Het kind is koning in Italië Mijn zoon lucht zijn kennis over een kat Eerste hulp bij vlekken De jeugd groeit erondanks haar buitensporige vrijheidop tot een beminnelijk volk „Houdt de lamp brandende" Par ij se silhouetten Verkooplokaal NOTARISHUIS coupe spéciale FEUILLETON De fluistercampagne ZATERDAG 17 MEI 1952 Van onze correspondent in Rome) Het woord vlekken zal bij alle lezeressen heel onaangename herinneringen hebben. De een denkt weer aan het verre verleden, toen over haar eerste baljurk een glas li monade viel, de ander denkt aan een feestje waar wijn over haar beste japon gestoten werd, weer iemand anders herinnert zich een kleedje dat ontsierd werd door een inktvlek, en zo zouden wij nog een tijdje kunnen voortgaan. Daarom willen wij u hier eens enkele aanwijzingen geven, voor wat u moet doen zodra de vlek gemaakt is. In het algemeen moet men geen vlekken halen uit erg vuil goed, want dan blijft er dikwijls een lichte kring over. De kring kan behalve door de tegenstelling schoon- vuil ook ontstaan doordat men teveel vlek- kenmiddel gebruikt of doordat men na het ontvlekken het middel niet laat verdampen of niet wegspoelt. Men moet altijd met een vlekkenmiddel betten aan de achterkant van de stof met een niet pluizend lapje. De goede kant der stof legt men op een opge vouwen doek. Het is namelijk de bedoeling om met het vlekkenmiddel van de achter kant tegen de stof te betten, waardoor het vuil in de doek terecht komt. Men moet de vlek dus steeds verleggen op een schoon gedeelte van de doek. Het betten moet steeds gebeuren van de omtrek van de vlek naar binnen toe. Wanneer u zich bij het naaien in de vin ger prikt en een bloedvlek je op het naai werk krijgt, maakt u dit meteen voorzich tig met een heel klein beetje lauw water weg. Een methode, die vlugger gaat en in het geheel geen kringen op nieuw goed kan geven is een met speeksel bevochtigd draadje op het vlekje leggen, het bloed trekt in dit draadje en het vlekje is dus weg. Een verse inktvlek zo veel mogelijk op zuigen met een vloei en dan direct betten met water en azijn. Is er zo gauw geen azijn bij de hand, dan kunt u ook oude melk of karnemelk nemen. U zult zien, dat de vlek op deze manier al bijna helemaal weggaat. Daarna het hele stuk liefst was sen. Betreft het slechts een vlekje op een schoon stuk, dan het vlekje nabetten met schoon water. Bij een vetvlek moet men eerst het vet zoveel mogelijk opzuigen met vloeipapier en daarna met niet te heet strijkijzer uit strijken tussen vloei- of grauw papier. Een andere methode is de vetvlek met tetra of wasbenzine te verwijderen. Bij het werken met tetra of wasbenzine moet men altijd zoveel mogelijk buiten werken, en als dit helemaal onmogelijk is, dan moet men zor gen dat men voor een open raam werkt en dat in dat vertrek geen brandende gas vlam of kachel is. Een vlek van een ball-point kan men verwijderen met spiritus. Hierna moet men de vlek meestal uitspoelen of uitwassen, daar de spiritus meestal een gekleurde kring achterlaat. Gebruikt men inplaats van spiritus alcohol, dan heeft men hier geen last van. U moet er echter wel reke ning mee houden dat alcohol een héél duur vlekkenmiddel is. Een verse verfvlek wordt gebet met ter pentijn of terpentina. Terpentina is een vloeistof, die in het gebruik op terpentijn lijkt, maar veel goedkoper is. Wijnvlekken moeten direct met zout be strooid worden, daarna het zout er af vegen en de stof als het kan uitspoelen met lauw water of alleen de vlek boven een kom spannen en doorgieten met lauw water; wassen in een sopje van huishoudzeep zal de rest van de vlek wegnemen; ook kan men alleen de vlek aansmeren met zeep en dan doorgieten met lauw water; men hoeft in dit geval niet het hele tafelkleed of kle dingstuk uit te wassen. Koffie-, thee- en chocolade-vlekken met lauw water betten. Is het een