ERRES
Uitzonderlijk avontuur van
merkwaardig schilderij
HARTENDORP
Internationale contacten
Haarlems oudste toneelvereniging
wordt in Juni tachtig jaar
Agenda voor
Haarlem
„Huis te Manpad"
onder Heemstede
Van „Fernand de speler" tot „Schipper naast God"
3
Schoonheid in Haarlem en omgeving
Allegorie van Joh. Vermeer
tijdelijk in Delft
Drie werken van
Rembrandt voor
40.000 geveild
onveranderlijk
Nederlandse grafiek
op Biennale 1952
OVER BEELDENDE KUNST
KERKELIJK LEVEN
„Door Inspanning Uitspanningjubileert
Studiebeurzen voor
cineasten
ZATERDAG 24 MEI 1952
Het huis gezien van de achterkant.
Vrijwel elke bewoner van Zuid-Kenne-
merland kent, van aanschouwing, het
„Huis te Manpad", het 17e eeuwse buiten
aan de Herenweg onder Heemstede, dicht
bij de grens van Bennebroek. Het ligt daar,
omgeven door zwaar geboomte, als een
sprookje.
Naast het antieke inrijhek zware hard
stenen zuilen en mooi smeedwerk! staat
een bordje „Verboden toegang", zodat men
niet het terrein betreden kan, maar van de
weg af is toch het geheel te overzien. Het
Huis, van rode baksteen, is geen juweel
van bouwkunst, maar alles daaraan is goed
in zijn verhoudingen. De bekoring ligt
trouwens in het geheel: de brede brug over
de gracht en vijvers, die het Huis van het
park scheiden, de koetsiers- en tuinmans
woningen die in een boog elk ter zijde van
het hoofdgebouw staan, doch zo dat zij toch
echt daarbij behoren. Voor deze huisjes in
nissen, met een terra achterwand, goed ge
houwen beelden van Apollo en Diana.
Het leek ons overbodig het „Huis te
Manpad", zoals dit door elke voorbijganger
gezien wordt, te fotograferen. Daarom
geven wij het van de achterkant.
Over de bouw van „Huize Manpad" is
eigenlijk niets bekend. Er zijn bewijzen dat
in vroeger eeuwen op dezelfde plek een
kasteel gestaan heeft. Blijkens een be
waard gebleven afbeelding uit de 16e eeuw
was het een zwaar bouwwerk met een
flinke hoektoren, enkele kleinere torens en
ook contreforten. Het verwonderlijke is
evenwel dat er niets te vinden is over de
ridders die er gewoond hebben. Andere
kastelen in deze omgeving zijn meermalen
brandpunt van gevecht geweest. Men leest
in de historieboeken over vernieling en
weer opbouw. Maar van het Kasteel Man
pad niets. Op een kaart die „Rijnland" in
1672 heeft laten maken staat het kasteel
nog. Wij vermoeden evenwel dat dit op
een vergissing berust, hoewel wij indertijd
wel de ervaring hebben opgedaan, dat de
tekenaars van kaarten van „Rijnland" heel
nauwkeurig te werk gingen. Toch zijn er
omstandigheden die er op wijzen dat in
1672 het Kasteel al vervangen was door een
Huis, want het werd in 1666 gekocht en ook
bewoond.
Wij weten ook niet waarom het Kasteel
destijds werd afgebroken. Vermoedelijk
was het in de loop der eeuwen achteruit
gegaan en vervallen. Hoe het zij, het is
zeker dat als het nieuwe Huis niet voor
1672 gebouwd is, dit toch wel heel kort
daarna moet zijn gebeurd. Dit is niet alleen
aan de stijl te constateren, maar ook uit
de ouderdom van de steen.
