Moderne Middeleeuwen in leven en steen In 1902 werd in Haarlem een mooi en oud gebouw gesloopt VAN DIE IKIIP Waar de leenvrouw van Sark nog heerst... ZATERDAG 7 JUNI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Reisimpressies van Kanaaleilanden St. Malo's burcht wordt opgebouwd Kon inginn eha ring Noord-Zuid-Hollandse V ervoermaatschappij Een herinnering aan het Tucht- en Werkhuis in de Tuchthuisstraat De groenten- en fruitmarkt van 30 Mei tot 6 Juni N- Een modern sprookje met foto's door Jan van der Schaaf A Duitsers nu ook in ijshockey-competitie (Van onze Londcnse medewerkster) Engelse vacantiegangers plegen in deze lentedagen de middeleeuwen te bezoeken: Sark, een van de Kanaaleilanden, waar wellicht de laatste nog bestaande leenvrouwe op grond van een Elizabethaanse keur, daterend van 1565, regeert; en St. Malo, de Franse haven, waar steen voor steen de ommuurde stad, zwaar geteisterd door Duitse vernielingen, in de 15e eeuwse gedaante wordt gereconstrueerd. Boeren in confectiepakken, die echter nog steeds „tienden" van hun oogst in natura aan de leenvrouwe betalen inplaats van inkomstenbelasting aan de staat; huizen met centrale verwarming, maar met mid deleeuws uiterlijk, in bochtige straten ge klemd, uit de tijd van de kruisbogen,storm rammen, kokende olie en catapults. Sark, een eilandje van niet meer dan 5 km2 oppervlakte, heeft wellicht het meest de middeleeuwse sfeer kunnen behouden. Slechts een enkele kleine haven heeft men kunnen aanleggen aan de 100 meter hoge woeste granieten kust met prachtige ver gezichten,voorzien van felgekleurde bloem tapijtversieringen. Op het plateau strekken zich de velden der boerenhoeven uit, waar sinds kort met een enkele tractor mag wor den geploegd een der weinige concessies aan de moderne techniek die de leenvrouwe heeft toegestaan op dit eiland waar geen auto's mogen rijden. Wie het domein van „La dame de Sercq" wil zien, moet lopen, of kan zich laten rijden in een van de met een paard bespannen ouderwetse Victoria's die aan de haven te huur zijn. Mannen hebben corvee Erg modern zijn de wegen ook niet, want zij worden nog in herendienst onderhouden, de „corvée", waarvoor elke man op het eiland twee dagen per jaar beschikbaar moet stellen. Er wonen slechts 850 mensen op dit eiland en zij moeten dan ook van alle markten thuis zijn: de haven meester repareert horloges en is tegelijk kapper, griffier, de man die de levensmid delen-rantsoenen verdeelt, en nog veel meer. Het feit dat op Sark nog rantsoene ring bestaat, is een van de weinige herin neringen aan de band met Engeland. Want toen Koningin Elizabeth in 1565 Sark in leen gaf aan de eerste Seigneur, Hilary de Carteret, legde zij een sindsdien nooit meer gewijzigde band tussen de Seigneurie van Sark en haar opvolgers op de Britse troon. Aan de andere kant is het leenheerschap van Sark in de loop van de laatste vier eeuwen ook herhaaldelijk in andere han den overgegaan en omdat het een „spille leen" is, is het mogelijk dat een vrouw is opgevolgd. Zij is echter hertrouwd met zekere mr. Hathaway en heet dus mrs. Hathaway. Verre van een despotische heerseres te zijn (die nog altijd de meest merkwaardig ste middeleeuwse privileges heeft, zoals het „Droit de Colombier" zij is de enige op het eiland die duiven mag houden en is ook de enige die een vrouwtjeshond mag hebben) is ..La Dame" een allervriende lijkste mevrouw van bijna 70 jaar oud, met onvermoeibare, moederlijke belangstelling voor haar onderdanen. Een seigneur Zij zal opgevolgd worden door haar oud ste zoon. een thans 21-jarige jongeman, die in Engeland studeert. Sark zal dan weel een Seigneur hebben, die misschien minder hardnekkig dan zijn grootmoeder de mo derne tijd buiten deze middeleeuwse burcht zal houden, want hij voelt