Nederlandse export moet zich
naar andere landen richten
Senaat voor de laatste keer
bijeen in oude samenstelling
Geen reden tot klagen over
handel met buitenland
-Clowntje Rick
Macht eld Wisse,
fotografe
Jaarverslag 1951 CIHAN
Markt-analyses bereikten
positieve resultaten
W. Vogt nam afscheid
van AVRO-personeel
Nederlandse meisjes zijn
welkom in Nieuw Zeeland
Gemummificeerde lijken
terug naar Tholen
Spoedig uitbreiding
van Tweede Kamer?
CPN zou ledental
graag uitbreiden
WOENSDAG 9 JULI 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
Groot tekort aan verpleegsters
„Vliegende Vleugel"
op de Ilsy
Indonesiërs in Suriname
willen graag terug
Voor de kinderen
Dag van het Nederlandse
volk op Sonsbeek 1952
„Partij is te zelfgenoegzaam"
zegt Paul de Groot
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
In het verslag over 1951 van het centraal instituut ter bevordering van de buiten
landse handel (CIHAN) te 's-Gravenhage wordt het feit, dat het grondstoffenamie
Nederland in 1951 een exportvolume wist te bereiken van f 7.6 milliard een prestatie
van de eerste orde genoemd. Het déficit od de betalingsbalans blijft echter aanzienlijk
en maant tot voortgezette activiteit. Zorgelijk blijven de zwakke samenstelling van
ons exportpakket en de vrij eenzijdige gerichtheid van onze export, die nog voor het
grootste gedeelte naar de omliggende landen van West-Europa gaat.
Aan eerstgenoemd bezwaar kan het in
stituut weinig veranderen. Aan het tweede
werd echter voortdurend aandacht besteed
in de vorm van het verstrekken van markt
analyses van overzeese gebieden en het is
gebleken, dat hiermede in enkele gevallen
positieve resultaten bereikt zijn. Ook door
het organiseren van gemeenschappelijke
Nederlandse inzendingen naar jaarbeurzen
overzee poogt het instituut aan export
spreiding mede te werken. Volgens het
CIHAN schijnen in het bijzonder de
grotere bedrijven in 1951 goede export
zaken te hebben gedaan. De situatie is ech
ter allerminst overal dezelfde. In enkele
sectoren verminderden de exportmogelijk
heden, maar in andere waren de afzetmo
gelijkheden in het buitenland zeer gun
stig, waarvan in ruime mate profijt werd
getrokken. Papierfabrieken, de strocarton-
industrie, de aardappelmeelfabrieken, de
vleeswaren-, condens- en melkpoederfa-
brieken, de chemische industrie, vele be
drijven in de metaalsector en de scheeps
werven deden over het algemeen goede
zaken.
In vele industrieën werd op topcapaciteit
gewerkt, ondanks moeilijkheden met
grondstoffen en verpakking. Veelal bleek
het om deze reden niet mogelijk, meer ex
portorders te aanvaarden en kon het in
stituut voor nieuwe buitenlandse aanvra
gen geen belangstelling vinden.
De teruglopende binnenlandse afzet deed
ter zelfder tijd andere bedrijven zoeken
naar exportmogelijkheden, hetgeen thans
dubbel moeilijk is, nu hetzelfde verschijn
sel zich in vele andere landen voordoet.
