Instemming met oprichting streekschool
voor kleuterleidsters in Kennemerland
LAXEERAKKERTJES
„Hendrik IV" van Pirandello
Gemeentesecretaris mr. Th. A. Wesstra bij
afscheid hartelijk gehuldigd
KALENDERS 1953
Boekhandel VEKO
Haarlemse gemeenteraad vergaderde
Nieuwe luidklokken met oude inscripties
Een waarlijk magistrale vertolking
der titelrol door Ko van Dijk
Aanbieding gouden médaille
van de stad Haarlem
Merkwaardig debat over eigen beheer
9
Wèg die afvalstoffen
Zandvoort geeft 232
subsidie voor de H.O.V.
Huldigingsavond
Jubilarissen N.Z.H.V.M.
BROEKHOF
Burgerlijke Stand
Uitspraken rechtbank
DONDERDAG 30 OCTOBER 1952
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
De Haarlemse raad heeft gistermiddag zijn instemming betuigd met het door wet
houder D. J A. Geluk voorbereide voorstel tot oprichting van een streekschool
voor kleuteronderwijzeressen. De bestaande school - die voorlopig nog gevestigd is
In het gebouw van H.B.S.-A - zal van de stichting die haar thans beheert (en die dat
blijkens de vele woorden van waardering, door raadsleden en wethouder gesproken,
uitstekend heeft gedaan) worden overgenomen en voortgezet door de gemeenten
Haarlem, Velsen, Heemstede en Bloemendaal gezamenlijk. Hierdoor zal de school op
een steviger basis komen, waardoor het tevens mogelijk is de materiële positie der
leerkrachten te verbeteren.
De heer Wensing (C.H.U.) erkende
wel de didactische en sociale waarden van
de opleiding, maar meende dat B. en W.
in hun toelichting toch teveel nadruk had
den gelegd op de voordelen van het dag
onderwijs ten opzichte van avondcursus
sen. Voorts meende hij dat de gekozen
vorm der gemeenschappelijke regeling
een tikje topzwaar was voor zo'n eenvou
dig object en meende dat ook de positie
van Haarlem in de combinatie niet sterk
genoeg was.
Mejuffrouw Bolsius (K.V.P.) kon
vooral dat laatste bezwaar niet delen,
wilde weten of er ook rijkssubsidie in uit
zicht kwam en wilde overigens ook aan
de nadelen van een avondcursus niet al te
zwaar tillen.
De heer Voogd (Arbeid) deed dat wel:
met name achtte hij het geringe contact
tussen leerkrachten en leerlingen bij de
avondopleiding en de weinige mogelijk
heid die daarbij voor ontspanning en al
gemene ontwikkeling overblijft immers
zo noodzakelijk voor onderwijzend perso
neel een gevaar, ook wegens de moge
lijkheid dat op deze wijze veel onbevoeg
de leerkrachten diie 's avonds voor hun
acte werken in de kleuterscholen komen.
Daartoe zal men dan ook de financiële
barrières moeten afbreken die thans nog
voor velen het volgen van dagonderwijs
bezwaarlijk maken.
Voorts was hij het met mejuffrouw
Bolsius eens dat Haarlems invloed in het
bestuur door de stem van de voorzitter
(de wethouder van onderwijs van Haar
lem) voldoende gewaarborgd is. Pas wan
neer vertegenwoordigers buiten het col
lege zouden moeten worden gekozen, is
het noodzakelijk dat de raad een stem in
het kapittel krijgt, zoals de heer Wensing
had gewild.
Geen onbevoegden
Wethouder Geluk begon zijn repliek
met dank te brengen aan het huidige be
stuur en aan mejuffrouw Huükman, op
richtster van de cursus, aan wier doorzet
tingsvermogen het te danken is dat op de
Haarlemse kleuterscholen geen enkele on
bevoegde leerkracht werkzaam is.
Hij sloot zich wat de nadelen van het
avondonderwijs betrof aan bij de heer
Voogd, al verzekerde hij de raad dat hij
wel grote waardering koesterde voor de
genen die na een vaak zware dagtaak nog
de energie opbrengen voor verdere studie.
Overigens was gebleken dat de belangstel
ling voor een eventuele avondcursus zeer
gering is. Ook bij een in Haarlem gehouden
conferentie van Nederlandse en Belgische
inspectrices op het kleuteronderwijs was
unaniem een voorkeur voor dagonderwijs
uitgesproken.
