Onze puzzle De Kathedraal St. Bavo Agenda voor Haarlem Een Vlaams triumviraat Beperking van de noodwoningbouw A' OVER MUZIEK Boston Orchestra Beeldhouwwerken uit zestien landen 3 Schoonheid in Haarlem en omgeving AupinG LITTERAIRE KANTTEKENINGEN De mens op zoek naar zichzelf Dc slanke lijn SveKI'ills Verzending van zeepost Sonsbeek 1952 ZATERDAG 17 MEI 1952 Het is natuurlijk een absoluut verkeerde gedachte om schoonheid alleen te zoeken onder hetgeen oud is. Ook al is het zo dat de Tijd een ongenadige keurmeester is en vaak betrekkelijk gauw vernietigt hetgeen de toets der critiek niet kan doorstaan. On der het oude dat bewaard bleef, is dan ook verhoudingsgewijs veel meer schoonheid te zoeken dan onder het nieuwe. Alles wat oud is, is nog niet antiek. Veel ls er dat ook al wordt het honderden jaren oud, nooit antiek zal zijn. Alleen de dingen die al mooi waren toen ze gemaakt werden, krijgen eens van de Tijd het keurmerk „an tiek". Zo is het ook met bouwwerken. Als wij door Haarlem, in het bijzonder door enkele buitenwijken, wandelen, dan zien wij helaas heel wat gebouwen en huizen waarvan de steen al aan het verweren is, maar waarbij het stadsbeeld toch verfraaien zou als ze maar werden vervangen. De bouwers daarvan waren geen bouwmees ters. En dan kunnen wij gelukkig constateren dat de Kathedraal „St. Bavo" aan de Leid- sevaart te Haarlem, bestemd is om tot in lengte van jaren geprezen te worden als een bouwwerk dat rijk aan schoonheid is. Zowel van buiten als van binnen. De bou wer is ongetwijfeld bezield geworden door de rijke geest die een kunstenaar in staat stelt om werk dat naar de eeuwigheid dingt te scheppen. De baksteen en het beeld houwwerk zijn nog wat nieuw, maar als het geheel eenmaal zal zijn overtogen door de gouden gloed der eeuwen, dan zullen de beschouwers van deze tempel even geest driftig en vol bewondering zijn als wij nu voor de oude kathedralen staan. De „St. Bavo" is in drie perioden ge bouwd. 18951898: hoogkoor en transka pellen, 19021906: langschip, transept en koepel, 19281930: torens en portalen. Na de herstelling van de kerkelijke hiër archie was de St. Jozefskerk in de Jans straat Kathedraal. Kathedraal wil zeggen ,dat er de bisschoppelijke troon of cathedra staat. In het Westelijke deel der zich uit breidende stad ontstond de behoefte aan een nieuwe parochiekerk.Toen hees het plan voor de bisschop mgr. Bottemanne, ter ge legenheid van zijn gouden priesterfeest, daar een nieuwe kathedraal te bouwen. Als architect werd gekozen ir. Jos. Th. Cuypers, wel eens aangeduid als „de geniale zoon van een beroemd vader". Als grondvorm koos hij het latijnse kruis, dat is een kruis met één lange- en één korte arm, die elkaar even onder de top snijden. De kathedraal heeft een lengte van 100 meter (de Bavo op de Grote Markt is 108 meter). De koe pel is 60 meter hoog, de beide torens elk 50 meter. De meeste kathedralen zijn van natuursteen gebouwd. Daartegenover is de „St. Bavo" geheel van baksteen opgetrok ken, uitwendig is rode Waalsteen verwerkt, het inwendige is geheel opgetrokken van gele Friese steen. De deskundige Joh. W. B. Beyk, die een boek over dit kerkgebouw schreef, merkt op dat het deze gele kleur is en de daardoor veroorzaakte absorptie en terugkaatsing is, die aan de kathedraal haar eigenaardig licht geeft, haar een bij zondere warmte schenkt; zelfs bij bedekte lucht hangt in de kerk een mysterieuze gouden gloed. De fraaie