Dames-turnploeg maakt goede
kans met knotsoefening
Ook üw kind tekentzichzelf
m\f«
-Clowntje Rick
JACrT
Machteld Wisse,
fotografe
Voorlopig geen straal
vliegtuigen bij de K.L.M.
Schijnbaar onbeduidende krabbels
sleutels tot het zieleleven
VRIJDAG 18 JULI 1952
4
Nieuws van de Spelen
Waterpolo
Nederland tegen Rusland
Voor de kinderen
Waterdichte Horloges
*55,-
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
In een reusachtig schoolgebouw, dat hoog op een heuvel boven Helsinki uitsteekt, zijn
in deze dagen de tien Nederlandse meisjes, die de Nederlandse turnploeg vormen,
onder leiding van Chef d'Equipe mejuffrouw Verhoeff bezig, de laatste hand te leggen
aan de zware training, die zij de laatste maanden en zelfs gedurende de afgelopen
winter in Nederland hebben gehad. Wel oefenen zij ook in de turnzaal van het Olym
pische meisjes tehuis, maar in dit gebouw ontbreekt de rust, die nodig is voor volledige
concentratie.
OL/MP/SCHE SPELEN 1952
In de hypermoderne turnzaal aan de
rand van de stad is het anders: des avonds
is het gebouw volkomen verlaten. „Wij zul
len Holland houden" klinkt daar iedere
avond door de zaal en de acht meisjes van
de ploeg marcheren op, voorafgegaan dooi
de reserve Truida Heil-Bonnet, die als
vaandeldraagster bij de training in plaats
van de vlag een knots in de uitgestoken
arm houdt.
Daarna voert de groep de gereedschaps
oefening uit: de
grootste troef der
Nederlandse équipe.
Vier jaar geleden in
Londen had men
pech. Toen voerden
de meisjes een ge
reedschapsoefening
met ballen uit, maar
één van haar liet de
bal vallen. Ditmaal
hanteren zij ieder
twee knotsen en het
ziet er naar uit, dat
zij als ze niet op
nieuw pech hebben
voor wat de ge
reedschapsoefening
betreft tot de beste
deelneemsters zullen behoren. Dat zou de
meisjes geen windeieren leggen, want voor
dit laatste nummer van de negenkamp
worden aparte prijzen toegekend.
Blessure
Jopie Cox-Ladru, vierde van de ploeg
en dank zij haar grote ervaring een der
steunpilaren van het team, sukkelt helaas
al enige weken aan een wat overtrainde
knie. Er is een röntgenfoto genomen en
aan de hand daarvan is»op medisch advies
het besluit genomen dat de knie die geen
afwijkingen vertoont vlak voor de wed
strijden beginnen, ingespoten zal worden,
zodat zij naar men verwacht van dit
ongemak bij de wedstrijden zelf niet de
minste hinder zal ondervinden.
Finnen gapen Fanny aan
Het was Donderdagmiddag druk op het
trainingsveld vlak tegenover de ingang van
het Olympische dorp Kapyla. Maar door
de helder oranje trainingspakken kon men
de Nederlandse athleten, die daar voor het
eerst het terrein verkenden, er direct her
kennen.
Men was echter nog niet lang bezig, of
een grote menigte persfotografen en jour
nalisten, omringde de viervoudige Olym
pische kampioene van 1948. mevrouw
Blankers-Koen, om haar in allerlei stan
den op de gevoelige plaat vast te leggen
en haar en haar echtgenoot, Jan Blankers,
te interviewen. Steeds opnieuw moest ze
in de startblokken plaats nemen, starten en
een sprintje maken. Dit was ook wel te
voorzien en te begrijpen, maar toch, alle
Nederlanders, die aanwezig waren, hoopten
van harte, dat dit alleen op deze eerste dag
zou zijn en men haar de rest van de week
met rust zal laten. Ook de andere meisjes
moesten tot tweemaal toe een rustiger plek
zoeken om een vrije 100 meter baan te
hebben.
