Het Hek van de Dam
Jeugddorpen in Israel
Voorzitter van de A.N.W.B. critiseert
regeringsbeleid inzake wegenaanleg
D.D.D.
Monument voor Frans
Naerebout onthuld
„Batavia1' in Boston
aangekomen
Santpoort
In de hoofdstad uit
Dame op terras
Pionier van reddingwezen
Oecumenische dienst
„Goed wegennet wordt
blijkbaar als luxe beschouwd"
MAIS ON MARCEL
U itstelling
Knoken
Glazen mensen
VJ
Advocaten van neo-nazi's
zeggen hun diensten op
ZATERDAG 5 JULI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
7
Het oog moet aan de schoonheid wennen.
Wie uit Europa voor het eerst in een Oos
ters land komt, brengt onwetend het axio
ma mee: alleen wat groen is, dat is mooi.
En men moet dagen wennen, vóór men de
schoonheid der kleuren kan zien in het kale
rotsland rondom Jeruzalem. Maar dan gaan
het spel van die kleuren van roest en as,
en die val van het licht, langzamerhand
iets voor ons betekenen. En wij eindigen
met het zelfs mooi te vinden, al is er dan
ook geen groen te bekennen!
Er is echter één „ding van schoonheid"
in Israël, waaraan men niet hoeft te wen
nen. En dat is de Noar. Noar betekent
jeugd. En de kinderen in Israël vox-men het
schoonste en het meest verblijdende in dit
gehele land.
Het is wel waar dat de Israëali in het al
gemeen een tikje al te ti-ots is op zijn
jeugd, en er een tikje al te hoge verwach
ting van koestert. Men kan hier een ge
sprek voeren, waarin allei-lei klachten los
komen over de moeilijkheden, die het zwa
re klimaat en de dwangtoestand temidden
van de tegenstanders, en ook de mensen
in 't land zelf elkander berokkenen. En
dan kan in eens een zucht van verlichting
rijzen, als die drukkende gedachten tot rust
komen bij dat éne lichtpunt: maar onze
jeugd is goed, onze kinderen zijn gezond.
De jeugd is hier, net als bij de-oude Romei
nen, werkelijk' de spes pati-iae, de hoop
des vaderlands. Ik heb soms het gevoel dat
men dit overdrijft. Ouderen schijnen mij
al te gewillig letterlijk hun eigen plaats
onder de zon te ontzeggen terwille van de
jeugd. Er is immers nooit en nergens vol
strekte zekerheid dat de jeugd het in haar
tijd beter zal doen, en dat diezelfde ver
nielende ki-achten, die de wei-eld der oude
ren onbewoonbaar hebben gemaakt, niet
ook te eniger tijd in het opgroeiend geslacht
zullen gaan wei-ken. Maar wel is het vol
komen te begrijpen dat men op de jeugd
al zijn hoop bouwt. Immers het verleden
is kapot geslagen. Men hééft als ongerepte
eenheid eenvoudig niets anders meer over
dan zijn kindei-en.
En voor de kinderen doet men alles, let-
tei-lijk alles. Eén van de meest veri-assende
verschijnselen in de staat Israël is de zoi"g
van de jeugd-alya, de immigratie der kin-
dei-en. Deze organisatie heeft door het
ganse land welvarende, frisse jeugddorpen
gebouw^, waax-in de. verweesde kinderen
uit-allerlei landen, en ook-de kinderen uit
a-sociale gezinnen, kinderen die allerlei
ellende achter, de rug hebben, woi-den sa
mengebracht. Hier een dorp, waarin ze
slechts tijdelijk wonen om dan geschift te
woi-den en verder dooi-gezonden. Daar een
nederzetting, waarin de jeugd vex-blyft van
zeven tot zeventien jaar toe. Ginds Kib-
bóetsim, waar de hele bevolking zich over
een paar honderd kinderen van vreemden
ontfermt en hen met eindeloze toewijding
groot brengt.
Dit type van jeugddorp is enig in de
wereld. In andere landen, en ook in Ne
derland kent men voor de „px-obleemjeugd"
alleen maar gestichten.
