Recreatiemogelijkheden in de Kennemerduinen BATAVIS De symboliek der kleuren Zie Boven: zon nu verder weg dan in Januari Ballet van Balanchine gaf afscheidsavond Aanleg van speelweiden en een vijver Ds. Bartlema een jaar legerpredikant r Holland Festival VRIJDAG 4 JULI 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Meer dan een ze fff e Wim Kan speelt niet in Theater de la Mar Verkoop van huizen Engels vlootbezoek aan Amsterdam Gasbedrijf kan geen tussenmeter plaatsen Restauratie Hofje van Guurtje de Waal Examens OVER BEELDENDE KUNST Aanslagbiljetten schoolgeldheffing Deelnemers internationaal kunsthistorisch congres bezoeken ook Haarlem Het Nationaal park „De Kennemerduinen" heeft gedurende de eerste helft van dit jaar 50.000 bezoekers getrokken. De afgelopen Zondag waren er vijfduizend. Het vorige jaar waren de getallen voor het eerste half jaar 20.000 en voor het laatste half jaar 56.000. De Kennemerduinen trekken dus steeds meer belangstellenden en in de loop van dit jaar heeft de directeur van de Kennemerduinen. ir. E. C. M. Roderkerk, nagegaan of hij de bezoekers van de duinen niet meer tegemoet kon komen en wel in die zin, dat men niet overal uitsluitend op de paden is aangewezen. De bordjes waarop staat dat men zich niet buiten de paden mag begeven, zal men van Zondag af niet meer aantreffen op het „Koevlak", dat is het gedeelte in Noor delijke, richting achter de eerste ingang met-ruime parkeerplaats aan het begin van de Zeeweg even voorbij de Watertoren. Op dat gebied met begroeiing van eiken, twaalf hectare groot, kan men zich op het zand en gras of tussen het struikgewas en het geboomte begeven, zonder dat een duin wachter daarover een opmerking zal ma ken. Om dit terreingedeelte komt een af rastering van ijzerdraad als grensafschei- ding. H'et aantal speelweiden, dat tot nu toe drie bedroeg, wordt tot vijf uitgebreid. Achter het Bloemendaalse Kopje en Open luchttheater is door gedeeltelijke uitdun ning van een dennenbos ruimte vry geko men voor een prachtig beschutte speel weide van één hectare. Vlak daarbij zal naar alle waarschijnlijkheid in de toekomst een parkeerplaats op het terrein van de Kennemerduinen komen. De andere speelweide komt iets ten Noordwesten van het Koevlak. Op het met de naam Rietvlak aangeduide terrein is een speelweide afgezet van twee hectare. Voor dorstigen wordt een pomp geslagen. Prachtig is dit stukje grond gelegen te midden van blauw slangenkruid en de oranje-gele liguster als variëteit op de witte bloemen. Verderop herinneren twee gedenkstenen totaal staan er vijf in dit nationale park aan de Nederlanders, die door de bezetters werden vermoord. Ook de speelweiden zyn Zondag gereed. Een tweede vijver A Vlak aan wegzijde van de voorlaatste ingang 'die tussen de Ere-begraafplaats en de betonweg bij de kop Zeeweg zal aan, 6e Westzijde in het najaar begonnen worden met, de aanleg van een „piasvij ver" met een oppervlakte van twee hect are. De doorwaadbare diepte zal niet meer dan 50 cm. worden. Voor de aanleg van deze vijver in „de Grote Schapenkamp" is ongeveer een half jaar nodig. Er moet dertigduizend kubieke meter zand worden verplaatst. De opzet van deze tweede vij ver is kinderen uit het duinmeer- moeras weg te houden. Het is met rpooie dagen wel gebleken, dat de water vlakte van het duinmeer een grote aan trekkingskracht op de kinderen uitoefent. Daardoor zou de vogelstand op het eiland in hét meer zich niet genoeg kunnen ont plooien. Dat meer is overigens nog niet gereed. Tweehonderd duizend kubieke me ter zand is er reeds uitgegraven, maar in in het najaar als het meer aan de Noord zijde nog wordt vergroot, zal