Recreatiemogelijkheden
in de Kennemerduinen
BATAVIS
De symboliek der kleuren
Zie Boven:
zon nu verder weg dan in Januari
Ballet van Balanchine
gaf afscheidsavond
Aanleg van speelweiden en een vijver
Ds. Bartlema een
jaar legerpredikant
r
Holland
Festival
VRIJDAG 4 JULI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Meer dan
een ze fff e
Wim Kan speelt niet in
Theater de la Mar
Verkoop van huizen
Engels vlootbezoek
aan Amsterdam
Gasbedrijf kan geen
tussenmeter plaatsen
Restauratie Hofje
van Guurtje de Waal
Examens
OVER BEELDENDE KUNST
Aanslagbiljetten
schoolgeldheffing
Deelnemers internationaal
kunsthistorisch congres
bezoeken ook Haarlem
Het Nationaal park „De Kennemerduinen" heeft gedurende de eerste helft van dit
jaar 50.000 bezoekers getrokken. De afgelopen Zondag waren er vijfduizend. Het
vorige jaar waren de getallen voor het eerste half jaar 20.000 en voor het laatste half
jaar 56.000. De Kennemerduinen trekken dus steeds meer belangstellenden en in de
loop van dit jaar heeft de directeur van de Kennemerduinen. ir. E. C. M. Roderkerk,
nagegaan of hij de bezoekers van de duinen niet meer tegemoet kon komen en wel
in die zin, dat men niet overal uitsluitend op de paden is aangewezen.
De bordjes waarop staat dat men zich
niet buiten de paden mag begeven, zal men
van Zondag af niet meer aantreffen op
het „Koevlak", dat is het gedeelte in Noor
delijke, richting achter de eerste ingang
met-ruime parkeerplaats aan het begin van
de Zeeweg even voorbij de Watertoren. Op
dat gebied met begroeiing van eiken, twaalf
hectare groot, kan men zich op het zand
en gras of tussen het struikgewas en het
geboomte begeven, zonder dat een duin
wachter daarover een opmerking zal ma
ken. Om dit terreingedeelte komt een af
rastering van ijzerdraad als grensafschei-
ding.
H'et aantal speelweiden, dat tot nu toe
drie bedroeg, wordt tot vijf uitgebreid.
Achter het Bloemendaalse Kopje en Open
luchttheater is door gedeeltelijke uitdun
ning van een dennenbos ruimte vry geko
men voor een prachtig beschutte speel
weide van één hectare. Vlak daarbij zal
naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst
een parkeerplaats op het terrein van de
Kennemerduinen komen.
De andere speelweide komt iets ten
Noordwesten van het Koevlak. Op het met
de naam Rietvlak aangeduide terrein is
een speelweide afgezet van twee hectare.
Voor dorstigen wordt een pomp geslagen.
Prachtig is dit stukje grond gelegen te
midden van blauw slangenkruid en de
oranje-gele liguster als variëteit op de
witte bloemen. Verderop herinneren twee
gedenkstenen totaal staan er vijf in dit
nationale park aan de Nederlanders, die
door de bezetters werden vermoord.
Ook de speelweiden zyn Zondag gereed.
Een tweede vijver
A
Vlak aan wegzijde van de voorlaatste
ingang 'die tussen de Ere-begraafplaats
en de betonweg bij de kop Zeeweg zal
aan, 6e Westzijde in het najaar begonnen
worden met, de aanleg van een „piasvij
ver" met een oppervlakte van twee hect
are. De doorwaadbare diepte zal niet meer
dan 50 cm. worden. Voor de aanleg van
deze vijver in „de Grote Schapenkamp" is
ongeveer een half jaar nodig. Er moet
dertigduizend kubieke meter zand worden
verplaatst. De opzet van deze tweede vij
ver is kinderen uit het duinmeer-
moeras weg te houden. Het is met
rpooie dagen wel gebleken, dat de water
vlakte van het duinmeer een grote aan
trekkingskracht op de kinderen uitoefent.