Wim Slijkhuis, Hans Harting, Theo Saat
en Hans Visser waren eveneens aanwezig.
Na een kwartiertje gymnastiek om de
spieren los te maken, werd een rondje ge
maakt. Helaas klaagde Wim Slijkhuis toen
weer over de achillespees van zijn linker
voet. Hij durfde nog niet door te lopen en
maakte de training op deze eerste dag
maar niet al te lang.
Jan Blankers moest zich
legitimeren
Jan Blankers, echtgenoot en coach van
Fanny Blankers-Koen, was in zijn functie
van sportjournalist in Turku geweest voor
de wedstrijd tussen Nederland en Brazilië.
In de nacht was hij per auto naar Helsinki
teruggereden en zodoende had hij zijn
vrouw, die met de athletiekploeg per vlieg
tuig in Helsinki was aangekomen, niet ont
moet. Eerst de volgende dag had hij ge
legenheid haar op te zoeken in het gebouw,
waar de deelneemsters zijn ondergebracht.
De regie is daar zeer streng. Geen man
kan verder komen dan de hal, waar onmid
dellijk enkele gedienstige leidsters de man-
ADVERTENTIE
nelijke bezoekers opvangen en vragen naar
de reden van het bezoek. Dat geschiedde
dus ook met Jan Blankers, die zijn vrouw
wenste te bezoeken. De leidster was vrien
delijk en voorkomend, maar wenste toch
eerst een bewijs, dat Jan Blankers inder
daad de echtgenoot van Fanny is. En dus
haalde hij zijn Olympische identiteitskaart
als journalist te voorschijn, met portret en
stempel versierd, waarna de Finse leidster
haar toestemming gaf voor een ontmoeting
tussen man en vrouw, maarFanny
kreeg een boodschap op haar kamer, op de
achtste verdieping gelegen en moest naar
de hal komen om haar man te begroeten.
Zeventig Nederlanders in défilé
Nederland zal in het défilé der landen
ploegen, dat plaats vindt bij de openings
plechtigheid van de Spelen der vijftiende
Olympiade, meemarcheren met een groep,
die uit ongeveer zeventig actieve sport
beoefenaren en officials zal bestaan. Niet
alle Nederlandse deelnemers zullen aan dit
défilé deelnemen, aangezien een aantal
athleten, roeiers en zeilers verstek moet
laten gaan in verband met wedstrijden, of
training. In ieder geval zal de gehele Ne
derlandse voetbalploeg meemarcheren,
evenals de damesgymnasten, voorts enkele
dames en heren athleten en een paar zei
lers, roeiers en hockeyspelers. Dat de Ne
derlandse groep niet groter is dan zeventig
man komt door het feit, dat enkele groepen
nog niet in de Finse hoofdstad zijn ge
arriveerd, zoals de zwemmers en water-
polospelers, de wielrenners en de ruiters.
Chinese kwestie opgelost
Met 33 tegen 20 stemmen heeft het Inter
nationaal Olympisch Comité besloten Chi
nese deelnemers tot de Olympische Spelen
in Helsinki toe te laten, hetzij vertegen
woordigers van de Chinese Volksrepubliek,
hetzij van Nationalistisch China. De ver
tegenwoordiger van Nationalistisch China
verklaarde, dat geen athleten van die zijde
zouden deelnemen aan de Spelen uit pro
test tegen de beslissing van het I.O.C. Deze
beslissing van het I.O.C. was gebaseerd op
het standpunt, dat de Spelen moeten open
staan voor de jeugd van de gehele wereld.
De kwestie van de erkenning van het
Olympisch Comité van Oost-Duitsland zal
op een volgende zitting van het I.O.C. wor
den behandeld.
Van der Meer leidt HongarijeItalië
De Nederlandse scheidsrechter Karei van
der Meer zal de belangrijke wedstrijd Hon
garijeItalië, voor de achtste finale van
het Olympisch voetbaltournooi die op 21
Juli in Helsinki wordt gespeeld, leiden.