De leiders van verscheidene bedrijven, die
vrijwel uitsluitend op de binnenlandse
markt waren ingesteld, beschikken over
weinig of geen export ervaring. Zij zijn
daarom temidden van de scherp toenemen-
„Gij zult allen begrijpen, dat dit moment
voor mij niet gemakkelijk is", zo begon de
heer W. Vogt gistermiddag zijn toespraak
tot het zo goed als voltallige AVRO-perso-
neel, dat in het restaurant der studio te
Hilversum was bijeengekomen om afscheid
van hem te nemen. Deze bijeenkomst, die
een besloten karakter had, werd niet door
het bestuur van de AVRO bijgewoond. In
zijn toespraak herhaalde de heer Vogt zijn
in Maastricht uitgesproken verklaring, dat
hij heengaat zonder bitterheid. Er moest
een beslissing vallen, zo zeide hij, want
reeds lang was bekend dat de meningsver
schillen tussen bestuur en directie te diep
gaand waren om er langer het stilzwijgen
over te bewaren. De heer Vogt schetste ver
volgens de situatie van de AVRO in de
voor-oorlogse jaren, toen men er in slaagde
het enthousiasme van een grote schare
belangstellenden te winnen. Na de oorlog
kwam de verplichte luisterbijdrage en kon
den de politieke en religieuze stromingen
relatief en absoluut meer winst boeken. De
meningsverschillen dienaangaande tussen
bestuur en directie ontstonden zowel over
het programmabeleid als over de propa-
gandavoering. De directeur had niet meer
de vrijheid, die hij meende te moeten heb
ben en daarom had de heer Vogt zijn ont
slag genomen. „Misschien", zo besloot hij,
„is het wel eens goed dat een omroepbedrijf
door anderen wordt geleid. Ik hoop, dat
de nieuwe leiders een eerlijke kans zullen
krijgen. Het zou dwaas zijn te zeggen, dat
ik zou wensen, dat het de AVRO in de
toekomst niet goed zou gaan".
Nadat dr. P. H. Ritter jr. in enkele woor
den de heer Vogt namens het personeel
dank had gebracht voor hetgeen deze in
de lange reeks van jaren voor zijn mede
werkers is geweest, kregen alle aanwezigen
de gelegenheid met een persoonlijke hand
druk afscheid van hem te nemen.
Het is de bedoeling, dat de heer Vogt
in de eerstvolgende vergaderng van het
bestuur der Nederlandse Radio-Unie zijn
functie als technisch commissaris dezer
stichting zal neerleggen.
de wereldconcurrentie vrijwel kansloos. Zij
zouden volgens het instituut het beste doen,
hun export toe te vertrouwen aan een er
varen exporthuis, of wel met andere be
drijven, die in gelijke omstandigheden ver
keren, een exportcombinatie te vormen.
Wat marktexploratie betreft wordt er in
het verslag op gewezen, dat men weliswaar
in Nederland langzamerhand beter geo
riënteerd is over de diverse markten, doch
dat het te betreuren blijft, dat, speciaal nu
de wereldconcurrentie zich heeft toege
spitst, de betekenis van marktexploratie
nog onvoldoende wordt beseft.
Zeer duidelijk kwam in het verslagjaar
bij de afdeling handelsvoorlichting en
marktonderzoek tot uiting de tegenstelling
tussen schaarse en niet-schaarse goederen.
Voor eerstgenoemde groep bereikte het
CIHAN een stroom van buitenlandse
aanvragen, waarop meestal een negatief
antwoord moest worden gegeven. De bin
nenlandse handel daarentegen legde vele
vragen voor inzake exportmogelijkheden
van goederen, waarvoor vrijwel geen bui
tenlandse vraag meer bestaat.
Op het ogenblik bestaat slechts 7 procent
van de Nederlanders, die naar Nieuw Zee
land emigreren, uit vrouwen.
„Tenminste 60 procent van de emigran
ten zouden meisjes moeten zijn", verklaar
de de heer H. L. Bockett, hoofdambtenaar
van het ministerie voor immigratie in
Nieuw Zeeland. De heer Bockett vertoeft
één week in ons land om emigratieproble
men te bespreken met de commissaris voor
de emigratie, mr. ir. B. W. Haveman.
De heer Bockett zei, dat er in Nieuw
Zeeland een groot tekort is aan meisjes
voor specifiek vrouwelijke beroepen als
verpleegster en hulp in de huishouding.
Verpleegsters hebben in Nieuw Zeeland een
veertigurige werkweek. Overuren worden
extra betaald. Het basissalaris voor ver
pleegsters is ook hoger dan in ons land.
Moeders, die hun dochters naar Nieuw Zee
land laten gaan, behoeven niet bevreesd te
zijn, aldus de heer Bockett, dat hun doch
ters bij aankomst aan haar lót worden over
gelaten. In alle grote steden zijn speciaal
voor meisjes opvangcentra ingericht.
Nederlandse meisjes staan zeer hoog
aangeschreven bij de Nederlandse manne
lijke emigranten en ook bij de Nieuw Zee
landers.
