Onze puzzle
De Kathedraal St. Bavo
Agenda voor
Haarlem
Een Vlaams triumviraat
Beperking van de
noodwoningbouw
A'
OVER MUZIEK
Boston Orchestra
Beeldhouwwerken uit
zestien landen
3
Schoonheid in Haarlem en omgeving
AupinG
LITTERAIRE KANTTEKENINGEN
De mens op zoek naar zichzelf
Dc slanke lijn
SveKI'ills
Verzending van zeepost
Sonsbeek 1952
ZATERDAG 17 MEI 1952
Het is natuurlijk een absoluut verkeerde
gedachte om schoonheid alleen te zoeken
onder hetgeen oud is. Ook al is het zo dat
de Tijd een ongenadige keurmeester is en
vaak betrekkelijk gauw vernietigt hetgeen
de toets der critiek niet kan doorstaan. On
der het oude dat bewaard bleef, is dan ook
verhoudingsgewijs veel meer schoonheid te
zoeken dan onder het nieuwe.
Alles wat oud is, is nog niet antiek. Veel
ls er dat ook al wordt het honderden jaren
oud, nooit antiek zal zijn. Alleen de dingen
die al mooi waren toen ze gemaakt werden,
krijgen eens van de Tijd het keurmerk „an
tiek". Zo is het ook met bouwwerken. Als
wij door Haarlem, in het bijzonder door
enkele buitenwijken, wandelen, dan zien
wij helaas heel wat gebouwen en huizen
waarvan de steen al aan het verweren is,
maar waarbij het stadsbeeld toch verfraaien
zou als ze maar werden vervangen. De
bouwers daarvan waren geen bouwmees
ters.
En dan kunnen wij gelukkig constateren
dat de Kathedraal „St. Bavo" aan de Leid-
sevaart te Haarlem, bestemd is om tot in
lengte van jaren geprezen te worden als
een bouwwerk dat rijk aan schoonheid is.
Zowel van buiten als van binnen. De bou
wer is ongetwijfeld bezield geworden door
de rijke geest die een kunstenaar in staat
stelt om werk dat naar de eeuwigheid dingt
te scheppen. De baksteen en het beeld
houwwerk zijn nog wat nieuw, maar als het
geheel eenmaal zal zijn overtogen door de
gouden gloed der eeuwen, dan zullen de
beschouwers van deze tempel even geest
driftig en vol bewondering zijn als wij nu
voor de oude kathedralen staan.
De „St. Bavo" is in drie perioden ge
bouwd. 18951898: hoogkoor en transka
pellen, 19021906: langschip, transept en
koepel, 19281930: torens en portalen.
Na de herstelling van de kerkelijke hiër
archie was de St. Jozefskerk in de Jans
straat Kathedraal. Kathedraal wil zeggen
,dat er de bisschoppelijke troon of cathedra
staat. In het Westelijke deel der zich uit
breidende stad ontstond de behoefte aan
een nieuwe parochiekerk.Toen hees het plan
voor de bisschop mgr. Bottemanne, ter ge
legenheid van zijn gouden priesterfeest,
daar een nieuwe kathedraal te bouwen. Als
architect werd gekozen ir. Jos. Th. Cuypers,
wel eens aangeduid als „de geniale zoon
van een beroemd vader". Als grondvorm
koos hij het latijnse kruis, dat is een kruis
met één lange- en één korte arm, die elkaar
even onder de top snijden. De kathedraal
heeft een lengte van 100 meter (de Bavo
op de Grote Markt is 108 meter). De koe
pel is 60 meter hoog, de beide torens elk
50 meter. De meeste kathedralen zijn van
natuursteen gebouwd. Daartegenover is de
„St. Bavo" geheel van baksteen opgetrok
ken, uitwendig is rode Waalsteen verwerkt,
het inwendige is geheel opgetrokken van
gele Friese steen. De deskundige Joh. W. B.
