Oranjerie op „Meer en Berg"
gaat naar Openluchtmuseum
Joegoslavische volkskunst
bloeide in Bloemendaal
■Clowntje Riek
Machteld Wisse,
fotografe
A.R. LIJST
Dr. J. SCHOUTEN
Ideale vertolking
van meesterwerk
Dansschool Nel Roos
Partij Recht en Vrijheid
Dokter Van de Belt
gehuldigd
Jaarvergadering Bond
Technische ambtenaren
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
De dodendansvan
Arthur Honegger
Voor de kinderen
Heringa Wuthrich
Examens
Burgerlijke stand
van Haarlem
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
MAANDAG 23 JUl^ï 1952
Zoals wij wel voorspeld hadden, uitgaan
de vah de herinnering aan onze eerste ken
nismaking met het Nationaal Danstheater
vön Joegoslavië, verleden jaar in het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen in
Den Haag, is het optreden van dit gezel
schap in Bloemendaals Openluchttheater
een zeer verheugende ervaring voor de tal
rijke toeschouwers geworden. Men kon
zich, zittende in het amphitheater tegen
over het rijkgeschakeerde groen van de het
speelveld -omgrenzende hellingen, op één
van die traditionele Paasfeesten in een
Servisch bergdorp wanen, zo natuurlijk
voegden de grillige guirlandes van met
overwegend rode en witte kledingstukken
uitgedoste mannen en vrouwen zich in deze
pastorale omgeving. Zo werden de grote
kolo^s of klassieke reidansen keer op keer
Uitbarstingen van zeer wezenlijke vreugde,
die gemeenschappelijk genoten werd.
Het dansen zit deze Joegoslaven in het
bloed. Het gezelschap dat verleden jaar
onbetwist de eerste prijs won op het jaar
lijkse folkloristische concours in Llangollen
in Wales, vervolgens met sensationeel suc
ces in Londen optrad' als onderdeel van
het Festival of Britain en op de thuisreis
ook Nederland met een bezoek vereerde
bestand geheel uit amateurs. Met de kern
van, beroepsdansers daaruit wordt thans
de tweede, tournée ondernomen. Uiteraard
Ls een dergelijke omschakeling naar het
professionalisme waar het een levende
volkskunst betreft niet zonder gevaren.
Iets van het overrompelend-frisse dreigt
plaats te maken voor het zorgvuldig be
rekende theatrale effect. Maar daar staat
als voordeel tegenover de drang van de
kunstenaar naar vervolmaking en zo hoog
mogelijke opvoering van zijn technische
geheersing. In sommige gevallen, zoals
bij de dans der Chiptaren of die van de
Dalmatische meisjes, kon men zelfs spre
ken van een dienende virtuositeit. Ook bij
de uitbundigste ensembles bleef de laaiende
vrolijkheid genietbaar als een bron van
schoonheid, dank zij de gehoorzaamheid
aan htf't rhythme en de precisie waarmee
de bewegingen werden uitgewerkt.
tïet gedeelte voor de pauze is vooral in
choreografisch opzicht bijzonder interes-
.•/ant. Olga Skovran heeft werkelijk voor
beeldig kans gezien uit de overvioed van
motieven datgene te sorteren, dat de ken
merken van het land van herkomst met een
minimum aan middelen veelzeggend open
baart. Er is in deze dansen veel (evenals
trouwens in de Spaanse bijvoorbeeld) dat
in pantomimische vorm uitbeelding geeft
van allerlei verrichtingen uit de practijk
van het dagelijks leven. Maar bijna altijd
dient deze nabootsingsdrang de openbaring
van een voor iedereen duidelijke gemoeds
gesteldheid en daarom heeft men er geluk
kig niet veel uitleg bij nodig. En overigens
is dé rijkdom van lichaamsbewegingen en
de ruime afwisseling van vaak opzwepende
rhythmen al meer dan voldoende om een
avond van voor een niet gering gedeelte
aesthetisch plezier te waarborgen.
Het zou te ver voeren om op alle onder
delen van het afwisselende programma van
zang en dans nader in te gaan. Een groot
aantal nummers werd door ons trouwens
reeds eerder besproken. Even belangwek
kend als fascinerend was de kennismaking
met de Teskoto, de zware mannendans uit
Macedonië, uitgevoerd op het obsederend
aanhoudende tremolo van een trommel, die
met dé''merkwaardigé 'houdingen op één
been hoge eisen aan de menselijke balans
stelde. En dan plotseling stuift zo'n eigen
aardige processie uiteen, losgeslagen' als
het ware, om zich in een roes over te geven
aan de wonderlijkste pirouetten en spron
gen. Fraaie staaltjes van hurkdansen,waar
bij beurtelings de knieën naar de grond
werden gedrukt, zag men in de folklore
uit de zwarte bergen van Skoplje en men
selijke torenbouwers aan het werk in die
uit Montenegro.