Veel waardering had de heer Bockett
voor de Nederlanders, die thans in Nieuw
Zeeland werken. Zij gedragen zich goed,
werken hard en passen zich gemakkelijk
aan. Nieuw Zeeland heeft nog steeds een
groot tekort aan geschoolde en ongeschoolde
arbeidskrachten. De zesduizend Nedex-lan-
ders, die dit jaar naar Nieuw Zeeland zul
len emigreren, zullen van harte welkom
zijn. Er is ook emplooi voor architecten en
ingenieurs. Advocaten en dokters zullen er
echter moeilijk aan de slag kunnen komen.
De heer Bockett deelde verder nog mede,
dat hij in Nederland een oplossing zal pro
beren te vinden voor het probleem der
„prefabicated" huizen. Tal van emigranten
hebben daarmee moeilijkheden ondervon
den. Daarom wordt het thans ten sterkste
afgeraden „prefabs" mee te nemen. De heer
Bockett verwachtte, dat in 1954 wederom
6000 Nederlandse emigranten in Nieuw
Zeeland zullen worden toegelaten. Het aan
tal aanvragen is thans reeds veel groter,
namelijk ruim 10.000.
Op de Ilsy, de Internationale Luchtvaart
Show Ypenburg, die op 2 en 3 Augustus
wordt gehouden, zal een demonstratie
worden gehouden met de Franse Fauvel
AV-36, een zogenaamde „vliegende vleu
gel".
Instructeurs van het KNWL-zweef-
vliegcentrum zullen demonstreren met de
nieuwe trainer T-10, het zweefvliegtuig
KNWL-49Ï, het Engelse toestel „Sky" en
de trainer „Prefect" van welk laatste type
een formatie van zeven stuks boven Ypen
burg zal demonstreren.
De waarnemend hoge commissaris van In
donesië, mr. Soesanto Tirtoprodjo, die met
twee leden van zijn staf een bezoek heeft
gebracht aan Suriname om zich op de
hoogte te stellen van de positie der in Su
riname wonende Indonesiërs, is in Neder
land teruggekeerd.
Het aantal Indonesiërs, dat in de loop der
tijden naar Suriname emigreerde, bedraagt
ongeveer 38.000, waarvan slechts een 200
bij de souvereiniteitsoverdracht aan Indo
nesië voor de Nederlandse nationaliteit
hebben geopteerd. Onder deze Indonesiërs,
wier economische positie in Suriname niet
rooskleurig is, leeft sterk de wens, naar
Indonesië terug te keren. Echter is het
transport van deze duizenden mensen over
zo lange afstand, alsmede de financiering
daarvan, geen kwestie, die in een hand
omdraai kan worden opgelost.
Mr. Susanto heeft uiteengezet, dat In
donesië de betrokkenen gaarne zal ont
vangen, doch dat vestiging op Java, van
waar de meesten hunner afkomstig zijn,
niet goed mogelijk is wegens de overbe
volking van Java. Indonesië heeft echter,
zo zeide hij, nog gebieden genoeg, waar een
ijverige en hard werkende bevolking zich
kan vestigen. Hij heeft de Indonesiërs in
Suriname aangeraden, door spaarzaam te
zijn geld bijeen te brengen voor het zelf
betalen van hun overtocht; hiervoor zal
per persoon ongeveer f 900 nodig zijn. Ook
ried mr. Susanto aan, het analfabetisme
onder de Indonesiërs in Suriname te be
strijden. Wel bestaat ook in Suriname
leerplicht, doch door grote afstanden van
de woonplaatsen der Indonesiërs in het
binnenland naar de scholen en mede, door
dat de ouders de kinderen nodig hebben
voor landbouwwerkzaamheden, komt er
voor deze groep niet veel van schoolbezoek.
