Moderne Middeleeuwen
in leven en steen
In 1902 werd in Haarlem een
mooi en oud gebouw gesloopt
VAN DIE IKIIP
Waar de leenvrouw van Sark nog heerst...
ZATERDAG 7 JUNI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Reisimpressies van Kanaaleilanden
St. Malo's burcht
wordt opgebouwd
Kon inginn eha ring
Noord-Zuid-Hollandse
V ervoermaatschappij
Een herinnering aan het Tucht- en Werkhuis in de Tuchthuisstraat
De groenten- en fruitmarkt
van 30 Mei tot 6 Juni
N-
Een modern sprookje met foto's
door Jan van der Schaaf
A
Duitsers nu ook in
ijshockey-competitie
(Van onze Londcnse medewerkster)
Engelse vacantiegangers plegen in deze lentedagen de middeleeuwen te bezoeken:
Sark, een van de Kanaaleilanden, waar wellicht de laatste nog bestaande leenvrouwe
op grond van een Elizabethaanse keur, daterend van 1565, regeert; en St. Malo, de
Franse haven, waar steen voor steen de ommuurde stad, zwaar geteisterd door
Duitse vernielingen, in de 15e eeuwse gedaante wordt gereconstrueerd.
Boeren in confectiepakken, die echter nog
steeds „tienden" van hun oogst in natura
aan de leenvrouwe betalen inplaats van
inkomstenbelasting aan de staat; huizen
met centrale verwarming, maar met mid
deleeuws uiterlijk, in bochtige straten ge
klemd, uit de tijd van de kruisbogen,storm
rammen, kokende olie en catapults.
Sark, een eilandje van niet meer dan 5
km2 oppervlakte, heeft wellicht het meest
de middeleeuwse sfeer kunnen behouden.
Slechts een enkele kleine haven heeft men
kunnen aanleggen aan de 100 meter hoge
woeste granieten kust met prachtige ver
gezichten,voorzien van felgekleurde bloem
tapijtversieringen. Op het plateau strekken
zich de velden der boerenhoeven uit, waar
sinds kort met een enkele tractor mag wor
den geploegd een der weinige concessies
aan de moderne techniek die de leenvrouwe
heeft toegestaan op dit eiland waar geen
auto's mogen rijden. Wie het domein van
„La dame de Sercq" wil zien, moet lopen,
of kan zich laten rijden in een van de met
een paard bespannen ouderwetse Victoria's
die aan de haven te huur zijn.
Mannen hebben corvee
Erg modern zijn de wegen ook niet, want
zij worden nog in herendienst onderhouden,
de „corvée", waarvoor elke man op het
eiland twee dagen per jaar beschikbaar
moet stellen. Er wonen slechts 850 mensen
op dit eiland en zij moeten dan ook
van alle markten thuis zijn: de haven
meester repareert horloges en is tegelijk
kapper, griffier, de man die de levensmid
delen-rantsoenen verdeelt, en nog veel
meer. Het feit dat op Sark nog rantsoene
ring bestaat, is een van de weinige herin
neringen aan de band met Engeland. Want
toen Koningin Elizabeth in 1565 Sark in
leen gaf aan de eerste Seigneur, Hilary de
Carteret, legde zij een sindsdien nooit meer
gewijzigde band tussen de Seigneurie van
Sark en haar opvolgers op de Britse troon.
Aan de andere kant is het leenheerschap
van Sark in de loop van de laatste vier
eeuwen ook herhaaldelijk in andere han
den overgegaan en omdat het een „spille
leen" is, is het mogelijk dat een vrouw is
opgevolgd. Zij is echter hertrouwd met
zekere mr. Hathaway en heet dus mrs.
Hathaway.
Verre van een despotische heerseres te
zijn (die nog altijd de meest merkwaardig
ste middeleeuwse privileges heeft, zoals het
„Droit de Colombier" zij is de enige op
het eiland die duiven mag houden en is
ook de enige die een vrouwtjeshond mag
hebben) is ..La Dame" een allervriende
lijkste mevrouw van bijna 70 jaar oud, met
onvermoeibare, moederlijke belangstelling
voor haar onderdanen.
Een seigneur
Zij zal opgevolgd worden door haar oud
ste zoon. een thans 21-jarige jongeman, die
in Engeland studeert. Sark zal dan weel
een Seigneur hebben, die misschien minder
hardnekkig dan zijn grootmoeder de mo
derne tijd buiten deze middeleeuwse burcht
zal houden, want hij voelt zich het meest
aangetrokken tot atoomvliegtuigen.
