Dr. Krelage legde grondslag voor huidige vorm der Flora MB!! pTlIRKSTRA: BESCHUT Flora-bestuur optimistisch Onelegant „De koopman van Venetië met John Gobau als Shylock cé"M Barteloc ORR Agenda voor Haarlem Tulpen en narcissen bijgoed1 ■pc Kleine Wtcelcl Mensen en scherven DONDERDAG 16 OCTOBER 1952 3 v\R <^vLa/M De nieuwe Hunter een pure Virginia in n handige schuif doos Hunter EXTRA M/LO de bekende Virginia lllll, in cupverpakking „N.P.V. Pijpersband Haarlem" opgericht Spaarsaldo van J 4 millioen bij Algemene Spaarbanken Uit de Pers IRISSTR 199 „Het Is zeventien jaar geleden dat ik afscheid heb genomen van de Algemene Ver- eniging voor Bloembollencultuur en wanneer ik dan nu ga spreken over de Flora 1953 dan voel ik me als een afgedankt cavaleriepaard dat nog eens reageert op de ver trouwde signalen van weleer". Zo begon de vitale dr. E. H. Krelage gistermiddag zijn tafelrede op een bijeenkomst van de binnen- en buitenlandse pers in het Verversings- liuis van Groenendaal ter oriëntering op de komende tentoonstelling. Dr. Krelage herinnerde eraan hoe in 1818 de eerste bloemententoonstelling in Haarlem werd ge houden in navolging van de sinds 1809 in Gent de bloemenstad van België georganiseerde tentoonstellingen, die op haar beurt geïnspireerd waren door de ex- gxposities die reeds in de zeventiende en achttiende eeuw in Engeland werden ge houden. ADVERTENTIE Hu zagen die tentoonstellingen er heel wat primitiever uit dan de Flora's uit onze dagen: verzamelingen afgesneden bloemen jn vazen en potjes, die in Gent werden evenals de Engelse in een „estamineet- je" gehouden. Na 1840 werden de tentoon stellingen regelmatig georganiseerd door de Hollandse Maatschappij van Landbouw en de Koninklijke Maatschappij, twintig jaar later werd die zorg overgenomen door de toen opgerichte Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur. Zo bont als een Pruis Sinds 1875 hadden -de exposities regel matig plaats in de Haarlemse Concertzaal, waar men dertig jaar lang hetzelfde sys teem toepaste van een opstelling op plan ken langs de wanden, waarbij er angstval lig voor werd gewaakt dat de bovenzijde der hyacinten tulpen en narcissen waren toen nog maar „bijgoed" overal precies even hoog was, hetgeen niet alleen een ge scharrel met blokjes onder de vazen en potten tengevolge had, maar bovendien door de afwezigheid van enige groepering een even kakelbonte indruk maakte als een Pruisische garde-officier. Geen wonder dat de toen nog jonge Kre lage opgewonden thuiskwam van de in 1897 gehouden tentoonstelling in Hamburg: de eerste van een nieuw type, welke zes maanden achtereen in een openbaar park werd gehouden. Nadat Krelage voorzitter van de Alge mene Vereniging was geworden, kon hij zijn plannen verwezenlijken: in 1910 kwam de eerste Haarlemse Flora in de vorm, zo als die tot nu toe werd gehandhaafd tot stand: zij duurde twee maanden, van de vroege crocus tot de late tulp, en zij vond een plaats op het grote terrein voor de Hertenkamp.. Na de eerste wereldoorlog werden, zoals iedereen weet, exposities georganiseerd in 1925 en 1935. Die grotere tussentijd bleek nodig wegens de in evenredigheid toege nomen werkzaamheden bij de voorberei ding. Daar de Flora's steeds beter en steeds groter werden, had men aan het Herten kampterrein lang niet genoeg, vandaar de verhuizing naar Groenendaal. Geen Lunapark Dr. Krelage legde er de nadruk op, dat de Flora in de eerste plaats een gelegenheid voor de vakmensen is om onder ideale om standigheden de jongste stand der cultures te aanschouwen, het is beslist geen publieke vermakelijkheid. Voorts wees hij op het belang van een in ternationale jury ook al een fenomeen dat uit de negentiende eeuw dateert en zijn oorsprong vond in de felle strijd tussen Belgische en Engelse firma's om met de nieuwste plantenkundige ontdekkingen uit verre streken te komen waarbij de in deling der nationaliteiten zo is, dat inzen ders niet het slachtoffer kunnen worden van afwijkende, minder deskundige me ningen. Dr. Krelage