De loop der omstandigheden brengt mee
dat dit in Israel geheel anders is. Het Kefar
Noar is geen „gesticht", en moeilijke, on-
handelbax-e jeugd wordt er opgenomen en
omgevormd, zonder dat het de naam van
de jeugd-alya schaden kan. Het is precies
het tegendeel van schande; het is een eer
in een jeugddorp te zijn opgevoed.
Het ideaal is dat de kindex-en hier zich
zelf en elkander leiding geven. Toezicht
der ouderen is werkelijk niet meer dan
„toezicht". De kinderen hebben zelf de
zwaarste verantwoordelijkheid, die hun
leeftijd dragen kan. Vaste cox-véediensten
en strenge plichtem-eeksen verhindex-en dat
ze hier verwend worden, en dat de atmos
feer van de jeugdkolonie die van een al te
behagelijke bx-oeikas wordt. De jeugd moet
vóór alles gehard worden. Het leven zelf
is hard.
Het grootste stuk van de opleidxng ligt
op landbouwkundig gebied. Wei-kplaatsen
voor timmeren en allerlei technische arbeid
zijn er slechts in zóvex-re als men ook be
kwame handwerkslieden op de kibboets
zelf nodig heeft. Want de bedoeling is deze
kinderen voor de nederzetting op het land
op te leiden en de „trek naar de stad zo
veel mogelijk tegen te gaan.
Dat urbanisme, die voorkeur voor het
stadsleven, dreigt ook de nieuwe staat Is
rael, evenals elke andere moderne staat te
ondermijnen. De kibboets vex-keert in een
bedreigde positie. De oorzaken zijn dat men
te geringe toevloed heeft van jonge krach
ten, die de arbeid der ouderen kunnen
schragen en voortzetten, en dat men in de
laatste tijd zijn toevlucht heeft moeten
nemen tot gehuurde arbeiders om het ach
terstallige wex-k te voltooien. Deze twee
dingen kunnen de nekslag van de kibboets
worden. De gehuurde arbeiders, die een
hoog loon verdienen en 's middags om drie
uur met veel lawaai in een autobus naar
hun woning terugkeren, wekken de jalouzie
van de bewoners van de kibboets, die hard
v/erken moeten en nooit geld in handen
krijgen. Maar misschien vormt het feit dat
er geen jonge krachten toevloeien een nog
grotere bedreiging. Daarom leidt men de
kinderen in de jeugdkolonie hoofdzakelijk
on voor het leven op het platteland. En de
begeerte der jongens om niet bij de boer,
maar in de werkplaats zich te bekwamen,
wordt zoveel mogelijk tegengewerkt. De
tijd zal het leren of men er in slagen zal
de zware schaduwen, die over het leven
der kibboetsim vallen, te verjagen.
Een volk
Het is een vreugde eens een paar dagen
achtereen in zulk een jeugddorp het dage
lijkse leven mee te leven en de kinderen
in deze omgeving te zien ontluiken en vol
komen gelukkig zijn. Kinderen van allerlei
landen onder de zon groeien hier samen tot
één natie. De ouderen zijn nog uit Europa
afkomstig, de jongeren uit Oostelijke lan
den. Hier zijn Jemenieten, zéér schrandere
mensenkinderen met een aangeboren be-
schaving en beleefdheid, uiterst vriendelijk
van aard en van een stei'ke drang tot gods
dienstig denken en beleven. Maar hier zijn
Dorpsjeugd in Israel op een Zondagse
wandeltocht.
ook de „wilden" uit Oriënt, en het is de
glorie der opvoeders, van dezen beschaaf
de mensen te maken. Deze kinderen weten
absoluut niets, ze kennen geen mes of vork,
om van een tandenborstel helemaal maar
te zwijgen. Ze begrijpen in het eerst niet
wat men met een bed moet uitvoei-en; zo
iets hebben ze nog nooit gezien. En in een
volle autobus gaan ze op de plaats van de
chaufeur zitten 'en willen daar niet van
daan, omdat ze niet begrijpen, dat de auto
bus bestuurd moet worden en anders niet
rijden kan. Ze weten niets en kunnen niets,
zelfs niet regelmatig denken of hun ge
dachten in hun eigen taal uitdrukking
geven. Maar hier groeit het alles snel op
tot één volksgeheel.
