Staatssecretaris spreken
van de heer Reijers tegen
Minister en
beweringen
Beschuldigingen tegen ambtenaren
onwaarachtig en onwaardig genoemd
De zaak Menten
Gecompliceerde zaak
Vrijere markt voor
en franc
pond
Nota van staats
secretaris van Oorlog
Sportieve Britse lof
voor Perzië's pleiters
MAANDAG 23 JUNI 1952
HAARLEMS DAGBLAD -
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Nieuwe abonnés
GRATIS
Karei Doorman
„getorpedeerd"
MossadeqTs mening
over oliegeschil
Wervelstorm nadert Japan
Conferentie over atoom
onderzoek in Kopenhagen
Reddingboot met acht
man omgeslagen
De minister van Justitie, mr. Muldertje, en de staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra
nenburg, hebben aan de voorzitter van de Eerste Kamer eer tweetal nota's doen toe
komen naar aanleiding van de aan de Eerste Kamer gerichte nota's van het Eerste
Kamerlid de heer Reijers over de zaak Menten. Minister Mulderije verklaart onder
meer dat hij de tijd nog niet gekomen zou achten mededelingen te doen, ware het niet,
dat de lic-^r Reijers in zijn nota's ambtenaren met name noemt en hun handelingen
in een üwaad daglicht stelt. Dit noopt de minister reeds thans de betogen van de heer
Reüea* te bestrijden, voor zover daartoe op het ogenblik de gegevens ter beschikking
star/h. Hij stelt zich voor na ontvangst der dossiers meer in détails op deze zaak terug
te komen.
Tot goed begrip van de gecompliceerde
zaak Menten moet vooropgesteld worden,
dat men heeft te onderscheiden:
a) de politieke strafzaak Menten;
b) diens klacht terzake van te zijnen
nadele gepleegde diefstallen en andere
vermogensmisdr ij ven
c) diens vorderingen tot schadevergoe
ding terzake dezer vermogensmisdrijven
en terzake van het beheer over zijn vaste
en andere goederen, door het Nederlandse
Beheersinstituut gevoerd;
d) de klacht ingebracht tegen de raads
heer-commissaris bij het Bijzonder Ge
rechtshof te Amsterdam, die belast is ge
weest met het vooronderzoek in de poli
tieke strafzaak;
e) het gerechtelijk vooronderzoek tegen
de journalist terzake van smaad en bele
diging.
Omtrent de onderdelen d en e kan op dit
ogenblik nog geen mededeling worden ge
daan, aangezien het vooronderzoek in bei-
d<é zaken thans nog niet is gesloten. Wel is
te verwachten, dat deze sluiting binnen
kort zal kunnen plaats vinden. Pas daar
na zal kunnen worden beslist of een straf
vervolging zal worden ingesteld.
De competentie
Thans zijn van belang de onderdelen b
en c, waarbij voor wat betreft het straf
rechtelijk onderzoek de justitie is betrok
ken. De vorderingen tot schadevergoeding
raken deels het departement van Oorlog,
deels dat van Justitie.
De heer Menten heeft de principiële
vraag van de bevoegdheid aan het oordeel
van het beroepscollege, bedoeld in het be
sluit F 292 onderworpen. Zou blijken, dat
deze zaak Valt onder het besluit F 292, zo
dat zij uitsluitend het departement van
Oorlog aangaat, en zou de heer 'Menten
erin, slagen de rechtmatigheid van zijn
vpfdering te bewijzen, dan zal ook volle
dige vergoeding moeten volgen. Zou echter
blijken dat de zaak onder het departement
van Justitie, respectievelijk met het Ne
derlands Beheersinstituut valt, dan zal
zijn vordei'ing, zo die niet langs minnelijke
weg blijkt te kunnen worden geregeld,
door de gewone rechter moeten worden
beoordeeld, die daarbij zal hebben reke
ning te houden met de wet overheids-
aansprakelijkheid'" bezettingshandelingen.
Het verwijt van de heer Reijers, dat de
in de Koninklijke Besluiten D 60 en F 292
voorgeschreven procedure niet is gevolgd,
is onhoudbaar, zo zegt de minister, omdat
eerst dient te worden uitgemaakt, of deze
voorschriften in dit geval wel van toepas
sing zijn.
Vorderingen van de heer Menten
Naar de mening van de héér Menten
waren enige bestanddelen van zijn vermo
gen te hoog gewaardeerd, zodat ook de hef
fing te hoog was berekend. Deze kwestie
is opgelost overeenkomstig de wensen van
de betrokkene. Hem is een bedrag van ruim
f 9.000.terugbetaald.
die per kwartaal wensen te betalen,
ontvangen ons blad tot 1 Juli
U kunt zich opgeven aan één onzer
kantoren of aan de bezorger.
DE ADMINISTRATIE.