Beyk, die een boek over dit kerkgebouw
schreef, merkt op dat het deze gele kleur
is en de daardoor veroorzaakte absorptie
en terugkaatsing is, die aan de kathedraal
haar eigenaardig licht geeft, haar een bij
zondere warmte schenkt; zelfs bij bedekte
lucht hangt in de kerk een mysterieuze
gouden gloed. De fraaie ramen van rijk ge
kleurd gebrandschilderd glas werken daar
toe natuurlijk mede.
De stijl van de kathedraal wordt wel eens
als Gotisch of zelfs Neo-Gotisch omschre
ven. Maar dat is niet juist. De kerk is een
bouwwerk in moderne stijil, waarbij welis
waar herinneringen gewekt worden aan
de Gotiek, maar ook aan de Romaanse
bouwstijl en niet het minst aan de Byzan
tijnse.
Het inwendige van de „St. Bavo" is al
verrijkt door vele kunstschatten. Beeld
houwwerk, schilderstukken, gebrandschil
derde ramen, producten van edelsmeed
kunst, enzovoort. Wel is de schatkamer
nog niet zo rijk voorzien als die van oude
kathedralen (wij denken aan de Dom in
Keulen) maar toch is er al veel te bewon
deren en de verzameling wordt geregeld
rijker.
Het zou te veel ruimte vragen om een
gedétailleerde beschrijving te geven van
deze grote kerk met haar vele kapellen en
talrijke kunstwerken. Daarom volstaan wij
met deze korte waardering.
C. J. van T.
Teneinde het lichtvaardig bouwen van
noodwoningen tegen te gaan, heeft de mi
nister van Wederopbouw en Volkshuis
vesting enkele richtlijnen uitgevaardigd,
waaraan gemeentebesturen zich moeten
houden, indien zij op grond van art. 20 der
Wederopbouwwet voor dergelijke woningen
een bouwvergunning willen afgeven. Dit
laatste mag voortaan alleen geschieden, in
dien het gezin, waarvoor de noodwoning
bestemd is, op ontoelaatbare wijze is ge
huisvest of zich volstrekt noodzakelijk in
de betrokken gemeente moet vestigen. Als
tweede wordt gesteld diat zulk een gezin
niet op andere wijze met name door toe
passing van de woonruimtewet, kan wor
den geholpen.
De noodwoningen zelf moeten voldoen
aan een aantal eisen, die in het Ketenbe-
sluit 1934 zijn geregeld; in een tweede be
schikking wordt nog de voorwaarde ge
steld, dat het gebruik van de voor de nood
woningbouw benodigde materialen en ar
beidskrachten de bouw van volwaardige
woningen niet mag belemmeren en dat de
kapitaalsinvestering, gezien de korte toe
gestane levensduur van noodwoningen, ver
antwoord is. In alle gevallen, die niet aan
de gestelde richtlijnen voldoen, is nood
woningbouw verboden.
ADVERTENTIE
Eén voorstelling in Haarlem
van „De vrolijke vrouwtjes"
De Haagse Comedie geeft Dinsdag de
enige in Haarlem te verwachten voorstel
ling van het blijspel „De vrolijke vrouwtjes
van Windsor" door William Shakespeare,
in de .vertaling van Bert Voeten en onder
regie van Michael Langham (van de Old
Vic in Londen). De titelrollen hierin wor
den door Fie Carelsen en Ida Wasserman
vervuld. Verder werken mede: Cees Laseur
(als Falstaff), Willy Haak, Bob de Lange,
Cruys Voorbergh, Theo Frenkel, Jan Retèl,
Henri Eerens, Johan Valk en vele anderen.
Jurriaan Andriessen componeerde speciale
muziek en Nicolaas Wijnberg ontwierp de
décors. De costumes zijn van Johan Greeter.
i - sr r
Gezicht in de kerk, waar de zuilen statig naar boven wijzen
en het gekleurde glas alles met mysterieuze lichtglanzen
omstraalt.
De Bisschoppelijke troon, kunstig uit eikenhout gestoken.
Daarachter het jraaie bronzen koorhek.
In Arnhem is de jaarvergadering gehou
den van de Vereniging tot Bevordering der
Homoeopathie. Het erelid generaal Duymaer
van Twist kon voor het eerst sinds 57 jaren
de vergadering niet bijwonen. Mededelingen
werden gedaan over de eerste artsencursus
te Utrecht, waarvoor 32 artsen werden inge
schreven. In het najaar zal in Utrecht een
tweedejaarscursus worden gehouden en in
het Westen des lands een eerste jaarscursus
waarvoor twee nieuwe docenten zijn aange
wezen.