wasbare stof, dan daarna liefst wassen. Een andere keer kunnen we dan eens de behandeling van oude vlekken onder de loupe nemen. Het is echter wel te begrij pen, dat lang niet alle vlekken hier ge noemd kunnen worden, maar de meest voorkomende zullen dan besproken worden. ADVERTENTIE Italië is en niet sedert vandaag of gis teren een land, waar alles om het kind draait. Wij noemen onze tijd graag „De eeuw van het Kind". Ten Zuiden van de Alpen is, voor zover wij kunnen nagaan, iedere eeuw „de eeuw van het kind" ge weest. Wie uit het Noorden komt, verbaasd zich telkens weer over de wijze, waarop de Italiaanse republiek eigenlijk geregeerd wordt door een paar millioen peuters met kraaiende stemmetjes en lachende ogen. Nederlandse moeders zouden vaak de handen wringen van ontzetting, wanneer zij zouden zien hoe haar Italiaanse zusters de opvoeding verstaan. Het kind in Italië mag alles, is centrum van het gezin en zelfs van het sociale leven. Cornelia, de moeder der Gracchi, die op haar kinderen wijzend, trots tot haar rijke gasten zei: „En dit zijn nu m ij n juwelen", is kennelijk het voorbeeld van alle Ro meinse moeders geworden. De gedachte dat „wanneer er mensen komen" de kinderen in een kinderkamer moeten worden afge zonderd, zou in een Italiaans brein een voudig niet kunnen opkomen. Trouwens de gasten zelf zouden, nog vóór goedendag te zeggen, vragen: „waar zijn de kinderen"? Bezoekt men een Italiaans gezin dan is het vanzelfsprekend, dat men in de eerste plaats belang stelt in de kinderen, die zich allerlei vrijheden veroorloven (zo ziet al thans de Noordeling het meestal) en die worden verzocht hun schoolse wijsheid te luchten, versjes oP te zeggen, te dansen en wat dies meer zij. De Italiaanse moeder Met vreugde begroeten wij een fris, eer lijk en boeiend meisjesboek van de Boe kenclub „De Muiderkring". „Houdt de lamp brandende" is een originele beschry- ving van de studietijd van verpleegsters in een Amerikaans ziekenhuis. De schrijfster Sheila Mackay Russell heeft zichzelf in de plaats van een der leerling-verpleegsters, Susan, geplaatst en door de ogen van dit meisje ziet zij de samenleving in 'n zieken huis, de problemen der zieken. Zij maakt kennis met leed, met moed en met onbe daarlijke vrolijkheid. Susan wordt volwas sen, en rijp genoeg om de lamp die Flo rence Nightingale eens langs de slagvel den droeg, brandende te houden. Het boek is met ernst en gevoel voor humor ge schreven. Clara Eggink vertaalde het. D. In Brindisi, Zuid-Italië, liggen de oesters bijna voor het oprapen. Deze drie Italiaan se jongens laten zich dit buitenkansje niet ontgaan. Vol toewijding zijn zij bezig de oesters open te maken en te verorberen. De oestervangst en de verwerking van deze zeedieren vormen belangrijke midde len van bestaan voor de bevolking van deze havenstad. waakt over haar kinderen als een moeder kat over haar jongen. De volksvrouw pleegt al haar „bambini" ook 's avonds mee te slepen naar een café-terras of een bioscoop. Een ander ding, waar vreemdelingen meestal niets van begrijpen, is dat de wei nige zitplaatsen in trams en autobussen voor het grootste deel bezet plegen te zijn door kinderen tussen drie en twaalf jaar. Zodra zij de tram binnenkomen, stormen zij naar een plaatsje. Moeder blijft natuur lijk staan, zo goed als tientallen andere volwassenen, in wier hoofd het zelfs niet zal opkomen een aanmerking te maken op dit privilege der jeugd. In Italië is het heel gewoon, dat een vol wassene opstaat om zijn plaats af te staan aan een kind. Is dit verkeerd? Wij geloven het niet. Het kind in de groeiperiode is waarschijnlijk minder goed besfan# tegen het lange staan en het heen-en-weer ge schokt worden dan een volwassene. En wat het egoïsme betreft, dezelfde jonge Italiaan die als kind altijd mocht zitten, zal als jonge man spontaan zijn plaats