De wethouder gaf de heer Wensing toe,
dat de opzet er nogal zwaarwichtig uitzag,
maar bepalingen moeten er nu eenmaal
zijn. Bij een regeling waarbij de buitenge
meenten alleen maar per leerling zouden
subsidiëren zou Haarlem in tijden van be
zuiniging schade kunnen leiden. De in
vloed van de gemeente is trouwens vol
doende verzekerd. Wethouder Geluk deel
de nog mede, dat het huidige stichtings
bestuur bereid is deel uit te maken van
een te vormen curatorium, dat de sala
riëring der leerkrachten conform de rege
ling voor middelbare of kweekscholen zal
dienen te geschieden en dat in de toe
komst slechts een rijkssubsidie is te ver
wachten voor een zevental opleidingen,
waarvan de wethouder hoopte dat die in
Zuid-Kennemerland een daarvan zou zijn.
Klokken en klepels
Uiteraard stuitte het voorstel tot het
aanbrengen van nieuwe luidklokken in de
torens van Nieuwekerk, Bakenessekerk en
Amsterdamsepoort ter vervanging van de
door de Duitsers geroofde exemplaren niet
op tegenstand; wel het aanvankelijk voor
nemen van het college om de Latijnse
spreuken van de oorspronkelijke klokken
niet aan te brengen op de nieuwe. Daar
tegen kwam de heer Schreurs (K.V.P.)
op gronden van piëteit en traditie in het
geweer. Bovendien meende hij „dat een
aap een aap genoemd moest worden"
waarmee hij maar wilde zeggen dat op de
nieuwe klokken duideliik moest uitkomen
dat de oude geroofd waren, weshalve hij
de Latijnse inscriptie „Vi hostium abrep-
tus" (door de vijand geroofd) voorstelde.
Dit gaf de heer Proper (C.P.N.) de
algemeen gewaardeerde woordspeling
„dat de heer Schreurs hiermee ongetwij
feld niet aan het eind van zijn Latijn was"
in de mond hij vond het ook niet zo'n
bezwaar de opschriften niet in het Neder*
lands te stellen „omdat toch niemand bij
de klokken komt".
De heer Willemse (Arbeid) tenslotte
vroeg zich af of het wel nodig was een
nieuwe klok in de Amsterdamse poort te
hangen omdat die toch sporadisch wordt
gebruikt. Het is zelfs de vraag of de klok-
kestoel haar wel kan houden. „En als we
de klok niet horen luiden weten we hele
maal niet waar de klepel hangt", aldus
de heer Willemse. Wethouder Ange-
n e n t vond een toren zonder klok maar
een dood ding en dat achtte hij voldoende
rechtvaardiging voor de luidklok in de
Amsterdamse poort. De door de heer
Schreurs voorgestelde wijzigingen werden
door het college gaarne overgenomen.
De overige voorstellen waren voorna
melijk van formele aard of hadden be
trekking op klein (zij het duur) goed.
Wij vermelden nog dat wethouder
Happé een onderzoek zal laten instellen
naar de mogelijkheid langere vrije door-
vaarttijden voor de binnenvaart vast te
stellen, zulks op verzoek van de heer
Hennevelt C.P.N.dat de heer Stoffels
(V.V.D.) de toezegging kreeg dat de bepa
lingen betreffende de tuinen in het uit
breidingsplan Sohipholweg met soepelheid
gehanteerd zullen worden en dat een proef
genomen zal worden met een gemeen
schappelijke doorgang voor fietsende leer
lingen van de A. H. Gerhardschool en
H.B.S A, waarvoor de heer Mol (C.P.N.)
had gepleit.
Motie-Lages
De vergadering begon, zoals te verwach
ten viel, met een debat tussen de voorzit
ter, burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers,
enerzijds en de heer Proper anderzijds
over de door die fractie ingediende motie
van-bezwaar tegen de gratie aan Lages.
Mr. Cremers stelde zich uiteraard op
het standpunt dat het hier een afgedane
en niet-specifiek Haarlemse zaak betrof;
de fractieleider der communisten meende
dat, daar de Tweede Kamer niet tot een
motie was gekomen die verdere strafver
mindering uitsloot, het op de weg van de
gemeenteraad ligt om zich daarover uit
te spreken, te meer omdat de activiteit
van Lages, ook veel slachtoffers in Haar
lem had gemaakt.
De voorzitter stelde daarop zonder meer
stemming, waarbij uiteraard het voorstel
van B. en W. om de communistische motie
niet in overweging te nemen de instem
ming van alle overige fracties verwierf.
Het verzoek van de bewoners van de
omgeving van het Drilsmaplein om dat
plein tot plantsoen te maken verwierf de
instemming van de heren Willemse
en Proper, die overigens er liever een
speelplaats voor kleuters zagen.