In het jaar 1948 is bij de restauratie
werkzaamheden in de Gotische kerk van
Tholen een grafkelder gevonden, waarin
zich vier niet vergane, doch verdroogde,
zogenaamde gemummificeerde lijken be
vonden, waarvan een, dat van een meisje,
in een wit kleed begx-aven moet zijn ge
weest, met een palmtak in de hand. Des
tijds zijn deze verdroogde lijken, afkomstig
uit de 17e eeuw, die veel overeenkomst
met de mummies in de bekende grafkelder
te Wiewerd (Friesland) vertonen door de
Rijksdienst voor het oudheidkundig bodem
onderzoek, ovei-gebi-acht naar het anato
misch laboratorium te Utrecht, teneinde
aan een nauwgezet onderzoek te worden
onderworpen. Dit onderzoek, dat met goed
vinden van de kerkvoogdij en het gemeen
tebestuur van Tholen is geschied, is thans
in een zodanig stadium gekomen, dat de
mummies naar de kerk in Tholen zullen
worden teruggebracht. Hiervoor heeft de
ai-chitect die met de restauratie van de
kerk belast is, een speciaal geconstrueerde
kelder in de kerk gebouwd. Het is de be
doeling in deze kelder de mummies weel
bij te zetten, echter niet met het doel om
ze voor het publiek ter bezichtiging te stel
len, doch om in de toekomst waarnemingen
te kunnen doen.
(Van onze parlementaire redacteur)
De Eerste Kamer in haar tegenwoordige
samenstelling is gistei-en nog eens bijeen
gekomen als gevolg van het feit dat op
24 Juni de communisten hoofdelijke stem
ming hadden verlangd op een ogenblik
waarop daartoe niet genoeg leden aanwezig
wax-en. Voorzitter Jonkman oefende hierop
enige critiek, waarbij hij meteen te ver
staan gaf dat in de toekomst de leden van
de Kamer meer paraat zullen moeten zijn,
omdat, wanneer straks de grondwetsher
ziening wox-dt behandeld, de kans op der
gelijke moeilijkheden bij vei-zoeken om
hoofdelijke stemming nog zou stijgen. De
president ging na wat de Eerste Kamer zo
al had afgedaan en ook welke ondemver-
pen er nog zijn overgebleven ten aanzien
van één der laatst bedoelde voorstellen,
het ontwerp tot wijziging van de wet op
het Nederlandex-schap, zei hij, dat bij be
handeling daax-van wel eens zou kunnen
blijken dat de Eerste Kamer steeds een
belangx-ijke plaats in ons staatsbestel in
neemt. Hier zinspeelde mr. Jonkman blijk
baar op de mogelijkheid van vex-werping
van dit ontwerp door de senatoren. Op
nieuw bevestigde hij daarmede de indruk
dat hij behoort tot diegenen die het recht
van de Eerste Kamer, voorstellen van de
Tweede Kamer af te wijzen, onverkort wil
len handhaven.
In zijn afscheidswoord, gericht tot de
tien senatox-en die niet meer tei-ugkeren
als ook tot die ministers die men naar alle
waarschijnlijkheid niet meer achter de re
geringstafel zal zien, maakte de voorzitter
ook nog gewag van wat hij noemde een oud
denkbeeld, te weten, om de begroting alleen
in gemeen overleg tussen Kroon en Tweede
Kamer te doen vaststellen, waarna dan de
Eerste Kamer slechts haar goedkeuring
zou moeten uitspreken. Dit zou tot bekor
ting van het begx-otingsdebat kunnen lei
den en bovendien zou de regering inmid
dels haar gang met de begroting kunnen
gaan. Het moet wel een heel oud denk
beeld zijn, waar de voorzitter op doelde,
want er was niemand die er zich iets van
herinnert.
Vermeld zij tenslotte dat het wetsont-
Ja, zo kan men soms toch maar raar dromen, niet? Die Rick had daar voor de warme
kachel zo lekker zitten dutten, en toen was die rare droom gekomen en dacht hij, dat
hij werkelijk onzichtbaar kon zijn. Maar neen, dat was alleen maar een droom
natuurlijk!
Maar je hoeft niet altijd te dromen, om iets te belevenDat ondervond oom Tripje
dezer dagen. Hij zat heel rustig zijn krant te lezen voor het venster. Het was stil in
de kamer, de jongens waren op hun kamertjes aan 't spelen.
Pets!, ging het toen opeens.
Pets!én weer pets!
Oom Tripje keek verbaasd op. Wat was dat voor raar geluid?
En weer: pets!