ramen van rijk ge kleurd gebrandschilderd glas werken daar toe natuurlijk mede. De stijl van de kathedraal wordt wel eens als Gotisch of zelfs Neo-Gotisch omschre ven. Maar dat is niet juist. De kerk is een bouwwerk in moderne stijil, waarbij welis waar herinneringen gewekt worden aan de Gotiek, maar ook aan de Romaanse bouwstijl en niet het minst aan de Byzan tijnse. Het inwendige van de „St. Bavo" is al verrijkt door vele kunstschatten. Beeld houwwerk, schilderstukken, gebrandschil derde ramen, producten van edelsmeed kunst, enzovoort. Wel is de schatkamer nog niet zo rijk voorzien als die van oude kathedralen (wij denken aan de Dom in Keulen) maar toch is er al veel te bewon deren en de verzameling wordt geregeld rijker. Het zou te veel ruimte vragen om een gedétailleerde beschrijving te geven van deze grote kerk met haar vele kapellen en talrijke kunstwerken. Daarom volstaan wij met deze korte waardering. C. J. van T. Teneinde het lichtvaardig bouwen van noodwoningen tegen te gaan, heeft de mi nister van Wederopbouw en Volkshuis vesting enkele richtlijnen uitgevaardigd, waaraan gemeentebesturen zich moeten houden, indien zij op grond van art. 20 der Wederopbouwwet voor dergelijke woningen een bouwvergunning willen afgeven. Dit laatste mag voortaan alleen geschieden, in dien het gezin, waarvoor de noodwoning bestemd is, op ontoelaatbare wijze is ge huisvest of zich volstrekt noodzakelijk in de betrokken gemeente moet vestigen. Als tweede wordt gesteld diat zulk een gezin niet op andere wijze met name door toe passing van de woonruimtewet, kan wor den geholpen. De noodwoningen zelf moeten voldoen aan een aantal eisen, die in het Ketenbe- sluit 1934 zijn geregeld; in een tweede be schikking wordt nog de voorwaarde ge steld, dat het gebruik van de voor de nood woningbouw benodigde materialen en ar beidskrachten de bouw van volwaardige woningen niet mag belemmeren en dat de kapitaalsinvestering, gezien de korte toe gestane levensduur van noodwoningen, ver antwoord is. In alle gevallen, die niet aan de gestelde richtlijnen voldoen, is nood woningbouw verboden. ADVERTENTIE Eén voorstelling in Haarlem van „De vrolijke vrouwtjes" De Haagse Comedie geeft Dinsdag de enige in Haarlem te verwachten voorstel ling van het blijspel „De vrolijke vrouwtjes van Windsor" door William Shakespeare, in de .vertaling van Bert Voeten en onder regie van Michael Langham (van de Old Vic in Londen). De titelrollen hierin wor den door Fie Carelsen en Ida Wasserman vervuld. Verder werken mede: Cees Laseur (als Falstaff), Willy Haak, Bob de Lange, Cruys Voorbergh, Theo Frenkel, Jan Retèl, Henri Eerens, Johan Valk en vele anderen. Jurriaan Andriessen componeerde speciale muziek en Nicolaas Wijnberg ontwierp de décors. De costumes zijn van Johan Greeter. i - sr r Gezicht in de kerk, waar de zuilen statig naar boven wijzen en het gekleurde glas alles met mysterieuze lichtglanzen omstraalt. De Bisschoppelijke troon, kunstig uit eikenhout gestoken. Daarachter het jraaie bronzen koorhek. In Arnhem is de jaarvergadering gehou den van de Vereniging tot Bevordering der Homoeopathie. Het erelid generaal Duymaer van Twist kon voor het eerst sinds 57 jaren de vergadering niet bijwonen. Mededelingen werden gedaan over de eerste artsencursus te Utrecht, waarvoor 32 artsen werden inge schreven. In het najaar zal in Utrecht een tweedejaarscursus worden gehouden en in het Westen des lands een eerste