Dames-turnploeg maakt goede kans met knotsoefening Ook üw kind tekentzichzelf m\f« -Clowntje Rick JACrT Machteld Wisse, fotografe Voorlopig geen straal vliegtuigen bij de K.L.M. Schijnbaar onbeduidende krabbels sleutels tot het zieleleven VRIJDAG 18 JULI 1952 4 Nieuws van de Spelen Waterpolo Nederland tegen Rusland Voor de kinderen Waterdichte Horloges *55,- FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hofker In een reusachtig schoolgebouw, dat hoog op een heuvel boven Helsinki uitsteekt, zijn in deze dagen de tien Nederlandse meisjes, die de Nederlandse turnploeg vormen, onder leiding van Chef d'Equipe mejuffrouw Verhoeff bezig, de laatste hand te leggen aan de zware training, die zij de laatste maanden en zelfs gedurende de afgelopen winter in Nederland hebben gehad. Wel oefenen zij ook in de turnzaal van het Olym pische meisjes tehuis, maar in dit gebouw ontbreekt de rust, die nodig is voor volledige concentratie. OL/MP/SCHE SPELEN 1952 In de hypermoderne turnzaal aan de rand van de stad is het anders: des avonds is het gebouw volkomen verlaten. „Wij zul len Holland houden" klinkt daar iedere avond door de zaal en de acht meisjes van de ploeg marcheren op, voorafgegaan dooi de reserve Truida Heil-Bonnet, die als vaandeldraagster bij de training in plaats van de vlag een knots in de uitgestoken arm houdt. Daarna voert de groep de gereedschaps oefening uit: de grootste troef der Nederlandse équipe. Vier jaar geleden in Londen had men pech. Toen voerden de meisjes een ge reedschapsoefening met ballen uit, maar één van haar liet de bal vallen. Ditmaal hanteren zij ieder twee knotsen en het ziet er naar uit, dat zij als ze niet op nieuw pech hebben voor wat de ge reedschapsoefening betreft tot de beste deelneemsters zullen behoren. Dat zou de meisjes geen windeieren leggen, want voor dit laatste nummer van de negenkamp worden aparte prijzen toegekend. Blessure Jopie Cox-Ladru, vierde van de ploeg en dank zij haar grote ervaring een der steunpilaren van het team, sukkelt helaas al enige weken aan een wat overtrainde knie. Er is een röntgenfoto genomen en aan de hand daarvan is»op medisch advies het besluit genomen dat de knie die geen afwijkingen vertoont vlak voor de wed strijden beginnen, ingespoten zal worden, zodat zij naar men verwacht van dit ongemak bij de wedstrijden zelf niet de minste hinder zal ondervinden. Finnen gapen Fanny aan Het was Donderdagmiddag druk op het trainingsveld vlak tegenover de ingang van het Olympische dorp Kapyla. Maar door de helder oranje trainingspakken kon men de Nederlandse athleten, die daar voor het eerst het terrein verkenden, er direct her kennen. Men was echter nog niet lang bezig, of een grote menigte persfotografen en jour nalisten, omringde de viervoudige Olym pische kampioene van 1948. mevrouw Blankers-Koen, om haar in allerlei stan den op de gevoelige plaat vast te leggen en haar en haar echtgenoot, Jan Blankers, te interviewen. Steeds opnieuw moest ze in de startblokken plaats nemen, starten en een sprintje maken. Dit was ook wel te voorzien en te begrijpen, maar toch, alle Nederlanders, die aanwezig waren, hoopten van harte, dat dit alleen op deze eerste dag zou zijn en men haar de rest van de week met rust zal laten. Ook de andere meisjes moesten tot tweemaal toe een rustiger plek zoeken om een vrije 100 meter baan te hebben. Wim Slijkhuis, Hans Harting, Theo Saat en Hans Visser waren eveneens aanwezig. Na een kwartiertje gymnastiek om de spieren los te maken, werd een rondje ge maakt. Helaas klaagde Wim Slijkhuis toen weer over de achillespees van zijn linker voet. Hij durfde nog niet door te lopen en maakte de training op deze eerste dag maar niet al te lang. Jan Blankers moest zich legitimeren Jan Blankers, echtgenoot