Twee doden, ruim dertig gewonden Program voor uitbanning van de Pruisische pathos „Faustus" brak door pier heen en zonk voor Nieuwe Waterweg Weerbericht OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Spel-element Belgische Prinses Josephine Charlotte verloofd met Prins Jean van Luxemburg Treinbotsing bij Rotterdam Russische verklaring over Korea op komst Het woord is aan Trein met werklieden van de B.P.M. aangereden door achteropkomende arbeiderstrein Het toekomstige Duitse leger Truman en Eisenhower Scheepvaart van en naar Rotterdam gestremd Wrak gelocaliseerd Romantische unie 67e JAARGANG No 104 Hoofdkantoor Grote Houtstraat 93, Haarlem. Telefoon 15295 (zes lijnen) Directie, Hoofd redactie. Redac tie en Administratie. Bijkantoor in Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Tel. 12230. Drukkerij Zuider Buitenspaarne 12, Tel. 15295. Directeur Hoofdredacteur:, Robert Peereboom ZATERDAG 8 NOVEMBER 1952 Haarlems Dagblad 296e JAARGANG No 264 Uitgave van de Grafische Bedrijven Damiate. Verschijnt dagelijks beh. op Zon- en Feestdagen. Abonnement per week 47 cent, per kwartaal 6.10, franco per post 6.60. Postgiro 273107. Advertentietarieven op aanvraag verkrijgbaar. Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman HET KOMT ZELDEN VOOR dat een oud-minister nabeschouwing houdt over zijn persoonlijk optreden tijdens zijn mi nisterschap. Mr. J. in 't Veld, oud-minis ter van Wederopbouw, heeft zich bij de uitzonderingen geschaard en dat in pret tige trant gedaan. Niet in een rede, maar in het blad „De Nederlandse Gemeente", ter inleiding van zijn bespreking van een boekje van mr. A. Kleyn over de volks huisvesting in Zweden. Men heeft hem wel eens nagehouden dat hij gedurende zijn ministerschap zoveel en zo makkelijk praatte. Daar 'heeft hij nu het volgende pittige antwoord op gegeven: „Ja, die losse, soms naar de schijn wat oppervlakkige uitlatingen, waaraan ik mij in mijn ministersloopbaan nogal eens heb schuldig gemaakt! Vergis ik mij in het gevoel, dat zij niet steeds algemene waar dering vonden? Ik wil nu wel bekennen, dat ik dikwijls stil genoten heb van de uitwerking,, die zij somtijds hadden. Ik mocht graag een steen werpen in een stilstaande vijver om wat beweging te wekken. Als verstarring dreigt, kan dit een heilzame uitwerking hebben. Maar de degelijke en serieuze Nederlanders tonen over het geheel nog maar weinig begrip voor de waarde van het spel element in zo iets ernstigs als de lands- politiek en zien een minister daarom liever niet in de toch altijd wat frivole rol van „homo ludens". „Ministers moeten liever maar niet te veel praten en alleen hun werk laten spreken". Op een derge lijk verwijt in de Tweede Kamer heb ik eens geantwoordj dat ik mij blijkbaar nog te veel burgemeester voelde. In een burge meester aanvaardt men het gemakkelijker, dat hij als belangrijk onderdeel van zijn taak ook ziet het opvoeden van de bur gerij tot actieve belangstelling in de ge meentelijke aangelegenheden, tot meeleven en mee-denken, Maar als een minister hetzelfde probeert, dan fronsen bezadig de lieden het voorhoofd, omdat zulk op treden het gezag naar omlaag zou halen, en anderen veronderstellen heel vriende lijk, dat er wel politieke bedoelingen achter zullen steken. Men vraagt zich dan wel eens af, of het verstandig is daarmee door te gaan. Waarom zal men het zich moeilijker maken dan nodig is? Maar voor mij was nu eenmaal de stelling, dat het voor een gezonde democratie levens voorwaarde is, de afstand tussen overheid en burgerij zo klein, mogelijk te maken, meer dan schoon klinkende phrase. Ik heb haar naar beste weten in de practijk trachten te brengen. En gelukkig ont moette ik daarbij toch ook wel begrip! Spijt kan ik over mijn „te veel praten" dan ook met geen mogelijkheid voelen. Over gebrek aan reacties heb ik niet te klagen gehad en daardoor werd het doel bereikt: de publieke belangstelling wak ker roepen voor de problemen, die