Staatssecretaris spreken van de heer Reijers tegen Minister en beweringen Beschuldigingen tegen ambtenaren onwaarachtig en onwaardig genoemd De zaak Menten Gecompliceerde zaak Vrijere markt voor en franc pond Nota van staats secretaris van Oorlog Sportieve Britse lof voor Perzië's pleiters MAANDAG 23 JUNI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Nieuwe abonnés GRATIS Karei Doorman „getorpedeerd" MossadeqTs mening over oliegeschil Wervelstorm nadert Japan Conferentie over atoom onderzoek in Kopenhagen Reddingboot met acht man omgeslagen De minister van Justitie, mr. Muldertje, en de staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra nenburg, hebben aan de voorzitter van de Eerste Kamer eer tweetal nota's doen toe komen naar aanleiding van de aan de Eerste Kamer gerichte nota's van het Eerste Kamerlid de heer Reijers over de zaak Menten. Minister Mulderije verklaart onder meer dat hij de tijd nog niet gekomen zou achten mededelingen te doen, ware het niet, dat de lic-^r Reijers in zijn nota's ambtenaren met name noemt en hun handelingen in een üwaad daglicht stelt. Dit noopt de minister reeds thans de betogen van de heer Reüea* te bestrijden, voor zover daartoe op het ogenblik de gegevens ter beschikking star/h. Hij stelt zich voor na ontvangst der dossiers meer in détails op deze zaak terug te komen. Tot goed begrip van de gecompliceerde zaak Menten moet vooropgesteld worden, dat men heeft te onderscheiden: a) de politieke strafzaak Menten; b) diens klacht terzake van te zijnen nadele gepleegde diefstallen en andere vermogensmisdr ij ven c) diens vorderingen tot schadevergoe ding terzake dezer vermogensmisdrijven en terzake van het beheer over zijn vaste en andere goederen, door het Nederlandse Beheersinstituut gevoerd; d) de klacht ingebracht tegen de raads heer-commissaris bij het Bijzonder Ge rechtshof te Amsterdam, die belast is ge weest met het vooronderzoek in de poli tieke strafzaak; e) het gerechtelijk vooronderzoek tegen de journalist terzake van smaad en bele diging. Omtrent de onderdelen d en e kan op dit ogenblik nog geen mededeling worden ge daan, aangezien het vooronderzoek in bei- d<é zaken thans nog niet is gesloten. Wel is te verwachten, dat deze sluiting binnen kort zal kunnen plaats vinden. Pas daar na zal kunnen worden beslist of een straf vervolging zal worden ingesteld. De competentie Thans zijn van belang de onderdelen b en c, waarbij voor wat betreft het straf rechtelijk onderzoek de justitie is betrok ken. De vorderingen tot schadevergoeding raken deels het departement van Oorlog, deels dat van Justitie. De heer Menten heeft de principiële vraag van de bevoegdheid aan het oordeel van het beroepscollege, bedoeld in het be sluit F 292 onderworpen. Zou blijken, dat deze zaak Valt onder het besluit F 292, zo dat zij uitsluitend het departement van Oorlog aangaat, en zou de heer 'Menten erin, slagen de rechtmatigheid van zijn vpfdering te bewijzen, dan zal ook volle dige vergoeding moeten volgen. Zou echter blijken dat de zaak onder het departement van Justitie, respectievelijk met het Ne derlands Beheersinstituut valt, dan zal zijn vordei'ing, zo die niet langs minnelijke weg blijkt te kunnen worden geregeld, door de gewone rechter moeten worden beoordeeld, die daarbij zal hebben reke ning te houden met de wet overheids- aansprakelijkheid'" bezettingshandelingen. Het verwijt van de heer Reijers, dat de in de Koninklijke Besluiten D 60 en F 292 voorgeschreven procedure niet is gevolgd, is onhoudbaar, zo zegt de minister, omdat eerst dient te worden uitgemaakt, of deze voorschriften in dit geval wel van toepas sing zijn. Vorderingen van de heer Menten Naar de mening van de héér Menten waren enige bestanddelen van zijn vermo gen te hoog gewaardeerd, zodat ook de hef fing te hoog was berekend. Deze kwestie is opgelost overeenkomstig de wensen van de betrokkene. Hem is een bedrag van ruim f 9.000.terugbetaald. die per kwartaal wensen te betalen, ontvangen ons blad tot 1 Juli U kunt zich opgeven aan één onzer kantoren of aan de bezorger. DE ADMINISTRATIE. Tot dusver kon vreemde valuta door het bedrijfsleven hier te lande slechts worden gekocht cn verkocht op basis van de offi