nog zestig duizend kubieke meter zand worden weg ge graven. De nu nog kunstmatig uitziende vlakte langs de vijver zal naar de mening van ir. Roderkerk in de toekomst wel ver anderen als zich daar een rietkraag gaat vormen. Het eiland is begroeid met gras en duindoorns en het heeft al vogels van bijzonder soort aangelokt. De bergeend, die broedt in konijnenholen, is een vogel, die in deze streek zelden voorkomt evenals de tureluur, die in deze omgeving nog slechts weinig werd gesignaleerd. En niet te ver geten de visdieven, die in iets grotere ge tale aanwezig zijn, en van de watervogels de asgrauwe kiekendief en de roodkeelzee- duiker. Zelfs heeft een lepelaar, die men alleen in het Zwanenwater en het Naar- dermeer kan aantreffen, zich hier kort ge leden laten zien. Zo ontwikkelt zich het leven op het ejland in en op het terrein om het duinmeer. ADVERTENTIE zegtctefipoibeker' In het gisteren gepubliceerde bericht over de voorgestelde verhuur van het Theater de la Mar is gemeld dat ook het gezelschap van Wim Kan deze te verbouwen schouw burg te Amsterdam zou bespelen. Thans kan worden gemeld, dat zulks zeker niet het geval zal zijn. Het staat vast dat Wim Kan, als alle jaren, gedurende de eerste drie maanden van 1953 in het Leidseplein- Theater zal optreden. Het ministerie van Oorlog zal de schade vergoeden ontstaan door de boerderijenbrand in de buurtschap De Rul te Heeze, aangezien deze brand een gevolg was van militaire schietoefeningen. Het Natuurreservaat Kennemerduinen langs de Zeeweg te Bloemendaal mag zich in een zeer grote belangstelling verheugen, vooral nu er een doorgang is gemaakt naar zee. Een overzicht van het nieuwe duinmeer. Wanneer men de betonweg in rijdt komt men na tweeëneenhalve kilometer bij de theeschenkerij „Parnassia", een kleine wa gen op wielen, die volgens de gemeente lijke voorschriften niet door een vast ge bouw vervangen mag worden. Bij Parnas sia is een doorgang naar zee gemaakt alt\jd nog twintig meter boven de zeespie gel en de daarvan vrij gekomen duizen den kublieke meters zand zijn gebruikt om de bunkers lelyk restant, dat aan de Duitse bezetters herinnerde onder te graven. Nu ziet men slehhts aardige met helm bedekte kunstmatige heuveltjes. De daar aanwezige parkeerplaats zal het volgende voorjaar met een zelfde op pervlakte worden uitgebreid. Papierbakken Er zijn in de Kennemerduinen ongeveer driehonderd papierbakken geplaatst. Toch laat het achterlaten van de befaamde of mee,r beruchte „schillen en dozen" nog wel wat te wensen over naar de mening van de heer Roderkerk. De directeur van het Na tionale park zeide ons bovendien de grootte van een recreatiegebied niet te beoordelen naar de oppervlakte, maar naar de verhouding van de uiteenlopende en verschillende terreinbegroeiïngen. een was: In het Notarishuis is Donderdag huizenveiling gehouden. De uitslag Maerten van Heemskerkstraat 14 3500, G. van Ophem; Floresstraat 12, opgehou den, 6400. Op verzoek van de Synode der Hervorm de Kerk zal de Heemsteedse predikant ds. H. Bartlema zich voor de periode van één jaar, met ingang van 1 September, be schikbaar stellen als legerpredikant. Ds. Bartlema zal in zijn wijkgemeente worden vervangen door een hulpprediker. Voor zijn vervanging als jeugdpredikant moet nog een oplossing worden gezocht. Voor een niet-officieel vlootbezoek zijn in Amsterdam binnengelopen de Engelse torpedobootjager Hr. Ms. „St. Kitts" en de Engelse mijnenvegerescorteur „True Love". De „St. Kitts", die tijdens de oefening Cas tanets gefungeerd heeft als volgschip van Hr. Ms. „Karei Doorman", meet 2315 ton. De bemanning telt 300 man. Het schip kan een snelheid