mij weliswaar meer in het bijzonder bezig hielden, maar die toch ons volk in zijn geheel zeer sterk raakten. En als ik dan mag constateren, dat het wereldkundig maken van de uiteraard wat oppervlakkige indrukken, welke ik bij mijn bezoek aan Zweden had opge daan, mede een stootje heeft gegeven tot het ontstaan van het voortreffelijke boekje, dat thans voor mij ligt, dan durf ik'nog wel verder te gaan. Dan voel ik niet alleen „geen spijt", maar bepaald voldoening, dat mijn „gepraat" een dus danige weerklank heeft gevonden". „Homo ludens" zegt de oud-minister en citeert daarmee de titel van een der ver maarde werken van wijlen prof. Huizinga. Homo ludens de spelende mens. Hui zinga gaf zijn volle, doordringende aan dacht aan het spel-element in de cultuur. Het valt ongetwijfeld in ons tot zwaar tillendheid geneigde volk vele volwasse nen moeilijk te erkennen, dat zij van het spel-element in hun leven en hun arbeid, ook als die directe verantwoordelijkheid jegens anderen inhoudt, geenszins af scheid hebben genomen bij het verstrijken van hun jeugd. Maar niet alleen zij, die Huizinga hebben gelezen, zullen dat in zichzelf zijn gaan ontdekken. De ontdek king is trouwens geenszins ontstellend voor wie de humor deelachtig is en daarbij zo ver is gekomen, dat hij ook om zichzelf kan glimlachen. Men behoeft maar een kleine stap verder te gaan om te over wegen, of het zelfs in de meest verant woordelijke functies niet beter is het ge wichtige masker met tact en beleid te laten vallen en afstanden tot mede mensen te overbruggen. Opdat zij zich gemakkelijker uiten. Opdat men weder kerig elkaar beter begrijpt. Opdat vmen, en dat is het wat deze oud-minister op de voorgrond stelt, bovendien aansporend optreedt. Hij mocht graag een steen in een stil staande vijver werpen om wat beweging te wekken. En over gebrek aan reacties heeft de minister niet te klagen gehad- Ik kan mij dat allebei zonder moeite voorstellen en ben het dan ook helemaal met hem eens als hij verzekert, dat de steen in de stilstaande vijver een heilzame uitwerking heeft. Wij leven in een staat kundig ordelijk land een der zes sta biele en ordelijke van Europa, die zijn: Zwitserland, Groot-Brittannië, Nederland, Denemarken, Noorwegen en Zweden maar ook dit voordeel kent zijn schaduw zijde, namelijk: de verveling. Met nauw daaraan verbonden: de verstarring. Het valt moeilijk te betwisten dat de zes orde lijkste landen van Europa tevens de zes vervelendste zijn. En als ge eraan denkt, in een tijd waarin een zo grote staatkun dige hervorming van West-Europa als federale unie in het domein der practisch- uitvoerbare politiek verkeert, dat juist onze vijf mede-ordelijken de landen zijn, die er niet aan willen.... dan treffen tevens het gebrek aan initiatief en de aar zelende voorzichtigheid van Nederlandse zijde. Afwachten en bezwaren maken is in bepaalde omstandigheden niet het beste beleid. Initiatief en durf scheppen boven dien goodwill, voor nu en voor de toe komst. Het is daarom beter het spel-element der cultuur te zien en de spelende mens te erkennen. Te vaak schijnt onze natio nale speelplaats droef en verlaten. Te vaak dreigt verstarring. Minister In 't Veld, aan Wederopbouw, heeft stenen in de stilstaande vijvers durven werpen. Wellicht zullen anderen, ook op ander chapiter, het durven bestaan hem na te volgen. Misschien zal hij school maken. R. P. Officieel is medegedeeld, dat de Sovjet- Russische minister van Buitenlandse Za ken, Andrei Wysjinski Maandag in de po litieke commissie der UNO een toespraak over het Koreaanse vraagstuk zal houden. Maandag zullen de ministers van Bui tenlandse Zaken der „grote vier" allen aanwezig kunnen zijn. Algemeen wordt groot belang aan de verklaring gehecht, daar van verscheidene zijden welomschreven vragen aan Wy sjinski zijn gesteld naar aanleiding van zijn e.erder afgelegde verklaring over het Koreaanse vraagstuk. L v is In het algemeen houdt