eindigde zijn interessante uiteenzetting met enkele citaten van opge togen buiten- en binnenlandse journalis ten na de vorige Flora: zijn geestarut over de manifestaties van weleer had in die pu blicaties een spiegel gevonden. Zij gaven hem ook weer de zekerheid dat het met de Flora van 1953 net zo zal gaan. Betekenis der sierteelt Aan de toespraak van dr. Krelage ging een exposé door de Directeur-generaal van de Landbouw, ir. A. W. van der Plassche, vooraf. Deze schetste de betekenis van de sierteelt voor de volkswelvaart. Van de zeven milliard Nederlandse export per jaar komt bijna vijftig procent op rekening van de agrarische sector. De sierteelt draagt 67 millioen daaraan bij, waarvan 35 millioen door de bloembolienkwekers. Levert de gehele agrarische sector gemiddeld een op brengst van tweeduizend gulden per hect are, de sierteelt brengt het tot niet minder dan veertienduizend. Vandaar de betekenis van de tuinbouw in het licht van de zich ADVERTENTIE N.V. Koninklijke Pharmaceutliche Fabriekend/hl Brocadei •'Sthaaman ^.Pharmacia uitbreidende Nederlandse bevolking. Echter het areaal, sedert de dertiger jaren aan merkelijk ingekrompen, is nog niet tot de oude omvang uitgebreid, hetgeen mede ver oorzaakt wordt door de contingenterings- politiek in het buitenland. Toch meende ir. Van der Plassche dat, als bij het buiten landse publiek de behoefte aan bloemen maar eenmaal gewekt is, die behoefte ster ker zal zijn dan handelsverdragen. Het kwaliteitsvraagstuk is daarbij zeer belang rijk, daarom is de groeiende belangstelling in het vak voor onderwijs, voorlichting en onderzoek verheugend. Het is trouwens in het bollenvak zo, dat de bedrijfsgenoten grote offers brengen voor de research, ge tuige de aanschaffing van een electronen- microscoop voor het laboratorium in Lisse. Dit alles, zo meende ir. Van der Plassche, schenkt vertrouwen voor de toekomstige ontwikkeling van de sierteelt. Onder auspiciën van de „N.P.V. band Haarlem", die werd opgericht in 1945 met als instructeur J. J. den Doelder, is naast dit orkest de „N.P.V. Pijpersband Haarlem" opgericht met de instructeur H. J. Raben- berg. In de toekomst zullen beide bands als één orkest optreden. Hopman L. Bakker, oprichter en leider van de N.P.V.-band Haarlem, zal ook als zodanig optreden bij de „N.P.V. Pijpersband Haarlem". Hij wordt hierbij geassisteerd door de Bandraad en de Stichtingscom missie. De algemene spaarbanken, aangesloten bij de Nederlandse Spaarbankbond, heb ben in September aan inlagen in totaal ontvangen 40.279.442. Een bedrag van 36.389.492 werd terugbetaald, zodat 3.889.950 is gespaard. Bij de bankspaar- banken bedroegen inleg en terugbetaling respectievelijk 4.724.705 en 4.224.912, zodat hier 499.793 is gespaard. In 1910 werd de Flora, op het terrein voor het Gouvernementsgebouw aan de Pavil joenslaan gehouden, door de Haarlemmers in de wandeling het „vlooienveld" genoemd. Er werd gisteren op de internationale persbijeenkomst van de Flora 1953 ge vraagd wat het bestuur van Bloembollen cultuur van het bezoek verwachtte. Uit het antwoord van de voorzitter, jhr. mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pan- nerden, sprak een duidelijk optimisme. In de eerste plaats was daar de ervaring van 1935, toen ondanks de crisis de tentoon stelling 600.000 kijkers trok. Keukenhof blijft constant op 300.000 bezoekers. Naar het Corso komen ieder jaar eveneens 300.000 mensen, ondanks de omstandig heid dat dit schouwspel slechts enkele uren duurt. Vervolgens moet men in aanmerking ne men dat sinds 1935 de bevolking in het Westen aanzienlijk is toegenomen en dat het touringcarbedrijf een hoge vlucht heeft genomen. De ervaring van vorige Flora's heeft trouwens geleerd dat heel wat bezoekers enkele keren terugkomen om de steeds wisselende aspecten van de expositie vooral ook van de interessante binnenten- toonstellingen, waarvan er vijf gehouden worden in ogenschouw te nemen. Aan propaganda worden kosten noch moeiten gespaard reeds is er een eerste „injectie" van 