jaarscursus waarvoor twee nieuwe docenten zijn aange wezen. ADVERTENTIE Een goede nacht begint met (Met ons respect aan Gillette, waarmee een goede morgen begint.) ZATERDAG 17 MEI Stadsschouwburg: Antigone (Amsterdams Toneel Gezelschap), 8 uur. Lido: „Illusie van het geluk", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Boefjes van Montmartre", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarnc: „Het teken van de gorilla", „De tyran van de zee", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Furie van de Kongo", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Geen médailles voor spionnage", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „De gesluierde Maja", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Minerva: „Bij mij verveel je je niet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „De Bron", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 18 MEI Stadsschouwburg: „Ze kregen wat ze wil den" (A.T.G.), 8 uur. Rembrandt: Zondag morgenvoorstelling „Vijf maanden in de Braziliaanse wildernis", 11 uur; „Geen mé dailles voor spionnen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De reis van het koninklijk paar", 10, 11 en 12 uur. „De gesluierde Ma- ja". alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: Zondagmorgenvoorstelling „The story of Mr Wassell", 18 jaar. 11 uur. „Illusie van het geluk", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Mi nerva, Spaarne: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2, 4.30, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. MAANDAG 19 MEI Palace: „De reis van het koninklijk paar", 10, 11 en 12 uur. „De gesluierde Maja", 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt, Lido: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne, Frans Hals: 2.30, 7 en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: 8.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. L HEEFT RAYMOND BRULEZ het voor hem stellig curieuze genoegen gesmaakt het eerste deel „Het huis te Borgen" van zijn vierdelige cyclus „Mijn Wo ningen" bekroond te zien met de driejaarlijkse Staatsprijs voor Nedeilands Proza, het blijft de vraag of deze onderscheiding ook een juist onderscheiden betekent van de plaats die hij temidden van zijn Zuid- en Noord-Nederlandse schrijversgenoten in neemt. Raymond Brulez heeft namelijk „een verleden". Ruim twintig jaar geleden, na het verschijnen van zijn eerste roman „André Terval of Inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid", werd de onmiskenbare oorspronkelijkheid van zijn schrijver schap niet aanvaard dan met een zeker moreel voorbehoud, waartoe de hem toege dichte voorkeur voor het „pikante" verplichten zou. En nóg zijn er, die de gestalten waarmee Brulez verbluffend waarheidsgetrouw de woningen van zijn herinnering herbevolkt als „schimmen van verzwonden liefde, familiegeluk, devotie en wellust", met argwanende blikken gadeslaan en voorbijzien aan de „gelijkmoedigheid", wat zoveel zeggen wil als: met miskenning van zijn bedoelingen. Wat is er, onbevooroordeeld gelezen en beschouwd, gebeurd? Een onafhankelijke figuur, een vrije geest, een auteur die de waarheid van wat hij te schrijven heeft onder geen voorwaarde verkwanselt aan de „litteratuur", is op zoek naar zich zelf op zoek naar de mens, terugge keerd tot zijn verleden: tot het milieu van zijn jeugd, zijn familie, vrienden en be kenden, tot alles wat een spoor achterliet