en coach van Fanny Blankers-Koen, was in zijn functie van sportjournalist in Turku geweest voor de wedstrijd tussen Nederland en Brazilië. In de nacht was hij per auto naar Helsinki teruggereden en zodoende had hij zijn vrouw, die met de athletiekploeg per vlieg tuig in Helsinki was aangekomen, niet ont moet. Eerst de volgende dag had hij ge legenheid haar op te zoeken in het gebouw, waar de deelneemsters zijn ondergebracht. De regie is daar zeer streng. Geen man kan verder komen dan de hal, waar onmid dellijk enkele gedienstige leidsters de man- ADVERTENTIE nelijke bezoekers opvangen en vragen naar de reden van het bezoek. Dat geschiedde dus ook met Jan Blankers, die zijn vrouw wenste te bezoeken. De leidster was vrien delijk en voorkomend, maar wenste toch eerst een bewijs, dat Jan Blankers inder daad de echtgenoot van Fanny is. En dus haalde hij zijn Olympische identiteitskaart als journalist te voorschijn, met portret en stempel versierd, waarna de Finse leidster haar toestemming gaf voor een ontmoeting tussen man en vrouw, maarFanny kreeg een boodschap op haar kamer, op de achtste verdieping gelegen en moest naar de hal komen om haar man te begroeten. Zeventig Nederlanders in défilé Nederland zal in het défilé der landen ploegen, dat plaats vindt bij de openings plechtigheid van de Spelen der vijftiende Olympiade, meemarcheren met een groep, die uit ongeveer zeventig actieve sport beoefenaren en officials zal bestaan. Niet alle Nederlandse deelnemers zullen aan dit défilé deelnemen, aangezien een aantal athleten, roeiers en zeilers verstek moet laten gaan in verband met wedstrijden, of training. In ieder geval zal de gehele Ne derlandse voetbalploeg meemarcheren, evenals de damesgymnasten, voorts enkele dames en heren athleten en een paar zei lers, roeiers en hockeyspelers. Dat de Ne derlandse groep niet groter is dan zeventig man komt door het feit, dat enkele groepen nog niet in de Finse hoofdstad zijn ge arriveerd, zoals de zwemmers en water- polospelers, de wielrenners en de ruiters. Chinese kwestie opgelost Met 33 tegen 20 stemmen heeft het Inter nationaal Olympisch Comité besloten Chi nese deelnemers tot de Olympische Spelen in Helsinki toe te laten, hetzij vertegen woordigers van de Chinese Volksrepubliek, hetzij van Nationalistisch China. De ver tegenwoordiger van Nationalistisch China verklaarde, dat geen athleten van die zijde zouden deelnemen aan de Spelen uit pro test tegen de beslissing van het I.O.C. Deze beslissing van het I.O.C. was gebaseerd op het standpunt, dat de Spelen moeten open staan voor de jeugd van de gehele wereld. De kwestie van de erkenning van het Olympisch Comité van Oost-Duitsland zal op een volgende zitting van het I.O.C. wor den behandeld. Van der Meer leidt HongarijeItalië De Nederlandse scheidsrechter Karei van der Meer zal de belangrijke wedstrijd Hon garijeItalië, voor de achtste finale van het Olympisch voetbaltournooi die op 21 Juli in Helsinki wordt gespeeld, leiden. Het hockeytournooi vordert Er komt schot in het hockeytournooi in Helsinki. Na de wedstrijden van Donder dag is de situatie als volgt: Nederland speelt Vrijdag 18 Juli zijn eerste wedstrijd tegen Duitsland, dat Polen heeft uitgescha keld. Pakistan komt dezelfde avond in het veld tegen Frankrijk, dat in de eerste ronde van Italië won. De winnaars van beide wedstrijden ontmoeten elkaar Zon dag 20 Juli in de halve eindstrijd. India, dat Oostenrijk versloeg, en Groot Brittan- Morgenochtend worden in Hel sinki de vijftien de Olympische Spelen officieel geopend. Wat er van dat moment af iedere dag te doen is, kan men van nevenstaand kaartje gemak kelijk aflezen. „De K.L.M. heeft tot dusverre geen straalvliegtuigen besteld, omdat zij de tijd daarvoor nog niet