Zo heeft iedere streek zijn eigen ken
merken/al bespeurt men wel een gemeen
schappelijke Slavische grondslag en tel
kens weer invloeden van de Turken, die
zolang dit land overheerst hebben. Een
herinnering aan de bevrijding uit deze
vreemde dwang werd geleverd door de
spectaculaire dans van de Komitas, waarbij
men kon denken aan het ergens door A.
den Doolaard geciteerde Bulgaarse ge
dicht: „De zon verdwijnt, de nacht begint,
de maan komt op, een sterk verschiet, in
't bergwoud ruist de Noordenwind, de Bal
kan zingt zijn roverslied".
Woest en teder, droefgeestig en gepas-
sionneerd, maar altijd even helder en na
tuurlijk, dicht aan de aarde gebonden, zon
der een spoor van tweespalt tussen lichaam
en geest, liefelijk of vol ingetoomde kracht,
ADVERTENTIE
RECHT VOOR AMBON EN DE
AMBONEZEN
NIEUW-GUINEA BLIJVE, TEN BATE
VAN DE BEVOLKING VAN DIT
GEBIED, ONDER NEDERLANDSE
SOUVEREINITEIT
3
voltrok zich deze revue van exotische
volkskunst. Opvallend was ook de aristo
cratische houding van de mannen, die toch
van origine boeren zijn. Gezegd moet nog
worden dat de opstelling van het orkest
dank zij het nieuwe systeem van geluids
overbrenging het muzikaal-ingestelde oor
volledig kon bevredigen.
Na afloop van de voorstelling overhan
digde de heer C. de Jong, secretaris van de
stichting Bloemendaals Openluchttheater,
een bloemstuk aan de leidster, mevrouw
Olga Skovran, waarbij het dankwoord
voor het gebodene op haar verzoek in het
Nederlands werd gesproken. Door de re
genval moest de voorstelling van gister
middag worden uitgesteld. De houders van
kaarten werden echter in de gelegenheid
gesteld des avonds de geleden schade in
te halen. Vanavond kan men voor het laatst
genieten van dit heerlijke schouwstel.
DAVID KONING.
Zaterdagavond bracht Eduard van Bei-
num met het Concertgebouw-Orkest, so
listen en het Groot Omroepkoor, in de
Kurzaal te Scheveningen het beknopte
oratorium „La Danse des Morts" (De
Dodendans) van Arthur Honegger, aldus
toevallig vooruitlopend op de uitvoering
van diens meesterwerk „Jeanne d'Arc au
bücher". Steeds maar hoogtepunten van
adembenemende dynamiek en verbijsteren
de krachtontplooiïng! Men wordt wel de
gelijk geconfronteerd met de sterkste ar
tistieke spanningen van onze eeuw. Wie
het summum daarvan meende te hebben
beleefd met Strawinsky, heeft deze week
kunnen ervaren dat ook Bartök mag mee
tellen en kon Zaterdagavond met „La
Danse des Morts" (en zeker Zondagmid
dag met „Jeanne d'Arc" au bücher") de
overtuiging opdoen dat Honegger eveneens
in die superieure klasse thuis hoort.
Het geluk heeft Honegger gediend, dat
hij als librettist voor zijn beide laatste
oratoria een dichter van de hoogste orde
gevonden heeft in Paul Claudel. Diens
visionnaire teksten hebben de vorm van
het moderne oratorio en ook zijn intensi
teit uiteindelijk bepaald. Realiteit en apoca
lyptische verbeelding zijn in Ciaudels li
bretto op de hachelijkste, maar dan. ook
op geniale wijze tegenover elkaar gésteld
en zelfs door elkaar gevlochten. In zijn
„Danse des Morts" is de eigenlijke doden
dans slechts een aanleiding en een episode;
in de kern gaat het om de tegenstelling:
tijdelijkheid en eeuwigheid. Uit het Oude
Testament roept hij de profeterende
Ezechiël op en uit het Nieuwe Testament
haalt hij Johannes XV aan om op de een
heid van de mens met God te duiden. En
ondertussen geeft hij de componist volop
gelegenheid om de aardse realiteit, zelfs
de menselijke barbaarsheid, muzikaal door
het werk heen te weven. Zo bijvoorbeeld
in de „Dodendans", die gaat- op het wijsje
uit de Franse revolutietijd ,,Dansons la
carmagnole" en op het liedje „Sur le pont
d'Avignon", maar nu met gepariodeerde
tekst, en dat alles terwijl de waarschu
wende woorden van de profeet weerklin
ken. Die tegenstellingen geven een gewel
dige spanning en Honegger is daarbij
in zijn element. Diens volksliedbewerkin
gen zijn trouwens altyd van geweldige
sfeerwerking of van dynamisch effect.
Maar dë componist kent ook de kracht
van de zelfstandige, ingetogen melodie.
Waarlijk indrukwekkend gezongen door de
jonge baszanger David Hollestelle, was
aldus de uitvoerige klaagzang van de mens
(„gedenk, Heer, dat ik van stof en as ben
en tot stof en as zal wederkeren").