„Wat is dat nou?", bromde oom Tripje, en hij wreef over zijn neus.
Daar was iets nats op gevallen!
Nu keek hij eens beter. En toen zag hij het: er vielen grote druppels van het plafond!
„Wat heb ik nou aan de hand?", zei oom Tripje.
Hij keek verschrikt naar boven, terwijl de druppels maar bleven vallen
werp tot vaststelling van het oorlogsstraf
recht er met 37 tegen 4 stemmen doox-ging
(met de communisten en mejuffrouw mr.
Tjeenk Willink (Ai-beid) tegen) en de ont
werpen inzake Beschex-ming Burgex-bevol-
king met 38 tegen 3 stemmen, waarbij al
leen de Communisten in de oppositie wa
ren.
(Van onze parlementaire redacteur)
In parlementaire kringen verluidt dat
het plan zou bestaan ten snelste het wets
ontwerp, dat uitbreiding van het aantal
Tweede Kamerleden inhoudt, in openbare
behandeling te nemen, om de mogelijkheid
te bevorderen dat x-eeds op de derde Dins
dag van September de Tweede Kamer uit
150 leden bestaat. De kans is groot dat het
debat hierover uiterlijk begin Augustus
gehouden zal woirlen. De mogelijkheid dat
het voorstel zowel in de Tweede Kamer
als in de Eex-ste Kamer een tweederde
meerderheid zal behalen acht men op het
ogenblik vrij groot.
Een ander ontwerp tot grondwetsherzie-
ning, namelijk dat inzake het buitenlands
beleid, acht men in parlementaire kring
van iets minder spoedeisende aard, zodat
er geen bezwaar tegen zou bestaan dit wat
later te behandelen. Als straks een nieuwe
minister van Buitenlandse Zaken zou op
treden is het zeer goed denkbaar dat deze
tijd zou willen hebben om zich in de aan
gelegenheden betreffende dit onderwerp in
te werken.
„Wij zijn hier gekomen met een zeker
voox-oordeel", zo zei een Zeeuwse boer na
afloop van de dag van het Nederlandse
volk op de tentoonstelling Sonsbeek 1952.
„Wat zullen wij, nuchtere Zeeuwen, doen
met die beelden? Maar na vandaag zijn we
bekeerd. Het was prettig nu eens niet te
vertoeven tussen de suikerbieten, het vlas
en de tarwe, maar ook eens in hogere sferen
te zijn".
Een man uit Zierikzee verklaarde zich
goed te kunnen voorstellen hoe moeilijk het
is voor de rondleidende kunstenaars de be-
bezoekers in hun gedachtenwereld te laten
doordringen. „Wij mensen van het platte
land zijn zo verankerd in de klei", zuchtte
hij. Soortgelijke dankwoorden lieten ver-
tegenwoox-digers van alle Nederlandse pi*o-
vincies horen, die gisteren in Arnhem een
bezoek brachten aan de internationale ex
positie van beeldhouwkunst.
Burgemeester Matser heette namens het
Arnhemse gemeentebestuur de gx-oep van
75 landgenoten uit alle windstreken, harte
lijk welkom. De heer J. Vet, sprekende
namens het bestuur van de Stichting Sons
beek, zei dat deze bezoekers niet willekeu
rig gekozen zijn. Zij vertegenwoordigen
verscheidene beroepen. Zo waren er boe
ren, industrie-arbeiders, beoefenaars van
vrije bex-oepen, werkende vrouwen en huis
moeders. Het toexistische element is hier
zeker niet het bleangrijkste, aldus de heer
Vet, want het gaat bij deze tentoonstelling
voox-al om het behoud van de Europese
cultuur, in dit mooiste pax'k van Nederland
speciaal zoals deze zich uit in de beeld
houwkunst, en daax-om is het nuttig en
nodig dat zoveel mogelijk lagen der bevol
king daax-mee in aanx-aking worden ge
bracht.
Na de ontvangst in het Sonsbeekpavil-
joen begaf men zich des middags naar de
tentoonstelling, waar Arnhemse kunste
naars het gezelschap rondleidden. In het
algemeen was het contact zeer goed Uit
de commentaren, die op de bespx'ekingen
van de beeldhouwwerken volgden, bleek
dat er veel waardering bestond.
