Mr. J. Bierens de Haan ontving koninklijke onderscheiding Jubilerende „Maatschappij" organiseerde massale excursie De jeugd heeft tot taak nieuwe welvaart te scheppen Minister Albregts bracht de dank der regering over Gedenkboek Maatschappij voor Nijverheid en Handel jubileert Hulde aan mr. J, Bierens de Haan Mr. K. P. van der Mandele beveelt als toekomstige ondernemingsvorm de stichting aan „Geest van samenwerking ten bate van het algemeen belang was steeds uitgangspunt" 7 Excursie naar recreatie-gebieden Dr. F. A. de Graaf hield causerie voor Teisterbant DONDERDAG 12 JUNI 1952 ■gpoillf Mr, J. Bierens de Haan: „Van Oeco- nomische Tak (ot Nederlandse Maat schappij voor Nijverheid en Handel". Uitg. H. D. Tjeenk Willink en Zoon N.V., Haarlem. Mr. J. Bierens de Haan, de secretaris der jubilerende Maatschappij voor Nijverheid en Handel, geeft in dit gedenkboek een boeien de schpts van de groei en de arbeid der „Maatschappij", waaruit blijkt, welk een belangrijke rol dit lichaam sedert 175 jaar vervuld heeft op vrijwel ieder terrein van het maatschappelijk leven, Opgericht in 1777 als „Oeconomische Tak van de Hollandse Maatschappij der Wetenschappen met de doelstelling de bevordering der (toenmaals bedenkelijke kwijnende volkswelvaart) had zij aanvankelijk met veel tegenstand en gemis aan economisch begrip te kampen, maar desondanks heeft zij haar arbeidsveld gedurig kunnen uitbreiden tot nieuwe objec ten. Het boek belicht, hoe van meet af aan getracht is, verbetering te brengen in de sociale verhoudingen, hoe zij reeds tienallen jaren vóór de Kinderwet-Van Houten een onderzoek naar de kinderexploitatie in de fabrieken instelde en op grond daarvan her haaldelijk op beperking van deze jeugdarbeid aandrong. Ook de intensieve bemoeiingen met de nijverheid, de landbouw en de zeevaart wor den uitvoerig besproken en op hun portée belicht, evenals het aandeel dat de Maat schappij nam en neemt bij de bevordering van techniek en wetenschappen, onderwijs verbetering en algemene organisatie van het ecnomische leven in Nederland. Vele instel lingen op het gebied van handel en nijver heid, maar ook het Koloniaal Museum en het museum annex school voor Kunstnijverheid, zijn bijvoorbeeld scheppingen van de Maat schappij. Ook de talrijke tentoonstellingen, congressen en voordrachten, die door haar georganiseerd werden ten behoeve der voor gestane verbeteringen op allerlei terrein, krijgen de aandacht die hen toekomt. Tenslotte behandelt de schrijver in den brede de huidige activiteiten der Maat schappij welker taak, ten gevolge van de voortgaande specialisatie en complicatie van het economisch bestel, steeds moeilijker en veelomvattender wordt. Het is de schrij ver daarbij voortreffelijk gelukt, de geschie denis der Maatschappij te spiegelen aan en te projecteren tegen cje algemene problemen, verhoudingen en denkbeelden van verleden en heden, waardoor zijn boek een belang wekkend panorama biedt van de gehele economische, sociale en culturele ontwikke ling van ons land gedurende bijna twee eeuwen. Omslag, druk en opmaak van het boek zijn een smaakvol voorbeeld van typografisch kunnen. Om Haarlemmers en bewoners uit de om geving met de schoonheid van deze streek kennis te doen maken heeft de Commis sie voor Natuurbescherming in Zuid-Ken- nemerland voor de maand Juni een aantal excursies naar recreatiegebieden in Haar lem en Bloemendaal uitgeschreven. Voor Zaterdagmiddag om halfdrie staan op het programma bezoeken aan de Stads- kweektuin, aan Thijsse's Hof en de Kenne- merduinen (ingang nabij Bleek en Berg aan de Bergweg) en voor Zondag aan Thijsse's Hof (elf uur) en de Kennemer- duinen (halfdrie). Een week later kan men op Zaterdag en Zondag naar Thijsse's Hof gaan en op Za terdag naar de Stadskweektuin. Beide dagen bestaat er ook gelegenheid deel te nemen aan een fietstocht door de polder via Spaarndam en Penningsveer. Belang stellenden komen om halfdrie bij de Kou- denhornkazerne bijeen. Aan de gemeente-universiteit te Am sterdam is geslaagd voor het doctoraal examen scheikunde mej. A. de Klerk te Heemstede. HAARLEM, 12 Juni. Vandaag is de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel in feestelijke jaarvergadering bijeen in het Con- cei tgebouvv. Talrijke prominenten op het gebied van commercieel en industrieel leven, autoriteiten en buitenlandse gasten wonen deze ver gadering bij. Minister Albregts, minister zonder portefeuille, bracht de gelukwensen van de regering over en deed mededeling van de benoeming van mr. J. Bierens de Haan, die heden zijn zilveren jubileum als secre taris viert, tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. In zijn openingswoord deelde de voorzit ter mee, dat Prins Bernhard wegens ziekte verhinderd was de bijeenkomst bij te wo nen; hij is dus niet in staat te spx-eken over „De jongere generatie, Nederlands toe komst". Op voorstel van de .voorzitter werd besloten een telegram te zenden aan Prins Bernhard, waarin de beste wensen voor een spoedig herstel worden uitgesproken. Vervolgens heette de voorzitter de buiten landse en binnenlandse gasten welkom, o.a. prof. dr. A. H. M. Albregts, minister zon der portefeuille; mr. F. C. G. J. M.Teulings, vice-voorzitter van de ministerraad; mr. dr. A. A. van Rhijn, staatssecretaris van So ciale Zaken; Clarence E. Hunter, chef van de M.S.A.-missie voor Nederland en mr. P. O. F. M. Cremers, burgemeester van Haar lem. 5COCXX»OOOCOOOCXyX»CiOOOOOOOOOOOOOCCOOOOCOOOOOCOCOOCOOOOOf; Aan de boorden van het Spaarne, eertijds brandpunt van de handel, thans nog van de nijverheid der Spaarnestad, viert heden de Neder landse Maatschappij haar 175-jarig bestaan. Dit beeld uit het verleden ligt besloten in de herinnering aan die 175 jaar. Het Spaarne in vroeger jaren. In de huishoudelijke vergadering zijn de jaarverslagen goedgekeurd. Ir. J. T. Duyvis te Amsterdam werd opnieuw gekozen tot voorzitter. De vergadering benoemde tot ereleden ir. M. H. Damme, dr. ir. Ch. Th. Groothoff, mr. B. Th. W. van Hasselt, prof. dr. ir. K. F. Th. van Iterson, ir. W. F. van Leeuwen, dr. M. W. Holtrop, mr. K. P. van der Man- dele. dr. A. Plesman, dr. P. Rijkens en mr. M. P. L. Steenberghe en tot. leden van ver dienste ir. A. Plate, prof. G. A. P. Weijer, beiden oud-voorzit,ter en de heer L. Proos Hoogendijk, oud-lid van het hoofdbestuur. De voorzitter richtte zich tot mr. J. Bie rens de Haan, die vijfentwintig jaar secre taris der Maatschappij is, en memoreerde de talrijke verdiensten van de jubilaris. „Bestuursleden treden regelmatig af,"' al dus de voorzitter, „doch de secretaris blijft in functie. Als er een besluit moet worden genomen, wordt steeds Ret advies van mr. Bierens de Haan gevraagd". De voorzitter bracht de secretaris dank voor zijn arbeid en bood hem de gouden draagmédaille van de maatschaDpij aan. Mej. A. Koorenblik, die al 28 jaar op het secretariaat werkzaam is, kreeg eveneens deze gouden draagpenning. De volgende algemene vergadering zal in Dordrecht worden gehouden. Besloten werd aan de Beschermvrouwe, Koningin Juliana, een telegram te zenden, waarin de vergadering haar aanhankelijk heid betuigt. Het onderwerp van de bespreking op deze vergadering was „De jongere genera tie, Nederlands toekomst." Hierover waren vijf prae-adviezen uitgebracht. Ir. F. J. Philips, vice-voorzitter van