Het Hek van de Dam Jeugddorpen in Israel Voorzitter van de A.N.W.B. critiseert regeringsbeleid inzake wegenaanleg D.D.D. Monument voor Frans Naerebout onthuld „Batavia1' in Boston aangekomen Santpoort In de hoofdstad uit Dame op terras Pionier van reddingwezen Oecumenische dienst „Goed wegennet wordt blijkbaar als luxe beschouwd" MAIS ON MARCEL U itstelling Knoken Glazen mensen VJ Advocaten van neo-nazi's zeggen hun diensten op ZATERDAG 5 JULI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 7 Het oog moet aan de schoonheid wennen. Wie uit Europa voor het eerst in een Oos ters land komt, brengt onwetend het axio ma mee: alleen wat groen is, dat is mooi. En men moet dagen wennen, vóór men de schoonheid der kleuren kan zien in het kale rotsland rondom Jeruzalem. Maar dan gaan het spel van die kleuren van roest en as, en die val van het licht, langzamerhand iets voor ons betekenen. En wij eindigen met het zelfs mooi te vinden, al is er dan ook geen groen te bekennen! Er is echter één „ding van schoonheid" in Israël, waaraan men niet hoeft te wen nen. En dat is de Noar. Noar betekent jeugd. En de kinderen in Israël vox-men het schoonste en het meest verblijdende in dit gehele land. Het is wel waar dat de Israëali in het al gemeen een tikje al te ti-ots is op zijn jeugd, en er een tikje al te hoge verwach ting van koestert. Men kan hier een ge sprek voeren, waarin allei-lei klachten los komen over de moeilijkheden, die het zwa re klimaat en de dwangtoestand temidden van de tegenstanders, en ook de mensen in 't land zelf elkander berokkenen. En dan kan in eens een zucht van verlichting rijzen, als die drukkende gedachten tot rust komen bij dat éne lichtpunt: maar onze jeugd is goed, onze kinderen zijn gezond. De jeugd is hier, net als bij de-oude Romei nen, werkelijk' de spes pati-iae, de hoop des vaderlands. Ik heb soms het gevoel dat men dit overdrijft. Ouderen schijnen mij al te gewillig letterlijk hun eigen plaats onder de zon te ontzeggen terwille van de jeugd. Er is immers nooit en nergens vol strekte zekerheid dat de jeugd het in haar tijd beter zal doen, en dat diezelfde ver nielende ki-achten, die de wei-eld der oude ren onbewoonbaar hebben gemaakt, niet ook te eniger tijd in het opgroeiend geslacht zullen gaan wei-ken. Maar wel is het vol komen te begrijpen dat men op de jeugd al zijn hoop bouwt. Immers het verleden is kapot geslagen. Men hééft als ongerepte eenheid eenvoudig niets anders meer over dan zijn kindei-en. En voor de kinderen doet men alles, let- tei-lijk alles. Eén van de meest veri-assende verschijnselen in de staat Israël is de zoi"g van de jeugd-alya, de immigratie der kin- dei-en. Deze organisatie heeft door het ganse land welvarende, frisse jeugddorpen gebouw^, waax-in de. verweesde kinderen uit-allerlei landen, en ook-de kinderen uit a-sociale gezinnen, kinderen die allerlei ellende achter, de rug hebben, woi-den sa mengebracht. Hier een dorp, waarin ze slechts tijdelijk wonen om dan geschift te woi-den en verder dooi-gezonden. Daar een nederzetting, waarin de jeugd vex-blyft van zeven tot zeventien jaar toe. Ginds Kib- bóetsim, waar de hele bevolking zich over een paar honderd kinderen van vreemden ontfermt en hen met eindeloze toewijding groot brengt. Dit type van jeugddorp is enig in de wereld. In andere landen, en ook in Ne derland kent men voor de „px-obleemjeugd" alleen maar gestichten. De loop der omstandigheden brengt mee dat dit in Israel geheel anders is. Het Kefar Noar is geen „gesticht", en moeilijke, on- handelbax-e jeugd wordt er opgenomen en omgevormd, zonder dat het de naam van de jeugd-alya schaden kan. Het is precies het tegendeel van schande; het is een eer in een jeugddorp te zijn opgevoed. Het ideaal is dat de kindex-en hier zich zelf en elkander leiding geven. Toezicht der ouderen is werkelijk niet meer dan „toezicht". De kinderen hebben