Amateur met enige verdienste Ontmoeting met Claude Rains HooljaJranketT Bestuur Handelsvereniging geïnstalleerd TEMPO -Clowntje Rick Radio Moors Amerikaans-aandoende carrière van noeste arbeidersjongen Ruim twaalfhonderd betonconstructies Ook Thalia speelde „Van ander ras" ZATERDAG 24 MEI 19 52 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT a: 8 A. van Geluk een halve eeuw betonbouwer Om nooit fa vergeten De positie van de vrouw „De Kondor bestaat veertig jaar Amsterdammer had twaalf inbraken op zijn geweten A. Biesheuvel overleden Nachtdienst apotheken FILMSTER EN LANDBOUWER Voor de kinderen Film voor de Vereniging voor Ruimtevaart in de Stadsschouwburg Amateurtoneel Verkeer over brug bij Spaarndam gestremd Filmregisseur Staudte bezoekt Amsterdam Toen de jonge Dries van Geluk aan het einde van zijn leerplicht was gekomen, vroeg meester Binnendijk van de lagere school aan de Grote Wittenburgerstraat te Amster dam hem wat hij worden wilde. Het antwoord kwam zonder haperen: „Machine-bank werker in Soerabaja!" De onderwijzer vond hem, omdat hij bewezen had aardig te kunnen tekenen, meer geschikt voor het beroep van decoratieschilder. Maar het liep anders. Door toedoen van het hoofd van de school, meester Kat, kwam deze knaap uit een gewoon arbeidersgezin terecht in het toen betrekkelijk nieuwe vak van be tonwerker. Zijn eerste werkgever was de Cementijzerfabriek Wittenburg, waar - hij in 1900 kwam. Hij beurde een loon van f 1.50 per week. Thans, een halve eeuw later, betaalt hij als directeur van de Aannemingmaatschappij „De Kondor" N.V. per jaar een bedrag van f 1.200.000 aan salarissen uit. Op 14 Juni bestaat dit mede door hem opgerichte bedrijf veertig jaar, een jubileum dat dus tevens in hoge mate als een persoonlijk feit gevierd kan worden. In deze omgeving kent men de heer A. van Geluk overigens misschien beter als wethouder van Publieke Werken der gemeente Bloem endaal en als de grondlegger en onvermoeibare bestuurder van het prachtige Openluchttheater. Al klinkt deze geschiedenis bijna Ame rikaans, men moet niet denken dat de voorspoed als in een sprookje zomaar uit de lucht is komen vallen. Als we zijn voor beeldige carrière uitvoerig van stap tot stap moesten navertellen, zou men een eentonig loflied vernemen op schier boven menselijke volharding en van door levens ervaring verhelderd inzicht. „De jongelui van tegenwoordig vergeten dat ze ervoor werken moeten om iets te bereiken", zei de heer Van Geluk ons, toen we dezer da gen in zijn prachtige villa aan de Zeeweg enkele gegevens omtrent zijn loopbaan van hem te weten probeerden te komen. „Ze vragen niet wat ze moeten doen, maar al leen: wat krijg ik?" Needan ging het in zijn jonge jaren heel anders. Alles door zelfstudie Om die 1.50 te verdienen vertrok hij iedere morgen om vijf uur van huis, te voet gaande naar zijn werkterrein, waar hij Een recente foto van de heer A. van Geluk in zijn eenvoudige loerkkamer. van 's ochtends zes tot 's avonds zes aan één stuk door bezig was. Daarna liep hij een uur naar de Industrieschool, om pas om tien uur zijn kamertje buiten de Haar lemmerpoort te bereiken. Dan nuttigde hij een warme maaltijd, maakte zijn huiswerk en ging naar bed. Deze ronde werd iedere werkdag herhaald. Zijn Zaterdagavonden maakte hij productief door als ambtenaar op de Bank van Lening een daalder extra te verdienen. Op Zondagen trok hij er op uit met het fotografietoestel, dat hij van zijn moeder had gekregen toen hij beloofde naar catechisatie te zullen gaan, om opna men van stalhouderijen en hótelkeukens te maken. Soms haalde hij daar een gulden 'of vijftien