zich het meest aangetrokken tot atoomvliegtuigen. Terwijl het er dus naar uitziet dat Sark langzamerhand-'zijn middeleeuws karakter zal verliezen, is men in St. Malo met man en macht bezig het 15e eeuws uiterlijk van de stad in onvergankelijk steen weer op te roepen. De historische stadsmuur, met zijn kantelen en transen, was zelfs met de mo dernste vernielingsmiddelen van de Duitse bezetting niet kapot te krijgen en men kan dus nog altijd in een half uur over de wal len van St. Malo heen lopen. Eens zal St. Malo weer een bewoonde mu seum-stad zijn, waar het menselijk leven zijn loop heeft alsof de 15e eeuwse omge ving niet anders was dan een klederdracht. Maar thans is het een onwezenlijk toneel décor van een nieuwe stad die opzettelijk in zuiver middeleeuwse vorm wordt ge bouwd en waarin moderne mensen lang zamerhand hun 20e eeuwse bestaan weer gaan opvatten in 15e eeuwse omlijsting. Auto's kruipen langzaam door de kronkel- stegen; de was hangt te drogen op de ruïnes; de glimmende electriscne koffie- boiler rookt in een café. De heer A. J. Hooijen, Kampersingel 14. hoopt Dinsdag 10 Juni het feit te vieren, dat hij veertig jaar een kapperszaak leidt. HET is een van de vele verdiensten van het malse zeebanket, dat nu alweer voor een kwartje per stuk te koop ligt op de stalletjes en in de viswinkels (s.v.p. één keer door de uitjes halen), dat het een on betaalbare propaganda voor het visgebruik in het algemeen maakt. Die Hollandse Nieuwe van elke nieuwe Lente verkoopt zichzelf en haar volgelingen voor een deel dank zij de intensieve reclame voor de „maatjes", maar voor het merendeel dank zij haar roep. De roep van het enige zee product, dat volledig door de menselijke spijsvertering wordt opgenomen. Voor één kwartje alweer. Vreemd eigenlijk, die romantiek rond de Hollandse nieuwe, die de romantiek is van het „graaien" jn Scheveningen en de „buisjesdag" oftewel „vlaggetjesdag" in de havens langs de Nederlandse kust. Als dat dan allemaal weer wat in de benen is ge zakt en de kantjes komen aan de wal gelijk het ongelauwerde product van het onge lauwerde harde werk op zee, dan is daar tenslotte nog de Koninginneharing de fijnste keus uit een kantje, dat niet zo heel pril mag zijn, dat even zwaarder gezouten moet wezen dan die eerste groene haringen van een gulden het stuk. Die Koninginne haring is een oude traditie, waaruit een hartelijke verbondenheid blijkt tussen de vissers van Nederland en het vorstenhuis, want toen er nog geen televisie was en geen persfotografie, werd ook de fijnste haring van het vroegseizoen in triomf naar het hof gedragen als een offerande aan de persoon, die de van huis uit vrome visser man na aan het hart ligt. Daar werd dan bijvoorbeeld de Vlaardingse sjees voor in gespannen, een trots vehikel op hoge, glan zende wielen met een zuiver wit-linnen kap en met de mooiste meisjes van de plaats en de schipper van de vangende logger plus de „heer" van het „kantoor" op de bok trok die propere stoet naar de Koninklijke residentie. Koninginneharing.... De keurmeesters hadden er lang over geproefd en menig kantje was opengeslagen, aleer dat puik|e onder de maatjes terecht was gekomen in het tinnetje voor de vorst. Maar de radio en de persfotografie en de televisie zijn er inmiddels wèl gekomen. Ze hebben zich ook meester gemaakt van dit oude feest, dat nu met de auto wordt afgehandeld, omdat een sjees wat al te lang duren zou in deze vlugge tijd. Dat mag jammer genoemd worden door degenen, die de kleur van de historie liefhebben, het is best voor de haring. Want langs de Wilhelminahaven van Vlaardingen is een filmpje opgenomen van die oude sjees, bemand met de bloem van Vlaardingens jeugd en dat filmpje krijgt als volgend beeld onze Koningin, die haar haring ontvangt. Straks