Wat is de Porte Louise
zonder veterman?
Bijbel en moderne mens
Dit maken we zelf
Prijsje
Smakelijk eten in het bos
of op de heide
GESLAAGD... dank ZIJ
Machteld Wisse,
fotografe
-Clowntje Riek
„Leeze Patat" en „Potnmadekop
ZATERDAG 26 JULI 1952
9
BEDELSEIZOEN IN BR USSEL
HILVERSUM
KERKELIJK LEVEN
Geen prijs voor pan
Voor de kinderen
Van Maandag af:
Meel zonder luchtje
Wat kunnen we het beste meenemen?
FEUILLETON
(De misdaad op het eiland)
door Else Hofker
Voor nieits gaat de zon op, zelfs in Brus
sel, waar alles overigens dik wordt be
taald. Van haar gratis licht, „God lone het
haar", maken de vele Brusselse bedelaars
gebruik, vooral nu door zomeruitverkopen
en legers toeristen het bedelseizoen op z'n
best is. Op de meest strategische punten
hebben ze zich opgesteld, langs de dure
Avenue du Toison d'Or, bij de Place de
Brouekère, in de Rue Neuve en bij de sta-
tionp, waar ze geroutineerd de voorbij
gangers op de korrel en de frank nemen.
"Bij de Porte Louise, vjaar de deftigheid
logeert, flaneert en etaleert staat onze fa
voriet, een der bekendste figuren, een
oude, niet érg oude man, leunend tegen de
gevel van een herenmodezaak. In zijn
ironisch glimlachje is zijn levensbeschou
wing gecondenseerd. Hij; neemt „ze" niet
au sérieux, ook niet zichzelf, nog minder
de gala-costuums, die hij de rug toe keert,
en hij houdt zijn bosje veters evgn achte
loos in de hand als de modepop zijn gla
cés. Hij weet wel wie wat geeft en hij
hoeft de geldstukjes niet te wegen, zoals
de blinden doen, om te weten of het een
frank of een tien centimenstukje is. En
zijn dankzinfietje mompelt hij meer voor
de aardigheid.
De Brusselse bedehvereld is overigens
ook verdeeld in soorten -en standen, in
zittende, staande en leunende lieden, even
goed als voorbijlopers. Er zijn invaliden en
blinden, die lotjes verkopen van de Lote-
rie Coloniale en die zich als bonafide za
kenlui beschouwen. En er zijn gebrekki-
gen, oude mannen en vrouwen met veters,
lucifers of alleen een pet, roepend, zwij
gend of mompelend, met bedelen als bij
baantje of hoofdberoep. In een Neder
landse krant las ik dezer dagen over „een
persoon opgebracht wegens bedelarij" en
ik dacht aan het lachje van de oude vak
man aan de Porte Louise
Een bedelaar van stand
Mijn tandarts die ook schilder is, specia
liseert zich in bedelaars, en voor men on
der de boor komt, wordt men in zijn wacht
kamer geconfronteerd met de élite van de
Brusselse bedelaarswereld, die er de wan
den versiert. En onze man pronkt er ook
tussen deftiger dan ooit, in een zwaar ver
gulde lijst, maar dat was hij misschien
aan zijn „stand" verplicht.
In Brussel mag men bedelen in de prac-
tijk al staat er natuurlijk wel iets over
geschreven tussen een heleboel andere be
palingen. Een Belg „trekt zijn plan", zo
als dat in het Vlaams heet, en daarom
nemen de meeste Brusselse bedelaars ook
de voorzorg ten minste één doosje lucifers
bij zich te hebben, want daarmee zijn ze
„straatventer".
Zomers, vooral nu er „solden" of tewel
opruiming is, drommen de Brusselaars
door de winkelstraten en ook de leden van
het eerzaam gilde komen in groteren ge
tale opdagen. Men vraagt zich af waar ze
vandaan komen! Veel wonen er natuurlijk
in de Marollen, de Brusselse volksbuurt,
maar ook rondom de stations en in de
nauwe steegjes, die hier „gangen" heten,
tussen de kantoren en winkels in het cen
trum, hebben ze hun kwartier. De ouderen
en invaliden wonen meestal in tehuizen,
maar gaan de straat op voor tabakscenten
en zakgeld. Het grote aantal bedelaars be
tekent echter nu weer niet direct, dat ze
meer aan hun lot worden overgelaten dan
in Nederland. Maar de mentaliteit is er
anders, men ziet gemakkelijker door de
vingers.
