Perzië houdt vast aan
onbevoegdheid van Hof
Blokkade van radio-Berlijn door de
Britse troepen opgeheven
J.
Nieuwe nota van de heer
Reyers aan de Eerste Kamer
Weerbericht
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Doel is bereikt: de Russen
laten enclaves met rust
Kracht der idéé
Scherp pleidooi van Belgische
jurist Rolin in Vredespaleis
Het woord is aan
De zaak-Menten
Doden en gewonden
bij opstand op Koje
Koningin van Jordanië
houdt zich schuil
Staalgeschil in V.S.
weer in impasse
Moskou krijgt antwoord
Nederlandse troepen in actie
Is Koning Talal afgezet?
66e JAARGANG No 281
Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem.
Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd
redactie, Redactie en Administratie. Bijkantoor
jn Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230.
Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295.
Directeur Hoofdredacteur: Robert Peereboom
DINSDAG 10 JUNI 1952
Haarlems Dagblad
296e JAARGANG No 134
Uitgave van de Grafische Bedrijven Damïate.
Verschijnt dagelijks beh.opZon-enFeestdagen.
Abonnement per week 47 cent, per kwartaal
6.10, franco per post 6.60. Postgiro 273107.
Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar.
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
„HET GROTE GEVAAR van deze periode
is niet inflatie, of de nationale schuld, of
de atoomoorlog. Het grote, kritieke gevaar
is, dat wij het terrein van de toelaatbare
discussie en toelaatbare gedachten zo zul
len verkleinen, dat wij ten prooi vallen aan
de politiek-leei-stellige opvattingen. Als wij
dat doen, verliezen wij alle soepelheid. Wij
zullen ook het vermogen verliezen om lei
ding te geven. Wij zullen dan vastzitten aan
een paar mogelijkheden, een paar richtlij
nen. Die zullen onze politiek bepalen en
tegelijkertijd ons vermogen, om die te ver
anderen of te vervormen, beperken. Als
wij eenmaal het terrein van denken en
discussie verkleind hebben, zullen wij
daarmee een groot deel van onze macht
prijsgeven. Wij zullen worden als de man
op een toboggan-slee, die er wel op kan
voortglijden, maar hem niet kan besturen
of doen stoppen."
Deze waarschuwing in duidelijke taal is
door de Amerikaan William O. Douglas tot
zijn landgenoten gericht. Hij bekleedt een
der hoogste functies in de Unie, want hij is
raadsheer in het Hooggerechtshof der Ver
enigde Staten. Hij heeft langdurige reizen
door Azië en Afrika gemaakt en zich vooral
ten aanzien van de Aziaten bezorgd ge
maakt over de uitwerking der Amerikaan
se politiek. Deelnemend aan een „forum",
georganiseerd door het dagblad Philadel
phia Bulletin, heeft hij in zijn rede boven
staande wooi-den gesproken. De Groene
heeft die rede volledig gepubliceerd; ik
citeer hkr dat blad.
Douglas zegt ronduit: „Momenteel wor
den wij in Azië niet vereenzelvigd met
ideeën van vrijheid, maar met kanonnen.
En in ons eigèn land denken wij steeds
minder aan het verslaan van het commu
nisme door ideeën, steeds meer aan het
verslaan van het communisme door wa
pengeweld. Ondanks onze enorme uitgaven
zien wij het Sovjet-imperialisme zich blij
ven uitbreiden en zien wij dat die expansie
plaatsvindt zonder dat de Sovjets een schot
afvuren. De vrije wereld wordt steeds klei-
jier, zonder dat er voor haar voortbestaan
Itrijd geleverd is. Waar het ene land na het
«ndere ten prooi valt aan de imperialisti-
0che ambities van de Sovjet-Unie wordt
het wel duidelijk dat een militaire politiek
alléén bijzonder zwak is, dat een uitslui
tend militaire politiek zal uitlopen op een
politiek bankroet. En daarmee stijgt de
angst."