Ook voor een dominéé is hier het een en
ander te leren. Wij woonden enige diensten
bij op Vrijdagavond en Sabbathmox-gen. De
Joodse liturgieën behoren tot het schoonste
en volmaaktste wat enige x-eligie op aarde
geschapen heeft. Maar nergens ter wereld
bijna volgt men de liturgie van de syna
goge met voldoende eerbied en aandacht.
De bevolking van het jeugddorp vormt
hierop geen uitzondering. De jongens en
meisjes vervelen zich hierbij kennelijk. Het
gaat hun niet ter hax-te. Ze zijn er niet echt
bij! Des te groter is voor ons de vei"rassing,
als wij enige lessen volgen van de leraar
dr. A. de Jong, een van onze landslieden,
die de leiding heeft van wat wij zouden
noemen het Mulo-onderwijs. De leerlingen
noemen hem, net als hun leiders, gewoon
bij zijn voornaam: Abraham. Deze lessen
natuurlijk in het Hebx-eeuws gegeven
gingen over Tenach, het „Oude Testament".
De jongens en meisjes van 15 en 16 jaar
lezen en verklaren de tekst. Ze stellen vra
gen en geveii hun eigen mening weer. Ex-
is soms vux-ige discussie over de opvatting
van een bijbelwoord. Dan praten ze alle
rnaar door elkander heen. Alles leeft en
fpnkelt. Hier gaat het hart van jong Israel
zichtbaar open. J. H. Grolle
Zaterdag is in Vlissingen het nieuwe
standbeeld van Frans Naerebout onthuld
door de directeur-genex-aal van het Neder
lands Loodswezen, schout-bij-nacht J. Cal-
lenfels. De Koningin was vertegenwoordigd
door de chef van haar militaire huis, vice-
admiraal N. A. Rost van Tonningen.
Frans Naerebout werd in 1748 te Veere
geboren en ging in zijn twintigste jaar naar
Vlissingen. Hij was visser van bci-oep, maar
verwierf zich vooral bekendheid door zijn
onverschrokken reddingen voor de Zeeuwse
kusten. Bovendien kende hij de vele moei
lijke vaargeulen in de Westerschelde, even
als die van andere zeegaten uitstekend, zo
dat men gaax-ne van zijn diensten als lopds
gebruikmaakte. Naerebout wordt thans al
gemeen beschouwd als de voorloper van de
geox-dende reddingsdiensten en van het
loodswezen. Bekend is vooral de redding
van vele schipbx-eukelingen van het schip
„Woestduyn" van de Oostindische Compag
nie, dat op 24 Juli 1779, juist tijdens de
Vlissingse kermis, op een zandbank onder
Westkapelle liep. In twee zware tochten
met een eigen bootje wist Naerebout met
zijn broer niet minder dan 86 mensen van
het wrak te halen.
Het verging hem als vele andere grote
mannen: zijn laatste levensjaren sleet hij
in armoede. Men gaf hem tenslotte de post
van sluismeester aan het Sas van Goes
waar hij op 29 Augustus 1818 onder kom
mervolle omstandigheden overleed. Hij
werd begraven in de Grote Kex-k van Goes,
waar later een fraaie steen op zijn graf
werd aangebracht. In 1918 werd een comité
gevormd, dat zich ten doel stelde gelden
bijeen te brengen ter ere van deze eenvou
dige visser die zoveel heeft gedaan voor
de ontwikkeling van het reddings- en
loodswezen. Vooral dank zij het werk van
de bekende schrijver vén kinderboeken, J.
Stamperius en de echtgenoot van een na
komelinge van Naerebout, de heer W. Ch.
Tegel, kwam het standbeeld op de Vlissing
se boulevard tot stand. Het werd echter in
de tweede wereldoorlog totaal verwoest.
