Wat is de Porte Louise zonder veterman? Bijbel en moderne mens Dit maken we zelf Prijsje Smakelijk eten in het bos of op de heide GESLAAGD... dank ZIJ Machteld Wisse, fotografe -Clowntje Riek „Leeze Patat" en „Potnmadekop ZATERDAG 26 JULI 1952 9 BEDELSEIZOEN IN BR USSEL HILVERSUM KERKELIJK LEVEN Geen prijs voor pan Voor de kinderen Van Maandag af: Meel zonder luchtje Wat kunnen we het beste meenemen? FEUILLETON (De misdaad op het eiland) door Else Hofker Voor nieits gaat de zon op, zelfs in Brus sel, waar alles overigens dik wordt be taald. Van haar gratis licht, „God lone het haar", maken de vele Brusselse bedelaars gebruik, vooral nu door zomeruitverkopen en legers toeristen het bedelseizoen op z'n best is. Op de meest strategische punten hebben ze zich opgesteld, langs de dure Avenue du Toison d'Or, bij de Place de Brouekère, in de Rue Neuve en bij de sta- tionp, waar ze geroutineerd de voorbij gangers op de korrel en de frank nemen. "Bij de Porte Louise, vjaar de deftigheid logeert, flaneert en etaleert staat onze fa voriet, een der bekendste figuren, een oude, niet érg oude man, leunend tegen de gevel van een herenmodezaak. In zijn ironisch glimlachje is zijn levensbeschou wing gecondenseerd. Hij; neemt „ze" niet au sérieux, ook niet zichzelf, nog minder de gala-costuums, die hij de rug toe keert, en hij houdt zijn bosje veters evgn achte loos in de hand als de modepop zijn gla cés. Hij weet wel wie wat geeft en hij hoeft de geldstukjes niet te wegen, zoals de blinden doen, om te weten of het een frank of een tien centimenstukje is. En zijn dankzinfietje mompelt hij meer voor de aardigheid. De Brusselse bedehvereld is overigens ook verdeeld in soorten -en standen, in zittende, staande en leunende lieden, even goed als voorbijlopers. Er zijn invaliden en blinden, die lotjes verkopen van de Lote- rie Coloniale en die zich als bonafide za kenlui beschouwen. En er zijn gebrekki- gen, oude mannen en vrouwen met veters, lucifers of alleen een pet, roepend, zwij gend of mompelend, met bedelen als bij baantje of hoofdberoep. In een Neder landse krant las ik dezer dagen over „een persoon opgebracht wegens bedelarij" en ik dacht aan het lachje van de oude vak man aan de Porte Louise Een bedelaar van stand Mijn tandarts die ook schilder is, specia liseert zich in bedelaars, en voor men on der de boor komt, wordt men in zijn wacht kamer geconfronteerd met de élite van de Brusselse bedelaarswereld, die er de wan den versiert. En onze man pronkt er ook tussen deftiger dan ooit, in een zwaar ver gulde lijst, maar dat was hij misschien aan zijn „stand" verplicht. In Brussel mag men bedelen in de prac- tijk al staat er natuurlijk wel iets over geschreven tussen een heleboel andere be palingen. Een Belg „trekt zijn plan", zo als dat in het Vlaams heet, en daarom nemen de meeste Brusselse bedelaars ook de voorzorg ten minste één doosje lucifers bij zich te hebben, want daarmee zijn ze „straatventer". Zomers, vooral nu er „solden" of tewel opruiming is, drommen de Brusselaars door de winkelstraten en ook de leden van het eerzaam gilde komen in groteren ge tale opdagen. Men vraagt zich af waar ze vandaan komen! Veel wonen er natuurlijk in de Marollen, de Brusselse volksbuurt, maar ook rondom de stations en in de nauwe steegjes, die hier „gangen" heten, tussen de kantoren en winkels in het cen trum, hebben ze hun kwartier. De ouderen en invaliden wonen meestal in tehuizen, maar gaan de straat op voor tabakscenten en zakgeld. Het