Oranjerie op „Meer en Berg" gaat naar Openluchtmuseum Joegoslavische volkskunst bloeide in Bloemendaal ■Clowntje Riek Machteld Wisse, fotografe A.R. LIJST Dr. J. SCHOUTEN Ideale vertolking van meesterwerk Dansschool Nel Roos Partij Recht en Vrijheid Dokter Van de Belt gehuldigd Jaarvergadering Bond Technische ambtenaren HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 De dodendansvan Arthur Honegger Voor de kinderen Heringa Wuthrich Examens Burgerlijke stand van Haarlem FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hofker MAANDAG 23 JUl^ï 1952 Zoals wij wel voorspeld hadden, uitgaan de vah de herinnering aan onze eerste ken nismaking met het Nationaal Danstheater vön Joegoslavië, verleden jaar in het Ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag, is het optreden van dit gezel schap in Bloemendaals Openluchttheater een zeer verheugende ervaring voor de tal rijke toeschouwers geworden. Men kon zich, zittende in het amphitheater tegen over het rijkgeschakeerde groen van de het speelveld -omgrenzende hellingen, op één van die traditionele Paasfeesten in een Servisch bergdorp wanen, zo natuurlijk voegden de grillige guirlandes van met overwegend rode en witte kledingstukken uitgedoste mannen en vrouwen zich in deze pastorale omgeving. Zo werden de grote kolo^s of klassieke reidansen keer op keer Uitbarstingen van zeer wezenlijke vreugde, die gemeenschappelijk genoten werd. Het dansen zit deze Joegoslaven in het bloed. Het gezelschap dat verleden jaar onbetwist de eerste prijs won op het jaar lijkse folkloristische concours in Llangollen in Wales, vervolgens met sensationeel suc ces in Londen optrad' als onderdeel van het Festival of Britain en op de thuisreis ook Nederland met een bezoek vereerde bestand geheel uit amateurs. Met de kern van, beroepsdansers daaruit wordt thans de tweede, tournée ondernomen. Uiteraard Ls een dergelijke omschakeling naar het professionalisme waar het een levende volkskunst betreft niet zonder gevaren. Iets van het overrompelend-frisse dreigt plaats te maken voor het zorgvuldig be rekende theatrale effect. Maar daar staat als voordeel tegenover de drang van de kunstenaar naar vervolmaking en zo hoog mogelijke opvoering van zijn technische geheersing. In sommige gevallen, zoals bij de dans der Chiptaren of die van de Dalmatische meisjes, kon men zelfs spre ken van een dienende virtuositeit. Ook bij de uitbundigste ensembles bleef de laaiende vrolijkheid genietbaar als een bron van schoonheid, dank zij de gehoorzaamheid aan htf't rhythme en de precisie waarmee de bewegingen werden uitgewerkt. tïet gedeelte voor de pauze is vooral in choreografisch opzicht bijzonder interes- .•/ant. Olga Skovran heeft werkelijk voor beeldig kans gezien uit de overvioed van motieven datgene te sorteren, dat de ken merken van het land van herkomst met een minimum aan middelen veelzeggend open baart. Er is in deze dansen veel (evenals trouwens in de Spaanse bijvoorbeeld) dat in pantomimische vorm uitbeelding geeft van allerlei verrichtingen uit de practijk van het dagelijks leven. Maar bijna altijd dient deze nabootsingsdrang de openbaring van een voor iedereen duidelijke gemoeds gesteldheid en daarom heeft men er geluk kig niet veel uitleg bij nodig. En overigens is dé rijkdom van lichaamsbewegingen en de ruime afwisseling van vaak opzwepende rhythmen al meer dan voldoende om een avond van voor een niet gering gedeelte aesthetisch plezier te waarborgen. Het zou te ver voeren om op alle onder delen van het afwisselende programma van zang en dans nader in te gaan. Een groot aantal nummers werd door ons trouwens reeds eerder besproken. Even belangwek kend als fascinerend was de kennismaking met de Teskoto, de zware mannendans uit Macedonië, uitgevoerd op het obsederend aanhoudende tremolo van een trommel, die met dé''merkwaardigé 'houdingen op één been hoge eisen aan de menselijke balans stelde. En dan plotseling stuift zo'n eigen aardige processie uiteen, losgeslagen' als het ware, om zich in een roes over te geven aan de wonderlijkste pirouetten en spron gen. Fraaie staaltjes van hurkdansen,waar bij beurtelings de knieën naar de