Tot dusver kon vreemde valuta door het
bedrijfsleven hier te lande slechts worden
gekocht cn verkocht op basis van de offi
ciële aan- en verkoopkoersen van de Ne
derlandse Bank. In dit systeem zal een
wijziging worden gebracht in dier voege,
dat de deviezenbanken met haar cliënten
in bepaalde valuta's zullen kunnen hande
len op koersen, liggende tussen de officiële
aan- en verkoopkoersen van de Neder
landse Bank.
De spreiding tussen de officiële koersen
zal iets worden vergroot. De handel met
dè cliënten in bedoelde valuta's zal als re
gel geschieden op koersen, die tweemaal
per dag ter beurze tot stand zullen komen.
Op deze wijze zal er een vrijere koersvor-
ming op de contante valutamarkt zijn.
In de valuta's, die tot deze vrijere con
tante markt worden toegelaten, zal ook
handel op termijn door de deviezenbanken
onderling en met haar cliëntèle worden
toegestaan ter dekking van het koersrisico
op reële goederen- en dienstentransacties.
Hierdoor zal voor deze valuta's een vrijere
termijnmarkt tot stand komen. Gebroken
zal worden met het thans bestaande
systeem, waarbij alle termijncontracten bij
de Nederlandse Bank moeten worden over-
gesloten.
De invoering van deze maatregelen zal
aanvankelijk worden beperkt tot het pond
sterling en de Franse franc.
Er wordt de aandacht op gevestigd, dat
een en ander geen wijziging brengt in de
voorschriften ten aanzien van de vereiste
deviezenvergunningen.
In financiële kringen vraagt men zich af
of de volgende stap van de betrokken auto
riteiten wellicht zal worden de invoering
van een vrijere contante en termijnmarkt,
behalve voor het pond en de Franse franc,
ook voor de Amerikaanse dollar.
Wat betreft de klachten over het beheer
van zijn onroerende goederen, hetwelk door
het Nederlands Beheersinstituut aan een
hypotheekbank was opgedragen, zijn de
onderhandelingen nog gaande.
De beweerde vermissing van juwelen,
effecten en bankpapier valt niet onder de
bij het Nederlandse Beheersinstituut inge
diende vorderingen.
De kwestie der schilderijen
Onder aanspraken op schadevergoeding
speelt vooral een rol de kwestie van een
viertal schilderijen, welke omstreeks Kerst
mis 1946 zijn afgegeven aan en medegeno
men door een zekere Zagaiski.
Omtrent deze aangelegenheid bestaan
twee lezingen. De heer Menten spreekt van
diefstal. De Bloemendaalse politie verklaart
dat met instemming van de toen wel aan
wezige mevrouw Menten aan Zagaiski diens
eigendommen zouden zijn ter hand gesteld
bij wijze van minnelijk rechtsherstel. Welke
van de twee lezingen de juiste is, is voor
de civielrechtelijke vordering' niet van be
lang, want ook in de lezing van de Bloe
mendaalse politie zal de staat de aanspra
kelijkheid voor het wegraken der schilde
rijen moeilijk kunnen ontkennen. Vast
staat, dat de afgifte en uitvoer hebben
plaats gevonden op onvoldoende bewijzen
van Zagaiski dat hij de gedepossedeerde
eigenaar van deze schilderijen was.
De onderhandelingen tussen het Neder
landse Beheersinstituut en Menten omtrent
het bedrag van de schadevergoeding zijn
tot dusverre niet tot een einde gebracht
kunnen worden wegens de moeilijkheid
van de vaststelling van de waarde der
schilderijen.
De minister wenst uitdrukkelijk mede te
delen, dat hem in deze generlei onjuiste
mededelingen zijn verstrekt door de direc
teur van het Nederlandse Beheersinstituut,
zodat de beschuldiging van de heer Reijers
aan diens adres volstrekt ongemotiveerd
is.
Beschuldigingen tegen ambtenaren
De heer Reijers, zo gaat de minister ver
der, heeft in zijn nota diverse ambtenaren
van justitie met name genoemd en hen be
schuldigd van het geven van valse voor
lichting, van overtreding van wet en ver
ordening, van grove plichtverzaking en
van het hebben van een verderfelijke
geestesgesteldheid. Niet de ambtenaren zijn
echter verantwoordelijk, maar de minister.
De aanval van de heer Reijers op de door
hem genoemde ambtenaren is daarom niet
fair; bovendien ontbreekt daaraan feite
lijke grondslag.
Wat de heer Reijers over de handelingen
van de raadadviseur mr. W. G. Belinfaote,
de procureur-generaal mr. Van Dullemen,
de directeur van het Nederlandse beheers
instituut de heer De Vries, en de rechter
commissaris mr. Smits, in zijn nota's mede
deelt, is óf verdichtsel, óf verdachtmaking,
óf louter een hoeveelheid woorden dienen
de tot afkeuring van het door de staat in
genomen standpunt, waarvoor niet de
ambtenaren, doch de minister en de staats
secretaris van Oorlog verantwoordelijk
zijn.