Hij weidt dan uit over de gevolgen van
de angst, ?oals die in Amerika aan den
dag treedt. Hij zegt er niet veel over' dat
wij in Europa in de laatste jaren niet ver
nomen hebben, maar hij vat het wel bij
zonder krachtig samen: „Achterdocht heeft
de plaats ingenomen van goede wil. Eens
konden wij ongestraft een wijd gebied van
inlichtingen bespreken. Eens konden wij
veilig een probleem naar alle kanten en
tot aan de uiterste grenzen onderzoeken,
de politieke leerstelligheid uitdagen zonder
vrees en de hele toonladder van ideeën
spelen bij ons streven naar een oplossing
voor ver bi] stenende problemen. Eens had
den wij vertrouwen in elkaar. Nu is er
wantrouwen. Onschuldige daden worden
blijken van trouweloosheid. Het toevallige
feit, dat een denkbeeld op een bepaald
moment evenwijdig loopt met de Sovjet-
politiek, omhult iemand met een nevel van
achterdocht. Iedereen die de militaire po
litiek niet volgt is verdacht. Iedereen die
zich oneens verklaart met de diplomatieke
en politieke taktiek stelt zich bloot aan
gevaar. Sommige van deze opposanten
hebben inderdaad geheime bedoelingen.
Daarom wordt met donderende stem ge
decreteerd, dat alle opposanten die hebben.
De vrees wordt aangewakkerd tot razernij.
Goede en eerlijke mensen worden aan de
schandpaal gebonden. Karakters worden
besmeurd. De angst maakt amok. De angst
bespringt zelfs rechters en advocaten. Zij,
die beschuldigd worden van illegale com
munistische activiteit en wier onschuld
natuurlijk behoort te worden aangenomen
zolang zij niet schuldig zijn bevonden
hebben,de grootste moeite om een te goe
der naam en faam bekend staand advocaat
te krijgen om hen te verdedigen. Enige
advocaten hebben er met mij over gespro
ken. Velen zijn verontrust."
Tot zover citeer ik uit deze rede, gehou
den door een man in zo hoge positie van
onpartijdig oordeel als een lid van het
Hooggerechtshof. Zijn betoog verdient onze
volle aandacht. Wij zijn in grote meerder
heid de Amerikanen welgezind. Wij heb
ben sympathie voor de kracht, de durf, de
ondernemingsgeest die de jonge natie ken
merken en zijn ons bewust van het tekort
)an deze eigenschappen, dat de staatkunde
van het oude Europa vertoont. Wij zijn
anderzijds al jarenlang bezorgd door de
Amerikaanse „heksenjacht" op lieden die
vaak alleen op grond van kletspraatjes
van communistische ondermijnende ac
tiviteit verdacht worden en voor rechters
gesleurd. En in de laatste tijd vooral heeft
menigeen zich afgevraagd of althans het
„verketteren" van mensen, die met de beste
en eerlijkste bedoelingen afwijkende me
ningen uiten, ook bij ons al niet begonnen
is. Wij mogen wel oppassen. Want dat zou
het begin van het einde van de vrije me
ningsuiting betekenen. Dat zou, uit Rus
sisch oogpunt bezien, kunnen gaan bedui
den „Europa annexeert zichzelf".
Wij bewonderen de Amerikanen in me
nig opzicht en zijn dankbaar voor de steun
die zij ons in materiële zin zoveel jaren
verleend hebben en nog verlenen. Maar
wij zouden een struisvogelpolitiek volgen
als wij ons niet bij herhaling de bezorgde
vraag stelden: hebben ze daar in Washing
ton en New York wel clc rust, de ervaring,
het waarlijke zelfbewustzijn om leiding aan
de wereld te geven? Dat een man als Dou
glas hen zo onomwonden waarschuwt geeft
eigenlijk bemoediging. Zoiets kan dan toch
nog steeds. En deze man denkt zo ruim,
zozeer als een waarlijk staatsman, dat hij
verklaart dat de kracht der idéé groter is
dan dió van het zwaard en dat de democratie
in de eerste plaats, ook in haar betrekkin
gen met Aziatische en andere volken, haar
vrijheidsgedachten en de ontwikkeling
daarvan moet doen gelden.
