braun was in deze paar jaren een ander mens geworden. Of juister gezegd: in hem ontwaakte dié kant van zijn karak ter, welke zich voorbijgaand al in zijn jeugd had getoond, in zijn volle kracht en nam volkomen bezit van zijn persoonlijk heid, zozeer, dat hij even onafscheidelijk aan hem verbonden was als zijn hand, zijn oog..zijn hart. Ér was onrecht aangedaan. Ditmaal was hij het slachtoffer. Elk onrecht diende ge wroken te worden. Ook dit. Het lot had hem nu eenmaal aangewezen als de wreker. Goed, hij zou er zich niét aan onttrekken. Maar.... op wie moest het worden ge wroken? De man die hem in het ongeluk had gestort om buiten schot te blijven zat nu zelf tussen de vier muren, zonder dat hij zichzelf had gered. Goed, het was hem gelukt hém ongelukkig te maken. Hij boette dat was genoeg. De rechters dan? Och, ze vormden met elkaar een onper soonlijke macht en als zodanig waren ze onaantastbaar. En goed beschouwd waren zij het niet, die hem hadden veroordeeld: ze hadden gehandeld onder de suggestie van die andere, die lange, magere kerel met zijn duivelse gezicht, zijn snijdende stem, zijn felle ogen en scherpe haakneus die man, die zelf niet geloofde wat hij had gezegd en het toch had uitgesproken met een onverklaarbare haat, zodat hij hem op zijn beurt was gaan haten, zo bitter, zo vurig, zo verbeten als een mens maar kón haten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 6