Het onderzoek door de Haar
lemse rechtir-commissaris
In de in de nota overgenomen brief van
de heer Reijers aan de staatssecretaris,
wordt gesproken over het „z.g. dossier
Smits, het dossier van het oppervlakkige
onderzoek, hetwelk de rechter-commissaris
te Haarlem zonder vertegenwoordiger van
het departement van Oorlog heeft ge
voerd".
De minister merkt in de eerste plaats op.
dat de heer Reijers het dossier tegen de
onbekende daders van de vermogensdelic
ten niet kent. Zijn beschuldiging dat het
een oppervlakkig onderzoek bevat, is dus
uit de lucht gegrepen. De minister hand
haaft volledig zijn grote waardering voor
het onderzoek vat» de Haarlemse rechter
commissaris, mr. Smits, waarvan hij meer
dan eens heeft getuigd.
Deze rechter-commissaris heeft circa 180
getuigen gehoord. Er is alles gedaan, om
na vijf jaar de gebeurtenissen rondom het
huis van de heer Menten zo goed mogelijk
te reconstrueren en de daders der beweer
de diefstallen te achterhalen. Mr. Smits
heeft zoveel als redelijkerwijs mogelijk
was alle getuigen gehoord, welke de
heer Menten hem heeft verzocht te horen
en krijgt, nu het resultaat van deze ont
zagwekkende arbeid niet is geweest wat de
heer Menten zich daarvan had voorgesteld,
te horen, dat zijn onderzoek „oppervlak
kig" is geweest.
De heer Reijers ontzag zich niet in zijn
op 16 April 1952 in de Eerste Kamer ge
houden rede te suggereren, dat de instel
ling van de Haarlemse rechter-commissaris
is geweest de zaak in de doofpot te doen.
Nog schandelijker en vóór dè heer Reijers
zelf wel uiterst disqualificerend is echter
zijn insinuatie: „Men wilde evenwel de da
ders niet vinden".
Het verwijt dat. bij het horen van ge
tuigen en potentiële verdachten in een ge
rechtelijk onderzoek ener strafzaak geen
vertegenwoordiger aanwezig is geweest
van een departement, dat civielrechtelijk
bij de zaak is of kan worden betrokken,
getuigt wel van een volslagen gemis aan
kennis van het wezen ener instructie, aldus
de minister.
De heer Reijers schrijft: „Door het door
drijven van een ambtenaar van justitie,
mr. W. G. Belinfante, is wonderlijk ge
noeg dit onderzoek stop gezet". Dan volgt
„Het onrechtmatig optreden van deze
functionaris....". Afgezien van de feite
lijke onwaarheid van de beschuldiging is
het wel een naïeve veronderstelling, dat
een ambtenaar van justitie op eigen gezag
tegen de staatssecretaris zou zeggen: „Zet
u alstublieft dat onderzoek van uw depar
tement stop" en dat die staatssecretaris
dat dan ook meteen doet.
De heer Reijers noemt de procureur-ge
neraal te Amsterdam „zeer bevooroor
deeld". Het oordeel van de procureur-ge
neraal, dat in de strafzaak tegen de on
bekende daders der vermogensdelicten
geen vervolging behoort te worden inge
steld, is uitgesproken op grond van het
geen het onderzoek had opgeleverd. Het
is juist de procureur-generaal geweest, die
reeds in 1950 het instellen der gerechtelij
ke vooronderzoeken bij de toenmalige
ambtsvoorganger van de minister bevor
derd heeft.
In de nota van de heer Reijers worden
nog diverse andere beschuldigingen tegen
de procureur-generaal geuit. Zo zou hij er
onder meer aan hebben medegewerkt het
Bloemendaalse politiecorps de hand boven
het hoofd te houden; hij zou de rechter
commissaris te Haarlem op ongeoorloofde
wijze hebben beïnvloed; hij zou zich be
ijverd hebben de uitlevering van Menten
achter het IJzeren Gordijn te bevorderen
teneinde aldus de beweerde, tegen de heer
Menten gepleegde wandaden te dekken.
Deze beschuldigingen zijn volstrekt uit de
lucht gegrepen. Zo is de toezending van
het politieke dossier Menten aan de rech
ter-commissaris te Haarlem geschied op
diens uitdrukkelijk verzoek.
De beschuldigingen tegen
het Beheersinstituut
Het Nederlandse Beheersinstituut heeft
op instructie van de minister over de vor
deringen van Menten onderhandelingen
geopend. De heer Reijers acht de wijze van
onderhandelen onbevredigend en meent
dat een tweetal posten voor directe uitbe
taling in aanmerking komen. Het Neder
landse Beheersinstituut ontkent de ge
grondheid van de door de heer Reijers ge
noemde vorderingen van f 31.950.en
f 12.032.95, naar de mening van de mi
nister terecht. Hij acht geen termen aan
wezig deze posten aan de heer Menten te
doen betalen. Beschuldigingen van „kneve
larij" zijn dan ook van alle grond ontbloot.