ciële aan- en verkoopkoersen van de Ne derlandse Bank. In dit systeem zal een wijziging worden gebracht in dier voege, dat de deviezenbanken met haar cliënten in bepaalde valuta's zullen kunnen hande len op koersen, liggende tussen de officiële aan- en verkoopkoersen van de Neder landse Bank. De spreiding tussen de officiële koersen zal iets worden vergroot. De handel met dè cliënten in bedoelde valuta's zal als re gel geschieden op koersen, die tweemaal per dag ter beurze tot stand zullen komen. Op deze wijze zal er een vrijere koersvor- ming op de contante valutamarkt zijn. In de valuta's, die tot deze vrijere con tante markt worden toegelaten, zal ook handel op termijn door de deviezenbanken onderling en met haar cliëntèle worden toegestaan ter dekking van het koersrisico op reële goederen- en dienstentransacties. Hierdoor zal voor deze valuta's een vrijere termijnmarkt tot stand komen. Gebroken zal worden met het thans bestaande systeem, waarbij alle termijncontracten bij de Nederlandse Bank moeten worden over- gesloten. De invoering van deze maatregelen zal aanvankelijk worden beperkt tot het pond sterling en de Franse franc. Er wordt de aandacht op gevestigd, dat een en ander geen wijziging brengt in de voorschriften ten aanzien van de vereiste deviezenvergunningen. In financiële kringen vraagt men zich af of de volgende stap van de betrokken auto riteiten wellicht zal worden de invoering van een vrijere contante en termijnmarkt, behalve voor het pond en de Franse franc, ook voor de Amerikaanse dollar. Wat betreft de klachten over het beheer van zijn onroerende goederen, hetwelk door het Nederlands Beheersinstituut aan een hypotheekbank was opgedragen, zijn de onderhandelingen nog gaande. De beweerde vermissing van juwelen, effecten en bankpapier valt niet onder de bij het Nederlandse Beheersinstituut inge diende vorderingen. De kwestie der schilderijen Onder aanspraken op schadevergoeding speelt vooral een rol de kwestie van een viertal schilderijen, welke omstreeks Kerst mis 1946 zijn afgegeven aan en medegeno men door een zekere Zagaiski. Omtrent deze aangelegenheid bestaan twee lezingen. De heer Menten spreekt van diefstal. De Bloemendaalse politie verklaart dat met instemming van de toen wel aan wezige mevrouw Menten aan Zagaiski diens eigendommen zouden zijn ter hand gesteld bij wijze van minnelijk rechtsherstel. Welke van de twee lezingen de juiste is, is voor de civielrechtelijke vordering' niet van be lang, want ook in de lezing van de Bloe mendaalse politie zal de staat de aanspra kelijkheid voor het wegraken der schilde rijen moeilijk kunnen ontkennen. Vast staat, dat de afgifte en uitvoer hebben plaats gevonden op onvoldoende bewijzen van Zagaiski dat hij de gedepossedeerde eigenaar van deze schilderijen was. De onderhandelingen tussen het Neder landse Beheersinstituut en Menten omtrent het bedrag van de schadevergoeding zijn tot dusverre niet tot een einde gebracht kunnen worden wegens de moeilijkheid van de vaststelling van de waarde der schilderijen. De minister wenst uitdrukkelijk mede te delen, dat hem in deze generlei onjuiste mededelingen zijn verstrekt door de direc teur van het Nederlandse Beheersinstituut, zodat de beschuldiging van de heer Reijers aan diens adres volstrekt ongemotiveerd is. Beschuldigingen tegen ambtenaren De heer Reijers, zo gaat de minister ver der, heeft in zijn nota diverse ambtenaren van justitie met name genoemd en hen be schuldigd van het geven van valse voor lichting, van overtreding van wet en ver ordening, van grove plichtverzaking en van het hebben van een verderfelijke geestesgesteldheid. Niet de ambtenaren zijn echter verantwoordelijk, maar de minister. De aanval van de heer Reijers op de door hem genoemde ambtenaren is daarom niet fair; bovendien ontbreekt daaraan feite lijke grondslag. Wat de heer Reijers over de handelingen van de raadadviseur mr. W. G. Belinfaote, de procureur-generaal mr. Van Dullemen, de directeur van het Nederlandse beheers instituut de heer De Vries, en de rechter commissaris mr. Smits, in zijn nota's mede deelt, is óf verdichtsel, óf verdachtmaking, óf louter een hoeveelheid woorden dienen de tot afkeuring van het door de staat