Mr. J. Bierens de Haan ontving
koninklijke onderscheiding
Jubilerende „Maatschappij"
organiseerde massale excursie
De jeugd heeft tot taak
nieuwe welvaart te scheppen
Minister Albregts bracht de
dank der regering over
Gedenkboek
Maatschappij voor Nijverheid en Handel jubileert
Hulde aan
mr. J, Bierens de Haan
Mr. K. P. van der Mandele beveelt als toekomstige
ondernemingsvorm de stichting aan
„Geest van samenwerking ten bate van het
algemeen belang was steeds uitgangspunt"
7
Excursie naar
recreatie-gebieden
Dr. F. A. de Graaf hield
causerie voor Teisterbant
DONDERDAG 12 JUNI 1952
■gpoillf
Mr, J. Bierens de Haan: „Van Oeco-
nomische Tak (ot Nederlandse Maat
schappij voor Nijverheid en Handel".
Uitg. H. D. Tjeenk Willink en Zoon
N.V., Haarlem.
Mr. J. Bierens de Haan, de secretaris der
jubilerende Maatschappij voor Nijverheid en
Handel, geeft in dit gedenkboek een boeien
de schpts van de groei en de arbeid der
„Maatschappij", waaruit blijkt, welk een
belangrijke rol dit lichaam sedert 175 jaar
vervuld heeft op vrijwel ieder terrein van
het maatschappelijk leven, Opgericht in 1777
als „Oeconomische Tak van de Hollandse
Maatschappij der Wetenschappen met de
doelstelling de bevordering der (toenmaals
bedenkelijke kwijnende volkswelvaart) had
zij aanvankelijk met veel tegenstand en
gemis aan economisch begrip te kampen,
maar desondanks heeft zij haar arbeidsveld
gedurig kunnen uitbreiden tot nieuwe objec
ten. Het boek belicht, hoe van meet af aan
getracht is, verbetering te brengen in de
sociale verhoudingen, hoe zij reeds tienallen
jaren vóór de Kinderwet-Van Houten een
onderzoek naar de kinderexploitatie in de
fabrieken instelde en op grond daarvan her
haaldelijk op beperking van deze jeugdarbeid
aandrong.
Ook de intensieve bemoeiingen met de
nijverheid, de landbouw en de zeevaart wor
den uitvoerig besproken en op hun portée
belicht, evenals het aandeel dat de Maat
schappij nam en neemt bij de bevordering
van techniek en wetenschappen, onderwijs
verbetering en algemene organisatie van het
ecnomische leven in Nederland. Vele instel
lingen op het gebied van handel en nijver
heid, maar ook het Koloniaal Museum en het
museum annex school voor Kunstnijverheid,
zijn bijvoorbeeld scheppingen van de Maat
schappij. Ook de talrijke tentoonstellingen,
congressen en voordrachten, die door haar
georganiseerd werden ten behoeve der voor
gestane verbeteringen op allerlei terrein,
krijgen de aandacht die hen toekomt.
Tenslotte behandelt de schrijver in den
brede de huidige activiteiten der Maat
schappij welker taak, ten gevolge van de
voortgaande specialisatie en complicatie van
het economisch bestel, steeds moeilijker en
veelomvattender wordt. Het is de schrij
ver daarbij voortreffelijk gelukt, de geschie
denis der Maatschappij te spiegelen aan en
te projecteren tegen cje algemene problemen,
verhoudingen en denkbeelden van verleden
en heden, waardoor zijn boek een belang
wekkend panorama biedt van de gehele
economische, sociale en culturele ontwikke
ling van ons land gedurende bijna twee
eeuwen.
Omslag, druk en opmaak van het boek zijn
een smaakvol voorbeeld van typografisch
kunnen.
Om Haarlemmers en bewoners uit de om
geving met de schoonheid van deze streek
kennis te doen maken heeft de Commis
sie voor Natuurbescherming in Zuid-Ken-
nemerland voor de maand Juni een aantal
excursies naar recreatiegebieden in Haar
lem en Bloemendaal uitgeschreven.
Voor Zaterdagmiddag om halfdrie staan
op het programma bezoeken aan de Stads-
kweektuin, aan Thijsse's Hof en de Kenne-
merduinen (ingang nabij Bleek en Berg
aan de Bergweg) en voor Zondag aan
Thijsse's Hof (elf uur) en de Kennemer-
duinen (halfdrie).