Wie de bouwheer en eerste bewoner is
geweest staat niet vast. Wel blijkt uit ver
schillende archiefstukken dat de heren die
achtereenvolgens „Huize Manpad" be
woond hebben, veel gedaan hebben om de
bezitting te verfraaien. Er werden aan
grenzende landerijen en bosterreinen aan-
Met de „Nieuw Amsterdam" komt mor
gen in Nederland aan de beroemde „Alle
gorie op het geloof" van Vermeer, welk
schilderij tot 1929 in het Mauritshuis hing.
Het is thans door de directie van het Me
tropolitan Museum te New York in bruik
leen afgestaan voor de zomertentoonstel-
ling „Prisma der Bijbelse kunst", welke op
het ogenblik in Het Prinsenhof te Delft
wordtg ehouden en tot 12 Augustus voor
het publiek is opengesteld.
Op de veiling van de bekende collectie-
Cognacq te Parijs is een schilderij van
Rembrandt, voorstellende Jacob Haaring,
verkocht voor 1.800.000 francs (ongeveer
18.000 gulden). Twee andere stukken van
dezelfde meester gingen voor respectieve
lijk 12.000 en 10.000 gulden in andere
handen over.
N.A.T.U.-congres te Rotterdam
Zondag 25 Mei houdt te Rotterdam de
Nederlandse Amateur Toneel-Unie haar
jaarlijks congres. Des morgens wordt een
costuumshow met toelichting door de
regisseur-acteur Cruys Voorbergh gehou
den. 's Middags geeft een centraal gezel
schap, samengesteld uit leden van de bij
hetg ewest Rotterdam aangesloten vereni
gingen, onder regie van Richard Flink in
de Rotterdamse Schouwburg een opvoering
van „De klucht der vergissingen" van
Shakespeare.
ADVERTENTIE
Televisie
Radio
Stofzuigers
R. S. STOKVIS ZONEN N.V.
Wasmachines-
Wringers
Vloerwrijvers
Nederland zal op de Biennale 1952 te Ve
netië, die ten doel heeft de jongste ontwik
keling der levende beeldende kunst te laten
zien, alleen met grafisch werk vertegen
woordigd zijn, mede omdat het Nederland
se paviljoen te klein is om ook nog op be
vredigende wijze plaats te bieden aan
schilderijen. Het algemene karakter van de
Biennale wordt bepaald door het expres
sionisme, bij welke tendens Nederland zich
zal aasnluiten. Daarnaast worden echter
ook andere aspecten getoond. De collectie
is samengesteld door een commissie, be
slaande uit jhr. W. J. H. B. Sandberg, W.
Jos. de Gruyter en J. C. Ebbinge Wubben.
Besloten werd om ook een belangrijk deel
van de verleden jaar te Amsterdam ge
houden „Stijl"-expositie naar Venetië over
te brengen, die een plaats zal krijgen in het
Griekse paviljoen, dat toch geen andere
bestemming heeft.
Van de volgende kunstenaars zijn etsen,
houtsneden en litho's voor vertegenwoor
diging aangewezen: Paul Citroen, Constant,
Jenny Dalenoord, D. den Dikkenboer, Har
ry Disberg, H. P. Doebele, Johan Dijkstra,
Wally Elenbaas, Dick Elffers, Dirk van
Gelder, M. C. Escher, Arend Hendriks, W.
van Heusden, H. van Kruiningen, S. J. de
Mesquita, W. Noordhoek, Dirk Nijland (te
Santpoort), Tamus Oud, J. M. Prange,
Johan Proost, Guus Romijn, W. J. Rozen-
daal, Ap Sok, H. N. Werkman, Jan Wiegers
en Benno Wissing.
Het open theehuis.
gekocht, maar bovendien werd ook het
Huis vergroot.
In het bijzonder heeft zich daarbij mr.
D. v. d. Meer, schepen van Amsterdam en
bewindvoerder van de West-Indische Com
pagnie verdienstelijk gemaakt. Hij woonde
's winters in zijp huis „Marseille" op de
Keizersgracht, maar 's zomers trok hij mët
zijn gezin naar Heemstede. Hij was het die
de huizen voor koetsier en tuinman liet
bouwen en ook aan een beeldhouwer op
dracht gaf om „Apollo" en „Diana" te
hakken.