Het hockeytournooi vordert
Er komt schot in het hockeytournooi in
Helsinki. Na de wedstrijden van Donder
dag is de situatie als volgt: Nederland
speelt Vrijdag 18 Juli zijn eerste wedstrijd
tegen Duitsland, dat Polen heeft uitgescha
keld. Pakistan komt dezelfde avond in het
veld tegen Frankrijk, dat in de eerste
ronde van Italië won. De winnaars van
beide wedstrijden ontmoeten elkaar Zon
dag 20 Juli in de halve eindstrijd. India,
dat Oostenrijk versloeg, en Groot Brittan-
Morgenochtend
worden in Hel
sinki de vijftien
de Olympische
Spelen officieel
geopend. Wat er
van dat moment
af iedere dag te
doen is, kan men
van nevenstaand
kaartje gemak
kelijk aflezen.
„De K.L.M. heeft tot dusverre geen
straalvliegtuigen besteld, omdat zij de tijd
daarvoor nog niet rijp acht. Zij is van
mening, dat het straalvliegtuig op grotere
schaal zijn intrede in de burgerluchtvaart
zal doen, zodra de vervoerscapaciteit en
vliegbereik kunnen worden vergroot en de
grondorganisatie beter kan worden aan
gepast aan de speciale behoeften van het
verkeer met straalvliegtuigen. Zij acht het
waarschijnlijk dat dit in 1956 of 1957 het
geval zal zijn", aldus heeft het hoofd van
de persdienst der K.L.M., de heer R. J.
Vogels verklaard.
De K.L.M. zal de eerstvolgende jaren
op haar grote lijnen vliegen met DC-6b's
en Super Constellations.
Enkele van deze in de Verenigde Staten
bestelde machines bieden de mogelijkheid
tot het monteren van turbomotoren met
propellers, zodat zij modern blijven tot op
't ogenblik dat straalvliegtuigen in gebruik
worden genomen. 1
De kans is groot, dat op 1 April van het
volgend jaar op een aantal Europese lijnen
de toeristenklasse zal worden ingevoerd.
De toeristenklasse bestaat reeds sedert 1
Mei op de Noord-Atlantische lijnen.
De nestor van de Nederlandse bioscoop
directeuren, de heer S. J. Kinsbèrgen, wordt
25 Juli 85 Jaar. Ruim een kwart eeuw exploi
teert hij een bioscoop in de Passage in Den
Haag.
Drie verhuizers stonden gisteren op het
balkon van een pas gebouwd huis aan de
Middenweg te Amsterdam. Toen zij tegen de
balustrade leunden, welke nog niet was vast-
gemetseld, vielen zij op straat. De 54-jarige
C. M. overleed kort daarna; de twee andere
verhuizers werden licht gewond.
Deze tekening van een jongetje, dat met
grote innerlijke moeilijkheden te kampen
heeft, liegt niet.
nië, overwinnaar van de Belgische ploeg,
hebben de halve finales reeds bereikt.
Voor de wedstrijden van Vrijdag zijn de
scheidsrechters aangewezen.
NederlandDuitsland wordt geleid door
Van der Heyden (Belg) en Newham (Ni
geria); PakistanFrankrijk door dr. Klee
(Oostenr.) "en Allen (Gr. Br.).
De uitslagen van Donderdag waren:
Groot BrittanniëBelgië 10 en India
Oostenrijk 40.
Koninklijke bezoekers
Kroonprins Olaf van Noorwegen en zijn
twee dochters, de prinsessen Ragnhild en
Astrid zijn Donderdag uit Oslo naar Hel
sinki vertrokken, waar zij de Olympische
Spelen zullen bijwonen.
Het basketballtournooi
In de voorronde van het basketballtour
nooi won Bulgarije met 6256 van Cuba.
Bij de rust leidde Cuba met 3029. Bul
garije heeft zich nu in het eindtournooi ge
plaatst.