Daardoor zou de vogelstand op het eiland
in hét meer zich niet genoeg kunnen ont
plooien. Dat meer is overigens nog niet
gereed. Tweehonderd duizend kubieke me
ter zand is er reeds uitgegraven, maar in
in het najaar als het meer aan de Noord
zijde nog wordt vergroot, zal nog zestig
duizend kubieke meter zand worden weg
ge graven. De nu nog kunstmatig uitziende
vlakte langs de vijver zal naar de mening
van ir. Roderkerk in de toekomst wel ver
anderen als zich daar een rietkraag gaat
vormen. Het eiland is begroeid met gras
en duindoorns en het heeft al vogels van
bijzonder soort aangelokt. De bergeend, die
broedt in konijnenholen, is een vogel, die in
deze streek zelden voorkomt evenals de
tureluur, die in deze omgeving nog slechts
weinig werd gesignaleerd. En niet te ver
geten de visdieven, die in iets grotere ge
tale aanwezig zijn, en van de watervogels
de asgrauwe kiekendief en de roodkeelzee-
duiker. Zelfs heeft een lepelaar, die men
alleen in het Zwanenwater en het Naar-
dermeer kan aantreffen, zich hier kort ge
leden laten zien. Zo ontwikkelt zich het
leven op het ejland in en op het terrein
om het duinmeer.
ADVERTENTIE
zegtctefipoibeker'
In het gisteren gepubliceerde bericht over
de voorgestelde verhuur van het Theater
de la Mar is gemeld dat ook het gezelschap
van Wim Kan deze te verbouwen schouw
burg te Amsterdam zou bespelen. Thans
kan worden gemeld, dat zulks zeker niet
het geval zal zijn. Het staat vast dat Wim
Kan, als alle jaren, gedurende de eerste drie
maanden van 1953 in het Leidseplein-
Theater zal optreden.
Het ministerie van Oorlog zal de schade
vergoeden ontstaan door de boerderijenbrand
in de buurtschap De Rul te Heeze, aangezien
deze brand een gevolg was van militaire
schietoefeningen.
Het Natuurreservaat Kennemerduinen
langs de Zeeweg te Bloemendaal mag zich
in een zeer grote belangstelling verheugen,
vooral nu er een doorgang is gemaakt naar
zee. Een overzicht van het nieuwe
duinmeer.
Wanneer men de betonweg in rijdt komt
men na tweeëneenhalve kilometer bij de
theeschenkerij „Parnassia", een kleine wa
gen op wielen, die volgens de gemeente
lijke voorschriften niet door een vast ge
bouw vervangen mag worden. Bij Parnas
sia is een doorgang naar zee gemaakt
alt\jd nog twintig meter boven de zeespie
gel en de daarvan vrij gekomen duizen
den kublieke meters zand zijn gebruikt
om de bunkers lelyk restant, dat aan
de Duitse bezetters herinnerde onder te
graven. Nu ziet men slehhts aardige met
helm bedekte kunstmatige heuveltjes.
De daar aanwezige parkeerplaats zal
het volgende voorjaar met een zelfde op
pervlakte worden uitgebreid.
Papierbakken
Er zijn in de Kennemerduinen ongeveer
driehonderd papierbakken geplaatst. Toch
laat het achterlaten van de befaamde of
mee,r beruchte „schillen en dozen" nog wel
wat te wensen over naar de mening van de
heer Roderkerk. De directeur van het Na
tionale park zeide ons bovendien de
grootte van een recreatiegebied niet te
beoordelen naar de oppervlakte, maar naar
de verhouding van de uiteenlopende en
verschillende terreinbegroeiïngen.
een
was:
In het Notarishuis is Donderdag
huizenveiling gehouden. De uitslag
Maerten van Heemskerkstraat 14 3500,
G. van Ophem; Floresstraat 12, opgehou
den, 6400.
Op verzoek van de Synode der Hervorm
de Kerk zal de Heemsteedse predikant
ds. H. Bartlema zich voor de periode van
één jaar, met ingang van 1 September, be
schikbaar stellen als legerpredikant.
Ds. Bartlema zal in zijn wijkgemeente
worden vervangen door een hulpprediker.
Voor zijn vervanging als jeugdpredikant
moet nog een oplossing worden gezocht.
Voor een niet-officieel vlootbezoek zijn
in Amsterdam binnengelopen de Engelse
torpedobootjager Hr. Ms. „St. Kitts" en de
Engelse mijnenvegerescorteur „True Love".
De „St. Kitts", die tijdens de oefening Cas
tanets gefungeerd heeft als volgschip van
Hr. Ms. „Karei Doorman", meet 2315 ton.