rijp acht. Zij is van mening, dat het straalvliegtuig op grotere schaal zijn intrede in de burgerluchtvaart zal doen, zodra de vervoerscapaciteit en vliegbereik kunnen worden vergroot en de grondorganisatie beter kan worden aan gepast aan de speciale behoeften van het verkeer met straalvliegtuigen. Zij acht het waarschijnlijk dat dit in 1956 of 1957 het geval zal zijn", aldus heeft het hoofd van de persdienst der K.L.M., de heer R. J. Vogels verklaard. De K.L.M. zal de eerstvolgende jaren op haar grote lijnen vliegen met DC-6b's en Super Constellations. Enkele van deze in de Verenigde Staten bestelde machines bieden de mogelijkheid tot het monteren van turbomotoren met propellers, zodat zij modern blijven tot op 't ogenblik dat straalvliegtuigen in gebruik worden genomen. 1 De kans is groot, dat op 1 April van het volgend jaar op een aantal Europese lijnen de toeristenklasse zal worden ingevoerd. De toeristenklasse bestaat reeds sedert 1 Mei op de Noord-Atlantische lijnen. De nestor van de Nederlandse bioscoop directeuren, de heer S. J. Kinsbèrgen, wordt 25 Juli 85 Jaar. Ruim een kwart eeuw exploi teert hij een bioscoop in de Passage in Den Haag. Drie verhuizers stonden gisteren op het balkon van een pas gebouwd huis aan de Middenweg te Amsterdam. Toen zij tegen de balustrade leunden, welke nog niet was vast- gemetseld, vielen zij op straat. De 54-jarige C. M. overleed kort daarna; de twee andere verhuizers werden licht gewond. Deze tekening van een jongetje, dat met grote innerlijke moeilijkheden te kampen heeft, liegt niet. nië, overwinnaar van de Belgische ploeg, hebben de halve finales reeds bereikt. Voor de wedstrijden van Vrijdag zijn de scheidsrechters aangewezen. NederlandDuitsland wordt geleid door Van der Heyden (Belg) en Newham (Ni geria); PakistanFrankrijk door dr. Klee (Oostenr.) "en Allen (Gr. Br.). De uitslagen van Donderdag waren: Groot BrittanniëBelgië 10 en India Oostenrijk 40. Koninklijke bezoekers Kroonprins Olaf van Noorwegen en zijn twee dochters, de prinsessen Ragnhild en Astrid zijn Donderdag uit Oslo naar Hel sinki vertrokken, waar zij de Olympische Spelen zullen bijwonen. Het basketballtournooi In de voorronde van het basketballtour nooi won Bulgarije met 6256 van Cuba. Bij de rust leidde Cuba met 3029. Bul garije heeft zich nu in het eindtournooi ge plaatst. Canada won met 6157 van Egypte en plaatste zich door deze zege in de volgende ronde. De ruststand was hier 3831 in het voordeel van de Canadezen. Italië won voorts met 5339 van Roe menië. Bij de rust leidde Roemenië met 2619. Met twee nederlagen zijn de Roe menen nu voor het tournooi uitgeschakeld. De Philippijnen tenslotte wonnen met 4835 van Hongarije. De ruststand was 26—19. De loting voor de eerste ronde van het Olympische waterpolo-tournooi is als volgt: Hongarije-Mexico; Egypte-Portugal; Duits- land-Roemenië; België-Zuid-Afrika, Zuid- Slavië-Australië; Italië-India; Spanje-Bra- zilië; Gróot-Brittannië-Oostenrijk; Zwe- den-Verenigde Staten; Nederland-Rusland. Argentinië lootte vrij. Het bouwen van twee dubbele villa's te Santpoort is opgedragen aan de firma J. Hel lingman en H. Bakx te Haarlem. (Van een bijzondere medewerker) Wanneer u op een regenachtige middag uw kleuters bezig ziet met een potlood, een paar kleurkrijtjes en een vel papier, dan zullen ongetwijfeld twee zaken uw gedachten bezig houden. Ten eerste het vredige bewustzijn, dat de kinderen tenminste stil en zoet hun bedtijd tegemoet gaan. Ten tweede een niet ongemotiveerde angst voor het behang, dat na afloop van het tekenfestijn wel eens enige zo niet vele fraaie wandversieringen zou kunnen gaan vertonenMaar hebt u wel eens stil gestaan bij het feit, dat uw kinderen u met hun vodgekladde papiertjes ongeweten een prach tige verzameling aanwijzingen omtrent hun karakter, hun eigenaardigheden, hun verborgen moeilijkheden of hun onbewuste vreugde in handen spelen? En dat ze u mits u aandacht en begrip voor de zaak hebt aldus een kennis van hun wezentjes verschaffen, die u bij de opvoeding tot grote steun kan zijn? c KI. Houtstr. 