van 31 mijl bereiken. De „True Love" doet op het ogenblik dienst als visserij-politievaartuig. Het schip meet 1000 ton er. heeft 100 man aan boord. De „St. Kitts" blijft tot 9 Juli in Amster dam, de „True Love" tot 7 Juli. Hoofdbewoonster weigert toegang De heer G. Blokdijk, lid van de gemeen teraad van Haarlem, heeft aan het college van B. en W. vragen gesteld over het niet aansluiten van gas aan het door een gezin bewoonde perceelsgedeelte aan de Rijks straatweg no. 80 te Haarlem. B. en W. hebben geantwoord, dat aan de aanvraag van de onderhuurder, om in het perceel aan de Rijksstraatweg no. 80 een hoofd- of een tussenmeter te plaatsen, in derdaad niet voldaan kon worden, omdat de hoofdbewoonster de toegang weigert aan degenen, die voor het maken van de binnenleiding en het splitsen van de gas leiding het perceel moeten betreden. Het gemeentebestuur staan geen middelen ten dienste, om in dit geval dwingend op te treden. B. en W. zullen een onderzoek in stellen naar de mogelijkheid van wijziging van de daarvoor in aanmerking komende verordeningen in dien zin, dat de gemeente in dergelijke omstandigheden de nodige be voegdheden krijgt. De diaconie der Nederlands Hervormde Gemeente Haarlem heeft de gemeenteraad verzocht van de gemeente een renteloos voorschot van 10.000 te mogen ontvan gen, teneinde in staat te zijn de woningen van het Hofje van Guurtje de Waal aan de Lange Annastraat 40 te restaureren. Een onderzoek heeft uitgewezen, aldus delen B. en W. de raad mee, dat de restauratie in derdaad noodzakelijk is. In deze restaura tie is tevens begrepen het aanbrengen van electrische verlichting in de woningen en in de poort, een voorziening, waaraan reeds lang behoefte bestaat. Mede uit een oogpunt van woningverbetering achten B. en W. het gewenst, dat de gemeenteraad tot het verstrekken van het gevraagde voor schot besluit. •xriniteltslyceum Voor het eindexamen van de afdeling HBS A zijn geslaagd de heren: W. Bruning, P. Heeremans, G. Kostermans, J. van Maa- nen, W. Soellaart, M. Taverne en A. Zwet sloot, allen te Haarl'em, W. van Dijkman, F. Müller, H. Schnabel en W. Stark te Heem stede, H. Feikema te De Koxdorp (Texel), R. Naumann te Aerdenhout, J. van Noort te Noordwijkerhout, H. Brantjes te Velsen, W Groot te Heemskerk. W. Niesten en J. van Someren te Beverwijk, A. Posthuma te Wijk aan Zee. Afgewezen, 7. Middelbare Meisjesschool ,,'t Kopje- Voor het eindexamen zijn geslaagd de dames: C. A. L. M. Allard, J. André, L. A. Duinker. E. H. Duyser, F. W. Dyse- rinck, W. M. van der Kuil, D. Roos, J. H. C. Schortemeyer. J. C. Visser, N. H. M. Visser, I. L. de Voogd, A. C. Wormser. Afgewezen werden 2 candidaten. Kennemer Lyceum Aan het Kennemer Lyceum te Overveen zijn geslaagd voor het eindexamen H.B.S.- A de dames: E. Brouwer. M. Büller, G v. d. Feltz, J. Gomperts, G. de Groot, I Metzlar, G. v. d. Poel, A. de Ruiter, M Scherpenhuysen, M. Stork en R. Wigman en de heren: B. Boissevain, J. v. Eldik, J de Geus, L. Petersen, M. Schuit, J. P. v Son, K. Steen, G. v. Suchtelen, R. Toorn burg en P. v. d. Water. Teruggetrokken2 candidaten. Afgewezen: 4 candidaten. ADVERTENTIE De enige fiets met de 5 plussen Ne. 41 Stevige buisbumper DIE zon, die ons begin dezer week zo deed puffen, staat nu vijf millioen kilometer ver der van ons af dan begin Januari, al zal men dat bij eerste kennisneming misschien nauwelijks ge loven. Tóch geldt (voor het Noordelijk halfrond) dat het licht van de zon op dit ogenblik bijna ze ventien seconden langer onderweg is voordat het ons oog bereikt dan zes maanden geleden. Konden wij van ver in het heelal de bewegingen van de aarde om de zon gadeslaan