De bemanning telt 300 man. Het schip kan
een snelheid van 31 mijl bereiken.
De „True Love" doet op het ogenblik
dienst als visserij-politievaartuig. Het schip
meet 1000 ton er. heeft 100 man aan boord.
De „St. Kitts" blijft tot 9 Juli in Amster
dam, de „True Love" tot 7 Juli.
Hoofdbewoonster weigert toegang
De heer G. Blokdijk, lid van de gemeen
teraad van Haarlem, heeft aan het college
van B. en W. vragen gesteld over het niet
aansluiten van gas aan het door een gezin
bewoonde perceelsgedeelte aan de Rijks
straatweg no. 80 te Haarlem.
B. en W. hebben geantwoord, dat aan de
aanvraag van de onderhuurder, om in het
perceel aan de Rijksstraatweg no. 80 een
hoofd- of een tussenmeter te plaatsen, in
derdaad niet voldaan kon worden, omdat
de hoofdbewoonster de toegang weigert
aan degenen, die voor het maken van de
binnenleiding en het splitsen van de gas
leiding het perceel moeten betreden. Het
gemeentebestuur staan geen middelen ten
dienste, om in dit geval dwingend op te
treden. B. en W. zullen een onderzoek in
stellen naar de mogelijkheid van wijziging
van de daarvoor in aanmerking komende
verordeningen in dien zin, dat de gemeente
in dergelijke omstandigheden de nodige be
voegdheden krijgt.
De diaconie der Nederlands Hervormde
Gemeente Haarlem heeft de gemeenteraad
verzocht van de gemeente een renteloos
voorschot van 10.000 te mogen ontvan
gen, teneinde in staat te zijn de woningen
van het Hofje van Guurtje de Waal aan de
Lange Annastraat 40 te restaureren. Een
onderzoek heeft uitgewezen, aldus delen B.
en W. de raad mee, dat de restauratie in
derdaad noodzakelijk is. In deze restaura
tie is tevens begrepen het aanbrengen van
electrische verlichting in de woningen en
in de poort, een voorziening, waaraan
reeds lang behoefte bestaat. Mede uit een
oogpunt van woningverbetering achten B.
en W. het gewenst, dat de gemeenteraad tot
het verstrekken van het gevraagde voor
schot besluit.
•xriniteltslyceum
Voor het eindexamen van de afdeling
HBS A zijn geslaagd de heren: W. Bruning,
P. Heeremans, G. Kostermans, J. van Maa-
nen, W. Soellaart, M. Taverne en A. Zwet
sloot, allen te Haarl'em, W. van Dijkman, F.
Müller, H. Schnabel en W. Stark te Heem
stede, H. Feikema te De Koxdorp (Texel),
R. Naumann te Aerdenhout, J. van Noort te
Noordwijkerhout, H. Brantjes te Velsen, W
Groot te Heemskerk. W. Niesten en J. van
Someren te Beverwijk, A. Posthuma te Wijk
aan Zee. Afgewezen, 7.
Middelbare Meisjesschool
,,'t Kopje-
Voor het eindexamen zijn geslaagd de
dames: C. A. L. M. Allard, J. André, L.
A. Duinker. E. H. Duyser, F. W. Dyse-
rinck, W. M. van der Kuil, D. Roos, J. H.
C. Schortemeyer. J. C. Visser, N. H. M.
Visser, I. L. de Voogd, A. C. Wormser.
Afgewezen werden 2 candidaten.
Kennemer Lyceum
Aan het Kennemer Lyceum te Overveen
zijn geslaagd voor het eindexamen H.B.S.-
A de dames: E. Brouwer. M. Büller, G
v. d. Feltz, J. Gomperts, G. de Groot, I
Metzlar, G. v. d. Poel, A. de Ruiter, M
Scherpenhuysen, M. Stork en R. Wigman
en de heren: B. Boissevain, J. v. Eldik, J
de Geus, L. Petersen, M. Schuit, J. P. v
Son, K. Steen, G. v. Suchtelen, R. Toorn
burg en P. v. d. Water.
Teruggetrokken2 candidaten.
Afgewezen: 4 candidaten.