Teneinde zijn nota niet te uitvoerig
te maken, meent de minister het voor
het ogenblik hierbij te moeten laten.
Hij wenst echter uitdrukkelijk te ver
klaren, dat het feit, dat hij niet op
alles wat de heer Reijers te berde heeft
gebracht, is ingegaan, niet betekent
dat hij de punten uit de nota van de
heer Reijers, welke thans niet worden
behandeld, als juist erkent. Zijn nota
zal, naar hij vertrouwt, voldoende zijn
om duidelijk te maken, dat de heer
Reijers, in zijn verlangen om de zaak-
Menten in het volle daglicht te stellen,
op onwaarachtige en onwaardige wijze
heeft gespeeld met de reputatie van
personen in overheidsdienst, die zulk
een bejegening allerminst verdiend
hebben. De hoogheid van het recht,
waarover de heer Reijers zo gaarne
spreekt, wordt door zulk een optreden
niet gediend, zo besluit de minister.
De staatssecretaris van Oorlog, mr. Kra
nenburg. heeft eveneens een nota aan de
Eerste Kamer over de zaak Menten ge
zonden.
Tussen de heer Reijers en de staats
secretaris bestaan verschillen in opvatting
betreffende de wijze, waarop een vordering,
in geld tegenover het ministerie van Oor
log door de heer Menten behoort te worden
geldend gemaakt.
Voor de heer Reijers staat vast, dat aan
de heer Menten ongeveer 3,5 millioen uit
de staatskas toekomt. De staatssecretaris
betwist deze vordering, voorzover zij een
erkend en inmiddels betaald bedrag van
250.000,te boven gaat.
In October 1951 diende de heer Menten
door middel van zijn raadsman bij het
ministerie van Oorlog een vordering in van
ongeveer 3,5 millioen. Deze vordering
was gegrond op een aantal feiten, welke
plaats gehad hebben in de woning van de
heer Menten te Aerdenhout kort na de be
vrijding in 1945, waarbij de B.S. betrokken
zou zijn. Zij behelsde vergoeding van een
grote verscheidenheid van goederen, welke
ten gevolge van deze feiten aan het ver
mogen van de heer Menten zouden zijn
onttrokken.
De staatssecretaris heeft deze vordering
persoonlijk aan een onderzoek onderwor
pen. Het bleek hem, dat de feiten, waarop
zij berustte, aan een grondig onderzoek
onderworpen waren geweest' bij het ge
rechtelijk vooronderzoek, verricht door de
Haarlemse rechter-commissaris, mr. Smits,
tegen de onbekende daders van door de
heer Menten aangegeven ontvreemdingen.
Vordering gesplitst
De uit het gerechtelijk onderzoek geble
ken feiten gaven aanleiding om een split
sing te maken in de vordering. Enerzijds
(door dr. E. van Raalte)
Sir Eric Beckett heeft Zaterdagochtend
bij de aanvang van zijn dupliek voor het
Internationale Hof uitstekend werk gedaan.
Ten eerste heeft hij uitermate gelukkige
.woorden gewijd aan.zijn tegenstanders.
Dat was nu weer eens typisch voornaam en
sportief Brits op zijn best. De pleiter prees
niet slechts zijn tegenpleiter, prof. Henri
Rolin maar insgelijks de „agent" van Per-
zië, Navab, wegens de vriendschappelijke
en hoffelijke manier waarop zij waren op
getreden. En dit in een zaak, die zowel in
Engeland als in Perzië de gemoederen ge
ducht beroert. Dat iets dergelijks in zulk
een aangelegenheid mogelijk was, getuigde
voor het grote gezag dat het Hof geniet en
is tekenend voor de waarde, die dit college
als internationaal orgaan bezit, aldus Sir
Eric.
Gelijk al eerder vermeld heeft Perzië
betoogd, dat sommige van de Britse eisen
in dit geding niet-ontvankelijk zijn en dat
niet-ontvankelijkheid, althans voor dit In
ternationaal Gerechtshof, gelijk staat met
onbevoegdheid van het Hof tot rechtspre
ken. Daarentegen wilde Sir Eric aantonen,
dat men deze twee dingen niet over één
kam kan scheren. Ook niet in het Volken
recht. En aangezien een Hof pas kan uit
maken of eisen niet-ontvankelijk zijn, wan
neer het Hof zelf bevoegd is tot rechtspre
ken, dient voor alles wat Perzië ge
tracht had te ontkennen eerst door de
rechters te worden uitgemaakt dat zij ter
dege bevoegd zijn.