700.000 folders in vijf talen over de gehele wereld verspreid. In het begin van 1953 volgt een tweede stoot. Uit een en ander meende Hillegoms bur gemeester dan ook tot optimisme te mogen concluderen. Daarbij komt nog dat de Flora door de vakmensen als een geweldige collectieve reclame wordt gezien, waarvan dus niet het eerste doel is met een slui tende begroting uit te komen. In 1935 bij voorbeeld was er een tekort van 25.000 gulden. Het bestuur van de Flora 1953 heeft zich nu garant gesteld voor een eventueel tekort van Keukenhof die jaarlijkse expositie, die overigens een ge heel ander karakter heeft, gaat immers ook door tot een bedrag van 65.000 gulden. Maar men hoopt en verwacht dat het niet tot subsidiëring behoeft te komen. De parlementaire redacteur van de Nieuwe Rotterdamse Courant tekent bij zijn beschouwing over de interpellatie- Lages, die gistermiddag in de Kamer aan de heer Burger werd toegestaan, het vol gende aan: moeten wij vertellen, hoe on-elegant de interpellatie-Burger van middag tot stand is gekomen. De commu nist Gortzak had het woord gekregen om te vragen, of bekend was of de Kamer een verklaring van de minister van Justi tie over de gratieverlening aan Lages en de mogelijkheid van debat daarover kon verwachten. Zo neen, zou dan de Kamer voorzitter op korte termijn deze kwestie met de minister willen bespreken? De heer Gortzak voegde er aan toe, dat hij thans geen interpellatie wilde vragen, omdat het te lang zou duren voor hij deze zou kunnen houden. Hierop zegde voorzitter Kortenhorst toe, dat hij de zaak met de minister zou be spreken. Maar op het ogenblik dat mr. Korten horst deze toezegging deed, wist hü al, dat hij het volgende ogenblik mr. Bur ger het woord zou geven en dat deze socialistische afgevaardigde dan verlof zou vragen om de minister van Justitie te interpelleren over meergenoemd geval van gratie. Hij wist ook dat hij zou voor stellen, in afwijking van het reglement van orde onmiddelijk over het verzoek van mr. Burger te beslissen (reglementair wordt in de eerstvolgende vergadering over zo'n verzoek beslist). Na een licht protest van de heer Gort zak werd de heer Burger het gevraagde verlof verleend. Waarop werd beslist, dat de 'heer Burger zijn interpellatie de vol gende dag Woensdag zou houden. Uit het feit, dat deze beslissing onmiddel lijk werd genomen, is op te maken, dat de Kamervoorzitter al met de minister had gesproken. Formeel lijkt de zaak in orde. Mr. Kortenhorst had met de minister ge sproken over een interpellatie-Burger, terwijl het verzoek van de heer Gortzak betrof een gesprek niet over een inter pellatie maar over de zaak zelf. Materieel evenwel betekent de gang van zaken een doorgestoken kaart om te voorkomen dat •een communist het geval-Lages in de Ka mer aan hét rollen zou brengen. Wij kunnen voor zo'n doorgestoken kaart geen bewondering hebben. De zaak riekt naar een mentaliteit van „tegenover com munisten is alles geoorloofd". En dit is nu juist een mentaliteit waarmee men de mentaliteit der communisten niet mag be antwoorden. Wie dit wel doet, verliest het recht om de communisten iets te verwij ten wanneer zij de regels van het spel niet in acht nemen of op een onbehoorlijke manier gebruiken. Wel menen wij, dat de kwestie-Lages beter tot haar recht zal komen, wanneer zij naar aanleiding van een interpellatie van een? niet-communist in discussie komt. Maar als het parlementaire lot een inter pellatie van een communist uit de bus laat komen, moet men dat aanvaarden. Had men dat lot in een andere richting willen sturen, dan had men moeten zorgen, de communisten voor te zijn. Thans is hun de pas afgesneden op een manier, die wij niet anders dan onsympathiek kunnen vinden. Wij beseffen, dat wij de kans lopen, in „De Waarheid" met instemming te worden I geciteerd. Die waarheidsliefde gaat in zo'n geval, naar de ervaring leert, niet zo ver, dat ook wordt vermeld, wat wij van de communisten zelf denken. Maar dit kan ons er niet van weerhouden, ons oordeel te