Dit stuk is bovendien een model op het
stuk van moderne sobere orkestbegelei
ding. Maar in de grote bewogen scènes
van het quasi-Bijbelse fresco gebruikt Ho
negger de meest fantastische middelen om
Ciaudels beelden te kleuren en ze tot actie
op te stuwen. Wat hij daarbij van de ko
ren eist is lang niet gering. Gelukkig kon
Van Beinum rekenen op een voortreffelijk
beroepskoor, dat de de hachelijkste moei
lijkheden (bijvoorbeeld de hoog uitgekre
ten Amen, van de sopranen) technisch
knap realiseerde. Dat enkele inzetten niet
zeer gelijk waren, meen ik te mogen wij
ten aan het feit, dat de dirigent zonder
stok dirigeert, dat kan goed zijn voor een
klein ensemble, maar voor een zo massale
bezetting is een puntige directie met de
stok te prefereren. Léon Combé reciteer
de met goede Franse uitspraak. Zeer ver
dienstelijk was de medewerking van de
jonge krachten: de alt Maria Fluister en
de sopraan Lucie Waringa. Het aandeel
van het Concertgebouw-Orkest was boven
alle lof verheven.
Het concert werd tamelijk topzwaar
door tenslotte nog een uur Bruckner te
serveren. Van Beinum dirigeerde diens
Vierde Symphonie in de originele lezing.
JOS. DE KLERK
Leerlingen, van pasbeginnende tot ver
gevorderde meisje, van Nel Roos die te
Amsterdam de klassen van Yvonne Georgi
heeft overgenomen en ook enige uren per
week te Haarlem les geeft gaven Za
terdagmiddag in het Minerva-theater te
Heemstede een drukbezochte demonstratie
voor ouders en vrienden. Het eerste ge
deelte bestond uit een aardig in scène ge
zette en daardoor ondanks de vele herha
lingen geenszins vervelende openbare les
(zonder aanwijzingen) in de klassieke
techniek en een groot aantal kleine en
semblestudies en solodansjes op. doorgaans
populaire muziek van bekende componis
ten. Na de pauze werd er een eenvoudig,
heel leuk kinderballet in vier bedrijven
waarvan er door de korte tijd van voorbe
reiding één vervallen moest met mu
ziek van de pianiste Lise van der Weerdt
opgevoerd. „Als de boer van huis is
vieren bloemen en dieren een vrolijk feest,
een dankbare gelegenheid voor de jongste
generatie om de verworven bewegingsmo
gelijkheden en pantomimische instelling
uit te vieren, hetgeen op een bijzonder aan
trekkelijke manier gebeurde.
Het heeft niet de minste zin en zou. trou
wens strijdig met de bedoeling van een
dergelijke „voorstelling" zijn om de presta
ties aan een critisch oordeel te onderwer
pen. Laten wij daarom volstaan met op te
merken dat men aan gene zijde van het
voetlicht meer dan eens blijken zag van
talenten, die wel iets beloven. Sommige
solistjes werden door de hartelijkheid van
het applaus zelfs tot bissering van haar
optreden gedwongen, doch het ware beter
geweest als men het gevolg geven aan
dergelijke uitnodigingen achterwege had
gelaten. Overigens kreeg men de indruk
en daar ging het tenslotte om dat dit
elementaire dansonderwijs aan hoge eisen
voldoet. D. K.
In restaurant Brinkmann is Zaterdagavond
een verkiezingsvergadering gehouden van
de Partij voor Recht en Vrijheid, waarop
prof. mr. dr. G. M. G. H. Russel een rede
heeft gehouden. Deze rede heeft hij ook el
ders uitgesproken en in ons blad van Vrij
dag hebben wij er een verslag van opge
nomen.
De heer J. W. Mentel sprak over „Wat
moeten wij doen met de gerepatrieerden?"
Hij'herinnerde er aan, dat er drie groepen
van gerepatrieerden zijn. Zij, die voor de
oorlog in ons land gekomen zijn, verkeren
het minst in nood. De Nederlanders uit de
groep die teruggekeerd is en in kampen
h'eeft gezeten, genieten een minder gun
stige gezondheidstoestand, doch de meesten
van hen hebben een inkomen. Dan zijn er
Nederlanders die bij het leger zijn geweest
of als oorlogsvrijwilliger in Indonesië heb
ben gediend. Zij deden dat als trouwe
honden. Hoe waren echter hun meesters?
vroeg de spreker. Er werd pressie uitge-
oefen zoveel mogelijk in Indonesië te blij
ven. Kwamen zij in Nederland, dan werden
zij wel geholpen, maar wat is hun toekomst?
De Indische Nederlanders hebben een leef
tijd bereikt waardoor zij moeilijk een be
trekking kunnen vinden en hun kinderen
komen vele jaren tekort in schoolse opleiding
De heer Mentel zeide, dat de Partij voor
Recht en Vrijheid voor hun rechten strijd.
Dat verdienen zij, want in Indonesië heb
ben zij hard gewerkt. De reeds bestaande
partijen doen niet veel voor deze mensen
merkte de spreker op en volgens hem is er
veel van de nieuwe partij te verwachten.