de raad van bestuur van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken, hield een inleiding en sprak over „De roeping van de arbeid en de taak van de leiding", waarbij hij er de aahdacht op vestigde, dat het voor de leiding van een bedrijf van groot belang is belangstelling te hebben voor de jongeren. Dr. B. W. Kranenburg, advocaat en procureur te Almelo, lichtte zijn prae-ad- vies over „Maatschappelijke structuur wijzigingen" toe; dr. B. C. J. L i e v e g o e d, geneesheer-directeur van de Medisch- Paedagogische Inrichtingen te Zeist, zijn prae-advies over „De vooropleiding in het onderwijs"; dr. A. Plesman, president directeur van de K.L.M., zijn prae-advies over „De opleiding en het bedrijfsleven" en mr. K. P. van der M a n d e 1 e, voor zitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam, zijn prae-advies over „De toekomst van Nederland". Vijftienhonderd scholieren, voornamelijk uit de derde klassen van middelbare scho len in Haarlem en omgeving, bezochten gisteren in kleine groepen een twintigtal bedrijven in de stad. Het plan hiervoor was geopperd bij de voorbesprekingen voor het 35ste lustrum van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Op de 175ste jaarvergadering, die vandaag en morgen gehouden wordt, zal aan de jeugd de volle aandacht geschonken wor den, wanneer het probleem van Nederlands toekomst ter sprake komt, aldus een zegs man van de maatschappij. Door deze mas sale excursie wordt de jeugd zelf in staat gesteld om in grote trekken te zien hoe de Haarlemse industrie werkt voor onze wel vaart. Temidden van de draaiende persen van de drukkerij Enschedé zagen wij jhr. mr. B. W. F. van Riemsdijk een groepje leer lingen rondleiden. Met kennelijk plezier legde hij hun de werking van de persen uit en toonde hun vellen postzegels en ge kleurde route-kaarten van de KLM. De kinderen keken geboeid toe en uit hun vragen bleek wel dat zij er steeds bij wa ren. Trouwens, dat zeiden ze ook, deze les was veel boeiender dan die op school, „waar je toch altijd hetzelfde te horen krijgt'. Hun leraar, die deze ochtend zel den aan het woord kwam, volgde met een notitieboekje nauwgezet de rondleiding en sommige van zijn leerlingen waren ook in de weer met potlood en papier. De bedoe ling is namelijk dat er een opstelwedstrijd uitgeschreven zal worden, waarbij het bes te opstel uit iedere klas met een boek be loond zal worden, aldus deze leraar, in. de Hin-fabriek werd gisterochtend een groep leerlingen van een meisjes-HBS rondgeleid. Met grote belangstelling volg- deh dezen het productieproces van he kledingstuk, dat voor hen over enkele ja ren zo begeerlijk zal worden. Bij de cot ton-machine, die ongeveer twee dozijn ny lons tegelijk breit, lachten de meisjes om de potige arbeiders, die zorgvuldig gema nicuurd worden en een speciaal hemdje moeten dragen over hun ceintuur, om be schadiging van het weefsel te voorkomen. De sorteer-afdeling, waar tientallen meis jes de kousen sorteren en het fijne weefsel op fouten nazien, waardeerden zij het meest, omdat „het er zo stil was". Boven op het dak van de fabriek torent een wel- In de N.V. Grafische Inrichting Joh. Enschedé en Zonen gaf de heer A. D. Huijsman, gedelegeerd commissaris der N.V. aanschouwelijk onderwijs in de museum-zaal. (Foto links). Leerlingen van een meisjes-H.B.S. bewon derden in de Hin-Fabriek nylons in staat van wording. gevox-md been omhoog, beschilderd alsof het in een nylon-kous gestoken was. De forensen, die dat been dagelijks bewonde ren, zullen zich misschien wel eens hebben afgevraagd welk been het is. Hoeveel nu deze meisjes opgestoken hebben bij de rondleiding, bleek wel