De pottezoeipers
Overigens is er ook de Assistance Pu
blic, in het Vlaams „Openbare Onder
stand", die haar lokalen natuurlijk in de
echte buurt heeft, in de Rue de l'Abrico-
tier, die de rasechte Brusselaars alleen
kennen als de „Bloempanchgang", zoveel
als de „bloedworststeeg". Daar defileert
dag aan dag de Brusselse armoe, met er
tussendoor de aan lager wal geraakten, de
dronkaards („pottezoeipers" zeggen de
Brusselaars), de bedelaars, de lichte dames
en retraite, en de buitenmensen, die in de
wereldstad verloren zijn geraakt.
Men kent daar de bloem der Marollen
bij echte naam en bijnaam. En zo zou
men daar „zwette Treene" kunnen ont
moeten of ..Leeze Patat", „Pommadekop",
en „Jef Kasak", „Bolleke Vet", „Patei-
ke", ..Krummen Ingel" en „Straffe Jan
van Waait" (sterke Jan van verre) en
ADVERTENTIE
Mulo - Middenstandsdiploma
99
nog vele anderen, met namen die soms
minder voor publicatie geschikt zijn.
De meeste lieden, waarmee men te ma
ken heeft zijn de té goede klanten van de
kaberdoesjkes. De politie-agenten, die ove
rigens ook de mooiste bijnamen hebben,
zoals „colibri, panheiring, hettefretter"
bergen deze lieden 's avonds op in de
„Amigo", het huis van bewaring en de
volgende dag is de Openbare Onderstand
er dan goed mee.
De dronkaards en de eventueel opge
pakte bedelaars soms behoren de klan
ten tot beide categorieën laat men wel
hout kappen, waarmee ze dan een kale
frank verdienen. Heeft dit geen succes,
dan is er de werkinrichting van Hoog
straten, het Belgische Veenhuizen. Maar
met de meeste leden van 't Brusselse be-
delgilde springt men niet zo drastisch om,
zeker niet wanneer ze invalide zijn, en dat
is helaas de meerderheid. Men laat hen in
het stadsbeeld, waar ze tenslotte een on
verbreekbaar geheel mee vormen. Onze
Porte Louise zou de Porte Louise niet zijn
zonder de veterman en ik draag dan ook
braaf mijn frankske bij tot in standhouding
van deze figuur. riENRIETTE
Dit feestelijk jurkje van Amerikaanse
origine vervaardigd van genopte organdie,
is op de rok met broderie anglaise gegar
neerd. Het is eenvoudig en toch bijzonder
charmant. Bovendien levert 't het bewijs,
dat het in de Ver. Staten heus niet alleen
maar koele zakelijkheid is wat de klok
slaat! Het motief van de geschulpte brode-
rierand op de rok vindt een helhaling in
het geschulpte kraagje en omgeslagen ge
schulpte rand aan de mouwtjes.
Op de prijsvraag van de Ned. Ver. van
Huisvrouwen betreffende een ontwerp van
een technisch verantwoorde pan, tevens ge
schikt voor gebruik op tafel, zijn ruim 70
inzendingen binnengekomen. Hoewel aan
de meeste hiervan zeer veel werk was be
steed, heeft de jury tot haar leedwezen toch
geen der inzendingen kunnen bekronen,
aangezien ook aan de beste nog vele be
zwaren kleefden van warmte-technische,
huishoudelijk-technische, productietechni-
sche of aesthetische aard. De acht beste
inzendingen zullen tentoongesteld worden
in het Instituut voor industriële vorm
geving te Amsterdam, waar voor de inzen-
Deze gezellige driekwart broek
kunt u voor uw dochtertje van
ongeveer 10 jaar maken uit
2 meter stevige katoen. Nog
steeds gaan onze gedachten uit
naar de vacantie en wat we
nodig hebben voor ons zelf
en de kinderen. 'Nu uw doch
tertje zal enthousiast zijn over
dit kledingstuk, het wordt hoe
langer hoe meer gedragen, dus
ziet ze er sportief en modern
mee uit. Deze broek kunt u het
beste maken van een beetje
donkere kleur, dus b.v. donker
blauw, bruin, bordeauxrood
etc. De maten van deze broek
zijn: heup wij dtp 82, zithoogte
30, lengte van de broek vamiit
de taille 65 cm.