grote aantal bedelaars be tekent echter nu weer niet direct, dat ze meer aan hun lot worden overgelaten dan in Nederland. Maar de mentaliteit is er anders, men ziet gemakkelijker door de vingers. De pottezoeipers Overigens is er ook de Assistance Pu blic, in het Vlaams „Openbare Onder stand", die haar lokalen natuurlijk in de echte buurt heeft, in de Rue de l'Abrico- tier, die de rasechte Brusselaars alleen kennen als de „Bloempanchgang", zoveel als de „bloedworststeeg". Daar defileert dag aan dag de Brusselse armoe, met er tussendoor de aan lager wal geraakten, de dronkaards („pottezoeipers" zeggen de Brusselaars), de bedelaars, de lichte dames en retraite, en de buitenmensen, die in de wereldstad verloren zijn geraakt. Men kent daar de bloem der Marollen bij echte naam en bijnaam. En zo zou men daar „zwette Treene" kunnen ont moeten of ..Leeze Patat", „Pommadekop", en „Jef Kasak", „Bolleke Vet", „Patei- ke", ..Krummen Ingel" en „Straffe Jan van Waait" (sterke Jan van verre) en ADVERTENTIE Mulo - Middenstandsdiploma 99 nog vele anderen, met namen die soms minder voor publicatie geschikt zijn. De meeste lieden, waarmee men te ma ken heeft zijn de té goede klanten van de kaberdoesjkes. De politie-agenten, die ove rigens ook de mooiste bijnamen hebben, zoals „colibri, panheiring, hettefretter" bergen deze lieden 's avonds op in de „Amigo", het huis van bewaring en de volgende dag is de Openbare Onderstand er dan goed mee. De dronkaards en de eventueel opge pakte bedelaars soms behoren de klan ten tot beide categorieën laat men wel hout kappen, waarmee ze dan een kale frank verdienen. Heeft dit geen succes, dan is er de werkinrichting van Hoog straten, het Belgische Veenhuizen. Maar met de meeste leden van 't Brusselse be- delgilde springt men niet zo drastisch om, zeker niet wanneer ze invalide zijn, en dat is helaas de meerderheid. Men laat hen in het stadsbeeld, waar ze tenslotte een on verbreekbaar geheel mee vormen. Onze Porte Louise zou de Porte Louise niet zijn zonder de veterman en ik draag dan ook braaf mijn frankske bij tot in standhouding van deze figuur. riENRIETTE Dit feestelijk jurkje van Amerikaanse origine vervaardigd van genopte organdie, is op de rok met broderie anglaise gegar neerd. Het is eenvoudig en toch bijzonder charmant. Bovendien levert 't het bewijs, dat het in de Ver. Staten heus niet alleen maar koele zakelijkheid is wat de klok slaat! Het motief van de geschulpte brode- rierand op de rok vindt een helhaling in het geschulpte kraagje en omgeslagen ge schulpte rand aan de mouwtjes. Op de prijsvraag van de Ned. Ver. van Huisvrouwen betreffende een ontwerp van een technisch verantwoorde pan, tevens ge schikt voor gebruik op tafel, zijn ruim 70 inzendingen binnengekomen. Hoewel aan de meeste hiervan zeer veel werk was be steed, heeft de jury tot haar leedwezen toch geen der inzendingen kunnen bekronen, aangezien ook aan de beste nog vele be zwaren kleefden van warmte-technische, huishoudelijk-technische, productietechni- sche of aesthetische aard. De acht beste inzendingen zullen tentoongesteld worden in het Instituut voor industriële vorm geving te Amsterdam, waar voor de inzen- Deze gezellige driekwart broek kunt u voor uw dochtertje van ongeveer 10 jaar maken uit 2 meter stevige katoen. Nog steeds gaan onze gedachten uit naar de vacantie en wat we nodig hebben voor ons zelf en de kinderen. 