grond werden gedrukt, zag men in de folklore uit de zwarte bergen van Skoplje en men selijke torenbouwers aan het werk in die uit Montenegro. Zo heeft iedere streek zijn eigen ken merken/al bespeurt men wel een gemeen schappelijke Slavische grondslag en tel kens weer invloeden van de Turken, die zolang dit land overheerst hebben. Een herinnering aan de bevrijding uit deze vreemde dwang werd geleverd door de spectaculaire dans van de Komitas, waarbij men kon denken aan het ergens door A. den Doolaard geciteerde Bulgaarse ge dicht: „De zon verdwijnt, de nacht begint, de maan komt op, een sterk verschiet, in 't bergwoud ruist de Noordenwind, de Bal kan zingt zijn roverslied". Woest en teder, droefgeestig en gepas- sionneerd, maar altijd even helder en na tuurlijk, dicht aan de aarde gebonden, zon der een spoor van tweespalt tussen lichaam en geest, liefelijk of vol ingetoomde kracht, ADVERTENTIE RECHT VOOR AMBON EN DE AMBONEZEN NIEUW-GUINEA BLIJVE, TEN BATE VAN DE BEVOLKING VAN DIT GEBIED, ONDER NEDERLANDSE SOUVEREINITEIT 3 voltrok zich deze revue van exotische volkskunst. Opvallend was ook de aristo cratische houding van de mannen, die toch van origine boeren zijn. Gezegd moet nog worden dat de opstelling van het orkest dank zij het nieuwe systeem van geluids overbrenging het muzikaal-ingestelde oor volledig kon bevredigen. Na afloop van de voorstelling overhan digde de heer C. de Jong, secretaris van de stichting Bloemendaals Openluchttheater, een bloemstuk aan de leidster, mevrouw Olga Skovran, waarbij het dankwoord voor het gebodene op haar verzoek in het Nederlands werd gesproken. Door de re genval moest de voorstelling van gister middag worden uitgesteld. De houders van kaarten werden echter in de gelegenheid gesteld des avonds de geleden schade in te halen. Vanavond kan men voor het laatst genieten van dit heerlijke schouwstel. DAVID KONING. Zaterdagavond bracht Eduard van Bei- num met het Concertgebouw-Orkest, so listen en het Groot Omroepkoor, in de Kurzaal te Scheveningen het beknopte oratorium „La Danse des Morts" (De Dodendans) van Arthur Honegger, aldus toevallig vooruitlopend op de uitvoering van diens meesterwerk „Jeanne d'Arc au bücher". Steeds maar hoogtepunten van adembenemende dynamiek en verbijsteren de krachtontplooiïng! Men wordt wel de gelijk geconfronteerd met de sterkste ar tistieke spanningen van onze eeuw. Wie het summum daarvan meende te hebben beleefd met Strawinsky, heeft deze week kunnen ervaren dat ook Bartök mag mee tellen en kon Zaterdagavond met „La Danse des Morts" (en zeker Zondagmid dag met „Jeanne d'Arc" au bücher") de overtuiging opdoen dat Honegger eveneens in die superieure klasse thuis hoort. Het geluk heeft Honegger gediend, dat hij als librettist voor zijn beide laatste oratoria een dichter van de hoogste orde gevonden heeft in Paul Claudel. Diens visionnaire teksten hebben de vorm van het moderne oratorio en ook zijn intensi teit uiteindelijk bepaald. Realiteit en apoca lyptische verbeelding zijn in Ciaudels li bretto op de hachelijkste, maar dan. ook op geniale wijze tegenover elkaar gésteld en zelfs door elkaar gevlochten. In zijn „Danse des Morts" is de eigenlijke doden dans slechts een aanleiding en een episode; in de kern gaat het om de tegenstelling: tijdelijkheid en eeuwigheid. Uit het Oude Testament roept hij de profeterende Ezechiël op en uit het Nieuwe Testament haalt hij Johannes XV aan om op de een heid van de mens met God te duiden. En ondertussen geeft hij de componist volop gelegenheid om de aardse realiteit, zelfs de menselijke barbaarsheid, muzikaal door het werk heen te weven. Zo bijvoorbeeld in de „Dodendans", die gaat- op het wijsje uit de Franse revolutietijd ,,Dansons la carmagnole" en op het liedje „Sur le pont d'Avignon", maar nu met gepariodeerde tekst, en dat alles terwijl de waarschu wende woorden van de profeet weerklin ken. Die tegenstellingen geven een gewel dige spanning en Honegger is daarbij in zijn element. Diens volksliedbewerkin gen zijn trouwens altyd van geweldige sfeerwerking of van dynamisch effect. Maar dë componist kent ook de kracht van de zelfstandige, ingetogen