in genomen standpunt, waarvoor niet de ambtenaren, doch de minister en de staats secretaris van Oorlog verantwoordelijk zijn. Het onderzoek door de Haar lemse rechtir-commissaris In de in de nota overgenomen brief van de heer Reijers aan de staatssecretaris, wordt gesproken over het „z.g. dossier Smits, het dossier van het oppervlakkige onderzoek, hetwelk de rechter-commissaris te Haarlem zonder vertegenwoordiger van het departement van Oorlog heeft ge voerd". De minister merkt in de eerste plaats op. dat de heer Reijers het dossier tegen de onbekende daders van de vermogensdelic ten niet kent. Zijn beschuldiging dat het een oppervlakkig onderzoek bevat, is dus uit de lucht gegrepen. De minister hand haaft volledig zijn grote waardering voor het onderzoek vat» de Haarlemse rechter commissaris, mr. Smits, waarvan hij meer dan eens heeft getuigd. Deze rechter-commissaris heeft circa 180 getuigen gehoord. Er is alles gedaan, om na vijf jaar de gebeurtenissen rondom het huis van de heer Menten zo goed mogelijk te reconstrueren en de daders der beweer de diefstallen te achterhalen. Mr. Smits heeft zoveel als redelijkerwijs mogelijk was alle getuigen gehoord, welke de heer Menten hem heeft verzocht te horen en krijgt, nu het resultaat van deze ont zagwekkende arbeid niet is geweest wat de heer Menten zich daarvan had voorgesteld, te horen, dat zijn onderzoek „oppervlak kig" is geweest. De heer Reijers ontzag zich niet in zijn op 16 April 1952 in de Eerste Kamer ge houden rede te suggereren, dat de instel ling van de Haarlemse rechter-commissaris is geweest de zaak in de doofpot te doen. Nog schandelijker en vóór dè heer Reijers zelf wel uiterst disqualificerend is echter zijn insinuatie: „Men wilde evenwel de da ders niet vinden". Het verwijt dat. bij het horen van ge tuigen en potentiële verdachten in een ge rechtelijk onderzoek ener strafzaak geen vertegenwoordiger aanwezig is geweest van een departement, dat civielrechtelijk bij de zaak is of kan worden betrokken, getuigt wel van een volslagen gemis aan kennis van het wezen ener instructie, aldus de minister. De heer Reijers schrijft: „Door het door drijven van een ambtenaar van justitie, mr. W. G. Belinfante, is wonderlijk ge noeg dit onderzoek stop gezet". Dan volgt „Het onrechtmatig optreden van deze functionaris....". Afgezien van de feite lijke onwaarheid van de beschuldiging is het wel een naïeve veronderstelling, dat een ambtenaar van justitie op eigen gezag tegen de staatssecretaris zou zeggen: „Zet u alstublieft dat onderzoek van uw depar tement stop" en dat die staatssecretaris dat dan ook meteen doet. De heer Reijers noemt de procureur-ge neraal te Amsterdam „zeer bevooroor deeld". Het oordeel van de procureur-ge neraal, dat in de strafzaak tegen de on bekende daders der vermogensdelicten geen vervolging behoort te worden inge steld, is uitgesproken op grond van het geen het onderzoek had opgeleverd. Het is juist de procureur-generaal geweest, die reeds in 1950 het instellen der gerechtelij ke vooronderzoeken bij de toenmalige ambtsvoorganger van de minister bevor derd heeft. In de nota van de heer Reijers worden nog diverse andere beschuldigingen tegen de procureur-generaal geuit. Zo zou hij er onder meer aan hebben medegewerkt het Bloemendaalse politiecorps de hand boven het hoofd te houden; hij zou de rechter commissaris te Haarlem op ongeoorloofde wijze hebben beïnvloed; hij zou zich be ijverd hebben de uitlevering van Menten achter het IJzeren Gordijn te bevorderen teneinde aldus de beweerde, tegen de heer Menten gepleegde wandaden te dekken. Deze beschuldigingen zijn volstrekt uit de lucht gegrepen. Zo is de toezending van het politieke dossier Menten aan de rech ter-commissaris te Haarlem geschied op diens uitdrukkelijk verzoek. De beschuldigingen tegen het Beheersinstituut Het Nederlandse Beheersinstituut heeft op instructie van de minister over de vor deringen van Menten onderhandelingen geopend. De heer Reijers acht de wijze van onderhandelen onbevredigend en meent dat een tweetal posten voor directe uitbe taling in aanmerking komen. Het Neder landse Beheersinstituut ontkent de ge grondheid van de door de heer Reijers ge noemde vorderingen van