ADVERTENTIE
Een goede nacht
begint met
(Met ons respect aan Gillette, waarmee een
goede morgen begint.)
ZATERDAG 17 MEI
Stadsschouwburg: Antigone (Amsterdams
Toneel Gezelschap), 8 uur. Lido: „Illusie van
het geluk", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. City:
„Boefjes van Montmartre", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Spaarnc: „Het teken van de gorilla",
„De tyran van de zee", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „Furie van de Kongo", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Geen médailles
voor spionnage", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Palace: „De gesluierde Maja", alle leeft., 7
en 9.15 uur. Minerva: „Bij mij verveel je je
niet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „De
Bron", 14 jaar, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 18 MEI
Stadsschouwburg: „Ze kregen wat ze wil
den" (A.T.G.), 8 uur. Rembrandt: Zondag
morgenvoorstelling „Vijf maanden in de
Braziliaanse wildernis", 11 uur; „Geen mé
dailles voor spionnen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Palace: „De reis van het koninklijk
paar", 10, 11 en 12 uur. „De gesluierde Ma-
ja". alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Lido:
Zondagmorgenvoorstelling „The story of
Mr Wassell", 18 jaar. 11 uur. „Illusie van het
geluk", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Mi
nerva, Spaarne: 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: 2, 4.30, 7
en 9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
MAANDAG 19 MEI
Palace: „De reis van het koninklijk paar",
10, 11 en 12 uur. „De gesluierde Maja", 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt, Lido: 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Spaarne, Frans Hals: 2.30, 7 en
9.15 uur. City: 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Minerva: 8.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur.
L HEEFT RAYMOND BRULEZ het voor hem stellig curieuze genoegen gesmaakt
het eerste deel „Het huis te Borgen" van zijn vierdelige cyclus „Mijn Wo
ningen" bekroond te zien met de driejaarlijkse Staatsprijs voor Nedeilands Proza,
het blijft de vraag of deze onderscheiding ook een juist onderscheiden betekent van de
plaats die hij temidden van zijn Zuid- en Noord-Nederlandse schrijversgenoten in
neemt. Raymond Brulez heeft namelijk „een verleden". Ruim twintig jaar geleden,
na het verschijnen van zijn eerste roman „André Terval of Inleiding tot een leven
van gelijkmoedigheid", werd de onmiskenbare oorspronkelijkheid van zijn schrijver
schap niet aanvaard dan met een zeker moreel voorbehoud, waartoe de hem toege
dichte voorkeur voor het „pikante" verplichten zou. En nóg zijn er, die de gestalten
waarmee Brulez verbluffend waarheidsgetrouw de woningen van zijn herinnering
herbevolkt als „schimmen van verzwonden liefde, familiegeluk, devotie en wellust",
met argwanende blikken gadeslaan en voorbijzien aan de „gelijkmoedigheid", wat
zoveel zeggen wil als: met miskenning van zijn bedoelingen.
Wat is er, onbevooroordeeld gelezen en
beschouwd, gebeurd? Een onafhankelijke
figuur, een vrije geest, een auteur die de
waarheid van wat hij te schrijven heeft
onder geen voorwaarde verkwanselt aan
de „litteratuur", is op zoek naar zich
zelf op zoek naar de mens, terugge
keerd tot zijn verleden: tot het milieu van
zijn jeugd, zijn familie, vrienden en be
kenden, tot alles wat een spoor achterliet
in zijn leven en uit de romantische jonge
ling Raymond in di-omen, verwachtingen
en ontgoochelingen de gelijkmoedige
als men wil sceptisch-spotzuchtige
schrijver van deze „geromanceerde mé
moires" deed groeien. De ware spotlust
kleineert niet. Hij brengt de zaken terug
tot hun ware verhoudingen. Niets dan dié
waarheid zoekend heeft Brulez zijn her
inneringen mooier noch lelijker gemaakt
dan ze zijn. Aan geen idylle, hoe ontnuch
terend ook, heeft hij afbreuk gedaan, geen
„zonde" heeft hij verbloemd. Zo was, zo
deed, zo sprak men in het Vlaamse Bor
gen. Zo leefde men er, benepen of breed,
eerlijk of achterbaks. Ziehier mijn blaam
cn lof en al wat ik heb gezegd dit
woord van Maurice Barrès wiens
„Homme libre" (Vrije mens) hem aan
spoorde tot een leven in geestelijke onaf
hankelijkheid had het zijne kunnen zijn.