We gaan weer eerst het pa
troon maken van papier en
spelden dit op de stof zoals de
tekening dit duidelijk aangeeft.
Onderaan wordt een zoom van
10 cm geknipt, zodat de broek
gemakkelijk verlengd kan wor
den als deze te kort wordt.
Natuurlijk kunt u dit zelfde
patroon ook gebruiken voor een lange of
korte broek. U hoeft dan niets anders te
doen dan de pijpen langer of korter te ma
ken. Het in elkaar naaien van de broek zal
geen moeilijkheden opleveren voor de leze
ressen die een beetje bedreven met de
naald zijn. Als de hele broek in elkaar zit,
stikt u op de hoogte van de taille aan de
binnenkant een band van ongeveer 4 cm
breed, waar doorheen het elastiek gehaald
wordt zodat de broek precies passend
wordt in de taille. Ik wens u wederom veel
succes en hoop dat uw dochter met plezier
deze broek zal dragen. L. S.
ders gelegenheid zal bestaan in contact te
treden met fabrikanten.
In de christelijke religie neemt de bijbel
een centrale plaats in. De kerk en de indi
viduele gelovige zoeken de omgang met
dit boek, opdat daardoor het geloof wordt
versterkt en verdiept. Uiteraard behoort
het daarom tot een van de belangrijkste
taken van de kerken om de bijbel onder
de aandacht en het bereik van de mensen
te brengen.
In verschillende landen is deze arbeid
ter hand genomen door de zogenaamde
bijbelgenootschappen, dat zijn vereni
gingen, die de bijbel in de landstaal of in
meer talen zo goedkoop mogelijk versprei
den.
In ons land heeft het Nederlands Bijbel
genootschap sinds de oprichting in 1814 in
dit opzicht indrukwekkend werk verricht.
Een van de belangrijkste gebeurtenissen
uit de geschiedenis van deze vereniging
heeft in 1952 plaats gehad. Men heeft na
melijk in het begin van dit jaar aan het
Nederlandse volk een nieuwe vertaling
van de bijbel aangeboden.
Een zeer groot deel van de bijbellezers
maakte tot nu toe gebruik van de beken
de statenvertaling, die ruim 300 jaren ge
leden tot stand kwam. Het is begrijpelijk,
dat de taal van onze voorvaderen door
een groot deel van ons volk niet meer
wordt verstaan. Dit feit alleen al" maakte
de nieuwe vertaling broodnodig. Daarbij
komt dan nog, dat de wetenschap, ook ten
aanzien van de kennis van de grondtek
sten van de bijbel, sterk vooruitgegaan is
in de laatste paar eeuwen. Het bijbelge
nootschap verzocht daarom aan een aantal
prominente Nederlandse geleerden in de
Oud- en Nieuw Testamentische taalweten
schap om de grondtekst van de bijbel in
stijlvol en modern Nederlands over te zet
ten. Vele jaren is er aan deze kolossale
arbeid gewerkt, maar thans is het zover
dat de resultaten volledig ter beschikking
staan.
Hoe groot de belangstelling voor deze
nieuwe vertaling is blijkt uit het jaarver
slag van het genootschap, zoals dit door
het hoofdbestuur uitgebracht is op de jaar
lijkse algemene vergadering, die oniangs
in Amsterdam werd gehouden. Daaruit
blijkt onder meer dat voor de versprei
ding in het afgelopen jaar 109.000 bijbels
in de nieuwe vertaling gereed gekomen
zijn, verder in dezelfde vertaling 20.000
Nieuwe Testamenten en 50.000 exempla
ren van het boek der Handelingen van de
Apostelen, in tijdschriftvorm.