f 31.950.en f 12.032.95, naar de mening van de mi nister terecht. Hij acht geen termen aan wezig deze posten aan de heer Menten te doen betalen. Beschuldigingen van „kneve larij" zijn dan ook van alle grond ontbloot. Teneinde zijn nota niet te uitvoerig te maken, meent de minister het voor het ogenblik hierbij te moeten laten. Hij wenst echter uitdrukkelijk te ver klaren, dat het feit, dat hij niet op alles wat de heer Reijers te berde heeft gebracht, is ingegaan, niet betekent dat hij de punten uit de nota van de heer Reijers, welke thans niet worden behandeld, als juist erkent. Zijn nota zal, naar hij vertrouwt, voldoende zijn om duidelijk te maken, dat de heer Reijers, in zijn verlangen om de zaak- Menten in het volle daglicht te stellen, op onwaarachtige en onwaardige wijze heeft gespeeld met de reputatie van personen in overheidsdienst, die zulk een bejegening allerminst verdiend hebben. De hoogheid van het recht, waarover de heer Reijers zo gaarne spreekt, wordt door zulk een optreden niet gediend, zo besluit de minister. De staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra nenburg. heeft eveneens een nota aan de Eerste Kamer over de zaak Menten ge zonden. Tussen de heer Reijers en de staats secretaris bestaan verschillen in opvatting betreffende de wijze, waarop een vordering, in geld tegenover het ministerie van Oor log door de heer Menten behoort te worden geldend gemaakt. Voor de heer Reijers staat vast, dat aan de heer Menten ongeveer 3,5 millioen uit de staatskas toekomt. De staatssecretaris betwist deze vordering, voorzover zij een erkend en inmiddels betaald bedrag van 250.000,te boven gaat. In October 1951 diende de heer Menten door middel van zijn raadsman bij het ministerie van Oorlog een vordering in van ongeveer 3,5 millioen. Deze vordering was gegrond op een aantal feiten, welke plaats gehad hebben in de woning van de heer Menten te Aerdenhout kort na de be vrijding in 1945, waarbij de B.S. betrokken zou zijn. Zij behelsde vergoeding van een grote verscheidenheid van goederen, welke ten gevolge van deze feiten aan het ver mogen van de heer Menten zouden zijn onttrokken. De staatssecretaris heeft deze vordering persoonlijk aan een onderzoek onderwor pen. Het bleek hem, dat de feiten, waarop zij berustte, aan een grondig onderzoek onderworpen waren geweest' bij het ge rechtelijk vooronderzoek, verricht door de Haarlemse rechter-commissaris, mr. Smits, tegen de onbekende daders van door de heer Menten aangegeven ontvreemdingen. Vordering gesplitst De uit het gerechtelijk onderzoek geble ken feiten gaven aanleiding om een split sing te maken in de vordering. Enerzijds (door dr. E. van Raalte) Sir Eric Beckett heeft Zaterdagochtend bij de aanvang van zijn dupliek voor het Internationale Hof uitstekend werk gedaan. Ten eerste heeft hij uitermate gelukkige .woorden gewijd aan.zijn tegenstanders. Dat was nu weer eens typisch voornaam en sportief Brits op zijn best. De pleiter prees niet slechts zijn tegenpleiter, prof. Henri Rolin maar insgelijks de „agent" van Per- zië, Navab, wegens de vriendschappelijke en hoffelijke manier waarop zij waren op getreden. En dit in een zaak, die zowel in Engeland als in Perzië de gemoederen ge ducht beroert. Dat iets dergelijks in zulk een aangelegenheid mogelijk was, getuigde voor het grote gezag dat het Hof geniet en is tekenend voor de waarde, die dit college als internationaal orgaan bezit, aldus Sir Eric. Gelijk al eerder vermeld heeft Perzië betoogd, dat sommige van de Britse eisen in dit geding niet-ontvankelijk zijn en dat niet-ontvankelijkheid, althans voor dit In ternationaal Gerechtshof, gelijk staat met onbevoegdheid van het Hof tot rechtspre ken. Daarentegen wilde Sir Eric aantonen, dat men deze twee dingen niet over één kam kan scheren. Ook niet in het Volken recht. En aangezien een Hof pas kan uit maken of eisen niet-ontvankelijk zijn, wan neer het Hof zelf bevoegd is tot rechtspre ken, dient voor alles wat Perzië ge tracht had te ontkennen eerst door de rechters te worden uitgemaakt dat zij ter dege bevoegd zijn. In de strijd over het karakter, dat de door Perzië in 1933 aan de Anglo Iranian verleende olieconcessie zou bezitten (par ticulier