in zijn leven en uit de romantische jonge ling Raymond in di-omen, verwachtingen en ontgoochelingen de gelijkmoedige als men wil sceptisch-spotzuchtige schrijver van deze „geromanceerde mé moires" deed groeien. De ware spotlust kleineert niet. Hij brengt de zaken terug tot hun ware verhoudingen. Niets dan dié waarheid zoekend heeft Brulez zijn her inneringen mooier noch lelijker gemaakt dan ze zijn. Aan geen idylle, hoe ontnuch terend ook, heeft hij afbreuk gedaan, geen „zonde" heeft hij verbloemd. Zo was, zo deed, zo sprak men in het Vlaamse Bor gen. Zo leefde men er, benepen of breed, eerlijk of achterbaks. Ziehier mijn blaam cn lof en al wat ik heb gezegd dit woord van Maurice Barrès wiens „Homme libre" (Vrije mens) hem aan spoorde tot een leven in geestelijke onaf hankelijkheid had het zijne kunnen zijn. Met die eerlijkheid is hij een weerspan nig auteur die zich niet gemakkelijk laat onderbrengen in de gangbare handboeken een hoedanigheid die hij gemeen heeft met degenen bij wie hij thuishoort: met rakkers als Voltaire en Heine, Multatuli en Willem Paap, Nescio en Willem Els- schot. Heine bijvoorbeeld werd gering schattend „feuilletonistisch" genoemd. Maar na honderd jaar is hij even spring levend als zijn broeder Brulez, aan wie men „amateurisme" verweet. Amateurisme! Neem het eerste deel van deze cyclus: „Het Huis te Borgen" met zijn episodische herinneringen. „Een schets blad van Watteau" heeft Brulez het ge noemd, van de galante meester van Valen ciennes, wiens „L'Indifférent" (Onver stoorbare) dat meesterlijk doek van de prinselijke danseur die met gratievolle pas zó speels en zwevend op de toeschouwer toetreedt, dat men nauwelijks oog heeft voor zijn melancholische blik Brulez zeer ria aan het hart ligt. Lees het als zo'n schetsblad, omrankt door figuren, vrou wengestalten, mensengezichten, tegen een achtergrond van het Vlaamse landschap, de Vlaamse stad, getekend met een mini mum aan middelen, maar met een verfijn de levendigheid en onmiddellijkheid die aan het anecdotische de rang verleent van het algemeen menselijke. Het pact van drie Lees het ten einde tot waar Brulez af scheid neemt van zijn kinderjaren, van zijn idyllische liefde, met het besluit en de belofte, een hechter verbond tot fundament van zijn leven en compositorische grondslag van zijn volgende boek te kiezen. Dat bin dend element werd de vriendschap, be kroond door „Het pact der Triumviren" zoals hij dit tweede schetsblad van Watteau betitelde het driemanschap van jongelingen, dat plechtig werd aange gaan kort voor de eerste wereldoorlog. De Raymond Brulez die hier, zichzelf ontmoetend en herkennend in het herle vend verleden van de oorlogsjaren, het woord neemt is niet dezelfde meer als de jongeling van het huis te Borgen. Er wor den grenzen doorbroken, locale, provinciale en zelfs landelijke, door een beproeving die een Borgenaar doet schrijven als een Euro peaan over zijn geboortestad, even brillant van geest, beeldend van taal en frank van gemoed als in het eerste deel van deze cyclus, maar gerijpt tot de mild-spotlusti- ge, ironische „onverstoorbaarheid" die zich stellen kan boven de massa „au dessus de la mêlée", zoals het toen heette met de verzoenende strijdkreet van Romain Rol land. Deze houding, deze vrijblijvende su perioriteit, bepaalt ook de plaats van de jonge Raymond in het Triumviraat. Naast de oprechte Katholiek Bertrand Daelman, die als goed vaderlander naar