afstaan aan dames, aan moeders met kinderen en aan heren op leeftijd. Kastijding onbekend Daar men van kinderen nu eenmaal alles duldt, is het grote uitzondering, dat iemand een kind een klap geeft. Ook de armste moeder kleedt haar kin deren zo goed als haar enigszins mogelijk is en meer welgestelde moeders vinden het vaak van meer belang, dat hun zoontje of dochtertje „elegant" wordt gevonden dan dat zij zelf aanspraak kunnen maken op dit waarderend oordeel. Italiaanse kinde ren, vooral in steden als Rome, Florence, Milaan en Turijn, zijn kleine dametjes en heertjes, voor het Noordelijk oog misschien wel wat al te verzorgd. Het vreemde is echter, dat die kinderen, levendig en druk, al hebben zij weinig gemeen met onze rob bedoezen, toch bijzonder aantrekkelijk zijn. Zij spelen wat minder ruw dan hun leef tijdgenootjes in het Noorden, zeggen „par don" tegen elkaar, wanneer zij een kame raadje hebben tegengesproken of ongewild gehinderd, maar zij geven bij hun spel en hun gesprekken blijk van veel fantasie, waardoor ze toch weer heel dicht bij onze eigen Pietjes en Annetjes komen. En het meest verwonderlijke is, dat ondanks een opvoeding waaraan volgens ons begrip alle systeem ontbreekt, uit die verwende, maar nooit zeurende en hoogst zelden verlegen kinderen, tenslotte volwassenen groeien, die een volk vormen, dat in zijn geheel ge nomen zeker een der beminnelijke volke ren ter wereld is. In Frankryk wordt de jacht op certificaten en diploma's, indien dat mogelijk is, nóg wat intenser gevoerd dan in ons eigen lieve vaderlandje en dat wil wel iets zeggen. Nauwelijks zijn de kinderen de luiers ontwassen, of er worden, om zo te zeggen, in Franse kleuterklasjes en soortgelijke etablissementen al rapporten uitgedeeld aan de hand waarvan de ouders de vorderingen hunner telgjes kunnen controleren. Het netjes- in-de-rij-lopen, het rechtop-zitten-in-een-bank, het niet-of-nauwelijks-meer bevuilen- van-een-broekje, het zijn alle prestaties die hier blijkbaar in cijfers kunnen worden uitgedrukt, wat ik op zichzelf wel heel knap vind van die Franse leerkrachten. Dit eenvoudige jurkje is uitgevoerd in lin nen jersey, een heel sterk materiaal dat makkelijk te wassen is. Een hoedje en handschoentjes van witte piqué geven er een fleurige noot aan. ADVERTENTIE Dir. W. N. WOLTERINK Bilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem - Tel. (K 2500) 11928 INBOEDELVEILING 27/28 MEI Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst Meester ging niet accoord met opstel Maar om op mijn a propos te komen: ook wij zijn nu onder de druk der examenspan ningen geplaatst, omdat mijn ene negen jarige zoon binnenkort een proeve van be kwaamheid en verstandelijke ontwikkeling af zal moeten leggen om tot het lyceum te De Parijse mode-ontwerpster Carven is een specialiste op het gebied van de zomer- mode. Deze fleurige zomercreatie is uitge voerd in witte shantung en met zachtrode margrieten in open borduurwerk gegarneerd. worden toegelaten. De leeftijdsgrens tussen het gewone en het middelbare onderwijs ligt in Frankrijk namelijk een paar jaar lager dan in Holland. Maar intussen is dat dan toch maar een lyceum, een inrichting van voorbereidend hoger onderwijs. U moet het ventje kennen, dat daar nu heen zal moeten. Het vorig jaar geloofde hij nog onwrikbaar in Père Noël („Vader Kerst mis") en ik ben er zelfs niet helemaal zeker van dat hij het mysterie vandaag wel vol komen doorziet. Een dat zal dan nu examen moeten doen. Ten overstaan van heren die hij niet kent en die wel verschrikkelijk plechtig zullen zijn. Die hem een dictée moeten geven en een onderwerp voor een opstel en verder van die vreselijke sommen over mannen die zo en zo vroeg hun huis verlaten om zo en zo laat 's avonds weer terug te komen en van wie je dan maar even vertellen moet wat ze voor hun mid dagmaal hebben