Met die eerlijkheid is hij een weerspan
nig auteur die zich niet gemakkelijk laat
onderbrengen in de gangbare handboeken
een hoedanigheid die hij gemeen heeft
met degenen bij wie hij thuishoort: met
rakkers als Voltaire en Heine, Multatuli
en Willem Paap, Nescio en Willem Els-
schot. Heine bijvoorbeeld werd gering
schattend „feuilletonistisch" genoemd.
Maar na honderd jaar is hij even spring
levend als zijn broeder Brulez, aan wie
men „amateurisme" verweet.
Amateurisme! Neem het eerste deel van
deze cyclus: „Het Huis te Borgen" met
zijn episodische herinneringen. „Een schets
blad van Watteau" heeft Brulez het ge
noemd, van de galante meester van Valen
ciennes, wiens „L'Indifférent" (Onver
stoorbare) dat meesterlijk doek van de
prinselijke danseur die met gratievolle pas
zó speels en zwevend op de toeschouwer
toetreedt, dat men nauwelijks oog heeft
voor zijn melancholische blik Brulez
zeer ria aan het hart ligt. Lees het als zo'n
schetsblad, omrankt door figuren, vrou
wengestalten, mensengezichten, tegen een
achtergrond van het Vlaamse landschap,
de Vlaamse stad, getekend met een mini
mum aan middelen, maar met een verfijn
de levendigheid en onmiddellijkheid die
aan het anecdotische de rang verleent van
het algemeen menselijke.
Het pact van drie
Lees het ten einde tot waar Brulez af
scheid neemt van zijn kinderjaren, van zijn
idyllische liefde, met het besluit en de
belofte, een hechter verbond tot fundament
van zijn leven en compositorische grondslag
van zijn volgende boek te kiezen. Dat bin
dend element werd de vriendschap, be
kroond door „Het pact der Triumviren"
zoals hij dit tweede schetsblad van
Watteau betitelde het driemanschap
van jongelingen, dat plechtig werd aange
gaan kort voor de eerste wereldoorlog.
De Raymond Brulez die hier, zichzelf
ontmoetend en herkennend in het herle
vend verleden van de oorlogsjaren, het
woord neemt is niet dezelfde meer als de
jongeling van het huis te Borgen. Er wor
den grenzen doorbroken, locale, provinciale
en zelfs landelijke, door een beproeving die
een Borgenaar doet schrijven als een Euro
peaan over zijn geboortestad, even brillant
van geest, beeldend van taal en frank van
gemoed als in het eerste deel van deze
cyclus, maar gerijpt tot de mild-spotlusti-
ge, ironische „onverstoorbaarheid" die zich
stellen kan boven de massa „au dessus
de la mêlée", zoals het toen heette met de
verzoenende strijdkreet van Romain Rol
land. Deze houding, deze vrijblijvende su
perioriteit, bepaalt ook de plaats van de
jonge Raymond in het Triumviraat. Naast
de oprechte Katholiek Bertrand Daelman,
die als goed vaderlander naar het front
trekt, en de vurige flamingant Julien
Martijn, die bij de gratie van „den duts"
studeren gaat aan de vervlaamste hoge
school van Gent, blijft Brulez als derde
facet van het „Vlaamse probleem" de be-
schouwelijk-onpartijdige, aan wie al wat er
zichtbaar wordt achter de door het oor
logsgeweld doorbroken dunne wand van
het burgerlijk fatsoen de betrekkelijkheid
leert van idealen en verwerpelijkheden,
van „blaam en lof", waarmee hij inmid
dels niet minder „Vlaams" is.