De veel besproken, in Denemarken voor
Russische rekening gebouwde, tanker „As-
pheros" is Dinsdagmiddag uit Kopenhagen
vertrokken met bestemming Odessa. Het
vertrekkende schip, gezien tussen twee op
de voorgrond liggendeAmerikaanse
oefenschepen, welke op het ogenblik eert
bezoek aan Kopenhagen brengen.
De Communistische Partij Nederland
heeft in de grote zaal van Krasnapolsky te
Amsterdam een vergadering gehouden,
waar onder meer onderwerp van bespre
king vormde: „De uitslag der verkiezingen
en de vorming van het nieuwe kabinet".
Inleider was de heer Paul de Groot. Hij
zeide, dat de C.P.N. er tx-ots op is, dat het
deze partij is geweest, die Romme en zijn
vrienden de weg heeft versperd. „Wij heb
ben alles gedaan om een aan de macht
komen van Romme, van de reactionnairen,
te voox'komen. Wij zijn hier tx-ots op, ook
nu getoond is, dat wij zelf niet van het
stemmenvex-lies van Romme hebban ge-
profiteex-d, doch de Pax-tij van de Arbeid.
Wij laten echter deze hoon over ons heen
gaan. Wij trekken uit de stembusuitslag
een heel andere conclusie, het is onze taak
dit begin van beweging verder te stuwen".
De heer De Groot zeide, dat het de Ka
tholieke arbeiders en middenstandex-s zijn
geweest, die Romme de nederlaag hebben
toegebracht. Zij zijn onder de indruk ge
komen zo zeide hij van de steeds
slechter wordende positie van de arbeiders
en de kleine middenstand.
Over de kabinetsformatie zei spreker, dat
deze zich in nevelen voltrekt. Hij zei van
mening te zijn, dat dit geen zaak is, die
achter de schermen moet worden bedisseld.
„Wij verwachten en vragen geen won
deren van de P. v. d. A." zei de heer De
Groot. „Wij vx-agen alleen van haar, dat zij
de beloften zal inlossen, die zij de arbeidex-s
heeft voorgehouden. Wij roepen hen op,
die hun stem aan de P. v. d. A hebben ge-,
geven, het niet te nemen, wanneer de voor
de verkiezingen gedane beloften niet wor
den nagekomen".
Over de eigen pax-tij zei de heer De Groot:
„Onze partij heeft niet met voldoende
energie en volharding gewerkt. Er was nog
te veel een geest van zelfgenoegzaamheid.
Men keek nog te veel naar de belangen
van de eigen partij en te weinig naar die
van het volk. De pax-tij moet worden ver
sterkt. Er moet nieuw bloed in gebracht
wox-den. Zij, die thans hun stem op ons
hebben uitgebracht, zijn op zichzelf reeds
overtuigde en vuurvaste communisten. De
verkiezingsstrijd is met ongelijke wape
nen gevoerd. De nazi's vochten tenminste
met open vizier, maar de Amerikanen zijn
een onzichtbare bezetting. Ze durven niet
met open vizier tegen ons te strijden".
Spreker zeide, dat het voor het eerst in
West-Europa is geweest, dat de Amerikanen
op een dergelijke schaal zo direct in ver
kiezingen hebben ingegrepen. In dit ver
band wees hij op de actie van „Voor Vrede
en Vrijheid". Voorts zeide hij: „Wij wijzen
met vex-ontwaax-diging de laster af, dat wij
een nederlaag hebben geleden. De C.P.N.
heeft in twee jaar 500 stemmen verloren.
De kern is de partij trouw gebleven".
Spreker besloot met te zeggen, dat wanneer
eenmaal de Amerikanen West-Europa zul
len moeten verlaten het deze kex-n van
300.000 mensen zal zijn, die de leiding van
het Nederlandse volk zal vormen.
Benoemd is tot gewoon hoogleraar aan
de Technische Hogeschool te Delft, om on-
dex-wijs te geven in de zuivere en toegepas
te wiskunde en.de theoretische mechanica,
dr. R. Timman te Amsterdam.