men bij zijn plannen en combinaties niet genoeg rekening met de dwaas heid. (Maximes; 1808) Vrijdagavond tegen 6 uur zijn twee treinen, waarmee dagelijks een groot aantal arbei ders van de Bataafse Petroleum Maatschappij te Pernis naar en van hun werk worden vervoerd, bij de Waalhaven op elkaar gebotst, doordat de tweede trein in volle vaart op de eerste liep, die een half uur vertraging had. De achterste twee oude houten wagons van de eerste trein schoven in elkaar, waardoor twee der passagiers om het leven kwamen en een dertigtal meer of minder ernstig werd gewond. Toen de eerste schrik voorbij was renden enige mannen door een weide naar de portier van een machinefabriek, waar zij de politie, de geneeskundige dienst en de brandweer alar meerden. Anderen hielden op de verkeersweg langs de Waalhaven automobilisten aan met het verzoek met hun koplampen hulp te verlenen. Zonder aarzelen werd hier aan gevolg gegeven. Ook personeel van de nabije marine-duikbootbasis bood on middellijk hulp met manschappen en materiaal. Binnen een kwartier arriveerden de po litie met jeeps en radiowagens, de genees kundige dienst met zes ziekenauto's en de brandweer met motorspuiten en gereed- schapswageris. De eerste hulp gold de ge wonden in de trein. Weldra reden de zie kenauto's weg met ernstig en lichtgewon den naar het Zuiderziekenhuis. Onder het felle licht van schijnwerpers en autolampen werd met snijbranders, zagen en houwelen met man en macht gewerkt om de tussen de brokstukken van de trein bekneld geraakte passagiers te bevrijden. Nadat een zijwand van een wagon was verwijderd kon het stoffelijk overschot van een der slachtoffers geborgen worden. Korte tijd later werd een tweede passagier bevrijd bij wie de levensgeesten eveneens waren geweken. Deze beide slachtoffers zijn de 58-jarige C. Sparreboom en de 53-jarige W. van der Schulp, beiden uit Rotterdam. De heer Sparreboom was werkzaam bij de B.P.M.de heer Van der Schulp bij de Amsterdamse Ballastmaatschappij. De eerste trein met wei-klieden was om kwart voor vijf van het terrein van de B.P.M. te Pernis vertrokken naar Rotter dam. Ter hoogte van de Vondelingen- BONN (van de correspondent van het A.N.P.). De vraag hoe het nieuwe Duitse leger de democratische en Europese geest zal worden „ingepompt", staat in Bonn in het centrum der belangstelling. Aanleiding daartoe is het feit, dat enkele medewerkers van de Duitse gevolmachtigde voor de vei ligheid, Theodor Blank, ontslag hebben ge nomen omdat zij de vrees koesterden, dat niet voldoende maatregelen worden geno men om de Pruisische geest uit de Duitse kazernes te bannen. Blank is nu voor het voetlicht getreden met zijn program van militaire democratisering, waarvan hij tot dusverre weinig meer had onthuld dan dat het „een leger zonder pathos" zou worden, welks leden „burgers in uniform" zouden zijn. Volgens de plannen van Blank zal het corps van hogere Duitse officieren worden geselecteerd onder het toezicht van een commissie, die voor de helft uit militairen en voor de andere helft uit burgers zou moeten bestaan. De regering zal bij hun benoeming meewerken. Van de soldaten zal niet meer worden verlangd dat zij de eed afleggen, er zullen geen cellulaire straffen meer worden gegeven, de oude Pruisische bevelstoon zal in de kazernes niet meer worden aangeheven, de soldaten zullen in hun vrije tijd in burger kunnen uitgaan, alle manschappen zullen een cursus moe ten volgen, waarin zij tot staatsburger wor den opgeleid. Te veel haast? De tweespalt in het toekomstige Duitse ministerie van verdediging is ontstaan doordat de daar werkzame ij veraars voor de nieuwe geest in het leger menen te wor den tegengewerkt door de vroegere officie ren, die in het bureau zijn opgenomen. Die schijnen in hun haast om zo snel mogelijk met de vorming van het Duitse kader te kunnen beginnen, niet veel tijd te willen verliezen aan de aanbevolen experimenten. Blank heeft nochtans plechtig