Speelse en vrye geest
Want ondanks zijn geestelijk wereldbur
gerschap blijft hij met al zijn vezelen aan
Vlaanderen verbonden, aan diè Vlaamse
geest dan, die in Watteau was gevaren,
een speelse en vrije geest die de ernst
trotseert en het „vieze slijk", dat het men
selijk spoor achterlaat, aanvaardt in de
hoop het vroeg of laat „tot edel goud te
transmuteren".
Dat is dun de steen der wijzen van
Brulez menselijke alchemie, waarvan hij
het geheim ontdekte „op zoek naar de
verloren jaren" jaren die ook het Pact
der Triumviren niet onaangetast lieten.
Als de pactgenoten elkaar aan het einde
van de catastrofale uitbarsting in Veere
terugzien om afscheid te nemen, is het om
de beperktheid van hun verbondsideaal te
erkennen en, voor zover het de jonge
Raymond betreft, te aanvaarden dat de
waarheid van het verleden, de waarheid
van Vlaanderen, van de wereld, van de
mens, zich in haar ware gedaante vertoont
als ze verschillende aangezichten laat zien.
En om die kapitale waarheid was en is
het Brulez maar te doen. Naar welke wo
ningen zal ze hem nog voeren?
C. J. E. DINAUX
„Het Huis te Borgen", besproken in de
Litteraire Kanttekeningen van 24 Februari 1951.
Raymond Brulez: „Het Pact der Trium-
vieren", tweede deel van de cyclus „Mijn Wo
ningen" (J. M. Meulenhoff, Amsterdam).
Telkens wanneer ik een stad in den
vreemde bezoek zijn er dingen die mij op
vallen. Het merkwaardige is dat welke
stad in welk land dit ook is deze op
vallendheden dezelfde zijn. Mutatis mutan
dis zoals de man zei die een chèque
vervalste.
Het eerst-opvallende is altijd dat zelfs
kleine kleuters die totaalvreemde taal
vloeiend spreken.
Vreemd is ook dat de mensen allemaal
hetzelfde doen als in Haarlem of Gronin
gen: eten, slapen en een beetje werken.
Bovendien zien ze er net zo uit als bij ons:
de vrouwen hebben rokken aan en de
mannen broeken. In de winkels is hetzelfde
te koop als bij ons: alleen de prentbrief
kaarten en de kranten zijn anders. De
schoenen, de biefstukken, de bloemen, de
radio's, de sinaasappelen en de washand
jes zijn precies zo als thuis. De boeken
zien er, wat hun uiterlijk betreft, net zo
uit als de onze, alleen zijn zij in die on
begrijpelijke taal geschreven; het is en
blijft merkwaardig, dat zulke boeken blijk
baar door Jan en allemaal begrepen wor
den. In de bioscopen draaien films en in
de theesalons worden taartjes gegeten.
Daarvoor behoeft ge niet uit Nederland
te gaan.
Het is mooi weer of het is slecht weer.
Er zijn parken en plantsoenen, schouw
burgen, kerken en musea dat is alle
maal hetzelfde maar de politie-agenten
zien er anders uit. Soms als vice-admira-
len, soms als bioscoop-portiers en ook wel
als gidsen van reisbureaux. Aan de politie
agenten en de wonderlijke taal der dag
bladen bemerkt gij, dat gij in den vreem
de zijt.
Treffend is dat de mensen in zulk een
vreemde stad nooit musea bezoeken, tenzij
zij in den vreemde zijn.
Wanneer gij restaurants bezoekt is het
soep, vlees, aardappels en groente met een
toetje geblazen en bovendien zal iedereen,
die in die stad woont, u zeggen dat hij u
een restaurantje zal noemen dat veel beter
is dan het restaurant, dat ge op eigen
initiatief hebt gevonden. Het beste en
meest typische restaurant staat nooit in
de gids, die ge u hebt aangeschaft.
Van alle Nederlanders die ge daar ont
moet verlangt 93 procent naar Hollandse
verse groente, Hollandse biefstuk (met
doperwtjes) en Hollandse caféterrassen.