melodie. Waarlijk indrukwekkend gezongen door de jonge baszanger David Hollestelle, was aldus de uitvoerige klaagzang van de mens („gedenk, Heer, dat ik van stof en as ben en tot stof en as zal wederkeren"). Dit stuk is bovendien een model op het stuk van moderne sobere orkestbegelei ding. Maar in de grote bewogen scènes van het quasi-Bijbelse fresco gebruikt Ho negger de meest fantastische middelen om Ciaudels beelden te kleuren en ze tot actie op te stuwen. Wat hij daarbij van de ko ren eist is lang niet gering. Gelukkig kon Van Beinum rekenen op een voortreffelijk beroepskoor, dat de de hachelijkste moei lijkheden (bijvoorbeeld de hoog uitgekre ten Amen, van de sopranen) technisch knap realiseerde. Dat enkele inzetten niet zeer gelijk waren, meen ik te mogen wij ten aan het feit, dat de dirigent zonder stok dirigeert, dat kan goed zijn voor een klein ensemble, maar voor een zo massale bezetting is een puntige directie met de stok te prefereren. Léon Combé reciteer de met goede Franse uitspraak. Zeer ver dienstelijk was de medewerking van de jonge krachten: de alt Maria Fluister en de sopraan Lucie Waringa. Het aandeel van het Concertgebouw-Orkest was boven alle lof verheven. Het concert werd tamelijk topzwaar door tenslotte nog een uur Bruckner te serveren. Van Beinum dirigeerde diens Vierde Symphonie in de originele lezing. JOS. DE KLERK Leerlingen, van pasbeginnende tot ver gevorderde meisje, van Nel Roos die te Amsterdam de klassen van Yvonne Georgi heeft overgenomen en ook enige uren per week te Haarlem les geeft gaven Za terdagmiddag in het Minerva-theater te Heemstede een drukbezochte demonstratie voor ouders en vrienden. Het eerste ge deelte bestond uit een aardig in scène ge zette en daardoor ondanks de vele herha lingen geenszins vervelende openbare les (zonder aanwijzingen) in de klassieke techniek en een groot aantal kleine en semblestudies en solodansjes op. doorgaans populaire muziek van bekende componis ten. Na de pauze werd er een eenvoudig, heel leuk kinderballet in vier bedrijven waarvan er door de korte tijd van voorbe reiding één vervallen moest met mu ziek van de pianiste Lise van der Weerdt opgevoerd. „Als de boer van huis is vieren bloemen en dieren een vrolijk feest, een dankbare gelegenheid voor de jongste generatie om de verworven bewegingsmo gelijkheden en pantomimische instelling uit te vieren, hetgeen op een bijzonder aan trekkelijke manier gebeurde. Het heeft niet de minste zin en zou. trou wens strijdig met de bedoeling van een dergelijke „voorstelling" zijn om de presta ties aan een critisch oordeel te onderwer pen. Laten wij daarom volstaan met op te merken dat men aan gene zijde van het voetlicht meer dan eens blijken zag van talenten, die wel iets beloven. Sommige solistjes werden door de hartelijkheid van het applaus zelfs tot bissering van haar optreden gedwongen, doch het ware beter geweest als men het gevolg geven aan dergelijke uitnodigingen achterwege had gelaten. Overigens kreeg men de indruk en daar ging het tenslotte om dat dit elementaire dansonderwijs aan hoge eisen voldoet. D. K. In restaurant Brinkmann is Zaterdagavond een verkiezingsvergadering gehouden van de Partij voor Recht en Vrijheid, waarop prof. mr. dr. G. M. G. H. Russel een rede heeft gehouden. Deze rede heeft hij ook el ders uitgesproken en in ons blad van Vrij dag hebben wij er een verslag van opge nomen. De heer J. W. Mentel sprak over „Wat moeten wij doen met de gerepatrieerden?" Hij'herinnerde er aan, dat er drie groepen van gerepatrieerden zijn. Zij, die voor de oorlog in ons land gekomen zijn, verkeren het minst in nood. De Nederlanders uit de groep die teruggekeerd is en in kampen h'eeft gezeten, genieten een minder gun stige gezondheidstoestand, doch de meesten van hen hebben een inkomen. Dan zijn er Nederlanders die bij het leger zijn geweest of als oorlogsvrijwilliger in Indonesië heb ben gediend. Zij deden dat als trouwe honden. Hoe waren echter hun meesters? vroeg de spreker. Er werd pressie uitge- oefen zoveel mogelijk in Indonesië te blij ven. Kwamen zij in Nederland, dan werden zij wel geholpen, maar wat is hun toekomst? De Indische