Een week later kan men op Zaterdag en
Zondag naar Thijsse's Hof gaan en op Za
terdag naar de Stadskweektuin. Beide
dagen bestaat er ook gelegenheid deel te
nemen aan een fietstocht door de polder
via Spaarndam en Penningsveer. Belang
stellenden komen om halfdrie bij de Kou-
denhornkazerne bijeen.
Aan de gemeente-universiteit te Am
sterdam is geslaagd voor het doctoraal
examen scheikunde mej. A. de Klerk te
Heemstede.
HAARLEM, 12 Juni. Vandaag is de Nederlandse Maatschappij voor
Nijverheid en Handel in feestelijke jaarvergadering bijeen in het Con-
cei tgebouvv. Talrijke prominenten op het gebied van commercieel en
industrieel leven, autoriteiten en buitenlandse gasten wonen deze ver
gadering bij. Minister Albregts, minister zonder portefeuille, bracht de
gelukwensen van de regering over en deed mededeling van de benoeming
van mr. J. Bierens de Haan, die heden zijn zilveren jubileum als secre
taris viert, tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
In zijn openingswoord deelde de voorzit
ter mee, dat Prins Bernhard wegens ziekte
verhinderd was de bijeenkomst bij te wo
nen; hij is dus niet in staat te spx-eken over
„De jongere generatie, Nederlands toe
komst". Op voorstel van de .voorzitter werd
besloten een telegram te zenden aan Prins
Bernhard, waarin de beste wensen voor
een spoedig herstel worden uitgesproken.
Vervolgens heette de voorzitter de buiten
landse en binnenlandse gasten welkom, o.a.
prof. dr. A. H. M. Albregts, minister zon
der portefeuille; mr. F. C. G. J. M.Teulings,
vice-voorzitter van de ministerraad; mr. dr.
A. A. van Rhijn, staatssecretaris van So
ciale Zaken; Clarence E. Hunter, chef van
de M.S.A.-missie voor Nederland en mr. P.
O. F. M. Cremers, burgemeester van Haar
lem.
5COCXX»OOOCOOOCXyX»CiOOOOOOOOOOOOOCCOOOOCOOOOOCOCOOCOOOOOf;
Aan de boorden van het Spaarne,
eertijds brandpunt van de handel,
thans nog van de nijverheid der
Spaarnestad, viert heden de Neder
landse Maatschappij haar 175-jarig
bestaan. Dit beeld uit het verleden
ligt besloten in de herinnering aan
die 175 jaar.
Het Spaarne in vroeger jaren.
In de huishoudelijke vergadering zijn de
jaarverslagen goedgekeurd. Ir. J. T. Duyvis
te Amsterdam werd opnieuw gekozen tot
voorzitter.
De vergadering benoemde tot ereleden ir.
M. H. Damme, dr. ir. Ch. Th. Groothoff,
mr. B. Th. W. van Hasselt, prof. dr. ir. K.
F. Th. van Iterson, ir. W. F. van Leeuwen,
dr. M. W. Holtrop, mr. K. P. van der Man-
dele. dr. A. Plesman, dr. P. Rijkens en mr.
M. P. L. Steenberghe en tot. leden van ver
dienste ir. A. Plate, prof. G. A. P. Weijer,
beiden oud-voorzit,ter en de heer L. Proos
Hoogendijk, oud-lid van het hoofdbestuur.
De voorzitter richtte zich tot mr. J. Bie
rens de Haan, die vijfentwintig jaar secre
taris der Maatschappij is, en memoreerde
de talrijke verdiensten van de jubilaris.
„Bestuursleden treden regelmatig af,"' al
dus de voorzitter, „doch de secretaris blijft
in functie. Als er een besluit moet worden
genomen, wordt steeds Ret advies van mr.
Bierens de Haan gevraagd". De voorzitter
bracht de secretaris dank voor zijn arbeid
en bood hem de gouden draagmédaille van
de maatschaDpij aan.
Mej. A. Koorenblik, die al
28 jaar op het secretariaat werkzaam is,
kreeg eveneens deze gouden draagpenning.
De volgende algemene vergadering zal
in Dordrecht worden gehouden.