In de strijd over het karakter, dat de
door Perzië in 1933 aan de Anglo Iranian
verleende olieconcessie zou bezitten (par
ticulier contract, zegt Perzië; een verdrag
beweert Engeland), meende Sir Eric een
punt te scoren door er onder anderen op
te wijzen, dat de tekst van de overeen
komst deel uit maakt van de notulen van
de Volkenbondsraad, die in 1933 er in
slaagde de twist tussen Engeland en Perzië
te doen eindigen. Iets dergelijks, opneming
van zulk een contract in de notulen is enig
in zijn soort, en wanneer men dan bedenkt,
hoe dit geschiedde, dan betekent dit de
erkenning door de Raad van het verdrags
karakter der concessie.
werd een grote verscheidenheid van goe
deren als vermist opgegeven, waarvan in
derdaad vaststond dat deze door overheids
ingrijpen in 1945 aan het vermogen van de
heer Menten waren onttrokken. Hieronder
vielen linnen- en lijfgoederen, welke ter
beschikking kwamen van hospitalen en
H.A.R.K. en voorts grote hoeveelheden
levensmiddelen, zeep en dergelijke, welke
aan de noodlijdende bevolking ten goede
waren gekomen. Ook enig huisraad, zoals
servieswerk, was aan bepaalde instellingen
ter beschikking gesteld en niet of niet ten
volle in het vermogen van de heer Menten
teruggekeerd. Erkend werd, dat dit ver-
mogensverlies behoort tot de competentie
van het Commissariaat Oorlogsschade
krachtens het besluit F. 292.
Van andere goederen was het evenwel
aan gerechte twijfel onderhevig, of deze
wel ooit tot het vermogen van de heer
Menten hadden behoord en bovendien was
niet vast te stellen, zelfs indien dit het ge
val was, dat en hoe zij daaruit geraakt
waren. In ieder geval stond vast, dat zij
nimmer door de overheid aan zich getrok
ken waren, laat staan ten behoeve van het
ministerie van Oorlog in eigendom zijn ge
vorderd. Deze goederen zijn diamanten,
naar beweerd wordt, verborgen in een
autoband, welke weer in een ingemetselde
schuilplaats zou zijn verborgen geweest.
Voorts contant geld, Amerikaanse effecten,
waaromtrent ieder nader gegeven ontbrak,
en tenslotte een aantal kunstwerken, schil
derijen en plaatwerken, waarvan bestaan,
aard, %aarde en uiteindelijke lotgevallen,
ondanks alle nauwgezette onderzoekingen,
in het duister zijn gebleven.
De staatssecretaris is van oordeel, dat de
vordering van de heer Menten, voorzover
op deze goederen betrekking hebbende, aan
het oordeel van de gewone rechter behoort
te worden onderworpen.
Schikking
Het standpunt van de staatssecretaris is
aan de partij-Menten medegedeeld. De
heer Menten heeft zich daarna enerzijds
tot het treffen van een schikking gewend
tot het Commissariaat Oorlogsschade. De
ze schikking is op onbekrompen wijze tot
stand gekomen voor een bedrag van
f 250.000.welke zijn uitbetaald aan de
heer Menten, die daarvoor het commissa
riaat kwijting gaf voor al zijn verdere
aanspraken, tenzij het ministerie van Oor
log bij nadere overweging termen mocht
vinden om nog andere posten door het
commissariaat te doen afhandelen. Zoda
nige termen zijn tot nu toe niet gevonden.
Anderzijds heeft de heer Menten even
wel appèl ingesteld bij de beroepscommis
sie van het Commissariaat Oorlogsschade.
Bij dit appèl vraagt de heer Menten vast
te stellen, dat ook het restant van zijn vor
dering door het Commissariaat Oorlogs
schade zal moeten worden afgèhandeld.
Dit appèl is thans hangende. Indien de
heer Reijers tegen deze rechtsgang bezwa
ren heeft, dan kan hij deze beter inbren
gen bij de heer Menten dan bij de staats
secretaris. Het staat de heer Menten vrij
om het restant van zijn vordering onmid
dellijk bij de burgerlijke rechter aan
hangig te maken, aan wiens oordeel uiter
aard ook de staat gebonden is.
Op de tweede dag van zijn bezoek aan de Kop van Noordholland bezocht liet Konink
lijk paar in Zwaag de veiling Bangert en omstreken". Gezeten op de bankjes, waarin
des morgens de groentenhandelaars hun dagvoorraad inkopen, laten de Koninklijke
gasten zich de gang van zaken door de voorzitter van de Veilingvereniging uitleggen.
Het eerste deel van de marine-oefening
„Castanets" heeft admiraal Creasey's
vlootmacht, waarbij het vliegkampschip
„Karei Doorman" en de torpedobootjager
„Evertsen" zgn ingedeeld, geen lauweren
gebracht. Een vijandelijke raider wist,
handig gebruik makend van regenbuien en
nevels, die hem tegen vliegtuigverkenning
beschermden, te ontkomen en de „Karei
Doorman" werd, na Donderdagmiddag
reeds zwaar getroffen te zijn, bij een ver
rassende aanval van vijandelijke vliegtui
gen, Vrijdagmorgen om even over vijf door
een onderzeeboot tot zinken gebracht.
Daardoor mislukte ook de jacht op een
snelle vijandelijke mijnenlegger, die met
kwade bedoelingen 'voor de Schotse kust
was verschenen.