'Nu uw doch tertje zal enthousiast zijn over dit kledingstuk, het wordt hoe langer hoe meer gedragen, dus ziet ze er sportief en modern mee uit. Deze broek kunt u het beste maken van een beetje donkere kleur, dus b.v. donker blauw, bruin, bordeauxrood etc. De maten van deze broek zijn: heup wij dtp 82, zithoogte 30, lengte van de broek vamiit de taille 65 cm. We gaan weer eerst het pa troon maken van papier en spelden dit op de stof zoals de tekening dit duidelijk aangeeft. Onderaan wordt een zoom van 10 cm geknipt, zodat de broek gemakkelijk verlengd kan wor den als deze te kort wordt. Natuurlijk kunt u dit zelfde patroon ook gebruiken voor een lange of korte broek. U hoeft dan niets anders te doen dan de pijpen langer of korter te ma ken. Het in elkaar naaien van de broek zal geen moeilijkheden opleveren voor de leze ressen die een beetje bedreven met de naald zijn. Als de hele broek in elkaar zit, stikt u op de hoogte van de taille aan de binnenkant een band van ongeveer 4 cm breed, waar doorheen het elastiek gehaald wordt zodat de broek precies passend wordt in de taille. Ik wens u wederom veel succes en hoop dat uw dochter met plezier deze broek zal dragen. L. S. ders gelegenheid zal bestaan in contact te treden met fabrikanten. In de christelijke religie neemt de bijbel een centrale plaats in. De kerk en de indi viduele gelovige zoeken de omgang met dit boek, opdat daardoor het geloof wordt versterkt en verdiept. Uiteraard behoort het daarom tot een van de belangrijkste taken van de kerken om de bijbel onder de aandacht en het bereik van de mensen te brengen. In verschillende landen is deze arbeid ter hand genomen door de zogenaamde bijbelgenootschappen, dat zijn vereni gingen, die de bijbel in de landstaal of in meer talen zo goedkoop mogelijk versprei den. In ons land heeft het Nederlands Bijbel genootschap sinds de oprichting in 1814 in dit opzicht indrukwekkend werk verricht. Een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de geschiedenis van deze vereniging heeft in 1952 plaats gehad. Men heeft na melijk in het begin van dit jaar aan het Nederlandse volk een nieuwe vertaling van de bijbel aangeboden. Een zeer groot deel van de bijbellezers maakte tot nu toe gebruik van de beken de statenvertaling, die ruim 300 jaren ge leden tot stand kwam. Het is begrijpelijk, dat de taal van onze voorvaderen door een groot deel van ons volk niet meer wordt verstaan. Dit feit alleen al" maakte de nieuwe vertaling broodnodig. Daarbij komt dan nog, dat de wetenschap, ook ten aanzien van de kennis van de grondtek sten van de bijbel, sterk vooruitgegaan is in de laatste paar eeuwen. Het bijbelge nootschap verzocht daarom aan een aantal prominente Nederlandse geleerden in de Oud- en Nieuw Testamentische taalweten schap om de grondtekst van de bijbel in stijlvol en modern Nederlands over te zet ten. Vele jaren is er aan deze kolossale arbeid gewerkt, maar thans is het zover dat de resultaten volledig ter beschikking staan. Hoe groot de belangstelling voor deze nieuwe vertaling is blijkt uit het jaarver slag van het genootschap, zoals dit door het hoofdbestuur uitgebracht is op de jaar lijkse algemene vergadering, die oniangs in Amsterdam werd gehouden. Daaruit blijkt onder meer dat voor de versprei ding in het afgelopen jaar 109.000 bijbels in de nieuwe vertaling gereed gekomen zijn, verder in dezelfde vertaling 20.000 Nieuwe Testamenten en 50.000 exempla ren van het boek der Handelingen van de Apostelen, in tijdschriftvorm. Al is op deze wijze de afstand tussen de bijbel en een groot deel van