per week mee op, waarvan hij de lessen betaalde om zijn kennis te ver groten. Op de lagere school had hij wat Frans en daarna, bij wijze van bijzondere gunst, wat Engels geleerd en het Duits kreeg hij noodgedwongen onder de knie doordat hij alleen in die taal de voor hem zo nuttige mechanicaboeken machtig kon worden. Al zijn wetenschap heeft de heer Van Geluk aan zelfstudie te danken. De Industrie school aan de Groenburgwal bezocht hij slechts zolang hij van de leerstof profijt voor zijn vak kon trekken. Salaris van minister Op de leeftijd van twintig jaar veran derde hij van betrekking, hoewel hem toen reeds veertig gulden per maand werd uit betaald. Maar zijn chef dr. L. A. Sanders, begon voor zichzelf en stelde hem aan als hoofd van de tekenkamer op het dubbele salaris. Kort nadat hij zijn eerste tachtig gulden had thuisgebracht overleed zijn moeder en gedurende de eerstkomende ja ren bekostigde hij de HBS-opleiding van zijn broer. In 1912 bedroeg zijn salaris 4000 per jaar, evenveel als een minister destijds kreeg. „Het was veel, maar ik ver diende het", zegt de heer Van Geluk thans, terugblikkend op deze periode. In dat jaar stichtte hij tezamen met de gewezen wiskundeleraar W. J. Wisselink (die in 1931 overleed) zijn eigen zaak. Eerst heette deze „Gewapend betonbouw De Kon- dor", maar in 1937 werd de naam tot de tegenwoordige veralgemeend. Aanvanke lijk werkte men alleen als onder-aanne mer, doch sinds 1928 voert men alle moge lijke (ook waterbouwkundige) werken in hun geheel uit. Het eerste kantoor was gevestigd in het tegenwoordige gebouw „Arnhem" aan het Rokin, vlak onder de kap, in een ruimte die eigenlijk voor een fotografisch atelier was bestemd. De kan toren van „De Kondor" zijn altijd sober, op het pietepeuterige af geweest Thans zetelt de directie in een noodgebouw bij de werkplaatsen aan de Duivendrechtse- kade. Personeel was er niet. Als de tele foon ging, nam één van de compagnons de hoorn en zei: „U spreekt met de jongste bediende". Na een paar maanden kwam er een boekhouder. Op het ogenblik verzekert „De Kondor" aan bijna vijfhonderd perso nen een dagelijkse boterham, waarvan zes tien ingenieurs. De heer Van Geluk wist door zijn solidi teit en doorzettingsvermogen allerwege vertrouwen in te boezemen. Dr. A. Hel dring, toentertijd directeur van het Alge meen Handelsblad, was de eerste president van het college van commissarissen der vennootschap. Het kapitaal bedroeg bij de oprichting 60.000 en is thans 1.350.000 groot, hetgeen nog zeer weinig mag heten in verhouding tot de hoeveelheid werk, dank zij een conservatief afschrijfsysteem. Sinds 1925 zijn de aandelen opgenomen in de beursnotering. Gedurende veertig jaar heeft „De Kondor" ruim 1200 objecten uit gevoerd tot éen totaal bedrag aan aan- neemsommen van 90.000.000. Wielrenner en nog meer De heer Van Geluk is behalve een uit stekend zakenman ook een veelzijdig sport beoefenaar. In zijn jeugd deed hij aan turnen en was hij gewichtheffen In 1908 huurde hij met vier vriendjes een wieler baan op Zeeburg, waar hij het klaarspeel de alle grote internationale kampioenen aan de start te laten verschijnen. Zelf reed hij ook mee! Men vindt zijn pseudoniem Driessen vermeld in het boek „Vijftig jaar wielersport" van George Hogenkamp: „Amateur met enige resultaten". Later ging hij race-roeien en nam zonder te kunnen zwemmen aan wedstrijden deel. Met de jonge vier van „De Amstel" won hij in de jaren 1910-1911 zes prijzen.... Des win ters deed hij aan boksen. Daarna kwamen paardrijden, jagen en biljarten. „Zondag heb ik nog een beste beurt op de kleidui ven gemaakt", zei hij