ADVERTENTIE
De enige fiets met de 5 plussen
Ne. 41 Stevige buisbumper
DIE zon, die ons begin
dezer week zo deed
puffen, staat nu vijf
millioen kilometer ver
der van ons af dan begin
Januari, al zal men dat
bij eerste kennisneming
misschien nauwelijks ge
loven. Tóch geldt (voor
het Noordelijk halfrond)
dat het licht van de zon
op dit ogenblik bijna ze
ventien seconden langer
onderweg is voordat het
ons oog bereikt dan zes
maanden geleden.
Konden wij van ver in
het heelal de bewegingen
van de aarde om de zon
gadeslaan dan zouden
wij, bij keuze van een ge
schikt print, de aarde in
een jaar^een kringloopje
om de zon zien beschrij
ven dat heel sterk op een
cirkel lijkt, maar het
niet is. Het is een ellips-
je en daar zit 'm de
kneep.
Ware de aardbaan om de
zon een cirkel, dan zou
de aarde te allen tijde
even ver van de zon zijn
verwijderd. Nu die baan
echter elliptisch van
vorm is, wijzigt zich de
afstand aarde-zon voort
durend. Gemiddeld be
draagt zij een kleine 150
millioen kilometer; een
maal per jaar bereikt zij
een minimum-waarde
ónder en eenmaal een
maximum-waarde boven
dit bedrag.
„Moet dit niet tweemaal
zijn?", vroeg eens een le
zen „Ik teken een ellips,
zet de zon in het middel
punt en zie dan dat er
twee grootste en twee
kleinste waarden voor de
afstand aarde-zon be
staan". Hier werd echter
vergeten wat in het
tweede deel van de „wet
van Kepler" (1571-1630)
staat, n.l.: „De planeten
lopen om de zon in el-
lips-vormige banen, met
de zon in één der brand
punten". De zon bevindt
zich dus buiten het mid
delpunt en wie de moeite
wil nemen, de situatie
even te tekenen, ziet di
rect dat er dus maar één
maal sprake is van een
kleinste en van een
grootste afstand. Met aan
het Grieks ontleende ter
men zegt men in deze
situatie: de aarde staat
in haar perihelium (dicht
bij de zon) of in haar
aphelium (ver van de
zon). Dat laatste was nu
Donderdag om 03.00 uur
het geval.
Maar vanwaar dan die
hitte? En waarom zijn
wij dan juist in de zomer
ver van de zon af en er
's winters dicht bij? De
paradox gaat alleen op
voor het Noordelijke
halfrond: bezuiden de
evenaar is de situatie
omgekeerd. In feite heeft
namelijk het betrekke
lijk geringe verschil in
afstand vrijwel geen in
vloed. Wat bepalend is
voor het seizoen is de
hoek waaronder de zon
nestralen in een bepaald
gebied het aardoppervlak
treffen. Die hoek is nu
voor het Noordelijk half
rond groot: de zonnestra
len vallen vrij steil op
onze streken. Vandaar
ons (alweer voorbije) ge
puf. G. v. W.
Het New York City Ballet, dat gister
avond in het uitverkochte Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen in Den Haag
zijn afscheidsvoorstelling heeft gegeven, is
dit jaar de grote trekpleister van het Hol
land Festival geweest. In een week tijd
werd hier ongeveer de helft van het ge
durende een bestaansperiode van vier jaren
opgebouwde répertoire van uitsluitend
nieuwe creaties vertoond. Van deze vijftien
balletten waren er tien van George Balan
chine en drie van Jerome Robbins, de ar
tistieke leiders van dit Amerikaanse ge
zelschap. Verder is er een reprise gegeven
van Lilac Garden" (Seringentuin) uit
1934 van de Engelse choreograaf Antony
Tudor en kon men kennis maken met „The
Duel" (Het Duel) van William Dollar, die
te ontzent door zijn werk voor het Ballet
van de Markies de Cuevas reeds een ze
kere reputatie genoot.
In afwijking van de anders gevolgde ge
woonte heb ik dit keer geen bespreking
van iedere voorstelling afzonderlijk gege
ven, omdat ik liever eerst het gebodene in
zijn geheel wilde overzien. Wij kregen hier
namelijk te doén met een voor ons geheel
nieuw verschijnsel: de Amerikaanse voort
zetting van een door en door Europese
kunstvorm. Een incidentele beoordeling
zou gemakkelijk kunnen leiden tot een on
houdbare waardering. In de courant van
morgen hoop ik een algemene beschouwing
te wijden aan de ons op zes avonden voor
gezette prestaties door de technisch zo
goed als volmaakte dansers uit de schooi
van Balanchine, die hebben bewezen de
ideale uitvoerders van zijn stijlbeginselen
te zijn. In hoeverre men daar gelukkig mee
kan wezen, is een geheel andere vraag, die
dan tevens beantwoord zal moeten worden.