De „striking force", bestaande uit En-
gelands nieuwste slagschip, de 42.500 ton
metende „Vanguard", de kruiser „Swift-
sure" (8.000 ton), de „Karei Doorman" en
de jagers „Evertsen", „Cadiz" en „St.
Kitts", was Woensdagmiddag de Noordzee
opgestoomd op grond van een melding dat
een vijandelijke raider, komende van de
Atlantische Oceaan, tussen de Noordpunt
van Schotland en de Shetland-eilanden de
Noordzee was binnengedrongen.
Onze Haagse redacteur heeft heden
ochtend dr. Mossadeq, de Perzische pre
mier, een aantal vragen gesteld. De eerste
betrof de aanhouding van de „Rose Mary"
in Aden. Dr.' Mossadeq antwoordde hierop:
„Met betrekking tot de aanhouding van
de „Rose Mary" kan ik geen definitief ant
woord geven zolang ik niet de officiële ge
gevens over deze aangelegenheid heb. Of
schoon de aanhouding eigenlijk direct de
eigenaar van de tankboot raakt, wil ik
hieraan toch wel toevoegen, dat ik hierin
een nieuwe daad van willekeur zie".
Vraag: Welke houding zal uw land aan
nemen als het Hof zich bevoegd verklaart
in het huidige proces?
Antwoord: Ik heb vol vertrouwen dat de
rechters ons recht zullen doen en het Hof
zich niet bevoegd zal verklaren in een zaak
die in wezen de nationale zeggenschap van
Perzië raakt. Ik weiger dan ook uw ver
onderstelling aan te nemen.
Vraag: En wat gebeurt er als het Hof zou
besluiten om de beslissing over de bevoegd-
heidsvraag meteen vast te knopen aan die
over de hoogste zaak zelf? (Hetgeen dus
zou betekenen, dat gewacht zou moeten
worden op de beslissing over de hoofdzaak
die eerst zou moeten worden bepleit).
Antwoord: Ik hoop slechts dat dit niet
zal gebeuren, aangezien dat zou betekenen
verlenging van een bedenkelijke toestand,
gelijk wij die nu beleven.
Op een volgende vraag luidde het ant
woord dat Perzië bereid is om aan welk
land ook olie te verkopen, aangezien het
zich er toe genoodzaakt ziet, gezien de fi
nanciële en economische moeilijkheden
waarin het verkeert.
Ziedaar het belangrijkste van het onder
houd van hedenmorgen met dr. Mossadeq,
dat begon met vriendschappelijke woorden
van dank aan Nederland voor genoten gast
vrijheid.
Het Zuidelijke deel van het Japanse
eiland Kioesjioe wordt door een wervel
storm bedreigd. 10.000 woningen in het
district Foekoeoka staan reeds door zware
regenval gedeeltelijk onder water. De wind
wakkert aan tot stormkracht. Volgens de
eerste berichten is ook in de districten Ka-
gosjima, Saga en Mijazaki schade aange
richt. Men gelooft, dat de orkaan heden
middag Kioesjioe zal hebben bereikt.
Juni gaan de wervelstormen gewoonlijk
langs het eiland waarna zij in de Chinese
zee uitrazen. Ditmaal vreest men echter,
dat de wervelstorm dezelfde weg zal volgen
als de orkaan van 21 Juni 1949, die het
eiland Kioesjoe in zijn gehele lengte over
trok en in de Japanse zee uitwoedde. Daar
bij verloren 108 mensen het leven en werd
voor 30 millioen yen schade aangericht.
Reuter meldt, dat in het district Nagasaki
48 mensen vandaag zijn bedolven door een
aardverschuiving. 32 mensen werden snel
bevrijd eh vijf lijken geborgen. 11 personen
worden vermist. De aardverschuiving is
veroorzaakt door de wolkbreuken.
Van 20 tot 23 Juni is in Kopenhagen een
bijeenkomst gehouden de tweede van
de raad van vertegenwoordigers der Euro
pese mogendheden waar de plannen be
sproken werden om te komen tot de vesti
ging van een internationaal laboratorium
en vei'dere samenwerking op het gebied
van atoom-ondei'zoek.
De vergadering bestudeerde de weten
schappelijke conclusies, die bereikt werden
op een internationale conferentie van drie
weken, die 19 Juni in Kopenhagen geslo
ten werd. Veertig atoomdeskundigen uit
twaalf verschillende landen waren aanwe
zig. De bijeenkomst was georganiseerd
door Niels Bohr, de Deense Nobelprijs
winnaar, teneinde een overzicht te ver
krijgen over de huidige stand van zaken
op het gebied van atoom-onderzoek.
Vier studiegroepen hebben hun werk
plannen voorgelegd. Professor C. J. Bak
ker (Nederland) besprak de constructie
van een synchro-cyclotron voor 500 mil
lioen electronen-volt; de Noorse professor
O. Dahl berichtte over de bouw van een
cosmotron met een energie boven de
milliard electronen-volt; dr. L. Kowarski
(Frankrijk) sprak over de organisatie van
een internationaal laboratorium voor
atoom-onderzoek en professor Niels Èohr
bracht rapport uit over de theoretische
studie-groep.