dan zouden wij, bij keuze van een ge schikt print, de aarde in een jaar^een kringloopje om de zon zien beschrij ven dat heel sterk op een cirkel lijkt, maar het niet is. Het is een ellips- je en daar zit 'm de kneep. Ware de aardbaan om de zon een cirkel, dan zou de aarde te allen tijde even ver van de zon zijn verwijderd. Nu die baan echter elliptisch van vorm is, wijzigt zich de afstand aarde-zon voort durend. Gemiddeld be draagt zij een kleine 150 millioen kilometer; een maal per jaar bereikt zij een minimum-waarde ónder en eenmaal een maximum-waarde boven dit bedrag. „Moet dit niet tweemaal zijn?", vroeg eens een le zen „Ik teken een ellips, zet de zon in het middel punt en zie dan dat er twee grootste en twee kleinste waarden voor de afstand aarde-zon be staan". Hier werd echter vergeten wat in het tweede deel van de „wet van Kepler" (1571-1630) staat, n.l.: „De planeten lopen om de zon in el- lips-vormige banen, met de zon in één der brand punten". De zon bevindt zich dus buiten het mid delpunt en wie de moeite wil nemen, de situatie even te tekenen, ziet di rect dat er dus maar één maal sprake is van een kleinste en van een grootste afstand. Met aan het Grieks ontleende ter men zegt men in deze situatie: de aarde staat in haar perihelium (dicht bij de zon) of in haar aphelium (ver van de zon). Dat laatste was nu Donderdag om 03.00 uur het geval. Maar vanwaar dan die hitte? En waarom zijn wij dan juist in de zomer ver van de zon af en er 's winters dicht bij? De paradox gaat alleen op voor het Noordelijke halfrond: bezuiden de evenaar is de situatie omgekeerd. In feite heeft namelijk het betrekke lijk geringe verschil in afstand vrijwel geen in vloed. Wat bepalend is voor het seizoen is de hoek waaronder de zon nestralen in een bepaald gebied het aardoppervlak treffen. Die hoek is nu voor het Noordelijk half rond groot: de zonnestra len vallen vrij steil op onze streken. Vandaar ons (alweer voorbije) ge puf. G. v. W. Het New York City Ballet, dat gister avond in het uitverkochte Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag zijn afscheidsvoorstelling heeft gegeven, is dit jaar de grote trekpleister van het Hol land Festival geweest. In een week tijd werd hier ongeveer de helft van het ge durende een bestaansperiode van vier jaren opgebouwde répertoire van uitsluitend nieuwe creaties vertoond. Van deze vijftien balletten waren er tien van George Balan chine en drie van Jerome Robbins, de ar tistieke leiders van dit Amerikaanse ge zelschap. Verder is er een reprise gegeven van Lilac Garden" (Seringentuin) uit 1934 van de Engelse choreograaf Antony Tudor en kon men kennis maken met „The Duel" (Het Duel) van William Dollar, die te ontzent door zijn werk voor het Ballet van de Markies de Cuevas reeds een ze kere reputatie genoot. In afwijking van de anders gevolgde ge woonte heb ik dit keer geen bespreking van iedere voorstelling afzonderlijk gege ven, omdat ik liever eerst het gebodene in zijn geheel wilde overzien. Wij kregen hier namelijk te doén met een voor ons geheel nieuw verschijnsel: de Amerikaanse voort zetting van een door en door Europese kunstvorm. Een incidentele beoordeling zou gemakkelijk kunnen leiden tot een on houdbare waardering. In de courant van morgen hoop ik een algemene beschouwing te wijden aan de ons op zes avonden voor gezette prestaties door de technisch zo goed als volmaakte dansers uit de schooi van Balanchine, die hebben bewezen de ideale uitvoerders van zijn stijlbeginselen te zijn. In hoeverre men daar gelukkig mee kan wezen, is een geheel andere vraag, die dan tevens beantwoord zal moeten worden. Maar in ieder geval