Nederlanders hebben een leef tijd bereikt waardoor zij moeilijk een be trekking kunnen vinden en hun kinderen komen vele jaren tekort in schoolse opleiding De heer Mentel zeide, dat de Partij voor Recht en Vrijheid voor hun rechten strijd. Dat verdienen zij, want in Indonesië heb ben zij hard gewerkt. De reeds bestaande partijen doen niet veel voor deze mensen merkte de spreker op en volgens hem is er veel van de nieuwe partij te verwachten. De heer A. F. Spanbroek, voorzitter van de Nederlandse Vakcentrale, besprak het optreden van de vakbeweging, in het bij zonder van Het N.V.V.J dè K.A.B. en het C. N. V. V. Sedert 1923 is er van democratie geen sprake meer. Op het ogenblik tracht zij met de P.B.O. wat te bereiken. Het is echter beter in vrijheid te leven. De Partij van Recht en Vrijheid is volgens spreker niet reactionnair. De besturen van de drie vakbonden hebben een te grote macht en luisteren naar hetgeen de regering voor schrijft. Daartegen verzet de partij zich; zij wil vrijheid brengen en welvaart aan het gehele Nederlandse volk. Ongeveer zevenhonderd personen hebben Zaterdag deelgenomen aan de ramp-oefening, welke het Nederlandse Rode Kruis in de omgeving van Wassenaar heeft gehouden. Bij deze. oefening ging men uit van de veronderstelling, dat Wassenaar door een cycloon was getroffen. Hierbij werd voor de eerste maal gebruik gemaakt van een nieuw type, van tentzeilen voorzien „ziekenwagentje" voor het wegvoeren van slachtoffers uit het „rampgebied". Donderdagmiddag vergadert de gemeen teraad van Heemstede ter behandeling van elf punten. B. en W. stellen de raad voor aan het Rijksmuseum voor Volkskunde „Het Ne derlands Openluchtmuseum" te Arnhem om niet af te staan de opstal van de oran jerie, staande in de buitenplaats „Meer en Berg". Het museum zal de oranjerie op zijn kosten laten slopen en laten opbouwen in dezelfde vorm op het terrein van het museum. Het gebouw verkeert nu in zodanige slechte toestand dat er, door vallend puin en dergelijke, levensgevaar aanwezig was. Hierin is door het aanbrengen van een af rastering met waarschuwingsbordjes voor zien. Het gebouw is zeer vervallen; op en kele plaatsen buigen de gevels uit en staan uit het lood. Ramen, deuren en ruiten zijn vernield; de kap is zeer slecht. Wil dit gebouw, dat kennelijk onder ar chitectuur van Daniël Marot in Klassicis- tische Barok-stijl is gebouwd, om culturele redenen bewaard blijven, dan is spoedig ingrijpen noodzakelijk. B. en W. hebben zich daarom gewend tot het Rijksmuseum voor Volkskunde „Het Nederlands Open luchtmuseum" te Arnhem, omdat reeds eerder bleek, dat dit voor de oranjerie be langstelling had. Het is dan de bedoeling het gebouw te slopen en op het terrein van het Openluchtmuseum weer op te bou wen en daarin een kruidentuin onder te brengen. Een en ander zal geschieden met medewerking van het Rijksbureau voor Monumentenzorg. School aan de Voorweg wordt verbeterd De school aan de Voorweg vertoont en kele gebreken. Er moet wonden overge gaan tot het aanbrengen van twee nieuwe lichtramen, het bijplaatsen van een radia- teur, het schilderen van de radiateuren in enkele lokalen, het verbeteren van de ver lichting in vier lokalen. De kosten worden op f 3780 geraamd. B^en W. vragen de raad dit bedrag beschikbaar te stellen. Zo kwam Lumpo dan bij Juup en Plop in huis. Hij hoefde nu geen zorg meer te hebben, hoe het verder met hem gaan zou, al was hij dan zijn eiland en zijn huisje kwijt. Maar Plop had nog een aardig plannetje. „Ik begrijp dat je 't jammer vindt van je aardige huisje, dat je nu kwijt bent", zei hij. „Maar nu moet je eens luisteren: we zullen je kamertje hier net zo maken, als je het daarginds had. Hoe vind je dat? Dan zul je je hier helemaal thuis voelen!" Dat was nu echt weer iets voor Plop, om daaraan te denken! Lumpo vond het 'n prachtig plan. En Plop begon er direct aan. In hun werkplaats, waar hij al zoveel gemaakt had, stond hij met Juup en Lumpo hele dagen te zagen, te schaven en te timmerenLumpo had uitgelegd, hoe zijn meubeltjes waren geweest, en die maakten ze nu precies na. De leuke stoeltjes en andere dingen werden hier helemaal opnieuw