ons volk aanzienlijk ingekort, toch zijn er die nog verder willen gaan. Men denkt daarbij aan de poging, in Angelsaksische landen gewaagd om de „vertaalde" bijbel nog verder" te vertalen- door uitsluitend ge bruik' te maken van de weinige honderd tallen woorden, waarover de gemiddelde mens in het gewone leven slechts beschikt. Een vertaling dus in zeer eenvoudig Engels. Men wil thans overwegen of een bijbel in allereenvoudigst Nederlands uit te geven is als een noodzakelijk hulpmid del om tal van vervreemden van de bijbel tot de bijbel terug te leiden. Een andere mogelijkheid is een „verkorte" bijbel, waarbij wordt weggelaten hetgeen niet on middellijk tot de hoofdinhoud behoort en voor velen een paedagogisch middel kan zijn tot het gebruik van de volledige bij bel. Op de bovengenoemde jaarvergadering zijn ten aanzien van deze laatste opmer kingen enkele belangwekkende medede lingen gedaan. De secretaris van het Ned. Bijbelgenootschap lichtte de vergadering in over een sedert twee jaar bestaand „comité voor het goede bijbelgebruik", sa mengesteld uit allerlei schakeringen van ons volk, ook buitenkerkelijken. Dit comité heeft op deskundige wijze een verkorte bijbel samengesteld, die ongeveer een tiende van de gehele bijbel bevat en bin nenkort in druk zal verschijnen. Voorts overweegt hetzelfde comité de wenselijk heid en de mogelijkheid van een bijbel of bijbelgedeelten, waarmee men in elk geval zou moeten beginnen in een zeer eenvoudig Nederlands, dat de tekst zoveel mogelijk voor iedereen begrijpelijk zou maken; hiermede neemt men op het ogen blik proeven. En tenslotte bereidt men ook het uitgeven voor van goede en aantrek kelijk geïllustreerde bijbelboeken of bij belgedeelten in serie. Het jaarverslag van het genoodschap ein- ligt met een korte, maar belangwekkende en interessante mededeling: binnenkort verwachten wij de verschijning van een kinderbijbel in Braille, namelijk de kin derbijbel van W. G. van der Hulst. Men hoopt, dat vele jonge blinden, die toi nog toe nimmer een kinderbijbel konden lezen, hiermede geholpen zullen zijn. Zo krijgt men de indruk dat het Neder lands Bijbelgenootschap naar alle kanten actief en origineel bezig is volgens de mo gelijkheden en methoden van de moderne 1 tijd. „Een wild dier ligt verzadigd terneder als het zijn behoeften bevredigd heeft; de mens is dierliiker dan het wilde dier" schreef een droevig heer mij, naar aanlei ding van de halfjaarlijkse uitverkoop van alles-wat-ge-maar-wilt en de onverzadig baarheid aller vrouwen. Een zwartgallig heer, dacht ik, een zwartgallig heer, want waarom de vrou wen heur halfjaarlijkse zaligheid mis gund? Is het niet heerlijk iets voor de halve priis in de wacht te slepen? Is het niet goed verrukt te mogen zijn om een overwinning op de materie, wanneer ge een half jaar lang, zorglijk van morgen stond tot avondschemering met de materie geworsteld hebt en u telkens weer aan haar gewonnen hebt moeten geven? Neen, ik wil daar geen slechts van we ten. De uitverkoop is een goed ding. Hij is de schamele overwinning, een maal in het halve jaar, van de kleine zure zorgelijkheid van elke dag op de onwrik bare onoverwinnelijkheid van het „teveel" en „te duur". De uitverkoop is de bereikbaarheid van het onbereikbare; de verwezenlijking van het' sprookje; de aanraakbaarheid van het te hoge en te verre; de triomf van de klei ne mens op de onvatbaarheid der econo mie. De huisvrouw dierlijker dan het wil de dier? Wees wijs en mild, zwartgalligaard