Maar in ieder geval mag ik niet verzwij
gen dat het optreden getuigde van een on
verwoestbaar geloof in eigen mogelijkhe
den en doelstellingen. Het strekt Balan
chine tot eer, dat hij tot nu toe geweigerd
heeft de populaire kasstukken van het ro
mantische tijdperk rond de eeuwwisseling
op het répertoire te nemen en nooit een
Over het doen uitgaan op grote schaal
van aanslagbiljetten inzake de schoolgeld
heffing over het cursusjaar 1950-1951
waarbij voor het voorbereidend hoger- en
het middelbaar onderwijs gerekend wordt
met het tarief, vastgesteld bij raadsbesluit
van 4 Februari, heeft de heer W. Mensink
lid van de gemeenteraad, aan B. en W. een
aantal vragen gesteld.
B. en W. hebben geantwoord, dat de toe
passing van het oude tarief verband houdt
met het feit, dat het raadsbesluit, waarbij
nieuwe tarieven werden vastgesteld, de
Koninklijke goedkeuring nog niet heeft
verkregen. Het opleggen van schoolgeld
aanslagen is geheel afhankelijk van het
verstrekken van de schoolgeldmaatstaven
door de rijksbelastinginspectie. Het is vol
gens het college in het belang van de
schoolgeldplichtigen zowel als in dat van
de administratie, dat de aanslagen worden
uitgereikt zo snel mogelijk na ontvangst
van de schoolgeldmaatstaven, welke in
kleine gedeelten, naar mate de aanslag
regeling vordert, worden toegezonden.
Voordat de gemeenteraad op 12 Maart 1952
besloot de rijksregeling voor het schoolgeld
voor het voorbereidend hoger en middel
baar onderwijs te volgen, was reeds een
gedeelte van het kohier 1950-1951, bere
kend dus naar het oude tarief, gereed en
waren de aanslagbiljetten verzonden. Be
rekening van het resterende deel van het
kohier 1950-1951 naar de nieuwe tarieven
zou de rechtsgelijkheid ernstig verstoren
en bovendien een chaotisdhe toestand
scheppen in de administratie. Bovendien
zou het opleggen van aanslagen aan hen,
die vallen onder het verhoogde tarief van
475 tot 600, zeker onmogelijk zijn zon
der een goedgekeurde verordening.
D. en W. hebben de gemeente-ontvanger
verzocht, om wanneer tijdige betaling op
aanwijsbare moeilijkheden stuit, de invor
deringsbepaling soepel toe te passen en
met de schoolgeldplichtigen een andere be
talingsregeling te treffen.
Wanneer de kunstenaar het penseel aan
vat om zijn onderwerp binnen de vastge
stelde afperking van de ruimte te her
scheppen, dan is dat onderwerp gewoonlijk
reeds in een meer of minder uitgewerkte
schets aangezet. Daarna geeft de kleur be
tekenis aan de vorm: zij bepaalt de eigen
schap, peilt het wezen van het „lichaam",
dat binnen de vormbeschrijvende contouren
besloten is, hetzij dit een menselijke figuur
is, een bloem of een voorwerp. Het organi
sche verband tussen vorm en kleur, dat
onder steeds wisselende omstandigheden
binnen en buiten het te herscheppen object
een ongelimiteerde scala van verschijnings
mogelijkheden biedt, is in de evolutie dei-
beeldende kunsten hèt probleem geweest
der opeenvolgende kunstenaars-generaties.
En talrijk zijn de problemen waarin hèt
probleem bij nauwkeuriger ontleding uit
eenvalt, vooral nadat de locale „kleuren-
bouquet" uit de miniatuur of het paneel
der late middeleeuwen plaats had gemaakt
voor het kleurenspel, dat atmosfeer en
ruimte recht liet wedervaren. (Onder het
locale „kleurenbouquet" versta ik de scho
ne harmonie der ongebroken kleuren van
de dingen op zichzelf, die dus naast elkaar
hun eigen kleurwaarden behouden en nog
niet zijn afgestemd op de atmosfeer van
de natuur of de stemming in een interieur).