Wij moeten bescheiden zijn omtrent eigen
prestaties. Waar blijft zelfs een gedeelte
lijke Europese aaneensluiting? Waar blij
ven de Verenigde Staten van Europa? Hoe
veel durven wij aan? Maar daarnevens kan
men de vraag stellen: waar blijft de inspi
ratie der grote nieuwe gedachten, die het
leidende Amerika het Westen zou kunnen
schenken? En waarom toch want wij
voelen haar geenszins in zulke mate
daar die angst? H- p»
door dr. E. van Raalte)
Het leven is rijk aan tegenstellingen. Zo
ook in de zaal van het internationale ge
rechtshof, waar het Perzische oliegeschil
wordt behandeld, 's Ochtends een zwaar
geladen atmosfeer onder het publiek en
rechters, die kennelijk voor het louter poli
tieke betoog van Mossadeq geen belang
stelling koesteren, 's Middags daarentegen
allengs toeneming van lege plekken in de
zaal, doordat menigeen onder het publiek
niet gebrand is op het luisteren naar een
vrijwel uitsluitend rechtsgeleerd pleidooi,
terwijl nu de rechters het gesprokene met
zichtbare levendige belangstelling volgen.
En dan bovenal het contrast tussen de
spreker in de ochtend- en die in de mid
dagbijeenkomst. Mossadeq in zijn moei
zaam Frans met zekere felheid allerlei
politieke beschuldigingen naar het hoofd
der Engelse regering slingerend, Professor
Henri Rolin voor Perzië pleitend in het
mooiste Frans dat denkbaar is, niet slechts
wat het timbre van zijn stem betreft, doch
tevens wat de stijl aangaat.
Het juridische veldtochtsplan van Rolin
komt er op neer aan te tonen, dat en waar
om het Hof niet bevoegd is in de kwestie,
die Engeland daar tegen Perzië aanhangig
heeft gemaakt. Hiervoor zal hij een hele
reeks argumenten ontwikkelen.' Maar voor
dat hij daaraan toekwam, ontwikkelde hij
allereerst de stelling, dat de verklaring,
waarbij Perzië in 1930 onder het maken
van allerlei voorbehouden, voor een zeer
beperkt soort van rechtsgeschillen de ver
plichte rechtspraak van het Hof heeft aan
vaard slechts bekeken mag worden met
gebruikmaking van „de engst denkbare in
terpretatiemethode". Aan de woorden dier
verklaring mag vooral geen ruime, doch
louter een zeer enge uitleg worden gegeven.
Dit onder meer en bovenal, omdat uit de
aard van de bij die verklaring gemaakte
reserves juist zonneklaar blijkt, dat het
Perzië'? bedoeling is geweest om bedoelde
aanvaarding van de verplichte rechtspraak
binnen zo nauw mogelijke grenzen te
houden.
Rolin stipte vervolgens terloops aan, dat
er eigenlijk helemaal geen geschil tussen
Perzië en Engeland aanhangig is, tussen die
twee staten dus, en dat het Hof alleen be
voegd is recht te spreken in geschillen tus
sen staten en niet tussen Perzië en een par
ticulier, te weten de Anglo Iranian Olie
maatschappij. Engeland heeft ten onrechte
en met misbruiking van het zogenaamde
diplomatieke beschermingsrecht de hand
schoen voor die onderneming opgenomen.
Geen geschil tussen staten: derhalve is het
Hof onbevoegd, aldus Rolin. De verdere
middag hield de pleiter zich bezig met aan
voering van bewijsmateriaal, waaruit zou
blijken, dat de door Engeland tenslotte bij
het Hof ingediende eisen niet-ontvankelijk
zijn, zodat het Hof die eisen reeds daarom
niet verder zou kunnen behandelen. Twee
van de drie eisen, aldus het betoog, zijn
niet meer ter zake dienende, omdat zij als
het ware nog gegrond zijn op de stelling,
dat Perzië zich met zijn nationalisatiewet
geving aan schending van volkenrechte
lijke verplichtingen zou hebben schuldig
gemaakt. Die stelling heeft Engeland ech
ter reeds in 1951 overboord geworpen.