Besloten werd aan de Beschermvrouwe,
Koningin Juliana, een telegram te zenden,
waarin de vergadering haar aanhankelijk
heid betuigt.
Het onderwerp van de bespreking op
deze vergadering was „De jongere genera
tie, Nederlands toekomst." Hierover waren
vijf prae-adviezen uitgebracht.
Ir. F. J. Philips, vice-voorzitter van
de raad van bestuur van de N.V. Philips
Gloeilampenfabrieken, hield een inleiding
en sprak over „De roeping van de arbeid
en de taak van de leiding", waarbij hij er
de aahdacht op vestigde, dat het voor de
leiding van een bedrijf van groot belang is
belangstelling te hebben voor de jongeren.
Dr. B. W. Kranenburg, advocaat en
procureur te Almelo, lichtte zijn prae-ad-
vies over „Maatschappelijke structuur
wijzigingen" toe; dr. B. C. J. L i e v e g o e d,
geneesheer-directeur van de Medisch-
Paedagogische Inrichtingen te Zeist, zijn
prae-advies over „De vooropleiding in het
onderwijs"; dr. A. Plesman, president
directeur van de K.L.M., zijn prae-advies
over „De opleiding en het bedrijfsleven"
en mr. K. P. van der M a n d e 1 e, voor
zitter van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rotterdam, zijn prae-advies
over „De toekomst van Nederland".
Vijftienhonderd scholieren, voornamelijk
uit de derde klassen van middelbare scho
len in Haarlem en omgeving, bezochten
gisteren in kleine groepen een twintigtal
bedrijven in de stad. Het plan hiervoor
was geopperd bij de voorbesprekingen voor
het 35ste lustrum van de Nederlandse
Maatschappij voor Nijverheid en Handel.
Op de 175ste jaarvergadering, die vandaag
en morgen gehouden wordt, zal aan de
jeugd de volle aandacht geschonken wor
den, wanneer het probleem van Nederlands
toekomst ter sprake komt, aldus een zegs
man van de maatschappij. Door deze mas
sale excursie wordt de jeugd zelf in staat
gesteld om in grote trekken te zien hoe de
Haarlemse industrie werkt voor onze wel
vaart.
Temidden van de draaiende persen van
de drukkerij Enschedé zagen wij jhr. mr.
B. W. F. van Riemsdijk een groepje leer
lingen rondleiden. Met kennelijk plezier
legde hij hun de werking van de persen uit
en toonde hun vellen postzegels en ge
kleurde route-kaarten van de KLM. De
kinderen keken geboeid toe en uit hun
vragen bleek wel dat zij er steeds bij wa
ren. Trouwens, dat zeiden ze ook, deze les
was veel boeiender dan die op school,
„waar je toch altijd hetzelfde te horen
krijgt'. Hun leraar, die deze ochtend zel
den aan het woord kwam, volgde met een
notitieboekje nauwgezet de rondleiding en
sommige van zijn leerlingen waren ook in
de weer met potlood en papier. De bedoe
ling is namelijk dat er een opstelwedstrijd
uitgeschreven zal worden, waarbij het bes
te opstel uit iedere klas met een boek be
loond zal worden, aldus deze leraar,
in. de Hin-fabriek werd gisterochtend
een groep leerlingen van een meisjes-HBS
rondgeleid. Met grote belangstelling volg-
deh dezen het productieproces van he
kledingstuk, dat voor hen over enkele ja
ren zo begeerlijk zal worden. Bij de cot
ton-machine, die ongeveer twee dozijn ny
lons tegelijk breit, lachten de meisjes om
de potige arbeiders, die zorgvuldig gema
nicuurd worden en een speciaal hemdje
moeten dragen over hun ceintuur, om be
schadiging van het weefsel te voorkomen.
De sorteer-afdeling, waar tientallen meis
jes de kousen sorteren en het fijne weefsel
op fouten nazien, waardeerden zij het
meest, omdat „het er zo stil was". Boven
op het dak van de fabriek torent een wel-
In de N.V. Grafische Inrichting Joh.
Enschedé en Zonen gaf de heer A. D.
Huijsman, gedelegeerd commissaris der
N.V. aanschouwelijk onderwijs in de
museum-zaal. (Foto links).