zelf de zwaarste verantwoordelijkheid, die hun leeftijd dragen kan. Vaste cox-véediensten en strenge plichtem-eeksen verhindex-en dat ze hier verwend worden, en dat de atmos feer van de jeugdkolonie die van een al te behagelijke bx-oeikas wordt. De jeugd moet vóór alles gehard worden. Het leven zelf is hard. Het grootste stuk van de opleidxng ligt op landbouwkundig gebied. Wei-kplaatsen voor timmeren en allerlei technische arbeid zijn er slechts in zóvex-re als men ook be kwame handwerkslieden op de kibboets zelf nodig heeft. Want de bedoeling is deze kinderen voor de nederzetting op het land op te leiden en de „trek naar de stad zo veel mogelijk tegen te gaan. Dat urbanisme, die voorkeur voor het stadsleven, dreigt ook de nieuwe staat Is rael, evenals elke andere moderne staat te ondermijnen. De kibboets vex-keert in een bedreigde positie. De oorzaken zijn dat men te geringe toevloed heeft van jonge krach ten, die de arbeid der ouderen kunnen schragen en voortzetten, en dat men in de laatste tijd zijn toevlucht heeft moeten nemen tot gehuurde arbeiders om het ach terstallige wex-k te voltooien. Deze twee dingen kunnen de nekslag van de kibboets worden. De gehuurde arbeiders, die een hoog loon verdienen en 's middags om drie uur met veel lawaai in een autobus naar hun woning terugkeren, wekken de jalouzie van de bewoners van de kibboets, die hard v/erken moeten en nooit geld in handen krijgen. Maar misschien vormt het feit dat er geen jonge krachten toevloeien een nog grotere bedreiging. Daarom leidt men de kinderen in de jeugdkolonie hoofdzakelijk on voor het leven op het platteland. En de begeerte der jongens om niet bij de boer, maar in de werkplaats zich te bekwamen, wordt zoveel mogelijk tegengewerkt. De tijd zal het leren of men er in slagen zal de zware schaduwen, die over het leven der kibboetsim vallen, te verjagen. Een volk Het is een vreugde eens een paar dagen achtereen in zulk een jeugddorp het dage lijkse leven mee te leven en de kinderen in deze omgeving te zien ontluiken en vol komen gelukkig zijn. Kinderen van allerlei landen onder de zon groeien hier samen tot één natie. De ouderen zijn nog uit Europa afkomstig, de jongeren uit Oostelijke lan den. Hier zijn Jemenieten, zéér schrandere mensenkinderen met een aangeboren be- schaving en beleefdheid, uiterst vriendelijk van aard en van een stei'ke drang tot gods dienstig denken en beleven. Maar hier zijn Dorpsjeugd in Israel op een Zondagse wandeltocht. ook de „wilden" uit Oriënt, en het is de glorie der opvoeders, van dezen beschaaf de mensen te maken. Deze kinderen weten absoluut niets, ze kennen geen mes of vork, om van een tandenborstel helemaal maar te zwijgen. Ze begrijpen in het eerst niet wat men met een bed moet uitvoei-en; zo iets hebben ze nog nooit gezien. En in een volle autobus gaan ze op de plaats van de chaufeur zitten 'en willen daar niet van daan, omdat ze niet begrijpen, dat de auto bus bestuurd moet worden en anders niet rijden kan. Ze weten niets en kunnen niets, zelfs niet regelmatig denken of hun ge dachten in hun eigen taal uitdrukking geven. Maar hier groeit het alles snel op tot één volksgeheel. Ook voor een dominéé is hier het een en ander te leren. Wij woonden enige diensten bij op Vrijdagavond en Sabbathmox-gen. De Joodse liturgieën behoren tot het schoonste en volmaaktste wat enige x-eligie op aarde geschapen heeft. Maar nergens ter wereld bijna volgt men de liturgie van de syna goge met voldoende eerbied en aandacht. De bevolking van het jeugddorp vormt hierop geen uitzondering. De jongens en meisjes vervelen zich hierbij kennelijk. Het gaat hun niet ter hax-te. Ze zijn er niet echt bij! Des te groter is voor ons de vei"rassing, als wij enige lessen volgen van de leraar dr. A. de Jong, een van onze landslieden, die de leiding heeft van wat wij zouden noemen het Mulo-onderwijs. De leerlingen