Van der Meer kocht „Huis te Manpad"
voor 28.000, maar toen zijn weduwe het in
1767 aan de heer David van Lennep ver
kocht, kreeg zij er 58.000 voor terug.
Allan vertelt dat de heer Van Lennep het
huis aan de achterkant aanzienlijk liet ver
groten. Daardoor was het mogelijk een
grote zaal te maken met „beschilderde be
hangsels". Dit was (wij kunnen gelukkig
zeggen: is, want deze schilderijen, die Ar
cadische landschappen voorstellen, kunnen
nog altijd bewonderd worden) feitelijk de
mooiste kamer uit het gehele gebouw. De
stukken zijn vervaardigd door Juriaan An-
driessen. Het Pdjksmuseum heeft een zelf
portret van hem. Hij leefde van 17421819
en had een „behangselfabriek" in Amster
dam.
De „schilderijenzaal" is nog in uitste
kende staat. Het geel-bruin gekleurde hout
der betimmering „doet" het heel goed bij
de landschappen die overwegend in groene
toon zijn gehouden. Het zijn geen stukken
die een bijzondere kunstwaarde hebben
maar in het genre zijn zij zeer goed. Bo
vendien behoort het tot de zeldzaamheden
dat men zo'n grote kamer met.geschilderd
behangsel nog geheel intact vindt.
Er is nu zekerheid dat dit bezit voor het
nageslacht bewaard wordt, want het „Huis
te Manpad", met inbegrip van deze kamer
met schilderstukken, staat onder bescher
ming van „Monumentenzorg".
Voor heden nemen wij afscheid van dit
buiten. De volgende week vertellen wij er
iets meer van, omdat het ook uit historisch
oogpunt van belang is, aangezien er vele
geslachten Van Lennep gewoond hebben.
C. J. VAN T.
De kans op vondsten van uitzonderlijk
fotmaat zoals Vermeers „Meisjeskopje" in
het Mauritshuis, door de heer Des Tombe in
1882 voor de somma van f 2.30 (zegge:
twee gulden en dertig cents) verworven,
wordt uiteraard steeds geringer. Het aan
tal desillusies op d'it gebied is momenteel
groter dan dat der blijde verassingen. In
1913 behoorden blijde verassingen echter
nog tot de mogelijkheden en het was in dit
jaar dat een merkwaardig paneel te En
schedé werd ontdekt in een kruideniers
winkel, waar het dienst deed als. deksel
op een vat met krenten! De gelukkige vin
der, geen vermoeden hebbend of het stuk
zijn restauratie waard was, zond het naar
het Rijksmuseum, waar men aanstonds ge
troffen werd door de ingebrande initialen
C.R. onder een kroontje aan de achterzijde
van het paneel (Carolus Rex, zijnde Karei
I van Engeland!). Na moeizame schoon
maak slaagde men erin door te dringen
door de ondoorzichtige olielaag, waarna de
voorstelling zich zó boeiend „open deed",
dat aankoop van het stuk aanstonds over
wogen werd. Toem tenslotte het monogram
van de maker: T en de datering 1614 te
voorschijn kwamen, wist de bekwame
kunsthistoricus prof. J. Six het interes
sante stuk te identificeren als-werk van de
schilder Johannes Symoonisz. van der
Beeck, naar veelgeliefd gebruik van die
tijd, op zijn Latijns Torrentius genaamd.