het front trekt, en de vurige flamingant Julien Martijn, die bij de gratie van „den duts" studeren gaat aan de vervlaamste hoge school van Gent, blijft Brulez als derde facet van het „Vlaamse probleem" de be- schouwelijk-onpartijdige, aan wie al wat er zichtbaar wordt achter de door het oor logsgeweld doorbroken dunne wand van het burgerlijk fatsoen de betrekkelijkheid leert van idealen en verwerpelijkheden, van „blaam en lof", waarmee hij inmid dels niet minder „Vlaams" is. Speelse en vrye geest Want ondanks zijn geestelijk wereldbur gerschap blijft hij met al zijn vezelen aan Vlaanderen verbonden, aan diè Vlaamse geest dan, die in Watteau was gevaren, een speelse en vrije geest die de ernst trotseert en het „vieze slijk", dat het men selijk spoor achterlaat, aanvaardt in de hoop het vroeg of laat „tot edel goud te transmuteren". Dat is dun de steen der wijzen van Brulez menselijke alchemie, waarvan hij het geheim ontdekte „op zoek naar de verloren jaren" jaren die ook het Pact der Triumviren niet onaangetast lieten. Als de pactgenoten elkaar aan het einde van de catastrofale uitbarsting in Veere terugzien om afscheid te nemen, is het om de beperktheid van hun verbondsideaal te erkennen en, voor zover het de jonge Raymond betreft, te aanvaarden dat de waarheid van het verleden, de waarheid van Vlaanderen, van de wereld, van de mens, zich in haar ware gedaante vertoont als ze verschillende aangezichten laat zien. En om die kapitale waarheid was en is het Brulez maar te doen. Naar welke wo ningen zal ze hem nog voeren? C. J. E. DINAUX „Het Huis te Borgen", besproken in de Litteraire Kanttekeningen van 24 Februari 1951. Raymond Brulez: „Het Pact der Trium- vieren", tweede deel van de cyclus „Mijn Wo ningen" (J. M. Meulenhoff, Amsterdam). Telkens wanneer ik een stad in den vreemde bezoek zijn er dingen die mij op vallen. Het merkwaardige is dat welke stad in welk land dit ook is deze op vallendheden dezelfde zijn. Mutatis mutan dis zoals de man zei die een chèque vervalste. Het eerst-opvallende is altijd dat zelfs kleine kleuters die totaalvreemde taal vloeiend spreken. Vreemd is ook dat de mensen allemaal hetzelfde doen als in Haarlem of Gronin gen: eten, slapen en een beetje werken. Bovendien zien ze er net zo uit als bij ons: de vrouwen hebben rokken aan en de mannen broeken. In de winkels is hetzelfde te koop als bij ons: alleen de prentbrief kaarten en de kranten zijn anders. De schoenen, de biefstukken, de bloemen, de radio's, de sinaasappelen en de washand jes zijn precies zo als thuis. De boeken zien er, wat hun uiterlijk betreft, net zo uit als de onze, alleen zijn zij in die on begrijpelijke taal geschreven; het is en blijft merkwaardig, dat zulke boeken blijk baar door Jan en allemaal begrepen wor den. In de bioscopen draaien films en in de theesalons worden taartjes gegeten. Daarvoor behoeft ge niet uit Nederland te gaan. Het is mooi weer of het is slecht weer. Er zijn parken en plantsoenen, schouw burgen, kerken en musea dat is alle maal hetzelfde maar de politie-agenten zien er anders uit. Soms als vice-admira- len, soms als bioscoop-portiers en ook wel als gidsen van reisbureaux. Aan de politie agenten en de wonderlijke taal der dag bladen bemerkt gij, dat gij in den vreem de zijt. Treffend is dat de mensen in zulk een vreemde stad nooit musea bezoeken, tenzij zij in den vreemde zijn. Wanneer gij restaurants bezoekt is het soep, vlees, aardappels