geven over hetgeen vanmiddag in de Kamer is gebeurd. ADVERTENTIE ADVERTENTIE Bontgevoerde Windbreakers j Op 23 October is het 10 jaar geleden dat met hulp van de diaconie der Nederlands Hervormde Kerk in Den Haag het tehuis „Morgenlicht" werd opgericht, een huis voor ongehuwde moeders en haar kinderen. Men kan het zien als een bewijs van ver trouwen in de mogelijkheden van de Ne derlandse Comedie, dat gisteravond voor de première van „De Koopman van Vene tië" de Amsterdamse Stadsschouwburg to taal was uitverkocht. Maar natuurlijk is een groot deel van het publiek afgekomen op de zo langzamerhand al bijna legendarische reputatie welke dit stuk van Shakespeare geniet, speciaal in ons land, als gevolg van een sterk-eenzijdige voorstelling die een zeer groot acteur (Louis Bouwmeester het noemen van zijn naam is nu eenmaal niet te vermijden) ervan gegeven heeft. Hoe dan ook, de meeste toeschouwers zul len in hun hoge verwachtingen waarschijn lijk zijn teleurgesteld. Dit blijspel is een min of meer gelukkige combinatie van twee sprookjes en om daarin te kunnen geloven moet er een wonder gebeuren, moet er een betovering heersen op 't toneel, opgeroepen door scheppende fantasie en de mysterieuze macht der poëzie. Op dat wonderbaarlijke heeft men drie uur lang vergeefs zitten wachten. Er heerste een matte geest in deze voornamelijk door uiterlijke effecten be paalde vertoning. Dat kwam in hoofdzaak, DONDERDAG 16 OCTOBER Stadsschouwburg: ,,'t Is maar betrekkelijk" (Haagse Comedie), 8 uur. Lido: „SOS, kind vermsit", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „De tijger Akbar", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Opstand in Colorado", en „Way out west", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De mij nen van Koning Salomo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „La Paloma", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „New Mexico", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Seven days to noon", 14 jaar, 8.15 uur. VRIJDAG 17 OCTOBER Stadsschouwburg: Haarlems Kunst Ge meenschap, Joegoslavisch danstheater van de universiteit van Beograd, 8 uur. Concertge bouw: Concert HOV (serie V), 8 uur. Lange Veerstraat 16: Spiritualistische Kring „Gees telijk leven", 8 uur. Bioscopen: Nieuw pro gramma. In een hoek van het museum hebben ze op een vale fluweel doek wat scherven en potten bij elkander gezet, er hangt een bedrukte kaart bij waarop ge lezen kunt waar het rom meltje vandaan gepeuterd is. Het zijn de schamele overblijf sels van een voorbije bescha ving. De scherven en potjes komen uit dc grijze nevelen van het verleden, ze zijn uit het jaar zóveel onder het zand der eeuwen uitgedolven. Het is de kapotte keuken van een Romeinse huisvrouw of de gebarsten inventaris van een Batavierse caféhouder maar ivat het ook is, ge moet er mee warig bij bedenken dat het een povere erfenis moet heten. Ze hadden dat beter onder het zand kunnen laten en ons met grote fantasie wat vrolijks op de mouw kunnen spelden van de mensen, die in het jaar zó veel over onze wereld liepen. Want het is moeilijk aan te nemen dat er van die mensen niets anders te vertellen zou zijn dan dat zij bij tijd en wijle een kommetje of een kannetje lieten stuk vallen. Onze meester op school wist er ook niet veel over te zeg gen, hij heeft wellicht niet de moeite genomen om wat ple zierigs voor ons te bedenken. Met een vermanende blik ver haalde hij hoe de oude Germa nen van de morgen tot de avond dobbelden, en als zij niet dobbelden dronken zij gerstebier. En soms verdob belden zij hun vrouwen, zegde de meester zedig en vol afkeu ring. Wie gelukkig in het spel was, kreeg de liefde erbij ca deau, om zo te zeggen. En in 4 de bossen liepen oerossen, be sloot hij haastig. Als we zover waren gekomen, gingen we rekenen of lezen, al naar gelang het op de lesroos ter stond. Dat was om lastige vragen van nieuwsgierige mannekes te voorkomen. Wat hadden wij al niet kunnen vragen aan onze meester. Maar wij waren zo dom en goedig om