Leerlingen van een meisjes-H.B.S. bewon
derden in de Hin-Fabriek nylons in staat
van wording.
gevox-md been omhoog, beschilderd alsof
het in een nylon-kous gestoken was. De
forensen, die dat been dagelijks bewonde
ren, zullen zich misschien wel eens hebben
afgevraagd welk been het is. Hoeveel nu
deze meisjes opgestoken hebben bij de
rondleiding, bleek wel toen zij het ant
woord op deze vraag zonder dralen gaven:
„Het is een rechterbeen".
In zijn prae-advies over de toekomst van
Nederland, uitgebracht aan de jubileum
vergadering van de Maatschappij voor
Nijverheid en Handel, betoogt mr. K. P.
van der Mande'le, dat, nationaal gezien,
onze economische verhoudingen tegen
woordig door veel niet-economische facto
ren worden beïnvloed. Vroeger was de eco
nomische actieradius van het individu
haast onbeperkt; de eerste wereldoorlog
maakte daaraan een einde. Kon men in het
liberale tijdperk van een middelpuntvlie
dende kracht spreken die de peripheric
activeerde, nu zou men eerder moeten
constateren dat een middelpuntzoekende
kracht steeds nauwere kringen trekt.
De exponenten der twee tegenstellingen,
die de wereld verdeeld houden, zijn Rus
land en Amerika. De Russen bestrijden het
Amerikaanse economische imperialisme,
de Amerikanen het Russische ideologische.
In beide systemen ligt een zekere mate van
aggressiviteit, want elke eenzijdigheid is
op zichzelf al aggressief. Misschien heeft
Nederland de historische taak, de twee
eenzijdigheden tot een harmonisch geheel
te maken. Nederlands moeilijkheden lig
gen vooral op binnenlands gebied. De cri
sis is weliswaar op economisch gebied be
gonnen, maar heeft zich tot een crisis van
het geestes- en rechtsleven uitgebreid.
Zonder een functionele decentralisatie van
de staatsmacht komt men niet uit dit war
net. Men kan overal aanwijzingen vinden
dat men daarheen allang op weg is, dus
naar het overdragen van verantwoorde
lijkheid uit het staatkundig leven naar de
gebieden van het economisch en geestelijk
■Mr. K. P. v. d. Mandele
dige opgang van het communisme in het
Oosten dit, dat het aan de massa appel
leert, die geen verleden kent. Een massa
in die zin, dat de maatschappij uit een
brede kleurloze bevolking en een kleine
heersende élite bestaat, kent onze Wester
se samenleving niet. Onze christelijke
maatschappij bestaat uit vele lagen,
rangen en standen, die allen diep in ons
verleden geworteld zijn en die om de beurt
de kracht en de inspiratie gevonden heb
ben, om misstanden te overwinnen en her
vormingen en vernieuwingen uit eigen im
puls in te voeren, in tegenstelling tot het
Oosten, waar meestal de „vei-lichte des
poot" de vooruitgang bracht en brengt.
Onze christelijke cultuur is gebaseerd op
de geestelijke vrijheid van het individu.
Dat deze geestelijke vrijheid hoe langer
hoe meer in de verdrukking geraakt wordt
algemeen erkend. Deze beknotting doet
zich feitelijk alleen op economisch gebied
gevoelen. Wil men, aldus mr. Van der Man
dele, zijn persoonlijkheid ook in het eco
nomische leven weer tot gelding laten ko
men, dan kan dit alléén dan geschieden,
wanneer wij als toekomstige onderne
mingsvorm de stichting kiezen, de werk
gemeenschap, die niet op winstbejag maar
op wederkerige bijstand gebaseerd is en
waarin ieder èn deelgenoot èn medewer
ker is.
Sporadisch zien wij allang stichtingen
verrijzen, maar het besef, dat deze de ba
sis voor de funetionele decentralisatie van
onze maatschappij zijn en aan het econo
misch leven weer de mogelijkheid geven
zich vrij van ideologische of politieke in
menging tot een zelfstandige cel in een or
ganisch geheel te ontwikkelen, onbreekt
vooralsnog.
