Perzië houdt vast aan onbevoegdheid van Hof Blokkade van radio-Berlijn door de Britse troepen opgeheven J. Nieuwe nota van de heer Reyers aan de Eerste Kamer Weerbericht OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Doel is bereikt: de Russen laten enclaves met rust Kracht der idéé Scherp pleidooi van Belgische jurist Rolin in Vredespaleis Het woord is aan De zaak-Menten Doden en gewonden bij opstand op Koje Koningin van Jordanië houdt zich schuil Staalgeschil in V.S. weer in impasse Moskou krijgt antwoord Nederlandse troepen in actie Is Koning Talal afgezet? 66e JAARGANG No 281 Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem. Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd redactie, Redactie en Administratie. Bijkantoor jn Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230. Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295. Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom DINSDAG 10 JUNI 1952 Haarlems Dagblad 296e JAARGANG No 134 Uitgave van de Grafische Bedrijven Damïate. Verschijnt dagelijks beh.opZon-enFeestdagen. Abonnement per week 47 cent, per kwartaal 6.10, franco per post 6.60. Postgiro 273107. Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar. Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman „HET GROTE GEVAAR van deze periode is niet inflatie, of de nationale schuld, of de atoomoorlog. Het grote, kritieke gevaar is, dat wij het terrein van de toelaatbare discussie en toelaatbare gedachten zo zul len verkleinen, dat wij ten prooi vallen aan de politiek-leei-stellige opvattingen. Als wij dat doen, verliezen wij alle soepelheid. Wij zullen ook het vermogen verliezen om lei ding te geven. Wij zullen dan vastzitten aan een paar mogelijkheden, een paar richtlij nen. Die zullen onze politiek bepalen en tegelijkertijd ons vermogen, om die te ver anderen of te vervormen, beperken. Als wij eenmaal het terrein van denken en discussie verkleind hebben, zullen wij daarmee een groot deel van onze macht prijsgeven. Wij zullen worden als de man op een toboggan-slee, die er wel op kan voortglijden, maar hem niet kan besturen of doen stoppen." Deze waarschuwing in duidelijke taal is door de Amerikaan William O. Douglas tot zijn landgenoten gericht. Hij bekleedt een der hoogste functies in de Unie, want hij is raadsheer in het Hooggerechtshof der Ver enigde Staten. Hij heeft langdurige reizen door Azië en Afrika gemaakt en zich vooral ten aanzien van de Aziaten bezorgd ge maakt over de uitwerking der Amerikaan se politiek. Deelnemend aan een „forum", georganiseerd door het dagblad Philadel phia Bulletin, heeft hij in zijn rede boven staande wooi-den gesproken. De Groene heeft die rede volledig gepubliceerd; ik citeer hkr dat blad. Douglas zegt ronduit: „Momenteel wor den wij in Azië niet vereenzelvigd met ideeën van vrijheid, maar met kanonnen. En in ons eigèn land denken wij steeds minder aan het verslaan van het commu nisme door ideeën, steeds meer aan het verslaan van het communisme door wa pengeweld. Ondanks onze enorme uitgaven zien wij het Sovjet-imperialisme zich blij ven uitbreiden en zien wij dat die expansie plaatsvindt zonder dat de Sovjets een schot afvuren. De vrije wereld wordt steeds klei- jier, zonder dat er voor haar voortbestaan Itrijd geleverd is. Waar het ene land na het «ndere ten prooi valt aan de imperialisti- 0che ambities van de Sovjet-Unie wordt het wel duidelijk dat een militaire politiek alléén bijzonder zwak is, dat een uitslui tend militaire politiek zal uitlopen op een politiek bankroet. En daarmee stijgt de angst." Hij weidt dan uit over de gevolgen van de angst, ?oals die in Amerika aan den dag treedt. Hij zegt er niet veel over' dat wij in Europa in de laatste jaren niet ver nomen hebben, maar hij vat het wel bij zonder krachtig samen: „Achterdocht heeft de plaats ingenomen van goede wil. Eens konden wij ongestraft een wijd gebied van inlichtingen