De heer A. F. Spanbroek, voorzitter van
de Nederlandse Vakcentrale, besprak het
optreden van de vakbeweging, in het bij
zonder van Het N.V.V.J dè K.A.B. en het
C. N. V. V. Sedert 1923 is er van democratie
geen sprake meer. Op het ogenblik tracht
zij met de P.B.O. wat te bereiken. Het is
echter beter in vrijheid te leven. De Partij
van Recht en Vrijheid is volgens spreker
niet reactionnair. De besturen van de drie
vakbonden hebben een te grote macht en
luisteren naar hetgeen de regering voor
schrijft. Daartegen verzet de partij zich; zij
wil vrijheid brengen en welvaart aan het
gehele Nederlandse volk.
Ongeveer zevenhonderd personen hebben Zaterdag deelgenomen aan de ramp-oefening,
welke het Nederlandse Rode Kruis in de omgeving van Wassenaar heeft gehouden. Bij
deze. oefening ging men uit van de veronderstelling, dat Wassenaar door een cycloon
was getroffen. Hierbij werd voor de eerste maal gebruik gemaakt van een nieuw type,
van tentzeilen voorzien „ziekenwagentje" voor het wegvoeren van slachtoffers uit het
„rampgebied".
Donderdagmiddag vergadert de gemeen
teraad van Heemstede ter behandeling van
elf punten.
B. en W. stellen de raad voor aan het
Rijksmuseum voor Volkskunde „Het Ne
derlands Openluchtmuseum" te Arnhem
om niet af te staan de opstal van de oran
jerie, staande in de buitenplaats „Meer en
Berg". Het museum zal de oranjerie op
zijn kosten laten slopen en laten opbouwen
in dezelfde vorm op het terrein van het
museum.
Het gebouw verkeert nu in zodanige
slechte toestand dat er, door vallend puin
en dergelijke, levensgevaar aanwezig was.
Hierin is door het aanbrengen van een af
rastering met waarschuwingsbordjes voor
zien. Het gebouw is zeer vervallen; op en
kele plaatsen buigen de gevels uit en staan
uit het lood. Ramen, deuren en ruiten zijn
vernield; de kap is zeer slecht.
Wil dit gebouw, dat kennelijk onder ar
chitectuur van Daniël Marot in Klassicis-
tische Barok-stijl is gebouwd, om culturele
redenen bewaard blijven, dan is spoedig
ingrijpen noodzakelijk. B. en W. hebben
zich daarom gewend tot het Rijksmuseum
voor Volkskunde „Het Nederlands Open
luchtmuseum" te Arnhem, omdat reeds
eerder bleek, dat dit voor de oranjerie be
langstelling had. Het is dan de bedoeling
het gebouw te slopen en op het terrein
van het Openluchtmuseum weer op te bou
wen en daarin een kruidentuin onder te
brengen. Een en ander zal geschieden met
medewerking van het Rijksbureau voor
Monumentenzorg.
School aan de Voorweg wordt
verbeterd
De school aan de Voorweg vertoont en
kele gebreken. Er moet wonden overge
gaan tot het aanbrengen van twee nieuwe
lichtramen, het bijplaatsen van een radia-
teur, het schilderen van de radiateuren in
enkele lokalen, het verbeteren van de ver
lichting in vier lokalen. De kosten worden
op f 3780 geraamd. B^en W. vragen de raad
dit bedrag beschikbaar te stellen.
Zo kwam Lumpo dan bij Juup en Plop in huis. Hij hoefde nu geen zorg meer te hebben,
hoe het verder met hem gaan zou, al was hij dan zijn eiland en zijn huisje kwijt.
Maar Plop had nog een aardig plannetje.
„Ik begrijp dat je 't jammer vindt van je aardige huisje, dat je nu kwijt bent", zei
hij. „Maar nu moet je eens luisteren: we zullen je kamertje hier net zo maken, als je
het daarginds had. Hoe vind je dat? Dan zul je je hier helemaal thuis voelen!"
Dat was nu echt weer iets voor Plop, om daaraan te denken! Lumpo vond het 'n
prachtig plan.
En Plop begon er direct aan. In hun werkplaats, waar hij al zoveel gemaakt had, stond
hij met Juup en Lumpo hele dagen te zagen, te schaven en te timmerenLumpo
had uitgelegd, hoe zijn meubeltjes waren geweest, en die maakten ze nu precies na.
De leuke stoeltjes en andere dingen werden hier helemaal opnieuw gemaakt.
Ze hadden er alle drie veel plezier in. De meubeltjes, die gereed waren, kregen een
mooi verfje. Het zag er prachtig uit.
Die Plop.hij was helemaal in zijn element.met die karweitjes.
B. en W. vragen de raad machtiging een
renteloos voorschot te verlenen aan de
speeltuinvereniging „Heemstede-West" ten
behoeve van de uitbreiding van de speel-
tuinwerktuigen van die vereniging en voor
betaling van onderhoudswerken. Voorts
vragen zij een crediet van f 1700 beschik
baar te stellen voor het maken van een
nieuwe afrastering langs de speeltuin.