105 Haarlem 17 steens anker vanaf D koopt bii een vakman De aap kwam recht op oom Tripje af, die stond te trillen van de schrik; hij strekte zijn lange, harige armen uit, enomarmde oom Tripje als 'n broer! „Brrrr!", riep oom Tripje. Hij wou achteruit lopen, maar de aap had hem stevig vast! De Zwartjes keken naar dit alles en ze lachten vriendelijk. „Hij doet geen kwaad, Tiripia!", zeiden ze. ,,Het is een heel tamme aap!" „Ja, ja, dat kan wel", zei oom Tripje. „Maarreik ben niet gewend aan zo'n raar huisdier, weet je!" Maar de aap had geen kwaad in de zin, hij grijnsde vriendelijk en bromde goedig. Er moest iets op gevonden worden, dat het dier die nacht ergens ondergebracht werd. „We zouden hem in de logeerkamer kunnen doen", stelde tante Liezebertha voor. Dat was geen kwaad idee. En zo gebeurde het, dat de grote aap die nacht lekker sliep in het logeerbed, net of het 'n mens was. Het organiseren van tentoonstellingen van kindertekeningen is tegenwoordig een gewild bedrijf, dat in elk geval bewijst, dat de aandacht voor de producten der kinder lijke fantasie toegenomen is. Ons bezwaar tegen deze vorm van tentoonstellingswezen is echter, dat men er teveel een „artistieke manifestatie" in wil zien. De huisje-boom- pje-beestje-cultus houdt verband met be paalde moderne kunsti'ichtingen, die in het kinderlijke tekenen oer-beginselen van kunstbeoefening menen te hebben gevon den. Och, het is tenslotte maar wat men onder „kunst" verstaat. Daarover zijn de menin gen nogal verdeeld op onze aardbol. Tegen over onze zeer beperkte erkenning van de „kunstzinnige" betekenis van kinderteke ningen staat, dat wij in alle kinderkrab bels en smeersels mits naar de vrije fantasie gemaakt, zielkundig belangrijke aanwijzingen en opvoedkundige aangrij pingspunten erkennen. En daarover willen we het graag met u hebben. Ook Maria Montessori was niet bepaald geneigd tot kunstminnende aandacht bij het beschouwen van kindertekeningen. „Die afschuwelijke smeersels", zegt ze ergens, „zijn niets dan monsterachtige uitingen van een intellectuele verwildering. Ze bewijzen enkel, dat het oog van het kind onopgevoed is, de hand log, en de geest ongevoelig voor het onderscheid van mooi en lelijk. Ze openbare niet de ziel, maar de dwalingen van de ziel. Deze monsterachtige wanstaltigheden bewijzen slechts, hoe het onopgevoede kind er uit ziet." Gedeeltelijk kunnen wij dat wel met haar eens zijn, maar we voelen er niets voor de kinderen het ijverig kladden en smeren te beletten en ze zo gauw mogelijk te ge wennen aan de edele vormen van vierkant, driehoek en cirkel. Het is in de eerste piaats nodig die ziel, met dwalingen en al, te leren kennen, en er naar deze kennis mee te handelen opdat ze in goede banen wordt geleid. Welke waarde kindertekeningen in dit verband hebben, hoop ik u op grond van mijn eigen bevindingen over een lange reeks van jaren duidelijk te maken. Mag ik met een eenvoudig voorbeeld beginnen? Let u eens op de horizontale illustratie, het plaatje met de dubbele rij boompjes, mannetjes enzovoorts, getekend door een zevenjarig meisje. In deze tekening vertelt het meisje onbewust het volgende over zichzelf: „Ik ben een net meisje. Ik heb veel gevoel voor orde en regel. Ik ben teer. Ik ben huiselijk en houd van gezelligheid. Ik weet wat ik wil! Ik verlies mijn aan dacht in kleinigheden en zie niet gauw ergens de grote lijn in. Het is geen „zwarte kunst" dit getuigenis uit de tekening