Opnieuw werd een comité opgericht, dat
gelden bijeenbracht voor een nieuw monu
ment. In tegenstelling tot het vorige, dat
van standsteen was vervaardigd, is dit
nieuwe beeld van brons. Het is gegoten
naar het ontwerp van de beeldhouwer Flip
te Klooster uit Veere. Het staat ook op een
andere plaats, namelijk in het Bellamypark,
niet ver verwijderd van de boulevard,
waar zich het bronzen beeld van De Ruyter
bevindt.
De voormalige IJmuidense trawler „Ba
tavia", die 2'/i week geleden uit de haven
van IJmuiden vertrok wegens verkoop naar
Boston, is gistermiddag behouden aan de
overkant binnengekomen.
Behalve vertegenwoordigers van de
nieuwe rederij „Fulham Bros" ontving de
heer D. J. Gouda de bemanning en de pas
sagiers.
Morgenavond om kwart voor zeven
wordt in de Nederlands Hervormde Kerk
in Santpoort een oecumenische dienst ge
houden waarin voorgaan prof. dr. W. Leen-
dertz, doopsgezind hoogleraar, kapelaan W.
Thieme, Oud-Katholiek en ds. D. ter
Steege, Hervormd predikant.
Het onderwerp waarover wordt gespro
ken luidt: „Geschikte en ongeschikte disci
pelen". Aan de eigenlijke eredienst gaat
een kwartier zangdienst vooraf. Albert de
Groot zal in deze bijeenkomst het orgel be
spelen.
De .jaarvergadering van de Koninklijke
Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. is
heden in Scheveningen door de heer P. F.
Zimmerman geopend.
In zijn rede critiseerde hij de regerings-
politiek ten aanzien van de wegenbouw.
In de Tweede Kamer heeft de minister
van Verkeer en Waterstaat gezegd, dat
blijkens verrichte studies de aanlegkosten
van drukbegane verkeersverbindingen als
de rijksweg Amsterdam-Utrecht en de tun
nel bij Velscn in slechts tien jaar zullen
worden terugverdiend door de besparing,
welke de gemeenschap aldus verkrijgt.
Waarom zijn deze hoognodige werken
dan zo aarzelend aangevat en wordt er zo
vele lange jaren over gedaan, zo vroeg de
heer Zimmerman. Uitlatingen van de mi
nister van Waterstaat en zijn collega's dui-
ADVERTENTIE
Permanent de Luxe ƒ10.
Haarverven volgens het nieuwste systeem
H. WAKKER
Ex-chef-kapper Stoomvaart Mij. Nederland
Ged. Oude Gracht 98 - Telefoon 20837
ADVERTENTIE
ffTJTTT Niet krabben, De helder vloel-
IHliII lx bare D-D-D- kalmeert de jeuk
\J JJvJLx in enkele seconden, doodt de
ziektekiemen, geneest tot diep in de huidporiën.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
De Rotterdamse recherche heeft proces
verbaal opgemaakt tegen de 49-jarige win
kelier J. J. V. uit Breda, die in Rotterdam als
magnetiseur optred. V. Kwam in gezelschap
van een assistente per auto naar de Maasstad.
Record. De Duitse automobielindustrie zal
dit jaar naar het zich laat aanzien een
recordproductie van 400.090 auto's be
reiken. De productie 'heeft in de maand
Mei 36.700 wagens bedragen, waarmee
ook het hoogste vooroorlogse productie
cijfer (34.000) overtroffen is. De pro
ductie bedraagt thans acht procent meer
dan vorig jaar, hetgeen voornamelijk te
danken is aan de ruimere voorziening
der autofabrieken met staal. Ook de
Duitse auto-export is tot ver boven het
vooroorlogse peil gestegen. Zij bedroeg
vorig jaar 120.000 wagens, terwijl in de
vooroorlogse jaren slechts een export
van 80.000 stuks werd bereikt.