Al is op deze wijze de afstand tussen
de bijbel en een groot deel van ons volk
aanzienlijk ingekort, toch zijn er die nog
verder willen gaan. Men denkt daarbij
aan de poging, in Angelsaksische landen
gewaagd om de „vertaalde" bijbel nog
verder" te vertalen- door uitsluitend ge
bruik' te maken van de weinige honderd
tallen woorden, waarover de gemiddelde
mens in het gewone leven slechts beschikt.
Een vertaling dus in zeer eenvoudig
Engels. Men wil thans overwegen of een
bijbel in allereenvoudigst Nederlands uit
te geven is als een noodzakelijk hulpmid
del om tal van vervreemden van de bijbel
tot de bijbel terug te leiden. Een andere
mogelijkheid is een „verkorte" bijbel,
waarbij wordt weggelaten hetgeen niet on
middellijk tot de hoofdinhoud behoort en
voor velen een paedagogisch middel kan
zijn tot het gebruik van de volledige bij
bel.
Op de bovengenoemde jaarvergadering
zijn ten aanzien van deze laatste opmer
kingen enkele belangwekkende medede
lingen gedaan. De secretaris van het Ned.
Bijbelgenootschap lichtte de vergadering
in over een sedert twee jaar bestaand
„comité voor het goede bijbelgebruik", sa
mengesteld uit allerlei schakeringen van
ons volk, ook buitenkerkelijken. Dit comité
heeft op deskundige wijze een verkorte
bijbel samengesteld, die ongeveer een
tiende van de gehele bijbel bevat en bin
nenkort in druk zal verschijnen. Voorts
overweegt hetzelfde comité de wenselijk
heid en de mogelijkheid van een bijbel
of bijbelgedeelten, waarmee men in elk
geval zou moeten beginnen in een zeer
eenvoudig Nederlands, dat de tekst zoveel
mogelijk voor iedereen begrijpelijk zou
maken; hiermede neemt men op het ogen
blik proeven. En tenslotte bereidt men ook
het uitgeven voor van goede en aantrek
kelijk geïllustreerde bijbelboeken of bij
belgedeelten in serie.
Het jaarverslag van het genoodschap ein-
ligt met een korte, maar belangwekkende
en interessante mededeling: binnenkort
verwachten wij de verschijning van een
kinderbijbel in Braille, namelijk de kin
derbijbel van W. G. van der Hulst. Men
hoopt, dat vele jonge blinden, die toi nog
toe nimmer een kinderbijbel konden lezen,
hiermede geholpen zullen zijn.
Zo krijgt men de indruk dat het Neder
lands Bijbelgenootschap naar alle kanten
actief en origineel bezig is volgens de mo
gelijkheden en methoden van de moderne
1 tijd.
„Een wild dier ligt verzadigd terneder
als het zijn behoeften bevredigd heeft; de
mens is dierliiker dan het wilde dier"
schreef een droevig heer mij, naar aanlei
ding van de halfjaarlijkse uitverkoop van
alles-wat-ge-maar-wilt en de onverzadig
baarheid aller vrouwen.
Een zwartgallig heer, dacht ik, een
zwartgallig heer, want waarom de vrou
wen heur halfjaarlijkse zaligheid mis
gund? Is het niet heerlijk iets voor de
halve priis in de wacht te slepen? Is het
niet goed verrukt te mogen zijn om een
overwinning op de materie, wanneer ge
een half jaar lang, zorglijk van morgen
stond tot avondschemering met de materie
geworsteld hebt en u telkens weer aan
haar gewonnen hebt moeten geven?
Neen, ik wil daar geen slechts van we
ten.
De uitverkoop is een goed ding.
Hij is de schamele overwinning, een
maal in het halve jaar, van de kleine zure
zorgelijkheid van elke dag op de onwrik
bare onoverwinnelijkheid van het „teveel"
en „te duur".
De uitverkoop is de bereikbaarheid van
het onbereikbare; de verwezenlijking van
het' sprookje; de aanraakbaarheid van het
te hoge en te verre; de triomf van de klei
ne mens op de onvatbaarheid der econo
mie. De huisvrouw dierlijker dan het wil
de dier?