die mij dit schreef, en aanschouw welk een feest dit koopjesjagen in de onfeestelijk- heid van alle dagen is. Aanschouw de zoe te vreugd om het billijk-verworven bezit, in de bittere mond van haar die dagelijks met een stompje potlood de vrees der on toereikendheid bevechten moet. Zie de glans der overwinning in de ogen, die een half jaar lang gestaard hebben op de ijzeren cijfers van huishoudboek en loonzakje. Erger dan een wild dier? Deze mens? Strijk haar over het haar en houd haar een half prijsje voor. En hoor hoe gelukzalig zij spinnen gaat. Een poes bij haar schoteltje melk. ELIAS k?) y vf j I l J a 7 1^54 Daar verscheen op een goede dag Pilon weer eens in oom Tripje's huis Hij had een kleine verrassing voor tante Liezebertha meegebracht: een bos prachtige crocusjes. „Ik kom de eerste boden van het voorjaar brengen", zei hij. „Die heb ik in mijrl tuin geplukt!" Tante Liezebertha was er erg blij mee. „O, wat aardig!", zei ze. „Ik ben er erg blij mee, hoor. Dank je wel, Pilon. Het is nu al goed te merken, dat de lente weer op komst is.overal zitten de knoppen aan de bomen op uitkomen, nog even, en het jonge groen komt te voorschijn". „Ja, heerlijk, hé?", lachte Pilon. „En zo krijgen we gelukkig weer de zomer. De winter is ook wel gezellig, maar ik houd zo van de zon, zie je!" Tante Liezebertha zette de bloemen in een vaasje op tafel, Toen de jongens thuis kwamen, zagen ze de crocusjes. „O, wat mooi!", zeiden ze: „Dat betekent, dat de lente komt!", zei tante Liezebertha. Hoe één en hetzelfde mantelpakje op ver schillende manieren te dragen is, toont dit Amerikaanse voorbeeld. Met een truitje, een effen rokje en een sportieve schouder tas vormt de tailleur een geheel, dat sterk verschilt met het pakje gecompleteerd door meer geklede accessoires. Voor de vice-president van de Haagse rechtbank is de behandeling voortgezet van het kort geding tussen de meelfabriek „De Sleutels" en de Colgate handelmaatschap pij te Leiden, omtrent de vraag of de meel fabriek ernstige hinder ondervindt van de nabijheid van het bedrijf van Colgate. De meelfabriek heeft haar bedrijf gesloten uit vrees, dat haar producten een parfumgeur zouden aannemen. Prof. ir. Coops uit Amsterdam had op verzoek van de president een deskundig advies uitgebracht, waarin hij concludeer de dat indien het bedrijf van Colgate zich ter plaatse verder zou ontwikkelen, wat betreft het mengen van etherische oliën met diverse grondstoffen voor het bereiden van cosmetische artikelen, de overlast, die de meelfabriek thans -vreest, inderdaad ernstige vormen zou gaan aan nemen. De partijen hebben naar aanleiding van dit rapport overeenstemming bereikt: Colgate zal haar productieproces met in gang van Maandag stilleggen zodat de meelfabriek dan weer kan gaan draaien. Vervolgens zal een oplossing worden ge zocht, waardoor door middel van een tech nische installatie de geuren van Colgate onschadelijk worden gemaakt. Daarna zal, naar men hoopt, Colgate haar bedrijf kun nen hervatten. VERKLARING VAN HET HILVERSUMS CONVENT Een groep predikanten en leken, ver enigd in het Hilversums Convent, heeft naar aanleiding van de kwestie, die gerezen is ten aanzien van de Hilversumse predi kant ds. J. Loos zich tot de Generale Sy node van de Nederlands Hervormde Kerk gewend en daarover de volgende verkla ring uitgegeven: „Dat de kwestie-ds. Loos niet opgelost was met de jongste verklaring van de Ge nerale Synode, was voor ingewijden wel duidelijk. Ten eerste liet de synodale