Dr. Krelage legde grondslag
voor huidige vorm der Flora
MB!!
pTlIRKSTRA:
BESCHUT
Flora-bestuur optimistisch
Onelegant
„De koopman van Venetië
met John Gobau als Shylock
cé"M
Barteloc
ORR
Agenda voor
Haarlem
Tulpen en narcissen bijgoed1
■pc Kleine Wtcelcl
Mensen en
scherven
DONDERDAG 16 OCTOBER 1952
3
v\R <^vLa/M
De nieuwe Hunter
een pure Virginia in
n handige schuif doos
Hunter EXTRA M/LO
de bekende Virginia
lllll, in cupverpakking
„N.P.V. Pijpersband
Haarlem" opgericht
Spaarsaldo van J 4 millioen
bij Algemene Spaarbanken
Uit de Pers
IRISSTR
199
„Het Is zeventien jaar geleden dat ik afscheid heb genomen van de Algemene Ver-
eniging voor Bloembollencultuur en wanneer ik dan nu ga spreken over de Flora 1953
dan voel ik me als een afgedankt cavaleriepaard dat nog eens reageert op de ver
trouwde signalen van weleer". Zo begon de vitale dr. E. H. Krelage gistermiddag zijn
tafelrede op een bijeenkomst van de binnen- en buitenlandse pers in het Verversings-
liuis van Groenendaal ter oriëntering op de komende tentoonstelling. Dr. Krelage
herinnerde eraan hoe in 1818 de eerste bloemententoonstelling in Haarlem werd ge
houden in navolging van de sinds 1809 in Gent de bloemenstad van België
georganiseerde tentoonstellingen, die op haar beurt geïnspireerd waren door de ex-
gxposities die reeds in de zeventiende en achttiende eeuw in Engeland werden ge
houden.
ADVERTENTIE
Hu zagen die tentoonstellingen er heel
wat primitiever uit dan de Flora's uit onze
dagen: verzamelingen afgesneden bloemen
jn vazen en potjes, die in Gent werden
evenals de Engelse in een „estamineet-
je" gehouden. Na 1840 werden de tentoon
stellingen regelmatig georganiseerd door de
Hollandse Maatschappij van Landbouw en
de Koninklijke Maatschappij, twintig jaar
later werd die zorg overgenomen door de
toen opgerichte Algemene Vereniging voor
Bloembollencultuur.
Zo bont als een Pruis
Sinds 1875 hadden -de exposities regel
matig plaats in de Haarlemse Concertzaal,
waar men dertig jaar lang hetzelfde sys
teem toepaste van een opstelling op plan
ken langs de wanden, waarbij er angstval
lig voor werd gewaakt dat de bovenzijde
der hyacinten tulpen en narcissen waren
toen nog maar „bijgoed" overal precies
even hoog was, hetgeen niet alleen een ge
scharrel met blokjes onder de vazen en
potten tengevolge had, maar bovendien
door de afwezigheid van enige groepering
een even kakelbonte indruk maakte als een
Pruisische garde-officier.
Geen wonder dat de toen nog jonge Kre
lage opgewonden thuiskwam van de in
1897 gehouden tentoonstelling in Hamburg:
de eerste van een nieuw type, welke zes
maanden achtereen in een openbaar park
werd gehouden.
Nadat Krelage voorzitter van de Alge
mene Vereniging was geworden, kon hij
zijn plannen verwezenlijken: in 1910 kwam
de eerste Haarlemse Flora in de vorm, zo
als die tot nu toe werd gehandhaafd tot
stand: zij duurde twee maanden, van de
vroege crocus tot de late tulp, en zij vond
een plaats op het grote terrein voor de
Hertenkamp..
Na de eerste wereldoorlog werden, zoals
iedereen weet, exposities georganiseerd in
1925 en 1935. Die grotere tussentijd bleek
nodig wegens de in evenredigheid toege
nomen werkzaamheden bij de voorberei
ding. Daar de Flora's steeds beter en steeds
groter werden, had men aan het Herten
kampterrein lang niet genoeg, vandaar de
verhuizing naar Groenendaal.