Deze Torrentius was een uitzonderlijk
man: hij werkte hoofdzakelijk te Amster
dam, maar verbleef ook in Leiden en in
Haarlem, waar hij vanwege zijn vrijzinnige
denkbeelden en slechte zeden met het ge
recht in aanraking kwam en zelfs, na fol
tering, tot 20-jarige gevangenisstraf werd
veroordeeld. Op voorspraak van Frederik
Hendrik en Koning Karei I werd hij vrij
gelaten. Hij vertrok naar Engeland, om drie
jaren voor zijn dood naar zijn vaderland
terug te keren. Avontuurlijk is zijn bestaan
(waarvan ik de bewogen, diepere afgrond in
dit kort bestek onbelicht moet laten) dus
wel geweest. Het is thans begrijpelijk dat
we de initialen van de Engelse koning aan
troffen op het bewuste paneel, hetwelk tot
nog toe het enige teruggevonden werk van
Torrentius' hand is gebleven. Toevalliger
wijze werd de authenticiteit verzekerd door
de beschrijving van het stuk op een lijst,,
voorkomende in de State-Paoers van Karei
I. in het Public Record Office te Londen:
„On a round bred donne 1614 is his fynest
j piece wich is a glass with wyne in it very
well donne, between a tynne pott and an
errthen pott, a sett song under it and a bitt
of a Brydle over it. (Op een rond pa
neel geschilderd in 1614 is zijn fraaiste stuk
hetwelk voorstelt een glas met wijn er in,
zeer goed gedaan, tussen een tinnen kan
en een aarden kan, daaronder een op mu
ziek gezet lied en daarboven een paarden-
bit).
Het stilleven heeft een moraliserende
strekking: de beide kannen, de roemer met
wijn en de twee tabakspijpjes duiden op
de onmatigheid, terwijl het paardenbit (of
de „breidel") de zelfbeheersing verzinne
beeldt. De op muziek gezette spreuk brengt
de in beeld gebrachte moraal aldus onder
woorden: ...."wat bu-ten maat bestaat,
int on-maats q(u)aat ver-ghaet. wel
licht een vrije versie op de gangbare spreuk:
„Maat houdt staat - Onmaat vergaat".
Het zal de aandachtige beschouwer van
dit zich in het Rijksmuseum te Amsterdam
bevindende niet ontgaan dat het stilleven
even imposant is als ongewoon en een wel
haast magische indruk maakt. Een onzicht
baar waas onttrekt de voorwerpen aan ons
ADVERTENTIE
DE STOFZUIGER SPECIAALZAAK
Gen Cronjéstraat 43 - Kruidbergerweg 51
Telefoon 16990 17696 Spaarne 3
Haarlem
Vanaf ƒ2.50 per week.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken
oog en hult ze in de betoverende sfeer,
waarin de dingen herschapen zijn wanneer
men ze in rimpelloos water weerspiegeld
ziet. Toch is deze „verdroomde" vertolking
der realiteit niet ontsproten aan een soort
gelijke medetatieve instelling als bijvoor
beeld een Floris Verster (t 1927) verraadt
in het stilleven van de Chinese theebusjes
of in het kleine wonder van de nap met
eieren in het Haagse Gemeentemuseum.
Torrentius heeft hier namelijk gebruik ge
maakt van een zogenaamde Camera Obscu-
ra, een soort periscoop, waarvan het prin
cipe reeds in 1585 bekend was. Men zal
zich het ontstaan van het stilleven ongeveer
moeten voorstellen zoals Samuel van Hoog
straten dit in 1678 omschrijft in zijn Inley-
ding tot de Hooge Schooie der Schilder-
konst, in verband met het schilderen van
stadsgezichten en dergelijke volgens het
zelfde systeem: „Tot Weenen zach ik on-
tallijke menschen in en kleyn kamertie op
een papier wandelen en keeren: en tot
Londen honderden schuitjes met volk, en
de geheele Rivier, landschap en locht, op
een muer, en al wat roerlijk was, bewee-
gen. En dit maekt men aldus: men verkiest
een kamertje, buiten welx venster eenige
waerdige voorwerpen zijn, 't zy mart, wan-
delplaets, of rivier: dit zal men gansch
dicht donker maken, en dan in een venster
een rond gat booren, stellende voor 't zelve
een brilglaesje, zoo zullen de stralen van
de dingen, die buiten in 't licht zijn, af
schieten deur het gat, en zich gaen werpen
tegen de muer, en met de zelve verwe al
't geen, dat buiten is, in 't klein schilde
ren.