Deze werkman heeft waarschijnlijk de hoogste betrekking in Engeland. Met zijn
oliekan klimt hij omhoog langs de spanningen van de Clifton Hangbrug, ruim
honderd meter boven de Avon te Bristol in Gloucestershire. Hij inspecteert de ver
bindingen en smeert de kettingen, waaraan de brug is opgehangen.
In de Apollohal is een tentoonstelling
ingericht, die „De Mens" heet. Wij vin
den de Apollohal getuige zijn naam
een treffende gelegenheid daarvoor.
Maar dat is dan ook zo ongeveer het
enige treffende aan deze hele expositie.
Behalve dan, dat men er onaangenaam
door getroffen wordt.
Het heeft ons enige moeite gekost om
er achter te komen door welk eminent
instituut deze expositie wel georgani
seerd mocht wezen. De catalogus ont
hield ons alle mededelingen daarom
trent. Het moesten dus wel uitermate
bescheiden lieden zijn, zo dachten wij en
index-daad, dat kwam uit. Want wij
hebben tenslotte aan de hand van een
gering advertentie-tableau van ongeveer
tien viex-kante meter kunnen vaststellen,
dat het de „Farbwerke Höchst, vormals
Meister Lucius und Brüning" uit Frank
fort waren, die ons op deze „uitstelling"
tracteerden. En men weet, dat Duitse
Farbwerke altijd bescheiden en in
nemende instellingen zijn. Kijk maar
eens naar de I. G. Farben, die het ook
altijd zo goed met ons voor hebben ge
had.
Welaan, we moeten zeggen, dat we ex-
van genoten hebben. En dat we veel ge-
leerd hebben. Niet alleen op anatomisch,
maar ook op taalkundig gebied. De ten
toonstelling bestond namelijk uit een
hele serie tableaux, waar alle ongemak
ken op stonden vex-meld, die uw binnen
werk kunnen komen storen en die waren
in de verx-ukkelijkste groot-Germaanse
termen geformuleerd. Zo leerden wij,
dat de evenwichtszenuw het gevoel van
evenwicht bemiddelt. En ook, dat wij
het woord abces altijd verkeex-d gespeld
hebben. Het moet blijkbaar apces wezen.
Zeer interessant was het tableau dat aan
de tong was gewijd. Hier werd namelijk
de vraag gesteld, wie er het beste
smaakt, de mens of het dier. Wij konden
wegens onze geringe kanibalistische er
varing op deze vraag aanvankelijk geen
antwoord geven, totdat bleek, dat met
smaken eigenlijk proeven werd bedoeld.
Aan de tanden werd ook enige aan
dacht besteed. Tegen slechte verzorging
werd gewaarschuwd, omdat die niet al
leen de gezondheid; maar ook uw uitzicht
in gevaar kan brengen. Een verrassende
visie mogen wij wel zeggen. De organi
satoren stelden trouwens blijkbaar de
hoogste eisen aan landschapsschoon,
want zij adviseerden ook: „Zorg dage
lijks voor uw stoelgang. Dit is zeer ge
wichtig voor uw gezondheid, uw wel
behagen en uw uitzicht".
Onze aandacht werd ten zeerste ge-
hokken door de afdeling beendergestel.
Een texening leerde ons, dat een scheen
been niet minder dan twintig voetballers
kan dragen. Het is natuurlijk wel onge
lukkig, dat bij een wedstrijd natuurlijk
altijd net die eenentwintigste er boven
op springt. Er werd in die afdeling ook
gewag gemaakt van de overeenkomst,
die de bouw van de menselijke beende1-
ren toont met de huizenbouw. Wij ver
talen dit maar vast, want anders zoudt
ge misschien in verwarring kunnen ge
raken door de uitspraak: „De fijnbouw
der knoken beantwoordt den bouw van
de menselijke techniek". Wij betreur
den het wel, dat wij de vraag van den
bouw van de menselijke techniek niet
hebben kunnen vernemen.