Geen Lunapark
Dr. Krelage legde er de nadruk op, dat
de Flora in de eerste plaats een gelegenheid
voor de vakmensen is om onder ideale om
standigheden de jongste stand der cultures
te aanschouwen, het is beslist geen publieke
vermakelijkheid.
Voorts wees hij op het belang van een in
ternationale jury ook al een fenomeen
dat uit de negentiende eeuw dateert en zijn
oorsprong vond in de felle strijd tussen
Belgische en Engelse firma's om met de
nieuwste plantenkundige ontdekkingen uit
verre streken te komen waarbij de in
deling der nationaliteiten zo is, dat inzen
ders niet het slachtoffer kunnen worden
van afwijkende, minder deskundige me
ningen.
Dr. Krelage eindigde zijn interessante
uiteenzetting met enkele citaten van opge
togen buiten- en binnenlandse journalis
ten na de vorige Flora: zijn geestarut over
de manifestaties van weleer had in die pu
blicaties een spiegel gevonden. Zij gaven
hem ook weer de zekerheid dat het met de
Flora van 1953 net zo zal gaan.
Betekenis der sierteelt
Aan de toespraak van dr. Krelage ging
een exposé door de Directeur-generaal van
de Landbouw, ir. A. W. van der Plassche,
vooraf. Deze schetste de betekenis van de
sierteelt voor de volkswelvaart. Van de
zeven milliard Nederlandse export per jaar
komt bijna vijftig procent op rekening van
de agrarische sector. De sierteelt draagt 67
millioen daaraan bij, waarvan 35 millioen
door de bloembolienkwekers. Levert de
gehele agrarische sector gemiddeld een op
brengst van tweeduizend gulden per hect
are, de sierteelt brengt het tot niet minder
dan veertienduizend. Vandaar de betekenis
van de tuinbouw in het licht van de zich
ADVERTENTIE
N.V. Koninklijke Pharmaceutliche Fabriekend/hl
Brocadei •'Sthaaman ^.Pharmacia
uitbreidende Nederlandse bevolking. Echter
het areaal, sedert de dertiger jaren aan
merkelijk ingekrompen, is nog niet tot de
oude omvang uitgebreid, hetgeen mede ver
oorzaakt wordt door de contingenterings-
politiek in het buitenland. Toch meende ir.
Van der Plassche dat, als bij het buiten
landse publiek de behoefte aan bloemen
maar eenmaal gewekt is, die behoefte ster
ker zal zijn dan handelsverdragen. Het
kwaliteitsvraagstuk is daarbij zeer belang
rijk, daarom is de groeiende belangstelling
in het vak voor onderwijs, voorlichting en
onderzoek verheugend. Het is trouwens in
het bollenvak zo, dat de bedrijfsgenoten
grote offers brengen voor de research, ge
tuige de aanschaffing van een electronen-
microscoop voor het laboratorium in Lisse.
Dit alles, zo meende ir. Van der Plassche,
schenkt vertrouwen voor de toekomstige
ontwikkeling van de sierteelt.
Onder auspiciën van de „N.P.V. band
Haarlem", die werd opgericht in 1945 met
als instructeur J. J. den Doelder, is naast
dit orkest de „N.P.V. Pijpersband Haarlem"
opgericht met de instructeur H. J. Raben-
berg. In de toekomst zullen beide bands als
één orkest optreden.
Hopman L. Bakker, oprichter en leider
van de N.P.V.-band Haarlem, zal ook als
zodanig optreden bij de „N.P.V. Pijpersband
Haarlem". Hij wordt hierbij geassisteerd
door de Bandraad en de Stichtingscom
missie.
De algemene spaarbanken, aangesloten
bij de Nederlandse Spaarbankbond, heb
ben in September aan inlagen in totaal
ontvangen 40.279.442. Een bedrag van
36.389.492 werd terugbetaald, zodat
3.889.950 is gespaard. Bij de bankspaar-
banken bedroegen inleg en terugbetaling
respectievelijk 4.724.705 en 4.224.912,
zodat hier 499.793 is gespaard.