noemen hem, net als hun leiders, gewoon bij zijn voornaam: Abraham. Deze lessen natuurlijk in het Hebx-eeuws gegeven gingen over Tenach, het „Oude Testament". De jongens en meisjes van 15 en 16 jaar lezen en verklaren de tekst. Ze stellen vra gen en geveii hun eigen mening weer. Ex- is soms vux-ige discussie over de opvatting van een bijbelwoord. Dan praten ze alle rnaar door elkander heen. Alles leeft en fpnkelt. Hier gaat het hart van jong Israel zichtbaar open. J. H. Grolle Zaterdag is in Vlissingen het nieuwe standbeeld van Frans Naerebout onthuld door de directeur-genex-aal van het Neder lands Loodswezen, schout-bij-nacht J. Cal- lenfels. De Koningin was vertegenwoordigd door de chef van haar militaire huis, vice- admiraal N. A. Rost van Tonningen. Frans Naerebout werd in 1748 te Veere geboren en ging in zijn twintigste jaar naar Vlissingen. Hij was visser van bci-oep, maar verwierf zich vooral bekendheid door zijn onverschrokken reddingen voor de Zeeuwse kusten. Bovendien kende hij de vele moei lijke vaargeulen in de Westerschelde, even als die van andere zeegaten uitstekend, zo dat men gaax-ne van zijn diensten als lopds gebruikmaakte. Naerebout wordt thans al gemeen beschouwd als de voorloper van de geox-dende reddingsdiensten en van het loodswezen. Bekend is vooral de redding van vele schipbx-eukelingen van het schip „Woestduyn" van de Oostindische Compag nie, dat op 24 Juli 1779, juist tijdens de Vlissingse kermis, op een zandbank onder Westkapelle liep. In twee zware tochten met een eigen bootje wist Naerebout met zijn broer niet minder dan 86 mensen van het wrak te halen. Het verging hem als vele andere grote mannen: zijn laatste levensjaren sleet hij in armoede. Men gaf hem tenslotte de post van sluismeester aan het Sas van Goes waar hij op 29 Augustus 1818 onder kom mervolle omstandigheden overleed. Hij werd begraven in de Grote Kex-k van Goes, waar later een fraaie steen op zijn graf werd aangebracht. In 1918 werd een comité gevormd, dat zich ten doel stelde gelden bijeen te brengen ter ere van deze eenvou dige visser die zoveel heeft gedaan voor de ontwikkeling van het reddings- en loodswezen. Vooral dank zij het werk van de bekende schrijver vén kinderboeken, J. Stamperius en de echtgenoot van een na komelinge van Naerebout, de heer W. Ch. Tegel, kwam het standbeeld op de Vlissing se boulevard tot stand. Het werd echter in de tweede wereldoorlog totaal verwoest. Opnieuw werd een comité opgericht, dat gelden bijeenbracht voor een nieuw monu ment. In tegenstelling tot het vorige, dat van standsteen was vervaardigd, is dit nieuwe beeld van brons. Het is gegoten naar het ontwerp van de beeldhouwer Flip te Klooster uit Veere. Het staat ook op een andere plaats, namelijk in het Bellamypark, niet ver verwijderd van de boulevard, waar zich het bronzen beeld van De Ruyter bevindt. De voormalige IJmuidense trawler „Ba tavia", die 2'/i week geleden uit de haven van IJmuiden vertrok wegens verkoop naar Boston, is gistermiddag behouden aan de overkant binnengekomen. Behalve vertegenwoordigers van de nieuwe rederij „Fulham Bros" ontving de heer D. J. Gouda de bemanning en de pas sagiers. Morgenavond om kwart voor zeven wordt in de Nederlands Hervormde Kerk in Santpoort een oecumenische dienst ge houden waarin voorgaan prof. dr. W. Leen- dertz, doopsgezind hoogleraar, kapelaan W. Thieme, Oud-Katholiek en ds. D. ter Steege, Hervormd predikant. Het onderwerp waarover wordt gespro ken luidt: „Geschikte en ongeschikte disci pelen". Aan de eigenlijke eredienst gaat een kwartier zangdienst vooraf. Albert de Groot zal in deze bijeenkomst het orgel be spelen. De .jaarvergadering van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. is heden in Scheveningen door de heer P. F. Zimmerman geopend. In zijn rede critiseerde hij de regerings- politiek ten aanzien van de wegenbouw. In de Tweede Kamer