en groente met een toetje geblazen en bovendien zal iedereen, die in die stad woont, u zeggen dat hij u een restaurantje zal noemen dat veel beter is dan het restaurant, dat ge op eigen initiatief hebt gevonden. Het beste en meest typische restaurant staat nooit in de gids, die ge u hebt aangeschaft. Van alle Nederlanders die ge daar ont moet verlangt 93 procent naar Hollandse verse groente, Hollandse biefstuk (met doperwtjes) en Hollandse caféterrassen. Er is niemand in dat vreemde land, die van het bestaan van minister Wemmers heeft gehoord en de mecslen denken, dat wij op klompen rondom windmolens dan sen. Iedereen praat over de duurte, de koude oorlog en het weer. In elk vreemd land zijn beroemdheden, waar ze in elk ander vreemd land nooit van gehoord hebben en wanneer ge ver trekt hebt ge altijd nu juist net verzuimd, het merkwaardigste museum te zien. En het is altijd leuk weer thuis te komen. ELIAS ADVERTENTIE is hel geheim der schoonheid. Duizenden vrouwen, die een nel- ging hebben tol zwaar lijvigheid. moken in het buitenlund sedertiaren gebruik van «Burcbard» ie kiodtlig werkends, ziI vsre n slankhsidsdrogees Zuiver planlaordig en volkomen onschadelijk, ook bij langduriggebruikl Thons ook in Holland verkrijgbaar! In Apotheken en Drogisterijen Dtpoh ALPHAA daro.Jon Luijlenslrool 100 Horizontaal. 1. Turk se titel. 4. ontsteking. 8 deel v_ e. aalfuik. 11. hoofddeksel. 13. soort paling. 14. stad in Italië. 15. Mohamm. opperwezen. 17. eigen. 18. deel v. Z. Amerika. 19 godin der twee dracht. 21. schoon maak. 23. water in Friesland. 25. water in N. Brabant. 26. aan stonds. 27. modeïbeeld. 28. boom. 30. zangnoot. 31. soort bloem. 35. gelijk. 36. klinknagel tje. 38. 'schoonheids- scheidsrechter. 39. handigheidje. 41. meis jesnaam. 42. gewichtje. 44. wond. 45. achting. 46. voorkeur. 47. tot nu toe (afk.). Verticaal: 1. uitroep. 2. tierig (vooral van bomen en planten). 3. zijrivier v. d. Wezer. 5. uitroep v. afkeer. 6. borgtocht. 7. leng temaat. 8. gering. 9. deel v. h. oog. 10. jong zoogdier. 12. tijding. 14. plaats in Limburg. 16. lastpost. 17. zege- dronk. 20. martel werktuig. 22. oud rijtuig. 24. soort gravure. 25. bloeiwijze. 29. afwezig. 31. rivier in Frankrijk. 32 de man van Bathseba (Bij belse figuur). 33. eenmaal. 34. gemeenschap pelijke weide. 35. hoogadelijke titel in Frank rijk. 37. deel v. d. voet. 38. voorkeur. 40. hoofddeksel. 42. voorzetsel. 43. zangnoot. Oplossingen moeten worden ingezonden aan onze bureaux HAARLEM, Grote Hout straat 93 en Soendaplein 37; IJmuiden, Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten uiter lijk Woensdagavond in ons bezit zijn. Wij verzoeken op de enveloppe te schrijven: „Oplossing Puzzle" S.v.p. geen mededelingen voor redactie of administratie bij de oplossingen insluiten. De oplossingen moeten worden ingevuld op het gedrukte diagram dat hierboven staat. De oplossing van de vorige puzzle is: Horizontaal: 1. inkt. 5. Epen. 9. aardgas. 12. re. 14. morel 15. nu. 16. ent. 18. gal. 19. mep. 20. stip. 21. Bali. 22 aam. 24. otter. 27. aarde. 30. opera. 33 preek, 36 sla 38. stee. 40. obat. 42. lel. 43. ski. 45. AKO. '46. al. 47. stere. 49. s.e. 50. variant. 5? faro 53. keer. Verticaal: 2. na. 3. kam. 4. trog. 5. egel. 6. pal. 7, es. 8. fresco. 10. drama. 11. lupine. 13. ent. 15. nel. 17. tint. 19. maar. 22. ar. 23. ma. 25. top. 26. eer. 28. air. 29 die, 30. opslag. 31. edel. 32, as. 33. pa. 34. Elba. 35. katoen. 