Omtrent de plaats van vestiging van het
internationaal laboratorium werd nog geen
beslissing genomen.
Proeftocht werd bijna catastrophe
Zaterdagmiddag is de strand-motorred-
dingboot „Albatros" tijdens een proefvaart
voor de kust van Wijk aan Zee op de hoge
branding dwarszee gekomen en omgesla
gen. De acht opvarenden, onder wie zich
drie passagiers bevonden, konden zich
slechts met moeite redden; een hunner raakte
onder de boot beklemd, maar wist zich los
te trappen, een collega werd door een lijn
van de boot bijna gewurgd en een derde
scheerde rakelings langs de als dol draaien
de schroef.
Op de omgekeerde boot zijn de drenke
lingen tenslotte naar het strand teruggedre
ven, daarbij gedurende de laatste meters ge
holpen door een grote schare badgasten en
een reddingvlet. Naar de oorzaak van dit
bijzonder goed afgelopen ongeval wordt van
de zijde van de K.N.Z.H.R.M. een diepgaand
onderzoek ingesteld.
BINNENLAND
Het 179 ton grote motorschip „Verwis
seling", schipper L. Eooy uit Hoorn, gela
den met stenen van Angeren op weg naar
Middelburg, is in het Slaak aangevaren
door het 1300 ton metende mot'ortankschip
„Stern" uit Bazel, geladen met benzine. De
„Verwisseling" zonk bijna onmiddellijk. De
opvarenden werden door de Stern aan bood
genomen.
Bij de TT-races in Assen zal op 28 Juni
een rijdend postkantoor in gebruik worden
genomen. In de oorlog is het eerste rijdende
P.T.T.-kantoor door de bezetter weggevoerd.
Het nieuwe kantoor heeft drie loketten, een
telegraaf-installatie en drie telefooncellen.
Aan de buitenkant zijn twee postzegelauto
maten, een briefkaartautomaat en 9 schrijf
tafels bevestigd.
Bij beschikking van de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is
ingesteld een commissie voor georganiseerd
overleg betreffende de rechtstoestand van
het personeel bij het nijverheidsonderwijs.
De commissie bestaat uit leden en plaatsver
vangende leden, die worden aangewezen
door een aantal organisaties, van personeel,
werkzaam bij het nijverheidsonderwijs en
van besturen van scholen voor dit onder
wijs. Voorts wijst de minister voor de com
missie enige rijksambtenaren aan als gede
legeerden.
Op zijn landgoed te Beesd is op 61-jarige
leeftijd overleden mr. W. F. F. baron van
Verschuer, die sinds 1938 lid van Gedepu
teerde Staten van Gelderland was. Van 1920
—1938 was hij burgemeester van Beesd.
De Internationale Luchtvaart Show
Ypenburg (Ilsy) zal dit jaar op 2 en 3
Augustus worden gehouden. Automobilisten
en motorrijders zullen de gelegenheid krij
gen om zich met hun voertuig op een daar
voor speciaal gereserveerde plaats langs het
terrein op te stellen en daar de show te
volgen. De vliegtechnische leiding van de
show berust weer bij reserve majoor-vlieger
J. L. Flinterman.
Ter gelegenheid van het 100-jarig be
staan van de rijkstelegraaf wordt van 19 Juli
tot 28 September in het Nederlandse Post-
museum te 's Gravenhage een tentoonstelling
gehouden, waarop een overzicht wordt ge
geven van de ontwikkeling van de tele
grafie
Een vrachtauto, bestuurd door de 63-
jarige G. Hendrinckx uit Valkenburg, is
gisteren op een overweg te Geronsart in
België aangereden door een trein. De chauf
feur was op slag dood.
Tijdens een receptie van de Coöpera
tieve Tuinbouw Aankoopvereniging in Aals
meer, ter gelegenheid van het veertigjarig
bestaan, heeft de burgemeester van Aals
meer, dr. P. H. Peereboom Voller, aan de
voorzitter de heer Jb. Alderden Dzn., mede
gedeeld, dat de Koningin hem benoemd heeft
tot ridder in de orde van Oranje Nassau. De
burgemeester reikte de versierselen aan de
voorzitter uit. De heer Alderden is van de
oprichting af bestuurslid geweest, en sinds
vele jaren voorzitter.
Te Amsterdam is in de leeftijd van 58
jaar overleden mr. dr. I. Coopman, die vooral
bekendheid verwierf als conférencier onder
de naam Henri Marchant.
Met ingang van 1 Juli is benoemd tot
burgemeester der gemeente Franekeradeel
de heer F. W. Steenhuisen, secretaris van die
gemeente.
In de gemeente Voorburg is bij tien
varkens varkenspest geconstateerd.