gaat het „de lucht in" via honderden zen ders aan de overkant van de grote plas, waar haring gesleten moet worden, om hier haring te kunnen blijven vangen. Zie en dat is het voordeel van deze tijd: we kunnen het allemaal zo vriendelijk opdissen op deze manier en we kunnen de Amerikanen zo smakelijk vertellen, wat nu precies dat zeebanket van ons is. Het is plezierig, dat de Koningin haar glimlachende medewerking heeft gegeven aan deze stimulans voor de Nederlandse visserij in het algemeen en de haring visserij in het bijzonder. Ze zullen het beide hard nodig hebben op de internationale markt. In de vergadering van aandeelhouders van de Noord-Zuid-Hollandse Vervoer maatschappij zijn balans, winst- en verlies rekening goedgekeurd. De winst bedroeg 336.187, vermeerderd met de onverdeelde winst van 639, tezamen 336.826. Dit bedrag is als volgt bestemd: voor uitkering 6 dividend 221.250; voor uitkering bonusaandelen 62.500, voor personeels verenigingen 10.000, voor toeslag op zeer lage pensioenen 10.000 en onverdeeld 33.076. Verleden jaar hebben wij aandacht gewijd aan het feit dat het 50 jaar geleden was, dat de gevangenis en het Huis van Bewaring aan de Harmenjansweg in ge bruik genomen werden. Dat maakte dat 't gebouw in de Tuchthuisstraat, waar voor heen de gedetineerden werden onderge bracht, overbodig werd. Het toenmalige college van B. en W. was er onmiddelijk bij om in 1902 aan de raad voor te stellen tot sloping over te gaan en op de vrijkomende grond twee schoolge bouwen te zetten, één met een ingang aan de Tuchthuisstraat en één toegankelijk door een poort op de Botermarkt. Zonder tegenstand werd dit voorstel aangenomen. Dit is juist 50 jaar geleden. Daarom grij pen wij deze gelegenheid aan om er aan t^ herinneren. Nu is het heel mooi als voor één gevangenis twee scholen in de plaats komen. Maar er is in dit geval toch ook een schaduwzijde. Er werd namelijk een gebouw gesloopt van bouwkundige waarde en historische betekenis. Even ter inleiding een korte geschied kundige herinnering. Haarlems eerste ge vangenis werd in het Gravensteen gevon den, de sterkte die een der Graven in de 13e eeuw op de hoek Bakenessergracht Spaarne liet bouwen. De kelders boden voldoende ruimte om de gevangenen te huisvesten. Er waren nog niet veel ver oordeelden die opgesloten werden, want de meesten werd veroordeeld tot lijfstraffen. Toen het Gravensteen in de 15e eeuw af gebroken werd, beleven de kelders nog lan ge tijd als gevangenis dienst doen. Eerst in de 16e eeuw werden zij buiten gebruik gesteld en zijn de kelders onder de .Jans poort aangewezen als gevangenis. Uit be- Het Centraal Bureau voor de Tuinbouw veilingen in Nederland deelt over het ver loop van de groenten- en fruitmarkt over de periode van 30 Mei tot 6 Juni mede: Na de Pinksterdagen zijn de prijzen voor groenten en fruit over het algemeen aan merkelijk gezakt. Speciaal betreft dit wel de bloemkool, welke op 31 Mei nog tot 80 cent per stuk voor de goede exportkwali teit noteerde. Woensdag waren de prijzen voor de A-kwaliteit gedaald tot 3045 cent per stuk en voor de B-kwaliteit 25-35 cent. Doordat Engeland slechts weinig kaskom- mers afneemt, liep ook dit product sterk in prijs terug. De sortering A noteerde tot 31 cent per stuk; de platglaskomkommers werden tot 43 cent afgedrukt voor Duits land. De sortering B deed tot 36 cent per stuk en de kromme komkommers tot 45 cent per kg. Een ander belangrijk export product, dat de vorige week nog tot boven de 2 de kg werd gewaardeerd, was toma ten en deed op 4 Juni gemiddeld van 1 ƒ1.15. Export geschiedde naar Engeland, Ierland, Zweden, Duitsland en een weinig naar België. Van de bladgroenten noteerden andijvie 20-35 cent, postelein 20-37 cent en spinazie 20-45 cent per kg. De sla bracht 2-10 