contract, zegt Perzië; een verdrag beweert Engeland), meende Sir Eric een punt te scoren door er onder anderen op te wijzen, dat de tekst van de overeen komst deel uit maakt van de notulen van de Volkenbondsraad, die in 1933 er in slaagde de twist tussen Engeland en Perzië te doen eindigen. Iets dergelijks, opneming van zulk een contract in de notulen is enig in zijn soort, en wanneer men dan bedenkt, hoe dit geschiedde, dan betekent dit de erkenning door de Raad van het verdrags karakter der concessie. werd een grote verscheidenheid van goe deren als vermist opgegeven, waarvan in derdaad vaststond dat deze door overheids ingrijpen in 1945 aan het vermogen van de heer Menten waren onttrokken. Hieronder vielen linnen- en lijfgoederen, welke ter beschikking kwamen van hospitalen en H.A.R.K. en voorts grote hoeveelheden levensmiddelen, zeep en dergelijke, welke aan de noodlijdende bevolking ten goede waren gekomen. Ook enig huisraad, zoals servieswerk, was aan bepaalde instellingen ter beschikking gesteld en niet of niet ten volle in het vermogen van de heer Menten teruggekeerd. Erkend werd, dat dit ver- mogensverlies behoort tot de competentie van het Commissariaat Oorlogsschade krachtens het besluit F. 292. Van andere goederen was het evenwel aan gerechte twijfel onderhevig, of deze wel ooit tot het vermogen van de heer Menten hadden behoord en bovendien was niet vast te stellen, zelfs indien dit het ge val was, dat en hoe zij daaruit geraakt waren. In ieder geval stond vast, dat zij nimmer door de overheid aan zich getrok ken waren, laat staan ten behoeve van het ministerie van Oorlog in eigendom zijn ge vorderd. Deze goederen zijn diamanten, naar beweerd wordt, verborgen in een autoband, welke weer in een ingemetselde schuilplaats zou zijn verborgen geweest. Voorts contant geld, Amerikaanse effecten, waaromtrent ieder nader gegeven ontbrak, en tenslotte een aantal kunstwerken, schil derijen en plaatwerken, waarvan bestaan, aard, %aarde en uiteindelijke lotgevallen, ondanks alle nauwgezette onderzoekingen, in het duister zijn gebleven. De staatssecretaris is van oordeel, dat de vordering van de heer Menten, voorzover op deze goederen betrekking hebbende, aan het oordeel van de gewone rechter behoort te worden onderworpen. Schikking Het standpunt van de staatssecretaris is aan de partij-Menten medegedeeld. De heer Menten heeft zich daarna enerzijds tot het treffen van een schikking gewend tot het Commissariaat Oorlogsschade. De ze schikking is op onbekrompen wijze tot stand gekomen voor een bedrag van f 250.000.welke zijn uitbetaald aan de heer Menten, die daarvoor het commissa riaat kwijting gaf voor al zijn verdere aanspraken, tenzij het ministerie van Oor log bij nadere overweging termen mocht vinden om nog andere posten door het commissariaat te doen afhandelen. Zoda nige termen zijn tot nu toe niet gevonden. Anderzijds heeft de heer Menten even wel appèl ingesteld bij de beroepscommis sie van het Commissariaat Oorlogsschade. Bij dit appèl vraagt de heer Menten vast te stellen, dat ook het restant van zijn vor dering door het Commissariaat Oorlogs schade zal moeten worden afgèhandeld. Dit appèl is thans hangende. Indien de heer Reijers tegen deze rechtsgang bezwa ren heeft, dan kan hij deze beter inbren gen bij de heer Menten dan bij de staats secretaris. Het staat de heer Menten vrij om het restant van zijn vordering onmid dellijk bij de burgerlijke rechter aan hangig te maken, aan wiens oordeel uiter aard ook de staat gebonden is. Op de tweede dag van zijn bezoek aan de Kop van Noordholland bezocht liet Konink lijk paar in Zwaag de veiling Bangert en omstreken". Gezeten op de bankjes, waarin des morgens de groentenhandelaars hun dagvoorraad inkopen, laten de Koninklijke gasten zich de gang van zaken door de voorzitter van de Veilingvereniging uitleggen. Het eerste deel van de marine-oefening „Castanets" heeft admiraal Creasey's vlootmacht, waarbij het vliegkampschip „Karei Doorman" en de torpedobootjager „Evertsen" zgn ingedeeld, geen lauweren gebracht. Een vijandelijke raider wist, handig gebruik makend van regenbuien en nevels, die hem tegen vliegtuigverkenning beschermden, te ontkomen en de „Karei