mag ik niet verzwij gen dat het optreden getuigde van een on verwoestbaar geloof in eigen mogelijkhe den en doelstellingen. Het strekt Balan chine tot eer, dat hij tot nu toe geweigerd heeft de populaire kasstukken van het ro mantische tijdperk rond de eeuwwisseling op het répertoire te nemen en nooit een Over het doen uitgaan op grote schaal van aanslagbiljetten inzake de schoolgeld heffing over het cursusjaar 1950-1951 waarbij voor het voorbereidend hoger- en het middelbaar onderwijs gerekend wordt met het tarief, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 Februari, heeft de heer W. Mensink lid van de gemeenteraad, aan B. en W. een aantal vragen gesteld. B. en W. hebben geantwoord, dat de toe passing van het oude tarief verband houdt met het feit, dat het raadsbesluit, waarbij nieuwe tarieven werden vastgesteld, de Koninklijke goedkeuring nog niet heeft verkregen. Het opleggen van schoolgeld aanslagen is geheel afhankelijk van het verstrekken van de schoolgeldmaatstaven door de rijksbelastinginspectie. Het is vol gens het college in het belang van de schoolgeldplichtigen zowel als in dat van de administratie, dat de aanslagen worden uitgereikt zo snel mogelijk na ontvangst van de schoolgeldmaatstaven, welke in kleine gedeelten, naar mate de aanslag regeling vordert, worden toegezonden. Voordat de gemeenteraad op 12 Maart 1952 besloot de rijksregeling voor het schoolgeld voor het voorbereidend hoger en middel baar onderwijs te volgen, was reeds een gedeelte van het kohier 1950-1951, bere kend dus naar het oude tarief, gereed en waren de aanslagbiljetten verzonden. Be rekening van het resterende deel van het kohier 1950-1951 naar de nieuwe tarieven zou de rechtsgelijkheid ernstig verstoren en bovendien een chaotisdhe toestand scheppen in de administratie. Bovendien zou het opleggen van aanslagen aan hen, die vallen onder het verhoogde tarief van 475 tot 600, zeker onmogelijk zijn zon der een goedgekeurde verordening. D. en W. hebben de gemeente-ontvanger verzocht, om wanneer tijdige betaling op aanwijsbare moeilijkheden stuit, de invor deringsbepaling soepel toe te passen en met de schoolgeldplichtigen een andere be talingsregeling te treffen. Wanneer de kunstenaar het penseel aan vat om zijn onderwerp binnen de vastge stelde afperking van de ruimte te her scheppen, dan is dat onderwerp gewoonlijk reeds in een meer of minder uitgewerkte schets aangezet. Daarna geeft de kleur be tekenis aan de vorm: zij bepaalt de eigen schap, peilt het wezen van het „lichaam", dat binnen de vormbeschrijvende contouren besloten is, hetzij dit een menselijke figuur is, een bloem of een voorwerp. Het organi sche verband tussen vorm en kleur, dat onder steeds wisselende omstandigheden binnen en buiten het te herscheppen object een ongelimiteerde scala van verschijnings mogelijkheden biedt, is in de evolutie dei- beeldende kunsten hèt probleem geweest der opeenvolgende kunstenaars-generaties. En talrijk zijn de problemen waarin hèt probleem bij nauwkeuriger ontleding uit eenvalt, vooral nadat de locale „kleuren- bouquet" uit de miniatuur of het paneel der late middeleeuwen plaats had gemaakt voor het kleurenspel, dat atmosfeer en ruimte recht liet wedervaren. (Onder het locale „kleurenbouquet" versta ik de scho ne harmonie der ongebroken kleuren van de dingen op zichzelf, die dus naast elkaar hun eigen kleurwaarden behouden en nog niet zijn afgestemd op de atmosfeer van de natuur of de stemming in een interieur). Wanneer de primitieven abstracte begrip pen tot uitdrukking wensten te brengen, kenden zij bepaalde kleuren een symboli sche betekenis toe: bij de verbeelding der