uitgegeven indien ze zo en zoveel hebben verteerd met inbegrip van spoorkaartjes over die en die afstand. Voor zulke rebussen draait hij zijn hand nauwe lijks om, ofschoon zijn voorkeur er nog niet eens naar uitgaat. Hij houdt meer van op stellen. Maar ter zake. De grote gebeurtenis dan vindt begin Juni plaats, zodat we dus in het pre-examinale tijdperk der dagelijkse proefwerken zijn getreden. Ik kan overi gens niet zeggen, dat die voorbereidende beproevingen hem erg veel deden, want van koortsachtige nachtmerries en andere 'opgewonden begeleidingsverschijnselen had ik tot gisteren nog niets kunnen bespeuren. Tot gisteren zeg ik, toen hij in tranen thuis kwam. Zijn meester had hem zwaar de les gelezen en nog wel naar aanleiding van een opstel dat hij zelf nu juist met zoveel ge noegen had gemaakt. Hij gaf me zijn proef stuk te lezen dat zijn onderwijzer van ver scheidene rode strepen had voorzien. Niet rijp genoeg En eronder stond, als commentaar voor mij dat het kind van een onvoldoende rijp heid van geest getuigenis had afgelegd zo dat hij, die meester, zich afvroeg of het maar niet beter was nog maar een jaartje met dat examen te wachten. Ik zei tegen mijn zoontje, dat wél iets over stuur was, dat hij zich van die opmerking maar niets aan moest trekken, omdat in deze tijd van het jaar alle meesters nu eenmaal wat ner veus beginnen te worden; een verschijnsel dat later in de vacantie wel weer terecht komt. En waarom die plotselinge twijfel van de meester? De kinderen hadden dus een opstel moeten schrijven over een kat, een onderwerp dat mijn zoontje sterk had aangetrokken. We hebben zelf namelijk zo'n genoeglijk huisdier en daarmee brengt hij uren zoek, overigens niet altijd tot vol maakte bevrediging van de wederpartij. Maar hij meende niettemin, dat de kat geen geheimen meer voor hem bezat en de te leurstelling over de meer dan koele waar- Dit zomerjurkje is vervaardigd van Ever- glaze", een katoenen stofje met een geca pitonneerd effect, dat voor een zomergar- derobe wel bijzonder practisch is. Het kreukt in het geheel niet en hoeft zelfs na het wassen niet gestreken te worden. dering van de meester was dan ook wel wat begrijpelijk. Maar laat ik zijn proeve van katbeschrij- ving u liever zèif voorleggen. De kat, zo merkt hij dan op is een beest met twee poten van voren, twee poten van achteren, twee poten links en twee poten rechts. De voorpoten gebruikt hij om hard mee te rennen en de achterpoten om weer tot stilstand te komen. De kat heeft een staart die achter aan zijn lijf zit en dan plotseling ophoudt. Hij heeft haren onder zijn neus, die stijf zijn als ijzerdraad. Van tijd tot tijd wil de kat poesjes hebben. Om die te maken wordt hij eerst een vrouwtje. Tot zover zijn verhandeling. Zijn meester vond dus dat dit stukje proza geen vol doende waard was. Zowel uit biologisch als uit mathematisch oogpunt was mijn zoontje in zijn ogen tekort geschoten. Het zij zo. Van paedagogie weet ik niet zo héél veel af en ik zal het geval dus wel weer helemaal verkeerd hebben aangepakt door dat kind tegen zijn onderwijzer in be scherming te nemen. Ik heb hem niet eens gevraagd op hoeveel hij het totaal aantal kattekoppen schatte, noch heb ik aan die passage over kleintjes krijgen een lesje in sexuele voorlichting vastgeknoopt. Slechte beurten van me. Maar ik vind het nog al aanbiddelijk, dat een jongetje, dat op de drempel van het lyceum staat een nog zo onbevangen kijk op het wonder der voort planting heeft weten te bewaren. Er moet daaraan natuurlijk toch iets worden ge daan. Maar voorlopig kan ik 't nog niet over mijn hart krijgen om eraan mee te werken die poëzie en die onschuld voor wat nuchtere kennis te doen wijken. Of schoon er tóch iets gebeuren moet. ève ADVERTENTIE Wagenweg 29. Tél. 20518 L'essentiel pour la Coiffure 1952 est une que nous exécutons