Wees wijs en mild, zwartgalligaard die
mij dit schreef, en aanschouw welk een
feest dit koopjesjagen in de onfeestelijk-
heid van alle dagen is. Aanschouw de zoe
te vreugd om het billijk-verworven bezit,
in de bittere mond van haar die dagelijks
met een stompje potlood de vrees der on
toereikendheid bevechten moet.
Zie de glans der overwinning in de ogen,
die een half jaar lang gestaard hebben op
de ijzeren cijfers van huishoudboek en
loonzakje.
Erger dan een wild dier? Deze mens?
Strijk haar over het haar en houd haar
een half prijsje voor.
En hoor hoe gelukzalig zij spinnen gaat.
Een poes bij haar schoteltje melk.
ELIAS
k?)
y vf j
I
l J
a 7
1^54
Daar verscheen op een goede dag Pilon weer eens in oom Tripje's huis
Hij had een kleine verrassing voor tante Liezebertha meegebracht: een bos prachtige
crocusjes.
„Ik kom de eerste boden van het voorjaar brengen", zei hij. „Die heb ik in mijrl tuin
geplukt!"
Tante Liezebertha was er erg blij mee.
„O, wat aardig!", zei ze. „Ik ben er erg blij mee, hoor. Dank je wel, Pilon. Het is nu
al goed te merken, dat de lente weer op komst is.overal zitten de knoppen aan
de bomen op uitkomen, nog even, en het jonge groen komt te voorschijn".
„Ja, heerlijk, hé?", lachte Pilon. „En zo krijgen we gelukkig weer de zomer. De winter
is ook wel gezellig, maar ik houd zo van de zon, zie je!"
Tante Liezebertha zette de bloemen in een vaasje op tafel,
Toen de jongens thuis kwamen, zagen ze de crocusjes.
„O, wat mooi!", zeiden ze:
„Dat betekent, dat de lente komt!", zei tante Liezebertha.
Hoe één en hetzelfde mantelpakje op ver
schillende manieren te dragen is, toont dit
Amerikaanse voorbeeld. Met een truitje,
een effen rokje en een sportieve schouder
tas vormt de tailleur een geheel, dat sterk
verschilt met het pakje gecompleteerd
door meer geklede accessoires.
Voor de vice-president van de Haagse
rechtbank is de behandeling voortgezet van
het kort geding tussen de meelfabriek „De
Sleutels" en de Colgate handelmaatschap
pij te Leiden, omtrent de vraag of de meel
fabriek ernstige hinder ondervindt van de
nabijheid van het bedrijf van Colgate. De
meelfabriek heeft haar bedrijf gesloten uit
vrees, dat haar producten een parfumgeur
zouden aannemen.
Prof. ir. Coops uit Amsterdam had op
verzoek van de president een deskundig
advies uitgebracht, waarin hij concludeer
de dat indien het bedrijf van Colgate zich
ter plaatse verder zou ontwikkelen,
wat betreft het mengen van etherische
oliën met diverse grondstoffen voor het
bereiden van cosmetische artikelen, de
overlast, die de meelfabriek thans -vreest,
inderdaad ernstige vormen zou gaan aan
nemen.
De partijen hebben naar aanleiding van
dit rapport overeenstemming bereikt:
Colgate zal haar productieproces met in
gang van Maandag stilleggen zodat de
meelfabriek dan weer kan gaan draaien.
Vervolgens zal een oplossing worden ge
zocht, waardoor door middel van een tech
nische installatie de geuren van Colgate
onschadelijk worden gemaakt. Daarna zal,
naar men hoopt, Colgate haar bedrijf kun
nen hervatten.
VERKLARING VAN HET HILVERSUMS
CONVENT
Een groep predikanten en leken, ver
enigd in het Hilversums Convent, heeft
naar aanleiding van de kwestie, die gerezen
is ten aanzien van de Hilversumse predi
kant ds. J. Loos zich tot de Generale Sy
node van de Nederlands Hervormde Kerk
gewend en daarover de volgende verkla
ring uitgegeven:
„Dat de kwestie-ds. Loos niet opgelost
was met de jongste verklaring van de Ge
nerale Synode, was voor ingewijden wel
duidelijk. Ten eerste liet de synodale ver
klaring blijken, dat alle mogelijkheden niet
uitgeput waren, wanneer zij uitspreekt, dat
de vraag openblijft, wat in oecumenisch
verband ten aanzien van het ambt bereik
baar is en dat voortgaand onderzoek ge
boden is. Verder was het hun wel bekend,
dat het een onjuiste veronderstelling was
te menen, dat de vragen en moeilijkheden
alleen rondom de persoon van ds. Loos ge
rezen zouden zijn.