Wanneer de primitieven abstracte begrip
pen tot uitdrukking wensten te brengen,
kenden zij bepaalde kleuren een symboli
sche betekenis toe: bij de verbeelding der
heilsgeschiedenis de hoofdbron hunner
inspiratie spraken zij met hun locale
kleuren een geestelijke taal, die de moder
ne mens over het algemeen niet meer aan
spreekt. Al naar de zin van het onderwerp
was het wit in die taal de waarheid of de
goedheid, de maagdelijkheid, het geloof of
de Goddelijke wijsheid; was blauw: kuis
heid, onschuld; was groen: hoop, nederig
heid of beschouwing; was rood: liefde, lij
den en offer; was zwart: dwaling of rouw;
was bruin: dorheid, nalatigheid, armoede;
was geel: verraad, afgunst en was paars:
rouw. Thans is het duidelijk waarom
Christus op de triptiek van Gerard David
in het Frans Halsmuseum in rood gewaad
uit het graf verrijst, waarom Maria in wit
en blauw is gekleed, Johannes de Evange
list en Jozef in rood, één der lansknech
ten die Christus' zijde doorboort in geel, de
engel in wit.
Als de Renaissance de blik aftrekt van
het bovennatuurlijke en richt naar de zich
verruimende perspectieven van het aard
rijk, verliest de kleur in het academische
zowel als in het naturalistische kunstwerk
allengs haar symbolische betekenis, zij het
ook dat een (veranderlijk) schema voor
kleurensymboliek zich handhaafde. Tè aan
trekkelijk zijn de uitdrukkingsmogelijk
heden van de kleur dan dat bepaalde kun
stenaars zich daarvan niet zouden hebben
bediend, vooral bij het scheppen onder
sterke gemoedsbeweging. Typerend is zulks
onder meer in het Isenheimer Altaar te
Colmar, waarin Grünewald met een vol
strekt origineel gecomponeerde kleuren-
orchestratie kracht bij zette aan de diepere
zin van zijn schepping, die daardoor indruis
te tegen de aesthetische normen der Re
naissance," die de kleurensymboliek veel
eer elimineerde en de idealiserende vorm
bij voorkeur accentueerde door de pracht
van de kleur. Als een exces vinden we de
kleurensymboliek verdwaald in de Hol
landse litteratuur, toen deze, een zeventig
jaar geleden, onder invloed stond van de
schilderswereld en sommige litteratoren
zich „bedwelmden aan het woord". Het is
onder meer Van Deyssel die zich daaraan
bezondigt als hij (om slechts één der tal
rijke „kleurgevoelige" passages te citeren)
in „Een Liefde" schrijft: „Zij had heel even
het grijs-bleeke gevoel der kille leegte, zich
terstond oplossend in de licht-blauwe
breedheden van hoop, waarin haar denken
waadde...." Wat Van Deyssel, niettegen
staande zijn meesterschap over de taal,
ontglipte, volbracht de schilder als hij:»ab-
stracties in kleuren zocht te concretiseren.
Een van de schilders uit de tachtiger
jaren die zulks zocht en de macht had te
verwezenlijken, was Vincent van Gogh.
Het ligt voor de hand dat deze expansieve
kunstenaar de kleuren niet gelijk de
pur-sang impressionnisten uitsluitend
ontleedde in de oneindige nuanceringen
die zich in de wisselende atmosfeer voor
doen, maar dat hij haar ook als medium
gebruikte tot het uitdrukken van abstrac
ties. Hij spreekt zich hierover in zijn brie
ven duidelijk uit: „J'ai cherché avec le
rouge et le vert a exprimer les terribles
passions humaines" (Brief 533). (Met
rood en groen heb ik getracht de hevige
menselijke hartstochten uit te beelden).
De „ongewone" kleurenscala maakt de
schoonheid van het kunstwerk voor de
„Café de Nuit" door Vincent van Gogh.
„In mijn schilderij „Nachtcafé" heb ik ge
tracht uit te drukken dat een café een
plaats is waar men zichzelf kan ruïneren,
waar men gek kan worden of een misdaad
kan bedrijven. Ik heb dit trachten te be
naderen door tegenstellingen van teer-rose,
bloedrood en donker-wijnrood, door een
teer-groen a la Louis XV en Veronese-
groen, contrasterend met geel-groenen en
harde blauw-groenenenz.". (Vertaalde
passage uit brief 534 aan zijn broeder Theo
van September 1888).