heilsgeschiedenis de hoofdbron hunner inspiratie spraken zij met hun locale kleuren een geestelijke taal, die de moder ne mens over het algemeen niet meer aan spreekt. Al naar de zin van het onderwerp was het wit in die taal de waarheid of de goedheid, de maagdelijkheid, het geloof of de Goddelijke wijsheid; was blauw: kuis heid, onschuld; was groen: hoop, nederig heid of beschouwing; was rood: liefde, lij den en offer; was zwart: dwaling of rouw; was bruin: dorheid, nalatigheid, armoede; was geel: verraad, afgunst en was paars: rouw. Thans is het duidelijk waarom Christus op de triptiek van Gerard David in het Frans Halsmuseum in rood gewaad uit het graf verrijst, waarom Maria in wit en blauw is gekleed, Johannes de Evange list en Jozef in rood, één der lansknech ten die Christus' zijde doorboort in geel, de engel in wit. Als de Renaissance de blik aftrekt van het bovennatuurlijke en richt naar de zich verruimende perspectieven van het aard rijk, verliest de kleur in het academische zowel als in het naturalistische kunstwerk allengs haar symbolische betekenis, zij het ook dat een (veranderlijk) schema voor kleurensymboliek zich handhaafde. Tè aan trekkelijk zijn de uitdrukkingsmogelijk heden van de kleur dan dat bepaalde kun stenaars zich daarvan niet zouden hebben bediend, vooral bij het scheppen onder sterke gemoedsbeweging. Typerend is zulks onder meer in het Isenheimer Altaar te Colmar, waarin Grünewald met een vol strekt origineel gecomponeerde kleuren- orchestratie kracht bij zette aan de diepere zin van zijn schepping, die daardoor indruis te tegen de aesthetische normen der Re naissance," die de kleurensymboliek veel eer elimineerde en de idealiserende vorm bij voorkeur accentueerde door de pracht van de kleur. Als een exces vinden we de kleurensymboliek verdwaald in de Hol landse litteratuur, toen deze, een zeventig jaar geleden, onder invloed stond van de schilderswereld en sommige litteratoren zich „bedwelmden aan het woord". Het is onder meer Van Deyssel die zich daaraan bezondigt als hij (om slechts één der tal rijke „kleurgevoelige" passages te citeren) in „Een Liefde" schrijft: „Zij had heel even het grijs-bleeke gevoel der kille leegte, zich terstond oplossend in de licht-blauwe breedheden van hoop, waarin haar denken waadde...." Wat Van Deyssel, niettegen staande zijn meesterschap over de taal, ontglipte, volbracht de schilder als hij:»ab- stracties in kleuren zocht te concretiseren. Een van de schilders uit de tachtiger jaren die zulks zocht en de macht had te verwezenlijken, was Vincent van Gogh. Het ligt voor de hand dat deze expansieve kunstenaar de kleuren niet gelijk de pur-sang impressionnisten uitsluitend ontleedde in de oneindige nuanceringen die zich in de wisselende atmosfeer voor doen, maar dat hij haar ook als medium gebruikte tot het uitdrukken van abstrac ties. Hij spreekt zich hierover in zijn brie ven duidelijk uit: „J'ai cherché avec le rouge et le vert a exprimer les terribles passions humaines" (Brief 533). (Met rood en groen heb ik getracht de hevige menselijke hartstochten uit te beelden). De „ongewone" kleurenscala maakt de schoonheid van het kunstwerk voor de „Café de Nuit" door Vincent van Gogh. „In mijn schilderij „Nachtcafé" heb ik ge tracht uit te drukken dat een café een plaats is waar men zichzelf kan ruïneren, waar men gek kan worden of een misdaad kan bedrijven. Ik heb dit trachten te be naderen door tegenstellingen van teer-rose, bloedrood en donker-wijnrood, door een teer-groen a la Louis XV en Veronese- groen, contrasterend met geel-groenen en harde blauw-groenenenz.". (Vertaalde passage uit brief 534 aan zijn