selon les indications du Syndicat Haute Coiffure frangaise door Andrew Mackenzie Vertaald uit het Engels 44) Mijn veiligheid is toch van geen belang vergeleken bij de herboorte van Frankrijk! Ik reis dag in, dag uit, rond om allen, die mijn ideeën aanhangen, moed in te spre ken. Daarom heeft de Süreté u natuurlijk niet kunnen vinden, merkte Brannigan op. De kolonel reageerde enigszins eigen aardig op deze woorden. Ach, de politie! Zij loopt aan de lei band van iedere regering. Frankrijk wordt door het communisme bedreigd. Hun agenten zijn overal: in de fabrieken, in de scholen, op de boerderijen, op de kantoren en departementen en ook in het leger. Als zij óóit aan de macht zou den komen, moeten er verzetsgroepen zijn om te saboteren, totdat het volk verstan dig genoeg geworden zal zijn om de onder drukkers het land uit te gooien. Daarom hebben mijn tegenstanders na tuurlijk iemand omgekocht om een fluister campagne tegen mij te beginnen. Tegen mij, kolonel Oudinot. Ik heb notabene in de verzetsbeweging tegen de Duitsers gevoch ten en ik zou nu wéér gaan vechten, als het zou gaan om de vrijheid van Frankrijk! De kolonel, die zijn woorden zo drama tisch mogelijk had laten klinken, maakte een pathetisch gebaar. We waren enigszins ongerust, dat u misschien een ongeluk overkpmen zou zijn, merkte Brannigan tactvol op.' Ik ben niet bang! Maar ik ben het met u eens, dat men die onbeschaamde honden beter uit de buurt kan blijven. Ik blijf dan ook in iedere plaats nooilt langer dan ten hoogste twee dagen. Soms werd ik wel eens gevolgd, maar ik ben er gelukkig altijd in geslaagd m'n achtervolgers te ontlopen. Brannigan dacht even na. Wanneer bent u hier gekomen?' vroeg de hoofdinspecteur. Gistermiddag. Ik reisde over Calais en Dover. Ik logeer in het Grosvenor Hotel. Zodra ik hoorde, dat Scotland Yard inlichtingen over mij trachtte in te win nen, kwam ik naar Engeland. U vindt het zeker wel goed, dat ik nu weer naar Frank rijk terug ga? U heeft me gezien, en u weet dus dat alles met me in orde is. De kolonel zweeg even en ging toen verder: Ik weet nog niet precies, wat ik in Frank rijk ga doen. Waarschijnlijk zal ik weer rondreizen om mijn volgelingen met raad en daad bij te staan. Vermoedelijk bent u hier in Enge land veiliger, merkte Brannigan op. Waarom? Die misdadiger van de bovenste plank, Simpkins is hier in het land, maar hij heeft heel wat medewerkers en die zijn werkelijk óveral! In Londen kunnen we u behoorlijke bescherming bieden. Simpkins boezemt me geen vrees in. Als ik hem mocht ontmoeten, dan zal ik hem tonen hoe een dappere Fransman han delt! Kolonel Oudinot wond zich enigszins op en kreeg toen plotseling een hevige hoest bui, waardoor hij enige benauwde ogen blikken doormaakte. Ten slotte veegde hij enkele tranen weg. Het spijt me. De oorlog heeft me geen goed gedaan. Mijn longen zijn niet meer in orde. In de eerste wereldoorlog liep ik een gasvergiftiging op. Nee, ik kan hier niet blijven. Er wacht in Frankrijk heel wat werk op me. Heeft u in Frankrijk gemerkt dat er roddelpraatjes over u werden rondge strooid? Kolonel Oudinot aarzelde even. Ik zelf reis zó veelvuldig, dat ik ze meestal niet hoor maar enkele van mijn medestrijders voelden zich niet al te pret tig, toen zij die nonsens hoorden. Ik ver telde hun toen, dat onze vijanden die praatjes de wereld instuurden. Ik blijf er bij, dat het beter zou zijn als u niet naar Frankrijk terugkeerde, drong Brannigan wederom aan. Ik zal open kaart met u spelen, kolonel Oudinot. Ik wil die kolonel Simpkins in een valstrik lokken. Als hij het zou proberen u van het leven te beroven, dan kunnen we hem ar resteren. Er blijft natuurlijk een zeker risico voor u aan verbonden, maar u bent er de man niet naar om dat erg zwaar op te nemen. Kolonel Oudinot boog in de richting van de hoofdinspecteur uit