bespreken. Eens konden wij veilig een probleem naar alle kanten en tot aan de uiterste grenzen onderzoeken, de politieke leerstelligheid uitdagen zonder vrees en de hele toonladder van ideeën spelen bij ons streven naar een oplossing voor ver bi] stenende problemen. Eens had den wij vertrouwen in elkaar. Nu is er wantrouwen. Onschuldige daden worden blijken van trouweloosheid. Het toevallige feit, dat een denkbeeld op een bepaald moment evenwijdig loopt met de Sovjet- politiek, omhult iemand met een nevel van achterdocht. Iedereen die de militaire po litiek niet volgt is verdacht. Iedereen die zich oneens verklaart met de diplomatieke en politieke taktiek stelt zich bloot aan gevaar. Sommige van deze opposanten hebben inderdaad geheime bedoelingen. Daarom wordt met donderende stem ge decreteerd, dat alle opposanten die hebben. De vrees wordt aangewakkerd tot razernij. Goede en eerlijke mensen worden aan de schandpaal gebonden. Karakters worden besmeurd. De angst maakt amok. De angst bespringt zelfs rechters en advocaten. Zij, die beschuldigd worden van illegale com munistische activiteit en wier onschuld natuurlijk behoort te worden aangenomen zolang zij niet schuldig zijn bevonden hebben,de grootste moeite om een te goe der naam en faam bekend staand advocaat te krijgen om hen te verdedigen. Enige advocaten hebben er met mij over gespro ken. Velen zijn verontrust." Tot zover citeer ik uit deze rede, gehou den door een man in zo hoge positie van onpartijdig oordeel als een lid van het Hooggerechtshof. Zijn betoog verdient onze volle aandacht. Wij zijn in grote meerder heid de Amerikanen welgezind. Wij heb ben sympathie voor de kracht, de durf, de ondernemingsgeest die de jonge natie ken merken en zijn ons bewust van het tekort )an deze eigenschappen, dat de staatkunde van het oude Europa vertoont. Wij zijn anderzijds al jarenlang bezorgd door de Amerikaanse „heksenjacht" op lieden die vaak alleen op grond van kletspraatjes van communistische ondermijnende ac tiviteit verdacht worden en voor rechters gesleurd. En in de laatste tijd vooral heeft menigeen zich afgevraagd of althans het „verketteren" van mensen, die met de beste en eerlijkste bedoelingen afwijkende me ningen uiten, ook bij ons al niet begonnen is. Wij mogen wel oppassen. Want dat zou het begin van het einde van de vrije me ningsuiting betekenen. Dat zou, uit Rus sisch oogpunt bezien, kunnen gaan bedui den „Europa annexeert zichzelf". Wij bewonderen de Amerikanen in me nig opzicht en zijn dankbaar voor de steun die zij ons in materiële zin zoveel jaren verleend hebben en nog verlenen. Maar wij zouden een struisvogelpolitiek volgen als wij ons niet bij herhaling de bezorgde vraag stelden: hebben ze daar in Washing ton en New York wel clc rust, de ervaring, het waarlijke zelfbewustzijn om leiding aan de wereld te geven? Dat een man als Dou glas hen zo onomwonden waarschuwt geeft eigenlijk bemoediging. Zoiets kan dan toch nog steeds. En deze man denkt zo ruim, zozeer als een waarlijk staatsman, dat hij verklaart dat de kracht der idéé groter is dan dió van het zwaard en dat de democratie in de eerste plaats, ook in haar betrekkin gen met Aziatische en andere volken, haar vrijheidsgedachten en de ontwikkeling daarvan moet doen gelden. Wij moeten bescheiden zijn omtrent eigen prestaties. Waar blijft zelfs een gedeelte lijke Europese aaneensluiting? Waar blij ven de Verenigde Staten van Europa? Hoe veel durven wij aan? Maar daarnevens kan men de vraag stellen: waar blijft de inspi ratie der grote nieuwe gedachten, die het leidende Amerika het Westen zou kunnen schenken? En waarom toch want wij voelen haar geenszins in zulke mate daar die angst? H- p» door dr. E. van Raalte) Het leven is rijk aan tegenstellingen. Zo ook in de zaal van het internationale ge rechtshof, waar het Perzische oliegeschil wordt behandeld, 's Ochtends een zwaar geladen atmosfeer onder het publiek en rechters, die