Wethouder Angenent zegde een plan
toe om niet alleen het Drilsmaplein, maar
ook het Pretoria-, Leidse- en Teylerplein
een passende verfraaiing te laten onder
gaan.
Bij de benoemingen verzette mevrouw
S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V.V.D.) zich
tegen het benoemen van een leraar in mu
ziek aan het Stedelijk Gymnasium, daar
de onderwijscommissie in de voorbereiding
daarvan nog niet was gekend.
Er zijn nogal wat vragen te beantwoor
den: is muziekonderwijs op het Gymna
sium dat toch al zo'n overladen pro
gramma heeft gewenst en in hoeverre
moet het worden ingevoerd.
Wethouder Geluk repliceerde dat er
geen bezwaar was de voordracht in te
trekken, ook al waren er bij Lorentz- en
Coornhertlyceum reeds precedenten ge
weest en was iedere school vrij in de
keuze der niet-verplichte vakken.
De overige benoemingen en voorstellen
werden conform de voordrachten van B.
en W. aanvaard.
ADVERTENTIE
die Uw ingewanden verstoppen!
Zacht en toch snel werken
De Zandvoortse gemeenteraad heeft gis
teravond met algemene stemmen het voor
stel van B. en W. aangenomen om in de
begroting voor 1953 een maximale bij
drage van f 232 ten behoeve van de Haar
lemse Orkest Vereniging te ramen. Het
K.V.P.-raadslid Lindeman oordeelde deze
subsidie nog maar matig voor Zandvoort,
dat voor zijn cultureel genot zo direct op
Haarlem is aangewezen. Hij gaf aan B. en
W. in overweging de H.O.V. het volgend
jaar tijdens het seizoen eens te engageren,
waardoor de bijdrage met f 400 kan wor
den verhoogd. De voorzitter, mr. Van Fe-
nema, verwelkomde deze suggestie en be
loofde hierop bij de behandeling van de
begroting te zullen terugkomen.
ADVERTENTIE
voor Uw vrienden overzee moeten
NU verzonden worden.
Wij hebben een fraaie sortering, en
zorgen voor solide verpakking.
Zijlstraat 98
Met de vertoning van het even eigenaardige als indrukwekkende melodrama „Hen
drik de Vierde" van de cynische filosoof der betrekkelijkheid Luigi Pirandello -
gisteren had in de Amsterdamse Stadsschouwburg de première voor de hoofdstad
van dit uit 1922 daterende werk plaats - heeft het Rotterdams Toneel de theater
minnaars bijzonder aan zich verplicht. Plet zogenaamde Pirandellisme, dit verbijste
rende wisselspel van schijn en werkelijkheid, heeft zoveel navolging gevonden, vooral
in Frankrijk, dat men er zo langzamerhand behoefte aan gevoelde weer eens met zijn
oorspronkelijke opzet geconfronteerd te worden. Deze Italiaanse schrijver, twee jaar
voor zijn dood in 1936 met de Nobelprijs onderscheiden, verwekte niet alleen een
heilzame reactie op het onhoudbare naturalisme, hij wist tevens de menselijke intel
ligentie als een waarlijk dramatische factor in te schakelen. Het werkelijke drama
van de mens - zo heeft hij zelf eens geformuleerd - is dat hij kan denken en zich het
hoofd over problemen breken. En men heeft nu gelegenheid te constateren dat
Pirandello, ondanks de bijna mathematische constructie van zijn op „abstracties"
gebouwde stukken, meer hartstocht en emotie in het spel brengt dan Shaw, dat hij
zo mogelijk moderner in ieder geval poëtischer is dan Sartre en dat zijn originaliteit
veel dieper in de grondslagen van het bestaan kerft dan soortgelijke bedenksels van
Anouilh of de voor de consequenties terugdeinzende Priestley.
Telefoon 11706
DE VERGADERING van de gemeenteraad bestond Woensdag uit twee delen.
Eerst kwamen de leden in de oude Statenzaal bijeen en vervolgens in de feeste
lijk versierde hal van het Stadhuis. De tweede bijeenkomst was bedoeld om afscheid
te nemen van mr. Th. A. Wesstra, wie met ingang van 1 November op de meest
eervolle wijze ontslag werd verleend met dankbetuiging voor de zeer vele belang
rijke en gewichtige diensten gedurende tal van jaren aan de gemeente bewezen.
Burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers bood de scheidende ambtenaar tijdens de
huldiging de gouden médaille der stad Haarlem aan, waarop als inscriptie voorkomt
„uitstekend als mens en onvergetelijk als secretaris van Haarlem".