De jeugd zal, funtcioneel-gedecentrali-
seerd in gemeenschapskringen werkend, in
het eigen land de takken van bedrijf: han
del en nijverheid, scheepvaart en lucht
vaart, wegverkeer en wegenbouw, land
bouw an visserij, bankwezen, verzekering,
bouwkunde en waterbouwkunde op zulk
hoog peil moeten brengen en houden, dat
het de binnenlandse behoeften spelender
wijs verzox-gen kan en tegelijk de deuren
van de wereld wijd open kan gooien.
Als in onze gouden eeuw zal onze jeugd
de taak hebben om weer, na alle slagen
die het vaderland op moest vangen, nieu
we welvaart te scheppen, opdat de geest
vrij kan zijn en de cultuur kan leven. Zij
zal in verre gewesten centx-a kunnen stich
ten van Nederlandse stam, nieuwe econo
mische en culturele banden met Indonesië
moeten knopen zodanig, dat beide par
tijen elkander de hand kunnen geven en
steun kunnen bieden. Zij zal moeten in
zien hoe in het algemeen de economische
en geestelijke contacten met de andere de
len van de wereld gelegd zullen moeten
wox'den en waarom het anders moet met
Montreal of Melbourne dan met Marokko
of Madi'as, Max'acaïbo, Monx-ovia, Moekden
of Manilla.
Er is een uitspraak van de grootste his
toricus van deze tijd, Toynbee, die moed
geeft: een volk staat op en groeit en bloeit
na groot lijden. Mr. Van der Mandele twij
felt er niet aan dat de zwax'e bepx-oevingen,
nu kortelings geleden, onze jonge mannen
en vrouwen de impuls en de kracht zullen
geven aan de wereld een nieuw bezield
Nederlands volk te tonen, in staat en be-
reid om te werken en te dienen in de
eigen landouwen, maar ook in de nabije
en in de verre streken.
De particuliere secretaris van Prins
Bernhard, dr. F. A. de Graaf, heeft gister
avond in de sociëteit „Teisterbant" een
causerie gehouden over het recente bezoek
van het koninklijk paar aan de Verenigde
Staten, waarin hij een beschrijving gaf van
de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het
bezoek en deze aanvulde met allerlei aar
dige bijkomstigheden en persoonlijke in
drukken. Het doel van de reis is geweest
goodwill voor Nederland te kweken maar
de resultaten zijn daar, naar hij zeide, nog
ver bovenuit gestegen. Vooral uit de Ame
rikaanse perscommentaren is gebleken, dat
met dit bezoek een West-Europees belang
gediend was. De spreker uitte bewondering
voor het uithoudingsvermogen van de
Koningin, die op de vele recepties, duizen
den handen moest drukken en sprak ge
ruime tijd over het contact met Ameri
kaanse jounialisten en fotogx-afen. Hij ver
telde het een en ander over de aanbieding
van het carillon aan Truman, de intocht
in Broadway, de ontvangst op het New
Yoi-kse stadhuis, de ere-promotie van de
Koningin aan de Columbia-Univex'siteit,
het week-end op Sea-Island en het bezoek
aan de Ford-fabrieken, feiten die destijds
in de Nederlandse pers uitvoerig zijn be
schreven, maar die cachet kregen door
kleinigheden, welke hij er bij vermeldde.
TRINITEITS LYCEUM
Aan het Triniteits Lyceum te Haarlem
zijn van de afdel/ng gymnasium geslaagd
voor het diploma gymnasium B Jan Blom,
Pim Nederkooxm, Theo Schlatmann, Jan
Stut, allen te Haarlem; Vincent Huygen te
O verveen; Jos Niehe te Bloemendaal; Janko
Tonino te Santpoort.
Met twee candidaten wordt het examen
voortgezet. Afgewezen geen.
De minister zonder portefeuille, prof. A. H. M. Albregts, sprak gelukwensen uit namens
de Nederlandse regering. „Ieder die de geschiedenis van uw maatschappij objectief be
studeert", aldus de minister, „zal stellig tot de overtuiging geraken, dat hier gesproken
mag worden van een waarlijk groots verleden. Ook thans geeft de maatschappij blijk
van eei^jeugdige vitaliteit, die ons het vertrouwen schenkt, dat zij ook in de toekomst
haar vooraanstaande plaats zal behouden".