kennelijk voor het louter poli tieke betoog van Mossadeq geen belang stelling koesteren, 's Middags daarentegen allengs toeneming van lege plekken in de zaal, doordat menigeen onder het publiek niet gebrand is op het luisteren naar een vrijwel uitsluitend rechtsgeleerd pleidooi, terwijl nu de rechters het gesprokene met zichtbare levendige belangstelling volgen. En dan bovenal het contrast tussen de spreker in de ochtend- en die in de mid dagbijeenkomst. Mossadeq in zijn moei zaam Frans met zekere felheid allerlei politieke beschuldigingen naar het hoofd der Engelse regering slingerend, Professor Henri Rolin voor Perzië pleitend in het mooiste Frans dat denkbaar is, niet slechts wat het timbre van zijn stem betreft, doch tevens wat de stijl aangaat. Het juridische veldtochtsplan van Rolin komt er op neer aan te tonen, dat en waar om het Hof niet bevoegd is in de kwestie, die Engeland daar tegen Perzië aanhangig heeft gemaakt. Hiervoor zal hij een hele reeks argumenten ontwikkelen.' Maar voor dat hij daaraan toekwam, ontwikkelde hij allereerst de stelling, dat de verklaring, waarbij Perzië in 1930 onder het maken van allerlei voorbehouden, voor een zeer beperkt soort van rechtsgeschillen de ver plichte rechtspraak van het Hof heeft aan vaard slechts bekeken mag worden met gebruikmaking van „de engst denkbare in terpretatiemethode". Aan de woorden dier verklaring mag vooral geen ruime, doch louter een zeer enge uitleg worden gegeven. Dit onder meer en bovenal, omdat uit de aard van de bij die verklaring gemaakte reserves juist zonneklaar blijkt, dat het Perzië'? bedoeling is geweest om bedoelde aanvaarding van de verplichte rechtspraak binnen zo nauw mogelijke grenzen te houden. Rolin stipte vervolgens terloops aan, dat er eigenlijk helemaal geen geschil tussen Perzië en Engeland aanhangig is, tussen die twee staten dus, en dat het Hof alleen be voegd is recht te spreken in geschillen tus sen staten en niet tussen Perzië en een par ticulier, te weten de Anglo Iranian Olie maatschappij. Engeland heeft ten onrechte en met misbruiking van het zogenaamde diplomatieke beschermingsrecht de hand schoen voor die onderneming opgenomen. Geen geschil tussen staten: derhalve is het Hof onbevoegd, aldus Rolin. De verdere middag hield de pleiter zich bezig met aan voering van bewijsmateriaal, waaruit zou blijken, dat de door Engeland tenslotte bij het Hof ingediende eisen niet-ontvankelijk zijn, zodat het Hof die eisen reeds daarom niet verder zou kunnen behandelen. Twee van de drie eisen, aldus het betoog, zijn niet meer ter zake dienende, omdat zij als het ware nog gegrond zijn op de stelling, dat Perzië zich met zijn nationalisatiewet geving aan schending van volkenrechte lijke verplichtingen zou hebben schuldig gemaakt. Die stelling heeft Engeland ech ter reeds in 1951 overboord geworpen. Namelijk toen het, vóór de tenslotte als gevolg van de bemiddelingsarbeid van Har- riman (de speciale vertegenwoordiger in dit geval van President Truman) met Per zië gevoerde, helaas echter mislukte onder handelingen, het beginsel van de nationali satie van de olie erkende. Dat. deed het onvoorwaardelijk, gelijk Rolin aantoonde aan de hand van verschillende documen ten, waaronder een op 3 Augustus 1951 door de Britse zaakgelastigde te Teheran aan de regering van Perzië geschreven brief. Zelfde thema De derde, op een laat ogenblik tijdens de schriftelijke procedure te berde gebrachte eis komt thans helemaal niet meer voor een beslissing door het Hof in aanmerking, want Engeland was daarmee pas voor de dag gekomen, nadat Perzië zijn oude ver klaring tot aanvaarding van de verplichte rechtspraak van de rechters in het Vredes paleis had opgezegd. Dus ook hier weer het thema van de onbevoegdheid van het Hof. De mislukking der in de zomer van 1951 gevoerde onderhandelingen was volgens Rolin toe te schrijven aan de poging van de Britten om toch weer de oude