gemaakt. Ze hadden er alle drie veel plezier in. De meubeltjes, die gereed waren, kregen een mooi verfje. Het zag er prachtig uit. Die Plop.hij was helemaal in zijn element.met die karweitjes. B. en W. vragen de raad machtiging een renteloos voorschot te verlenen aan de speeltuinvereniging „Heemstede-West" ten behoeve van de uitbreiding van de speel- tuinwerktuigen van die vereniging en voor betaling van onderhoudswerken. Voorts vragen zij een crediet van f 1700 beschik baar te stellen voor het maken van een nieuwe afrastering langs de speeltuin. Voorgesteld wordt van de N.V. Kwekerij Insulinde aan-te kopen een perceel grond, groot 1650 m2, gelegen aan de Laan van Insulinde, voor de prijs van f 1000 en van de heer A. P. Audretsch te Heemstede de op deze grond aanwezige vruchtbomen voor de prijs van f 1000. ADVERTENTIE HAARLEM Elcctrische installaties Luidsprekende telefoon-installaties Voor het eindexamen afdeling H-B.S. B van het Lorentz Lyceum zijn geslaagd: J. V. van Acker, P. de Cock, R. Ditmarsch, H. Hage, H. Jonge Vos, J. H. Klaassen, B. A. Knol, R. H. Laatsch, E. Lauwerens, J. J. W. H. van der Leyé, R. J. Nikkels, F. de Pagter, J. G. Rijpma, A. M. Schaake, W. Abspoel, J. A van Dommelen, A. S. van Dijk, J. H. Heerze, P. H. Lammerts van Bueren, H. H. Knol, B. A. Maat, W. Raayen, L. A. de Wit, H. L. M. Zedel. Afgewezen één candidaat. Geslaagd voor het eindexamen Middelbare Meisjes School (Jac P. Thijsse Montessori- Lyceum) de dames: J. C. Beröenis van Bèrle- kom, A. H. Blenfait, J. J. Boersma, M. J. de Booy, L. Flesseman, C. Heyn, P. Horsmeier, H. Chr. C. Kruymel, A. E. van Lennep, S. E. van der Ley, A. L. van der Maesen, B Melis, A. N. J. Nolst Trenité, J. S. C. Oost- veen, N. Quint, A. M. Rodenburg, C. Röme- lingh, E. W. H. Saarberg, L. de Savornin Lohman, C. Stijger. Voor het examen Handenarbeid aan de Rijkskweekschool te Haarlem slaagden de heren: C. Boerlage te Uitgeest, J. J. Gerlofs te Haarlem, J. van Huis te Haarlemmermeer, S. van Huijzen te Haarlem, H. Kleinendorst te Haarlem. J. J. Knotter te Zandvoort, R. de Mooij te Haarlem, P. Munsterman te Haar lem, J. Schols te Driehuis, H. Vleming te Amsterdam, Th- van der Zee te Haarlem. Eindexamen Gem. Hogere Burgerschool A. Geslaagd de dames: H. Veltman, G. Boer, N. Nietzman, A. Betz, G .de Vries, P. Kollewijn, A. van den Engel, H. Hendriks, T. van den Bos, M. Krauwel, A. Steenstra, H. de Zaaijer, A. de Vries, E. Moolenaar, D. Duisterhof, R. Vermeer, T. van der Heijde, L. van Beuzekom, A. Boeltjes, S. van Ees, T. de Vries, C. Kaasenbrood, T. van Rhijn, E. Levert. Geslaagd de heren: W. van Opzeeland, H. Bruijn, R. de Zwart, F. Benjamins, H. de Muinck, J. Hoornweg, C. de Vries, G. Stolk, H. Surendonk, W. Verpoorten, J. Hogervorst, H. Vermaire, A. van Dongen, W. Kraaijenga, G. Kroes, K. de Nobel, S. Leeflang, T. Ruyg- rok, D. Stevens, L. Vasbinder, B. Nordemann, B. Dijkkamp. Afgewezen: 14 candidaten. HAARLEM, 21 Juni 1952. GEHUWD: 21 Juni, A. W. van Dansik en D. Faber; A. Stevens en A. E. J. Sierveld. BEVALLEN van een zoon: 20 Juni. G. TurkOudshoorn; G. G. BorelKok; S. Mer- tensOtsen; 21 Juni, N. SpijkstraJonkhof; G. M. RoestPérukel. BEVALLEN van een dochter: 18 Juni, A. C. G. van der Tuinvan Woerkens; 20 Juni M. E. RienstraWan; 21 Juni. R. van LeeuwenBakker; E. J. Blankensteijnde Doelder. OVERLEDEN: 19 Juni. J. F. M. de Meel— van der Heijden, 49 j., Zaanenstraat; J. M. van BodegomBuser, 47 j., Gasthuisvest; 20 Juni, P. G. Bouman. 78 j., Stuijvesantstraat; A. de Vries, 63 j., Grote Houtstraat. Zaterdagmorgen had in de Kapel van de Strafgevangenis te Haarlem de huldiging plaats van dokter J. J. van de Belt, ter ge legenheid van zijn 25-jarig jubileum als arts bij de Strafgevangenis en het Huis van Be waring te Haarlem. Dr. N. de Voogd, Geneeskundig Inspecteur bij het Gevangeniswezen, sprak namens het Departement van Justitie woorden van waardering voor de toewijding en het wijs beleid waarmede dokter van de Belt in de afgelopen 25 jaar zijn lang niet altijd ge makkelijke functie heeft uitgeoefend. „Gij zijt de rots waarop wij bouwen en vertrou wen. Gij zijt nog een arts van de oude stempel, de arts die