Canada won met 6157 van Egypte en
plaatste zich door deze zege in de volgende
ronde. De ruststand was hier 3831 in het
voordeel van de Canadezen.
Italië won voorts met 5339 van Roe
menië. Bij de rust leidde Roemenië met
2619. Met twee nederlagen zijn de Roe
menen nu voor het tournooi uitgeschakeld.
De Philippijnen tenslotte wonnen met
4835 van Hongarije. De ruststand was
26—19.
De loting voor de eerste ronde van het
Olympische waterpolo-tournooi is als volgt:
Hongarije-Mexico; Egypte-Portugal; Duits-
land-Roemenië; België-Zuid-Afrika, Zuid-
Slavië-Australië; Italië-India; Spanje-Bra-
zilië; Gróot-Brittannië-Oostenrijk; Zwe-
den-Verenigde Staten; Nederland-Rusland.
Argentinië lootte vrij.
Het bouwen van twee dubbele villa's te
Santpoort is opgedragen aan de firma J. Hel
lingman en H. Bakx te Haarlem.
(Van een bijzondere medewerker)
Wanneer u op een regenachtige middag uw kleuters bezig ziet met een potlood, een
paar kleurkrijtjes en een vel papier, dan zullen ongetwijfeld twee zaken uw gedachten
bezig houden. Ten eerste het vredige bewustzijn, dat de kinderen tenminste stil en
zoet hun bedtijd tegemoet gaan. Ten tweede een niet ongemotiveerde angst voor het
behang, dat na afloop van het tekenfestijn wel eens enige zo niet vele fraaie
wandversieringen zou kunnen gaan vertonenMaar hebt u wel eens stil gestaan
bij het feit, dat uw kinderen u met hun vodgekladde papiertjes ongeweten een prach
tige verzameling aanwijzingen omtrent hun karakter, hun eigenaardigheden, hun
verborgen moeilijkheden of hun onbewuste vreugde in handen spelen? En dat ze u
mits u aandacht en begrip voor de zaak hebt aldus een kennis van hun wezentjes
verschaffen, die u bij de opvoeding tot grote steun kan zijn?
c
KI. Houtstr. 105
Haarlem
17 steens anker
vanaf
D koopt bii een vakman
De aap kwam recht op oom Tripje af, die stond te trillen van de schrik; hij strekte
zijn lange, harige armen uit, enomarmde oom Tripje als 'n broer!
„Brrrr!", riep oom Tripje.
Hij wou achteruit lopen, maar de aap had hem stevig vast!
De Zwartjes keken naar dit alles en ze lachten vriendelijk.
„Hij doet geen kwaad, Tiripia!", zeiden ze. ,,Het is een heel tamme aap!"
„Ja, ja, dat kan wel", zei oom Tripje. „Maarreik ben niet gewend aan zo'n raar
huisdier, weet je!"
Maar de aap had geen kwaad in de zin, hij grijnsde vriendelijk en bromde goedig.
Er moest iets op gevonden worden, dat het dier die nacht ergens ondergebracht werd.
„We zouden hem in de logeerkamer kunnen doen", stelde tante Liezebertha voor.
Dat was geen kwaad idee. En zo gebeurde het, dat de grote aap die nacht lekker sliep
in het logeerbed, net of het 'n mens was.
Het organiseren van tentoonstellingen
van kindertekeningen is tegenwoordig een
gewild bedrijf, dat in elk geval bewijst, dat
de aandacht voor de producten der kinder
lijke fantasie toegenomen is. Ons bezwaar
tegen deze vorm van tentoonstellingswezen
is echter, dat men er teveel een „artistieke
manifestatie" in wil zien. De huisje-boom-
pje-beestje-cultus houdt verband met be
paalde moderne kunsti'ichtingen, die in het
kinderlijke tekenen oer-beginselen van
kunstbeoefening menen te hebben gevon
den.