toen zij het ant woord op deze vraag zonder dralen gaven: „Het is een rechterbeen". In zijn prae-advies over de toekomst van Nederland, uitgebracht aan de jubileum vergadering van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel, betoogt mr. K. P. van der Mande'le, dat, nationaal gezien, onze economische verhoudingen tegen woordig door veel niet-economische facto ren worden beïnvloed. Vroeger was de eco nomische actieradius van het individu haast onbeperkt; de eerste wereldoorlog maakte daaraan een einde. Kon men in het liberale tijdperk van een middelpuntvlie dende kracht spreken die de peripheric activeerde, nu zou men eerder moeten constateren dat een middelpuntzoekende kracht steeds nauwere kringen trekt. De exponenten der twee tegenstellingen, die de wereld verdeeld houden, zijn Rus land en Amerika. De Russen bestrijden het Amerikaanse economische imperialisme, de Amerikanen het Russische ideologische. In beide systemen ligt een zekere mate van aggressiviteit, want elke eenzijdigheid is op zichzelf al aggressief. Misschien heeft Nederland de historische taak, de twee eenzijdigheden tot een harmonisch geheel te maken. Nederlands moeilijkheden lig gen vooral op binnenlands gebied. De cri sis is weliswaar op economisch gebied be gonnen, maar heeft zich tot een crisis van het geestes- en rechtsleven uitgebreid. Zonder een functionele decentralisatie van de staatsmacht komt men niet uit dit war net. Men kan overal aanwijzingen vinden dat men daarheen allang op weg is, dus naar het overdragen van verantwoorde lijkheid uit het staatkundig leven naar de gebieden van het economisch en geestelijk ■Mr. K. P. v. d. Mandele dige opgang van het communisme in het Oosten dit, dat het aan de massa appel leert, die geen verleden kent. Een massa in die zin, dat de maatschappij uit een brede kleurloze bevolking en een kleine heersende élite bestaat, kent onze Wester se samenleving niet. Onze christelijke maatschappij bestaat uit vele lagen, rangen en standen, die allen diep in ons verleden geworteld zijn en die om de beurt de kracht en de inspiratie gevonden heb ben, om misstanden te overwinnen en her vormingen en vernieuwingen uit eigen im puls in te voeren, in tegenstelling tot het Oosten, waar meestal de „vei-lichte des poot" de vooruitgang bracht en brengt. Onze christelijke cultuur is gebaseerd op de geestelijke vrijheid van het individu. Dat deze geestelijke vrijheid hoe langer hoe meer in de verdrukking geraakt wordt algemeen erkend. Deze beknotting doet zich feitelijk alleen op economisch gebied gevoelen. Wil men, aldus mr. Van der Man dele, zijn persoonlijkheid ook in het eco nomische leven weer tot gelding laten ko men, dan kan dit alléén dan geschieden, wanneer wij als toekomstige onderne mingsvorm de stichting kiezen, de werk gemeenschap, die niet op winstbejag maar op wederkerige bijstand gebaseerd is en waarin ieder èn deelgenoot èn medewer ker is. Sporadisch zien wij allang stichtingen verrijzen, maar het besef, dat deze de ba sis voor de funetionele decentralisatie van onze maatschappij zijn en aan het econo misch leven weer de mogelijkheid geven zich vrij van ideologische of politieke in menging tot een zelfstandige cel in een or ganisch geheel te ontwikkelen, onbreekt vooralsnog. De jeugd zal, funtcioneel-gedecentrali- seerd in gemeenschapskringen werkend, in het eigen land de takken van bedrijf: han del en nijverheid, scheepvaart en lucht vaart, wegverkeer en wegenbouw, land bouw an visserij, bankwezen, verzekering, bouwkunde en waterbouwkunde op zulk hoog peil moeten brengen en houden, dat het de binnenlandse behoeften spelender wijs verzox-gen kan en