Voorgesteld wordt van de N.V. Kwekerij
Insulinde aan-te kopen een perceel grond,
groot 1650 m2, gelegen aan de Laan van
Insulinde, voor de prijs van f 1000 en van
de heer A. P. Audretsch te Heemstede de
op deze grond aanwezige vruchtbomen
voor de prijs van f 1000.
ADVERTENTIE
HAARLEM
Elcctrische installaties
Luidsprekende telefoon-installaties
Voor het eindexamen afdeling H-B.S. B van
het Lorentz Lyceum zijn geslaagd: J. V. van
Acker, P. de Cock, R. Ditmarsch, H. Hage,
H. Jonge Vos, J. H. Klaassen, B. A. Knol, R.
H. Laatsch, E. Lauwerens, J. J. W. H. van
der Leyé, R. J. Nikkels, F. de Pagter, J. G.
Rijpma, A. M. Schaake, W. Abspoel, J. A
van Dommelen, A. S. van Dijk, J. H. Heerze,
P. H. Lammerts van Bueren, H. H. Knol,
B. A. Maat, W. Raayen, L. A. de Wit, H. L.
M. Zedel. Afgewezen één candidaat.
Geslaagd voor het eindexamen Middelbare
Meisjes School (Jac P. Thijsse Montessori-
Lyceum) de dames: J. C. Beröenis van Bèrle-
kom, A. H. Blenfait, J. J. Boersma, M. J. de
Booy, L. Flesseman, C. Heyn, P. Horsmeier,
H. Chr. C. Kruymel, A. E. van Lennep, S.
E. van der Ley, A. L. van der Maesen, B
Melis, A. N. J. Nolst Trenité, J. S. C. Oost-
veen, N. Quint, A. M. Rodenburg, C. Röme-
lingh, E. W. H. Saarberg, L. de Savornin
Lohman, C. Stijger.
Voor het examen Handenarbeid aan de
Rijkskweekschool te Haarlem slaagden de
heren: C. Boerlage te Uitgeest, J. J. Gerlofs
te Haarlem, J. van Huis te Haarlemmermeer,
S. van Huijzen te Haarlem, H. Kleinendorst
te Haarlem. J. J. Knotter te Zandvoort, R. de
Mooij te Haarlem, P. Munsterman te Haar
lem, J. Schols te Driehuis, H. Vleming te
Amsterdam, Th- van der Zee te Haarlem.
Eindexamen Gem. Hogere Burgerschool A.
Geslaagd de dames: H. Veltman, G. Boer, N.
Nietzman, A. Betz, G .de Vries, P. Kollewijn,
A. van den Engel, H. Hendriks, T. van den
Bos, M. Krauwel, A. Steenstra, H. de Zaaijer,
A. de Vries, E. Moolenaar, D. Duisterhof, R.
Vermeer, T. van der Heijde, L. van Beuzekom,
A. Boeltjes, S. van Ees, T. de Vries, C.
Kaasenbrood, T. van Rhijn, E. Levert.
Geslaagd de heren: W. van Opzeeland, H.
Bruijn, R. de Zwart, F. Benjamins, H. de
Muinck, J. Hoornweg, C. de Vries, G. Stolk,
H. Surendonk, W. Verpoorten, J. Hogervorst,
H. Vermaire, A. van Dongen, W. Kraaijenga,
G. Kroes, K. de Nobel, S. Leeflang, T. Ruyg-
rok, D. Stevens, L. Vasbinder, B. Nordemann,
B. Dijkkamp. Afgewezen: 14 candidaten.
HAARLEM, 21 Juni 1952.
GEHUWD: 21 Juni, A. W. van Dansik en
D. Faber; A. Stevens en A. E. J. Sierveld.
BEVALLEN van een zoon: 20 Juni. G.
TurkOudshoorn; G. G. BorelKok; S. Mer-
tensOtsen; 21 Juni, N. SpijkstraJonkhof;
G. M. RoestPérukel.
BEVALLEN van een dochter: 18 Juni,
A. C. G. van der Tuinvan Woerkens; 20 Juni
M. E. RienstraWan; 21 Juni. R. van
LeeuwenBakker; E. J. Blankensteijnde
Doelder.
OVERLEDEN: 19 Juni. J. F. M. de Meel—
van der Heijden, 49 j., Zaanenstraat; J. M. van
BodegomBuser, 47 j., Gasthuisvest; 20 Juni,
P. G. Bouman. 78 j., Stuijvesantstraat; A. de
Vries, 63 j., Grote Houtstraat.
Zaterdagmorgen had in de Kapel van de
Strafgevangenis te Haarlem de huldiging
plaats van dokter J. J. van de Belt, ter ge
legenheid van zijn 25-jarig jubileum als arts
bij de Strafgevangenis en het Huis van Be
waring te Haarlem.