concessie in een andere vorm te doen herleven. Het ging hun bij die gelegenheid niet zozeer om te trachten overeenstemming te berei ken over de hoogte ener aan hen door Per zië te betalen schadeloosstelling en over de daarvoor aan te wenden berekeningsmetho den, als wel om de wijze van nationale exploitatie van de genationaliseerde olie, zo zei Rolin. Het gezond verstand zal het toch weer tot nieuwe onderhandelingen moeten doen komen. Daartoe is Perzië ook bereid. Maarop voorwaarde, dat er geen sprake meer zal zijn van eisen, als nu in dit proces .gesteld, eisen gebaseerd op de onrechtmatigheid van de buitenbezit-stel- ling van de Anglo-Iranian door de Perzi sche wetten van 20 Maart en 1 Mei 1951. Die wetten houden het beginsel van de nationalisatie en de ten uitvoerlegging daarvan in. Welaan, zo riep tenslotte Rolin met stemverheffing uit, terwijl hij in het vuur van de strijd met de vuist op de les senaar sloeg, hoe kan Engeland bij inacht neming van de goede trouw, thans nog komen met eisen, gegrond op ecu stelling, die het zelf in 1951 onvoorwaardelijk heeft laten vallen? De Britse erkenning van het beginsel der nationalisatie aldus eindig de Rolin gistermiddag èn die nationali satie zelf zijn onherroepelijk. Vreedzaam incident Voordat het Hof tot hedenmorgen half elf uiteenging (en Rolin zal vandaag vrij wel zeker nog de hele dag nodig hebben) beleefden wij nog even een kort, overigens heel vreedzaam incidentje. Rolin had in zijn pleidooi voorlezing gedaan uit de No tulen van de ministerraad van Perzië, zulks om te belichten hoe de zogenaamde formule-Harriman, die juist in verband met de zoëven vermelde Britse erkenning er. met de vervolgens gevoerde onderhan delingen een plaats van betekenis heeft in genomen, ontstaan was. Sir Eric Becket, optredend voor Engeland, wees er op, dat deze door Rolin ten tonele gevoerde docu menten geen deel hadden uitgemaakt van de processtukken. Dit was in strijd met de procedureregels van het Hof; eerst hadden beide partijen het daarover eens moeten worden. Hoffelijkheidshalve had Rolin, een half uur voor de aanvang van zijn pleidooi, Sir Eric afschrift der beide documenten in kwestie ter hand gesteld. Sir Eric korirtoen niet terstond nagaan, of er bezwaar be stond om die stukken nu nog in het geding te brengen. Thans wilde hij wel verklaren, daartegen geen bezwaar te maken. Doch hij verzocht meteen aan de President om kenbaar te willen maken, dat de proce dureregels in kwestie verder nauwkeurig in acht genomen dienen te worden. Waarop Emerson: Wat wij in het leven het meest nodig hebben is iemand die er ons toe brengt, te doen waartoe wij in staat zijn. Dr. Mohammed Mossadeq in gesprek met de verdediger van de Perzische zaak, de Belgische professor Henri Rolin, tijdens de eerste zitting van het Internationale Gerechtshof over de oliekwestie. de President zich dienovereenkomstig uitte, er aan toevoegend, dat mocht er verder nog op dusdanige onregelmatige wijze met enig document te werk worden gegaan, het Hof dan van zulk een stuk geen kennis zal nemen. Explosies. In de Arabische wijk van Sfax is gisteren een transformator in de lucht gevlogendoor het ontploffen van een granaat. Een gedeelte van de Arabische en Europese wijk is thans van stroom verstoken. De schade wordt geschat op een millioen francs. In Tunis is in de Arabische wijk een kleine bom uit een auto geworpen. Twee Arabieren wer den gewond. Een tweede bom richtte verwoestingen aan in een gebouw van de Arabische wijk. BERLIJN. (Reuter). De Britse blokkade van het gebouw van radio-Berlijn wordt heden opgeheven omdat zq haar doel heeft bereikt, zo is officieel meegedeeld. Radio-Berlijn staat onder toezicht van de Russen, maar is gehuisvest in de Britse sector van Berlijn. De blokkade heeft een week geduurd. Wij wilden bereiken, aldus een Britse functionaris, dat de Russen de tot West-Berlijn behorende enclaves met rust lieten. „Als wij