onze monden dicht te hou den en er niet over na te den ken hoe plezant dat leven moet zijn geweest, dat leven waar de eeuwen zand over hebben gedaan. Het is plezanter geweest dan ge aan die scherven en gebar sten kannetjes gewaar kunt worden. Die dode, grauwe din gen geven geen getuigenis van de levenden uit de tijd der oerossen en verdobbelde huis moeders. Zij zijn niet méér dan een flauwe zucht uit het verleden, een aasje stof uit een rijke tijd. Het móét een njKe tijd geweest zijn, omdat er mensen leefden. Hoe diep ge ook graven moogt, nooit zult ge onder het zand een scherf van die levende mens terugvinden, zoals hij gerstebier dronk met de volle kruik zwierig boven zijn hoofd geheven, zoals hij lachte en zong, liefhad en haatte, vocht en verwenste, zoals hij zijn vrouw tot zich trok of haar als een goede verliezer in de ar men van zijn rivaal stootte. Wij hebben wat scherven en potten bij elkander gezet op een fluweeldoek en er een kaartje bij gehangen het is als wat spinrag, bewaard uit een flonkerende schatkamer De schatten zijn verborgen en verloren, het spinrag draag! geen glans, van goud. De mens is gestorven en ver gaan, zijn stukgevallen servie zen moeten ons eraan herinne ren dat hij geleefd heeft. Hoe moeten wij daar wijzer van worden? Zo kunt ge zien hoe de tijd een wade leggen zal over dit leven en deze mens, over uzelf en allen om u heem Wij zullen eens met onze vernuftigheden en onze eigendommen in het zand der eeuwen wegzakken, zo diep dat niemand ons meer vinden kan. Dan zullen er wel- s licht schoolmeesters zijn die hun mannekes wijsmaken, dat wij de ganse dag niets anders plachten te doen dan cocacola drinken en wedstrijden op de fiets houden, en onze vrouwen verwedden in voetbalpools. Die mannekes zullen misschien denken: Ha, hoe plezierig moet dat geweest zijn. En van onder het zand, dat over ons gespreid is door een rits van eeuwen, komt zo nu en dan misschien een stukje ijzer of steen naar boven, dat in een museum ge legd wordt op een fluweeldoek met een kaartje erbij. Daar moeten de mensen van straks dan aan kunnen zien hoe wij geleefd hebben. Zij zullen niets gewaarworden van de blijdschappen en droefenissen waarop wij door het leven zijn gereden. Zij zullen misschien denken dat wij geen lief en geen leed hebben gekend, om dat wij enkel die stukjes ijzer en steen hebben nagelaten. Ik denk aan de mensen en ge kunt dan alle scherven van alle musea cadeau krijgen. Ik denk aan de mensen, die op de wereld zijn sinds zij er zijn op gezet, en zich van toen af door de eeuwen niet meer hebben laten verdrijven. Mensen die gerstebier dronken of cocacola, mensen die oer ossen vingen of echte ossen zelf maakten. Mensen die leef den en hun serviezen tegen de muren stuksmeten als zij kwaad waren. Mensen die in het leven beten alsof het een verse meloen was en het om armden alsof het nooit meer eindigen zou. Mensen die de hemel konden danken met tranen van vreug de of het bestaan verwensten met tranen van leed. Maar in ieder geval mensen met een hart en een ziel, die domme dingen deden en grote daden tegelijk. Mensen die de eeuwige vlam van het leven met zich droegen tot de einder toe. Wat zijn scherven en potten in een museum? We zouden ze moeten oprui men en in diezelfde hoek een vrolijke gast met fantasie laten vertellen over de mens van alle tijden. Over de mens die oorlog maakt en zieken geneest, die leven verwekt en doodt, die een vrouw aanbidt en verdob belt, die streeft naar het goede en onderwijl het kwade met vaardige hand bedrijft. De mens die kleingeestig en held haftig is, lichtzinnig en se rieus, wellustig en vroom, ro mantisch en burgerlijk, trouw en verraderlijk tegelijk. De mens nochtans, zoals hij ge maakt en geworden is, zoals hij zijn zal door alle eeuwen heen. Hoe hij ook is, ik moet aan hem denken als ik die scher ven zie. Om hem te vinden hoeft ge niet te gaan graven in Egypte of Griekenland. Hij is niet in scherven verborgen onder het zand der tijdperken. Hij is plezierig door blijven leven tot vandaag de dag. Ge zijt het zelf, van top tot teen. J. L. Post Een lezer, H. P., B. v. d. O., B. M., Opmerker: Antwoord op Uw gewaardeerde brieven ligt reeds in. lierverschijr.inig van deze ru briek besloten. Mevr. G. D.