Van de benen naar de sport was het
maar één stap. Hier lazen wij, dat hard
lopen over 100 meter de „hoogste kort-
inspanning" betekent. Turnen daaren
tegen vergt de „hoogste artistiek-
inspanning". Het ergste is het met roeien
gesteld. Dat vraagt de „hoogst durende
inbeslagneming" van hart cn longen. Het
is nog de vraag of men er een recu voor
krijgt ook.
Nadat wij nog kennis hadden genomen
van de raad „Niet in uwe oren box-en!",
zijn wij ons gaan verdiepen in de ver
schillende mensentypen. Over de dikzak
lazen wij: „Het ineengedrongen type is
zwaarlijvig met een plat en breed aan
gezicht en een korte en dikke nek. Hij
heeft een dik onderlijf, dat de borstkas
voorbijsteekt. Hij is ondex-hevig aan
bloedopdrang. Hij is soms opvliegend
van karakter om na enige ogenblikken
terug gezellig te doen".
Ach, ach wat waren er anders een boel
leerzame dingen te zien en te vernemen.
Zo lazen wij: „De huid is ademend en
uitscheidend". Van dat laatste moet zij
geen gewoonte maken, want als uw huid
er mee uitscheidt, staat ge er gekleurd
op. En verder vernamen wij: „Uw bloed
wordt iedere drie maanden geheel ver
nieuwd". 't Is toch wat. En het gaat zo
ongemerkt.
Inmiddels hebben wij u nog niets ver
teld van de twee grootste bezienswaar
digheden van de expositie, namelijk de
glazen man en de glazen vrouw. De gla
zen man is een hele grote naakte heer,
maar daar hoeft ge u niets van aan te
trekken, want hij is doorzichtig en dan
geeft het niet. Hij is drie meter zestig
hoog, weegt 450 kilo en is vervaardigd
van 30 vierkante meter plexiglas. Hij
heeft 1500 lichtpuntjes in zijn corpus en
houdt om hét half uur een redevoering,
waarin hij er op aandringt het menselijk
lichaam, het „eeuwig natuurmirakel";
beter te leren kennen.
In een soort rouwkapelletje staat de
glazen vrouw opgesteld. Ook zij houdt
toespi-aken, die bovendien nog worden
opgeluisterd door plechtige ox-gelmuziek.
Zij geeft op gedragen toon tekst en uit
leg over de werking van de alvleesklier,
de milt en de endeldarm, hetgeen be
koorlijke onderwerpen van conversatie
mogen heten. Heeft zij een van die glib
berige voorwerpen besproken, dan komt
er een stukje Bach, aleer zij aan het vol
gende ondex-deel van het menselijk uur
werk begint.
Wij moeten opmerken, dat de glazen
man en de glazen vrouw ons met de
grootste afschuw hebben vervuld. Om
te beginnen is die glazen man helemaal
geen man, want als ge hem zoudt zeg
gen zich eens naar de glazen vrouw te
begeven en haar zo'n aardig compli
mentje te maken, dat zij begint te blo-
Het Nationaal Danstheater van Joë^\
goslavië onder artistieke leiding van
Olga Skovran blijft nog tot Woens
dag in de Stadsschouwburg. Op 9 en
11 Juli zijn er voorstellingen door de
Ballets Jooss, waarbij respectievelijk
„Weg in de mist" en „De groene
tafel" op het programma staan.
In het Centraal Theater wordt dage
lijks „De tante van Charley" met
Hans Kaart in de titelrol vertoond,
in de Kleine Komedie is Toon Her
mans nog steeds als Hartendwaas
bezig en in het Leidseplein Theater
voeren Cor Ruys en de zijnen deze
maand het blijspel „Het witte schaap
van de familie" op.
De Nederlandse Opera brengt op
Dinsdag 8 Juli onder leiding van
Charles Bruck „Rigoletto" van Verdi
j voor het voetlicht. De titelrol hierin
wordt door Theo Baylé als gast ge
zongen. Verder werken als solisten
mee: Louise de Vries en Chris Schef-
fer.
Op een buitengewoon concert, heden
avond in het Concertgebouw, speelt
Marjo Tal het Eerste Pianoconcert
van Beethoven. Verder worden uit-
gevoerd de Dansen uit Galanta van
Koddly en de Symphonie in C van
Schubert. Het geheel staat onder lei
ding van Ferenc Fricsay.