heeft de minister van Verkeer en Waterstaat gezegd, dat blijkens verrichte studies de aanlegkosten van drukbegane verkeersverbindingen als de rijksweg Amsterdam-Utrecht en de tun nel bij Velscn in slechts tien jaar zullen worden terugverdiend door de besparing, welke de gemeenschap aldus verkrijgt. Waarom zijn deze hoognodige werken dan zo aarzelend aangevat en wordt er zo vele lange jaren over gedaan, zo vroeg de heer Zimmerman. Uitlatingen van de mi nister van Waterstaat en zijn collega's dui- ADVERTENTIE Permanent de Luxe ƒ10. Haarverven volgens het nieuwste systeem H. WAKKER Ex-chef-kapper Stoomvaart Mij. Nederland Ged. Oude Gracht 98 - Telefoon 20837 ADVERTENTIE ffTJTTT Niet krabben, De helder vloel- IHliII lx bare D-D-D- kalmeert de jeuk \J JJvJLx in enkele seconden, doodt de ziektekiemen, geneest tot diep in de huidporiën. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN De Rotterdamse recherche heeft proces verbaal opgemaakt tegen de 49-jarige win kelier J. J. V. uit Breda, die in Rotterdam als magnetiseur optred. V. Kwam in gezelschap van een assistente per auto naar de Maasstad. Record. De Duitse automobielindustrie zal dit jaar naar het zich laat aanzien een recordproductie van 400.090 auto's be reiken. De productie 'heeft in de maand Mei 36.700 wagens bedragen, waarmee ook het hoogste vooroorlogse productie cijfer (34.000) overtroffen is. De pro ductie bedraagt thans acht procent meer dan vorig jaar, hetgeen voornamelijk te danken is aan de ruimere voorziening der autofabrieken met staal. Ook de Duitse auto-export is tot ver boven het vooroorlogse peil gestegen. Zij bedroeg vorig jaar 120.000 wagens, terwijl in de vooroorlogse jaren slechts een export van 80.000 stuks werd bereikt. Deze werkman heeft waarschijnlijk de hoogste betrekking in Engeland. Met zijn oliekan klimt hij omhoog langs de spanningen van de Clifton Hangbrug, ruim honderd meter boven de Avon te Bristol in Gloucestershire. Hij inspecteert de ver bindingen en smeert de kettingen, waaraan de brug is opgehangen. In de Apollohal is een tentoonstelling ingericht, die „De Mens" heet. Wij vin den de Apollohal getuige zijn naam een treffende gelegenheid daarvoor. Maar dat is dan ook zo ongeveer het enige treffende aan deze hele expositie. Behalve dan, dat men er onaangenaam door getroffen wordt. Het heeft ons enige moeite gekost om er achter te komen door welk eminent instituut deze expositie wel georgani seerd mocht wezen. De catalogus ont hield ons alle mededelingen daarom trent. Het moesten dus wel uitermate bescheiden lieden zijn, zo dachten wij en index-daad, dat kwam uit. Want wij hebben tenslotte aan de hand van een gering advertentie-tableau van ongeveer tien viex-kante meter kunnen vaststellen, dat het de „Farbwerke Höchst, vormals Meister Lucius und Brüning" uit Frank fort waren, die ons op deze „uitstelling" tracteerden. En men weet, dat Duitse Farbwerke altijd bescheiden en in nemende instellingen zijn. Kijk maar eens naar de I. G. Farben, die het ook altijd zo goed met ons voor hebben ge had. Welaan, we moeten zeggen, dat we ex- van genoten hebben. En dat we veel ge- leerd hebben. Niet alleen op anatomisch, maar ook op taalkundig gebied. De ten toonstelling bestond namelijk uit een hele serie tableaux, waar alle ongemak ken op stonden vex-meld, die uw binnen werk kunnen komen storen en die waren in de verx-ukkelijkste groot-Germaanse termen geformuleerd. Zo leerden wij, dat de evenwichtszenuw het gevoel van evenwicht bemiddelt. En ook, dat wij het woord abces altijd verkeex-d gespeld hebben. Het moet blijkbaar apces wezen. Zeer interessant was het tableau dat aan de tong was gewijd. Hier werd namelijk de vraag gesteld, wie er het beste smaakt, de mens of het dier. Wij konden wegens onze geringe kanibalistische er varing op deze vraag aanvankelijk geen antwoord geven, totdat bleek, dat met smaken