Prof. Albregts gaf hierna een overzicht
van de geschiedenis der Maatschappij. Deze
is in 1777 in een periode, waarin de achter
uitgang van de handel zich in toenemende
mate aftekende, als de „oeconomische tak",
van de Hollandse Maatschappij der Weten
schappen opgericht.
Van het idealisme waarmee het werk
van het genootschap doortrokken was, ge
tuigt het op de voorgrond stellen van het
algemene belang.
O
Juist in een tijd, waarin een grote ver
deeldheid ons volk beheerste, waarin het
streven van de steden en van de geweste
lijke staten sterk gericht was op de bevor
dering van het enge stedelijke en provin
ciale belang, was het zoeken naar datgene
wat samenbond van grote betekenis. Deze
geest van samenwerking ten bate van het
algemene belang zou in de geschiedenis
van de maatschappij steeds het uitgangs
punt blijven van haar activiteit. De Maat
schappij heeft hiermede een voorbeeld ge
geven, dat tot in deze tijd zijn waarde voor
de samenleving heeft bewezen.
De ook aan diepte winnende activiteit
van de Maatschappij blijkt uit de stimu
lering van de nijverheid in de eerste helft
van de 19e eeuw. In tegenstelling tot de
activiteit welke de oeconomische tak in de
eerste decennia van haar bestaan ontplooi
de was het streven van de Maatschappij er
op gericht de oorzaken van het kwij
nende bestaan van verschillende indus
trieën te helpen opheffen.
„Als minister, wie het vraagstuk van de
productiviteit bijzonder ter harte gaat, "wil
ik getuigen van mijn waardering voor de
bemoeiingen van de Maatschappij, die ge
richt waren op de vergroting van de pro
ductiviteit", aldus minister Albregts.
„Uit de doelstelling van de Maatschappij:
bevordering van het algemeen welzijn,
vloeide rechtstreeks voort een warme be
langstelling voor het sociale vraagstuk. De
leden van de Maatschappij behoorden tot
de eersten, die een open oog hadden voor de
belangen der arbeiders.
Het was vrijwel vanzelfsprekend, aldus
de minister, dat de Maatschappij ook haar
aandeel zou leveren in het herstel van de
door de oox'log zo gehavende Nederlandse
economie. Reeds tijdens de bezettingsjaren,
toen de Maatschappij in haar openbare
activiteit aanzienlijk was belemmerd, heeft
zij zich bezig gehouden met de vraagstuk
ken, waai-mede het na-ooi'logse Nedex'land
zou worden geconfronteerd. Met grote
waardering maakte de minister melding
van de rapporten, die de regering werden
aangeboden over de samenwerking in het
bedrijfsleven. Hoewel de principes in deze
rapporten niet steeds door de regering wer
den overgenomen, hebben zij niettemin een
constructieve bijdrage geleverd bij de tot
standkoming van de regelingen op dit ge
bied. Grote dank is de regering aan de
Maatschappij verschuldigd voor het voor
bereidende werk, dat tijdens de bezettings
jaren werd verricht ten aanzien van de
geldzuivering en van de bijzondere heffin
gen. De adviezen die de Maatschappij heeft
uitgebracht zijn van uitermate groot ge
wicht geweest. De minister zeide ervan
overtuigd te zijn, dat de Maatschappij zich
volledig bewust is van de uitspraak van
Wallis „een groot verleden is een plicht
voor de toekomst". Dit blijkt reeds uit het
onderwerp, dat de Maatschappij thans aan
de orde heeft gesteld de jongere genera
tie Nederlands toekomst. „Ik heb per
soonlijk een groot vertrouwen in onze
jeugd, aldus de minister, en twijfel er niet
aan. dat de overgrote meerderheid van deze
jongeren bereid is naar beste vermogen de
pogingen te ondersteunen die door vele
personen, die belast zijn met de verant
woordelijkheid voor het welzijn van de
maatschappij, worden ondernomen, voor
het behoud van een in geestelijk zowel als
in matex-ieel opzicht gezonde en welvarende
samenleving, nationaal en intexmationaal.
De toekomst van de vrije Westerse wereld
hangt af van een duurzame samenwerking
der vrije landen". Spreker acht 't een ver
heugend teken, dat met name ook het in
ternationale aspect dezer vraagstukken bxj
de jeugd zo sterk leeft.