Zondag 6 Juli heeft er een extra con
cert ter sluiting van de Kunstmaand
Amsterdam in de Bachzaal plaats.
Het wordt gegeven door het Swee-
linck-kwartet. In de Ronde Lutherse
kerk aan het Singel speelt het clave-
cimbeltrio Riek Waas (sopraan),
Willemien Weertman (clavecimbel)
en Jan Lok (flut) werken van Ma-
chaut, Bach en anderen.
In het Museum Willet Holthuysen
zal men deze zomermaanden een
fraaie collectie Nederlands porcelein,
onder meer uit het bezit van Konin
gin Juliana, kunnen zien. Het Rijks
museum houdt thans de grote zomer-
tentoonstelling „Drie eeuwen portret
in Nederland". Er hangen onder meer
zeventien werken van Rembrandt en
twaalf van Hals.
In het Stedelijk Museum duurt nog
tot 7 Juli de expositie van door Flo-
ris Verster nagelaten werk. Verder
zijn er de volgende exposities: „De
duivel in de kunst" en „Vals en echt"
tot 29 September. i
zen, dan kan hij dat niet. En dit is nu
juist een handeling die wij een veel
groter wonder achten dan de spijs
vertering. Wat de glazen vrouw betreft,
wij hebben haar in haast verlaten.
Want het behaagt ons niet te weten,
dat een vrouw een alvleesklier bezit.
BOEDA
den op het inzicht, dat goede wegen nodig
zijn voor 's lands welvaart, maar de gelden,
nodig voor de bouw van deze wegen, wor
den niet toegestaan.
Slechts door min of meer toevallige om
standigheden komen er nu enkele wegen
bij. De minister van Economische Zaken,
ook betogend, dat wegen en bruggen nood
zakelijk zijn om de noodgebieden te ont
sluiten en tot welvaart te brengen, heeft
daarvoor nu verscheidene millioenen aan
gevraagd milioenen, welke echter al
jaren geleden op de begroting van "Verkeer
en Waterstaat hadden behoren voor te ko
men, aldus de heer Zimmex-man.
In de afgelopen winter heeft de regering,
vex-ontrust door de toenemende werkloos-
heid, overhaast de uitvoering gelast van
vele wegen.
Deze oplossing draagt alle kenmerken
van de haast weermee gewerkt moet wor
den.
De heer Zimmerman vreesde dat
overal in het land binnenkort stukjes
weg gereed zullen komen, welke wel
veel man-uren gekost hebben en dus
als bestrijding van de werkloosheid
aan de bedoeling beantwoord hebben,
maar waaraan het verkeer weinig
heeft.
Naar zijn mening handelt de regering on
juist indien zij, zoals in de praktijk nu al
jaar op jaar gebeurt, de aanleg en de in
standhouding van een goed wegennet blijk
baar beschouwt als een soort luxe, waarop
naar willekeur kan worden bezuinigd als
financiële zorgen op ander gebied daar
door kunnen worden weggenomen.
De verkeersonveiligheid
De heer Zimmerman sprak voorts over
de verkeersveiligheid. De ongevallensta
tistiek spreekt van duizend doden, twaalf
duizend ernstig gewonden en tienduizend
lichtgewonden per jaar. Het menselijk leed
geeft blijkbaar de overheid geen aanleiding,
een klein deel van de door de weggebrui
kers opgebrachte belanstinggelden te be
steden voor wegneming van de oorzaken
van vele dezer ongevallen, die een jaarlijkse
schade van 90 a 100 millioen gulden ver
oorzaken.
Tegenover deze 90 a 100 millioen gul
den stelde hij de 215 millioen gulden, welke
de weggebruikers aan speciale belastingen
jaarlijks opbrengen en waarvan nog geen
kwart aan de wegen besteed wordt, zodat
ruim 160 milioen gulden per jaar overblijft
voor andere doeleinden. „Kan de regering
zich voorstellen, dat het wegverkeer met
deze cijfers voor ogen vraagt, waarom tal
van gevaarlijke verkeerssituaties niet ver
beterd worden en aldus mensenlevens ge
spaard worden?"