Och, het is tenslotte maar wat men onder
„kunst" verstaat. Daarover zijn de menin
gen nogal verdeeld op onze aardbol. Tegen
over onze zeer beperkte erkenning van de
„kunstzinnige" betekenis van kinderteke
ningen staat, dat wij in alle kinderkrab
bels en smeersels mits naar de vrije
fantasie gemaakt, zielkundig belangrijke
aanwijzingen en opvoedkundige aangrij
pingspunten erkennen. En daarover willen
we het graag met u hebben.
Ook Maria Montessori was niet bepaald
geneigd tot kunstminnende aandacht bij
het beschouwen van kindertekeningen.
„Die afschuwelijke smeersels", zegt ze
ergens, „zijn niets dan monsterachtige
uitingen van een intellectuele verwildering.
Ze bewijzen enkel, dat het oog van het
kind onopgevoed is, de hand log, en de
geest ongevoelig voor het onderscheid van
mooi en lelijk. Ze openbare niet de ziel,
maar de dwalingen van de ziel. Deze
monsterachtige wanstaltigheden bewijzen
slechts, hoe het onopgevoede kind er uit
ziet."
Gedeeltelijk kunnen wij dat wel met haar
eens zijn, maar we voelen er niets voor
de kinderen het ijverig kladden en smeren
te beletten en ze zo gauw mogelijk te ge
wennen aan de edele vormen van vierkant,
driehoek en cirkel. Het is in de eerste
piaats nodig die ziel, met dwalingen en al,
te leren kennen, en er naar deze kennis mee
te handelen opdat ze in goede banen wordt
geleid. Welke waarde kindertekeningen in
dit verband hebben, hoop ik u op grond
van mijn eigen bevindingen over een lange
reeks van jaren duidelijk te maken. Mag
ik met een eenvoudig voorbeeld beginnen?
Let u eens op de horizontale illustratie,
het plaatje met de dubbele rij boompjes,
mannetjes enzovoorts, getekend door een
zevenjarig meisje. In deze tekening vertelt
het meisje onbewust het volgende over
zichzelf: „Ik ben een net meisje. Ik heb
veel gevoel voor orde en regel. Ik ben teer.
Ik ben huiselijk en houd van gezelligheid.
Ik weet wat ik wil! Ik verlies mijn aan
dacht in kleinigheden en zie niet gauw
ergens de grote lijn in.
Het is geen „zwarte kunst" dit getuigenis
uit de tekening te kunnen lezen. Dat hier
een net meisje aan het tekenen is geweest
laat zich begrijpen als u ziet, hoe keurig
ze haar boompjes, mannetjes, huisjes en
vogeltjes heeft geplaatst op het rechthoe
kige stukje papier. Haar gevoel voor orde
en regel demonstreert zij duidelijk in de
regelmaat waarmee ze de verschillende
voorwerpen elkander laat afwisselen. Dat
ze een teer meisje is bewijzen haar dunne,
fijne lijntjes. Huiselijkheid en gezelligheid
spreken uit het huis, dat met gordijntjes
en bloemen voor de vensters is toegerust.
Dat ze weet wat ze wil bewijst het feit, dat
ze haar lijntjes zonder hapering in één keer
op het papier zet. Dat ze geen grote lijn
kan zien, maar zich in kleinigheden verliest
ziet men uit het feit, dat ze ieder dingetje
apart behandelt en iedere neiging mist om
tussen de getekende dingetjes enig verband
te leggen, waardoor het „een verhaaltje"
wordt.
Voor een moeilijker opgave stelt ons het
zevenjarige jongetje, waarvan het verticale
plaatje boven dit artikel afkomstig is. Wat
dit kind in zijn tekening vertelt heeft het
zeker nooit in een gesprek met zijn ouders
van zich gegeven.