niet zonder trots. „Ik raakte er vier van de vijf met het eerste schot!" Het is niet doenlijk om in dit bestek al zijn organisatorische functies op te sommen. Laten wij volstaan met te vermelden dat de heer A. van Geluk, die zich in 1930 te Bloemendaal vestigde, tot de mede-oprich ters van het Bedrijfspensioenfonds behoort en dat hij al een kwart eeuw voorzitter van de Beton-Aannemersbond is. Zijn activiteit is onuitputtelijk. Eigenlijk heeft hij overal verstand van (tussen de bedrijven door exploiteerde hij enige hotels en nu is hij bovendien nog zoiets als schouwburgdirec teur) en acht hij, die carrière maakte dank zij een grootse visie en doelbewuste inspan ning, zich voor het kleinste werk niet te goed. Van de zomer zal hij wel weer toe- Zicht houden op alles wat het Openlucht theater betreft, van de artistieke leiding tot het toezicht op de kaartverkoop en de plantsoenen toe. Hij houdt van zijn werk. D. K. ADVERTENTIE zegt de /oocfgieter Maandagavond houdt de Plaatselijke raad Haarlem een oriënteringsbijeenkomst in restaurant Brinkmann naar aanleiding van de komende verkiezingen. Spreeksters van vijf politieke partijen zullen het be ginselprogramma uiteenzetten over „De positie van de vrouw". De 27-jarige bankwerker J. S. uit Hoensbroek is in een steengang van de staatsmijn „Emma" door een los geraakt ge deelte van een kolentrein aangereden. Hij was op slag dood. Hij was gehuwd en vader van één kind. Het eerste werk dat „De Kondor" veertig jaar geleden uitvoerde, was een vloer op eerste-verdiepingshoogte voor een glazen wasserij in de Quellijnstraat, een verbin ding met vierkante glastegels, die licht naar beneden doorlieten, tussen twee gebouwen. Werk nummer 14 (de heer Van Geluk weet al deze bijzonderheden uit het hoofd!) was een stunt: de constructie van het nieuwe perceel van Peek en Cl oppenburg op de Dam werd in drie dagen (en nachten) be rekend. In 1914 volgde werk nummer 21: het oude stadion aan de Amstelveenseweg, 120 meter lang met de dunne kolommetjes, die velen zich nog wel herinneren zullen. „Bij de eerste interlandwedstrijd zaten we 'm te knijpen", vertelt de heer Van Geluk glunderend, „want één amphitheater stond nog in de bekisting. En de mensen maar juichen bij een doelpunt, stampend van vreugde, alsof er niet het minste gevaar bestond". Maar beton is stevig. Toen de Engelsen in de laatste oorlog de door de Duitsers als uitkijkpost gebruikte, door „De Kondor" gebouwde watertoren van Doesburg be schoten, kwamen er wel gaten in, maar het gevaarte hield stand. Later probeerden de Duitsers het op te blazen. Er vloog een stuk van twaalf meter tussenuit, maar de top ging loodrecht omlaag, kwam op het onder stuk terecht en bleef op die puinhoop staan! Van de andere der ruim 1200 werken moeten genoemd worden: de fundering van de eerste hangar op Schiphol, de kolen- torens voor de Staatsmijnen, bruggen voor de Rijkswaterstaat, silo's aan de Zaan, de 270 bakstenen woningen van professor Zwiers in 1928 op het Olympiaplein, de helling van de Nederlandse Scheepsbouw maatschappij, het geraamte van de wolken krabber op het tegenwoordige Victorieplein en het Industriegebouw te Rotterdam in de herrijzende binnenstad. Het grootste beton werk was de Raad van Arbeid op de plaats van het vroegere Weesperpoortstation te Amsterdam. Buitengewoon stratenmaker Ook een merkwaardig staaltje van zake lijke durf mag niet ontbreken. „De Kon dor" deed in Amsterdam mee aan een in schrijving voor een grote houtbestrating en kreeg de opdracht. Toen men de heer Van Geluk vroeg hoe hij zich voorstelde dat te doen, moest hij antwoorden: „Dat weet ik