Namelijk toen het, vóór de tenslotte als
gevolg van de bemiddelingsarbeid van Har-
riman (de speciale vertegenwoordiger in
dit geval van President Truman) met Per
zië gevoerde, helaas echter mislukte onder
handelingen, het beginsel van de nationali
satie van de olie erkende. Dat. deed het
onvoorwaardelijk, gelijk Rolin aantoonde
aan de hand van verschillende documen
ten, waaronder een op 3 Augustus 1951
door de Britse zaakgelastigde te Teheran
aan de regering van Perzië geschreven
brief.
Zelfde thema
De derde, op een laat ogenblik tijdens de
schriftelijke procedure te berde gebrachte
eis komt thans helemaal niet meer voor
een beslissing door het Hof in aanmerking,
want Engeland was daarmee pas voor de
dag gekomen, nadat Perzië zijn oude ver
klaring tot aanvaarding van de verplichte
rechtspraak van de rechters in het Vredes
paleis had opgezegd. Dus ook hier weer het
thema van de onbevoegdheid van het Hof.
De mislukking der in de zomer van 1951
gevoerde onderhandelingen was volgens
Rolin toe te schrijven aan de poging van
de Britten om toch weer de oude concessie
in een andere vorm te doen herleven. Het
ging hun bij die gelegenheid niet zozeer
om te trachten overeenstemming te berei
ken over de hoogte ener aan hen door Per
zië te betalen schadeloosstelling en over de
daarvoor aan te wenden berekeningsmetho
den, als wel om de wijze van nationale
exploitatie van de genationaliseerde olie,
zo zei Rolin.
Het gezond verstand zal het toch weer
tot nieuwe onderhandelingen moeten doen
komen. Daartoe is Perzië ook bereid.
Maarop voorwaarde, dat er geen
sprake meer zal zijn van eisen, als nu in
dit proces .gesteld, eisen gebaseerd op de
onrechtmatigheid van de buitenbezit-stel-
ling van de Anglo-Iranian door de Perzi
sche wetten van 20 Maart en 1 Mei 1951.
Die wetten houden het beginsel van de
nationalisatie en de ten uitvoerlegging
daarvan in. Welaan, zo riep tenslotte Rolin
met stemverheffing uit, terwijl hij in het
vuur van de strijd met de vuist op de les
senaar sloeg, hoe kan Engeland bij inacht
neming van de goede trouw, thans nog
komen met eisen, gegrond op ecu stelling,
die het zelf in 1951 onvoorwaardelijk heeft
laten vallen? De Britse erkenning van het
beginsel der nationalisatie aldus eindig
de Rolin gistermiddag èn die nationali
satie zelf zijn onherroepelijk.
Vreedzaam incident
Voordat het Hof tot hedenmorgen half
elf uiteenging (en Rolin zal vandaag vrij
wel zeker nog de hele dag nodig hebben)
beleefden wij nog even een kort, overigens
heel vreedzaam incidentje. Rolin had in
zijn pleidooi voorlezing gedaan uit de No
tulen van de ministerraad van Perzië,
zulks om te belichten hoe de zogenaamde
formule-Harriman, die juist in verband
met de zoëven vermelde Britse erkenning
er. met de vervolgens gevoerde onderhan
delingen een plaats van betekenis heeft in
genomen, ontstaan was. Sir Eric Becket,
optredend voor Engeland, wees er op, dat
deze door Rolin ten tonele gevoerde docu
menten geen deel hadden uitgemaakt van
de processtukken. Dit was in strijd met de
procedureregels van het Hof; eerst hadden
beide partijen het daarover eens moeten
worden. Hoffelijkheidshalve had Rolin, een
half uur voor de aanvang van zijn pleidooi,
Sir Eric afschrift der beide documenten in
kwestie ter hand gesteld. Sir Eric korirtoen
niet terstond nagaan, of er bezwaar be
stond om die stukken nu nog in het geding
te brengen. Thans wilde hij wel verklaren,
daartegen geen bezwaar te maken. Doch
hij verzocht meteen aan de President om
kenbaar te willen maken, dat de proce
dureregels in kwestie verder nauwkeurig
in acht genomen dienen te worden. Waarop
Emerson:
Wat wij in het leven het meest
nodig hebben is iemand die er
ons toe brengt, te doen waartoe
wij in staat zijn.