Terwijl het er dus naar uitziet dat Sark
langzamerhand-'zijn middeleeuws karakter
zal verliezen, is men in St. Malo met man
en macht bezig het 15e eeuws uiterlijk van
de stad in onvergankelijk steen weer op te
roepen. De historische stadsmuur, met zijn
kantelen en transen, was zelfs met de mo
dernste vernielingsmiddelen van de Duitse
bezetting niet kapot te krijgen en men kan
dus nog altijd in een half uur over de wal
len van St. Malo heen lopen.
Eens zal St. Malo weer een bewoonde mu
seum-stad zijn, waar het menselijk leven
zijn loop heeft alsof de 15e eeuwse omge
ving niet anders was dan een klederdracht.
Maar thans is het een onwezenlijk toneel
décor van een nieuwe stad die opzettelijk
in zuiver middeleeuwse vorm wordt ge
bouwd en waarin moderne mensen lang
zamerhand hun 20e eeuwse bestaan weer
gaan opvatten in 15e eeuwse omlijsting.
Auto's kruipen langzaam door de kronkel-
stegen; de was hangt te drogen op de
ruïnes; de glimmende electriscne koffie-
boiler rookt in een café.
De heer A. J. Hooijen, Kampersingel 14.
hoopt Dinsdag 10 Juni het feit te vieren, dat
hij veertig jaar een kapperszaak leidt.
HET is een van de vele verdiensten van
het malse zeebanket, dat nu alweer
voor een kwartje per stuk te koop ligt op
de stalletjes en in de viswinkels (s.v.p. één
keer door de uitjes halen), dat het een on
betaalbare propaganda voor het visgebruik
in het algemeen maakt. Die Hollandse
Nieuwe van elke nieuwe Lente verkoopt
zichzelf en haar volgelingen voor een deel
dank zij de intensieve reclame voor de
„maatjes", maar voor het merendeel dank
zij haar roep. De roep van het enige zee
product, dat volledig door de menselijke
spijsvertering wordt opgenomen. Voor één
kwartje alweer.
Vreemd eigenlijk, die romantiek rond de
Hollandse nieuwe, die de romantiek is van
het „graaien" jn Scheveningen en de
„buisjesdag" oftewel „vlaggetjesdag" in de
havens langs de Nederlandse kust. Als dat
dan allemaal weer wat in de benen is ge
zakt en de kantjes komen aan de wal gelijk
het ongelauwerde product van het onge
lauwerde harde werk op zee, dan is daar
tenslotte nog de Koninginneharing de
fijnste keus uit een kantje, dat niet zo heel
pril mag zijn, dat even zwaarder gezouten
moet wezen dan die eerste groene haringen
van een gulden het stuk. Die Koninginne
haring is een oude traditie, waaruit een
hartelijke verbondenheid blijkt tussen de
vissers van Nederland en het vorstenhuis,
want toen er nog geen televisie was en
geen persfotografie, werd ook de fijnste
haring van het vroegseizoen in triomf naar
het hof gedragen als een offerande aan de
persoon, die de van huis uit vrome visser
man na aan het hart ligt. Daar werd dan
bijvoorbeeld de Vlaardingse sjees voor in
gespannen, een trots vehikel op hoge, glan
zende wielen met een zuiver wit-linnen
kap en met de mooiste meisjes van de
plaats en de schipper van de vangende
logger plus de „heer" van het „kantoor"
op de bok trok die propere stoet naar
de Koninklijke residentie.
Koninginneharing.... De keurmeesters
hadden er lang over geproefd en menig
kantje was opengeslagen, aleer dat puik|e
onder de maatjes terecht was gekomen in
het tinnetje voor de vorst.
Maar de radio en de persfotografie en de
televisie zijn er inmiddels wèl gekomen.
Ze hebben zich ook meester gemaakt van
dit oude feest, dat nu met de auto wordt
afgehandeld, omdat een sjees wat al te lang
duren zou in deze vlugge tijd. Dat mag
jammer genoemd worden door degenen, die
de kleur van de historie liefhebben, het is
best voor de haring.
Want langs de Wilhelminahaven van
Vlaardingen is een filmpje opgenomen van
die oude sjees, bemand met de bloem
van Vlaardingens jeugd en dat filmpje
krijgt als volgend beeld onze Koningin,
die haar haring ontvangt. Straks gaat
het „de lucht in" via honderden zen
ders aan de overkant van de grote plas,
waar haring gesleten moet worden, om
hier haring te kunnen blijven vangen.