niet". Maar hij ging bij zijn Engelse can- currentën, die een soort monopolie van dit systeem van wegenbouw hadden, in de leer en fungeerde zelfs als stratenmaker om precies te weten te komen hoe het giing. Gedurende drie jaar heeft hij .met deze firma samengewerkt. Geen wonder dat „De Kondor" in al die veertig jaren, van de oprichting af, zonder ook maar één keer over te slaan, gemiddeld 10 dividend heeft uitgekeerd, zelfs in bezettingstijd, hoewel men geen spijker voor de Duitsers heeft geslagen en al het materiaal (behalve wat verborgen kon worden) in beslag werd genomen. In 1938 vestigde „De Kondor" ook een afdeling in het toenmalige Batavia onder leiding van de mededirecteur professor A. Keverling Buisman, die in een Japans kamp om het leven kwam. Van 1931 tot 1935 en van 1939 tot 1947 voerde de heer Van Geluk de directie alleen, in het laatst genoemde jaar werd ir. J. H. F. Sollewijn Gelpke te Heemstede tot zijn mede-direc teur benoemd. Gisteren deelden wij mee, dat een agent van politie te Bloemendaal een vijfender tig-jarige Amsterdammer had aangehou den die ingebroken had in de Koningin Wilhelminaschool te Overveen. Het blijkt, dat de agent een goede vangst heeft ge daan, want uit een onderzoek is gebleken, dat hij in tien scholen in de bloembollen streek, in Limburg en in Velsen had inge broken. De bult bestond meestal uit geld en gereedschappen. De man had geen vaste woonplaats. Het gestolen geld had hij al uitgegeven en de gereedschappen verkocht. De aangehoudene is aan de justitie te Haarlem overgegeven. Het nieuwe bestuur van de algemene Mid denstandorganisatie der Haarlemse Handels vereniging is dezer dagen geïnstalleerd door de erevoorzitter, de heer B. W, Lasschuit. In het bestuur hebben zitting drie vertegenwoor digers uit de secties ambacht en industrie, de tailhandel en vrije beroepen en bijzondere be roepen. Door deze reorganisatie zal de oudste Haarlemse middenstandsorganisatie op breder basis met verjongde kracht haar diensten aan de middenstand kunnen wijden. De functies zijn als volgt verdeeld: P. Barend, voorzitter, F. W. Lichtenveldt jr., secretaris, R. Godthelp, penningmeester, J. Spaander, vice-voorzitter, B. Blom, M. A. van Zurk, P. Blokker, A. G. Spaargaren, K. de Vries en H. C. Vermeulen, beshiursleden. De heer Lasschuit noemde bet een groot voorrecht, dat hij als eerste officiële daad, in zijn boedanigheid van erevoorzitter van de H. II. V., een opdracht mocht uitvoeren die voor het welzijn en de uitbouw van de organisatie niet alleen uiterst belangrijk zal blijken te zijn, maar tevens een met vérstrekkende gevolgen. Er is een tijd geweest, zeide de heer Las schuit, dat de middenstandsorganisatie in bet middelpunt van de belangstelling stond, zowel van de overheid als ook van de middenstan der. Dat is van korte tijd geweest, want toen het de middenstander goed ging, verflauwde zijn belangstelling. Hij leefde weer in zijn eigen kringetje en dacht er niet aan om de or ganisatie, welke steeds voor zijn middenstands- belangen op de bres had gestaan en nog stond, met zijn morele en daadwerkelijke steun bij te staan. Het economisch leven ging in rustig tempo voort. De nood der tijden beeft er echter voor ge zorgd, dat de middenstander meer belangstel ling gaat krijgen voor de zaken die betzij door de overheid dwingend zijn voorgeschreven of voor de organisatie in het leven zijn geroepen. Wil de middenstand zijn rechtmatige plaats in de samenleving blijven behouden, wil hij in staat zijn aan de steeds toenemende eisen van de zich meer en meer ontwikkelende maat schappelijke toestanden het hoofd te bieden, wil hij