tegelijk de deuren van de wereld wijd open kan gooien. Als in onze gouden eeuw zal onze jeugd de taak hebben om weer, na alle slagen die het vaderland op moest vangen, nieu we welvaart te scheppen, opdat de geest vrij kan zijn en de cultuur kan leven. Zij zal in verre gewesten centx-a kunnen stich ten van Nederlandse stam, nieuwe econo mische en culturele banden met Indonesië moeten knopen zodanig, dat beide par tijen elkander de hand kunnen geven en steun kunnen bieden. Zij zal moeten in zien hoe in het algemeen de economische en geestelijke contacten met de andere de len van de wereld gelegd zullen moeten wox'den en waarom het anders moet met Montreal of Melbourne dan met Marokko of Madi'as, Max'acaïbo, Monx-ovia, Moekden of Manilla. Er is een uitspraak van de grootste his toricus van deze tijd, Toynbee, die moed geeft: een volk staat op en groeit en bloeit na groot lijden. Mr. Van der Mandele twij felt er niet aan dat de zwax'e bepx-oevingen, nu kortelings geleden, onze jonge mannen en vrouwen de impuls en de kracht zullen geven aan de wereld een nieuw bezield Nederlands volk te tonen, in staat en be- reid om te werken en te dienen in de eigen landouwen, maar ook in de nabije en in de verre streken. De particuliere secretaris van Prins Bernhard, dr. F. A. de Graaf, heeft gister avond in de sociëteit „Teisterbant" een causerie gehouden over het recente bezoek van het koninklijk paar aan de Verenigde Staten, waarin hij een beschrijving gaf van de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het bezoek en deze aanvulde met allerlei aar dige bijkomstigheden en persoonlijke in drukken. Het doel van de reis is geweest goodwill voor Nederland te kweken maar de resultaten zijn daar, naar hij zeide, nog ver bovenuit gestegen. Vooral uit de Ame rikaanse perscommentaren is gebleken, dat met dit bezoek een West-Europees belang gediend was. De spreker uitte bewondering voor het uithoudingsvermogen van de Koningin, die op de vele recepties, duizen den handen moest drukken en sprak ge ruime tijd over het contact met Ameri kaanse jounialisten en fotogx-afen. Hij ver telde het een en ander over de aanbieding van het carillon aan Truman, de intocht in Broadway, de ontvangst op het New Yoi-kse stadhuis, de ere-promotie van de Koningin aan de Columbia-Univex'siteit, het week-end op Sea-Island en het bezoek aan de Ford-fabrieken, feiten die destijds in de Nederlandse pers uitvoerig zijn be schreven, maar die cachet kregen door kleinigheden, welke hij er bij vermeldde. TRINITEITS LYCEUM Aan het Triniteits Lyceum te Haarlem zijn van de afdel/ng gymnasium geslaagd voor het diploma gymnasium B Jan Blom, Pim Nederkooxm, Theo Schlatmann, Jan Stut, allen te Haarlem; Vincent Huygen te O verveen; Jos Niehe te Bloemendaal; Janko Tonino te Santpoort. Met twee candidaten wordt het examen voortgezet. Afgewezen geen. De minister zonder portefeuille, prof. A. H. M. Albregts, sprak gelukwensen uit namens de Nederlandse regering. „Ieder die de geschiedenis van uw maatschappij objectief be studeert", aldus de minister, „zal stellig tot de overtuiging geraken, dat hier gesproken mag worden van een waarlijk groots verleden. Ook thans geeft de maatschappij blijk van eei^jeugdige vitaliteit, die ons het vertrouwen schenkt, dat zij ook in de toekomst haar vooraanstaande plaats zal behouden". Prof. Albregts gaf hierna een overzicht van de geschiedenis der Maatschappij. Deze is in 1777 in een periode, waarin de achter uitgang van de handel zich in toenemende mate aftekende, als de „oeconomische tak", van de Hollandse Maatschappij der Weten schappen opgericht. Van het idealisme waarmee het werk van het