Er is niemand in dat vreemde land, die
van het bestaan van minister Wemmers
heeft gehoord en de mecslen denken, dat
wij op klompen rondom windmolens dan
sen.
Iedereen praat over de duurte, de koude
oorlog en het weer.
In elk vreemd land zijn beroemdheden,
waar ze in elk ander vreemd land nooit
van gehoord hebben en wanneer ge ver
trekt hebt ge altijd nu juist net verzuimd,
het merkwaardigste museum te zien.
En het is altijd leuk weer thuis te komen.
ELIAS
ADVERTENTIE
is hel geheim der
schoonheid. Duizenden
vrouwen, die een nel-
ging hebben tol zwaar
lijvigheid. moken in het
buitenlund sedertiaren
gebruik van
«Burcbard»
ie kiodtlig werkends,
ziI vsre n slankhsidsdrogees
Zuiver planlaordig en
volkomen onschadelijk,
ook bij langduriggebruikl
Thons ook in Holland verkrijgbaar!
In Apotheken en Drogisterijen
Dtpoh ALPHAA daro.Jon Luijlenslrool 100
Horizontaal. 1. Turk
se titel. 4. ontsteking.
8 deel v_ e. aalfuik.
11. hoofddeksel. 13.
soort paling. 14. stad
in Italië. 15. Mohamm.
opperwezen. 17. eigen.
18. deel v. Z. Amerika.
19 godin der twee
dracht. 21. schoon
maak. 23. water in
Friesland. 25. water in
N. Brabant. 26. aan
stonds. 27. modeïbeeld.
28. boom. 30. zangnoot.
31. soort bloem. 35.
gelijk. 36. klinknagel
tje. 38. 'schoonheids-
scheidsrechter. 39.
handigheidje. 41. meis
jesnaam. 42. gewichtje.
44. wond. 45. achting.
46. voorkeur. 47. tot
nu toe (afk.).
Verticaal: 1. uitroep.
2. tierig (vooral van
bomen en planten). 3.
zijrivier v. d. Wezer.
5. uitroep v. afkeer.
6. borgtocht. 7. leng
temaat. 8. gering. 9.
deel v. h. oog. 10. jong
zoogdier. 12. tijding.
14. plaats in Limburg.
16. lastpost. 17. zege-
dronk. 20. martel
werktuig. 22. oud rijtuig. 24. soort gravure.
25. bloeiwijze. 29. afwezig. 31. rivier in
Frankrijk. 32 de man van Bathseba (Bij
belse figuur). 33. eenmaal. 34. gemeenschap
pelijke weide. 35. hoogadelijke titel in Frank
rijk. 37. deel v. d. voet. 38. voorkeur. 40.
hoofddeksel. 42. voorzetsel. 43. zangnoot.
Oplossingen moeten worden ingezonden
aan onze bureaux HAARLEM, Grote Hout
straat 93 en Soendaplein 37; IJmuiden,
Kennemerlaan 154. Oplossingen moeten uiter
lijk Woensdagavond in ons bezit zijn. Wij
verzoeken op de enveloppe te schrijven:
„Oplossing Puzzle"
S.v.p. geen mededelingen voor redactie of
administratie bij de oplossingen insluiten.
De oplossingen moeten worden ingevuld op
het gedrukte diagram dat hierboven staat.
De oplossing van de vorige puzzle is:
Horizontaal: 1. inkt. 5. Epen. 9. aardgas.
12. re. 14. morel 15. nu. 16. ent. 18. gal. 19.
mep. 20. stip. 21. Bali. 22 aam. 24. otter. 27.
aarde. 30. opera. 33 preek, 36 sla 38. stee.
40. obat. 42. lel. 43. ski. 45. AKO. '46. al. 47.
stere. 49. s.e. 50. variant. 5? faro 53. keer.
Verticaal: 2. na. 3. kam. 4. trog. 5. egel. 6.
pal. 7, es. 8. fresco. 10. drama. 11. lupine. 13.
ent. 15. nel. 17. tint. 19. maar. 22. ar. 23. ma.