beloofd, dat hij zal doorzetten. Het ligt in de bedoeling, dat de Bondsdag terstond na de ratificering der verdragen een wet zal aannemen, die het mogelijk zal maken, vrijwilligers op te roepen. Sollicitanten zijn er al bij de vleet. Tot nog toe hebben 25.000 oude beroeps soldaten zich bij het bureau van Blank ge meld om een plaatsje als kaderlid bij het Duitse contingent te veroveren. De in elkaar geschoven rijtuigen, waar de meeste slachtoffers vielen. plaat brak een haak van de koppeling van de derde wagon. Nadat deze wagon was gerangeerd, werd hij achter aan de trein gekoppeld. Toen de trein weer verder reed, moest de machinist stoppen voor een verkeerde wisselstand. De wissels worden op dit traject niet automatisch bediend. Door dit alles was er bijna een half uur vertraging ontstaan. De machinist van de tweede trein kon hiervan niet tij dig op de hoogte worden gesteld, aange zien er geen blokposten zijn op deze baan. Het rode achterlicht van de eerste trein werd door de leerling-machinist van de tweede trein pas op het laatste moment opgemerkt. Hij waarschuwde de machinist, die nog remde, maar toen was het reeds te laat. Gelukkig was de snelheid van de trein niet groot, want anders zouden de 'gevolgen van de botsing waarschijnlijk nog veel ernstiger zijn geweest. Van de zijde der Nederlandse Spoorwe gen werd hedenmorgen medegedeeld dat bij de botsing 34 personen werden ge wond, waarvan er thans nog tien in het Zuiderziekenhuis worden verpleegd. Een woordvoerder van het Witte Huis heeft medegedeeld, dat kolonel-vlieger Albert Cox met een persoonlijke bood schap van Truman naar generaal Eisen hower is gezonden. James Hagerty, perssecretaris van ge neraal Eisenhower, zeide, dat de bood schap van president Truman betrekking had op buitenlandse vraags+ukken, die in verband staan met de UNO. President Truman heeft in een telegram aan Eisenhower bevestigd dat hij hem 17 dezer gaarne op het Witte Huis zal ont moeten. De vermoedelijke samenstelling van het drie Januari voor het eerst vergaderende nieuwe Huis van Afgevaardigden zal zijn: 221 republikeinen, 213 democraten (met een onvervulde zetel, door overlijden van de gekozene) en één onafhankelijk lid. Volgens de jongste gegevens is de uit slag der presidentsverkiezingen als volgt: op generaal Eisenhower stemden 32.995.608 kiezers en op gouverneur Stevenson 26.549.961. In totaal zullen 442 kiesman nen op de generaal stemmen en 89 op Stevenson. 39 Amerikaanse staten heb ben zich voor Eisenhower en negen voor Stevenson uitgesproken. BOTSING TUSSEN AUTOBUSSEN In een scherpe bocht van de weg tussen Doetïnchem en Terborg zijn hedenmorgen om zes uur twee autobussen van de N.V. Gelderse Tramwegen tegen elkaar gebotst, vermoedelijk doordat de chauffeur van één der bussen niet voldoende rechts hield. De cabines van beide bussen werden inge drukt, waardoor beide chauffeurs bekneld raakten. Ook twee passagiers werden ge wond. Allen zijn naar een ziekenhuis in Doetinchem overgebracht. Eén der bussen reed na de botsing van de weg af en kwam in een naastgelegen weiland tot stilstand. In de afgelopen nacht heeft zich de opzienbarende laatste fase in de ramp van het Panamese s.s. „Faustus" afgespeeld: het schip, dat, opgestuwd door zware grondzeeën, een bres beukte in de Noorderpier, schoot tenslotte door dit gat heen naar de andere kant van de pier en werd daardoor zelf zo zwaar gehavend, dat het korte tijd later, omstreeks tien uur, pal voor de Nieuwe Waterweg, langzaam wegzonk. Het was pik donker en de sleepboten „Blankenburg" en „Humber" waren nog op weg om de „Faustus" uit het zeegat weg te slepen, toen de bemanning van de loodsboot op het radarscherm de Panamees zag ondergaan. Het wrak verspert nu de ingang van de Nieuwe Waterweg zodat de scheepvaart naar Rotterdam voorshands geheel schijnt te zijn gestremd. Verscheidene schepen, waaronder de „Maasdam" konden niet binnen komen en lagen buitengaats te