Dr. Mohammed Mossadeq in gesprek met
de verdediger van de Perzische zaak, de
Belgische professor Henri Rolin, tijdens
de eerste zitting van het Internationale
Gerechtshof over de oliekwestie.
de President zich dienovereenkomstig uitte,
er aan toevoegend, dat mocht er verder
nog op dusdanige onregelmatige wijze met
enig document te werk worden gegaan, het
Hof dan van zulk een stuk geen kennis zal
nemen.
Explosies. In de Arabische wijk van Sfax
is gisteren een transformator in de lucht
gevlogendoor het ontploffen van een
granaat. Een gedeelte van de Arabische
en Europese wijk is thans van stroom
verstoken. De schade wordt geschat op
een millioen francs. In Tunis is in de
Arabische wijk een kleine bom uit een
auto geworpen. Twee Arabieren wer
den gewond. Een tweede bom richtte
verwoestingen aan in een gebouw van
de Arabische wijk.
BERLIJN. (Reuter). De Britse blokkade
van het gebouw van radio-Berlijn wordt
heden opgeheven omdat zq haar doel
heeft bereikt, zo is officieel meegedeeld.
Radio-Berlijn staat onder toezicht van de
Russen, maar is gehuisvest in de Britse
sector van Berlijn. De blokkade heeft een
week geduurd. Wij wilden bereiken, aldus
een Britse functionaris, dat de Russen de
tot West-Berlijn behorende enclaves met
rust lieten. „Als wij de blokkade volhiel
den, zouden we de mensen in het gebouw
misschien tot helden of martelaren ma
ken", zei hij.
Het besluit om de versperring te ver
wijderen is genomen op een vergadering,
van de drie Westelijke stadscommandan-
ten en onmiddellijk meegedeeld aan de
vertegenwoordiger van de Russische com
missie van toezicht te Berlijn, Sergei
Dengin.
Van 12- Juni af zullen Duitsers die het
gebouw willen betreden, echter een pas
moeten tonen, die door de West-Berlijnse
autoriteiten zal worden verstrekt.
De Britse commandant te Berlijn, gene
raal Coleman, heeft Dengin schriftelijk
meegedeeld kennis te hebben genomen van
het feit, dat de Russen de bewoners van
de enclave Eiskeller geen moeilijkheden
meer in de weg leggen. Voorts zegt hij uit
een artikel in het Oost-Duitse blad
„Tagliche Rundschau" op te maken, dat
de Russische autoriteiten niet langer van
plan zijn het vrije verkeer-tussen de ver
schillende enclaves en de Westelijke sec
toren te belemmeren.
Volgens Britse woordvoerders willen de
Britse autoriteiten voorkomen, dat de
Russische soldaten die in het gebouw van
radio-Berlijn verblijven, aan de lachlust
van de West-Berlijners worden blootge
steld als zij door de honger uit het gebouw
zouden worden gedreven.
Britse troepen en de militaire politie
zouden heden verdwijnen. Het controleren
der passen wordt aan de Duitse politie
overgelaten.
In de afgelopen nacht begonnen Britse
manschappen de prikkeldraad- en wegver
sperringen op te ruimen.