Doorman" werd, na Donderdagmiddag reeds zwaar getroffen te zijn, bij een ver rassende aanval van vijandelijke vliegtui gen, Vrijdagmorgen om even over vijf door een onderzeeboot tot zinken gebracht. Daardoor mislukte ook de jacht op een snelle vijandelijke mijnenlegger, die met kwade bedoelingen 'voor de Schotse kust was verschenen. De „striking force", bestaande uit En- gelands nieuwste slagschip, de 42.500 ton metende „Vanguard", de kruiser „Swift- sure" (8.000 ton), de „Karei Doorman" en de jagers „Evertsen", „Cadiz" en „St. Kitts", was Woensdagmiddag de Noordzee opgestoomd op grond van een melding dat een vijandelijke raider, komende van de Atlantische Oceaan, tussen de Noordpunt van Schotland en de Shetland-eilanden de Noordzee was binnengedrongen. Onze Haagse redacteur heeft heden ochtend dr. Mossadeq, de Perzische pre mier, een aantal vragen gesteld. De eerste betrof de aanhouding van de „Rose Mary" in Aden. Dr.' Mossadeq antwoordde hierop: „Met betrekking tot de aanhouding van de „Rose Mary" kan ik geen definitief ant woord geven zolang ik niet de officiële ge gevens over deze aangelegenheid heb. Of schoon de aanhouding eigenlijk direct de eigenaar van de tankboot raakt, wil ik hieraan toch wel toevoegen, dat ik hierin een nieuwe daad van willekeur zie". Vraag: Welke houding zal uw land aan nemen als het Hof zich bevoegd verklaart in het huidige proces? Antwoord: Ik heb vol vertrouwen dat de rechters ons recht zullen doen en het Hof zich niet bevoegd zal verklaren in een zaak die in wezen de nationale zeggenschap van Perzië raakt. Ik weiger dan ook uw ver onderstelling aan te nemen. Vraag: En wat gebeurt er als het Hof zou besluiten om de beslissing over de bevoegd- heidsvraag meteen vast te knopen aan die over de hoogste zaak zelf? (Hetgeen dus zou betekenen, dat gewacht zou moeten worden op de beslissing over de hoofdzaak die eerst zou moeten worden bepleit). Antwoord: Ik hoop slechts dat dit niet zal gebeuren, aangezien dat zou betekenen verlenging van een bedenkelijke toestand, gelijk wij die nu beleven. Op een volgende vraag luidde het ant woord dat Perzië bereid is om aan welk land ook olie te verkopen, aangezien het zich er toe genoodzaakt ziet, gezien de fi nanciële en economische moeilijkheden waarin het verkeert. Ziedaar het belangrijkste van het onder houd van hedenmorgen met dr. Mossadeq, dat begon met vriendschappelijke woorden van dank aan Nederland voor genoten gast vrijheid. Het Zuidelijke deel van het Japanse eiland Kioesjioe wordt door een wervel storm bedreigd. 10.000 woningen in het district Foekoeoka staan reeds door zware regenval gedeeltelijk onder water. De wind wakkert aan tot stormkracht. Volgens de eerste berichten is ook in de districten Ka- gosjima, Saga en Mijazaki schade aange richt. Men gelooft, dat de orkaan heden middag Kioesjioe zal hebben bereikt. Juni gaan de wervelstormen gewoonlijk langs het eiland waarna zij in de Chinese zee uitrazen. Ditmaal vreest men echter, dat de wervelstorm dezelfde weg zal volgen als de orkaan van 21 Juni 1949, die het eiland Kioesjoe in zijn gehele lengte over trok en in de Japanse zee uitwoedde. Daar bij verloren 108 mensen het leven en werd voor 30 millioen yen schade aangericht. Reuter meldt, dat in het district Nagasaki 48 mensen vandaag zijn bedolven door een aardverschuiving. 32 mensen werden snel bevrijd eh vijf lijken geborgen. 11 personen worden vermist. De aardverschuiving is veroorzaakt door de wolkbreuken. Van 20 tot 23 Juni is in Kopenhagen een bijeenkomst gehouden de tweede van de raad van vertegenwoordigers der Euro pese mogendheden waar de plannen be sproken werden om te komen tot de vesti ging van een internationaal laboratorium en vei'dere samenwerking op het gebied van atoom-ondei'zoek. De vergadering bestudeerde de weten schappelijke conclusies, die bereikt werden op een internationale conferentie van drie weken, die 19 Juni in Kopenhagen geslo ten werd. Veertig atoomdeskundigen uit twaalf verschillende landen waren aanwe zig. De bijeenkomst was georganiseerd door Niels Bohr, de Deense Nobelprijs winnaar, teneinde een overzicht te ver krijgen over de huidige stand van zaken op het gebied van atoom-onderzoek. Vier