te kunnen lezen. Dat hier een net meisje aan het tekenen is geweest laat zich begrijpen als u ziet, hoe keurig ze haar boompjes, mannetjes, huisjes en vogeltjes heeft geplaatst op het rechthoe kige stukje papier. Haar gevoel voor orde en regel demonstreert zij duidelijk in de regelmaat waarmee ze de verschillende voorwerpen elkander laat afwisselen. Dat ze een teer meisje is bewijzen haar dunne, fijne lijntjes. Huiselijkheid en gezelligheid spreken uit het huis, dat met gordijntjes en bloemen voor de vensters is toegerust. Dat ze weet wat ze wil bewijst het feit, dat ze haar lijntjes zonder hapering in één keer op het papier zet. Dat ze geen grote lijn kan zien, maar zich in kleinigheden verliest ziet men uit het feit, dat ze ieder dingetje apart behandelt en iedere neiging mist om tussen de getekende dingetjes enig verband te leggen, waardoor het „een verhaaltje" wordt. Voor een moeilijker opgave stelt ons het zevenjarige jongetje, waarvan het verticale plaatje boven dit artikel afkomstig is. Wat dit kind in zijn tekening vertelt heeft het zeker nooit in een gesprek met zijn ouders van zich gegeven. De grove lijnen, die deze jongen zet verraden, dat hij- de teerheid van het meis je in ons vorige voorbeeld geheel mist. Dat hij zeer onevenwichtig is leert ons het feit, dat hij een eens gezette lijn dikwijls nog eens zet, of verandert. Hij wil wel iets tekenen, maar weet eigenlijk niet wat hij wil. Het merkwaardige van deze tekening is, dat men er zelfs de oorzaak van de on evenwichtigheid in op kan sporen. Dit waarschijnlijk vroeg-r ij pende kind worstelt met sexuele moeilijkheden. Hij heeft het gevoel," dat er met hem iets niet in de haak is en kan daar geen vrede bij vinden. Let u eens op hoeveel vormen, die het jongetje in zijn tekening bezigt, ge lijkenis vertonen met een lichaamsdeel, dat bij zijn moeilijkheden betrokken is. Hij wil die gelijkenis niet bewust, maar de overgrote aandacht voor zijn manne lijkheid dringt hem onbewust die vormen naar de hand. Het opvallende is nu, dat hij juist in die vormen voortdurend verandert en knoeit, terwijl hij een kruisje of een raampje wèl in één keer op het papier zet. Dit bewijst» dat zijn moeilijkheden inderdaad in de aangewezen hoek liggen. Uit dit laatste voorbeeld zult u begrijpen van hoeveel nut het kan zijn, dat een lief devol en begrijpend vader of moeder weet waar bij zo'n „moeilijk kind" de schoen wringt. Dit weten is de eerste phase van de opvoeding van het kind tot normale le vensvreugde en sociale ontplooiing. Natuurlijk willen wij daarmee niet zeg gen, dat u thans meteen de sleutel in han den hebt tot alle onbekende en onbegrepen eigenaardigheden van uw -kinderen. Het is niet alleen een zaak van logische conclu sies trekken. De voortdurende confrontatie van zulke logische conclusies met ervarin gen, opgedaan uit de dagelijkse omgang met de tekenende kinderen moet uitwijzen, of wij wel juiste conclusies hebben ge trokken; tenslotte kan onze eigen fantasie ons zo licht parten spelen. Maar raken wij van een bepaalde me ning, na de confrontatie, overtuigd, en hebben wij met liefde, begrip en tucht de opvoeding ter hand genomen, dan geven de kindertekeningen ons ook weer het be wijs of wij de juiste snaar hebben ge troffen en of onze opvoeding het gewenste resultaat heeft bereikt. Geeft uw kinderen kleine velletjes papier; die kunnen ze „overzien". En draagt ze op het gehele papiertje vol te tekenen. Uit het voren staande zal u duidelijk zijn, waarom een vol papiertje meer zegt dan een figuurtje in een hoekje. Vooral: moedig de kleine tekenaars aan, maar geef ze nooit raad hoe en wat ze moeten tekenen. Belet u, zoveel u kunt, dat ze bestaande voorbeel den, of eikaars werk natekenen. Alleen wanneer uw kind volkomen uit zichzelf tekent, blijft het „zichzelf tekenen". 