(Foto hieronder).
meeste mensen ontoegankelijk, omdat zij
niet ontvankelijk zijn voor de harmonieën
die de kunstenaar door een andere „toon
zetting" oproept. Over het afwijken van
de in de natuur waarneembare kleuren
maakt Vincent van Gogh treffende opmer
kingen: „dat algemeen mooi doen tegen
elkaar van de tonen in de natuur, men ver
liest het door pijnlijk letterlijke nabootsing,
men behoudt het door herschepping in een
kleurengamma, evenwijdig, maar desnoods
niet precies of lang niet eender aan 't ge-
gevene...." (Brief 429 aan zijn broeder
Theo). Ook ten aanzien van de symboliek
der kleur spreekt Vincent zich uit. Wat te
zeggen tot de ontoegankelijke, die schou
derophalend staat voor een portret met gele
haren tegen een blauw fondVan Gogh
zelf geeft de heldere verklaring in de hein
eigen, expressieve taal, die hij hanteert als
de verf, in stugge en rake toetsen op het
doek gezet: „In plaats van te trachten pre
cies weer te geven wat ik voor mijn ogen
zie" aldus Van Gogh - „bedien ik mij
onbeperkt van de kleur om mij zo krachtig
mogelijk uit te drukken. Maar laten we dit
rusten, theorie zijnde. Ik ga je echter een
voorbeeld geven van wat ik bedoel. Ik zou
het portret willen maken van een bevriend
artist, één die grote dromen droomt, die
werkt als een leeuwerik zingt, want zó is
zijn aard. Die man zal blond zijn. Ik zou in
het schilderij mijn waardering willen leg
gen en de liefde die ik voor hem voel. Zó
zal ik hem dus om te beginnen schilderen
zo precies als ik kan. Maar het schilderij
is dan nog niet klaar. Om het te beëindigen
word ik eigenmachtig colorist. Ik overdrijf
het blond van de haren, ik kom tot oranje
kleuren, tot chroomaat- en bleke citroen-
tinten. Achter het hoofd schilder ik, in
plaats van de alledaagse muur van een
armzalig kamertje, het oneindige, ik maak
een eenvoudige achtergrond van het rijk
ste, het meest intense blauw, dat ik zal
kunnen maken en door deze simpele com
binatie krijgt het blonde hoofd, lichtend
tegen die rijke blauwe achtergrönd, een
mysterieus effect, als een ster in de diep
blauwe nacht.
Bij het portret van de boer heb ik de
zelfde weg gevolgd. Zonder evenwel in dat
geval de geheimzinnige glans van een bleke
ster in het oneindige te willen oproepen,
want die verschrikkelijke man moest ik
schilderen in de blakende hitte van de
oogst, op het midden van de dag. Vandaar
die krasse oranje tonen als van een gloeiend
ijzer, vandaar die tonen van oud glanzend
goud in de duisternissen. Ach, mijn beste
broer.en die goeierds zien in die over
drijving alleen maar de caricatuur.
(Vertaalde passage uit Brief 520).
Zo ervaren we door Vincents pen èn pen
seel hoe deze geniale kunstenaar in ex
pressionistische vormgeving en een zinrijk
coloriet de werkelijkheid herschiep tot
symbool, aldus beeldend en vereeuwigend
het wezen der dingen tegen de achtergrond
van zijn bewogen geest. H. P. BAARD
beroep heeft gedaan op buitenlandse bal
lerina's om met haar naam het affiche op
tc luisteren.
De belangstelling van het publiek ging
gisteren vooral uit naar „The Cage" (De
Kooi) van Jerome Robbins op het Con
certo in D van Igor Strawinsky, dat op
het niet geheel van hypocrisie vrij te plei
ten bevel van de voorzitter van het Hol
land Festival slechts één keer (in plaats
van drie, zoals aanvankelijk was aange
kondigd) uitgevoerd mocht worden en wel
bij de laatste gelegenheid. Zulks op grond
van de veronderstelling dat het werk „niet
voor de Hollandse smaak geschikt" zou
zijn. Blijkbaar mocht men dus niet op drie,
maar wel op één avond onsmakelijk doen.