cent per krop en de stoofsla 10-20 cent per kg op. Bospeen'bleef deze week goed aan de prijs. Voor 45-64 cent per bos werd deze groente door Engeland, België en Duits land aangekocht. Na Zaterdag 7 Juni mag dit product niet meer naar Engeland uit gevoerd worden. De asperges blijven goed prijshoudend en brachten tot 2 per kg op. Peulen werden tegen variërende prijzen afgenomen, namelijk van 0.60 tot 1.20 per kg. Boskroten noteerden 5-10 cent per bos en spitskool 10-23 cent per kg. De aan voeren van vroege aardappelen nemen da gelijks toe. De prijs was Woensdag in Noordholland reeds gezakt tot 15-19 cent per kg.Ook de aanvoeren van koudegronds- aardbeien zijn de laatste dagen sterk toe genomen. Dit jaar wordt er met een top- oogst rekening gehouden. De uitvoer naar België wordt door de hoge exportheffing sterk afgeremd, zodat thans Duitsland als enige buitenlandse koper optreedt. Woens dag werd gemiddeld 0.60 tot 1.20 per kg besteed. De prijzen voor kruisbessen liepen op dezelfde dag in Zeeland van 19.10 terug op 14.20 de 100 kg. V Ja, dat is een kostelijke geschiedenis, die van het monument van de kip en daarom zal ik er maar direct mee van wal steken. Liefst zou ik met de kip in huis vallen, maar het verhaal gaat behalve over de kip ook nog over twee landen, die elk door een koning bestuurd werden. En daar zullen we dan maar mee beginnen. In het ene land woonde een goede, zacht moedige koning. Koning Ratio was zijn naam. En omdat hij alles verstandig regeer de was er voor iedereen voldoende en waren al zijn onderdanen erg tevreden met de gang van zaken. Nooit waren de mensen jaloers op elkaar. Er was toch van alles genoeg. Zelfs voor de luie mensen, die niet wilden werken. „Laat ze maar", zei de ko ning, „als het hen verveelt gaan ze wel wat doen en misschien denken ze ook wel er gens over waar we later allemaal plezier aan zullen beleven." Ja, zo was die koning! Doch in dat andere land woonde een boze, achterdochtige koning, die zijn land onver standig bestuurde. Zijn naam was Koning Fatos en zijn onderdanen leden gebrek. Maar niemand durfde dat te zeggen uit vrees voor hem. Wel had Koning Fatos een groot leger, al bestond dit grotendeels uit een troep haveloze, hongerige soldaten. En met dat leger wilde hij een boos plan uit voeren. Hij besloot namelijk met zijn leger het land van Koning Ratio binnen te val len om dan op die manier te kunnen delen in de rijkdom en welvaart, die er in dat land waren. Nu, dat was een gemakkelijke zaak, want al was Koning Ratio in alles verstandig, met zijn leger was het droevig gesteld. Zijn soldaten, ja, het is haast niet te geloven, die konden alleen goed zingen en muziek maken, maar nu het er op aankwam, wis ten ze nog niet eens hoe ze een geweer moesten vasthouden. De soldaten van Koning Fatos kwamen nu over de grens het land binnen van Ko ning Ratio en de minister van landsverde diging had, ten einde raad, de brandweer maar naar het front gestuurd en die spoot nu de vijand kletsnat. Dat was toch altijd nog beter dan soldaten, waar niets mee te beginnen viel. Maar na twee dagen was het water op. Tijdens een vijandelijke aanval was er een bouwvallige schuur in elkaar gezakt, waarbij een kip werd gedood. Alles bij elkaar maakte dat zoveel indruk op Koning Ratio, dat hij Koning Fatos ver zocht naar zijn paleis te willen komen om daar over de vrede te praten. Koning Fatos was reusachtig in zijn schik dat alles zo gemakkelijk ging en reisde direct met zijn minister naar Koning Ratio en die twee werden samen de beste vrien den. Koning Ratio vond dat de vrede, die er nu was, op waardige wijze gevierd moest worden. Van de kip, die in deze oorlog op zo smartelijke wijze de dood gevonden had, moest een monument gemaakt worden door de beste beeldhouwer van het land. Al met al beviel het Koning Fatos best in het paleis van Koning Ratio. Hij was er blij om, dat Koning Ratio hem verzocht had te blijven tot na het feest van de vrede. Ja, zelf was hij het in zijn land maar erg armoedig gewend. Dat was wel duidelijk te zien toen op een ochtend de beide konin gen een rijtoer zouden maken en er juist een soldatenmuziekkorps van Koning Ratio naar het paleis gemarcheerd kwam. Achter het muziekkorps liepen de eerst binnenge komen soldaten van Koning Fatos.