Het ontbreken van een geldige ambtswij
ding is voor een groep predikanten en
leken, verenigd in het Hilversums Convent,
verontrustend.
Het convent zal zijn streven naar het
herstel van het apostolisch ambt voortzet
ten.
De Zondagen dat we er op uit kunnenroaar schuin doorgesneden zijn. Dat „hapt"
trekken en dat we voor een dag onze tenten
opslaan in bos en heide, zijn weer aange
broken. En om u die dag niet op een uit
gedroogde boterham te laten kauwen geven
we hier een paar voorbeelden van wat we
zo'n dag het prettigst als proviand mee kun
nen nemen.
Wat het brood betreft: neemt u melkbrood,
dat blijft langer vers dan waterbrood. Ook
de broodbeleggingen vragen was overleg,
vooral bij warm weer. Vleeswaren bederven
gauw of gaan er erg onsmakelijk uitzien.
Alleen rookvlees is wel geschikt mits het van
te voren klein gesneden of eventueel gema
len wordt. Er is dan geen kans dat u bij de
eerste hap meteen uw hele plakje tussen de
boterham uittrekt.
Kaas droogt meestal uit, of gaat er kleve
rig uitzien. Wilt u toch graag kaas dan is
geraspte koas, vermengd met geraspte kom
kommer een heerlijke combinatie. Ook plak-
.jes komkommer eventueel met wat zout,
smaken heerlijk fris. Plakjes tomaat maken
de boterhammen erg nat maar ze kunnen
heel goed ongesneden meegenomen worden
en op de plaats vaiv bestemming pas gesne
den worden (een speciaal tomatenmesje is
een heerlijk bezit).
Het is ook erg prettig voor de eter wan
neer de boterhammen of broodjes niet recht,
makkelijker.
En wilt u het helemaal goed doen dan
zijn er tegenwoordig plastic boterhamzakjes
waar de boterhammen lang vers in blijven.
Nog een paar andere broodbeleggingen:
plakjes appel, dunne plakjes wortel, rame-
nas enz.
Als dranken kunt u óf koude óf warme
dranken nemen. De laatste uit een thermos
fles of bereid op zn'p, gezellig klein stelletje
dat „gestookt" wordt met spiritus in vaste
vorm (kleine blokjes). Het geheel is maar
een klein doosje: de deksel wordt het pan
netje. Men kan hierin wat theewater ma
ken of misschien hebt u liever iets hartigs.
Dan kunt u een bouillonblokje in het wa
ter oplossen.
Als koude drank is een of andere choco
ladedrank zeer aan te bevelen. Koude thee
„doet" het ook erg goed.
Als vruchten komen diverse stevige soor
ten in aanmerking: appels, peren, bananen,
(ev. pruimen). Zachte vruchten zijn meestal
niet zo geschikt om mee te nemen, hoewel
ze wel erg smakelijk zijn.
Neemt u kleine kinderen mee dan zult u
veel plezier hebben van een nat washandje,
dat in een plastic-tasje meegenomen kan
worden. Alle kleverige mondjes en vingers
kunnen dan weer schoon worden.
37)
In de keuken rammelt Gerritje met bor
den en boven alles uit klinkt Ingers schelle
stemmetje.
Het leven gaat door
Het is de inspecteur niet aan te zien, dat
hij een slapeloze nacht achter zich heeft.
Kwiek en vol interesse leest hij de brief,
die de hoofdonderwijzer Wisse hem direct
bij zijn binnenkomst heeft overhandigd.
Hij is nog jong, de inspecteur, en deze
nacht is een buitenkansje, dat zijn kans op
promotie stellig zal verhogen. Daarom is
zijn toon opgewekt en joviaal, als hij de
heer Wisse enige vragen stelt.