Op een persconferentie heeft Robbins ver
klaard dat hij bij het vernemen van dit
voorschrift al zrjn choreografische bijdra
gen wilde terugtrekken, doch dat hij ten
slotte dit besluit niet in practijk meende
te hoeven brengen op grond van het in
zicht dat door een dergelijke censuur niet
hij, maar de bedrijvers ervan werden gebla
meerd.
Hoe dit ook zij, de genomen maatregel
heeft „The Cage" aan een succes geholpen,
dat geenszins in overeenstemming met de
artistieke verdienste was. De choreograaf,
aldus de toelichting in het programma,
liet zich inspireren door bepaalde ver
schijnselen in het insectenleven (en zelfs
in onze mythologie), waarbij het vrouwe
lijk wezen de man als haar prooi be
schouwt. De rol van de fatale vrouw werd
door Nora Kaye (met Nicholas Magallanes
als de tot vernietiging gedoemde partner)
subliem gedanst. Maar voor de rest was
het niet meer dan een soort zwoele gym
nastiek, waarbij men slechts een enkele
keer geboeid werd door meeslepende pas
sen of gedurfde standen. Doch schokkend
kan men het echt niet noemen, zomin uit
kunstzinnig als uit moreel oogpunt.
DAVID KONING
Woensdag 23 Juli zal de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in
het Concertgebouw te Amsterdam officieel
het Internationaal Kunsthistorisch Congres
openen, waarna de ruim 500 deelnemers uit
22 landen elkaar zullen ontmoeten tijdens
een receptie. Het congres is georganiseerd
door het Nederlands comité voor kunst
historie. onder voorzitterschap van prof. dr.
A. W. Bijvanck.
Van 24 tot 31 Juli zullen de deelnemers
bijeenkomen in algemene zittingen en in
besloten seelievergaderingen, die worden
gehouden in de Amsterdamse musea. De
zittingen worden afgewisseld door een tien
tal excursies, onder meer door Amsterdam,
naar Haarlem, Utrecht, Leiden, Gouda en
Oudewater, naar Delft, Dordrecht, Breda en
Rotterdam. Dit driejaarlijks vakcongres
voor kunsthistorici, dat voor het eerst in
1901 in ons land en in 1949 voor het laatst
in Lissabon is gehouden, wordt Donderdag
31 Juli besloten met een bezoek aan het
Gemeentemuseum en het Mauritshuis in
Den Haag, waarna de officiële sluiting ge
schiedt in de Koninklijke Schouwburg, ge
volgd door een banket in het Kurhaus te
Scheveningen.
Tijdens de algemene vergaderingen zul
len voordrachten worden gehouden over
Leonardo da Vinci, over Middeleeuwen en'
renaissance, over Caravaggio en zijn in
vloed en over Rembrandt. Er hebben deel
nemers ingeschreven uit Zuid-Afrika,
Duitsland, Oostenrijk, België, Brazilië, De
nemarken, Spanje, Frankrijk, Groot-Brit-
tannië, Indonesië, Italië, Iran, Ierland,
Nederland, Noorwegen, Portugal, Turkije,
Zweden, de Verenigde Staten en Joego
slavië.
Ontvangst in stadhuis
Het bezoek aan Haarlem en omgeving
wordt gebracht op Vrijdag 25 Juli. De deel
nemers zullen des middags de thee gebrui
ken in het Openluchttheater te Bloemen
daal, waar zij de gasten zijn van het ge
meentebestuur. Vervolgens worden de
schuilkelders in de duinen van Zandvoort
en Vogelenzang bezichtigd, waar in de be
zettingsjaren zoveel kunstschatten onder
gedoken zijn geweest. Aan het eind van de
middag ontvangt burgemeester Cremers
het gezelschap in het Haarlemse stadhuis,
waarna men zich naar de Grote Kerk be
geeft, waar George Robert tijdens de be
zichtiging het vermaarde orgel zal bespe
len. De deelnemers gaan in de eerste
avonduren in kleine groepen, ieder volgens"
eigen voorkeur, naar het Museum Ensche
dé, naar Teylers Museum, naar het Bis
schoppelijk Museum of naar het Frans
Halsmuseum, waar zij allen omstreeks ha'f
negen tezamen komen om het souper te
gebruiken. Ook is de mogelijkheid tot het
bezichtigen van enkele Haarlemse hofjes
opengesteld.