komen, oprecht en duidelijk, dat de taak, die hij voor de samenleving vervult van grote sociale waarde is en als onmisbaar is te beschouwen, dan moet hij zich organiseren, merkte de spreker op. Voor de nieuwe be stuursleden is het ogenblik aangebroken alle krachten bij te zetten om dit doel te bereiken. De nieuwe bestuursvorm in de organisatie is een middel om de leden daarbij behulpzaam te zijn. Volgens de spreker is het nodig behal ve het standsverband ook het vakverband in een organisatie te verenigen. Hierna installeerde de heer Lasschuit de nieuwe bestuursleden. Te Spaarndam is in de ouderdom van 69 jaar overladen de heer A. Biesheuvel, een bekende figuur in kringen van boeren en tuinders. Meer dan dertig jaar maakte hij deel uit van de gemeenteraad van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, als vertegenwoordiger van de A.R. Partij. Ook was hij enige jaren wethouder. De heer Biesheuvel behoorde tot de op richters van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Hij had zitting in het be stuur van de afdeling Noordholland-Zuid en van de Christelijke Boeren- en Tuin dersbond Holland-Brabant. Mede door zijn arbeid kwam in 1921 de Christelijke Landbouwschool te Hoofddorp tot stand. Een aantal jaren was hij voor zitter van het bestuur dezer school. Vorig jaar zijn zijn verdiensten erkend door de benoeming tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Maandagmiddag om half één zal in de Gereformeerde kerk te Hoofddorp een rouwdienst worden gehouden en om half drie geschiedt de begrafenis op de Alge mene Begraafplaats te Hoofddorp. Th. A. Klinkhamer, Koninginneweg 69, te lefoon 11596. Grijsseels en Van Hees, Lange Veerstraat 19. telefoon 11000. Frans Hals-Apotheek, Frans Halsplein 1, telefoon 11180. Woensdag 28 Mei zal het veertig jaar geleden zijn, dat de heer C. A. Fransen, Rijn straat 13 te Heemstede in dienst trad van de Kaashandelmaatschappij „Gouda". De jubi laris is thans procuratiehouder. Breed lachend toont generaal Eisenhower aan zijn echtgenote en aan mevrouw Auriol (rechts) echtgenote van Frankrijks president, de „médaille militaire", die hij ontving aan de vooravond van zijn vertrek naar Washington. Deze onderscheiding, welke oorspronkelijk door Napoleon werd ingesteld, wordt slechts aan weinigen toegekend. Pinay, de Franse minister-president, Winston Churchill, Franklin Delano Roosevelt en maarschalk Delattre de Tassigny zijn of waren dragers van de „médaille militaire". In de serre van hotel Duin en Daal, ge nietend van het fraaie uitzicht, heeft de Engels-Amerikaanse toneelspeler en film ster Claude Rains mij gisteravond gedu rende anderhalf uur zoveel van zijn leven verteld, dat ik welhaast een biografie van hem zou kunnen schrijven. Een merkwaar dig man. Behalve acteur is hij landbouwer. Hij woont in Pennsylvania (een paar hon derd kilometer van New York), namelijk op een boerderij, met een uitgestrekt grondgebied, die hij zelf exploiteert. „Het is een echt bedrijf", verzekert hij nadruk kelijk. „Al gedurende achttien jaar werk ik de helft van de tijd in de filmstudio's en de overige zes maanden in de moestuin. Mijn vrouw belast zich met de bloemen- kwekerij. Voor landbouw en veeteelt heb ik twee knechten en de modernste uitrus ting die men zich denken kan. Het is een degelijke, welvarende onderneming. Het woonhuis, heerlijk afgelegen, werd in 1747 door Hollandse emigranten gebouwd." Claude Rains ziet er helemaal niet artis tiek uit. Hij heeft werkelijk iets van een boer met zijn tamelijk forse, enigszins ge drongen gestalte. En toch, hoe majestueus was hij niet in de film „Caesar en Cleo