De minister eindigde met de wens dat
het de Maatschappij gegeven moge zijn nog
lange tijd haar vruchtdragende activiteit
„ter vermeerdering van de volkswelvaart"
te blijven verrichten.
Koninklijke onderscheiding
Minister Albregts richtte zich tenslotte
tot de secretai-is mr. Bierens de Haan. Hij
herinnerde aan het vele werk door de
secretax'is. in de afgelopen vijfentwintig
jaar verricht. De arbeid op het secretariaat
is zijn levenswerk geworden. Op voortref
felijke wijze heeft mr. Bierens de Haan zijn
taaie vervuld. Ook in andere functies heeft
hij zich met inzet van zijn gehele persoon
gegeven. De arbeid verdient de dank van
dë x-egering. De minister deelde mee, dat de
Koningin besloten heeft mr. Biex-ens de
I-Iaan te benoemen tot officier in de orde
van Oranje Nassau.
Mi'. Bierens de Haan sprak woorden van
dank voor de hem gebrachte hulde.
leven. Soms wordt onmiddellijk een sprong
gemaakt naar een boven-nationaal oi'gaan
zoals het Schumanplan of het Atlantisch
Verdrag. Heel langzaam zoekt het oude
Europa de twee eenzijdigheden, die het
bedx-eigen, van zich af te schudden.
Volgens mr. Van der Mandele zal de
wereld voorshands gesplitst zijn in zes ca
tegorieën van landen, waarop Nedex'land
zijn economische activiteit kan richten.
Het zijn: West-Eui'opa; de Verenigde Sta
ten; Canada, Zuid-Afrika, Australië en
Nieuw-Zeeland; Midden- en Zuid-Ameri-
ka; Oost-Europa, Rusland, China; en
Noox'd-Afrika, het Nabije Oosten, Voor-
Azië en Zuid-Oost-Azië.
Hoewel het bedrijfsleven in het alge
meen het land aan politiek heeft, zullen
uitsluitend politieke factoren de doorslag
geven, welke soox't economische x-elaties in
de toekomst met de zes categorieën kunnen
wox'den onderhouden.
West-Eux'opa, de Verenigde Staten en de
blanke dominions van het Britse gemene
best, die op eenzelfde cultuur gegrondvest
zijn, zonder op den duur tot overeenstem
ming kunnen komen over de spelregels
welke voor de steunpilaren van elke eco
nomie kapitaal en ai'beid in dit ge
bied geldig zijn. Zodx'a kapitaal en arbeid
in de Atlantische gemeenschap veilig zijn
gesteld, darx houdt de taak van de over-
heid op en moet het privé-initiatief de
leiding nemen.
Eén element in het economisch poten
tieel van Nedex'land kan ten volle tegen
over het Sovjetblok worden gebruikt: de
handel. Lenin was er reeds van overtuigd
dat handel tussen de twee systemen nood
zakelijk was, echter alleen op de basis van
volkomen gelijkwaardigheid. Feitelijk zal
het economisch verkeer met het Oostelijk
blok, waax'toe ook Rood-China moet wor
den gerekend, neerkomen op ruiltransac-
ties op grote schaal.
Bij het Nabije, Midden en Verx-e Oosten
staat men nog voor een vraagteken hoe en
in welke mate de nog xninder-ontwikkelde
landen van de Eux'opese activiteit en capa
citeit gebruik zullen willen en kunnen ma
ken.
Eén les moeten wij, aldus mr. Van der
Mandele, voor ons zelf uit de veranderde
omstandigheden ten aanzien van de Wes
terse investering al dadelijk trekken: onze
spaarpenningen kunnen wij voortaan al
léén in die economieën beleggen, waar die
volgens onze Westerse opvattingen veilig
zijn en gegarandeerd worden. Onontwik
kelde gebieden met een grote kapitaalbe
hoefte hebben wel in de eex-ste ronde de
Westerse invloed geweerd, maar of zij ook
de kracht en kennis zullen hebben om met
eigen middelen hun economie op te bou
wen valt nog te bezien.
Mr. Van der Mandele stelt vervolgens de
vraag welk antwoox-d de jexigd op de gro-
te uitdaging uit het Oosten zal vinden en
welke les zij uit het verleden moet trek
ken, wil de continuïteit van onze bescha
ving verzekerd zijn.
Misschien is het geheim van de gewei-