Wat is de waarheid?
Luigi Pirandello, aldus constateerde een
van zijn biografen, leefde niet hij
schreef. Vier gedichtenbundels, veertien
romans, vijfhonderd novellen en vijftig to
neelstukken heeft hij voortgebracht. En
in zo goed als al deze werken speelde hij
met antwoorden op de centrale vraag: be
staat er een objectieve waarheid? Met tot.
uitersten gaande logica ontwortelde hij
alle aardse zekerheden. De voorstelling, die
iemand zich van zijn eigen leven maakt,
kan goed of fout zijn, maar zij verschilt
van de voorstelling die een ander daarvan
heeft. Men giet het leven in een bepaalde
vorm, doch steeds is het leven aan het
werk om deze vorm te verbreken. Door
bordurend cp deze gedachten wil Piran
dello ons het verschil tussen realiteit en
illusie laten ontkennen, doordat de gefin
geerde personen zich bewegen in hun
eigen werkelijkheid. Zo kwam hij tot de
Voor de bijeenkomst bestond grote be
langstelling. Bij de genodigden waren
familieleden van mr. Wesstra, mevrouw
CremersDe Bruijn, echtgenote van de
burgemeester, de heer C. Maarschalk, dr.
J. E. baron De Vos van Steenwijk en de
heer M. A. Reinalda, allen oud-burgemees
ters van Haarlem, de laatste twee met echt
genoten, mr. A. Bruch, oud-wethouder, de
heer H. J. L. Klein Schiphorst, oud-raads
lid, gemeente-secretarissen van de grote
gemeenten uit het Westen van het land en
alle ambtenaren van de gemeente-secre
tarie.
Burgemeester Cremers herinnerde aan de
avond 2 Juni 1950, waarop het feit gevierd
werd, dat mr. Wesstra dertig jaar ge
meentesecretaris was. Toen was het vertrek
nog maar een zaak van de toekomst. Die
zwarte toekomst is nu heden geworden.
Sprekende over mr. Wesstra als eerste
raadgever van de burgemeester, zeide de
spreker, zich de eerste ontmoeting nog
levendig te herinneren. „Ik zal nimmer
vergeten de hoffelijke wijze, waarop u mij,
die in het bestuur ener gemeente even on
ervaren en met de specifiek Haarlemse
toestanden onbekend was, tegemoet bent
getreden. Er volgden jaren van hartelijke
samenwerking. Ik kon in alles altijd en ten
volle op u rekenen. Dat kon ook het college
van burgemeester en wethouders, in welke
vergaderingen de adviserende stem van de
secretaris soms zwaarder telde, dan die
van een stemhebbend lid. In die vergade
ringen moet zo vaak op stel en sprong in
moeilijke zaken een beslissing worden ge
nomen. Dan is het zaak te weten, hoe in
het verleden is gehandeld, hoe men in
andere gemeenten een oplossing vond en
welke de consequenties zijn van een be
paald besluit. Het persoonlijk inzicht en
eigen ervaring wezen het college vaak de
weg. Maar met de kennis van een ambte
naar kan men in een grote gemeente niet
volstaan. Achter de secretaris stond het
leger van goed geschoolde en toegewijde
ambtenaren, die niet slechts de uitvoerders
zijn van de besluiten van het gemeentebe
stuur, maar onder leiding van mr. Wesstra
en geprikkeld door zijn voorbeeld, meeden
ken in de door het gemeentebestuur aan
gegeven richting."
Als herinnering aan de samenwerking in
het college van B. en W. overhandigde de
burgemeester een geschenk, dat de ver
vulling is van een lang gekoesterde wens,
namelijk twee maatkannetjes.
De burgemeester vervolgde, dat de secre
taris aan de redactie van de raadsstukken,
aan de opstelling van de agenda en aan de
tijdige inschakeling van de raadscommis
sies de grootst mogelijke aandacht be
steedde. Door zijn veelzijdige belangstelling
voor het maatschappelijk leven werd mr.
Wesstra in het werk van tal van verenigin
gen en instellingen betrokken. Ook daar
geniet hij veler achting en vertrouwen. Al
dus heeft hij het ambt van secretaris in
hoog aanzien gehouden en het vertrouwen
van de burgerij in de gemeentelijke over
heid, wier eerste ambtenaar hij was, ver
stevigd.
Nadat het besluit tot het verlenen van
het ontslag was genomen, zeide de burge
meester, dat in het besluit onvoldoende de
dank tot uiting komt, die het gemeentebe
stuur en de stad aan de secretaris ver
schuldigd zijn, Daarom overhandigde de
spreker de gouden médaille met inscriptie
der stad Haarlem.