ver klaring blijken, dat alle mogelijkheden niet uitgeput waren, wanneer zij uitspreekt, dat de vraag openblijft, wat in oecumenisch verband ten aanzien van het ambt bereik baar is en dat voortgaand onderzoek ge boden is. Verder was het hun wel bekend, dat het een onjuiste veronderstelling was te menen, dat de vragen en moeilijkheden alleen rondom de persoon van ds. Loos ge rezen zouden zijn. Het ontbreken van een geldige ambtswij ding is voor een groep predikanten en leken, verenigd in het Hilversums Convent, verontrustend. Het convent zal zijn streven naar het herstel van het apostolisch ambt voortzet ten. De Zondagen dat we er op uit kunnenroaar schuin doorgesneden zijn. Dat „hapt" trekken en dat we voor een dag onze tenten opslaan in bos en heide, zijn weer aange broken. En om u die dag niet op een uit gedroogde boterham te laten kauwen geven we hier een paar voorbeelden van wat we zo'n dag het prettigst als proviand mee kun nen nemen. Wat het brood betreft: neemt u melkbrood, dat blijft langer vers dan waterbrood. Ook de broodbeleggingen vragen was overleg, vooral bij warm weer. Vleeswaren bederven gauw of gaan er erg onsmakelijk uitzien. Alleen rookvlees is wel geschikt mits het van te voren klein gesneden of eventueel gema len wordt. Er is dan geen kans dat u bij de eerste hap meteen uw hele plakje tussen de boterham uittrekt. Kaas droogt meestal uit, of gaat er kleve rig uitzien. Wilt u toch graag kaas dan is geraspte koas, vermengd met geraspte kom kommer een heerlijke combinatie. Ook plak- .jes komkommer eventueel met wat zout, smaken heerlijk fris. Plakjes tomaat maken de boterhammen erg nat maar ze kunnen heel goed ongesneden meegenomen worden en op de plaats vaiv bestemming pas gesne den worden (een speciaal tomatenmesje is een heerlijk bezit). Het is ook erg prettig voor de eter wan neer de boterhammen of broodjes niet recht, makkelijker. En wilt u het helemaal goed doen dan zijn er tegenwoordig plastic boterhamzakjes waar de boterhammen lang vers in blijven. Nog een paar andere broodbeleggingen: plakjes appel, dunne plakjes wortel, rame- nas enz. Als dranken kunt u óf koude óf warme dranken nemen. De laatste uit een thermos fles of bereid op zn'p, gezellig klein stelletje dat „gestookt" wordt met spiritus in vaste vorm (kleine blokjes). Het geheel is maar een klein doosje: de deksel wordt het pan netje. Men kan hierin wat theewater ma ken of misschien hebt u liever iets hartigs. Dan kunt u een bouillonblokje in het wa ter oplossen. Als koude drank is een of andere choco ladedrank zeer aan te bevelen. Koude thee „doet" het ook erg goed. Als vruchten komen diverse stevige soor ten in aanmerking: appels, peren, bananen, (ev. pruimen). Zachte vruchten zijn meestal niet zo geschikt om mee te nemen, hoewel ze wel erg smakelijk zijn. Neemt u kleine kinderen mee dan zult u veel plezier hebben van een nat washandje, dat in een plastic-tasje meegenomen kan worden. Alle kleverige mondjes en vingers kunnen dan weer schoon worden. 