In 1910 werd de Flora, op het terrein voor het Gouvernementsgebouw aan de Pavil
joenslaan gehouden, door de Haarlemmers in de wandeling het „vlooienveld" genoemd.
Er werd gisteren op de internationale
persbijeenkomst van de Flora 1953 ge
vraagd wat het bestuur van Bloembollen
cultuur van het bezoek verwachtte.
Uit het antwoord van de voorzitter, jhr.
mr. dr. O. F. A. H. van Nispen tot Pan-
nerden, sprak een duidelijk optimisme. In
de eerste plaats was daar de ervaring van
1935, toen ondanks de crisis de tentoon
stelling 600.000 kijkers trok. Keukenhof
blijft constant op 300.000 bezoekers. Naar
het Corso komen ieder jaar eveneens
300.000 mensen, ondanks de omstandig
heid dat dit schouwspel slechts enkele
uren duurt.
Vervolgens moet men in aanmerking ne
men dat sinds 1935 de bevolking in het
Westen aanzienlijk is toegenomen en dat
het touringcarbedrijf een hoge vlucht heeft
genomen.
De ervaring van vorige Flora's heeft
trouwens geleerd dat heel wat bezoekers
enkele keren terugkomen om de steeds
wisselende aspecten van de expositie
vooral ook van de interessante binnenten-
toonstellingen, waarvan er vijf gehouden
worden in ogenschouw te nemen.
Aan propaganda worden kosten noch
moeiten gespaard reeds is er een eerste
„injectie" van 700.000 folders in vijf talen
over de gehele wereld verspreid. In het
begin van 1953 volgt een tweede stoot.
Uit een en ander meende Hillegoms bur
gemeester dan ook tot optimisme te mogen
concluderen. Daarbij komt nog dat de
Flora door de vakmensen als een geweldige
collectieve reclame wordt gezien, waarvan
dus niet het eerste doel is met een slui
tende begroting uit te komen. In 1935 bij
voorbeeld was er een tekort van 25.000
gulden. Het bestuur van de Flora 1953
heeft zich nu garant gesteld voor een
eventueel tekort van Keukenhof die
jaarlijkse expositie, die overigens een ge
heel ander karakter heeft, gaat immers ook
door tot een bedrag van 65.000 gulden.
Maar men hoopt en verwacht dat het
niet tot subsidiëring behoeft te komen.
De parlementaire redacteur van de
Nieuwe Rotterdamse Courant tekent bij
zijn beschouwing over de interpellatie-
Lages, die gistermiddag in de Kamer aan
de heer Burger werd toegestaan, het vol
gende aan: moeten wij vertellen, hoe
on-elegant de interpellatie-Burger van
middag tot stand is gekomen. De commu
nist Gortzak had het woord gekregen om
te vragen, of bekend was of de Kamer
een verklaring van de minister van Justi
tie over de gratieverlening aan Lages en
de mogelijkheid van debat daarover kon
verwachten. Zo neen, zou dan de Kamer
voorzitter op korte termijn deze kwestie
met de minister willen bespreken? De
heer Gortzak voegde er aan toe, dat hij
thans geen interpellatie wilde vragen,
omdat het te lang zou duren voor hij deze
zou kunnen houden.
Hierop zegde voorzitter Kortenhorst toe,
dat hij de zaak met de minister zou be
spreken.
Maar op het ogenblik dat mr. Korten
horst deze toezegging deed, wist hü al,
dat hij het volgende ogenblik mr. Bur
ger het woord zou geven en dat deze
socialistische afgevaardigde dan verlof
zou vragen om de minister van Justitie
te interpelleren over meergenoemd geval
van gratie. Hij wist ook dat hij zou voor
stellen, in afwijking van het reglement
van orde onmiddelijk over het verzoek
van mr. Burger te beslissen (reglementair
wordt in de eerstvolgende vergadering
over zo'n verzoek beslist).