Dr. N. de Voogd, Geneeskundig Inspecteur
bij het Gevangeniswezen, sprak namens het
Departement van Justitie woorden van
waardering voor de toewijding en het wijs
beleid waarmede dokter van de Belt in de
afgelopen 25 jaar zijn lang niet altijd ge
makkelijke functie heeft uitgeoefend. „Gij
zijt de rots waarop wij bouwen en vertrou
wen. Gij zijt nog een arts van de oude
stempel, de arts die dient en blijft dienen."
De heer Van der Velden, adjunct-direc
teur van de Strafgevangenis, vertolkte na
mens directie, personeel en bewoners van
beide gestichten in hartelijke woorden de
dank voor de jarenlange prettige samen
werking. Spreker overhandigde de jubilaris
een geschenk.
Ds. Van Rhijn voerde het woord namens
de geestelijke verzorgers van de Strafgevan
genis en Huis van Bewaring. Hij wees op
het grote vertrouwen dat gedetineerden in
dokter van de Belt stellen.
De heer Th. Rienstra, hoofdonderwijzer bij
Strafgevangenis en Huis van Bewaring,
richtte het woord tot mevrouw van de Belt
en overhandigde namens directie en perso
neel van beide gestichten een bloemstuk als
hulde voor de liefderijke toewijding, waar
mede zij het werk van haar man verlicht.
Nog enige persoonlijke woorden richtte hij
tot dokter van de Belt.
De heer W. Haverkort, hoofdbewaarder,
vertolkte de gevoelens van het personeel
van beide strafgestichten. Hieraan voegde
hij enige persoonlijke hartelijke woorden
toe en bracht enkele grappige episodes naar
voren.
J. Laduc, bewaarder, die jarenlang dok
ter van de Belt als ziekenvader heeft ge
assisteerd, besloot deze huldiging met enige
warme persoonlijke woorden.
Hierna nam dokter van de Belt zelf het
woord. Hij bedankte mede namens zijn
echtgenote allen die er toe hadden bij
gedragen deze dag tot een onvergetelijke
te maken.
Na afloop was er gelegenheid tot geluk
wensen in de recreatie-zaal van de Straf
gevangenis. Het geheel droeg een intiem
en gezellig karakter^
De bond van Middelbare en Hogere Tech
nische Ambtenaren heeft Vrijdag en Zater
dag in Haarlem zijn algemene jaarvergade
ring gehouden onder leiding van de bonds
voorzitter, de heer H. L. Engberts. Na het
huishoudelijke gedeelte van de jaarverga
dering sprak des middags drs. G. Bos, ad
junct-directeur van de Stichting „Werkelijk
dienen", over „bedrijfskadertraining en per
soneelsbeleid". Hij stelde, dat bij de verder
schrijdende mechanisatie de mens onder gaat
in de massa en steeds meer tot een factor,
een materiaal wordt in de economische plan
ning. De leiders der grote bedrijven reali
seren zich volgens spreker niet altijd, dat
zij met mensen te doen hebben en dat het
bedrijf een bepaalde maatschappelijke doel
stelling heeft. De zin van een bedrijf is niet,
winst te maken, doch het vervullen van een
taak in de gemeenschap. Daartoe is welis
waar het maken van winst nodig, doch het
is geen doel. Evenmin is de arbeid doel van
de mens. De mens dient de arbeid slechts te
maken tot factor in zijn levensdoel, dat be
staat uit het bereiken van de volledige rea
lisatie van datgene, wat potentieel in hem is
gelegd. Het leiderschap van een bedrijf dient
met deze stellingen rekening te houden. Het
dient zich te realiseren dat de mens nooit
zielloos werktuig kan zijn, doch dat hij in
de onderneming de verwezenlijking van zijn
maatschappelijke taak zoekt en vinden moet.
De leider van een bedrijf moet een werkelijk
leider'zijn, niet slechts op vaktechnisch ge
bied. doch vooral op het gebied der psycho
logie. Zijn leiding moet erop gebaseerd zijn,
dat de mens geen middel tot een economisch
doel is. al beweren economen dat.
In 1946 pas begon men in Nederland met
de opleiding van leiders, dat wil zeggen, met
de scholing, vorming en training van leiders,
ten aanzien van hun zedelijke taak. Het mo
derne personeelsbeleid eist permanente acti
viteit om de leiding van het bedrijf in han
den te geven van mensen, die weten, dat zij
met mensen omgaan en dat hun houding en
hun gedragingen belangrijker zijn dan hun
bevelen.
Drs. Bos noemde de vorming van goede
leiders noodzakelijk om de democratie te
behouden en te vervolmaken, en tevens om
de economische noodzakelijkheden te be
reiken.
Na deze met ruim applaus beloonde uiteen
zetting deed de heer W. Landsman, algemeen
redacteur van het bondsorgaan, mededelin
gen over de werkzaamheden van het Ne
derlandse instituut van middelbare en ho
gere technici. Mr. B. Plomp, secretaris van
het Ambtenarencentrum, memoreerde de
onderwerpen die door dit centrum zijn aan
gevat en behandeld, en de problemen die
nog op afdoening wachten.