Zie en dat is het voordeel van deze
tijd: we kunnen het allemaal zo vriendelijk
opdissen op deze manier en we kunnen de
Amerikanen zo smakelijk vertellen, wat nu
precies dat zeebanket van ons is.
Het is plezierig, dat de Koningin haar
glimlachende medewerking heeft gegeven
aan deze stimulans voor de Nederlandse
visserij in het algemeen en de haring
visserij in het bijzonder. Ze zullen het beide
hard nodig hebben op de internationale
markt.
In de vergadering van aandeelhouders
van de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer
maatschappij zijn balans, winst- en verlies
rekening goedgekeurd. De winst bedroeg
336.187, vermeerderd met de onverdeelde
winst van 639, tezamen 336.826. Dit
bedrag is als volgt bestemd: voor uitkering
6 dividend 221.250; voor uitkering
bonusaandelen 62.500, voor personeels
verenigingen 10.000, voor toeslag op zeer
lage pensioenen 10.000 en onverdeeld
33.076.
Verleden jaar hebben wij aandacht
gewijd aan het feit dat het 50 jaar geleden
was, dat de gevangenis en het Huis van
Bewaring aan de Harmenjansweg in ge
bruik genomen werden. Dat maakte dat 't
gebouw in de Tuchthuisstraat, waar voor
heen de gedetineerden werden onderge
bracht, overbodig werd.
Het toenmalige college van B. en W. was
er onmiddelijk bij om in 1902 aan de raad
voor te stellen tot sloping over te gaan en
op de vrijkomende grond twee schoolge
bouwen te zetten, één met een ingang aan
de Tuchthuisstraat en één toegankelijk
door een poort op de Botermarkt. Zonder
tegenstand werd dit voorstel aangenomen.
Dit is juist 50 jaar geleden. Daarom grij
pen wij deze gelegenheid aan om er aan
t^ herinneren. Nu is het heel mooi als voor
één gevangenis twee scholen in de plaats
komen. Maar er is in dit geval toch ook
een schaduwzijde. Er werd namelijk een
gebouw gesloopt van bouwkundige waarde
en historische betekenis.
Even ter inleiding een korte geschied
kundige herinnering. Haarlems eerste ge
vangenis werd in het Gravensteen gevon
den, de sterkte die een der Graven in de
13e eeuw op de hoek Bakenessergracht
Spaarne liet bouwen. De kelders boden
voldoende ruimte om de gevangenen te
huisvesten. Er waren nog niet veel ver
oordeelden die opgesloten werden, want de
meesten werd veroordeeld tot lijfstraffen.
Toen het Gravensteen in de 15e eeuw af
gebroken werd, beleven de kelders nog lan
ge tijd als gevangenis dienst doen. Eerst in
de 16e eeuw werden zij buiten gebruik
gesteld en zijn de kelders onder de .Jans
poort aangewezen als gevangenis. Uit be-
Het Centraal Bureau voor de Tuinbouw
veilingen in Nederland deelt over het ver
loop van de groenten- en fruitmarkt over
de periode van 30 Mei tot 6 Juni mede:
Na de Pinksterdagen zijn de prijzen voor
groenten en fruit over het algemeen aan
merkelijk gezakt. Speciaal betreft dit wel
de bloemkool, welke op 31 Mei nog tot 80
cent per stuk voor de goede exportkwali
teit noteerde. Woensdag waren de prijzen
voor de A-kwaliteit gedaald tot 3045 cent
per stuk en voor de B-kwaliteit 25-35 cent.
Doordat Engeland slechts weinig kaskom-
mers afneemt, liep ook dit product sterk
in prijs terug. De sortering A noteerde tot
31 cent per stuk; de platglaskomkommers
werden tot 43 cent afgedrukt voor Duits
land. De sortering B deed tot 36 cent per
stuk en de kromme komkommers tot 45
cent per kg. Een ander belangrijk export
product, dat de vorige week nog tot boven
de 2 de kg werd gewaardeerd, was toma
ten en deed op 4 Juni gemiddeld van 1
ƒ1.15. Export geschiedde naar Engeland,
Ierland, Zweden, Duitsland en een weinig
naar België.