032 f Een net meisje, dat „de grote lijn" niet kan zien en zich gemakkelijk in détails verliest. 30) In de kleine zitkamer haalt hij alles overhoop, onderzoekt de kasten en de vast- getimmerde banken tegen de muur. Hij vliegt naar de beide slaapkamertjes, opent met een zakmes de strozakken en schudt ze leeg op de vloer. Ook het keukentje wordt aan een degelijk onderzoek onder worpen. Het levert geen enkel resultaat. Intussen overwegen zijn hersenen allerlei mogelijkheden. Het kan zijn, dat Machteld hier is geweest, dat Joke achterbleef, om haar aftocht te dekken. Halfvier staat op het briefje. Dat is natuurlijk een leugen. Mocht Machteld er inderdaad met de diadeem van door zijn, dan was de politie allang hier geweest. Maar ze hebben na tuurlijk gewacht tot het donker was. Dan nog is het tijtij om als de wind te ver dwijnen. Anderson staat een ogenblik stil. De diadeem is spoorloos verdwenen; het zou waanzinnig zijn, naar dat ding te zoe ken. Hij moet verdwijnen en zo vlug moge lijk. Meteen het land uit. Hij grijpt de lantaarn en de revolver. De bunker. Wat een geluk, dat hij de weg weet, al is hij er maar een paar maal geweest. Nu in het donker zal het toch een toer zijn, die te vinden Voor de deur van het huisje staat hij een ogenblik stil om zich te oriënteren en aan de duisternis te wennen. Er is geen geluid, dan dat van de wind, die over de verlaten velden giert. De lantaarn durft hij niet te gebruiken. Eerst naar het strand, daar is het altijd lichter. Zich bezerend aan de braamstruiken, struikelend over takken en wortels, klimt hij tegen het duin op. Als een bezetene rent hij door, duin op, duin af, tot zijn voeten wegzakken in het mulle zand. Hier is het strand. Het is vloed; het water v/ordt door de wind opgezwiept tot vlak bij de duinen. Van het zeldzame, brede strand is geen spoor meer te bekennen. Ook dat nog, denkt Anderson, hijgend voortworstelend tegen de storm, die hier nog heviger is dan in de polder. Flauw kan hij, heel ver weg, de lichten van Beveland onderscheiden. Hoe straks de kleine motorboot er door moet komen, is hem een raadsel. Maar het moet en zal gebeuren. Vannacht nog moeten ze zee kiezen naar Engeland. Daar is hij veilig, voorlopig. Als hij maar eerst de bunker heeft bereikt. Bij de hoek van het eiland, waar de zee arm in volle zee overgaat, moet hij de duinen in, wil hij niet verdrinken. Hoog spatten de golven tgeen de duinen op; de zee gromt, als een woedend dier. Anderson strompelt voort; de handen beschermend voor zich uit gestrekt. Hij vordert heel langzaam, telkens slaat de wind hem terug. Telkens loopt hij ver keerd, moet hij een eind terug om een duin heen, om het contact met de zee niet te verliezen. Als hij, voor zijn gevoel, ver genoeg doorgelopen is, waagt hij het even om met zijn zaklantaarn de omgeving te verken nen. Duinen, niets dan duinen; hij is als het ware omringd door donkere, dreigende ge vaarten. Hij moet uit de beschuttende duinpan omhoog klimmen, om zich te oriënteren. Moeizaam klautert hij tegen een duin op, bezeert zich lelijk aan een haag van denne- takken, waarmee enkele duinen tegen het verstuiven beschermd worden. Hoewel hij vloekt van de pijn, haalt hij toch verlicht adem. De bunker kan niet ver meer zijn; deze dennenhaag is een herkenningsteken. Het duurt desondanks nog bijna een half uur, voor hij, doodop en hijgend voor de ingang van de bunker staat. Een bunker, zoals er velen zijn op het eiland: stevig en massief, een lege, holle ruimte. Nu durft hij zijn zaklantaarn weer te gebruiken; hier kan niemand iets van het licht zien. Met een ruk verwijdert hij de grendel van het luik, dat knarsend opengaat. On danks zijn haast sluit hij het zorgvuldig achter