Mevrouw m r. E. A. J. S c h e 11 e m a
C o n r a d i, het oudste lid van de ge
meenteraad, vroeg of het al de tijd is om
afscheid te nemen van mr. Wesstra. Hij
heeft immers ervaring en bezit de weten
schap om het werk van gemeente-secretaris
te verrichten. De wet schrijft echter voor,
dat de ambtenaar wegens het bereiken van
de 65e verjaardag met pensioen moet
gaan. De raad betreurt dat zeer. De ver
houding tussen de secretaris en de raad
was niet zakelijk, maar persoonlijk; hij was
een deel van de raad. Mevrouw Scheltema
sprak woorden van dank en bood een ets,
voorstellende de Grote Markt, aan.
Mr. Wesstra dankte de burgemeester
en diens voorgangers voor het vertrouwen
in hem gesteld. Het is weemoedig te bre
ken met iets, dat men gaarne wil vasthou
den. Er is echter dankbaarheid zeide de
spreker, omdat hij in goede gezondheid de
gemeenschap heeft kunnen dienen.
Beëdiging nieuwe
gemeentesecretarsi
Vervolgens werd m r. H. E. P h a f f tot
gemeente-secretaris beëedigd. In de vol
gende vergadering zal de installatie volgen.
Na sluiting der openbare raadvergadering
kregen enkele heren gelegenheid mr. Wes
stra toe te spreken. De heer J. W. A.
Stalpers besprak de verhouding tussen
de scheidende ambtenaar en de ambtenaren
ter secretarie en vervolgde, dat bij mr.
Wesstra op de voorgrond traden zijn des
kundigheid in bestuurszaken en admini
stratieve werkzaamheden, zijn krachtige
leiding, voortkomend uit zijn persoonlijk
heid, zijn welwillendheid, zijn vertrouwen
in de ambtenaren en zijn mensenkennis. De
heer Stalpers sprak de wens uit, dat mr.
Wesstra ook als ambteloos burger een ver
dienstelijk burger zal blijven en bood
namens de ambtenaren een zilveren pre
senteerblad aan.
D r. W. B. S m i t sprak namens de kring
van hoofden van takken van dienst woor
den van dank voor de prettige samenwer
king. Als secretaris stond mr. Wesstra altijd
klaar en bij de besprekingen kwam zijn
kennis van zaken tot uiting. Als herinne
ring bood dr. Smit een beeld van een
Christus-figuur van Kopenhaags porselein
aan.
Officium en humanitas
Dr. J. E. baron De Vos van
Steenwijk, mede sprekend namens de
heren Maarschalk en Reinalda, schetste
De scheidende gemeente-secretaris mr. Th.
A. Wesstra ontving uit handen van burge
meester mr. P. O. F. M. Cremers twee
tinnen kannetjes.
hoe de verhouding secretaris-burgemeester
is geweest dank zij mr. Wesstra. In de ge
meentewet is de taak van de secretaris
vaag omschreven. Mr. Wesstra fluisterde
in de raad, sprak in het college van B. en
W. en regeerde op de secretarie. In deze
taken heeft hij zijn sporen verdiend. Ver
volgens herinnerde de spreker aan de
samenwerking van de jaren voor de oorlog
en de korte tijd na de bezetting. Het waren
moeilijke jaren, waarbij mr. Wesstra een
belangrijke rol vervulde. Dr. baron De Vos
van Steenwijk zeide, dat op de scheidende
ambtenaar van toepassing zijn de Latijnse
woorden „Officium" en „humanitas".
Officium betekent beleefdheid, dienst
vaardig, gehoorzaamheid, plichtsgevoel, en
humanitas betekent vriendelijk, wellevend,
menslievend en hogere beschaving.
De spreker besloot met hem gelukkige
jaren in de gelukkige stad Haarlem toe te
wensen.
Uit naam van een kring gemeente-secre
tarissen van grote gemeenten uit het Wes
ten van het land bracht m r. K. Poll,
secretaris der gemeente Dordrecht, mr.
Wesstra in dichtvorm dank voor hetgeen
hij voor de kring gedaan heeft.
Tenslotte bracht d'e scheidende gemeen
tesecretaris dank aan de sprekers en aan
de ambtenaren voor de samenwerking,
waarna er gelegenheid bestond afscheid te
nemen.
De heer J. W. Th. F i b b e (V.V.D.) heeft
gisteren waarschijnlijk weinig pleizier be
leefd aan zijn interpellatie in de Haarlemse
raad over het veel-gewraakte, maar nim
mer uitgebannen „eigen beheer".