Van de bladgroenten noteerden andijvie
20-35 cent, postelein 20-37 cent en spinazie
20-45 cent per kg. De sla bracht 2-10 cent
per krop en de stoofsla 10-20 cent per kg
op. Bospeen'bleef deze week goed aan de
prijs. Voor 45-64 cent per bos werd deze
groente door Engeland, België en Duits
land aangekocht. Na Zaterdag 7 Juni mag
dit product niet meer naar Engeland uit
gevoerd worden. De asperges blijven goed
prijshoudend en brachten tot 2 per kg op.
Peulen werden tegen variërende prijzen
afgenomen, namelijk van 0.60 tot 1.20
per kg. Boskroten noteerden 5-10 cent per
bos en spitskool 10-23 cent per kg. De aan
voeren van vroege aardappelen nemen da
gelijks toe. De prijs was Woensdag in
Noordholland reeds gezakt tot 15-19 cent
per kg.Ook de aanvoeren van koudegronds-
aardbeien zijn de laatste dagen sterk toe
genomen. Dit jaar wordt er met een top-
oogst rekening gehouden. De uitvoer naar
België wordt door de hoge exportheffing
sterk afgeremd, zodat thans Duitsland als
enige buitenlandse koper optreedt. Woens
dag werd gemiddeld 0.60 tot 1.20 per
kg besteed. De prijzen voor kruisbessen
liepen op dezelfde dag in Zeeland van
19.10 terug op 14.20 de 100 kg.
V
Ja, dat is een kostelijke geschiedenis, die
van het monument van de kip en daarom
zal ik er maar direct mee van wal steken.
Liefst zou ik met de kip in huis vallen,
maar het verhaal gaat behalve over de kip
ook nog over twee landen, die elk door een
koning bestuurd werden. En daar zullen
we dan maar mee beginnen.
In het ene land woonde een goede, zacht
moedige koning. Koning Ratio was zijn
naam. En omdat hij alles verstandig regeer
de was er voor iedereen voldoende en
waren al zijn onderdanen erg tevreden met
de gang van zaken. Nooit waren de mensen
jaloers op elkaar. Er was toch van alles
genoeg. Zelfs voor de luie mensen, die niet
wilden werken. „Laat ze maar", zei de ko
ning, „als het hen verveelt gaan ze wel wat
doen en misschien denken ze ook wel er
gens over waar we later allemaal plezier
aan zullen beleven." Ja, zo was die koning!
Doch in dat andere land woonde een boze,
achterdochtige koning, die zijn land onver
standig bestuurde. Zijn naam was Koning
Fatos en zijn onderdanen leden gebrek.
Maar niemand durfde dat te zeggen uit
vrees voor hem. Wel had Koning Fatos een
groot leger, al bestond dit grotendeels uit
een troep haveloze, hongerige soldaten. En
met dat leger wilde hij een boos plan uit
voeren. Hij besloot namelijk met zijn leger
het land van Koning Ratio binnen te val
len om dan op die manier te kunnen delen
in de rijkdom en welvaart, die er in dat
land waren.
Nu, dat was een gemakkelijke zaak, want
al was Koning Ratio in alles verstandig,
met zijn leger was het droevig gesteld. Zijn
soldaten, ja, het is haast niet te geloven,
die konden alleen goed zingen en muziek
maken, maar nu het er op aankwam, wis
ten ze nog niet eens hoe ze een geweer
moesten vasthouden.
De soldaten van Koning Fatos kwamen
nu over de grens het land binnen van Ko
ning Ratio en de minister van landsverde
diging had, ten einde raad, de brandweer
maar naar het front gestuurd en die spoot
nu de vijand kletsnat. Dat was toch altijd
nog beter dan soldaten, waar niets mee te
beginnen viel. Maar na twee dagen was het
water op. Tijdens een vijandelijke aanval
was er een bouwvallige schuur in elkaar
gezakt, waarbij een kip werd gedood.
Alles bij elkaar maakte dat zoveel indruk
op Koning Ratio, dat hij Koning Fatos ver
zocht naar zijn paleis te willen komen om
daar over de vrede te praten.
Koning Fatos was reusachtig in zijn schik
dat alles zo gemakkelijk ging en reisde
direct met zijn minister naar Koning Ratio
en die twee werden samen de beste vrien
den.
Koning Ratio vond dat de vrede, die er
nu was, op waardige wijze gevierd moest
worden. Van de kip, die in deze oorlog op
zo smartelijke wijze de dood gevonden had,
moest een monument gemaakt worden
door de beste beeldhouwer van het land.