25. top. 26. eer. 28. air. 29 die, 30. opslag. 31.
edel. 32, as. 33. pa. 34. Elba. 35. katoen. 37.
lakei. 39. tel. 41. aks. 43. stro. 44, Irak. 47.
sar. 48. ene. 50. va. 51. te.
De prijzen werden alsvolgt toegekend:
1 W. van Honschooten, Abeelenstraat 4,
Haarlem-N. 7,50.
2. Gré van den Bosch, Smedestraat 37,
Haarlem 5,
3, J. Fortgens, Jansweg 6. Haarlem ƒ2,50.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan tussen haakjes achter de
naam van het schip vermeld. Naar Indo
nesië en Nieuw Guinea: ms „Willem Ruys"
(29 Mei); naar de Nederlandse Antillen:
ss „Bennekom" (21 Mei); naar Suriname:
ms „Nestor" (28 Mei); naar Canada: ms
„Sibajak" (19 Mei) en ms „Noorddam"
(21 Mei); naar Argentinië, Uruguay, Boli-
vië, Brazilië en Chili ms „Alhena" (21 Mei).
Mijn vriend Fermate en ik hebben sa
men een der concerten, welke het Boston
Symphony Orchestra in ons land gaf, ge
hoord en wij waren.er beiden enthousiast
over. Dit „wij" wil mij verder niet meer
uit de pen. Fermate en ik hebben nu een
maal maar één hoofd en dezelfde handen.
Hoezeer ik hem weet te onderscheiden, hij
is toch nu eenmaal ik, en ik ben Fermate,
want wij wonen onder hetzelfde schedel
dak. Ik was enthousiast, oprecht en vol
ledig. over het concert onder leiding van
Charles Müneh, te Den Haag gegeven. Toen
ik de treden van de uitgang afstapte, be
dacht ik mij dat één van de redenen tot
aangename voldoening was dat er geen
solist was meegekomen, Ik voelde meteen
dat Fermate zijn inwendige wenkbrauwen
fronste, dat hij, als ik deze overweging
verder zou coiffeeren, mij de gedachte zou
inblazen dat dit toch een miskenning van
„de solist", van de kunstenaar zou zijn en
dat ik aan dergelijke dwaasheden niet mag
toegeven. Jawel, maar ik had nu eenmaal
geconstateerd dat het mij best bevallen was
dat er geen solist op dit concert was. En ik
wens nu aan de overweging van die aan
gename ervaring toe te geven. Ik weet nu
zeker dat ik orkestconcerten zonder een
solist beter en aangenamer vind,dan orkest
concerten met die eeuwige middelpunten,
die soms mispunten zijn. Fermate tracht nu
zijn hoofd te schudden, maar omdat het ook
mijn hoofd is, krijgt hij geen kans. De
levendigste en meest virtuose dirigent heeft
niet die irritante sfeer, welke ik thans in
mijn herinnering om solisten met orkest
begeleiding bemerk. Ja, toch, één dirigent
had die sfeer ook. Het was Mengelberg,
maar laten we hem thans met vrede laten.
Hoe het zij, er was een aangename rust
op dit concert, nu men zich zonder stoornis
ik bedoel afwisseling, Fermate met
de uitvoering van enige orkestwerken kon
bezighouden. Charles Münch, die ik tech
nisch en artistiek voor één der voornaam
ste dirigenten houd, introduceerde daarna
een goed stuk van de Amerikaanse compo
nist Barber. Men hoorde er meteen de
schitterende klank-kwaliteiten van het
Bostonse orkest uit. Het gehele strijkers
ensemble is virtuoos en de blazers, mitsga
ders de slagwerkers zijn niet minder bril
lant. Het geheel heeft een eenheid van
kracht en warmte, die zeer bijzonder is en
die voor de beste wijze van musiceren in
Holland voorbeeldig is. Toen „La Mer" van
Debussy volgde, was ik (als een echte Hol
landse luisteraar) critisch gespitst, maar ik
gaf mij al spoedig gewonnen toen ik hoor
de, dat de dirigent en zijn orkest geen vaag
impressionisme toverden, maar het werk
als een heldere symphonie lieten klinken en
daarmee bewezen wat de feitelijke waarde
dezer quasi-schilderende muziek is:, een
levendig dansend spel van hartstochtelijke
orkest-energie, dat zonder enige betekenis
zou zijn, als niet iedere beweging in de
melodie en alle harmonieën een zuiver
muzikale kracht bevatten. Als „La Mer",
waarvan ik de structuur niet bewonder, zal
blijven bestaan, zal dit alleen kunnen ge
schieden als de dirigenten de hartstochte
lijkheid der muziek zonder reserve, met
vuur en vaart laten klinken.