Hij had een reeks vragen gesteld (zie
ons blad van Vrijdag j.l.) waarvan de
teneur deze was: of B. en W. doen de
toezeggingen aan de raad om het uitvoeren
van onderhoudswerken en dergelijke bin
nen redelijke grenzen te houden niet ge
stand, of het personeel van de gemeen
te doet wat het wil.
In zijn toelichting op deze vragen laakte
de heer Fibbe deze door hem geschetste
gang van zaken, daarbij teruggrijpende op
de begrotingsdebatten van 11 Juni 1947,
waarbij het toenmalige raadslid Klein
Schiphorst het eigen beheer vergeleken
had met een „inktvlek in vloeipapier".
Wethouder Angenent was door al die
aantijgingen werkelijk een beetje boos ge
worden. Hij antwoordde dat hij liever ge
zien had dat de heer Fibbe de juiste in
houd had weergegeven van de zaak waar
het in 1947 om ging: de aanschaffing van
gereedschappen voor klein onderhouds
werk. Ook B. en W. waren toen in zichzelf
verdeeld geweest, vandaar dat niet hij,
maar wethouder Geluk het voorstel had
verdedigd. De raad aanvaardde het toen
met 20 tegen 15 stemmen en sindsdien zijn
herhaaldelijk cijfers verstrekt waaruit kon
blijken dat het met het eigen beheer nogal
losliep. Het door de heer Fibbe gelaakte
schilderen van het huis Spaarne 36 was
dringend nodig om verder verval te voor
komen, daar de toekomst van het pand on
bekend is, wordt volstaan met het in de
grondverf te zetten. Totale kosten: twee
honderd gulden.
En het gebouw van Bouw- en Woning
toezicht werd in eigen beheer geschilderd
omdat Openbare Werken toch ook proeven
moet kunnen nemen met nieuwe verfsoor
ten. Totale kosten: 812 gulden. Het aantal
werklieden voor dat soort klusjes is bij
Openbare Werken trouwens nog dalende
ook.
Van de kapitaalswerken wordt geen sou
in eigen beheer gegeven, zo riep wethouder
Angenent uit en de verhouding van de on
derhoudswerken het afgelopen jaar was
71.641.in eigen beheer en 167.907 bij
aannemers. Hij had daar een gespecificeer
de lijst van. „Die wil ik dan wel eens
zien", antwoordde de heer Fibbe, die ove
rigens nogal haastig retireerde met de op
merking dat de tijd aanbrak voor verdere
discussie de voorzitter merkte op dat
er nog wel een half uurtje beschikbaar
was en dat'hij er bij de begroting op
terug zou komen.
De heer Men sink (Arbeid) mengde
zich daarop in het debat door erop te wij
zen dat hij het onfatsoenlijk vond wanneer
een raadslid zonder het antwoord van B.
en W. af te wachten een bepaalde suggestie
wekt, waarop de heer Fibbe een antwoord
gaf dat erop neerkwam dat hij bij zijn aan
vankelijke mening bleef.
Wethouder Angenent besloot toen dit
merkwaardige debat met een „Wel nu nog
mooier, dat vind ik erg".
ADVERTENTIE
Het warmste op m'n bed n a:
een haard-kachel van de iV
De jaarlijkse feestavond van het jubileum
fonds van de Noord Zuid Hollandse Vervoer
maatschappij is bepaald op Donderdag 6
November in het Concertgebouw. Dan zul
len de jubilarissen van 1952 gehuldigd
worden. Veertig jaar in dienst waren de
heren H. D. Jansen, J. G. Emmink, H. van
der Vecht, J. Liedmeijer. C. P. van Gijn,
E. Rudolphy, J. H. H. Heytmeijer en A.
Steetskamp en vijf en twintig jaar de heren
G. Overbeek. F. G. Hollander, H. G. J. van
Emmerik, M. C. Eelman, J. Mulder, G.
Grootenboer en M. J. Machielsen.
ADVERTENTIE
i Nov. 1912 40 jaar 1 n0v. 1952
Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan
onzer zaak op Zaterdag 1 November a.s
bieden wij onze cliëntèle op die dag een
extra verzorgd vleeswarenpakket, verpakt
in speciale jubileumzakjes:
1 ons Ham en ons Rookworst ontbijt
spek samen pond voor de sterk ver
laagde prijs van 95 cent.
Wij danken onze cliëntèle voor het steeds
genoten vertrouwen en we zullen alles in
het werk stellen U ook in de toekomst tot
volle tevredenheid te blijven bedienen.