37. lakei. 39. tel. 41. aks. 43. stro. 44, Irak. 47. sar. 48. ene. 50. va. 51. te. De prijzen werden alsvolgt toegekend: 1 W. van Honschooten, Abeelenstraat 4, Haarlem-N. 7,50. 2. Gré van den Bosch, Smedestraat 37, Haarlem 5, 3, J. Fortgens, Jansweg 6. Haarlem ƒ2,50. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan tussen haakjes achter de naam van het schip vermeld. Naar Indo nesië en Nieuw Guinea: ms „Willem Ruys" (29 Mei); naar de Nederlandse Antillen: ss „Bennekom" (21 Mei); naar Suriname: ms „Nestor" (28 Mei); naar Canada: ms „Sibajak" (19 Mei) en ms „Noorddam" (21 Mei); naar Argentinië, Uruguay, Boli- vië, Brazilië en Chili ms „Alhena" (21 Mei). Mijn vriend Fermate en ik hebben sa men een der concerten, welke het Boston Symphony Orchestra in ons land gaf, ge hoord en wij waren.er beiden enthousiast over. Dit „wij" wil mij verder niet meer uit de pen. Fermate en ik hebben nu een maal maar één hoofd en dezelfde handen. Hoezeer ik hem weet te onderscheiden, hij is toch nu eenmaal ik, en ik ben Fermate, want wij wonen onder hetzelfde schedel dak. Ik was enthousiast, oprecht en vol ledig. over het concert onder leiding van Charles Müneh, te Den Haag gegeven. Toen ik de treden van de uitgang afstapte, be dacht ik mij dat één van de redenen tot aangename voldoening was dat er geen solist was meegekomen, Ik voelde meteen dat Fermate zijn inwendige wenkbrauwen fronste, dat hij, als ik deze overweging verder zou coiffeeren, mij de gedachte zou inblazen dat dit toch een miskenning van „de solist", van de kunstenaar zou zijn en dat ik aan dergelijke dwaasheden niet mag toegeven. Jawel, maar ik had nu eenmaal geconstateerd dat het mij best bevallen was dat er geen solist op dit concert was. En ik wens nu aan de overweging van die aan gename ervaring toe te geven. Ik weet nu zeker dat ik orkestconcerten zonder een solist beter en aangenamer vind,dan orkest concerten met die eeuwige middelpunten, die soms mispunten zijn. Fermate tracht nu zijn hoofd te schudden, maar omdat het ook mijn hoofd is, krijgt hij geen kans. De levendigste en meest virtuose dirigent heeft niet die irritante sfeer, welke ik thans in mijn herinnering om solisten met orkest begeleiding bemerk. Ja, toch, één dirigent had die sfeer ook. Het was Mengelberg, maar laten we hem thans met vrede laten. Hoe het zij, er was een aangename rust op dit concert, nu men zich zonder stoornis ik bedoel afwisseling, Fermate met de uitvoering van enige orkestwerken kon bezighouden. Charles Münch, die ik tech nisch en artistiek voor één der voornaam ste dirigenten houd, introduceerde daarna een goed stuk van de Amerikaanse compo nist Barber. Men hoorde er meteen de schitterende klank-kwaliteiten van het Bostonse orkest uit. Het gehele strijkers ensemble is virtuoos en de blazers, mitsga ders de slagwerkers zijn niet minder bril lant. Het geheel heeft een eenheid van kracht en warmte, die zeer bijzonder is en die voor de beste wijze van musiceren in Holland voorbeeldig is. Toen „La Mer" van Debussy volgde, was ik (als een echte Hol landse luisteraar) critisch gespitst, maar ik gaf mij al spoedig gewonnen toen ik hoor de, dat de dirigent en zijn orkest geen vaag impressionisme toverden, maar het werk als een heldere symphonie lieten klinken en daarmee bewezen wat de feitelijke waarde dezer quasi-schilderende muziek is:, een levendig dansend spel van hartstochtelijke orkest-energie, dat zonder enige