De bewijzen dat de Hollandse 17de-
eeuwers Fabritius, Hoogstraten en Corn,
van der Meulen alsook de 18de eeuwse Ita
lianen Antonio Canaletto en Francesco
Guardi zich van dit hulpmiddel hebben be
diend, zijn aanwezig. Men heeft onlangs de
veronderstelling gewaagd dat ook het ont
staan van Vermeers „Gezicht op Delft"
(Mauritshuis) aan het Camera-Obscura
principe te danken zou zijn. De tweeslach
tige perspectief alsmede de satijnachtige
weergeving van het watervlak, in de trant
zoals wie die waarnemen op het matglas
van het fototoestel, pleiten ontegenzegge
lijk voor genoemde hypothese. Bij Torren-
Daar het in bijgaand artikel besprokene
zich niet leent voor reproductie, plaatsen
wij een afbeelding van de wijze waarop
door middel van een camera obscura" het
paneel in kwestie werd geschilderd door
Torrentius (Jan Simonsz. van der Beeck,
geboren te Amsterdam in 1589, aldaar
overleden in 1644).
tius dringt zich het gebruik van de „kunst
greep" echter sterker op, waarschijnlijk
omdat gebrekkige toepassing van het sy
steem een onscherp en vertekend beeld op
het te beschilderen vlak projecteerde (de
biconvexe dat is aan beide zijden bolle
lens, door Hoogstraten als „brilglaesje"
betiteld, gaf bij „projectie" het optische
effect van een bol vlak!)
De eerlijkheid gebiedt te constateren dat
het boeiende stilleven van Torrentius ten
slotte niet als een volmaakt vrije schepping
mag gelden, zij het ook dat de kunstenaars
hand de stof wel degelijk heeft bezield en
uitgeheven boven de verstarring van een
mechanisch effect. Ik kan het de lezer ech
ter niet euvel duiden wanneer zijn bewon
dering voor de vrij-scheppende Floris Ver
ster door dit alles aanmerkelijk zou stijgen!
H. P. BAARD
Bij vele kerken gaat in steeds sterker
mate het besef leven van welk een grote
waarde het is internationale contacten te
onderhouden. Dat hierbij de roeping der
Kerk een belangrijke rol speelt behoeft wel
geen betoog. Er zijn hiertoe enkele bewe
gingen in het leven geroepen.
Een zeer voorname rol speelt de Oecu
menische Beweging, waarbij behalve een
groot aantal Protestantse kerken onder
meer ook de Anglicaanse en de Oud-Katho
lieke kerk zijn aangesloten. Ook in ons land
is deze organisatie zeer actief. Thans wordt
gedacht aan het inrichten van een Oecume
nisch Centrum.
OECUMENISCH CENTRUM
Vele Haarlemmers zullen zich prof. dr.
S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel
nog herinneren uit de tijd, dat hij de Ned.
Hervormde Gemeente van Haarlem diende,
te weten van 19191925, terwijl ook de
jaren 19071915, toen hij in Beverwijk
stond, nog wel niet vergeten zullen zijn.
Zoals bekend is hij nu reeds jaren als
hoogleraar in Utrecht werkzaam. Boven
dien is hij onder meer voorzitter van de
Oecumenische Raad in ons land. Binnen
kort zal prof. Berkelbach van der Sprenkel
wegens het bereiken van zijn zeventigste
verjaardog met emeritaat gaan. Het zou
zeker niet te verwonderen zijn als er dan
een huldiging zou worden georganiseerd.
Prof. Berkelbach stelt dit echter niet op
prijs; ook cadeaux wenst hij niet te ont
vangen. Toch zal, vanzelfsprekend, dit af-
Op 23 Juni bestaat „Door Inspanning
Uitspanning" tachtig jaar. Wij zijn dezer
dagen eens met de secretaris, de heer Ad.