genootschap doortrokken was, ge tuigt het op de voorgrond stellen van het algemene belang. O Juist in een tijd, waarin een grote ver deeldheid ons volk beheerste, waarin het streven van de steden en van de geweste lijke staten sterk gericht was op de bevor dering van het enge stedelijke en provin ciale belang, was het zoeken naar datgene wat samenbond van grote betekenis. Deze geest van samenwerking ten bate van het algemene belang zou in de geschiedenis van de maatschappij steeds het uitgangs punt blijven van haar activiteit. De Maat schappij heeft hiermede een voorbeeld ge geven, dat tot in deze tijd zijn waarde voor de samenleving heeft bewezen. De ook aan diepte winnende activiteit van de Maatschappij blijkt uit de stimu lering van de nijverheid in de eerste helft van de 19e eeuw. In tegenstelling tot de activiteit welke de oeconomische tak in de eerste decennia van haar bestaan ontplooi de was het streven van de Maatschappij er op gericht de oorzaken van het kwij nende bestaan van verschillende indus trieën te helpen opheffen. „Als minister, wie het vraagstuk van de productiviteit bijzonder ter harte gaat, "wil ik getuigen van mijn waardering voor de bemoeiingen van de Maatschappij, die ge richt waren op de vergroting van de pro ductiviteit", aldus minister Albregts. „Uit de doelstelling van de Maatschappij: bevordering van het algemeen welzijn, vloeide rechtstreeks voort een warme be langstelling voor het sociale vraagstuk. De leden van de Maatschappij behoorden tot de eersten, die een open oog hadden voor de belangen der arbeiders. Het was vrijwel vanzelfsprekend, aldus de minister, dat de Maatschappij ook haar aandeel zou leveren in het herstel van de door de oox'log zo gehavende Nederlandse economie. Reeds tijdens de bezettingsjaren, toen de Maatschappij in haar openbare activiteit aanzienlijk was belemmerd, heeft zij zich bezig gehouden met de vraagstuk ken, waai-mede het na-ooi'logse Nedex'land zou worden geconfronteerd. Met grote waardering maakte de minister melding van de rapporten, die de regering werden aangeboden over de samenwerking in het bedrijfsleven. Hoewel de principes in deze rapporten niet steeds door de regering wer den overgenomen, hebben zij niettemin een constructieve bijdrage geleverd bij de tot standkoming van de regelingen op dit ge bied. Grote dank is de regering aan de Maatschappij verschuldigd voor het voor bereidende werk, dat tijdens de bezettings jaren werd verricht ten aanzien van de geldzuivering en van de bijzondere heffin gen. De adviezen die de Maatschappij heeft uitgebracht zijn van uitermate groot ge wicht geweest. De minister zeide ervan overtuigd te zijn, dat de Maatschappij zich volledig bewust is van de uitspraak van Wallis „een groot verleden is een plicht voor de toekomst". Dit blijkt reeds uit het onderwerp, dat de Maatschappij thans aan de orde heeft gesteld de jongere genera tie Nederlands toekomst. „Ik heb per soonlijk een groot vertrouwen in onze jeugd, aldus de minister, en twijfel er niet aan. dat de overgrote meerderheid van deze jongeren bereid is naar beste vermogen de pogingen te ondersteunen die door vele personen, die belast zijn met de verant woordelijkheid voor het welzijn van de maatschappij, worden ondernomen, voor het behoud van een in geestelijk zowel als in matex-ieel opzicht gezonde en welvarende samenleving, nationaal en intexmationaal. De toekomst van de vrije Westerse wereld hangt af van een duurzame samenwerking der vrije landen". Spreker acht 't een ver heugend teken, dat met name ook het in ternationale aspect dezer vraagstukken bxj de jeugd zo sterk leeft. De minister eindigde met de wens dat