Al met al beviel het Koning Fatos best
in het paleis van Koning Ratio. Hij was er
blij om, dat Koning Ratio hem verzocht
had te blijven tot na het feest van de vrede.
Ja, zelf was hij het in zijn land maar erg
armoedig gewend. Dat was wel duidelijk
te zien toen op een ochtend de beide konin
gen een rijtoer zouden maken en er juist
een soldatenmuziekkorps van Koning Ratio
naar het paleis gemarcheerd kwam. Achter
het muziekkorps liepen de eerst binnenge
komen soldaten van Koning Fatos.- Och,
och, wat zagen die er haveloos uit en wat
staken zij af bij de soldaten van Koning
Ratio. Zelfs de koninklijke zwanen in de
vijver van het paleis zagen dat er wat aan
de hand was. Een zwaan, die net bij een
bruggetje zwom, kon zijn nieuwsgierigheid
niet bedwingen en stak zomaar zijn kop
door de brugopening om die zonderlinge
optocht gade te slaan. Koning Ratio legde
aan Koning Fatos uit, dat de soldaten
langs het paleis moesten om bij de konink
lijke magazijnen te komen en daar nieuwe
kleren in ontvangst te nemen.
Intussen kwam de grote dag steeds nader.
Het feest van de vrede zou een geweldig
feest worden. Alles werd versierd en over
al zou kermis komen. Een week lang zou
het feest duren.
Koning Ratio en Koning Fatos waren al
een paar keer naar het monument wezen
kijken en het was nu bijna af. Een echte
fiere kip van steen was het geworden. Ze
waren het er wel over eens, dat ze een ge
wone kip mooier vonden, maar êen monu
ment is nu eenmaal niet gewoon, dat is
kunst.
Eindelijk was de dag aangebroken.
's Morgens om tien uur zou het monument
onthuld worden. Koning Ratio zou met
Koning Fatos een krans leggen. Ook zou
Koning Ratio de hoogste onderscheiding
uitreiken, namelijk de nieuw ingevoerde
„Orde van de kip". De beide ministers van
landsverdediging, want zo wilde ook de
minister van Koning Fatos genoemd wor
den al was hij eigenlijk minister van oorlog,
zouden deze orde opgespeld krijgen en dan
nog de boer, die het verlies van de kip
geleden had. Zoals dat meer voorkomt als
een boer een kip verliest, zo was deze kip
ook toevallig net zijn beste legger geweest.
Overigens had de boer al een ruime ver
goeding gekregen uit 's lands schatkist, zo
ruim zelfs, dat hij voor zijn oude bouwval
lige schuur een nieuwe kon neerzetten en
dan nog geld genoeg over had om tien kip
pen te kopen.
De soldaten van Koning Ratio en Koning
Fatos hadden een gezamenlijk muziekkorps
gevormd en marcheerden al van 's morgens
acht uur door de stad. Ze speelden dat het
een lieve lust was. Zo kwam de stemming
er in! Om half tien stonden ze voor het
paleis en speelden zó mooi als ze konden.
Intussen kwam ook de brandweer in volle
glorie naar het paleis, want die zou een
ereplaats krijgen in de optocht.
Om kwart voor tien reed een prachtig
versierde auto voor het paleis. Daar zouden
de beide koningen met hun ministers in
plaats nemen. Voor de hekken van de tuin
van het paleis hadden zich in alle vroegte
al mensen verzameld, maar nu was het een
ware volksmenigte geworden. Gelukkig
waren alle mensen welopgevoed zodat er
geen ordepolitie aan te pas hoefde te
komen.
Daar kwam Koning Ratio met Koning
Fatos het paleis uit. Achter hen liepen de
twee ministers en weer daarachter kwam
de boer, die de kip verloren had. Omdat hij
gedecoreerd zou worden, mocht hij mee in
de koninklijke auto. Hij had zich voor de
gelegenheid in een -keurig zwart pak ge
stoken en een mooi zwart petje op het
hoofd gezet.
Langzaam zette de indrukwekkende stoet
zich in beweging. Het muziekkorps speelde
zachtjes een treurmars, want nu moest er
toch even een plechtig moment worden in
geleid. Het monument was buiten de stad
geplaatst opdat iedereen, die naar de stad
kwam, het kon zien.