Na een licht protest van de heer Gort
zak werd de heer Burger het gevraagde
verlof verleend. Waarop werd beslist, dat
de 'heer Burger zijn interpellatie de vol
gende dag Woensdag zou houden.
Uit het feit, dat deze beslissing onmiddel
lijk werd genomen, is op te maken, dat de
Kamervoorzitter al met de minister had
gesproken. Formeel lijkt de zaak in orde.
Mr. Kortenhorst had met de minister ge
sproken over een interpellatie-Burger,
terwijl het verzoek van de heer Gortzak
betrof een gesprek niet over een inter
pellatie maar over de zaak zelf. Materieel
evenwel betekent de gang van zaken een
doorgestoken kaart om te voorkomen dat
•een communist het geval-Lages in de Ka
mer aan hét rollen zou brengen.
Wij kunnen voor zo'n doorgestoken kaart
geen bewondering hebben. De zaak riekt
naar een mentaliteit van „tegenover com
munisten is alles geoorloofd". En dit is
nu juist een mentaliteit waarmee men de
mentaliteit der communisten niet mag be
antwoorden. Wie dit wel doet, verliest het
recht om de communisten iets te verwij
ten wanneer zij de regels van het spel niet
in acht nemen of op een onbehoorlijke
manier gebruiken.
Wel menen wij, dat de kwestie-Lages
beter tot haar recht zal komen, wanneer
zij naar aanleiding van een interpellatie
van een? niet-communist in discussie komt.
Maar als het parlementaire lot een inter
pellatie van een communist uit de bus laat
komen, moet men dat aanvaarden. Had
men dat lot in een andere richting willen
sturen, dan had men moeten zorgen, de
communisten voor te zijn. Thans is hun
de pas afgesneden op een manier, die wij
niet anders dan onsympathiek kunnen
vinden.
Wij beseffen, dat wij de kans lopen, in
„De Waarheid" met instemming te worden
I geciteerd. Die waarheidsliefde gaat in zo'n
geval, naar de ervaring leert, niet zo ver,
dat ook wordt vermeld, wat wij van de
communisten zelf denken. Maar dit kan
ons er niet van weerhouden, ons oordeel
te geven over hetgeen vanmiddag in de
Kamer is gebeurd.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Bontgevoerde Windbreakers j
Op 23 October is het 10 jaar geleden dat
met hulp van de diaconie der Nederlands
Hervormde Kerk in Den Haag het tehuis
„Morgenlicht" werd opgericht, een huis voor
ongehuwde moeders en haar kinderen.
Men kan het zien als een bewijs van ver
trouwen in de mogelijkheden van de Ne
derlandse Comedie, dat gisteravond voor
de première van „De Koopman van Vene
tië" de Amsterdamse Stadsschouwburg to
taal was uitverkocht. Maar natuurlijk is een
groot deel van het publiek afgekomen op
de zo langzamerhand al bijna legendarische
reputatie welke dit stuk van Shakespeare
geniet, speciaal in ons land, als gevolg van
een sterk-eenzijdige voorstelling die een
zeer groot acteur (Louis Bouwmeester
het noemen van zijn naam is nu eenmaal
niet te vermijden) ervan gegeven heeft.
Hoe dan ook, de meeste toeschouwers zul
len in hun hoge verwachtingen waarschijn
lijk zijn teleurgesteld. Dit blijspel is een
min of meer gelukkige combinatie van twee
sprookjes en om daarin te kunnen geloven
moet er een wonder gebeuren, moet er een
betovering heersen op 't toneel, opgeroepen
door scheppende fantasie en de mysterieuze
macht der poëzie. Op dat wonderbaarlijke
heeft men drie uur lang vergeefs zitten
wachten. Er heerste een matte geest in deze
voornamelijk door uiterlijke effecten be
paalde vertoning. Dat kwam in hoofdzaak,
DONDERDAG 16 OCTOBER
Stadsschouwburg: ,,'t Is maar betrekkelijk"
(Haagse Comedie), 8 uur. Lido: „SOS, kind
vermsit", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „De
tijger Akbar", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„Opstand in Colorado", en „Way out west",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De mij
nen van Koning Salomo", alle leeft., 7 en 9.15
uur. Palace: „La Paloma", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Luxor: „New Mexico", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. Minerva: „Seven days to noon", 14 jaar,
8.15 uur.