37) In de keuken rammelt Gerritje met bor den en boven alles uit klinkt Ingers schelle stemmetje. Het leven gaat door Het is de inspecteur niet aan te zien, dat hij een slapeloze nacht achter zich heeft. Kwiek en vol interesse leest hij de brief, die de hoofdonderwijzer Wisse hem direct bij zijn binnenkomst heeft overhandigd. Hij is nog jong, de inspecteur, en deze nacht is een buitenkansje, dat zijn kans op promotie stellig zal verhogen. Daarom is zijn toon opgewekt en joviaal, als hij de heer Wisse enige vragen stelt. Boven heeft de grijze mevrouw Wisse haar blonde dochter uitgekleed en in bed gestopt. Ze vraagt niets, maar handelt Rustig, beheerst en bijna koel. In de keuken vult Gerritje hoofdschud dend een kruik, antwoordt afwezig op In- gertjes vragen. Zij begrijpt er niets meer van en geen mens heeft nog de gelegenheid gehad haar iets te vertellen. Dat geloop en al die vreemde mensen in huis brengen haar uit haar gewone doen. Ze heeft nog niets *kunnen uitvoeren, vanmorgen. En zelfs juffrouw Machteld is zo ernstig en teruggetrokken; zo heeft Gerritje haar nog nooit gezien. Als Machteld de dokter heeft gebeld en daarna juist bezig is Zomers.in te lichten, steekt haar vader zijn hoofd om de deur. Wil jij moeder even aflossen boven? Machteld knikt, maakt dan haastig het telefoongesprek met Zomers af. Even later zit mevrouw Wisse tegenover de inspecteur. Even heeft haar hand die van haar man beroerd, verder toont niets, hoe de toestand van haar dochter en de hele situatie haar beangstigen. Rustig en duidelijk vertelt ze de inspec teur, wat ze weet van Carl Jörgsens leven. Hij heeft altijd iets van een duivel in zich gehad, besluit ze haar verhaal. De inspecteur knikt. Peinzend glijden zijn ogen over de twee mensen voor hem. Hij moet uw dochter wel volledig in zijn macht hebben gehad. Moet zemoet ze weg? Moeilijk komen de woorden' van de lippen van de hoofdonderwijzer Wisse. Het woord gevan genis kan hij niet uitspreken. Zo'n vaart zal het niet lopen, stelt de inspecteur hem gerust. Men kan haar wei nig ten laste leggen. Verder kan die brief een uitstekend bewijs van haar onschuld zijn. Mijn dochter, zegt de moeder koel, heeft bij het schrijven geen ogenblik aan een bewijs van onschuld gedacht. Het schuldbesef zat haar hoog. Juist daarom, antwoordt de inspecteur. Hij heeft, zijns ondanks, met die ouders te doen, vooral met de vader. Het moet een hele schok voor hem zijn: zijn dochter in aanraking met de Justitie. En Machteld, vraagt de moeder verder. Als de zaak voorkomt, zal zij ook op geroepen worden. Maar dat is niets, waar over u zich ongerust hoeft te maken. Er hangt veel van Andersons bekentenis af. Hij staat op, vouwt zorgvuldig de brief toe en steekt hem in zijn portefeuille. Voorlopig gebeurt er niets. Eerst moet uw dochter weer gezond zijn. Wij zullen ons met uw dokter in verbinding stellen. U hoort wel van ons. Het leven gaat door. Het heeft zijn eigen, onveranderlijke gang. Treinen rijden, karren ratelen over de Singel; de groente man komt en de bakker en de melkboer. Er worden telefoongesprekken gehouden en in de telegraafkantoren tikken de mor sesleutels. Het leven gaat door. Ook voor Carl An derson. Hij zit in zijn cel op de houten brits, zijn ellebogen op zijn knieën; zijn hoofd ge steund in zijn handen. Het schild om hem heep is weggevallen en naakt staat hij in een wereld, die nog vreemder en vijandiger is, dan in zijn jeugd. Alle gebeurtenissen, die liggen tussen de jeugd van Carl Jörgsen en dit ogenblik zijn opgelost in dit ene grote weten, dat Carl Anderson mislukt is. Mislukt! Wat nu nog komt, kan hem niet schelen. Hij heeft ook geen spijt. Niet over zijn leven, dat nu afgelopen is en niet van de dingen, die hij heeft gedaan. Hij is alleen bang, ontzettend bang. De cel is als een kleine, grijze koker om hem heen en door het getraliede venster valt het grauwe licht van de Decemberdag. Maar overal, op de muren, op de grond, op de deur, staat het beeld van