Nieuw obstakel
Oost-Duitsland heeft gisteren zonder
nadere toelichting langlopende contracten
met West-Berlijnse firma's betreffende de
levering van steenkool en andere grond
stoffen opgezegd. De betrokken West-
Berlijnse handelshuizen moeten voortaan
dagelijks en.voor elke wagon aangevoerde
grondstoffen, in plaats van over veel lan
gere perioden en voor honderden tonnen
tegelijk, betalen.
De directeur van het West-Berlijnse ge
meentelijke vervoersstelsel, Neubecker,
verklaarde: „Dit is een ramp voor ons. Wij
zullen twee maal zoveel moeten betalen
voor het vervoer van deze grondstoffen
uit Oost-Duitsland naar West-Berlijn".
De West-Berlijnse gas-, electriciteits- en
vervoersbedrijven zullen door de maatre
gel worden getroffen.
Geallieerde beambten zijn van mening,
dat dit een nieuwe Oost-Duitse stap is
om een blokkade van West-Berlijn moge
lijk te maken. Zij wijzen er op dat een
stelsel van dagelijkse verrekening, ook al
is dit omslachtig en kostbaar voor zowel
Oost- als West-Duitsland, het de Oost-
Duitsers mogelijk zal maken om, indien
zij dit wensen, een blokkade van West-
Berlijn te beginnen.
De Russische autoriteiten in Oost-
Duitsland hebben bij de Britse militaire
overheid te Berlijn geprotesteerd tegen
het „met geweld ontvoeren" van twee
Oost-Duitse politiemannen door de West-
Duitse politie.
Ook na de opheffing van de blokkade
van radio-Berlijn wenste niemand het ge
bouw te verlaten. Enkele personen hebben
echter gesprekken gevoerd met familie
leden, aldus meldde Reuter heden.
Het Eerste Kamerlid de heer J. Reyers
heeft opnieuw een uitvoerige nota aan de
Eerste Kamer gezonden over de zaak-
Menten.
De heer Reyers zegt in de nota, dat er
geen overheid is, die in zaken als de zaak-
Menten recht doet, maar een overheid,
waarvan het recht stap voor stap moet
worden afgedwongen. Voorts weerspreekt
hij, dat er ernstige pogingen om tot een
schikking met de heer Menten te komen
ondernomen zijn.
De heer Reyers noemt zijn nota een ver
traagde repliek op de rede, waarmede de
minister van Justitie destijds zijn betoog
in de Eerste Kamer heeft beantwoord. Hij
is van mening, dat de minister niet steunt
op de stukken welke hij zelf bezit, maar
op mededelingen van bevooroordeelde
ambtenaren, waarin hij aldus de nota
ten onrechte vertrouwen stelde. In dit
bericht wordt door de heer Reyers een aan
tal namen genoemd.
De heer Reyers vraagt, waarom het
onderzoek naar dé diefstal van vier schil
derijen, door hem van grote waarde ge
noemd, niet gevolgd wordt door een maat
regel van de justitie. Hij vraagt, waarom
het plegen van vrijheidsberoving nooit is
vervolgd, waarom niets is gedaan tegen het
vorderen van huis en inventaris en het
openbreken van bergplaatsen van bezittin
gen van de heer Menten door de Bloemen-
daalse B.S. Voorts klaagt hij over het ver
valsen van processenverbaal, zonder dat
deze daden door straf zijn gevolgd.
In de Verenigde Staten is de campagne voor de presidents-verkiezingen in volle gang.
Veel belangstelling hadden deze pleitbezorgsters voor Eisenhower op Fifth Avenue
in New York. Op hun japonnen zijn de bekende slagzin like Ikeen de populaire
symbolen van de Democratische en Republikeinse partijen, respectievelijk een ezel
en een olifant, afgebeeld.
De nota vraagt waarom de dossiei-s van
het onderzoek door mr. Hassoldt, rechter
commissaris, en jhr. mr. Reygersman, offi
cier van justitie, geheim gehouden worden.
In' de nota wordt een uitvoerige brief van
de heer Reyers aan de .staatssecretaris
van Oorlog geciteerd. Daarin wordt betoogd
dat in zake de afwikkeling van de schade
rekening van de heer Menten niet het
departement van Justitie, doch het depar
tement van Oorlog competent is, omdat de
schade zou zijn toegebracht door de B.S.