zich, loopt door de daaraan grenzen de ruimte, door de lange, smalle gang, tot hij in het diepste deel van het duin is. Precies als die Amerikanen en Machteld die middag, schuift hij de tafel in het mid den, plaatst er een bank boven op. Als hij het luik ver genoeg heeft opengestoten, klimt hij van de bank en zet deze weer op de grond. Nogmaals klautert hij op de tafel en doet op goed geluk een sprong in de lucht. Zijn handen omklemmen de rand van het luik. Met alle kracht, waarover hij beschikt, trekt hij zich op. Dan duwt hij met trillen de handen van inspanning het luik weer dicht en blijft hijgend op de grond liggen. Een mens is nooit helemaal slecht en nooit helemaal goed. Hij wordt op de wereld gezet met vele mogelijkheden. Als in zijn jeugd door verstandige ouders en opvoeders de goede eigenschappen opge merkt en ontwikkeld worden, dan nog zullen er facetten in zijn karakter blijven, die zich op een goede, of beter gezegd, slechte dag ten kwade kunnen keren. Is de basis van het goede sterk, dan overwint hij Bij Carl Anderson werd al heel vroeg de weg naar het goede afgesneden; hij was weerloos, toen het leven in zijn kinderjaren hem venijnige speldeprikken toediende; later, toen er geen speldeprikken, maar pijlen op hem werden afgevuurd, stuitten deze af op een schild, dat hij om zich heen had gebouwd. Binnenin dat schild, geïso leerd en eenzaam, leefde een koud, harte loos wezen Van zijn veilige burcht uit was hij het, die de pijlen afschoot. Hij sloeg, voor hij geslagen kon worden. Doch hoe veel vrouwenharten tegen dat keiharde schild waren stukgeslagen, hoeveel mensen zich ki-omden onder de zweepslagen van zijn tyrannie, nog nimmer had Carl Ander son een mens gedood. Hij had illusies ver nietigd, levens ten gronde gericht, maar nooit had hij een leven onherroepelijk af gesneden. Een klein, roerloos wezen, een straaltje bloed in blond haar Eens was het Inger Jörgens, de oudere, maar blonde schoonheid, die hem bekoor de. Van liefde was geen sprake. In de ont moeting met haar dochter had hij kans ge zien, een oude rekening te vereffenen. Van haar zachte, dociele aard had hij een dank baar gebruik gemaakt. Door Machtelds onverwachte tussenkomst werd zijn machtsgevoel geprikkeld. Nee, Carl Anderson kende geen liefde en eerbied had hij voor niets en niemand. Maar binnen in dat veilige schild, naast zijn koude harteloosheid, leeft een geheim zinnig wezen: angst. Niet voor de mensen of de wereld, maar voor de dood. Hij weet, dat hij eens moet sterven; hij weet ook, dat, hoe hij zich zal verzetten, zijn schild, noch zijn macht hiertegen iets kunnen doen. Nu heeft hij de dood opgeroepen, en hij is bang. Lang duurt Carl Andersons rust niet. Zodra hij op adem is gekomen, springt hij op. Zet zijn lantaarn op de stevige, vier kante tafel, drukt aan de onderkant' op een knop, waardoor het blad losspringt. Er onder zit een kleine zender verborgen. Hij tilt het tafelblad op en begint te seinen. Het is weliswaar ver over het afgespro ken uur, waarop zij anders elkaar berich ten doorgeven, maar het is de enige kans, om van het eiland weg te komen. Aan de andere kant van de zeearm, op het eiland Beveland, is een medewerker gestation- neerd, die met zijn motorboot de uit België gesmokkelde waren afhaalt. Op Andersons voorhoofd verschijnen dikke zweetdruppels, die langzaam naar beneden glijden. Die beroerde storm speelt hem parten. Geen mens luistert met dit weer. Voorlopig zit hij veilig, want hij heeft Joke nimmer in de geheimen van deze bun ker ingewijd. Dat doden niet kunnen praten, dringt op dit ogenblik niet tot hem door. Maar de gedachte, bijna vierentwintig uur hier wer keloos te moeten wachten, is hem ondra gelijk. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 6