eigenlijk proeven werd bedoeld. Aan de tanden werd ook enige aan dacht besteed. Tegen slechte verzorging werd gewaarschuwd, omdat die niet al leen de gezondheid; maar ook uw uitzicht in gevaar kan brengen. Een verrassende visie mogen wij wel zeggen. De organi satoren stelden trouwens blijkbaar de hoogste eisen aan landschapsschoon, want zij adviseerden ook: „Zorg dage lijks voor uw stoelgang. Dit is zeer ge wichtig voor uw gezondheid, uw wel behagen en uw uitzicht". Onze aandacht werd ten zeerste ge- hokken door de afdeling beendergestel. Een texening leerde ons, dat een scheen been niet minder dan twintig voetballers kan dragen. Het is natuurlijk wel onge lukkig, dat bij een wedstrijd natuurlijk altijd net die eenentwintigste er boven op springt. Er werd in die afdeling ook gewag gemaakt van de overeenkomst, die de bouw van de menselijke beende1- ren toont met de huizenbouw. Wij ver talen dit maar vast, want anders zoudt ge misschien in verwarring kunnen ge raken door de uitspraak: „De fijnbouw der knoken beantwoordt den bouw van de menselijke techniek". Wij betreur den het wel, dat wij de vraag van den bouw van de menselijke techniek niet hebben kunnen vernemen. Van de benen naar de sport was het maar één stap. Hier lazen wij, dat hard lopen over 100 meter de „hoogste kort- inspanning" betekent. Turnen daaren tegen vergt de „hoogste artistiek- inspanning". Het ergste is het met roeien gesteld. Dat vraagt de „hoogst durende inbeslagneming" van hart cn longen. Het is nog de vraag of men er een recu voor krijgt ook. Nadat wij nog kennis hadden genomen van de raad „Niet in uwe oren box-en!", zijn wij ons gaan verdiepen in de ver schillende mensentypen. Over de dikzak lazen wij: „Het ineengedrongen type is zwaarlijvig met een plat en breed aan gezicht en een korte en dikke nek. Hij heeft een dik onderlijf, dat de borstkas voorbijsteekt. Hij is ondex-hevig aan bloedopdrang. Hij is soms opvliegend van karakter om na enige ogenblikken terug gezellig te doen". Ach, ach wat waren er anders een boel leerzame dingen te zien en te vernemen. Zo lazen wij: „De huid is ademend en uitscheidend". Van dat laatste moet zij geen gewoonte maken, want als uw huid er mee uitscheidt, staat ge er gekleurd op. En verder vernamen wij: „Uw bloed wordt iedere drie maanden geheel ver nieuwd". 't Is toch wat. En het gaat zo ongemerkt. Inmiddels hebben wij u nog niets ver teld van de twee grootste bezienswaar digheden van de expositie, namelijk de glazen man en de glazen vrouw. De gla zen man is een hele grote naakte heer, maar daar hoeft ge u niets van aan te trekken, want hij is doorzichtig en dan geeft het niet. Hij is drie meter zestig hoog, weegt 450 kilo en is vervaardigd van 30 vierkante meter plexiglas. Hij heeft 1500 lichtpuntjes in zijn corpus en houdt om hét half uur een redevoering, waarin hij er op aandringt het menselijk lichaam, het „eeuwig natuurmirakel"; beter te leren kennen. In een soort rouwkapelletje staat de glazen vrouw opgesteld. Ook zij houdt toespi-aken, die bovendien nog worden opgeluisterd door plechtige ox-gelmuziek. Zij geeft op gedragen toon tekst en uit leg over de werking van de alvleesklier, de milt en de endeldarm, hetgeen be koorlijke onderwerpen van conversatie mogen heten. Heeft zij een van die glib berige voorwerpen besproken, dan komt er een stukje Bach, aleer zij aan het vol gende ondex-deel van het menselijk uur werk begint. Wij moeten opmerken, dat de glazen man en de glazen vrouw ons met de grootste afschuw hebben vervuld. Om te beginnen is die glazen man helemaal geen man, want als ge hem zoudt zeg gen zich eens naar de glazen vrouw te begeven en haar zo'n aardig compli mentje te maken, dat zij begint te blo- Het Nationaal Danstheater van Joë^\ goslavië onder artistieke leiding van Olga Skovran blijft nog tot Woens dag in de Stadsschouwburg. Op 9 en 11 Juli zijn er voorstellingen