dient en blijft dienen." De heer Van der Velden, adjunct-direc teur van de Strafgevangenis, vertolkte na mens directie, personeel en bewoners van beide gestichten in hartelijke woorden de dank voor de jarenlange prettige samen werking. Spreker overhandigde de jubilaris een geschenk. Ds. Van Rhijn voerde het woord namens de geestelijke verzorgers van de Strafgevan genis en Huis van Bewaring. Hij wees op het grote vertrouwen dat gedetineerden in dokter van de Belt stellen. De heer Th. Rienstra, hoofdonderwijzer bij Strafgevangenis en Huis van Bewaring, richtte het woord tot mevrouw van de Belt en overhandigde namens directie en perso neel van beide gestichten een bloemstuk als hulde voor de liefderijke toewijding, waar mede zij het werk van haar man verlicht. Nog enige persoonlijke woorden richtte hij tot dokter van de Belt. De heer W. Haverkort, hoofdbewaarder, vertolkte de gevoelens van het personeel van beide strafgestichten. Hieraan voegde hij enige persoonlijke hartelijke woorden toe en bracht enkele grappige episodes naar voren. J. Laduc, bewaarder, die jarenlang dok ter van de Belt als ziekenvader heeft ge assisteerd, besloot deze huldiging met enige warme persoonlijke woorden. Hierna nam dokter van de Belt zelf het woord. Hij bedankte mede namens zijn echtgenote allen die er toe hadden bij gedragen deze dag tot een onvergetelijke te maken. Na afloop was er gelegenheid tot geluk wensen in de recreatie-zaal van de Straf gevangenis. Het geheel droeg een intiem en gezellig karakter^ De bond van Middelbare en Hogere Tech nische Ambtenaren heeft Vrijdag en Zater dag in Haarlem zijn algemene jaarvergade ring gehouden onder leiding van de bonds voorzitter, de heer H. L. Engberts. Na het huishoudelijke gedeelte van de jaarverga dering sprak des middags drs. G. Bos, ad junct-directeur van de Stichting „Werkelijk dienen", over „bedrijfskadertraining en per soneelsbeleid". Hij stelde, dat bij de verder schrijdende mechanisatie de mens onder gaat in de massa en steeds meer tot een factor, een materiaal wordt in de economische plan ning. De leiders der grote bedrijven reali seren zich volgens spreker niet altijd, dat zij met mensen te doen hebben en dat het bedrijf een bepaalde maatschappelijke doel stelling heeft. De zin van een bedrijf is niet, winst te maken, doch het vervullen van een taak in de gemeenschap. Daartoe is welis waar het maken van winst nodig, doch het is geen doel. Evenmin is de arbeid doel van de mens. De mens dient de arbeid slechts te maken tot factor in zijn levensdoel, dat be staat uit het bereiken van de volledige rea lisatie van datgene, wat potentieel in hem is gelegd. Het leiderschap van een bedrijf dient met deze stellingen rekening te houden. Het dient zich te realiseren dat de mens nooit zielloos werktuig kan zijn, doch dat hij in de onderneming de verwezenlijking van zijn maatschappelijke taak zoekt en vinden moet. De leider van een bedrijf moet een werkelijk leider'zijn, niet slechts op vaktechnisch ge bied. doch vooral op het gebied der psycho logie. Zijn leiding moet erop gebaseerd zijn, dat de mens geen middel tot een economisch doel is. al beweren economen dat. In 1946 pas begon men in Nederland met de opleiding van leiders, dat wil zeggen, met de scholing, vorming en training van leiders, ten aanzien van hun zedelijke taak. Het mo derne personeelsbeleid eist permanente acti viteit om de leiding van het bedrijf in han den te geven van mensen, die weten, dat zij met mensen omgaan en dat hun houding en hun gedragingen belangrijker zijn dan hun bevelen. Drs. Bos noemde de vorming van goede leiders noodzakelijk om de democratie te behouden en te vervolmaken, en tevens om de economische noodzakelijkheden te be reiken. Na deze met ruim applaus beloonde uiteen zetting deed de heer W. Landsman, algemeen redacteur van het bondsorgaan, mededelin gen over de werkzaamheden van het Ne derlandse instituut van middelbare en ho gere technici. Mr. B. Plomp, secretaris van het Ambtenarencentrum, memoreerde de onderwerpen die door dit centrum zijn aan gevat en behandeld, en de problemen die nog op afdoening wachten. In zijn openingswoord had