Voorts klaagt de nota over het in de zaak-
Menten uitschakelen van twee Koninklijke
Besluiten, die daarop volkomen van toe
passing zijn en waardoor de heer Menten
schade lijdt (de K.B.'s D. 60 en F 292).
De heer Reyers verwijst naar de minis
teriële beschikking, die voorschreef dat zij,
die vorderingen op de staat hebben, niet te
lang op betaling moeten behoeven te wach
ten. De staat aldus de heer Reyers
dient niet alleen zijn schulden te betalen,
maar deze ook snel te betalen, op
dat geen verkeerd voorbeeld aan de bur
ger wordt gegeven. De heer Menten. zo zegt
hij, wacht nu reeds zeven jaren op zijn
geld.
Voorts klaagt de heer Reyers zeer over
het Nederlands Beheersinstituut en over de
hypotheekbank, die de administratie over
de huizen van de heer Menten heeft ge
voerd- De heer Reyers concludeert in zijn
nota tot het bestaan van rechtsongelijkheid
in ons land.
WASHINGTON, (Reuter) Volgens
een woordvoerder van het Witte Huis zijn
de besprekingen van vertegenwoordigers
der Amerikaanse staalindustrie en der vak
verenigingen over het geschil volledig vast
gelopen.
De voorzitter van de bond van arbeiders
in de staalindustrie, Murray, verklaarde,
dat de staking zou worden voortgezet. Vol
gens Stephens, de voornaamste onderhan
delaar van de zijde der industrie, is de eis
der vakverenigingen, alleen vakbondsleden
aan te stellen, hét belangrijkste geschil
punt, doch volgens Murray is ook een aan
tal loonkwesties niet opgelost.
Er zijn maatregelen getroffen, dat de
vakbond tijdens de staking bepaalde af
delingen zal toestaan het werk te hervat
ten, zodat de belangrijkste productie voor
defensiedoeleinden kan voortgaan.
LONDEN, (Reuter) Gisteren zijn
Franse, Amerikaanse en Britse functiona
rissen in Parijs besprekingen begonnen
over een Westelijk antwoord op de jongste
Sovjet-nota over Duitsland, aldus heeft
een woordvoerder van het Britse ministerie
van Buitenlandse Zaken meegedeeld.
Er zijn in Washington reeds voorberei
dende besprekingen gevoerd door de Fran
se en Britse ambassade met het Ameri
kaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Er is van Franse en Amerikaanse zijde
een gemeenschappelijk voorstel ingediend.
De Engelse afgevaardigde had een eigen
voorstel.
(Reuter) Maandag is het in het krijgs
gevangenenkamp op het eiland Koje tot
nieuwe ongeregeldheden gekomen, toen
zesduizend gevangenen een bevel, zich in
groepen van 150 uit de afdeling 76 te he
geven, niet opvolgden. Een Amerikaanse
soldaat kwam om het leven, dertien sol
daten werden gewond. Van de gevangenen
kwamen 32 om het leven en.werden 85 ge
wond.
Amerikaanse en Nederlandse manschap
pen maakten gebruik van traangas en
handgranaten en rukten op, door tanks ge
steund, de bajonet op het geweer, om de
gevangenen in kleiner eenheden te ver
delen, nadat de leider van afdeling 76 geen
gehoor had gegeven aan het ultimatum, de
gevangenen rustig naar nieuwe kwartie
ren te brengen.
Om 8 uur plaatselijke tijd meldden de
officieren, dat ongeveer vierduizend ge
vangenen waren overgebracht. De ge
vangenen staken hun eigen voorraden ben
zine en petroleum in brand. De gebouwen
vlogen met geweldige ontploffingen de
lucht in.
Kolonel Lee Hak Koe, een lid van het
gevangenencomité, die voor de operatie
het bevel van generaal Boatner had gekre
gen de gevangenen rustig uiteen te laten
gaan, gaf zich tegen het eind van het ge
vecht over.