- Och, och, wat zagen die er haveloos uit en wat staken zij af bij de soldaten van Koning Ratio. Zelfs de koninklijke zwanen in de vijver van het paleis zagen dat er wat aan de hand was. Een zwaan, die net bij een bruggetje zwom, kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en stak zomaar zijn kop door de brugopening om die zonderlinge optocht gade te slaan. Koning Ratio legde aan Koning Fatos uit, dat de soldaten langs het paleis moesten om bij de konink lijke magazijnen te komen en daar nieuwe kleren in ontvangst te nemen. Intussen kwam de grote dag steeds nader. Het feest van de vrede zou een geweldig feest worden. Alles werd versierd en over al zou kermis komen. Een week lang zou het feest duren. Koning Ratio en Koning Fatos waren al een paar keer naar het monument wezen kijken en het was nu bijna af. Een echte fiere kip van steen was het geworden. Ze waren het er wel over eens, dat ze een ge wone kip mooier vonden, maar êen monu ment is nu eenmaal niet gewoon, dat is kunst. Eindelijk was de dag aangebroken. 's Morgens om tien uur zou het monument onthuld worden. Koning Ratio zou met Koning Fatos een krans leggen. Ook zou Koning Ratio de hoogste onderscheiding uitreiken, namelijk de nieuw ingevoerde „Orde van de kip". De beide ministers van landsverdediging, want zo wilde ook de minister van Koning Fatos genoemd wor den al was hij eigenlijk minister van oorlog, zouden deze orde opgespeld krijgen en dan nog de boer, die het verlies van de kip geleden had. Zoals dat meer voorkomt als een boer een kip verliest, zo was deze kip ook toevallig net zijn beste legger geweest. Overigens had de boer al een ruime ver goeding gekregen uit 's lands schatkist, zo ruim zelfs, dat hij voor zijn oude bouwval lige schuur een nieuwe kon neerzetten en dan nog geld genoeg over had om tien kip pen te kopen. De soldaten van Koning Ratio en Koning Fatos hadden een gezamenlijk muziekkorps gevormd en marcheerden al van 's morgens acht uur door de stad. Ze speelden dat het een lieve lust was. Zo kwam de stemming er in! Om half tien stonden ze voor het paleis en speelden zó mooi als ze konden. Intussen kwam ook de brandweer in volle glorie naar het paleis, want die zou een ereplaats krijgen in de optocht. Om kwart voor tien reed een prachtig versierde auto voor het paleis. Daar zouden de beide koningen met hun ministers in plaats nemen. Voor de hekken van de tuin van het paleis hadden zich in alle vroegte al mensen verzameld, maar nu was het een ware volksmenigte geworden. Gelukkig waren alle mensen welopgevoed zodat er geen ordepolitie aan te pas hoefde te komen. Daar kwam Koning Ratio met Koning Fatos het paleis uit. Achter hen liepen de twee ministers en weer daarachter kwam de boer, die de kip verloren had. Omdat hij gedecoreerd zou worden, mocht hij mee in de koninklijke auto. Hij had zich voor de gelegenheid in een -keurig zwart pak ge stoken en een mooi zwart petje op het hoofd gezet. Langzaam zette de indrukwekkende stoet zich in beweging. Het muziekkorps speelde zachtjes een treurmars, want nu moest er toch even een plechtig moment worden in geleid. Het monument was buiten de stad geplaatst opdat iedereen, die naar de stad kwam, het kon zien. Een grote menigte had zich reeds op de weg begeven waar de koninklijke