Een grote menigte had zich reeds op de
weg begeven waar de koninklijke stoet
langs zou komen. En waar de stoet trok,
keken allen met stille bewondering naar
het bijzondere schouwspel.
Bij het monument had zich, zoals te be
grijpen valt, een grote menigte belangstel
lenden verzameld en ook stond daar een
muziekkorps de koninklijke stoet op te
wachten. Om het monument was nu nog
een doek, die Koning Ratio er straks met
een touw af zou trekken.
Het grote ogenblik naderde. De stoet was
nog geen vijftig meter meer van het monu
ment verwijderd en bewoog zich nu in een
grote kring er omheen. De koninklijke
auto stopte en als eerste ging Koning Ratio
bij het monument staan. Koning Ratio
sprak in bewogen woorden. Hij zei het ver
lies van de kip zeer te betreuren, maar als
de vrede voorgoed gevestigd was, zou het
volk door de eeuwen heen in dankbare her
innering naar het monument kunnen
kijken. Na zijn toespraak trok hij het doek
er af en zag het volk voor het eerst het
Een zwaan kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen.
Een echte kunst-foto
monument van de kip. Allen riepen ver
heugd: „Leve de kip! Leve de kip!"
Ook Koning Fatos sprak nog enkele
woorden waarin hij de hoop uitsprak de
dag van de vrede nog vaak met Koning
Ratio te kunnen herdenken. De brandweer
lieden, die de krans tijdens de optocht
hadden meegedragen, brachten deze nu
naar voren en de beide koningen legden
de krans bij het monument. Dat was een
prachtig moment waarop iedereen stil was.
Tenslotte speldde Koning Ratio nog de mé
dailles van de Orde van de kip op de jas
sen van de boer en de twee ministers en
daarmee was de plechtigheid afgelopen en
kon het feest naar hartelust beginnen.
Met vrolijke muziek ging het terug naar
het paleis. Veel mensen togen al direct
naar d.e 'kermis en andere plaatsen waar
muziek en spelen waren. Alleen de hof-
fotograaf van Koning Ratio stond nog bij
het monument. Hij moest een mooie foto
maken van de kip. Gelukkig was het mooi
weer en waren er mooie wolken. Toevallig
vloog er net een modern vliegtuig van
Koning Ratio over het monument. Dat zou
een echte kunstfoto worden!
In het paleis zou een feestdiner zijn en
vooral Koning Fatos, die zo erg veel van
lekker eten hield, verheugde zich er al op.
Hij zou zich tegoed doen. Het paleis was
prachtig versierd en overal brandde licht.
In de grote koninklijke tuin waren lam
pions opgehangen en die zouden 's avonds
branden.
In de grootste zaal van het paleis waren
nu Koning Ratio en Koning Fatos met al
hun ministers tezamen. Zij genoten van
heerlijke koffie met een verrukkelijk stuk
koningstaart. Daarna begonnen ze aan de
appelwijn. Dat was een bijzonder fijne
drank waar Koning Ratio erg op gesteld
was en iedereen die het dronk vond het
heerlijk. Zo ging het ook nu. Ze konden
geen woorden genoeg vinden om die heer
lijke appelwijn te prijzen. Al doende kwa
men ze in steeds betere stemming en Ko
ning Ratio ging vertellen over zijn eigen
dierentuin, die achter het paleis lag. Daar
in waren apen waarom je je slap kon
lachen, 't waren net mensen!
„Wat eten uw apen nu 't liefst?" vroeg
Koning Fatos.
„Ja, het is gek, maar het liefst eten mijn
apen ijs met slagroom".
„O, wat verschrikkelijk grappig!", riepen
ze allemaal. Dat zou leuk zijn als ze dat
.;ens mochten zien. Koning Ratio beloofde
er 's middags met het hele gezelschap naar
toe te gaan.
In het hele land en ook in dat van Ko
ning Fatos werd op die dag feest gevierd.
Allerlei etenswaren en lekkernijen waren
door Koning Ratio tevoren al naar het
arme land van Koning Fatos gestuurd zo-
lat er nergens gebrek aan was. Voor die
mensen daar was het feest eigenlijk nog
veel groter en Koning Ratio stond er in
hoog aanzien.
Het was middag geworden en in het pa
leis was het hoge gezelschap gereed om
naar de koninklijke dierentuin te gaan. De
oppassers van de dieren waren al ijs ko
men halen bij de paleiskeuken. Het feest
kon dus voor de apen beginnen.