het de Maatschappij gegeven moge zijn nog lange tijd haar vruchtdragende activiteit „ter vermeerdering van de volkswelvaart" te blijven verrichten. Koninklijke onderscheiding Minister Albregts richtte zich tenslotte tot de secretai-is mr. Bierens de Haan. Hij herinnerde aan het vele werk door de secretax'is. in de afgelopen vijfentwintig jaar verricht. De arbeid op het secretariaat is zijn levenswerk geworden. Op voortref felijke wijze heeft mr. Bierens de Haan zijn taaie vervuld. Ook in andere functies heeft hij zich met inzet van zijn gehele persoon gegeven. De arbeid verdient de dank van dë x-egering. De minister deelde mee, dat de Koningin besloten heeft mr. Biex-ens de I-Iaan te benoemen tot officier in de orde van Oranje Nassau. Mi'. Bierens de Haan sprak woorden van dank voor de hem gebrachte hulde. leven. Soms wordt onmiddellijk een sprong gemaakt naar een boven-nationaal oi'gaan zoals het Schumanplan of het Atlantisch Verdrag. Heel langzaam zoekt het oude Europa de twee eenzijdigheden, die het bedx-eigen, van zich af te schudden. Volgens mr. Van der Mandele zal de wereld voorshands gesplitst zijn in zes ca tegorieën van landen, waarop Nedex'land zijn economische activiteit kan richten. Het zijn: West-Eui'opa; de Verenigde Sta ten; Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland; Midden- en Zuid-Ameri- ka; Oost-Europa, Rusland, China; en Noox'd-Afrika, het Nabije Oosten, Voor- Azië en Zuid-Oost-Azië. Hoewel het bedrijfsleven in het alge meen het land aan politiek heeft, zullen uitsluitend politieke factoren de doorslag geven, welke soox't economische x-elaties in de toekomst met de zes categorieën kunnen wox'den onderhouden. West-Eux'opa, de Verenigde Staten en de blanke dominions van het Britse gemene best, die op eenzelfde cultuur gegrondvest zijn, zonder op den duur tot overeenstem ming kunnen komen over de spelregels welke voor de steunpilaren van elke eco nomie kapitaal en ai'beid in dit ge bied geldig zijn. Zodx'a kapitaal en arbeid in de Atlantische gemeenschap veilig zijn gesteld, darx houdt de taak van de over- heid op en moet het privé-initiatief de leiding nemen. Eén element in het economisch poten tieel van Nedex'land kan ten volle tegen over het Sovjetblok worden gebruikt: de handel. Lenin was er reeds van overtuigd dat handel tussen de twee systemen nood zakelijk was, echter alleen op de basis van volkomen gelijkwaardigheid. Feitelijk zal het economisch verkeer met het Oostelijk blok, waax'toe ook Rood-China moet wor den gerekend, neerkomen op ruiltransac- ties op grote schaal. Bij het Nabije, Midden en Verx-e Oosten staat men nog voor een vraagteken hoe en in welke mate de nog xninder-ontwikkelde landen van de Eux'opese activiteit en capa citeit gebruik zullen willen en kunnen ma ken. Eén les moeten wij, aldus mr. Van der Mandele, voor ons zelf uit de veranderde omstandigheden ten aanzien van de Wes terse investering al dadelijk trekken: onze spaarpenningen kunnen wij voortaan al léén in die economieën beleggen, waar die volgens onze Westerse opvattingen veilig zijn en gegarandeerd worden. Onontwik kelde gebieden met een grote kapitaalbe hoefte hebben wel in de eex-ste ronde de Westerse invloed geweerd, maar of zij ook de kracht en kennis zullen hebben om met eigen middelen hun economie op te bou wen valt nog te bezien. Mr. Van der Mandele stelt vervolgens de vraag welk antwoox-d de jexigd op de gro- te uitdaging uit het Oosten zal vinden en welke les zij uit het verleden moet trek ken, wil de continuïteit van onze bescha ving verzekerd zijn. Misschien is het geheim van de gewei-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 9