broeder Theo van September 1888). (Foto hieronder). meeste mensen ontoegankelijk, omdat zij niet ontvankelijk zijn voor de harmonieën die de kunstenaar door een andere „toon zetting" oproept. Over het afwijken van de in de natuur waarneembare kleuren maakt Vincent van Gogh treffende opmer kingen: „dat algemeen mooi doen tegen elkaar van de tonen in de natuur, men ver liest het door pijnlijk letterlijke nabootsing, men behoudt het door herschepping in een kleurengamma, evenwijdig, maar desnoods niet precies of lang niet eender aan 't ge- gevene...." (Brief 429 aan zijn broeder Theo). Ook ten aanzien van de symboliek der kleur spreekt Vincent zich uit. Wat te zeggen tot de ontoegankelijke, die schou derophalend staat voor een portret met gele haren tegen een blauw fondVan Gogh zelf geeft de heldere verklaring in de hein eigen, expressieve taal, die hij hanteert als de verf, in stugge en rake toetsen op het doek gezet: „In plaats van te trachten pre cies weer te geven wat ik voor mijn ogen zie" aldus Van Gogh - „bedien ik mij onbeperkt van de kleur om mij zo krachtig mogelijk uit te drukken. Maar laten we dit rusten, theorie zijnde. Ik ga je echter een voorbeeld geven van wat ik bedoel. Ik zou het portret willen maken van een bevriend artist, één die grote dromen droomt, die werkt als een leeuwerik zingt, want zó is zijn aard. Die man zal blond zijn. Ik zou in het schilderij mijn waardering willen leg gen en de liefde die ik voor hem voel. Zó zal ik hem dus om te beginnen schilderen zo precies als ik kan. Maar het schilderij is dan nog niet klaar. Om het te beëindigen word ik eigenmachtig colorist. Ik overdrijf het blond van de haren, ik kom tot oranje kleuren, tot chroomaat- en bleke citroen- tinten. Achter het hoofd schilder ik, in plaats van de alledaagse muur van een armzalig kamertje, het oneindige, ik maak een eenvoudige achtergrond van het rijk ste, het meest intense blauw, dat ik zal kunnen maken en door deze simpele com binatie krijgt het blonde hoofd, lichtend tegen die rijke blauwe achtergrönd, een mysterieus effect, als een ster in de diep blauwe nacht. Bij het portret van de boer heb ik de zelfde weg gevolgd. Zonder evenwel in dat geval de geheimzinnige glans van een bleke ster in het oneindige te willen oproepen, want die verschrikkelijke man moest ik schilderen in de blakende hitte van de oogst, op het midden van de dag. Vandaar die krasse oranje tonen als van een gloeiend ijzer, vandaar die tonen van oud glanzend goud in de duisternissen. Ach, mijn beste broer.en die goeierds zien in die over drijving alleen maar de caricatuur. (Vertaalde passage uit Brief 520). Zo ervaren we door Vincents pen èn pen seel hoe deze geniale kunstenaar in ex pressionistische vormgeving en een zinrijk coloriet de werkelijkheid herschiep tot symbool, aldus beeldend en vereeuwigend het wezen der dingen tegen de achtergrond van zijn bewogen geest. H. P. BAARD beroep heeft gedaan op buitenlandse bal lerina's om met haar naam het affiche op tc luisteren. De belangstelling van het publiek ging gisteren vooral uit naar „The Cage" (De Kooi) van Jerome Robbins op het Con certo in D van Igor Strawinsky, dat op het niet geheel van hypocrisie vrij te plei ten bevel van de voorzitter van het Hol land Festival slechts één keer (in plaats van drie, zoals aanvankelijk was aange kondigd) uitgevoerd mocht worden en wel bij de laatste gelegenheid. Zulks op grond van de veronderstelling dat het werk „niet voor de Hollandse smaak geschikt" zou zijn. Blijkbaar mocht men dus niet op drie, maar wel op één avond onsmakelijk doen. Op een persconferentie heeft Robbins ver klaard dat hij bij het