Onderzoekingen hebben bewezen, dat de
vervanging van een gewone weg door een
autosnelweg niet alleen 30 a 40 percent be
sparing geeft op verbruik van brandstof,
banden en op andere kosten, maar ook dat
het aantal ongelukken tot 15 a 20 percent
terugloopt.
KARLSRUHE (Reuter). De twee ad
vocaten, die de zaak van de neo-nazistische
„Socialistische Rijkspartij" verdedigden
voor het West-Duitse constitutionele ge
rechtshof, zijn gisteren niet ter zitting ver
schenen, nadat zij de dag tevoren verklaard
hadden om financiële redenen hun werk
niet langer te kunnen voortzetten. Het Hof
behandelt het verzoek van de West-Duitse
regering, de partij als in strijd met de
grondwet te brandmerken. De twee advo
caten, professor Noack en dr. Schrieber,
zeiden dat zij niet langer voor de S.R.P.
konden optreden nadat het Hof een verzoek
van de partij om geldelijke bijstand had
afgewezen.
De voorzitter van het Hof verklaarde nu,
dat de paxlij voldoende tijd gehad had om
de benodigde gelden te sparen. Bij de over
val van Januari op het partijbureau had de
politie op order van de regering de partij-
fondsen met opzet niet in beslag genomen.
Het kwam de president voor, dat het weg
blijven van de advocaten de bedoeling had
het Hof onder druk te zetten.
Nu zat daar een juffrouw met een wei-
blote rug en helemaal blote schouders op
het koffyhuis-terras midden tussen de
mensen midden in de stad.
Nu is veel van zijn omgeving afhanke
lijk: een hoge hoed op bruiloften en par
tijen is bijkans gewoon, maar op het strand
schoon het dezelfde hoge hoed is is
hij gewoon lachwekkend.
Op de gouden bruiloft van tante Dien
en oom Niek hadden wij allemaal kwalrjk-
riekende feestneuzen op, maar in het zaal
tje van de kantonrechter kan dat niet.
Niemand weet precies waarom, maar
ieder kan het zo maar aanvoelen en daar
om waren die blote schouders met rug
midden in Amsterdam, op dat terras mid
den tussen heren met bedekte rug, totaal
misplaatst, daar niet van, ik ben ook niet
op mijn achterhoofd gevallen.
Maar het was wel onzin, met alle eer
bied mijnerzijds voor andermans betame
lijkheidsopvatting, dat een heer die dame
rondweg en duidelijk hoorbaar „een vies
mens" vond. Ik bedoel: een schouder is op
zich zelve vies of hij is niet vies, maar
vies heeft, dacht mij, met de plaats der
vertoning niets uit te staan.
Die dame deed eerst of zy niets hoorde.
Zij leek verdiept te zijn in de laatste Ha-
vank, maar zij leek dit slechts. Ge zaagt
als het ware, dat haar oren spits omhoog
stonden.
Toen die heer ten tweede male met een
sissend geluid en een opgekrulde lip het
woord vies uitsprak zeide de dame „je
zuster is vies", een argument dat als een
tang op die heer sloeg. Doch bovendien:
de eventuele viesheid ener zuster wast
eventueel andermans blote schouders niet
schoon.
Vies siste die heer ten derde male.
Je zuszei de dame en omdat zij dat
blijkbaar nog niet sterk genoeg achtte zei
zij met stemverheffing: je zus op een
houtvlot.
Nu begreep ik er nog minder van, want
maakt het verblijf op een houtvlot de mens
nog verachtelijker dan vies
De heer riep pèh en pèJi. stond op er
ging heen. De dame gilde bijna: je zus!
En toen was het weer kalm.
De zon brandde op alle bloots.
De dame greep Havank.
En de enige, die verward was, was ik.
Dat is altijd zo met fijnbesnaarde
mensen.
ELIAS