VRIJDAG 17 OCTOBER
Stadsschouwburg: Haarlems Kunst Ge
meenschap, Joegoslavisch danstheater van de
universiteit van Beograd, 8 uur. Concertge
bouw: Concert HOV (serie V), 8 uur. Lange
Veerstraat 16: Spiritualistische Kring „Gees
telijk leven", 8 uur. Bioscopen: Nieuw pro
gramma.
In een hoek van het museum
hebben ze op een vale fluweel
doek wat scherven en potten
bij elkander gezet, er hangt
een bedrukte kaart bij waarop
ge lezen kunt waar het rom
meltje vandaan gepeuterd is.
Het zijn de schamele overblijf
sels van een voorbije bescha
ving. De scherven en potjes
komen uit dc grijze nevelen
van het verleden, ze zijn uit
het jaar zóveel onder het zand
der eeuwen uitgedolven.
Het is de kapotte keuken van
een Romeinse huisvrouw of de
gebarsten inventaris van een
Batavierse caféhouder maar
ivat het ook is, ge moet er mee
warig bij bedenken dat het een
povere erfenis moet heten.
Ze hadden dat beter onder het
zand kunnen laten en ons met
grote fantasie wat vrolijks op
de mouw kunnen spelden van
de mensen, die in het jaar zó
veel over onze wereld liepen.
Want het is moeilijk aan te
nemen dat er van die mensen
niets anders te vertellen zou
zijn dan dat zij bij tijd en wijle
een kommetje of een kannetje
lieten stuk vallen.
Onze meester op school wist
er ook niet veel over te zeg
gen, hij heeft wellicht niet de
moeite genomen om wat ple
zierigs voor ons te bedenken.
Met een vermanende blik ver
haalde hij hoe de oude Germa
nen van de morgen tot de
avond dobbelden, en als zij
niet dobbelden dronken zij
gerstebier. En soms verdob
belden zij hun vrouwen, zegde
de meester zedig en vol afkeu
ring. Wie gelukkig in het spel
was, kreeg de liefde erbij ca
deau, om zo te zeggen. En in 4
de bossen liepen oerossen, be
sloot hij haastig.
Als we zover waren gekomen,
gingen we rekenen of lezen, al
naar gelang het op de lesroos
ter stond. Dat was om lastige
vragen van nieuwsgierige
mannekes te voorkomen.
Wat hadden wij al niet kunnen
vragen aan onze meester. Maar
wij waren zo dom en goedig
om onze monden dicht te hou
den en er niet over na te den
ken hoe plezant dat leven moet
zijn geweest, dat leven waar
de eeuwen zand over hebben
gedaan.
Het is plezanter geweest dan
ge aan die scherven en gebar
sten kannetjes gewaar kunt
worden. Die dode, grauwe din
gen geven geen getuigenis van
de levenden uit de tijd der
oerossen en verdobbelde huis
moeders. Zij zijn niet méér
dan een flauwe zucht uit het
verleden, een aasje stof uit een
rijke tijd.
Het móét een njKe tijd geweest
zijn, omdat er mensen leefden.
Hoe diep ge ook graven moogt,
nooit zult ge onder het zand
een scherf van die levende
mens terugvinden, zoals hij
gerstebier dronk met de volle
kruik zwierig boven zijn hoofd
geheven, zoals hij lachte en
zong, liefhad en haatte, vocht
en verwenste, zoals hij zijn
vrouw tot zich trok of haar als
een goede verliezer in de ar
men van zijn rivaal stootte.
Wij hebben wat scherven en
potten bij elkander gezet op
een fluweeldoek en er een
kaartje bij gehangen het is
als wat spinrag, bewaard uit
een flonkerende schatkamer
De schatten zijn verborgen en
verloren, het spinrag draag!
geen glans, van goud.