Het was misschien niet verstandig dat op
dit werk een ander Frans stuk volgde, n.l.
Daphnis et Chloé van Ravel. Voor velen is
het wellicht teveel „van hetzelfde" geweest.
Maar de stralende muziek van Ravel vierde
nochtans een verdiende triomf. Aan Ravel
komt de eer toe dat hij het uitzingen van de
weelderigste poëzie in een hechte vorm
van compositie bindt en daarmee meester
schap bewijst.
Op de pauze na deze overvloed van
schoonheid, die ik voor geen solist had
willen ruilen, volgde het lange, maar ge
passioneerde verhaal van Berlioz' Sympho
nie fantastique. Ik kan mij niet voor
stellen dat Berlioz zich zijn muziek in ge
stalte van klank en beweging anders zou
gedacht hebben dan in deze presentatie
van Charles Münch. Achteraf vraag ik mij
af met welke graad van waarde de compo
nist in zijn tijd tevreden moet zijn geweest,
want de orkest-techniek was in zijn dagen
veel minder hoog dan in onze tijd; boven
dien werd een orkest voor de uitvoering
van een symphonie onder leiding van Ber
lioz, zo maar even in elkaar gezet.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Hoewel onze medewerker voor muziek, Jos.
de Klerk, reeds uitvoerig over het optreden
vari het Bostonse orkest heeft geschreven,
meendien wij de persoonlijk-getinte reactie, die
hierboven staat afgedrukt, niet achterwege te
mogen laten.
Op 30 Mei zal de staatssecretaris van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
J. M. L. Th. Cals, in het park Sonsbeek te
Arnhem een internationale tentoonstelling
van beeldhouwkunst openen. Zoals bekend
is, werd in 1949 een dergelijke expositie ge
houden met groot succes. Zij werd bezocht
door 110.000 mensen, wadruuui' Ge onkosten
van 125.000 geheel kmden worden gedekt.
Bedroeg het aantal deelnemende landen
in 1949 slechts acht, thans zullen er zestien
meedoen: Nederland, België, Frankrijk.
Oostenrijk, Duitsland, Zuid-Afrika, Dene
marken, Joegoslavië, Zwitserland, Enge
land, Amerika, Italië, Roemenië en Polen.
Met Sovjet-Rusland en Tsjechoslowakije
zijn nog besprekingen gaande.
Frankrijk zal vertegenwoordigd zijn door
werken van dertien beeldhouwers, zoals
Rodin, Despiau, Maillol en Zadkine, om
slechts de bekendsten te noemen. Engeland
zal alleen door Henri Moore gerepresen
teerd worden. België komt met schep
pingen van niet minder dan zeventien
kunstenaars.
In het park zullen in totaal tachtig beel
den uit het buitenland worden geplaatst en
twintig a dertig uit Nederland. Van Mari
Andriessen, Esser, Cosijn en enige anderen.
Er is nu, wat de Nederlandse inzendingen
betreft, een veel strengere selectie toege
past dan in 1949, waardoor de kwaliteit
van de expositie als geheel sterk gestegen
is.
Op het terrein van de tentoonstelling, die
3"/« maand zal duren, komt ook een jeugd
werkplaats, waar kinderen onder leiding
van de „Werkschuitgroep Arnhem" zullen
kunnen tekenen en boetseren. Otto Treu-
mann ontwierp de affiche, dat ook in het
buitenland zal worden verspreid.
HENGEVELD NAAR LONDEN
De Nederlandse pianist Gerard Henge-
veld zal op 22 en 2 5Mei aan werken van
Joh. Seb. Bach gewijde recitals in de
Wigmore Hall in Londen geven.