de bondsvoor zitter reeds gewezen op het grote voordeel, dat de bond behaald heeft doordat het amb tenarencentrum door de regering is toegela ten tot de commissie rijksoverleg. Thans, aldus spreker, wachten nog andere proble men op een oplossing, zoals de pensioenver hoging, die ziekte-uitkering, de vacantie toeslagen en niet in de laatste plaats de ver tolking van de afkeer tegen de nivellering der inkomens, zoals die de laatste jaren door de regering is nagestreefd. Na de vergadering verzamelden de leden zich aan een diner. Het Haagse' gerechtshof heeft arrest gewezen in een twintigtal strafzaken* tegen functionarissen van speelclubs. In de meeste zaken werden door de politierechter gewe zen vonnissen van 25 tot 1000 gulden boete en voorwaardelijke straffen van 10 dagen tot 6 maanden gehandhaafd. 8) Hello!, zegt een bekende stem, vlak bij haar en Machteld kijkt in het onverschillige gezicht van Michel Cripps. Moet je naar het bureau? Al is dan een ritje in een open wagen met dit weer geen pretje, alles is beter dan het gehang op de vluchtheuvel. Machteld klautert in het autootje en sluit de kraag van haar jas nog steviger om haar hals. Zonder iets te zeggen, rijdt Cripps door. Vlak bij het fotobureau kijkt hij haar even van terzijde aan; grinnikt om haar bleekblauwe gezicht. Koud?, vraagt hij. Het klinkt spottend. De wagen stopt met een scnok en Mach teld schiet bijna met haar hoofd tegen de voorruit. Ze wordt kwaad; wat verbeeldt dat jong zich wel. Nee, zegt ze, met stijve lippen van de kou. Helemaal niet. Heerlijk fris. Bedankt voop de lift, Cripps. Geen dank, zegt hij, even kort, en rijdt door. Die Cripps, zegt Broerse, die juist komt aanwandelen. Beleefd houdt hij de deur voor Machteld open. Aan overbeleefdheid lijdt hij niet. Machteld stopt haar handschoenen in de zakken van haar mantel en wrijft haar ijs koude handen. Hij heeft me in elk geval voor te laat komen behoed. Zeg, Broerse, die man spreekt wbnclerlijk goed Nederlands voor een Amerikaan. Helemaal niet zo wonderlijk; zijn moe der is een Hollandse. Uit het atelier klinkt een schorre stem: Komen jullie nog? Er ligt hier een grote bestelling. Honderd van het zelfde stuk. Proost, zegt Broerse en trekt zijn stof jas aan. Machteld volgt zijn voorbeeld. De deur van de donkere kamer valt achter hen dicht. En terwijl Machteld de baden voor het ontwikkelen en afdrukken in orde maakt, dringt het eensklaps tot haar door, dat ze nu nog niet weet, waar Joke gisteravond zo dringend naar toe moest. HOOFDSTUK IV Michel Cripps staat voor het raam en kijkt nadenkend naar het water in-de gracht, dat de laatste dagen een flink stuk is gerezen. De wind is gaan liggen en uit de nu egaal grijze lucht siepelt een -fijne motregen. Hij kan niet op gang komen, van daag. De post op zijn bureau ligt nog onge opend en voor de kranten, die hij moet doorlezen, heeft hij geen geduld vanmor gen. Het beste zou zijn, onmiddellijk dat arti kel over die opium-affaire af te schrijven. Er is haast brij, notabene. Maar hij heeft geen zin, doodeenvoudig geen zin. De brief van de hoofdredactie, die hij gis teren kreeg, zit hem dwars. Een verma ning, eens iets bijzonders te sturen, slaat hem altijd lam. Alsof hij niet actief genoeg is. Weliswaar hebben de foto van de mil- lionnair en deze brief elkaar gekruist, zodat de al te scherpe kant van de opmerking „dat hij niet moet denken in Holland te kunnen rentenieren", enigszins verzacht wordt; het blijft toch steken. Doorgaans heeft Michel er lak aan, wat de mensen van hem zeggen, maar een aanmerking op zijn werk kan hij niet hebben. Vooral niet, als het ongemotiveerd is. Zijn werk is het enige wat hem interesseert; de rest kan hem niet schelen. Michel Cripps is een eenzaam mens. Hij heeft de stugge, teruggetrokken aard van zijn Hollandse moeder, die hem belet, zich bij anderen aan te sluiten. Wel heeft hij veel kennissen en de connecties rollen hem als het ware in de schoot, maar op vriend schap met Michel Cripps kunnen maar heel weinigen bogen. Vrouwen stoot hij af, door zijn onver schilligheid en zijn cynisme. Dat was vroe ger, vóór de oorlog, in Amerika al zo. Hij is geen athleet; geen