studiegroepen hebben hun werk plannen voorgelegd. Professor C. J. Bak ker (Nederland) besprak de constructie van een synchro-cyclotron voor 500 mil lioen electronen-volt; de Noorse professor O. Dahl berichtte over de bouw van een cosmotron met een energie boven de milliard electronen-volt; dr. L. Kowarski (Frankrijk) sprak over de organisatie van een internationaal laboratorium voor atoom-onderzoek en professor Niels Èohr bracht rapport uit over de theoretische studie-groep. Omtrent de plaats van vestiging van het internationaal laboratorium werd nog geen beslissing genomen. Proeftocht werd bijna catastrophe Zaterdagmiddag is de strand-motorred- dingboot „Albatros" tijdens een proefvaart voor de kust van Wijk aan Zee op de hoge branding dwarszee gekomen en omgesla gen. De acht opvarenden, onder wie zich drie passagiers bevonden, konden zich slechts met moeite redden; een hunner raakte onder de boot beklemd, maar wist zich los te trappen, een collega werd door een lijn van de boot bijna gewurgd en een derde scheerde rakelings langs de als dol draaien de schroef. Op de omgekeerde boot zijn de drenke lingen tenslotte naar het strand teruggedre ven, daarbij gedurende de laatste meters ge holpen door een grote schare badgasten en een reddingvlet. Naar de oorzaak van dit bijzonder goed afgelopen ongeval wordt van de zijde van de K.N.Z.H.R.M. een diepgaand onderzoek ingesteld. BINNENLAND Het 179 ton grote motorschip „Verwis seling", schipper L. Eooy uit Hoorn, gela den met stenen van Angeren op weg naar Middelburg, is in het Slaak aangevaren door het 1300 ton metende mot'ortankschip „Stern" uit Bazel, geladen met benzine. De „Verwisseling" zonk bijna onmiddellijk. De opvarenden werden door de Stern aan bood genomen. Bij de TT-races in Assen zal op 28 Juni een rijdend postkantoor in gebruik worden genomen. In de oorlog is het eerste rijdende P.T.T.-kantoor door de bezetter weggevoerd. Het nieuwe kantoor heeft drie loketten, een telegraaf-installatie en drie telefooncellen. Aan de buitenkant zijn twee postzegelauto maten, een briefkaartautomaat en 9 schrijf tafels bevestigd. Bij beschikking van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is ingesteld een commissie voor georganiseerd overleg betreffende de rechtstoestand van het personeel bij het nijverheidsonderwijs. De commissie bestaat uit leden en plaatsver vangende leden, die worden aangewezen door een aantal organisaties, van personeel, werkzaam bij het nijverheidsonderwijs en van besturen van scholen voor dit onder wijs. Voorts wijst de minister voor de com missie enige rijksambtenaren aan als gede legeerden. Op zijn landgoed te Beesd is op 61-jarige leeftijd overleden mr. W. F. F. baron van Verschuer, die sinds 1938 lid van Gedepu teerde Staten van Gelderland was. Van 1920 —1938 was hij burgemeester van Beesd. De Internationale Luchtvaart Show Ypenburg (Ilsy) zal dit jaar op 2 en 3 Augustus worden gehouden. Automobilisten en motorrijders zullen de gelegenheid krij gen om zich met hun voertuig op een daar voor speciaal gereserveerde plaats langs het terrein op te stellen en daar de show te volgen. De vliegtechnische leiding van de show berust weer bij reserve majoor-vlieger J. L. Flinterman. Ter gelegenheid van het 100-jarig be staan van de rijkstelegraaf wordt van 19 Juli tot 28 September in het Nederlandse Post- museum te 's Gravenhage een tentoonstelling gehouden, waarop een overzicht wordt ge geven van de ontwikkeling van de tele grafie Een vrachtauto, bestuurd door de 63- jarige G. Hendrinckx uit Valkenburg, is gisteren op een overweg te Geronsart in België aangereden door een trein. De chauf feur was op slag dood. Tijdens een receptie van de Coöpera tieve Tuinbouw Aankoopvereniging in Aals meer, ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan, heeft de burgemeester van Aals meer, dr. P. H. Peereboom Voller, aan de voorzitter de heer Jb. Alderden Dzn., mede gedeeld, dat de Koningin hem benoemd heeft tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De burgemeester reikte de versierselen aan de voorzitter uit. De heer Alderden is van de oprichting af bestuurslid geweest, en sinds vele jaren voorzitter. Te Amsterdam is in de leeftijd van 58 jaar