SLAGERIJ 3 BROEKHOF
KL. HOUTSTRAAT 80 TEL. 13064
HAARLEM. 29 October 1952
ONDERTROUWD: 29 Oct., J. W. Willem-
sen en C. J. Goeting; A. Biere en M. G. Aals-
ma; D. van den Outenaar en J. Katt; P. L.
van Leeuwen en E. A. E. Herman; I. Katan
en D. Visser; G. Sömjén en E. Herman; G.
M. van den Aakster en M. Schippers; G. J.
H. Kerstholt en J. S. L. de Wit: G. Nijeman-
ting en A. M. Bosveld; J. Wenning en A.
Diermanse; J. van den Ende en A. A. Th.
Verrijt; H. A. .Toosten en M. G. A. J. de Rui
ter: J. C. Veldkamp en W. Roos.
GEHUWD: 29 Oct., P. Joosten en Th. J.
van Baar; J. Caspers en J. Valk; Th. Vee-
nings en G. J. F. Meier; J. H. J. M. van Schie
en G. H. Hermans; A. Spreeuw en J. van
Bentem; H. H. Vreulink en M. J. Scheffer;
J. II. Termets en C. A. Prins; J. Melet en M.
H. van Dansik; M. B. de Graaf en B. C.
Woolthuis; H. L. A. Roseboom en E. C. Ko
ning; D. Langenberg en J. van de Reep; G.
L. IJzerman en S. M. Bekooij; P. Maerten en
J. A. M. Slewe: C. L. H. Janus en H. M. van
Dam: L. van Dalfzen en H. H. de Boever; P.
van Andel en J. Mettau; G. Koelemeijer en
K. Stoltz: M. van der Aa en J. van Dijck.
BEVALLEN van een zoon: 27 Oct., S. Ligt-
voetKoekkoek; 28 Oct., M. H. Huurmande
Koning; G. J. Balm—Alders; J. H. Foppen-
van Latum: 29 Oct., A. J. Stam—Veenis; H. H.
NupoortFictoor.
BEVALLEN van een dochter: 28 Oct.. A.
KoperBarenkamp; M. L. Bosmavan Hillo.
OVERLEDEN: 28 Oct., E. P. Joosten, 7 d„
Acaciastraat; E. Visserde Reus, 76 j„ Gast-
huisvest: W. R. SchipperKa aks, 30 j., Ha-
zepaterslaan; L. Meijvan Zweden, 72 j.
Pegasusstraat; M. H. Jansen—de Droog, 76
j., Klaverstraat; 29 Oct., J. J. Grooteman, 45
j., Kamperlaan.
voor zijn drama's toonaangevende con
clusie: een mens is niemand, een bedachte
figuur is altijd iemand. Dat geldt ook en
zelfs in bijzondere mate voor zijn „Hen
drik de Vierde". Want al zijn alle erin
optredende personages niet meer dan ma
rionetten, gemaskerde schimmen, die al
leen passen in een verstandelijk ontwor
pen ruimte, niemand kan zich onttrekken,
aan hun beangstigend pathos, aan de exta
tische spanning van een zeer wezenlijke
tragiek. En al kan men hier theoretisch
tegenover stellen dat kunst geen syllogis
me is, men wordt tegelijk aan het denken
gebracht en op een huiveringwekkende
wijze door deze zinsbegoocheling ontroerd.
De inhoud kan gemakkelijk in het kort
worden samengevat. Een begaafd amateur
acteur van adellijken huize, door een val
van zijn paard krankzinnig geworden, ver
beeldt zich Hendrik de Vierde van Duits
land (die in het begin van de elfde eeuw
de tocht naar Canossa maakte) te zijn,
welke historische figuur hij in een op
tocht voorstelde. Als hij na twaalf jaar
zijn verstand terug heeft, zet hij dit spel
der verbeelding voort, niet uit vrees voor
de buitenwereld, maar omdat hij eraan
verslaafd is geraakt. Temidden van zijn
in middeleeuwse costuums verklede omge
ving op een afgelegen kasteel trekt hij zich
terug in een gesimuleerde waanzin na
eerst een vroegere tegenstander te hebben
gedood. Afgaande op deze feiten zou men
aldus menen met een bizarre grand-guig-
nol te doen te hebben. Maar men moet
hier dan ook de fascinerende bekoring
aan toegevoegd zien van het spel van een
man, die zichzelf als de held van zijn
dagdromen realiseert. Men kan verder ge
makkelijk aanmerkingen maken op de
zwakke expositie, op de vele lege plekken
in de tekst, waardoor het stuk ondanks
de geringe lengte soms een beetje lang
dradig aandoet, doch al deze bezwaren
smelten weg door de suggestieve macht
van de schijn, die over de werkelijkheid
heerst.