vernemen van dit voorschrift al zrjn choreografische bijdra gen wilde terugtrekken, doch dat hij ten slotte dit besluit niet in practijk meende te hoeven brengen op grond van het in zicht dat door een dergelijke censuur niet hij, maar de bedrijvers ervan werden gebla meerd. Hoe dit ook zij, de genomen maatregel heeft „The Cage" aan een succes geholpen, dat geenszins in overeenstemming met de artistieke verdienste was. De choreograaf, aldus de toelichting in het programma, liet zich inspireren door bepaalde ver schijnselen in het insectenleven (en zelfs in onze mythologie), waarbij het vrouwe lijk wezen de man als haar prooi be schouwt. De rol van de fatale vrouw werd door Nora Kaye (met Nicholas Magallanes als de tot vernietiging gedoemde partner) subliem gedanst. Maar voor de rest was het niet meer dan een soort zwoele gym nastiek, waarbij men slechts een enkele keer geboeid werd door meeslepende pas sen of gedurfde standen. Doch schokkend kan men het echt niet noemen, zomin uit kunstzinnig als uit moreel oogpunt. DAVID KONING Woensdag 23 Juli zal de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in het Concertgebouw te Amsterdam officieel het Internationaal Kunsthistorisch Congres openen, waarna de ruim 500 deelnemers uit 22 landen elkaar zullen ontmoeten tijdens een receptie. Het congres is georganiseerd door het Nederlands comité voor kunst historie. onder voorzitterschap van prof. dr. A. W. Bijvanck. Van 24 tot 31 Juli zullen de deelnemers bijeenkomen in algemene zittingen en in besloten seelievergaderingen, die worden gehouden in de Amsterdamse musea. De zittingen worden afgewisseld door een tien tal excursies, onder meer door Amsterdam, naar Haarlem, Utrecht, Leiden, Gouda en Oudewater, naar Delft, Dordrecht, Breda en Rotterdam. Dit driejaarlijks vakcongres voor kunsthistorici, dat voor het eerst in 1901 in ons land en in 1949 voor het laatst in Lissabon is gehouden, wordt Donderdag 31 Juli besloten met een bezoek aan het Gemeentemuseum en het Mauritshuis in Den Haag, waarna de officiële sluiting ge schiedt in de Koninklijke Schouwburg, ge volgd door een banket in het Kurhaus te Scheveningen. Tijdens de algemene vergaderingen zul len voordrachten worden gehouden over Leonardo da Vinci, over Middeleeuwen en' renaissance, over Caravaggio en zijn in vloed en over Rembrandt. Er hebben deel nemers ingeschreven uit Zuid-Afrika, Duitsland, Oostenrijk, België, Brazilië, De nemarken, Spanje, Frankrijk, Groot-Brit- tannië, Indonesië, Italië, Iran, Ierland, Nederland, Noorwegen, Portugal, Turkije, Zweden, de Verenigde Staten en Joego slavië. Ontvangst in stadhuis Het bezoek aan Haarlem en omgeving wordt gebracht op Vrijdag 25 Juli. De deel nemers zullen des middags de thee gebrui ken in het Openluchttheater te Bloemen daal, waar zij de gasten zijn van het ge meentebestuur. Vervolgens worden de schuilkelders in de duinen van Zandvoort en Vogelenzang bezichtigd, waar in de be zettingsjaren zoveel kunstschatten onder gedoken zijn geweest. Aan het eind van de middag ontvangt burgemeester Cremers het gezelschap in het Haarlemse stadhuis, waarna men zich naar de Grote Kerk be geeft, waar George Robert tijdens de be zichtiging het vermaarde orgel zal bespe len. De deelnemers gaan in de eerste avonduren in kleine groepen, ieder volgens" eigen voorkeur, naar het Museum Ensche dé, naar Teylers Museum, naar het Bis schoppelijk Museum of naar het Frans Halsmuseum, waar zij allen omstreeks ha'f negen tezamen komen om het souper te gebruiken. Ook is de mogelijkheid tot het bezichtigen van enkele Haarlemse hofjes opengesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 9