De militairen vonden een twaalf meter
lange tunnel, met triplex afgezet, die naar
een aangrenzende afdeling voerde, bene
vens een volledig telefoonschakelbord en
een radio-ontvangtoestel.
Op een bijeenkomst van verbindings
officieren te Panmoendjon hebben de
Noordelijke afgevaardigden geprotesteerd
tegen de afwezigheid van de UNO-delega-
tie bij de besprekingen van de voltallige
commissies. Hierdoor zijn de besprekingen
eenzijdig afgebroken, aldus de Noordelij
ken. Zoals gemeld heeft generaal Harrison,
het hoofd van de UNO-delegatie, ver
klaard slechts dan bereid te zijn vóór 11
Juni besprekingen te voeren, als de tegen
partij nieuwe voorstellen kan doen.
GENèVE, (Reuter) Koningin Zain
van Jordanië, die, als gemeld, op Vrijdag
avond was vertrokken uit haar hotel te
Lausanne, hetgeen aan het licht kwam toen
haar gemaal, Koning Talal, Zaterdagoch
tend in het hötel arriveerde, houdt zich
„ergens in de omgeving van het meer van
Genève schuil. Zij bevindt zich in gezelschap
van haar zoon, kroonprins Hoessein. Naar
verluidt is een broeder van de Koningin,
Prins Nassein Maandag te Lausanne aan
gekomen: hij zou zich bij zijn zuster heb
ben gevoegd. Bevestigd is ook, dat Ko
ningin Zain de bescherming van de Zwit
serse politie voor haarzelf en haar kinde
ren heeft ingeroepen.
In afwachting van nadere berichten over
de toestand in Jordanië weigert de Zwit
serse politie mede te delen waar de Ko
ningin verblijf houdt. Volgens Maandag
uit Jordanië ontvangen berichten zou Ko
ning Talal zijn afgezet. Volgens te Genève
lopende geruchten zou Koning Talal er in
hebben toegestemd weer te worden opge
nomen in de inrichting voor geesteszieken
in de omgeving van Genève, waar hij in
het afgelopen jaar verscheidene maanden
heeft doorgebracht.
Vroeger is al verscheidene malen melding
gemaakt van gewelddaden die door de
vorst in vlagen van verstandsverbijstering
zouden zijn gepleegd.
A.F.P. vernam hedenochtend dat Prins
Hoessein van Jordanië uit Zwitserland
naar Londen teruggekeerd is.
De Koningin zou zich onder een schuil
naam verborgen houden. Naar verluidt
heeft zij gisteren de consul-generaal van
Engeland in Genève ontvangen. Prins Naif,
broer van Koning Talal en medestander
van de Koningin aldus A.F.P., zou zich op
weg naar Zwitserland bevinden.
Koning Talal bevindt zich nog steeds in
een hotel te Lausanne. Gisteren weigerde
hij een Jordaanse afgezant, wiens iden
titeit niet nader bekend gemaakt is, te
ontvangen.
X*DOOCXX)OCCOOCOOCXXXXXXXXX*,'>'>r«XXXXVyY-r«'rx*yYr**vvv
KANS OP REGEN
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.Ï. in De Bilt, geldig van Dins
dagavond tot Woensdagavond, opge
maakt om 10 uur:
Overwegend zwaar bewolkt met voor
namelijk in de Noordelijke helft van
het land kans op enige regen of mot
regen. Matige en in het Noorden van
het land tot krachtig toenemende Wes
telijke wind. Iets lagere middagtempe-
raturen.
11 Juni
Zon op 4.20 uur, onder 2n 59 uur
Maan op 24.00 uur o--1 uur.
Hoog en laag iv- »men
Dinsdag ;it
Hoog water: 4.53 en 17.25 uur
Laag water: 0.35 en 12.59 uur.
Woensdag 11 Juni
Hoog water: 5.44 en 18.14 uur.
Laag water: 1.24 en 13.47 uur.