Ovatie voor Ko van Dijk
In zekere zin is „Hendrik IV" om een
definitie van Sal Tas te lenen een lof
zang op de acteur, die speelt met de wer
kelijkheid. De diepzinnige opmerkingen
zijn ten dele bijzaak en men vertelt dan
ook dat Louis de Vries, die in ons land
vroeger de titelrol vertolkte, sommige pas
sages (doordat hij ze niet begreep) geheel
verkeerd interpreteerde, zonder dat iemand
daar ooit over gevallen is. Dit verwijt kan
men Ko van Dijk, die thans als de kwasi-
keizer optrad, zeker niet maken. Deze grote
acteur, die ondubbelzinnig bewezen heeft
dat hij op deze kwalificatie aanspraak mag
maken, heeft hierin een rol van zijn gading
gevonden. Er wordt namelijk van hem een
mede op effectbejag steunende, wat men
wel noemt „ouderwetse" speeltrant ge
vraagd, omdat hij voortdurend indruk op
zijn omgeving moet maken. In de waan
zinscènes zou eenvoud misplaatst zijn. Hij
moet de anderen radicaal wègspelen en dat
lukt hem ook ten volle, geenszins overi
gens omdat de rest der bezetting onvol
doende zou zijn. Dat in het opschrift van
deze critiek gesproken werd van een ma
gistrale uitbeelding is mede te danken aan
de prachtige, aangrijpende momenten van
innerlijke eenzaamheid, als hij zich op
wonderlijk-gedempte toon overlevert aan
het vertrouwen van zijn bedienden door
het bedrog te onthullen. Het publiek bracht
Ko van Dijk aan het slot van de avond
een met voetgeroffel begeleide ovatie, die
hij ten volle door zijn even intelligent als
lyrisch spel verdient had.
Het heeft bij deze verhoudingen weinig
zin op het aandeel der anderen in te gaan,
al mag ik niet nalaten hier Loudi Nijhoff,
Ko Arnoldi, Dick van Veen en Wim Grelin-
ger met ere te noemen. Het Rotterdams
Toneel was zo gelukkig de Franse regisseur
André Barsacq bereid te vinden dit werk
in te studeren en aan hem zijn het pakken
de tempo en de geraffineerd afgewogen
mise-en-scène te danken. Geprezen moeten
tenslotte worden de décors en costuums
van Leon Gischia en de vertaling van mr.
H. Keuls, die evenzeer tot het succes bij
droegen. Maar onvergetelijk blijft het spel
van Ko van Dijk, vooral in de grandioze
tafrelen waarin hij de werkelijkheid af
zweert en waardoor dit stuk ver boven het
melodrama uitstijgt. DAVID KONING
De Haarlemse rechtbank heeft vanmorgen
uitspraak gedaan in de zaak tegen de bloem
bollenkweker C. A. D. te Santpoort, ver
dacht van valsheid in geschrifte en oplich
ting. Hij had in zijn postspaarbankboekje,
waarop een bedrag van f 1.98 stond vermeld,
een verandering aangebracht, waardoor
bleek, dat hij een tegoed had van f 1001.98.
Later heeft hij op een postagentschap in
Haarlem-Noord een bedrag van f 500 geïnd.
Het vonnis luidde een gevangenisstraf van
twaalf maanden, waarvan vier maanden
voorwaardelijk.
De rechtbank stelde de stukken in
handen van de rechter-commissaris om een
nader onderzoek in te stellen naar de oor
zaak van een aanrijding op de Rijksweg Den
HaagAmsterdam in de gemeente Haarlem
mermeer, ten gevolge waarvan een twee en
twintigjarige Belgische student, die op de
duo van een motor zat, om het leven is ge
komen. Als verdacht van overtreding van
artikel 36 van de wegenverkeerswet had
de twee en vijftigjarige Belgische technisch
directeur van een autofabriek z'ich veertien
dagen geleden te verantwoorden.
De Italiaanse minister van Landbouw,
Fanfani, heeft een bezoek gebracht aan de
Coöperatieve Zuivelexportvereniging „Frico"
te Leeuwarden. Gisteren bezocht hij reeds
een aardappelexportbedrijf te Sint Jacobi-
parochie en de modelboerderij van de heer
J. M. Wassenaar te Jelsum, voorzitter van
het Fries Rundveestamboek. De Italiaanse
minister was vergezeld van zijn Nederlandse
ambtgenoot de heer S. L. Mansholt.