Boven heeft de grijze mevrouw Wisse
haar blonde dochter uitgekleed en in bed
gestopt. Ze vraagt niets, maar handelt
Rustig, beheerst en bijna koel.
In de keuken vult Gerritje hoofdschud
dend een kruik, antwoordt afwezig op In-
gertjes vragen. Zij begrijpt er niets meer
van en geen mens heeft nog de gelegenheid
gehad haar iets te vertellen. Dat geloop en
al die vreemde mensen in huis brengen
haar uit haar gewone doen. Ze heeft nog
niets *kunnen uitvoeren, vanmorgen. En
zelfs juffrouw Machteld is zo ernstig en
teruggetrokken; zo heeft Gerritje haar nog
nooit gezien.
Als Machteld de dokter heeft gebeld en
daarna juist bezig is Zomers.in te lichten,
steekt haar vader zijn hoofd om de deur.
Wil jij moeder even aflossen boven?
Machteld knikt, maakt dan haastig het
telefoongesprek met Zomers af. Even later
zit mevrouw Wisse tegenover de inspecteur.
Even heeft haar hand die van haar man
beroerd, verder toont niets, hoe de toestand
van haar dochter en de hele situatie haar
beangstigen.
Rustig en duidelijk vertelt ze de inspec
teur, wat ze weet van Carl Jörgsens leven.
Hij heeft altijd iets van een duivel in
zich gehad, besluit ze haar verhaal.
De inspecteur knikt. Peinzend glijden
zijn ogen over de twee mensen voor hem.
Hij moet uw dochter wel volledig in
zijn macht hebben gehad.
Moet zemoet ze weg? Moeilijk
komen de woorden' van de lippen van de
hoofdonderwijzer Wisse. Het woord gevan
genis kan hij niet uitspreken.
Zo'n vaart zal het niet lopen, stelt de
inspecteur hem gerust. Men kan haar wei
nig ten laste leggen. Verder kan die brief
een uitstekend bewijs van haar onschuld
zijn.
Mijn dochter, zegt de moeder koel,
heeft bij het schrijven geen ogenblik aan
een bewijs van onschuld gedacht. Het
schuldbesef zat haar hoog.
Juist daarom, antwoordt de inspecteur.
Hij heeft, zijns ondanks, met die ouders te
doen, vooral met de vader. Het moet een
hele schok voor hem zijn: zijn dochter in
aanraking met de Justitie.
En Machteld, vraagt de moeder verder.
Als de zaak voorkomt, zal zij ook op
geroepen worden. Maar dat is niets, waar
over u zich ongerust hoeft te maken. Er
hangt veel van Andersons bekentenis af.
Hij staat op, vouwt zorgvuldig de brief
toe en steekt hem in zijn portefeuille.
Voorlopig gebeurt er niets. Eerst moet
uw dochter weer gezond zijn. Wij zullen
ons met uw dokter in verbinding stellen.
U hoort wel van ons.
Het leven gaat door. Het heeft zijn eigen,
onveranderlijke gang. Treinen rijden,
karren ratelen over de Singel; de groente
man komt en de bakker en de melkboer.
Er worden telefoongesprekken gehouden
en in de telegraafkantoren tikken de mor
sesleutels.
Het leven gaat door. Ook voor Carl An
derson.
Hij zit in zijn cel op de houten brits, zijn
ellebogen op zijn knieën; zijn hoofd ge
steund in zijn handen.
Het schild om hem heep is weggevallen
en naakt staat hij in een wereld, die nog
vreemder en vijandiger is, dan in zijn jeugd.
Alle gebeurtenissen, die liggen tussen de
jeugd van Carl Jörgsen en dit ogenblik zijn
opgelost in dit ene grote weten, dat Carl
Anderson mislukt is.
Mislukt! Wat nu nog komt, kan hem niet
schelen. Hij heeft ook geen spijt. Niet over
zijn leven, dat nu afgelopen is en niet van
de dingen, die hij heeft gedaan. Hij is alleen
bang, ontzettend bang.
De cel is als een kleine, grijze koker om
hem heen en door het getraliede venster
valt het grauwe licht van de Decemberdag.
Maar overal, op de muren, op de grond, op
de deur, staat het beeld van een meisjes
gezicht. Een gezicht, waarover een dun
straaltje rood bloed sijpelt in blond haar.