overleden mr. dr. I. Coopman, die vooral bekendheid verwierf als conférencier onder de naam Henri Marchant. Met ingang van 1 Juli is benoemd tot burgemeester der gemeente Franekeradeel de heer F. W. Steenhuisen, secretaris van die gemeente. In de gemeente Voorburg is bij tien varkens varkenspest geconstateerd. Te Nymegen is aanbesteed de bouw van nieuwe kantoren voor de Raad van Ar beid aan het Keizer Karelplein. Er waren 19 inschrijvers. Bij deze aanbesteding werd aan elke bonafide inschrijver f400 verstrekt als vervanging van de vroegere voordelen der z.g. „opzetjes", welke hier in overleg met architecten en opdrachtgever niet wa ren toegepast. Een coöperatieve melkfabriek te Gro ningen had een voorraad suiker van 430.000 kilogram niet aangegeven, maar later, toen de suikerprijs werd verhoogd, verkocht, waardoor de fabriek een extra winst boekte van f 60.000. De assistent-directeur is thans hiervoor veroordeeld tot een boete van f750. De coöperatie kreeg een boete van f 67.500. Waarschijnlijk door een defect aan de motor, waarmee een stro-pers werd aange dreven, is een hevige brand uitgebroken in de opslagplaats van de boerenbond bij Meerlo. De pers, alsmede ongeveer 80.000 kg. stro en 450 pakken turfstrooisel gingen in vlammen op. HAARLEM EN OMGEVING De heer K. O. Kolb te Haarlem is ge slaagd voor het diploma derde stuurman ter koopvaardij. Het programma der orgelbespeling in de Grote of St. Bavo Kerk, op Dinsdagavond 24 Juni .van 8 tot 9 uur, door George Robert luidt: 1. Fantasie en Fuga g. kl. t„ J. S. Bach; 2. Koraalvoorspelen: a. Durch Adam's Fall ist ganz verderbt, b. Wir glauben all' an einen Gott, Schöpfer, J. S. Bach; 3. Passa- caglia, H. Andriessen; 4. Preludium et Fuge (manuscript), Theo van der Bijl: 5. De Pro- fundis )cholarl), Jean Langlais; 6. Final, Cécar Franck. In de nacht van Zaterdag op Zondag is ingebroken in het gebouw van de Haar lemse Kegelbond. Aan de achterzijde van het gebouw zijn twee hekken uit de hengsels getrokken en deuren van de zaal zijn gefor ceerd. Gestolen zijn vijfentwintig gramo- foonplaten. Zaterdagmorgen om kwart over zeven is een aanrijding ontstaan op het Soenda- plein tussen een wielrijdster en een wiel rijder uit Wijk aan Zee. De politie verzoekt de wielrijdster zich te melden voor het ver strekken van inlichtingen. Aan de rijksuniversiteit te Leiden is geslaagd voor het artsexamen de heer F. C. Kuipers te Haarlem. Evenals vorige jaren zal ook dit jaar de grote tent van de Interkerkelijke Evangeli satie van de Ned. Chr. Gemeenschapsbond Haarlem weer bezoeken. Van Vrijdag 27 Juni tot Donderdag 3 Juli zal deze opgesteld staan op het Leidseplein. Aldaar zullen voor gangers van onderscheiden kerken spreken over: „De weg tot het ware geluk". Als sprekers verwacht men de heren P. D. Bar- delmeijer van Noordwijk aan Zee, H. v. d. Brink van Bloemendaal, J. Dammuller van Alkmaar, ds. A. Dondorp van Heemstede, ds. B. v. Ginkel van Amsterdam, J. Gravendeel van Brussel, ds. H. P. J. Kalf van Benne- broek, J. Kits van Doorn, ds. P. J. Mackaaij van Haarlem, prof. G. G. v. Nitfrik van Am sterdam, kapt. Bouwens van Haarlem en Joh. H. v. -Oostveen van Voorburg. Verschillende zangkoren van hier en elders hebben hun medewerking toegezegd, terwijl ook de solo zangeres mevr. Mimi van der Loo uit Den Haag zal zingen. De bijeenkomsten, die voor elk toegankelijk zijn, beginnen elke avond om 8 uur. Halfacht zangdienst. Aan de gemeente-universiteit te Am sterdam slaagde voor het doctoraal examen geneeskunde de heer H. R. van Beek te Haarlem. De heer A. van Driel, oud-directeur der gemeente-reiniging te Haarlem, is benoemd tot primus-ouderling naar de Generale Sy node der Gereformeerde kerken, die in Augustus in Rotterdam wordt gehouden. Ds. Y. van der Zee van Nieuw-Vennep werd door de particuliere synode van Noordholland als secundus-lid gekozen. Benoemd tot hoofdcontroleurs van 's Rijks Belastingen de controleurs A: P. van Buuren te Haarlemmermeer; J. W. Bonnink te Beverwijk; A. A. Goedman te Haarlem en M. Plant te Haarlem. De hoofdaccountant J. Veenendaal te Arnhem is aangewezen als hoofd van het bureau van de Rijksaccountantsdienst te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7