—H.: Dat is een cate gorische religieuze opvatting en als zodanig moeilijk in onze ru briek te verwerken. Bovendien is het ook voor de groep die u noemt .en verouderde theorie, aangezien zij door recente, weten schappelijke waarnemingen ten dele ontzenuwd is. geloof ik, doordat regisseur Johan de Mees ter niet precies wist wat hij wilde. Geen opvoering van dit eigenaardige stuk kan ooit slagen, als niet alles en iedereen ondergeschikt wordt gemaakt aan de echte sfeer van het blijspel vol romantische illusie, bij de gratie waarvan alle absurdi teit en buitensporigheden zonder enige be denking aanvaardbaar worden als de na tuurlijkste zaak van de wereld. Men mag bij de enscènering niet uitgaan van be paalde karakters, omdat deze hun enige bestaansrecht danken aan de situaties waarin zij komen te verkei-en. Hierbij speelt ook de contrastwerking een grote rol. De beslissende dramatische factor is tenslotte de kleurige taal en deze werd terwijl men nota bene zo gelukkig was te kunnen beschikken over de in het algemeen uitmuntende vertaling van Bert Voeten met een merkwaardige nonchalance voor de schoonheid behandeld. Er ontbrak iets zeer wezenlijks, maar men kan moeilijk zeggen of men met technische ontoerei kendheid, dan wel met een tekort aan be zieling te doen had. Bovendien werd er vaak zo zacht gesproken het prachtige duet in hoofse renaissancestijl tussen Jes sica en Lorenzo in het laatste bedrijf bij voorbeeld dat men de grootste moeite had er iets van te verstaan! Het is zeker niet uitgesloten dat hierin nog verbetering zal komen en daarom zou ik een definitief oordeel over deze onder neming liever willen uitstellen tot ik de op handen zijnde reprise in Haarlem heb gezien. Een tweede reden komt voort uit de omstandigheid, dat ik gisteren een bij zonder slechte plaats had, waardoor een groot deel van het décor van Nico Wijn berg buiten mijn gezichtsveld lag. De cos- tuums zijn, met uitzondering van dat voor Gratiano (Fons Rademakers), werkelijk heel mooi. Maar zonder reserve mag ik toch het optreden roemen van Ank van der Moer als de onbaatzuchtig liefhebbende, aristocratische en plaagzieke Portia, al droeg haar monoloog oyer de genade te weinig het karakter van een pleidooi. Nau welijks minder waardering komt Ellen Vo gel voor haar steeds de juiste verhoudingen vindende Nerissa toe. De derde uitblinker is Henk van Ulsen in zijn beide rollen: die van de clown Lancelot Gobbo en die van de sierlijk-verwaande prins van Aragon. En Shylock, zal men vragen? Voorop te stellen, zoals Johan de Meester in zijn toe lichting doet, dat in hem de. verfijnde genia liteit van het Joodse volk leeft, dunkt mij een miskenning van de aard van het stuk, die weerslag heeft gevonden in de aanvan kelijk aarzelende vertolking, die John Go bau van deze woekeraar gaf. Hij is per slot van rekening een tragi-komische figuur, al zou men met Heine van mening kunnen zijn dat Shakespeare een te groot kunste naar was om in zijn aan de smaak van het publiek tegemoetkomende opzet te slagen. Hoe dan ook: de ironie is steeds de ver zoenende macht tussen de tegenstrijdige elementen en gevoelens. Maar de ironie kwam pas tot leven in het aanhangsel over de ringen! Gobau was vaak ook te onbe- heerst-larmoyant en te weinig achterdoch tig. Ook in de relatie tot zijn dochter legde hij het accent verkeerd, met verwaarlozing van zijn bezitsdrift. In dit opzicht was de sentimentele pauze in de zin: „Jessica, mijn kind pas op mijn huis" veelzeggend. Maar zoals gezegd: ik hoop gelegenheid te vinden op deze voorstelling terug te komen. Naar ik vurig hoop in meer waar derende zin. DAVID KONING. In de 517de Staatsloterij, tweede klasse, tweede lijst, is op lot no. 10283 een prijs van f20.000 gevallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 5