charmant causeur. Hij is klein van stuk en tenger en heeft een alledaags, onopvallend gezicht. Hij is niet aardig voor vrouwen; hij laat ze te veel merken, dat hij ze maar onbelangrijke nietsnutten vindt. Daarbij is hij wantrou wend. Michel Cripps heeft slechte ervaringen op liefdesgebied; na zijn, welgeteld, negen de blauwtje, heeft hij in een opwelling zich als vrijwilliger gemeld en trok naar het Westen, om Europa te helpen bevrijden. In het leger leerde hij ware kameraadschap kennen, maar één voor één kon hij zijn vrienden begraven. Hij vocht in Frankrijk, in België en in Nederland; hij lag dagenlang op zijn buik in de modder, leed kou en honger. De triomftocht na de bevrijding bracht nieuwe teleurstellingen. Hij werd met open armen ontvangen; later merkte hij, dat het voornamelijk om zijn sigaretten en de lang ontbeerde chocola was. Dat deed de deur helemaal dicht. Zijn oorlogsverhalen werden in Amerika met grote waardering ontvangen; zijn ken nis van de Nederlandse taal bezorgde hem de baan van correspondent voor een groot, Amerikaans blad. En zo bleef Michel Cripps in Nederland, zonder dat er iets was dat hem bond. Eenzamer en cynischer dan ooit te voren. Een klop op de deur doet hem omzien. Een secretaresse verschijnt met een pakje foto's. Het is de reportage van de opium- zwendel. Ondanks zichzelf geïnteresseerd oekijkt Cripps de foto's. Die troep aan de overkant werkt niet slecht. En Zomers is geen kwaaie kerel. Hij zou in Amerika lang geen slecht figuur slaan. Buitengewoon goed werk! Cripps voelt zijn vervelende stemming verdwijnen. Zo als die vent donker-Amsterdam heeft weer gegeven. Jonge, jonge, wat een sfeer. En een prachtkop van die Chinees. Geïnspireerd grijpt Michel naar zijn schrijfmachine, graait in de bureau-la naar de gegevens. Met zijn lege pijp in de mond, de ogen afwezig over het toetsenbord sta rend, tikt hij, zonder éénmaal op te hou den, de geschiedenis van een internationale smokkelaffaire, die in Amsterdam haar ontknoping vond. Anderhalf uur later steekt Michel, hele maal opgelucht, zijn pijp aan, pakt de foto's en het artikel netjes in en geeft het pakje aan de loopjongen. Weer gaat hij voor het raam staan, maar nu bekijkt hij met meer interesse de gracht. Het is er nog stil op dit uur. Een enkele wandelaar, een leverancier met een bak fiets, soms een auto. Het huis aan de overkant: „Zomer's foto bureau", kan hij goed zien, nu de bomen kaal zijn. Aardige mensen wel. Zal hij een praatje gaan maken met Mirjam? En tege lijk Zomers een compliment maken? Met Mirjam kan hij opschieten; ze is zoveel ouder dan hij, een rustig ge voel. Hij bewondert haar nuchter, zake lijk inzicht en opdringerigheid hoeft hij bij haar niet te vrezen. Maar hij aarzelt toch. Dat zwarte mormel zo noemt hij Machteld in zijn verlegen buien zal er ook zijn, nu het weer zo slecht is. En hij heeft niet veel met haar op. Ze doet hem te veel denken aan al die blauwtjes, die hij heeft gelopen. En voor een nieuwe bedankt hij hartelijk. Niet dat zij hem veel kans geeft, maar hij heeft nu eenmaal de vrou wen afgezworen en Machteld is, ondanks alles, gevaarlijk terrein. Nee, het is maar beter te wachten, tot hij Zomers toevallig alleen te pakken krijgt. Hij draait zich om en gaat terug naar zijn bureau. Wat nu? Automatisch draait hij het passagiers bureau van de K.L.M. Maar eens horen, of die millionnair misschien van plan is via Nederland naar Amerika terug te keren. Tot zijn grote verwondering hoort hij, dat de millionnair, mr. Cardigan, zijn plaats in het vliegtuig naar Zweden heeft laten afboeken. Hij moet dus nog in Neder land zijn. Dat is interessant. Nee, waar hij verblijf houdt, kunnen ze hem niet zeggen. Dat is onbekend. Michel wordt actief. Achter elkaar belt hij de grote hotels op. Overal mis. Waar ter wereld kan die vent zitten? Het laat hem niet los. Nieuws is nieuws en Amerika houdt van sensaties, vooral, als het beken de personen betreft. Hij schiet zijn jas aan, grijpt zijn grote, leren handschoenen en gaat de straat op. De regen kan hem niet schelen; als hij na denkt, moet hij altijd lopen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 3