Voox-ts is aan de Technische Hogeschool
benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de
afdeling der algemene wetenschappen, om
onderwijs te geven in de mathematische
statistiek, dr. J. Hemelrijk te Amsterdam.
22)
Maar had het dan gezegd. Michel is
kennelijk opgelucht nu er niets met haar
aan de hand is.
Dat verdwijnt maar in het donker.
Je lijkt wel mal, om ons zo te laten schrik
ken.
Nu hij haar levend en wel voor zich ziet,
zou hij haar graag een pak slaag hebben
gegeven. Alleen, omdat hij zo ongerust is
geweest.
Het spijt me. De woorden komen
moeilijk van Machtelds lippen.
Dan is het in orde, zegt Michel tegen
de maréchaussées. Hier is het verloren
schaap.
Maar de man schudt zijn hoofd; zijn
ogen hebben Machteld niet losgelaten.
Er is iets niet pluis met dat juffie
daar. Zo handelt geen normaal mens. Ze
ziet er uit, alsof ze zich doodgeschrokken
heeft.
Ik heb uw papieren niet gezien, zegt
hij en doet een stap naar het tafeltje, waar
Machtelds tasje ligt. Even legt Machteld
beschermend de hand op haar eigendom,
dan bedenkt ze zich en trekt hem snel te-
x-ug. Maar het gebaar is de maréchaussée
niet ontgaan. Nauwkeurig bekijkt hij de
inhoud; de gewone attributen in een vrou
wentas: kam, poederdoos, zakdoek en een
kleine portefeuille.
Hij vergelijkt de foto van haar pas met
de werkelijkheid. Hm, ze ziet er daarop
heel wat vrolijker uit.
Met wie moest u telefoneren?, infor
meert hij.
Met mijn zuster. Machtelds stem is
toonloos.
Waarom?
Ikik wilde haar waarschuwen,
dat het laat zou worden.
Waarom dacht u dat?
Ik wist niet, hoe lang we daar op die
weg moesten staan.
Ze liegt, denkt de maréchaussée.
Maar dan loopt u toch maar niet zo
weg.
Machteld zwijgt. Wat moet ze hierop
antwoorden? Haar hoofd is leeg en die
gekke telefoon zoemt maar door; het maakt
haar zo moe, dat ze niet meer kan denken.
De maréchaussée wordt ongeduldig.
U gaat alle drie mee naar het bureau. En
tot de waard: Is ze al die tijd hier ge
weest?
Ze heeft getelefoneei-d, antwoordt
deze, met een knik naar de telefooncel.
Anders niet.
De maréchaussée gaat in het hokje, waar
de hoorn nog steeds luid zoemend op het
kastje ligt. Terwijl hij de centrale vraagt
met welke stad dit nummer het laatst is
verbonden, kijken zijn ogen het hokje rond.
Amsterdam, twee maal, is het ant
woord.
Op de grond ligt een spiegeltje; zeker
uit haar tasje gegleden.
Met het spiegeltje in zijn hand komt hij
binnen. Is dat van u?
Machtelds handen maken een gebaar
omhoog, halverwege blijven ze steken.
Ja, zegt ze.
Machteld, zegt Michel nu vriendelijk
en hij legt zijn hand op haar schouder. Wat
is er toch. Ben je ziek?
Machteld verzamelt haar krachten.
Ik was koud en het duurde zo lang
Daarom ben ik maar vast vooruit gelopen
rk dacht, jullie volgen me wel.
Fred heeft het hele toneel met belang
stelling gade geslagen. Hij heef de helft
niet verstaan, maar denkt, dat Machteld
niet goed is geworden. Alleen is het hem
een raadsel, waarom ze niets heeft gezegd.
Hij haalt zijn pijp uit zijn zak en stopt
er tabak in. Het rustige gebaar prikkelt
de maréchaussée.
Kom, commandeert hij en geeft zijn
collega een wenk.
De waard houdt hen tegen.
Ze moet nog betalen. Ik zal de tele
foniste even vragen, hoeveel.
Hij verdwijnt in het hokje.
Schiet een beetje op, roept de maré
chaussée hem achterna.
Laat mij even, verzoekt Michel, als
Machteld naar haar tasje grijpt.