de blokkade volhiel den, zouden we de mensen in het gebouw misschien tot helden of martelaren ma ken", zei hij. Het besluit om de versperring te ver wijderen is genomen op een vergadering, van de drie Westelijke stadscommandan- ten en onmiddellijk meegedeeld aan de vertegenwoordiger van de Russische com missie van toezicht te Berlijn, Sergei Dengin. Van 12- Juni af zullen Duitsers die het gebouw willen betreden, echter een pas moeten tonen, die door de West-Berlijnse autoriteiten zal worden verstrekt. De Britse commandant te Berlijn, gene raal Coleman, heeft Dengin schriftelijk meegedeeld kennis te hebben genomen van het feit, dat de Russen de bewoners van de enclave Eiskeller geen moeilijkheden meer in de weg leggen. Voorts zegt hij uit een artikel in het Oost-Duitse blad „Tagliche Rundschau" op te maken, dat de Russische autoriteiten niet langer van plan zijn het vrije verkeer-tussen de ver schillende enclaves en de Westelijke sec toren te belemmeren. Volgens Britse woordvoerders willen de Britse autoriteiten voorkomen, dat de Russische soldaten die in het gebouw van radio-Berlijn verblijven, aan de lachlust van de West-Berlijners worden blootge steld als zij door de honger uit het gebouw zouden worden gedreven. Britse troepen en de militaire politie zouden heden verdwijnen. Het controleren der passen wordt aan de Duitse politie overgelaten. In de afgelopen nacht begonnen Britse manschappen de prikkeldraad- en wegver sperringen op te ruimen. Nieuw obstakel Oost-Duitsland heeft gisteren zonder nadere toelichting langlopende contracten met West-Berlijnse firma's betreffende de levering van steenkool en andere grond stoffen opgezegd. De betrokken West- Berlijnse handelshuizen moeten voortaan dagelijks en.voor elke wagon aangevoerde grondstoffen, in plaats van over veel lan gere perioden en voor honderden tonnen tegelijk, betalen. De directeur van het West-Berlijnse ge meentelijke vervoersstelsel, Neubecker, verklaarde: „Dit is een ramp voor ons. Wij zullen twee maal zoveel moeten betalen voor het vervoer van deze grondstoffen uit Oost-Duitsland naar West-Berlijn". De West-Berlijnse gas-, electriciteits- en vervoersbedrijven zullen door de maatre gel worden getroffen. Geallieerde beambten zijn van mening, dat dit een nieuwe Oost-Duitse stap is om een blokkade van West-Berlijn moge lijk te maken. Zij wijzen er op dat een stelsel van dagelijkse verrekening, ook al is dit omslachtig en kostbaar voor zowel Oost- als West-Duitsland, het de Oost- Duitsers mogelijk zal maken om, indien zij dit wensen, een blokkade van West- Berlijn te beginnen. De Russische autoriteiten in Oost- Duitsland hebben bij de Britse militaire overheid te Berlijn geprotesteerd tegen het „met geweld ontvoeren" van twee Oost-Duitse politiemannen door de West- Duitse politie. Ook na de opheffing van de blokkade van radio-Berlijn wenste niemand het ge bouw te verlaten. Enkele personen hebben echter gesprekken gevoerd met familie leden, aldus meldde Reuter heden. Het Eerste Kamerlid de heer J. Reyers heeft opnieuw een uitvoerige nota aan de Eerste Kamer gezonden over de zaak- Menten. De heer Reyers zegt in de nota, dat er geen overheid is, die in zaken als de zaak- Menten recht doet, maar een overheid, waarvan het recht stap voor stap moet worden afgedwongen. Voorts weerspreekt hij, dat er ernstige pogingen om tot een schikking met de heer Menten te komen ondernomen zijn. De heer Reyers noemt zijn nota een ver traagde repliek op de rede, waarmede de minister van Justitie destijds zijn betoog in de Eerste Kamer heeft beantwoord. Hij is van mening, dat de minister niet steunt op de stukken welke hij zelf bezit, maar op mededelingen van bevooroordeelde ambtenaren, waarin hij aldus de nota ten onrechte vertrouwen stelde. In dit bericht wordt door de heer Reyers een aan tal namen genoemd. De heer Reyers vraagt, waarom het onderzoek naar dé diefstal van vier schil derijen, door