De mens is gestorven en ver
gaan, zijn stukgevallen servie
zen moeten ons eraan herinne
ren dat hij geleefd heeft. Hoe
moeten wij daar wijzer van
worden?
Zo kunt ge zien hoe de tijd een
wade leggen zal over dit leven
en deze mens, over uzelf en
allen om u heem Wij zullen
eens met onze vernuftigheden
en onze eigendommen in het
zand der eeuwen wegzakken,
zo diep dat niemand ons meer
vinden kan. Dan zullen er wel-
s licht schoolmeesters zijn die
hun mannekes wijsmaken, dat
wij de ganse dag niets anders
plachten te doen dan cocacola
drinken en wedstrijden op de
fiets houden, en onze vrouwen
verwedden in voetbalpools.
Die mannekes zullen misschien
denken: Ha, hoe plezierig moet
dat geweest zijn. En van onder
het zand, dat over ons gespreid
is door een rits van eeuwen,
komt zo nu en dan misschien
een stukje ijzer of steen naar
boven, dat in een museum ge
legd wordt op een fluweeldoek
met een kaartje erbij.
Daar moeten de mensen van
straks dan aan kunnen zien hoe
wij geleefd hebben. Zij zullen
niets gewaarworden van de
blijdschappen en droefenissen
waarop wij door het leven zijn
gereden. Zij zullen misschien
denken dat wij geen lief en
geen leed hebben gekend, om
dat wij enkel die stukjes ijzer
en steen hebben nagelaten.
Ik denk aan de mensen en ge
kunt dan alle scherven van
alle musea cadeau krijgen. Ik
denk aan de mensen, die op de
wereld zijn sinds zij er zijn op
gezet, en zich van toen af door
de eeuwen niet meer hebben
laten verdrijven.
Mensen die gerstebier dronken
of cocacola, mensen die oer
ossen vingen of echte ossen
zelf maakten. Mensen die leef
den en hun serviezen tegen de
muren stuksmeten als zij
kwaad waren. Mensen die in
het leven beten alsof het een
verse meloen was en het om
armden alsof het nooit meer
eindigen zou.
Mensen die de hemel konden
danken met tranen van vreug
de of het bestaan verwensten
met tranen van leed.
Maar in ieder geval mensen
met een hart en een ziel, die
domme dingen deden en grote
daden tegelijk. Mensen die de
eeuwige vlam van het leven
met zich droegen tot de einder
toe.
Wat zijn scherven en potten in
een museum?
We zouden ze moeten oprui
men en in diezelfde hoek een
vrolijke gast met fantasie laten
vertellen over de mens van alle
tijden.
Over de mens die oorlog
maakt en zieken geneest, die
leven verwekt en doodt, die
een vrouw aanbidt en verdob
belt, die streeft naar het goede
en onderwijl het kwade met
vaardige hand bedrijft. De
mens die kleingeestig en held
haftig is, lichtzinnig en se
rieus, wellustig en vroom, ro
mantisch en burgerlijk, trouw
en verraderlijk tegelijk. De
mens nochtans, zoals hij ge
maakt en geworden is, zoals
hij zijn zal door alle eeuwen
heen.
Hoe hij ook is, ik moet aan
hem denken als ik die scher
ven zie.
Om hem te vinden hoeft ge
niet te gaan graven in Egypte
of Griekenland. Hij is niet in
scherven verborgen onder het
zand der tijdperken.
Hij is plezierig door blijven
leven tot vandaag de dag.
Ge zijt het zelf, van top tot
teen. J. L.
Post
Een lezer, H. P., B. v. d. O., B.
M., Opmerker: Antwoord op Uw
gewaardeerde brieven ligt reeds
in. lierverschijr.inig van deze ru
briek besloten.
Mevr. G. D.—H.: Dat is een cate
gorische religieuze opvatting en
als zodanig moeilijk in onze ru
briek te verwerken. Bovendien is
het ook voor de groep die u
noemt .en verouderde theorie,
aangezien zij door recente, weten
schappelijke waarnemingen ten
dele ontzenuwd is.
geloof ik, doordat regisseur Johan de Mees
ter niet precies wist wat hij wilde.