De grove lijnen, die deze jongen zet
verraden, dat hij- de teerheid van het meis
je in ons vorige voorbeeld geheel mist. Dat
hij zeer onevenwichtig is leert ons het feit,
dat hij een eens gezette lijn dikwijls nog
eens zet, of verandert. Hij wil wel iets
tekenen, maar weet eigenlijk niet wat hij
wil. Het merkwaardige van deze tekening
is, dat men er zelfs de oorzaak van de on
evenwichtigheid in op kan sporen.
Dit waarschijnlijk vroeg-r ij pende kind
worstelt met sexuele moeilijkheden. Hij
heeft het gevoel," dat er met hem iets niet
in de haak is en kan daar geen vrede bij
vinden. Let u eens op hoeveel vormen, die
het jongetje in zijn tekening bezigt, ge
lijkenis vertonen met een lichaamsdeel,
dat bij zijn moeilijkheden betrokken is.
Hij wil die gelijkenis niet bewust, maar
de overgrote aandacht voor zijn manne
lijkheid dringt hem onbewust die vormen
naar de hand.
Het opvallende is nu, dat hij juist in die
vormen voortdurend verandert en knoeit,
terwijl hij een kruisje of een raampje wèl
in één keer op het papier zet. Dit bewijst»
dat zijn moeilijkheden inderdaad in de
aangewezen hoek liggen.
Uit dit laatste voorbeeld zult u begrijpen
van hoeveel nut het kan zijn, dat een lief
devol en begrijpend vader of moeder weet
waar bij zo'n „moeilijk kind" de schoen
wringt. Dit weten is de eerste phase van
de opvoeding van het kind tot normale le
vensvreugde en sociale ontplooiing.
Natuurlijk willen wij daarmee niet zeg
gen, dat u thans meteen de sleutel in han
den hebt tot alle onbekende en onbegrepen
eigenaardigheden van uw -kinderen. Het is
niet alleen een zaak van logische conclu
sies trekken. De voortdurende confrontatie
van zulke logische conclusies met ervarin
gen, opgedaan uit de dagelijkse omgang
met de tekenende kinderen moet uitwijzen,
of wij wel juiste conclusies hebben ge
trokken; tenslotte kan onze eigen fantasie
ons zo licht parten spelen.
Maar raken wij van een bepaalde me
ning, na de confrontatie, overtuigd, en
hebben wij met liefde, begrip en tucht de
opvoeding ter hand genomen, dan geven
de kindertekeningen ons ook weer het be
wijs of wij de juiste snaar hebben ge
troffen en of onze opvoeding het gewenste
resultaat heeft bereikt. Geeft uw kinderen
kleine velletjes papier; die kunnen ze
„overzien". En draagt ze op het gehele
papiertje vol te tekenen. Uit het voren
staande zal u duidelijk zijn, waarom een
vol papiertje meer zegt dan een figuurtje
in een hoekje. Vooral: moedig de kleine
tekenaars aan, maar geef ze nooit raad
hoe en wat ze moeten tekenen. Belet u,
zoveel u kunt, dat ze bestaande voorbeel
den, of eikaars werk natekenen. Alleen
wanneer uw kind volkomen uit zichzelf
tekent, blijft het „zichzelf tekenen".
032 f
Een net meisje, dat „de grote lijn" niet kan zien en zich gemakkelijk in détails verliest.
30)
In de kleine zitkamer haalt hij alles
overhoop, onderzoekt de kasten en de vast-
getimmerde banken tegen de muur. Hij
vliegt naar de beide slaapkamertjes, opent
met een zakmes de strozakken en schudt
ze leeg op de vloer. Ook het keukentje
wordt aan een degelijk onderzoek onder
worpen.
Het levert geen enkel resultaat.
Intussen overwegen zijn hersenen allerlei
mogelijkheden. Het kan zijn, dat Machteld
hier is geweest, dat Joke achterbleef, om
haar aftocht te dekken. Halfvier staat op
het briefje. Dat is natuurlijk een leugen.
Mocht Machteld er inderdaad met de
diadeem van door zijn, dan was de politie
allang hier geweest. Maar ze hebben na
tuurlijk gewacht tot het donker was. Dan
nog is het tijtij om als de wind te ver
dwijnen.