In zijn openingswoord had de bondsvoor
zitter reeds gewezen op het grote voordeel,
dat de bond behaald heeft doordat het amb
tenarencentrum door de regering is toegela
ten tot de commissie rijksoverleg. Thans,
aldus spreker, wachten nog andere proble
men op een oplossing, zoals de pensioenver
hoging, die ziekte-uitkering, de vacantie
toeslagen en niet in de laatste plaats de ver
tolking van de afkeer tegen de nivellering
der inkomens, zoals die de laatste jaren door
de regering is nagestreefd.
Na de vergadering verzamelden de leden
zich aan een diner.
Het Haagse' gerechtshof heeft arrest
gewezen in een twintigtal strafzaken* tegen
functionarissen van speelclubs. In de meeste
zaken werden door de politierechter gewe
zen vonnissen van 25 tot 1000 gulden boete
en voorwaardelijke straffen van 10 dagen tot
6 maanden gehandhaafd.
8)
Hello!, zegt een bekende stem, vlak bij
haar en Machteld kijkt in het onverschillige
gezicht van Michel Cripps.
Moet je naar het bureau?
Al is dan een ritje in een open wagen
met dit weer geen pretje, alles is beter dan
het gehang op de vluchtheuvel.
Machteld klautert in het autootje en sluit
de kraag van haar jas nog steviger om haar
hals. Zonder iets te zeggen, rijdt Cripps
door. Vlak bij het fotobureau kijkt hij haar
even van terzijde aan; grinnikt om haar
bleekblauwe gezicht.
Koud?, vraagt hij. Het klinkt spottend.
De wagen stopt met een scnok en Mach
teld schiet bijna met haar hoofd tegen de
voorruit. Ze wordt kwaad; wat verbeeldt
dat jong zich wel.
Nee, zegt ze, met stijve lippen van de
kou. Helemaal niet. Heerlijk fris. Bedankt
voop de lift, Cripps.
Geen dank, zegt hij, even kort, en rijdt
door.
Die Cripps, zegt Broerse, die juist
komt aanwandelen. Beleefd houdt hij de
deur voor Machteld open.
Aan overbeleefdheid lijdt hij niet.
Machteld stopt haar handschoenen in de
zakken van haar mantel en wrijft haar ijs
koude handen.
Hij heeft me in elk geval voor te laat
komen behoed. Zeg, Broerse, die man
spreekt wbnclerlijk goed Nederlands voor
een Amerikaan.
Helemaal niet zo wonderlijk; zijn moe
der is een Hollandse.
Uit het atelier klinkt een schorre stem:
Komen jullie nog? Er ligt hier een
grote bestelling. Honderd van het zelfde
stuk.
Proost, zegt Broerse en trekt zijn stof
jas aan. Machteld volgt zijn voorbeeld. De
deur van de donkere kamer valt achter hen
dicht.
En terwijl Machteld de baden voor het
ontwikkelen en afdrukken in orde maakt,
dringt het eensklaps tot haar door, dat ze
nu nog niet weet, waar Joke gisteravond
zo dringend naar toe moest.
HOOFDSTUK IV
Michel Cripps staat voor het raam en
kijkt nadenkend naar het water in-de
gracht, dat de laatste dagen een flink stuk
is gerezen. De wind is gaan liggen en uit
de nu egaal grijze lucht siepelt een -fijne
motregen.
Hij kan niet op gang komen, van
daag. De post op zijn bureau ligt nog onge
opend en voor de kranten, die hij moet
doorlezen, heeft hij geen geduld vanmor
gen.
Het beste zou zijn, onmiddellijk dat arti
kel over die opium-affaire af te schrijven.
Er is haast brij, notabene. Maar hij heeft
geen zin, doodeenvoudig geen zin.
De brief van de hoofdredactie, die hij gis
teren kreeg, zit hem dwars. Een verma
ning, eens iets bijzonders te sturen, slaat
hem altijd lam. Alsof hij niet actief genoeg
is. Weliswaar hebben de foto van de mil-
lionnair en deze brief elkaar gekruist, zodat
de al te scherpe kant van de opmerking
„dat hij niet moet denken in Holland te
kunnen rentenieren", enigszins verzacht
wordt; het blijft toch steken. Doorgaans
heeft Michel er lak aan, wat de mensen van
hem zeggen, maar een aanmerking op zijn
werk kan hij niet hebben. Vooral niet, als
het ongemotiveerd is. Zijn werk is het enige
wat hem interesseert; de rest kan hem niet
schelen.
Michel Cripps is een eenzaam mens. Hij
heeft de stugge, teruggetrokken aard van
zijn Hollandse moeder, die hem belet, zich
bij anderen aan te sluiten. Wel heeft hij
veel kennissen en de connecties rollen hem
als het ware in de schoot, maar op vriend
schap met Michel Cripps kunnen maar heel
weinigen bogen.