patra". Hij raakte met zijn tiende jaar in het theater verzeild, ook al op een onge wone manier. Omdat hij niet van leren hield, liep hij van school weg en werd koor knaap in een katholieke kerk, ofschoon hij helemaal niet katholiek was en bovendien geen woord Latijn kende. Zijn zangleraar nodigde hem eens uit als figurant mee te werken in het Haymarket Theatre in Lon den en daar bleef hij hangen onder de be koring van de schminklucht. Achtereenvolgens was hij piccolo, souf fleur, décorschilder en inspiciënt. In laatst genoemde functie ging hij met een gezel schap op tournée naar Australië, maar de helft van het ensemble keerde in allerijl naar Engeland terug, toen het gekozen stuk als een baksteen viel. De overgeblevenen besloten toen maar „Je kunt het nooit weten" van Shaw te spelen, doch men kwam één mannetje tekort en zo begon Claude Rains zijn carrière. In 1913 ging hij voor het eerst naar Amerika, echter slechts voor kort, want hij werd opgeroepen in militaire dienst. Al weer gebeurde er iets bijzonders, want hij kwam terecht in Frankrijk in een kilt, om dat hij werd ingedeeld bij het London- Scottish regiment! In 1919 hervatte hij zijn toneelspelersloopbaan met veel artistieke successen en financiële mislukkingen. Aan de pseudo-titelrol in „De Revisor" van Go gol bewaart hij kostelijke herinneringen, maar hij was toch blij toen de gelegenheid zich voordeed andermaal naar Amerika over te steken, ditkeer voorgoed. Geduren de vijf jaar werkte hij bij het befaamde Theatre Guild in New York en toen ging hij naar Hollywood, waarin 1933 „De ont- zichtbare man" zijn eerste film werd. Rains houdt van het werken voor de film, omdat de camera onmiddellijk iedere tekortkoming ontdekt. Het is intrigerend en stimulerend, zegt hij. Met Bette Davis trad hij op in „Deception" en daarna volg den talrijke andere rolprenten, waarvan speciaal „Casablanca" hem dierbaar is. Na ADVERTENTIE Verhuist U vlug en voordelig Meubel- en Pianotransport door geheel Nederland. Goederen zonder prijsverhoging verzekerd. Tel. 20020 - ROZENSTRAAT 13 - Tel. 12525 c Met volle vaart ging het vliegtuig de lucht door. Speelgoedland verdween uit liet gezicht, het vliegtuig ging nu over de zee. Het was natuurlijk een lange reis, want Zwartjesland lag heel ver weg. Maar oom Tripje had die reis al meer gemaakt en hij was er aan gewend. Overdag las hij wat of hij keek naar de zeeën en landen, die onder hem door gleden; als het donker werd, ging hij slapen. En het vliegtuig, met brommende motoren, vloog maar ongestoord verder. Eindelijk kwam Zwartjesland in zichtHet vliegtuig cirkelde boven het groene eiland, dat daar beneden lag tussen de glinsterende golven. Oom Tripje kon al duide lijk de palmbomen zien, die hun lange stammen h ven het groen der bossen uitstaken. Toen daalde het vliegtuig, het stond stil op een vlakte. Van alle kanten draafden de Zwartjes juichend op het vliegtuig toe, ze h :n oom Tripje bij het uitstappen en droegen zijn koffers naar buiten. „Haja ha, Tiripial", juichten ze, want ze hielden veel van oom Tripje.,.,, Claude Rains, gefotografeerd na aankomst op Schiphol. zijn zeventien jaar keerde hij terug op de planken in de hoofdrol van „Nacht in de middag" van Arthur Koestier, een zware opgave omdat hij daarin slechts anderhalve minuut niet voor het voetlicht kwam. In liet volgende seizoen gaat hij in een stuk van Robert Nathan over Jonas na diens avontuur in de maag van de walvis op treden. Hij heeft daar hoge verwachtingen van. Hoelang hij in Holland blijft, hangt ge heel af van de weersomstandigheden, want hij is hier, zoals wij gisteren al hebben be