Anderson staat een ogenblik stil.
De diadeem is spoorloos verdwenen; het
zou waanzinnig zijn, naar dat ding te zoe
ken. Hij moet verdwijnen en zo vlug moge
lijk. Meteen het land uit.
Hij grijpt de lantaarn en de revolver.
De bunker. Wat een geluk, dat hij
de weg weet, al is hij er maar een
paar maal geweest. Nu in het donker
zal het toch een toer zijn, die te vinden
Voor de deur van het huisje staat hij een
ogenblik stil om zich te oriënteren en aan
de duisternis te wennen. Er is geen geluid,
dan dat van de wind, die over de verlaten
velden giert. De lantaarn durft hij niet te
gebruiken.
Eerst naar het strand, daar is het altijd
lichter.
Zich bezerend aan de braamstruiken,
struikelend over takken en wortels, klimt
hij tegen het duin op. Als een bezetene
rent hij door, duin op, duin af, tot zijn
voeten wegzakken in het mulle zand.
Hier is het strand.
Het is vloed; het water v/ordt door de
wind opgezwiept tot vlak bij de duinen.
Van het zeldzame, brede strand is geen
spoor meer te bekennen.
Ook dat nog, denkt Anderson, hijgend
voortworstelend tegen de storm, die hier
nog heviger is dan in de polder.
Flauw kan hij, heel ver weg, de lichten
van Beveland onderscheiden. Hoe straks de
kleine motorboot er door moet komen, is
hem een raadsel. Maar het moet en zal
gebeuren. Vannacht nog moeten ze zee
kiezen naar Engeland. Daar is hij veilig,
voorlopig. Als hij maar eerst de bunker
heeft bereikt.
Bij de hoek van het eiland, waar de zee
arm in volle zee overgaat, moet hij de
duinen in, wil hij niet verdrinken. Hoog
spatten de golven tgeen de duinen op; de
zee gromt, als een woedend dier.
Anderson strompelt voort; de handen
beschermend voor zich uit gestrekt. Hij
vordert heel langzaam, telkens slaat de
wind hem terug. Telkens loopt hij ver
keerd, moet hij een eind terug om een duin
heen, om het contact met de zee niet te
verliezen.
Als hij, voor zijn gevoel, ver genoeg
doorgelopen is, waagt hij het even om met
zijn zaklantaarn de omgeving te verken
nen. Duinen, niets dan duinen; hij is als het
ware omringd door donkere, dreigende ge
vaarten.
Hij moet uit de beschuttende duinpan
omhoog klimmen, om zich te oriënteren.
Moeizaam klautert hij tegen een duin op,
bezeert zich lelijk aan een haag van denne-
takken, waarmee enkele duinen tegen het
verstuiven beschermd worden. Hoewel hij
vloekt van de pijn, haalt hij toch verlicht
adem. De bunker kan niet ver meer zijn;
deze dennenhaag is een herkenningsteken.
Het duurt desondanks nog bijna een half
uur, voor hij, doodop en hijgend voor de
ingang van de bunker staat. Een bunker,
zoals er velen zijn op het eiland: stevig en
massief, een lege, holle ruimte.
Nu durft hij zijn zaklantaarn weer te
gebruiken; hier kan niemand iets van het
licht zien.
Met een ruk verwijdert hij de grendel
van het luik, dat knarsend opengaat. On
danks zijn haast sluit hij het zorgvuldig
achter zich, loopt door de daaraan grenzen
de ruimte, door de lange, smalle gang, tot
hij in het diepste deel van het duin is.
Precies als die Amerikanen en Machteld
die middag, schuift hij de tafel in het mid
den, plaatst er een bank boven op. Als hij
het luik ver genoeg heeft opengestoten,
klimt hij van de bank en zet deze weer op
de grond.
Nogmaals klautert hij op de tafel en doet
op goed geluk een sprong in de lucht. Zijn
handen omklemmen de rand van het luik.