Geen opvoering van dit eigenaardige stuk
kan ooit slagen, als niet alles en iedereen
ondergeschikt wordt gemaakt aan de echte
sfeer van het blijspel vol romantische
illusie, bij de gratie waarvan alle absurdi
teit en buitensporigheden zonder enige be
denking aanvaardbaar worden als de na
tuurlijkste zaak van de wereld. Men mag
bij de enscènering niet uitgaan van be
paalde karakters, omdat deze hun enige
bestaansrecht danken aan de situaties
waarin zij komen te verkei-en. Hierbij
speelt ook de contrastwerking een grote
rol. De beslissende dramatische factor is
tenslotte de kleurige taal en deze werd
terwijl men nota bene zo gelukkig was te
kunnen beschikken over de in het algemeen
uitmuntende vertaling van Bert Voeten
met een merkwaardige nonchalance voor
de schoonheid behandeld. Er ontbrak iets
zeer wezenlijks, maar men kan moeilijk
zeggen of men met technische ontoerei
kendheid, dan wel met een tekort aan be
zieling te doen had. Bovendien werd er
vaak zo zacht gesproken het prachtige
duet in hoofse renaissancestijl tussen Jes
sica en Lorenzo in het laatste bedrijf bij
voorbeeld dat men de grootste moeite
had er iets van te verstaan!
Het is zeker niet uitgesloten dat hierin
nog verbetering zal komen en daarom zou
ik een definitief oordeel over deze onder
neming liever willen uitstellen tot ik de
op handen zijnde reprise in Haarlem heb
gezien. Een tweede reden komt voort uit
de omstandigheid, dat ik gisteren een bij
zonder slechte plaats had, waardoor een
groot deel van het décor van Nico Wijn
berg buiten mijn gezichtsveld lag. De cos-
tuums zijn, met uitzondering van dat voor
Gratiano (Fons Rademakers), werkelijk
heel mooi. Maar zonder reserve mag ik toch
het optreden roemen van Ank van der
Moer als de onbaatzuchtig liefhebbende,
aristocratische en plaagzieke Portia, al
droeg haar monoloog oyer de genade te
weinig het karakter van een pleidooi. Nau
welijks minder waardering komt Ellen Vo
gel voor haar steeds de juiste verhoudingen
vindende Nerissa toe. De derde uitblinker
is Henk van Ulsen in zijn beide rollen: die
van de clown Lancelot Gobbo en die van
de sierlijk-verwaande prins van Aragon.
En Shylock, zal men vragen? Voorop te
stellen, zoals Johan de Meester in zijn toe
lichting doet, dat in hem de. verfijnde genia
liteit van het Joodse volk leeft, dunkt mij
een miskenning van de aard van het stuk,
die weerslag heeft gevonden in de aanvan
kelijk aarzelende vertolking, die John Go
bau van deze woekeraar gaf. Hij is per slot
van rekening een tragi-komische figuur,
al zou men met Heine van mening kunnen
zijn dat Shakespeare een te groot kunste
naar was om in zijn aan de smaak van het
publiek tegemoetkomende opzet te slagen.
Hoe dan ook: de ironie is steeds de ver
zoenende macht tussen de tegenstrijdige
elementen en gevoelens. Maar de ironie
kwam pas tot leven in het aanhangsel over
de ringen! Gobau was vaak ook te onbe-
heerst-larmoyant en te weinig achterdoch
tig. Ook in de relatie tot zijn dochter legde
hij het accent verkeerd, met verwaarlozing
van zijn bezitsdrift. In dit opzicht was de
sentimentele pauze in de zin: „Jessica, mijn
kind pas op mijn huis" veelzeggend.
Maar zoals gezegd: ik hoop gelegenheid
te vinden op deze voorstelling terug te
komen. Naar ik vurig hoop in meer waar
derende zin.
DAVID KONING.
In de 517de Staatsloterij, tweede klasse,
tweede lijst, is op lot no. 10283 een prijs van
f20.000 gevallen.