richt, alleen om in en nabij Haarlem enkele opnamen voor de film „The man who watched the trains go by" naar het gelijknamige boek van Georges Simenon te maken. Tezamen met de Zweedse actrice Martha Toren, de vrouw met de mooiste ogen van de wereld. Het gaat om de eerste scènes van de film, die in Holland spelen (eigenlijk in Groningen), want de rest is reeds te Londen en Parijs gereed gekomen. Claude Rains is van 1949 af bezig geweest om mensen voor de verfilming van dit fascinerende boek te interesseren. De Ame rikaanse promotor Josef Shaftel slaagde er tenslotte in een Engelse combinatie hier voor warm te krijgen. Het is een merk waardige ervaring Claude Rains de ge schiedenis van de voortvluchtige Kees Popinga, de hoofdguur, te horen vertellen: al luisterend ziet men het karakter volledig voor zich opdoemen. En men voelt de situaties waarin hij komt te verkeren, de man die meent dat de politie hem achter volgd om zijn lichaam te arresteren, terwijl het er in werkelijkheid om gaat zijn ziel te x-edden. Een ongewoon onderwerp voor de bioscoop voegt hij er aan toe. De film wordt onder productieleiding van Raymond Stross geregisseerd door Harold French, die medewerkte aan de drie laatste rol prenten naar werken van Somerset Maugham. Het verhaal van de film wijkt nogal sterk af van de inhoud van het boek, maar de geschiedenis is er niet minder interessant door geworden. Doch daarover krijgen wij het te zijner tijd wel eens, als wij de Am sterdamsevaart en de Kalkovenbrug te Hil- legom op het witte doek hebben gezien. D. K. Een rets naar de maan Leden van de Nederlandse Vereniging voor Ruimtevaart hebben Vrijdagmiddag in de Stadsschouwburg te Haarlem een voorstelling bijgewoond van de Amerikaan- se kleurenfilm „Destination Moon" (Reis naar de maan). Deze film is vervaardigd naar een boek van de schrijver R. Hein- lein. Dr. J. J. Raimond uit 's-Gravenhage, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Weer- en SteiTekunde, hield een korte inleiding bij de film. Hij zei, dat ,een reis naar de maan en later naar verder ver wijderde hemellichamen niet onmogelijk wordt geacht. De moeilijkheid is alleen, aldus dr. Raimond, een beginsnelheid van meer dan 11,2 km per seconde te bereiken teneinde aan de aantrekkingskracht van de aarde te kunnen ontkomen. Voor een vaart van de maan naar de aarde is een geringere beginsnelheid nodig, namelijk 3 km. per seconde. Een dergelijke snelheid kan thans van de aarde af al worden bereikt. Over de film zeide dr. Raimond dat de daarin voorgestelde wijze van vervoer van de aarde naar de maan wat de principes betreft wetenschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. De film geeft een beeld van een reis naar de maan met een door vier personen be mande vuurpijl. Sinds het enigszins theatrale spel van ras senhaat „Van ander ras", dat nu Jpist vijf jaar geleden door de stichting Amsterdams Rotter dams Toneelgezelschap met Paul Kuf en Louis Saalborn in ons land werd geïntrodu ceerd, voor het dilettantentoneel is vrij gege ven, hebben onze amateurs voor dit stuk een merkwaardige voorkeur aan de dag gelegd. Alleen in deze omgeving zag ik het nu reeds voor de vijfde keer en ook voor hedenavond staat dit toneelspel weer in mijn agenda. Toch is deze duidelijke voorliefde niet zo moeilijk te verklaren. Het stuk is geheel op formida bele effecten berekend, waarbij de onschuld heftig wordt belaagd, het recht zijn loop neemt en de misdaad tenslotte haar gerechte straf niet ontgaat. Dit geschiedt in een vrijwel onafgebroken reeks van sterke speelscènes, waarop het publiek voorlopig niet uitgekeken raakt. Van niet