Antonisse, gaan praten om wat te weten
te komen over de geschiedenis van deze
oudste der Haarlemse toneelverenigingen,
maar helaas bleek dat het archief gedeel
telijk is verbrand en gedeeltelijk zoek ge
raakt, zodat wij slechts enkele losse gege
vens konden achterhalen. Doch die zijn
aardig genoeg om hier een plaats te vin-
dtAanvankeiyk was het een toneelclub al
leen voor heren. Pas na een jaar of tien
was de emancipatie zover gevorderd dat
het ook voor dames oirbaar werd geacht
zich uit liefhebberij op de planken te ver
tonen. In de beginperiode waren er echter
r.og geen vrouwelijke leden, zodat men het
systeem van gastrollen huldigde. De thans
ongeveer negentig-jarige mejuffrouw Bus-
quet, destijds een bekende dilettante, was
de eerste die hiertoe werd aangezocht.
Sinds verleden jaar mogen dames ook doel
van het bestuur van „Door Inspanning
Uitspanning" uitmaken. Voordien was dat
op grond van de statuten verboden!
Oude draak
Gedurende de eerste jaren van het be
staan bleef de activiteit gericht op het
houden van voordrachten en het spelen
van kleine schetsen in beperkte kring,
maar in 1877 waagde men de sprong naar
het grote toneel van de Jansschouwburg,
welk theater men tot de sloping daarvan
is trouw gebleven. Bij die eerste gelegen
heid werd vertoond het oorspronkelijk to
neelspel in twee bedrijven „Fernand de
speler of de noodlottige gelijkenis" door
A. E. Nieuwenhuis, in druk verschenen bij
G. Theod. Bom te Amsterdam (derde druk
1876, prijs 25 cent). Het eerste bedrijf
daarvan was getiteld „De zoon eens spe
lers" en het tweede, dat zes jaar later
plaats greep: „Twee vaders of het gewe
ten van den speler". E<m klein fragment
uit dit drama van de c N «'-v- mo
gen wij de tegenwoordige ont
houden. Hier volgt het.
Fernand (in geestvervoering)Blijf
bij hemIk ben uwer onwaardig
Uwe moeder zegt het mijZie, Hen-
riëttezieDaar staat uwe moe
derZij komt tot mijBéatrice,
ach Béatrice, blijf daarLaat mij
met vredeHaZij hoort
mij nietZij houdt mij vastZij
wijst op HenriNeen: vluchtOh,
wat ben ik benauwdHa, zij ver
dwijntO neenzij komt terug...!
Zij wil mij met haar medevoeren
Béatrice, laat mijlaat mij
LuchtLucht(Hij valt op een
stoel neder).
Octavio: Mijnheer, zie het lijden van
mijn armen Vader!
Blijkbaar was de moeder van Henriëtte
door al deze uitroeptekens met stomheid
geslagen. De acteur, die de rol van Fer
nand vertolkte, moet een bekwame kracht
zijn geweest als hij er kans toe heeft ge
zien de door stippeltjes in de tekst aan
gegeven- ruimte tot groot gebarenspel
zinrijk te vullen. Een merkwaardige bij
zonderheid is nog, dat in dit stuk de rol
van een commissaris van politie werd
vervuld door de grootvader van de tegen
woordige voorzitter, de heer J. Zwart,
wiens vader geruime tijd penningmeester
van „Door Inspanning Uitspanning" was
en die thans als commissaris r.og actief
aan het verenigingsleven deelneemt.
Jong leven
Aan oude getrouwen is men rijk. Zo is
de heer J. Kroese reeds 65 jaar donateur!
Een ander kunstlievend lid bezoekt al 55
jaar de voorstellingen. De oudste speler is
de heer P. Wouda, die in 1950 met de I
hoofdrol in „Blanke Ballast" het feit her
dacht, dat hij veertig jaar tevoren zijn eer-
ste stap op het amateurtoneel had gezet.