wachten, terwijl pogingen werden gedaan om de plaats te bepalen, waar de „Faustus" precies was gezonken. Men heeft deze namelijk heden morgen nog niet kunnen vaststellen. Direct nadat de Faustus was^ gezonken, hetgeen op de sleepboten, waar'ieder zich gedekt moest houden voor de kokende zee, niet was waargenomen, werd de „Presi dent J. Leis" uitgezonden om de plaats van het wrak te bepalen, doch de redding boot kon het wrak niet vinden. De onge wisheid over de plaats waar de „Faustus" zonk maakte, dat men moest aannemen, dat het zeegat te gevaarlijk was om binnen te komen. Het was misschien zelfs wel versperd. De scheepvaart werd zowel het binnen komen als het uitvaren verboden. Hoewel sinds Donderdagmiddag niet meer werd beloodst, waren toch enkele schepen zon der loods binnengelopen. Ook dit werd verboden. De Harwich-boot, die vannacht om twaalf uur moest vertrekken, bleef liggen. Het Amerikaanse troepenschip, dat vannacht om 12 uur uit Harwich met Korea-vrijwilligers naar Rotterdam zou vertrekken, werd opgehouden. De vaart was volledig gestremd. De vraag, waar het wrak ligt, eiste zo spoedig mogelijk antwoord, want zonder dit antwoord zou de Waterweg gesloten blijven. De bergingsblazer „Zeeleeuw" ging op verkenning uit, maar moest binnen de pieren blijven en kon niets waarnemen. Toen vertrok de loodsboot „Rigel" naar zee om te trachten iets waar te nemen. Om kwart over 9 kwam toen het eerste bericht als een verlossing uit de onzekerheid. De „Rigel" had het wrak gelocaliseerd. De schipper meldde dat hij aan het eigenaar dige breken van de zee de plaats kon zien waar het wrak onder water moest zitten. Uit de plaats, die hij opgaf, was op te ma ken dat de „Faustus" dwars op de vaargeul was gezonken en er gedeeltelijk in lag. Naar schatting zou het mogelijk zijn voor niet al te grote schepen tussen het wrak en het Noorderhoofü te passeren. Maar dat waren slechts voorlopige berekeningen. Laag water, omstreeks 11 uur, zou meer zekerheid kunnen geven. Ver buiten de Waterweg zag men nog steeds de silhouetten van schepen, die zwaar stampend en slingerend wachtten op het afnemen van de storm en eventuele heropening van de vaargeul op de Water weg. De Maasdam, die sinds gistermorgen voor het zeegat ligt, is duidelijk waar te nemen. Ook zou vanmorgen omstreeks Prinses Josephine Charlotte van België is verloofd met erfgroothertog Jean van Luxemburg. De prinses is 25 jaar en haar verloofde 31. Prinses Josephine Charlotte is de oudste dochter van Koning Leopold en wijlen Ko- De burgemeester van Amsterdam, mr Arn. J. d' Ailly, is Zaterdagochtend per vlieg tuig in Sydney aangekomen, waar hij de gast zal zijn van burgemeester Ernest o' Dea, die in April een bezoek aan Amsterdam heeft gebracht. Prinses Josephine Charlotte ningin Astrid. Zij werd 11 October 1927 te Brussel geboren. In 1935, toen zij acht jaar oud was, stierf haar moeder tenge volge van een auto-ongeluk. Tijdens de oorlog verbleef zij onder be waking van de bezetter op het kasteel van Laken tot zij in Juni 1944 met Koning Leopold, prinses Liliane, en de prinsen Boudewijn, Albert en Alexander naar Duitsland gedeporteerd werd. Prinses Josephine-Charlotte kwam de eerste maal voor een kort verblijf naar België terug op 11 April 1949 en deze terugkeer werd overal geestdriftig ont vangen. Op 10 Maart keerde zij definitief naar haar land terug en sedertdien ziet men haar geregeld in het publiek ver schijnen. Zij toont veel belangstelling voor so ciaal werk en voor de muziekkunst. Haar verloofde, prins Jean Benoit Guil- laurae Marie Robert Louis' Antoine Adolphe, Mare d'Aviano, erfgroothertog van Luxemburg, Prins van Nassau en Bourbon-Parma, zoon van het Luxem burgse groothertogelijk paar, is 5 Januari 1921 op het kasteel te Berg in Luxemburg geboren. Hij is dus 31 jaar. Hij studeerde eerst te Luxemburg, ver volgens in Engeland en voltooide zijn stu diën in Canada tijdens de tweede wereld oorlog. Op 5 Januari 1939, toen hij 18 jaar oud werd, ontving hij officieel de titel van erfgroothertog. 