minder belang is, dat het stuk enkele rollen bevat, waarbij, elke rechtgeaarde amateur-toneelspeler het bloed voelt tintelen. Maar het is niet minder merkwaardig, hoe zij daarbij steeds de moeilijkheden onderschatten, welke de juiste typering van een neger voor een Europeaan oplevert. Ook bij de laatste der drie opvoeringen, welke de R.K. Toneelvereniging „Thalia" Vrij dagavond in de Stadsschouwburg te Haarlem voor haar donateurs gaf, waren de drie neger types stellig de zwakke plekken. De beide da mes trachtten de vereiste illusies op te wekken door kleine dribbelpasjes en het verhaspelen van onze moedertaal. De hoofdpersoon Brett wendde echter geen enkele poging in die rich ting aan en leek daardoor precies wat hij was, namelijk een blanke met een zwart gemaakt gezicht. En dit was jammer, want speltech- nisch kon hij deze rol zeker aan. Maar dit vol komen vergeeflijke falen werd volledig gecom penseerd door de opmerkelijke creatie, welke sena- Martien Langeveld van de schurkachtige tor Langdon gaf. De wijze waarop hij deze aristocraat met zijn vlagen van opgekropte ne- gerhaat wist uit te heelden, was voortreffelijk. Na hem dient onmiddellijk To Klein-Kruup te worden genoemd, die de spontane Genevra precies de beweeglijke flair vei'schafte, welke dit meisje zo aantrekkelijk maakt. Ans Sens- Assendelft gaf de oudste dochter Alice een voldoende ingetogenheid en spelbeheersing om het vereiste contrast met haar tot stand te brengen. H'an van der Veldt bleek van het goede hout te zijn, waaruit sympathieke jeune- premiers gesneden worden. Tenslotte was de advocaat van Rcné Bosman bevredigend, maar ook niet meer. Evenals bij elke andere opvoering van dit stuk gaf het publiek zich ook hier weer volle dig gewonnen. De volle zaal liet na ieder be drijf een dermate enthousiast applaus horen, dat de spelers voor alle genomen moeite niet overtuigender konden worden beloond. J. v. D. ADVERTENTIE Van ouds bekend. Tel. 14609 Officieel Philips - reparateur KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM De brug bij de sluis van Spaarndam zax in de nacht van Zaterdag op Zondag en een groot gedeelte van de Zondag opnieuw voor het verkeer gesloten zijn. Een schip, gebouwd door de Haarlemse Scheepsbouw Maatschappij, heeft namelijk een te grote breedte om normaal onder de brug door te kunnen varen. In de nacht van Zaterdag op Zon dag zal de brug verwijderd worden en pas Zondagmiddag omstreeks drie uur in de normale toestand zijn. Ter gelegenheid van de Nederlandse première van zijn film „De Onderdaan" naar de roman van Heinrich Mann ver toeft de Duitse regisseur Wolfgang Staudte in ons land. Overigens niet voor de eerste keer. Ongeveer twintig jaar geleden de regisseur was toen nog toneelspeler heeft hij onder leiding van Cor van der Lugt Melsert samen met Fientje de la Mar en Adolph Engers in Amsterdam op de planken gestaan. Lachend bij de herin nering vertelde de heer Staudte, dat hij toen in acht dagen tijd stepdansen en Nederlands moest leren. Na de laatste wereldoorlog heeft hij be kendheid gekregen als regisseur, vooral door zijn film „De moordenaars zijn in ons midden" waarvoor hij het scenai-io reeds in de laatste maanden van de oor log, toen de Russen bij de Oder stonden, heeft geschreven. „Hoe ik op de idèe was gekomen? Het was. geen idéé, het was werkelijkheid". Staudte heeft nu het draaiboek geschre ven voor de verfilming van Bert Bi-echts toneelstuk „Moeder Courage". Tot burgemeester van Vierlingsbeek is benoemd de heer G. Ch. M. van Hexxsden, thans secretaris ded gemeente Cuyk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 16