erkentelijkheid voor Brannigans woorden. Indien ik niet zo dringend mijn werk in Frankrijk moest hervatten, zou ik gaarne blijven, maar ik móét nu eenmaal terugkeren. Zoals u wenst. Maar zoudt u me soms wat meer willen vertellen over de oppositie tegen u in Frankrijk? Indien zij heftig is, betekent dat namelijk, dat Simpkins' man nen in Frankrijk erg actief zijn, is zij dat niet, dan is hij waarschijnlijk hier in En geland druk in de weer. Het is nog nooit zo erg geweest als in Monte Carlo. Maar als ik niet steeds zó rusteloos zou rondreizen, zou ik misschien wat meer opvangen. Zelfs in Perigueux bleef ik maar kort. Ja, dat weet ik. Ik meen overigens, dat u juist daar vrij veilig zou zijn. 't Is mogelijk. Maar kan men wel er gens veilig zijn? Hoe kleiner de plaats, des te intensiever de praatjes. Maar vertelt u nu eens wat over u zelf. Ik heb me vaak afgevraagd, wat voor vorderingen u al niet gemaakt zou hebben. Nu en dan denk ik nog wel eens terug aan die avond op de heuvel, toen ik die schoten hoorde en iemand langs mij heen rende. Had ik die man toen maar gegrepen! Brannigan scheen plotseling een idee gekregen te hebben. Zoudt u vanavond met mij willen dineren? Ik zou u dan uitvoerig over mijn avonturen kunnen vertellen. Dat is prachtig! Afgesproken dan. Zal ik Bob Arlen en zijn vrouw ook vragen? U weet wel, die jonge mensen, die u in Monte Carlo hebt ontmoet? Natuurlijk.... Nee, toch liever niet. Ik vind het gemakkelijker om onder man nen alleen te praten. U kunt natuurlijk niet alleen mijnheer Arlen vragen. Zoals u wenst. Ik zal u aan uw hotel laten afhalen. Zou zeven uur u schikken? Dat zou prachtig uitkomen. De kolonel was nog geen minuut ver trokken, of Brannigan was reeds aan het telefoneren. Het bleek de hoofdinspecteur, dat de feiten, zoals kolonel Oudinot hem deze had geschetst, met de werkelijkheid overeenstemden. Hij was inderdaad pas gistermiddag aangekomen en had in het Grosvenor Hotel, vlak bij Victoria Station, waar de internationale treinen aankwa men, kamers genomen en de Süreté beves tigde, dat Oudinot op de Champs Elysées gezien was, toen hij daar een kopje koffie zat te drinken. Hij weigerde toen echter een nauwkeurig verslag te geven van zijn doen en laten van de laatste weken. Hij zei alleen, dat hij steeds op reis was geweest. Brannigan besprak een tafel in het Franse restaurant in Jermyn Street, waar hij het liefst at. Kolonel Oudinot scheen dit zeer te appreciëren. Hij bekende tegenover zijn gastheer, dat hij de Engelse keuken had leren haten sedert zijn verblijf in En geland gedurende de oorlog. Eerlijk gezegd had hij het niet zo prettig gevonden om ergens in de stad te gaan eten, maar hij had natuurlijk niet kunnen weten, dat de hoofdinspecteur een Frans restaurant zou uitkiezen. Onder het genot van een goed glas Graves spraken de beide mannen over de oorlogsjaren. Alhoewel Oudinot niet hele maal los kwam, was hij toch veel minder stijf dan anders. Toen het gesprek toeval lig kwam op de Franse politiek, werd hij nijdig, zodat Brannigan maar snel een ander onderwerp aansneed. Het bleek, dat kolonel Oudinot in de oorlog enkele bijzonder sensationele avon turen had meegemaakt. Terwijl de militair nu en dan een slok nam, vertelde hij over z'n parachuteren in Frankrijk, het aanleg gen van hinderlagen, gevaarlijke opdrach ten en z'n zwerftochten door de bei-gen. Toen de twee mannen over het dure leven in Parijs spraken, kreeg Oudinot een onrustige blik in z'n ogen. Wie is dat daar? Ik heb hem meer gezien. Brannigan keek in de richting, die Oudi not hem aanduidde. Dat is Hector Blair, de Amerikaanse criminalist. U herinnert zich toch nog wel, dat hij bij ons was, toen die affaire in Men ton plaats vond? Ja, nu u het zegt. Inderdaad, ik her ken hem nu. Maar wat zou hij hier doen? (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 6