een meisjes gezicht. Een gezicht, waarover een dun straaltje rood bloed sijpelt in blond haar. Hij kan dat gezicht niet kwijtraken, ook niet, als hij zijn ogen sluit en languit op de brits gaat liggen. Van het ogenblik af, dat de inspecteur hem arresteerde, is dat gezicht bij hem gebleven. Op de tocht tus sen de beide maréchaussées in door de dui nen, later in de jeep. Nu staat het om hem heen in de cel, overal, waar hij zijn ogen wendt. Het zweet staat op Carl Andersons ge zicht; zijn handen zijn vochtig. Hij gooit zich van zijn linker op zijn rechterzij; hij gaat rechtop zitten; hij loopt heen en weer in de cel. Maar het gezicht blijft, strenger en hardvochtiger dan enig vonnis, dat over hem geveld zal worden. Want wat Carl Anderson ook in zijn leven misdreef, hij heeft nimmer een mens gedood. Het leven gaat door. Het is onbegrijpelijk, soms, en toch gebeurt het. De hoofdonderwijzer Wisse ziet de minu ten verschuiven tot kwartieren; de kwar tieren tot uren. Hij hoort de geluiden van het alledagleven; de bakker, die belt, de groenteman. Hij hoort Gerritje, die in wanhoop, om dat ze nergens terecht kan, vandaag de keuken een grote beurt geeft, met emmers rammelen. Hij drinkt van de koffie, die ze hem heeft voorgezet, en luistert naar haar goedmoedig gebrom op Ingertje, die in het melkbakje van Pietertje heeft getrapt. De gewone dingen eisen hun aandacht, ën of je wilt of niet, je moet er aan mee doen. Kom, zegt de dokter, en geeft hem een slag op de schouders. Je moet het je niet zo aantrekken. Hij komt juist van boven, waar Inger Wisse hem de hele geschiedenis heeft ver teld. Dokter Merkelbach is in de loop der jaren een huisvriend geworden. Hij hielp Joke en Machteld door de kinderziekten heen, verbond ontelbare keren kapotte armen en benen en stelde evenzoveel maal de ouders gerust. Die dochters van jou kunnen tegen een stootje. Dat wondje heeft niets te be tekenen en met de kou, die zij opliep, zal het wel loslopen. Laat haar helemaal tot rust komen, vraag niets. Ze is een beetje in de war, geen wonder overigens na een dergelijke inspanning. Hij haalt een sigarenkoker uit zijn zak en presenteert Wisse een sigaar. Deze schudt het hoofd. In roken heeft hij hele maal geen zin. Jawel, kom, het leidt af. Terwijl hij rustig doorpraat, strijkt hij een lucifer af en houdt die de hoofdonder wijzer voor. Ik begrijp best, dat je geschrokken bent. Maar, beste kerel, het is toch alle maal goed afgelopen. Die zaak is niet zo ernstig als je denkt. Een beroerde samen loop van omstandigheden. Over een paar weken is ze weer de oude. En wat dat voor komen betreftach, je maakt allemaal wel eens wat narigheden mee. Hij voelt wel, waar de schoen wringt. Dokter Merkelbach is niet voor niets jaren lang met de hoofdonderwijzer bevriend. Hij kent hem door en door. Het is anders precies een akkevietje voor de twee wilden van het eiland. Voor het eerst die morgen verschijnt er een mat lachje op Wisse's gezicht. De twee wilden van het eiland, de oude benaming van zijn dochters. Hij keert langzaam maar zeker weer tot het gewone leven terug. Merkelbach heeft gelijk; je maakt allemaal wel eens wat na righeid mee. Daar moet je doorheen. Het is nu eenmaal zo. Het bezoek van zijn vriend heeft hem goed gedaan. Het maakt, dat de hoofd onderwijzer Wisse weer aandacht gaat krijgen voor zijn werk. Het maakt ook, dat hij 's avonds een doodvermoeide en hevig ontstelde echtgenoot kan kalmeren. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 3