stoet langs zou komen. En waar de stoet trok, keken allen met stille bewondering naar het bijzondere schouwspel. Bij het monument had zich, zoals te be grijpen valt, een grote menigte belangstel lenden verzameld en ook stond daar een muziekkorps de koninklijke stoet op te wachten. Om het monument was nu nog een doek, die Koning Ratio er straks met een touw af zou trekken. Het grote ogenblik naderde. De stoet was nog geen vijftig meter meer van het monu ment verwijderd en bewoog zich nu in een grote kring er omheen. De koninklijke auto stopte en als eerste ging Koning Ratio bij het monument staan. Koning Ratio sprak in bewogen woorden. Hij zei het ver lies van de kip zeer te betreuren, maar als de vrede voorgoed gevestigd was, zou het volk door de eeuwen heen in dankbare her innering naar het monument kunnen kijken. Na zijn toespraak trok hij het doek er af en zag het volk voor het eerst het Een zwaan kon zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Een echte kunst-foto monument van de kip. Allen riepen ver heugd: „Leve de kip! Leve de kip!" Ook Koning Fatos sprak nog enkele woorden waarin hij de hoop uitsprak de dag van de vrede nog vaak met Koning Ratio te kunnen herdenken. De brandweer lieden, die de krans tijdens de optocht hadden meegedragen, brachten deze nu naar voren en de beide koningen legden de krans bij het monument. Dat was een prachtig moment waarop iedereen stil was. Tenslotte speldde Koning Ratio nog de mé dailles van de Orde van de kip op de jas sen van de boer en de twee ministers en daarmee was de plechtigheid afgelopen en kon het feest naar hartelust beginnen. Met vrolijke muziek ging het terug naar het paleis. Veel mensen togen al direct naar d.e 'kermis en andere plaatsen waar muziek en spelen waren. Alleen de hof- fotograaf van Koning Ratio stond nog bij het monument. Hij moest een mooie foto maken van de kip. Gelukkig was het mooi weer en waren er mooie wolken. Toevallig vloog er net een modern vliegtuig van Koning Ratio over het monument. Dat zou een echte kunstfoto worden! In het paleis zou een feestdiner zijn en vooral Koning Fatos, die zo erg veel van lekker eten hield, verheugde zich er al op. Hij zou zich tegoed doen. Het paleis was prachtig versierd en overal brandde licht. In de grote koninklijke tuin waren lam pions opgehangen en die zouden 's avonds branden. In de grootste zaal van het paleis waren nu Koning Ratio en Koning Fatos met al hun ministers tezamen. Zij genoten van heerlijke koffie met een verrukkelijk stuk koningstaart. Daarna begonnen ze aan de appelwijn. Dat was een bijzonder fijne drank waar Koning Ratio erg op gesteld was en iedereen die het dronk vond het heerlijk. Zo ging het ook nu. Ze konden geen woorden genoeg vinden om die heer lijke appelwijn te prijzen. Al doende kwa men ze in steeds betere stemming en Ko ning Ratio ging vertellen over zijn eigen dierentuin, die achter het paleis lag. Daar in waren apen waarom je je slap kon lachen, 't waren net mensen! „Wat eten uw apen nu 't liefst?" vroeg Koning Fatos. „Ja, het is gek, maar het liefst eten mijn apen ijs met slagroom". „O, wat verschrikkelijk grappig!", riepen ze allemaal. Dat zou leuk zijn als ze dat .;ens mochten zien. Koning Ratio beloofde er 's middags met het hele gezelschap naar toe te gaan. In het hele land en ook in dat van Ko ning Fatos werd op die dag feest gevierd. Allerlei etenswaren en lekkernijen waren door Koning Ratio tevoren al naar het arme land van Koning Fatos gestuurd zo- lat er nergens gebrek aan was. Voor die mensen daar was het feest eigenlijk nog veel groter en Koning Ratio stond er in hoog aanzien. Het was middag geworden en in het pa leis was het hoge gezelschap gereed om naar de koninklijke dierentuin te gaan. De oppassers van de dieren