door de Ballets Jooss, waarbij respectievelijk „Weg in de mist" en „De groene tafel" op het programma staan. In het Centraal Theater wordt dage lijks „De tante van Charley" met Hans Kaart in de titelrol vertoond, in de Kleine Komedie is Toon Her mans nog steeds als Hartendwaas bezig en in het Leidseplein Theater voeren Cor Ruys en de zijnen deze maand het blijspel „Het witte schaap van de familie" op. De Nederlandse Opera brengt op Dinsdag 8 Juli onder leiding van Charles Bruck „Rigoletto" van Verdi j voor het voetlicht. De titelrol hierin wordt door Theo Baylé als gast ge zongen. Verder werken als solisten mee: Louise de Vries en Chris Schef- fer. Op een buitengewoon concert, heden avond in het Concertgebouw, speelt Marjo Tal het Eerste Pianoconcert van Beethoven. Verder worden uit- gevoerd de Dansen uit Galanta van Koddly en de Symphonie in C van Schubert. Het geheel staat onder lei ding van Ferenc Fricsay. Zondag 6 Juli heeft er een extra con cert ter sluiting van de Kunstmaand Amsterdam in de Bachzaal plaats. Het wordt gegeven door het Swee- linck-kwartet. In de Ronde Lutherse kerk aan het Singel speelt het clave- cimbeltrio Riek Waas (sopraan), Willemien Weertman (clavecimbel) en Jan Lok (flut) werken van Ma- chaut, Bach en anderen. In het Museum Willet Holthuysen zal men deze zomermaanden een fraaie collectie Nederlands porcelein, onder meer uit het bezit van Konin gin Juliana, kunnen zien. Het Rijks museum houdt thans de grote zomer- tentoonstelling „Drie eeuwen portret in Nederland". Er hangen onder meer zeventien werken van Rembrandt en twaalf van Hals. In het Stedelijk Museum duurt nog tot 7 Juli de expositie van door Flo- ris Verster nagelaten werk. Verder zijn er de volgende exposities: „De duivel in de kunst" en „Vals en echt" tot 29 September. i zen, dan kan hij dat niet. En dit is nu juist een handeling die wij een veel groter wonder achten dan de spijs vertering. Wat de glazen vrouw betreft, wij hebben haar in haast verlaten. Want het behaagt ons niet te weten, dat een vrouw een alvleesklier bezit. BOEDA den op het inzicht, dat goede wegen nodig zijn voor 's lands welvaart, maar de gelden, nodig voor de bouw van deze wegen, wor den niet toegestaan. Slechts door min of meer toevallige om standigheden komen er nu enkele wegen bij. De minister van Economische Zaken, ook betogend, dat wegen en bruggen nood zakelijk zijn om de noodgebieden te ont sluiten en tot welvaart te brengen, heeft daarvoor nu verscheidene millioenen aan gevraagd milioenen, welke echter al jaren geleden op de begroting van "Verkeer en Waterstaat hadden behoren voor te ko men, aldus de heer Zimmex-man. In de afgelopen winter heeft de regering, vex-ontrust door de toenemende werkloos- heid, overhaast de uitvoering gelast van vele wegen. Deze oplossing draagt alle kenmerken van de haast weermee gewerkt moet wor den. De heer Zimmerman vreesde dat overal in het land binnenkort stukjes weg gereed zullen komen, welke wel veel man-uren gekost hebben en dus als bestrijding van de werkloosheid aan de bedoeling beantwoord hebben, maar waaraan het verkeer weinig heeft. Naar zijn mening handelt de regering on juist indien zij, zoals in de praktijk nu al jaar op jaar gebeurt, de aanleg en de in standhouding van een goed wegennet blijk baar beschouwt als een soort luxe, waarop naar willekeur kan worden bezuinigd als financiële zorgen op ander gebied daar door kunnen worden weggenomen. De verkeersonveiligheid De heer Zimmerman sprak voorts over de verkeersveiligheid. De ongevallensta tistiek spreekt van duizend doden, twaalf duizend ernstig gewonden en tienduizend lichtgewonden per jaar. Het menselijk leed geeft blijkbaar de overheid geen aanleiding, een klein deel van de door de weggebrui kers opgebrachte belanstinggelden te be steden voor wegneming van de oorzaken van vele dezer ongevallen, die een jaarlijkse schade