hem van grote waarde ge noemd, niet gevolgd wordt door een maat regel van de justitie. Hij vraagt, waarom het plegen van vrijheidsberoving nooit is vervolgd, waarom niets is gedaan tegen het vorderen van huis en inventaris en het openbreken van bergplaatsen van bezittin gen van de heer Menten door de Bloemen- daalse B.S. Voorts klaagt hij over het ver valsen van processenverbaal, zonder dat deze daden door straf zijn gevolgd. In de Verenigde Staten is de campagne voor de presidents-verkiezingen in volle gang. Veel belangstelling hadden deze pleitbezorgsters voor Eisenhower op Fifth Avenue in New York. Op hun japonnen zijn de bekende slagzin like Ikeen de populaire symbolen van de Democratische en Republikeinse partijen, respectievelijk een ezel en een olifant, afgebeeld. De nota vraagt waarom de dossiei-s van het onderzoek door mr. Hassoldt, rechter commissaris, en jhr. mr. Reygersman, offi cier van justitie, geheim gehouden worden. In' de nota wordt een uitvoerige brief van de heer Reyers aan de .staatssecretaris van Oorlog geciteerd. Daarin wordt betoogd dat in zake de afwikkeling van de schade rekening van de heer Menten niet het departement van Justitie, doch het depar tement van Oorlog competent is, omdat de schade zou zijn toegebracht door de B.S. Voorts klaagt de nota over het in de zaak- Menten uitschakelen van twee Koninklijke Besluiten, die daarop volkomen van toe passing zijn en waardoor de heer Menten schade lijdt (de K.B.'s D. 60 en F 292). De heer Reyers verwijst naar de minis teriële beschikking, die voorschreef dat zij, die vorderingen op de staat hebben, niet te lang op betaling moeten behoeven te wach ten. De staat aldus de heer Reyers dient niet alleen zijn schulden te betalen, maar deze ook snel te betalen, op dat geen verkeerd voorbeeld aan de bur ger wordt gegeven. De heer Menten. zo zegt hij, wacht nu reeds zeven jaren op zijn geld. Voorts klaagt de heer Reyers zeer over het Nederlands Beheersinstituut en over de hypotheekbank, die de administratie over de huizen van de heer Menten heeft ge voerd- De heer Reyers concludeert in zijn nota tot het bestaan van rechtsongelijkheid in ons land. WASHINGTON, (Reuter) Volgens een woordvoerder van het Witte Huis zijn de besprekingen van vertegenwoordigers der Amerikaanse staalindustrie en der vak verenigingen over het geschil volledig vast gelopen. De voorzitter van de bond van arbeiders in de staalindustrie, Murray, verklaarde, dat de staking zou worden voortgezet. Vol gens Stephens, de voornaamste onderhan delaar van de zijde der industrie, is de eis der vakverenigingen, alleen vakbondsleden aan te stellen, hét belangrijkste geschil punt, doch volgens Murray is ook een aan tal loonkwesties niet opgelost. Er zijn maatregelen getroffen, dat de vakbond tijdens de staking bepaalde af delingen zal toestaan het werk te hervat ten, zodat de belangrijkste productie voor defensiedoeleinden kan voortgaan. LONDEN, (Reuter) Gisteren zijn Franse, Amerikaanse en Britse functiona rissen in Parijs besprekingen begonnen over een Westelijk antwoord op de jongste Sovjet-nota over Duitsland, aldus heeft een woordvoerder van het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken meegedeeld. Er zijn in Washington reeds voorberei dende besprekingen gevoerd door de Fran se en Britse ambassade met het Ameri kaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Er is van Franse en Amerikaanse zijde een gemeenschappelijk voorstel ingediend. De Engelse afgevaardigde had een eigen voorstel. (Reuter) Maandag is het in het krijgs gevangenenkamp op het eiland Koje tot nieuwe ongeregeldheden gekomen, toen zesduizend gevangenen een bevel, zich in groepen van 150 uit de afdeling 76 te he geven, niet opvolgden. Een Amerikaanse soldaat kwam om het leven, dertien sol daten werden gewond. Van de gevangenen kwamen 32 om het leven en.werden 85 ge wond. Amerikaanse en Nederlandse manschap pen