waren al ijs ko men halen bij de paleiskeuken. Het feest kon dus voor de apen beginnen. Nu, het was de moeite waard. Sommige apen wisten niet hoe vlug ze hun ijs hoorntje op moesten schrokken, maar dat waren niet de leuksten. Nee, zij die er aan likten en het van alle kanten bekeken om vervolgens voor zich uit te kijken als wil den zij zich een mening over de kwaliteit van het ijs vormen, die waren het aardigst. Nadat het gezelschap zich enige tijd kostelijk vermaakt had werd het langzaam aan tijd voor het diner, dat dit keer uit vier-en-twintig gangen bestond, 't Was dus raadzaam van alles maar een heel klein beetje te eten, anders zou men van het laatste niet meer kunnen genieten. 's Middags vijf uur gingen allen aan ta fel en het zou tot 's avonds elf uur duren. Daarna zou het tuinfeest met de brandende lampions nog tot vier uur in de nacht aanhouden. Tijdens het diner werd er door velen der aanwezigen aardig gesproken. Als er iemand ten gehore van alle tafel genoten wat zeggen wilde, dan werd er even niet gegeten, maar dat duurde meestal niet lang, want het eten was veel te lekker. De enige die niet sprak was Koning Fatos. Het eten smaakte hem zo heerlijk, dat hij zich geen tijd gunde om op te staan en iets te zeggen. Het is jammer, maar ik merk, dat ik hiermee aan het eind gekomen ben van het korte verhaal en het is eigenlijk een beetje droevig einde, want het is met Koning Fatos niet goed afgelopen. Toen om elf uur het tuinfeest zou beginnen, had Koning Fatos zo veel gegeten, dat hij niet uit de stoel kon komen en de ministers hem met stoel en al bij het haardvuur moesten zet ten. Van een dutje zou hij opknappen, meenden ze. Koning Fatos is ingeslapen en toen het tuinfeest afgelopen was, sliep hij nog. Men besloot hem toen daar maar te laten zitten tot de volgende morgen. De volgende morgen was hij nog niet ontwaakt en werd de dokter van Koning Ratio er bij geroepen. Die zei ernstig: „Koning Fatos is dood. Hij heeft zich doodgegeten". Toen zei nog iemand van de omstanders, dat het zijn gerechte straf was dat hij de dag van de vrede niet overleefd had en dat iedereen daaruit maar moest leren dat een slecht middel nooit tot een goed doel kan leiden. Koning Ratio wilde echter geen kwaad over Koning Fatos horen en heeft aan zijn volk een week rouw voorgeschreven. En het volk van Koning Fatos moest een nieuwe koning kiezen. Wat te verwachten was gebeurde: Koning Ratio werd als ko ning gekozen en de twee landen werden dus één. Koning Ratio heeft zijn mensen daarna nog veel geluk en welvaart gebracht. (Nadruk verboden). schrijvingen uit die tijd blijkt dat die kel ders daarvoor niet alleen te klein, maar bovendien nog ongeschikt waren. De wan delaars konden als zij de poort passeerden het gekerm der ongelukkigen, die daar op gesloten waren, horen. Bij het beleg van 15721573 werd de Janspoort door de Spanjaarden in puin geschoten. De gevan genen werden toen gehuisvest in de kel ders onder het Stadhuis. In 1609 kreeg Haarlem zijn Tucht- en Werkhuis. Tot de bouw daarvan werd be sloten omdat zo'n verbeterhuis zou uitwer ken, zo werd althans verwacht, dat er een einde zou komen aan het vele gebedel en het landlopen. Te voren had op deze plaats aan de Botermarkt het Pesthuis gestaan, een inrichting voor de verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten. Bij de brand in 1576, die een deel der stad ver woestte, werd dit Pesthuis ernstig bescha digd, zodat het niet langer gebruikt kon worden en de lijders overgebracht moesten worden naar het vroegere Magdalena- klooster. Het is niet zeker of bij de bouw van het Tucht- en Werkhuis nog een deel van het oude Pesthuis is gebruikt, maar dit wordt wel waarschijnlijk geacht. In de loop der jaren is het gebouw ook gebruikt als Aalmoezeniershuis, een