Hij kan dat gezicht niet kwijtraken, ook
niet, als hij zijn ogen sluit en languit op
de brits gaat liggen. Van het ogenblik af,
dat de inspecteur hem arresteerde, is dat
gezicht bij hem gebleven. Op de tocht tus
sen de beide maréchaussées in door de dui
nen, later in de jeep. Nu staat het om hem
heen in de cel, overal, waar hij zijn ogen
wendt.
Het zweet staat op Carl Andersons ge
zicht; zijn handen zijn vochtig. Hij gooit
zich van zijn linker op zijn rechterzij; hij
gaat rechtop zitten; hij loopt heen en weer
in de cel. Maar het gezicht blijft, strenger
en hardvochtiger dan enig vonnis, dat over
hem geveld zal worden. Want wat Carl
Anderson ook in zijn leven misdreef, hij
heeft nimmer een mens gedood.
Het leven gaat door. Het is onbegrijpelijk,
soms, en toch gebeurt het.
De hoofdonderwijzer Wisse ziet de minu
ten verschuiven tot kwartieren; de kwar
tieren tot uren. Hij hoort de geluiden van
het alledagleven; de bakker, die belt, de
groenteman.
Hij hoort Gerritje, die in wanhoop, om
dat ze nergens terecht kan, vandaag de
keuken een grote beurt geeft, met emmers
rammelen. Hij drinkt van de koffie, die ze
hem heeft voorgezet, en luistert naar haar
goedmoedig gebrom op Ingertje, die in het
melkbakje van Pietertje heeft getrapt.
De gewone dingen eisen hun aandacht,
ën of je wilt of niet, je moet er aan mee
doen.
Kom, zegt de dokter, en geeft hem een
slag op de schouders. Je moet het je niet
zo aantrekken.
Hij komt juist van boven, waar Inger
Wisse hem de hele geschiedenis heeft ver
teld. Dokter Merkelbach is in de loop der
jaren een huisvriend geworden. Hij hielp
Joke en Machteld door de kinderziekten
heen, verbond ontelbare keren kapotte
armen en benen en stelde evenzoveel maal
de ouders gerust.
Die dochters van jou kunnen tegen
een stootje. Dat wondje heeft niets te be
tekenen en met de kou, die zij opliep, zal
het wel loslopen. Laat haar helemaal tot
rust komen, vraag niets. Ze is een beetje
in de war, geen wonder overigens na een
dergelijke inspanning.
Hij haalt een sigarenkoker uit zijn zak
en presenteert Wisse een sigaar. Deze
schudt het hoofd. In roken heeft hij hele
maal geen zin.
Jawel, kom, het leidt af.
Terwijl hij rustig doorpraat, strijkt hij
een lucifer af en houdt die de hoofdonder
wijzer voor.
Ik begrijp best, dat je geschrokken
bent. Maar, beste kerel, het is toch alle
maal goed afgelopen. Die zaak is niet zo
ernstig als je denkt. Een beroerde samen
loop van omstandigheden. Over een paar
weken is ze weer de oude. En wat dat voor
komen betreftach, je maakt allemaal
wel eens wat narigheden mee.
Hij voelt wel, waar de schoen wringt.
Dokter Merkelbach is niet voor niets jaren
lang met de hoofdonderwijzer bevriend. Hij
kent hem door en door.
Het is anders precies een akkevietje
voor de twee wilden van het eiland.
Voor het eerst die morgen verschijnt er
een mat lachje op Wisse's gezicht. De twee
wilden van het eiland, de oude benaming
van zijn dochters.
Hij keert langzaam maar zeker weer tot
het gewone leven terug. Merkelbach heeft
gelijk; je maakt allemaal wel eens wat na
righeid mee. Daar moet je doorheen. Het
is nu eenmaal zo.
Het bezoek van zijn vriend heeft hem
goed gedaan. Het maakt, dat de hoofd
onderwijzer Wisse weer aandacht gaat
krijgen voor zijn werk. Het maakt ook, dat
hij 's avonds een doodvermoeide en hevig
ontstelde echtgenoot kan kalmeren.
(Wordt vervolgd).