maakten gebruik van traangas en handgranaten en rukten op, door tanks ge steund, de bajonet op het geweer, om de gevangenen in kleiner eenheden te ver delen, nadat de leider van afdeling 76 geen gehoor had gegeven aan het ultimatum, de gevangenen rustig naar nieuwe kwartie ren te brengen. Om 8 uur plaatselijke tijd meldden de officieren, dat ongeveer vierduizend ge vangenen waren overgebracht. De ge vangenen staken hun eigen voorraden ben zine en petroleum in brand. De gebouwen vlogen met geweldige ontploffingen de lucht in. Kolonel Lee Hak Koe, een lid van het gevangenencomité, die voor de operatie het bevel van generaal Boatner had gekre gen de gevangenen rustig uiteen te laten gaan, gaf zich tegen het eind van het ge vecht over. De militairen vonden een twaalf meter lange tunnel, met triplex afgezet, die naar een aangrenzende afdeling voerde, bene vens een volledig telefoonschakelbord en een radio-ontvangtoestel. Op een bijeenkomst van verbindings officieren te Panmoendjon hebben de Noordelijke afgevaardigden geprotesteerd tegen de afwezigheid van de UNO-delega- tie bij de besprekingen van de voltallige commissies. Hierdoor zijn de besprekingen eenzijdig afgebroken, aldus de Noordelij ken. Zoals gemeld heeft generaal Harrison, het hoofd van de UNO-delegatie, ver klaard slechts dan bereid te zijn vóór 11 Juni besprekingen te voeren, als de tegen partij nieuwe voorstellen kan doen. GENèVE, (Reuter) Koningin Zain van Jordanië, die, als gemeld, op Vrijdag avond was vertrokken uit haar hotel te Lausanne, hetgeen aan het licht kwam toen haar gemaal, Koning Talal, Zaterdagoch tend in het hötel arriveerde, houdt zich „ergens in de omgeving van het meer van Genève schuil. Zij bevindt zich in gezelschap van haar zoon, kroonprins Hoessein. Naar verluidt is een broeder van de Koningin, Prins Nassein Maandag te Lausanne aan gekomen: hij zou zich bij zijn zuster heb ben gevoegd. Bevestigd is ook, dat Ko ningin Zain de bescherming van de Zwit serse politie voor haarzelf en haar kinde ren heeft ingeroepen. In afwachting van nadere berichten over de toestand in Jordanië weigert de Zwit serse politie mede te delen waar de Ko ningin verblijf houdt. Volgens Maandag uit Jordanië ontvangen berichten zou Ko ning Talal zijn afgezet. Volgens te Genève lopende geruchten zou Koning Talal er in hebben toegestemd weer te worden opge nomen in de inrichting voor geesteszieken in de omgeving van Genève, waar hij in het afgelopen jaar verscheidene maanden heeft doorgebracht. Vroeger is al verscheidene malen melding gemaakt van gewelddaden die door de vorst in vlagen van verstandsverbijstering zouden zijn gepleegd. A.F.P. vernam hedenochtend dat Prins Hoessein van Jordanië uit Zwitserland naar Londen teruggekeerd is. De Koningin zou zich onder een schuil naam verborgen houden. Naar verluidt heeft zij gisteren de consul-generaal van Engeland in Genève ontvangen. Prins Naif, broer van Koning Talal en medestander van de Koningin aldus A.F.P., zou zich op weg naar Zwitserland bevinden. Koning Talal bevindt zich nog steeds in een hotel te Lausanne. Gisteren weigerde hij een Jordaanse afgezant, wiens iden titeit niet nader bekend gemaakt is, te ontvangen. X*DOOCXX)OCCOOCOOCXXXXXXXXX*,'>'>r«XXXXVyY-r«'rx*yYr**vvv KANS OP REGEN Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.Ï. in De Bilt, geldig van Dins dagavond tot Woensdagavond, opge maakt om 10 uur: Overwegend zwaar bewolkt met voor namelijk in de Noordelijke helft van het land kans op enige regen of mot regen. Matige en in het Noorden van het land tot krachtig toenemende Wes telijke wind. Iets lagere middagtempe- raturen. 11 Juni Zon op 4.20 uur, onder 2n 59 uur Maan op 24.00 uur o--1 uur. Hoog en laag iv- »men Dinsdag ;it Hoog water: 4.53 en 17.25 uur Laag water: 0.35 en 12.59 uur. Woensdag 11 Juni Hoog water: 5.44 en 18.14 uur. Laag water: 1.24 en 13.47 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 1