Met alle kracht, waarover hij beschikt,
trekt hij zich op. Dan duwt hij met trillen
de handen van inspanning het luik weer
dicht en blijft hijgend op de grond liggen.
Een mens is nooit helemaal slecht
en nooit helemaal goed. Hij wordt op de
wereld gezet met vele mogelijkheden. Als
in zijn jeugd door verstandige ouders en
opvoeders de goede eigenschappen opge
merkt en ontwikkeld worden, dan nog
zullen er facetten in zijn karakter blijven,
die zich op een goede, of beter gezegd,
slechte dag ten kwade kunnen keren. Is de
basis van het goede sterk, dan overwint
hij
Bij Carl Anderson werd al heel vroeg de
weg naar het goede afgesneden; hij was
weerloos, toen het leven in zijn kinderjaren
hem venijnige speldeprikken toediende;
later, toen er geen speldeprikken, maar
pijlen op hem werden afgevuurd, stuitten
deze af op een schild, dat hij om zich heen
had gebouwd. Binnenin dat schild, geïso
leerd en eenzaam, leefde een koud, harte
loos wezen Van zijn veilige burcht uit was
hij het, die de pijlen afschoot. Hij sloeg,
voor hij geslagen kon worden. Doch hoe
veel vrouwenharten tegen dat keiharde
schild waren stukgeslagen, hoeveel mensen
zich ki-omden onder de zweepslagen van
zijn tyrannie, nog nimmer had Carl Ander
son een mens gedood. Hij had illusies ver
nietigd, levens ten gronde gericht, maar
nooit had hij een leven onherroepelijk af
gesneden.
Een klein, roerloos wezen, een straaltje
bloed in blond haar
Eens was het Inger Jörgens, de oudere,
maar blonde schoonheid, die hem bekoor
de. Van liefde was geen sprake. In de ont
moeting met haar dochter had hij kans ge
zien, een oude rekening te vereffenen. Van
haar zachte, dociele aard had hij een dank
baar gebruik gemaakt. Door Machtelds
onverwachte tussenkomst werd zijn
machtsgevoel geprikkeld.
Nee, Carl Anderson kende geen liefde en
eerbied had hij voor niets en niemand.
Maar binnen in dat veilige schild, naast
zijn koude harteloosheid, leeft een geheim
zinnig wezen: angst.
Niet voor de mensen of de wereld, maar
voor de dood. Hij weet, dat hij eens moet
sterven; hij weet ook, dat, hoe hij zich zal
verzetten, zijn schild, noch zijn macht
hiertegen iets kunnen doen.
Nu heeft hij de dood opgeroepen, en hij
is bang.
Lang duurt Carl Andersons rust niet.
Zodra hij op adem is gekomen, springt hij
op. Zet zijn lantaarn op de stevige, vier
kante tafel, drukt aan de onderkant' op een
knop, waardoor het blad losspringt. Er
onder zit een kleine zender verborgen.
Hij tilt het tafelblad op en begint te
seinen.
Het is weliswaar ver over het afgespro
ken uur, waarop zij anders elkaar berich
ten doorgeven, maar het is de enige kans,
om van het eiland weg te komen. Aan de
andere kant van de zeearm, op het eiland
Beveland, is een medewerker gestation-
neerd, die met zijn motorboot de uit België
gesmokkelde waren afhaalt.
Op Andersons voorhoofd verschijnen
dikke zweetdruppels, die langzaam naar
beneden glijden. Die beroerde storm speelt
hem parten.
Geen mens luistert met dit weer.
Voorlopig zit hij veilig, want hij heeft
Joke nimmer in de geheimen van deze bun
ker ingewijd.
Dat doden niet kunnen praten, dringt op
dit ogenblik niet tot hem door. Maar de
gedachte, bijna vierentwintig uur hier wer
keloos te moeten wachten, is hem ondra
gelijk.
(Wordt vervolgd).