Twee gesprekken, waarvan één geen
gehoor, horen ze de waard herhalen.
U zei, dat u met uw zusterbegint
de maréchaussée.
Mijn zuster gaf geen gehoor, toen pro
beerde ik een kennis.
De dienaar van het recht knort, 't Zit
hem dwars, dat hij niets kan vinden, en
toch vertx-ouwt hij de zaak niet.
Klaar? Dan kunnen we gaan.
Gehoorzaam staat Machteld op. Maar dan
begint de grond onder haar te golven; haar
benen zijn wankele staken en in haar
hoofd gonst onophoudelijk de zoemer van
de telefoon. Met een bons zakt ze op de
stoel terug; hoor bovenlichaam valt voor
over op het tafeltje.
Machteld!, roept Michel en springt
op haar toe. Dan blijft hij staan, alsof op
dat ogenblik uit de grond een muur op
rijst, die hem tegenhoudt.
Goede hemel, klinkt het gesmoord
uit de mond van Murphay.
Ook de maréchaussées en de beide man
nen uit het café zijn als wassen beelden
geworden en twaalf ogen staren, of ze in
trance zijn. Want Machtelds alpino is van
haar hoofd gegleden en temidden van een
warrelige hoop zwarte krullen blinkt en
fonkelt het edelgesteente in de kostbare
diadeem.
Met een ontevx-eden gezicht kijkt Carl
Anderson naar de keurig gedekte tafel voor
hem. Het menu bevalt hem niet; het restau
rant bevalt hem niet en het strijkje bx-engt
hem tot razernij.
Hij heeft even geproefd van de Wiener
Schnitzel; de aardappelpuree en de appel
moes Iaat hij onaangeroerd.
Hij tipt even met zijn servet langs zijn
mond en haalt zijn sigarettenkoker te voor
schijn.
Als hij de rook uitblaast, leunt hij ach
terover en laat zijn ogen onverschillig door
het slecht bezette restaurant gaan. De gor
dijnen voor de lage, brede ramen zijn
opengeschoven en haastige voorbijgangers
glijden voorbij, als beelden op een film.
Zijn koel, hooghartig gezicht met de half
gesloten oogleden verx-aadt niets van het
ingespannen denken.
Het gaat hem niet voor de wind en dat
kan hij niet hebben. Bovendien maakt een
werkloze periode hij zit op het ogenblik
aan handen en voeten gebonden hem
tureluurs.
De Belg heeft na zijn laatste bezoek niets
meer van zich laten horen; contact zoeken
met de anderen durft Anderson na het
alarmerend bericht niet. En toch moet er
iets gedaan worden.
Hij denkt aan de diadeem, die veilig in
Zeeland verborgen ligt. Dat ding moet
weg, voor alles. Desnoods demonteert hij
het zelf, al zal het daardoor een stuk in
waarde dalen. Het is nu eenmaal niet an
ders. Als hij de stenen eens zelf wegbracht?
Met een vliegtuig?
Als altijd, wanneer er actie wordt geëist,
ontstaat in Anderson een nerveus, opge
wonden gevoel. Hij kan een d ex-gelijk ge
voel niet missen; hij heeft het nodig, zoals
een normaal mens eten en drinken. Beslist
werpt hij de halfoprookte sigaret in de
asbak; roept de kellner om af te rekenen.
Schijnbaar op zijn gemak drentelt hij
door de drukke binnenstad naar zijn hóteL
Op zijn kamer zal hij Joke bellen en
meteen eens informeren, waar Machteld
toch uithangt. Op dat bureau zwijgen ze
in alle talen.
Op reportage, is het enige dat hij kan
loskrijgen.
In de hal van het hötel houdt de gérant
hem staande.
Er is een telegram voor u gekomen,
mr. Andei'son.
Met een onverschillig gebaar maakt
Anderson het open.
„Blijf met de Kerstdagen in Zweden,
La i's."
Hij vertrekt geen spier van zijn gezicht,
loopt rustig naar de lift en stijgt naar de
tweede verdieping.
Als de deur van zijn kamer achter hem
is dichtgevallen, vloekt hij luid en hart
grondig. Ook dat nog.
(Wordt vervolgd