Nu, het was de moeite waard. Sommige
apen wisten niet hoe vlug ze hun ijs
hoorntje op moesten schrokken, maar dat
waren niet de leuksten. Nee, zij die er aan
likten en het van alle kanten bekeken om
vervolgens voor zich uit te kijken als wil
den zij zich een mening over de kwaliteit
van het ijs vormen, die waren het aardigst.
Nadat het gezelschap zich enige tijd
kostelijk vermaakt had werd het langzaam
aan tijd voor het diner, dat dit keer uit
vier-en-twintig gangen bestond, 't Was
dus raadzaam van alles maar een heel
klein beetje te eten, anders zou men van
het laatste niet meer kunnen genieten.
's Middags vijf uur gingen allen aan ta
fel en het zou tot 's avonds elf uur duren.
Daarna zou het tuinfeest met de brandende
lampions nog tot vier uur in de nacht
aanhouden. Tijdens het diner werd er door
velen der aanwezigen aardig gesproken.
Als er iemand ten gehore van alle tafel
genoten wat zeggen wilde, dan werd er
even niet gegeten, maar dat duurde
meestal niet lang, want het eten was veel
te lekker.
De enige die niet sprak was Koning
Fatos. Het eten smaakte hem zo heerlijk,
dat hij zich geen tijd gunde om op te staan
en iets te zeggen.
Het is jammer, maar ik merk, dat ik
hiermee aan het eind gekomen ben van het
korte verhaal en het is eigenlijk een beetje
droevig einde, want het is met Koning
Fatos niet goed afgelopen. Toen om elf
uur het tuinfeest zou beginnen, had Koning
Fatos zo veel gegeten, dat hij niet uit de
stoel kon komen en de ministers hem met
stoel en al bij het haardvuur moesten zet
ten. Van een dutje zou hij opknappen,
meenden ze. Koning Fatos is ingeslapen en
toen het tuinfeest afgelopen was, sliep hij
nog. Men besloot hem toen daar maar te
laten zitten tot de volgende morgen.
De volgende morgen was hij nog niet
ontwaakt en werd de dokter van Koning
Ratio er bij geroepen. Die zei ernstig:
„Koning Fatos is dood. Hij heeft zich
doodgegeten".
Toen zei nog iemand van de omstanders,
dat het zijn gerechte straf was dat hij de
dag van de vrede niet overleefd had en
dat iedereen daaruit maar moest leren dat
een slecht middel nooit tot een goed doel
kan leiden.
Koning Ratio wilde echter geen kwaad
over Koning Fatos horen en heeft aan zijn
volk een week rouw voorgeschreven. En
het volk van Koning Fatos moest een
nieuwe koning kiezen. Wat te verwachten
was gebeurde: Koning Ratio werd als ko
ning gekozen en de twee landen werden
dus één.
Koning Ratio heeft zijn mensen daarna
nog veel geluk en welvaart gebracht.
(Nadruk verboden).
schrijvingen uit die tijd blijkt dat die kel
ders daarvoor niet alleen te klein, maar
bovendien nog ongeschikt waren. De wan
delaars konden als zij de poort passeerden
het gekerm der ongelukkigen, die daar op
gesloten waren, horen. Bij het beleg van
15721573 werd de Janspoort door de
Spanjaarden in puin geschoten. De gevan
genen werden toen gehuisvest in de kel
ders onder het Stadhuis.
In 1609 kreeg Haarlem zijn Tucht- en
Werkhuis. Tot de bouw daarvan werd be
sloten omdat zo'n verbeterhuis zou uitwer
ken, zo werd althans verwacht, dat er een
einde zou komen aan het vele gebedel en
het landlopen. Te voren had op deze plaats
aan de Botermarkt het Pesthuis gestaan,
een inrichting voor de verpleging van
lijders aan besmettelijke ziekten. Bij de
brand in 1576, die een deel der stad ver
woestte, werd dit Pesthuis ernstig bescha
digd, zodat het niet langer gebruikt kon
worden en de lijders overgebracht moesten
worden naar het vroegere Magdalena-
klooster. Het is niet zeker of bij de bouw
van het Tucht- en Werkhuis nog een deel
van het oude Pesthuis is gebruikt, maar
dit wordt wel waarschijnlijk geacht.