Vrouwen stoot hij af, door zijn onver
schilligheid en zijn cynisme. Dat was vroe
ger, vóór de oorlog, in Amerika al zo. Hij
is geen athleet; geen charmant causeur. Hij
is klein van stuk en tenger en heeft een
alledaags, onopvallend gezicht. Hij is niet
aardig voor vrouwen; hij laat ze te veel
merken, dat hij ze maar onbelangrijke
nietsnutten vindt. Daarbij is hij wantrou
wend.
Michel Cripps heeft slechte ervaringen
op liefdesgebied; na zijn, welgeteld, negen
de blauwtje, heeft hij in een opwelling zich
als vrijwilliger gemeld en trok naar het
Westen, om Europa te helpen bevrijden.
In het leger leerde hij ware kameraadschap
kennen, maar één voor één kon hij zijn
vrienden begraven.
Hij vocht in Frankrijk, in België en in
Nederland; hij lag dagenlang op zijn buik
in de modder, leed kou en honger. De
triomftocht na de bevrijding bracht nieuwe
teleurstellingen.
Hij werd met open armen ontvangen;
later merkte hij, dat het voornamelijk om
zijn sigaretten en de lang ontbeerde chocola
was. Dat deed de deur helemaal dicht.
Zijn oorlogsverhalen werden in Amerika
met grote waardering ontvangen; zijn ken
nis van de Nederlandse taal bezorgde hem
de baan van correspondent voor een groot,
Amerikaans blad. En zo bleef Michel Cripps
in Nederland, zonder dat er iets was dat
hem bond. Eenzamer en cynischer dan ooit
te voren.
Een klop op de deur doet hem omzien.
Een secretaresse verschijnt met een pakje
foto's. Het is de reportage van de opium-
zwendel.
Ondanks zichzelf geïnteresseerd oekijkt
Cripps de foto's. Die troep aan de overkant
werkt niet slecht. En Zomers is geen
kwaaie kerel. Hij zou in Amerika lang geen
slecht figuur slaan.
Buitengewoon goed werk! Cripps voelt
zijn vervelende stemming verdwijnen. Zo
als die vent donker-Amsterdam heeft weer
gegeven. Jonge, jonge, wat een sfeer. En
een prachtkop van die Chinees.
Geïnspireerd grijpt Michel naar zijn
schrijfmachine, graait in de bureau-la naar
de gegevens. Met zijn lege pijp in de mond,
de ogen afwezig over het toetsenbord sta
rend, tikt hij, zonder éénmaal op te hou
den, de geschiedenis van een internationale
smokkelaffaire, die in Amsterdam haar
ontknoping vond.
Anderhalf uur later steekt Michel, hele
maal opgelucht, zijn pijp aan, pakt de foto's
en het artikel netjes in en geeft het pakje
aan de loopjongen.
Weer gaat hij voor het raam staan, maar
nu bekijkt hij met meer interesse de gracht.
Het is er nog stil op dit uur. Een enkele
wandelaar, een leverancier met een bak
fiets, soms een auto.
Het huis aan de overkant: „Zomer's foto
bureau", kan hij goed zien, nu de bomen
kaal zijn. Aardige mensen wel. Zal hij een
praatje gaan maken met Mirjam? En tege
lijk Zomers een compliment maken?
Met Mirjam kan hij opschieten; ze
is zoveel ouder dan hij, een rustig ge
voel. Hij bewondert haar nuchter, zake
lijk inzicht en opdringerigheid hoeft hij
bij haar niet te vrezen. Maar hij aarzelt
toch.
Dat zwarte mormel zo noemt hij
Machteld in zijn verlegen buien zal er
ook zijn, nu het weer zo slecht is. En hij
heeft niet veel met haar op. Ze doet hem
te veel denken aan al die blauwtjes, die hij
heeft gelopen. En voor een nieuwe bedankt
hij hartelijk. Niet dat zij hem veel kans
geeft, maar hij heeft nu eenmaal de vrou
wen afgezworen en Machteld is, ondanks
alles, gevaarlijk terrein.
Nee, het is maar beter te wachten, tot
hij Zomers toevallig alleen te pakken
krijgt.
Hij draait zich om en gaat terug naar
zijn bureau. Wat nu?
Automatisch draait hij het passagiers
bureau van de K.L.M. Maar eens horen, of
die millionnair misschien van plan is via
Nederland naar Amerika terug te keren.
Tot zijn grote verwondering hoort hij,
dat de millionnair, mr. Cardigan, zijn
plaats in het vliegtuig naar Zweden heeft
laten afboeken. Hij moet dus nog in Neder
land zijn. Dat is interessant. Nee, waar hij
verblijf houdt, kunnen ze hem niet zeggen.
Dat is onbekend.
Michel wordt actief. Achter elkaar belt
hij de grote hotels op. Overal mis. Waar ter
wereld kan die vent zitten? Het laat hem
niet los. Nieuws is nieuws en Amerika
houdt van sensaties, vooral, als het beken
de personen betreft.
Hij schiet zijn jas aan, grijpt zijn grote,
leren handschoenen en gaat de straat op.
De regen kan hem niet schelen; als hij na
denkt, moet hij altijd lopen.
(Wordt vervolgd).