Het zou zijn afscheidsvoorstelling worden,
maar hij kan het acteren niet laten en
eigenlyk kan de vereniging hem niet goed
missen en daarom ziet men zijn naam nog
steeds op de rolverdelingen.
Niet zonder reden hebben wij hiervoor
een fragment uit „Fernand de speler" i
overgenomen. Want een vergelijking hier
mee leert hoe groot de vooruitgang is, die
men in tachtig jaar heeit gemaakt. Op 23
Juni zal namelijk in de Stadsschouwburg
het jubileum worden gevierd met een op
voering van „Schipper naast God" door
Jan de Hartog onder regie van Willem van
der Veer, welk stuk deze schrijver een in
ternationale reputatie bezorgde. Ook overi
gens gaat het met „Door Inspanning Uit
spanning" in opgaande lijn, want niet al
leen geeft men sinds de laatste oorlog
vier in plaats van drie voorstellingen per
jaar, bovendien vertoont het ledental dank
zij een intensieve actie een aanzienlijke
stijging. Vele mensen voelen zich aange
trokken door de keuze van het jubileum-
spel, wel een bewijs dat het publiek over
onderscheidingsvermogen beschikt, al zijn
velen maar al te licht geneigd uit gemak
zucht het tegendeel aan te nemen!
Als er van een amateur-toneelvereni
ging een dergelijke opvoedende kracht uit
gaat, dan heeft men alleen maar reden
om dankbaar te zijn. „Door Inspanning
Uitspanning" heeft er toe bijgedragen dui
zenden mensen in de loop der jaren in
Een scène uit de in April 1950 gegeven
opvoering van ,,Op Hoop van Zegen" van
Herman Heijermans door de vereniging
..Door Inspanning Uitspanningin de
Haarlemse Schouwburg, met geheel rechts
mevrouw Jo de Mon-Lugtig als de weduwe
Kniertje Vermeer.
(Foto hieronder).
aanraking te brengen met een kunst, waar
zij anders van verstoken zouden zijn geble
ven. Het is te hopen, dat men zich niet
slechts op het thans bereikte niveau zal
kunnen handhaven, doch daar nog boven
uitstijgt. Aan goede wil ontbreekt het niet.
De eerste regisseur (tevens souffleur en
inspiciënt) was de heer Bergman, daar
voor modderde men maar zo'n beetje op
eigen houtje. Aan mevrouw Johanna Op
dam, Arie Mourik en thans Willem van
der Veer is de verbetering van het spel
peil te danken, waaruoor de vereniging,
om andere reden dan van anciënniteit al
leen, een eervolle plaats in de gelederen
der Haarlemse dilettanten inneemt.
Als een der eerste concrete resultaten
van het Nederlands-Italiaans cultureel
accoord kan worden gemeld, dat de Ita
liaanse regering twee studiebeurzen voor
jeugdige Nederlandse cineasten ter be
schikking heeft gesteld. De opleiding van
deze cineasten zal waarschijnlijk in het
„Contro sperimentale di cinematografia'
te Rome geschieden. De beurs bedraagt
twintigduizend lires per maand, doch een
aanvulling zal worden verstrekt in de vorm
van gratis maaltijden. Verdere bijzonder
heden kunnen op het ministerie van On
derwijs, Kunsten en Wetenschappen wor
den aangevraagd.
j scheid niet ongemerkt voorbijgaan. Men
heeft gezocht naar een wijze, waarop men
zijn dankbaarheid voor het werk van de
scheidende hoogleraar tot uitdrukking zou
kunnen brengen. Die „men" waren hoe
kan het anders vooraanstaande personen
uit de verschillende bij de Oecumenische
Raad aangesloten kerken.