betekenis zou zijn, als niet iedere beweging in de melodie en alle harmonieën een zuiver muzikale kracht bevatten. Als „La Mer", waarvan ik de structuur niet bewonder, zal blijven bestaan, zal dit alleen kunnen ge schieden als de dirigenten de hartstochte lijkheid der muziek zonder reserve, met vuur en vaart laten klinken. Het was misschien niet verstandig dat op dit werk een ander Frans stuk volgde, n.l. Daphnis et Chloé van Ravel. Voor velen is het wellicht teveel „van hetzelfde" geweest. Maar de stralende muziek van Ravel vierde nochtans een verdiende triomf. Aan Ravel komt de eer toe dat hij het uitzingen van de weelderigste poëzie in een hechte vorm van compositie bindt en daarmee meester schap bewijst. Op de pauze na deze overvloed van schoonheid, die ik voor geen solist had willen ruilen, volgde het lange, maar ge passioneerde verhaal van Berlioz' Sympho nie fantastique. Ik kan mij niet voor stellen dat Berlioz zich zijn muziek in ge stalte van klank en beweging anders zou gedacht hebben dan in deze presentatie van Charles Münch. Achteraf vraag ik mij af met welke graad van waarde de compo nist in zijn tijd tevreden moet zijn geweest, want de orkest-techniek was in zijn dagen veel minder hoog dan in onze tijd; boven dien werd een orkest voor de uitvoering van een symphonie onder leiding van Ber lioz, zo maar even in elkaar gezet. HENDRIK ANDRIESSEN. Hoewel onze medewerker voor muziek, Jos. de Klerk, reeds uitvoerig over het optreden vari het Bostonse orkest heeft geschreven, meendien wij de persoonlijk-getinte reactie, die hierboven staat afgedrukt, niet achterwege te mogen laten. Op 30 Mei zal de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. J. M. L. Th. Cals, in het park Sonsbeek te Arnhem een internationale tentoonstelling van beeldhouwkunst openen. Zoals bekend is, werd in 1949 een dergelijke expositie ge houden met groot succes. Zij werd bezocht door 110.000 mensen, wadruuui' Ge onkosten van 125.000 geheel kmden worden gedekt. Bedroeg het aantal deelnemende landen in 1949 slechts acht, thans zullen er zestien meedoen: Nederland, België, Frankrijk. Oostenrijk, Duitsland, Zuid-Afrika, Dene marken, Joegoslavië, Zwitserland, Enge land, Amerika, Italië, Roemenië en Polen. Met Sovjet-Rusland en Tsjechoslowakije zijn nog besprekingen gaande. Frankrijk zal vertegenwoordigd zijn door werken van dertien beeldhouwers, zoals Rodin, Despiau, Maillol en Zadkine, om slechts de bekendsten te noemen. Engeland zal alleen door Henri Moore gerepresen teerd worden. België komt met schep pingen van niet minder dan zeventien kunstenaars. In het park zullen in totaal tachtig beel den uit het buitenland worden geplaatst en twintig a dertig uit Nederland. Van Mari Andriessen, Esser, Cosijn en enige anderen. Er is nu, wat de Nederlandse inzendingen betreft, een veel strengere selectie toege past dan in 1949, waardoor de kwaliteit van de expositie als geheel sterk gestegen is. Op het terrein van de tentoonstelling, die 3"/« maand zal duren, komt ook een jeugd werkplaats, waar kinderen onder leiding van de „Werkschuitgroep Arnhem" zullen kunnen tekenen en boetseren. Otto Treu- mann ontwierp de affiche, dat ook in het buitenland zal worden verspreid. HENGEVELD NAAR LONDEN De Nederlandse pianist Gerard Henge- veld zal op 22 en 2 5Mei aan werken van Joh. Seb. Bach gewijde recitals in de Wigmore Hall in Londen geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 5