Te Nymegen is aanbesteed de bouw
van nieuwe kantoren voor de Raad van Ar
beid aan het Keizer Karelplein. Er waren 19
inschrijvers. Bij deze aanbesteding werd
aan elke bonafide inschrijver f400 verstrekt
als vervanging van de vroegere voordelen
der z.g. „opzetjes", welke hier in overleg
met architecten en opdrachtgever niet wa
ren toegepast.
Een coöperatieve melkfabriek te Gro
ningen had een voorraad suiker van 430.000
kilogram niet aangegeven, maar later, toen
de suikerprijs werd verhoogd, verkocht,
waardoor de fabriek een extra winst boekte
van f 60.000. De assistent-directeur is thans
hiervoor veroordeeld tot een boete van f750.
De coöperatie kreeg een boete van f 67.500.
Waarschijnlijk door een defect aan de
motor, waarmee een stro-pers werd aange
dreven, is een hevige brand uitgebroken in
de opslagplaats van de boerenbond bij
Meerlo. De pers, alsmede ongeveer 80.000 kg.
stro en 450 pakken turfstrooisel gingen in
vlammen op.
HAARLEM EN OMGEVING
De heer K. O. Kolb te Haarlem is ge
slaagd voor het diploma derde stuurman ter
koopvaardij.
Het programma der orgelbespeling in
de Grote of St. Bavo Kerk, op Dinsdagavond
24 Juni .van 8 tot 9 uur, door George Robert
luidt: 1. Fantasie en Fuga g. kl. t„ J. S.
Bach; 2. Koraalvoorspelen: a. Durch Adam's
Fall ist ganz verderbt, b. Wir glauben all' an
einen Gott, Schöpfer, J. S. Bach; 3. Passa-
caglia, H. Andriessen; 4. Preludium et Fuge
(manuscript), Theo van der Bijl: 5. De Pro-
fundis )cholarl), Jean Langlais; 6. Final,
Cécar Franck.
In de nacht van Zaterdag op Zondag is
ingebroken in het gebouw van de Haar
lemse Kegelbond. Aan de achterzijde van het
gebouw zijn twee hekken uit de hengsels
getrokken en deuren van de zaal zijn gefor
ceerd. Gestolen zijn vijfentwintig gramo-
foonplaten.
Zaterdagmorgen om kwart over zeven
is een aanrijding ontstaan op het Soenda-
plein tussen een wielrijdster en een wiel
rijder uit Wijk aan Zee. De politie verzoekt
de wielrijdster zich te melden voor het ver
strekken van inlichtingen.
Aan de rijksuniversiteit te Leiden is
geslaagd voor het artsexamen de heer F. C.
Kuipers te Haarlem.
Evenals vorige jaren zal ook dit jaar de
grote tent van de Interkerkelijke Evangeli
satie van de Ned. Chr. Gemeenschapsbond
Haarlem weer bezoeken. Van Vrijdag 27
Juni tot Donderdag 3 Juli zal deze opgesteld
staan op het Leidseplein. Aldaar zullen voor
gangers van onderscheiden kerken spreken
over: „De weg tot het ware geluk". Als
sprekers verwacht men de heren P. D. Bar-
delmeijer van Noordwijk aan Zee, H. v. d.
Brink van Bloemendaal, J. Dammuller van
Alkmaar, ds. A. Dondorp van Heemstede, ds.
B. v. Ginkel van Amsterdam, J. Gravendeel
van Brussel, ds. H. P. J. Kalf van Benne-
broek, J. Kits van Doorn, ds. P. J. Mackaaij
van Haarlem, prof. G. G. v. Nitfrik van Am
sterdam, kapt. Bouwens van Haarlem en Joh.
H. v. -Oostveen van Voorburg. Verschillende
zangkoren van hier en elders hebben hun
medewerking toegezegd, terwijl ook de solo
zangeres mevr. Mimi van der Loo uit Den
Haag zal zingen. De bijeenkomsten, die voor
elk toegankelijk zijn, beginnen elke avond
om 8 uur. Halfacht zangdienst.
Aan de gemeente-universiteit te Am
sterdam slaagde voor het doctoraal examen
geneeskunde de heer H. R. van Beek te
Haarlem.
De heer A. van Driel, oud-directeur der
gemeente-reiniging te Haarlem, is benoemd
tot primus-ouderling naar de Generale Sy
node der Gereformeerde kerken, die in
Augustus in Rotterdam wordt gehouden. Ds.
Y. van der Zee van Nieuw-Vennep werd door
de particuliere synode van Noordholland als
secundus-lid gekozen.
Benoemd tot hoofdcontroleurs van
's Rijks Belastingen de controleurs A: P.
van Buuren te Haarlemmermeer; J. W.
Bonnink te Beverwijk; A. A. Goedman te
Haarlem en M. Plant te Haarlem.
De hoofdaccountant J. Veenendaal te
Arnhem is aangewezen als hoofd van het
bureau van de Rijksaccountantsdienst te
Haarlem.