van 90 a 100 millioen gulden ver oorzaken. Tegenover deze 90 a 100 millioen gul den stelde hij de 215 millioen gulden, welke de weggebruikers aan speciale belastingen jaarlijks opbrengen en waarvan nog geen kwart aan de wegen besteed wordt, zodat ruim 160 milioen gulden per jaar overblijft voor andere doeleinden. „Kan de regering zich voorstellen, dat het wegverkeer met deze cijfers voor ogen vraagt, waarom tal van gevaarlijke verkeerssituaties niet ver beterd worden en aldus mensenlevens ge spaard worden?" Onderzoekingen hebben bewezen, dat de vervanging van een gewone weg door een autosnelweg niet alleen 30 a 40 percent be sparing geeft op verbruik van brandstof, banden en op andere kosten, maar ook dat het aantal ongelukken tot 15 a 20 percent terugloopt. KARLSRUHE (Reuter). De twee ad vocaten, die de zaak van de neo-nazistische „Socialistische Rijkspartij" verdedigden voor het West-Duitse constitutionele ge rechtshof, zijn gisteren niet ter zitting ver schenen, nadat zij de dag tevoren verklaard hadden om financiële redenen hun werk niet langer te kunnen voortzetten. Het Hof behandelt het verzoek van de West-Duitse regering, de partij als in strijd met de grondwet te brandmerken. De twee advo caten, professor Noack en dr. Schrieber, zeiden dat zij niet langer voor de S.R.P. konden optreden nadat het Hof een verzoek van de partij om geldelijke bijstand had afgewezen. De voorzitter van het Hof verklaarde nu, dat de paxlij voldoende tijd gehad had om de benodigde gelden te sparen. Bij de over val van Januari op het partijbureau had de politie op order van de regering de partij- fondsen met opzet niet in beslag genomen. Het kwam de president voor, dat het weg blijven van de advocaten de bedoeling had het Hof onder druk te zetten. Nu zat daar een juffrouw met een wei- blote rug en helemaal blote schouders op het koffyhuis-terras midden tussen de mensen midden in de stad. Nu is veel van zijn omgeving afhanke lijk: een hoge hoed op bruiloften en par tijen is bijkans gewoon, maar op het strand schoon het dezelfde hoge hoed is is hij gewoon lachwekkend. Op de gouden bruiloft van tante Dien en oom Niek hadden wij allemaal kwalrjk- riekende feestneuzen op, maar in het zaal tje van de kantonrechter kan dat niet. Niemand weet precies waarom, maar ieder kan het zo maar aanvoelen en daar om waren die blote schouders met rug midden in Amsterdam, op dat terras mid den tussen heren met bedekte rug, totaal misplaatst, daar niet van, ik ben ook niet op mijn achterhoofd gevallen. Maar het was wel onzin, met alle eer bied mijnerzijds voor andermans betame lijkheidsopvatting, dat een heer die dame rondweg en duidelijk hoorbaar „een vies mens" vond. Ik bedoel: een schouder is op zich zelve vies of hij is niet vies, maar vies heeft, dacht mij, met de plaats der vertoning niets uit te staan. Die dame deed eerst of zy niets hoorde. Zij leek verdiept te zijn in de laatste Ha- vank, maar zij leek dit slechts. Ge zaagt als het ware, dat haar oren spits omhoog stonden. Toen die heer ten tweede male met een sissend geluid en een opgekrulde lip het woord vies uitsprak zeide de dame „je zuster is vies", een argument dat als een tang op die heer sloeg. Doch bovendien: de eventuele viesheid ener zuster wast eventueel andermans blote schouders niet schoon. Vies siste die heer ten derde male. Je zuszei de dame en omdat zij dat blijkbaar nog niet sterk genoeg achtte zei zij met stemverheffing: je zus op een houtvlot. Nu begreep ik er nog minder van, want maakt het verblijf op een houtvlot de mens nog verachtelijker dan vies De heer riep pèh en pèJi. stond op er ging heen. De dame gilde bijna: je zus! En toen was het weer kalm. De zon brandde op alle bloots. De dame greep Havank. En de enige, die verward was, was ik. Dat is altijd zo met fijnbesnaarde mensen. ELIAS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 11