Uiteindelijk heeft men besloten tot het
stichten van een Oecumenisch Centrum in
ons land. Het is aan geen twijfel onder
hevig of men handelt hiermee in de geest
van prof. Berkelbach, de man, die zich
reeds vele jaren beweegt op het terrein
van de oecumene, wat zeggen wil, dat hij
er steeds weer zijn aandeel toe heeft bijge
dragen, dat zoveel mogelijk kerken elkaar
zoeken, samen spreken en handelen. In dit
nieuwe Centrum zal de Oecumenische Raad
onderdak vinden. Voor het secretariaat,
alsmede voor een informatiebureau zal een
plaats worden ingeruimd, terwijl enkele
collegezalen er toe zullen bijdragen, dat de
studie en het uitdragen van het oecume
nisch streven er beter ter hand kunnen
worden genomen, dan tot dusver mogelijk
was Er is een comité van voorbereiding tot
stand gekomen, dat, onder voorzitterschap
van prof. dr. W. C. van Unnik eveneens
oud-Haarlemmer zal proberen grond-
kapitaal bijeen te brengen. Zo zal getracht
worden om vanuit ons land, ook door mid
del van dit Centrum kerken en volken
nader tot elkaar te brengen.
LUTHERANEN KOMEN BIJEEN
Ook op andere wijzen en plaatsen wordt
het internationaal contact bevorderd. Van
25 Juli tot 3 Augustus a.s. wordt namelijk
in Hannover een Lutherse wereldconferen
tie gehouden. Alleen al uit Amerika worden
700 deelnemers verwacht. Voor hun ver
voer zijn drie grote Nederlandse vliegtui
gen gecharterd. Velen van deze Amerika
nen zijn van Duitse of Scandinavische af
komst. Er is een speciaal liederenboek in
drie talen gedrukt. Men heeft er bij de
keuze van de liederen naar gestreefd om
de meest karakteristieke uit de verschil
lende kerken te verzamelen. Door het zin
gen hiervan zal de gemeenschap der Lu
therse Christenen tot uitdrukking moeten
worden gebracht. Er wordt een bijzondere
postzegel uitgegeven, waarop zal voorko
men de beeltenis van Luther. De zegel, die
een waarde heeft van 10 pfennig, zal afge
stempeld kunnen worden met een stempel
van de conferentie.
ZATERDAG 24 MEI
Stadschouwburg: „De dood van een han
delsreiziger", 8 uur. Phoenixierrcin: Circus
Jos Mullens, 3 en 8 uur. Brinkmann: Zeven
de Ronde-tafelsamenkomst, O. R. G. City:
„Brandende vleugels", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Spaarne: „Het mysterie van Tanger" en
„Bud Abbott en Lou Costello bij de mari
ne", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Tussen
middernacht en dageraad", 18 jaar 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „Een vrouw wordt geschon
den", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Pa
trouille der verlorenen", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Luxor: „Lach en vergeet", alle leeft., 7
en 9.15 uur. Lido: „De Straat", 18 jaar. 7 en
9.15 uur. Frans Hals: Tussen middernacht en
dageraad", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG 25 MEI
Stadsschouwburg: „De dood van een han
delsreiziger" (Comedia), 8 uur. Phoenixter-
rein: Circus Jos Mullens, 3 en 8 uur. Rem
brandt: „Vijf maanden in de Braziliaanse
wildernis", 11 uur. „Bij mij verveel je je
niet", alle leeft., 2, 4.15; „Een vrouw wordt
geschonden", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido,
Palace, Luxor: 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: 2, 4.30. 7 en 9.15 uur. City: 2.15. 4.30, 7
en 9.15 uur. Spaarne, Minerva: 2, 4.15, 7 en
9.15 uur.
MAANDAG 26 MEI
Palace en Lido: 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. City:
2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne, Frans Hals:
7 en 9.15 uur. Luxor: 2, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: ..Bij mij verveel je je niet", alle
leeft., 2 en 4.15 uur; „Een vrouw wordt ge
schonden", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva:
2.30 en 8.15 uur.
Ik