In de loop der jaren is het gebouw ook
gebruikt als Aalmoezeniershuis, een in
richting waar van stadswege armen, ver
laten kinderen en vondelingen werden
verpleegd. Vermoedelijk is daartoe in 1679
besloten en werd toen ook een verbou
wing uitgevoerd, want boven de ingang in
de Tuchthuisstraat stond het jaartal 1679
en de eigenlijke bouw is van 1609. Boven
dien was er een mooi wit beeld boven de
deur geplaatst, voorstellende „de Liefde".
Daaronder was gebeiteld: „Nutrit et
Emendat" (Verplegen en Verbeteren).
Als Tucht- en Werkhuis is het gebouw
geen succes geweest, want aan het eind
der 17e eeuw werd nog ernstig geklaagd
over de grote omvang van het bedelen en
het landlopen in Haarlem en omgeving.
Na de stichting van het Diaconiehuis
aan de Koudenhorn in 1787 werden de
armen en vondelingen uit de Tuchthuis
straat daarheen overgeplaatst. Dit Diaco
niehuis is thans infanteriekazerne.
Sedert 1811 werd het gebouw in de
Tuchthuisstraat door het rijk gebruikt als
gevangenis en Huis van Bewaring, zowel
voor burgerlijken als militairen. Totdat in
1901 de koepel aan de Harmenjansweg ge
bouwd werd.
Wat het oude Tuchthuis aangaat, moeten
wij, wat het inwendige aangaat, afgaan op
een beschrijving die Allan daarvan geeft.
est: was een oud en een nieuw gedeelte.
Blijkbaar heeft het rijk in 1811 het huis
belangrijk uitgebreid. Tot het oude, mooie
gedeelte behoorde een kerkzaal met een
„niet onaardig geschilderd altaar". Daarbij
was geschilderd: „Onze Vader! Uw naam
worde geheiligd! Vrij zijn is een wensch
der meesten, een kunst voor velen, een
ramp voor sommigen; doch vrij zijn van
de heerschappij der zonde is een zege voor
allen."
Er was een regenten- en een regentes-
senkamer, eenvoudig ingericht, maar stijl
vol, met een eikenhouten betimmering. Er
hingen enige mooie schilderstukken die
later naar het Stedelijk Museum zijn over
gebracht. Daaronder waren regentenstuk
ken van Frans Hals ter plaatse geschil
derd.
Aan de gevel in de Tuchthuisstraat waren
vroeger de wapens aangebracht van de
regenten. Deze zijn tijdens de Franse be
zetting verminkt.
Uit de tekening die wij hierbij plaatsen
is te zien dat dit deel der gevel heel mooi
was. De blinde muur die zich daarbij
aansloot, maakte een saaie indruk, maal
ais het gebouw gespaard was geworden,
zouden bij een interne verbouwing, die
natuurlijk nodig geweest zou zijn om het
opnieuw bruikbaar te maken, daarin pas
sende ramen gemaakt kunnen zijn. Dat
van zulke oude gebouwen voor een nieu
we bestemming nog iets goeds te maken
is, bewijst het tot Frans Halsmuseum ver
bouwde Weeshuis aan het Groot Heilig
land.
Het Belgisch Olympisch Comité, dat aan
vankelijk afwijzend stond ten opzichte van
deelneming van Duitsers aan sportwedstrij
den in België, heeft besloten dit standpunt
te wijzigen. Dat betekent, dat de jaarlijkse
competitie van de ijshockeyclub van West-
Europese landen uitgebreid zal worden. In
hoeverre Nederland aan deze competitie
zal kunnen deelnemen, hangt af van de
stichting van een sporthal nabij het Olym
pisch Stadion in Amsterdam. Er waren
plannen het gebouw in het najaar in ge
bruik te nemen. De schoonheidscommissie
te Amsterdam heeft echter bezwaar tegen
de plaats van het gebouw.
Gistermiddag werd officieel het nieu
we physischc laboratorium van het Rotter
dams Radio-therapeutisch Instituut geopend.
Voor dit nieuwe laboratorium, dat in het
ziekenhuis „Eudokia" is ondergebracht, werd
f20.000 beschikbaar gesteld door het Ko
ningin Wilhelminafonds uit de opbrengst
van de „Haak-in"-actie.
Met ingang van 16 Juni is benoemd tot
burgemeester van Kampen dr. W. P. Berg
huis. met toekenning van gelijktijdig eervol
ontslag als burgemeester van Smilde.
Tot burgemeester van Delfzijl is be
noemd de heer J. A. F. Roeien, thans hoofd
van het. Sociografisch Bureau der gemeente
Enschedé.