in richting waar van stadswege armen, ver laten kinderen en vondelingen werden verpleegd. Vermoedelijk is daartoe in 1679 besloten en werd toen ook een verbou wing uitgevoerd, want boven de ingang in de Tuchthuisstraat stond het jaartal 1679 en de eigenlijke bouw is van 1609. Boven dien was er een mooi wit beeld boven de deur geplaatst, voorstellende „de Liefde". Daaronder was gebeiteld: „Nutrit et Emendat" (Verplegen en Verbeteren). Als Tucht- en Werkhuis is het gebouw geen succes geweest, want aan het eind der 17e eeuw werd nog ernstig geklaagd over de grote omvang van het bedelen en het landlopen in Haarlem en omgeving. Na de stichting van het Diaconiehuis aan de Koudenhorn in 1787 werden de armen en vondelingen uit de Tuchthuis straat daarheen overgeplaatst. Dit Diaco niehuis is thans infanteriekazerne. Sedert 1811 werd het gebouw in de Tuchthuisstraat door het rijk gebruikt als gevangenis en Huis van Bewaring, zowel voor burgerlijken als militairen. Totdat in 1901 de koepel aan de Harmenjansweg ge bouwd werd. Wat het oude Tuchthuis aangaat, moeten wij, wat het inwendige aangaat, afgaan op een beschrijving die Allan daarvan geeft. est: was een oud en een nieuw gedeelte. Blijkbaar heeft het rijk in 1811 het huis belangrijk uitgebreid. Tot het oude, mooie gedeelte behoorde een kerkzaal met een „niet onaardig geschilderd altaar". Daarbij was geschilderd: „Onze Vader! Uw naam worde geheiligd! Vrij zijn is een wensch der meesten, een kunst voor velen, een ramp voor sommigen; doch vrij zijn van de heerschappij der zonde is een zege voor allen." Er was een regenten- en een regentes- senkamer, eenvoudig ingericht, maar stijl vol, met een eikenhouten betimmering. Er hingen enige mooie schilderstukken die later naar het Stedelijk Museum zijn over gebracht. Daaronder waren regentenstuk ken van Frans Hals ter plaatse geschil derd. Aan de gevel in de Tuchthuisstraat waren vroeger de wapens aangebracht van de regenten. Deze zijn tijdens de Franse be zetting verminkt. Uit de tekening die wij hierbij plaatsen is te zien dat dit deel der gevel heel mooi was. De blinde muur die zich daarbij aansloot, maakte een saaie indruk, maal ais het gebouw gespaard was geworden, zouden bij een interne verbouwing, die natuurlijk nodig geweest zou zijn om het opnieuw bruikbaar te maken, daarin pas sende ramen gemaakt kunnen zijn. Dat van zulke oude gebouwen voor een nieu we bestemming nog iets goeds te maken is, bewijst het tot Frans Halsmuseum ver bouwde Weeshuis aan het Groot Heilig land. Het Belgisch Olympisch Comité, dat aan vankelijk afwijzend stond ten opzichte van deelneming van Duitsers aan sportwedstrij den in België, heeft besloten dit standpunt te wijzigen. Dat betekent, dat de jaarlijkse competitie van de ijshockeyclub van West- Europese landen uitgebreid zal worden. In hoeverre Nederland aan deze competitie zal kunnen deelnemen, hangt af van de stichting van een sporthal nabij het Olym pisch Stadion in Amsterdam. Er waren plannen het gebouw in het najaar in ge bruik te nemen. De schoonheidscommissie te Amsterdam heeft echter bezwaar tegen de plaats van het gebouw. Gistermiddag werd officieel het nieu we physischc laboratorium van het Rotter dams Radio-therapeutisch Instituut geopend. Voor dit nieuwe laboratorium, dat in het ziekenhuis „Eudokia" is ondergebracht, werd f20.000 beschikbaar gesteld door het Ko ningin Wilhelminafonds uit de opbrengst van de „Haak-in"-actie. Met ingang van 16 Juni is benoemd tot burgemeester van Kampen dr. W. P. Berg huis. met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Smilde. Tot burgemeester van Delfzijl is be noemd de heer J. A. F. Roeien, thans hoofd van het. Sociografisch Bureau der gemeente Enschedé.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 11