10 Mei 1940 volgde hij zijn ouders naar het buitenland, eerst in Frankrijk, daarna Prins Jean in Engeland, via Spanje en Portugal. De leden van de groothertogelijke familie be gaven zich vervolgens naar de Verenigde Staten, waar zij de gasten waren van pre sident Roosevelt. Vandaar ging prins Jean naar Canada om er zijn studiën te be ëindigen. In 1942 keerde hij naai- Enge land terug, waar hij dienst nam bij de Irish Guards. Hij maakte deel uit van de troepen, die in 1944 België bevrijdden. 10 September 1944 begaf hij zich ijlings naar het zo pas bevrijde Luxemburg. Hij is kolonel en adjunct-inspecteur van het Luxemburgse leger. vier uur de „Nieuw Amsterdam" voor de Waterweg zijn verschenen. Nog drie gestrande schepen Nu de „Faustus" is gezonken zitten er nog drie schepen vast op de Neder landse kust. Het Turkse schip „Bakir", dat eergisteren bij Schiermonnikoog strandde, kreeg gisteren een lotgenoot in het Spaanse schip „Sacbaaalona", dat ten Noord-Oosten van dit eiland aan de grond liep. Tezelfder tijd zond een niet geïdentificeerd Liberty- schip in de nabijheid noodseinen uit. Dit schip verdween later in Westelijke richting. De „Sacbadalona" is gisteren later op de dag door de hoge zee over een zandbank heen gezet en bevindt zich nu bij het Huibertgat. Het verkeert niet in onmid dellijk gevaar. De sleepboot „Holland" van rederij Doeksen blijft in de nabijheid van het Spaanse schip, dat zijn anker heeft verspeeld. Het Turkse schip „Bakir" zit nog steeds hoog en droog op het strand. Men heeft alle hoop, de „Bakir" vlot te kunnen krij gen, maar eerst zal men beter weer dienen af te wachten, en dat kan nog wel enige tijd duren. De bemanning van beide genoemde vaartuigen is nog aan boord. Na daartoe ook gistermiddag reeds po gingen te hebben ondernomen, hebben hedenmorgen omstreeks vier uur de sleep boten „Zuidzee", „Maas", „Schelde" en „Goliath", alsmede het bergingsvaartuig „Walrus" opnieuw getracht het gestrande Portugese stoomschip „Pebane" bij Vlissin- gen vlot te brengen. De boten moesten noodgedwongen de trossen weer los gooien. Hoewel men een flink tijwater verwacht had, kwam er aanmerkelijk minder water dan in de nacht toen het schip strandde. Dit maakte de pogingen om de Portugees vlot te krijgen onmogelijk. Onverrichter- zake zijn de boten naar de haven van Vlissingen teruggekeerd. Men overweegt thans, de lading kolen van het schip te lossen. Vissers in nood De motorreddingboten „Brandaris" en de sleepboot „Stortemelk" zoeken in de Waddenzee naar een vissersvaartuigje, dat gisteravond noodseinen uitzond. Ver moedelijk betreft het de „Harlingen 5", die op garnalen viste en tegen de verwach ting in gisteravond niet in Harlingen is binnengekomen. Er bevinden zich waar schijnlijk drie man aan boord. Het scheepje was vanmorgen vroeg nog niet gevonden. De Haarlemse sleepboot „Oceanus" van de N.V. „Holland", die zoals wij gisteren berichtten tijdens het noodweer in het Kanaal een deel van zijn sleep verloor, is gistermorgen om kwart voor twaalf in Falmouth aangekomen. Naar wij van de rederij vernamen bestaat er weinig kans op de losgeslagen trawler te achterhalen omdat deze vermoedelijk al meer dan elf mijl uit de Britse kust is afgedreven, v/aar de zee nog altijd zeer onstuimig is. XXXOOOOOOOOOOCXXXXJOOOOCOOOOOOOOCXXDOf xoooooooooooooc KOUDE NACHT Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Zater dagavond, tot Zondagavond, opgemaakt om 10 uur: Aanvankelijk flinke opklaringen mei nog slechts enkele verspreid optreden de buitjes, verder afnemende wind uit Noordelijke richtingen en in de nacht plaatselijk lichte vorst. Later toene mende bewolking met enige regen, matige tot krachtige Zuidelijke tot Zuid-Westelijke wind en ongeveer dezelfde temperaturen als vandaag. 9 November Zon op 7.49 uur, onder 16.58 uur. Maan op 23.41 uur, onder 14.06 uur. 10 November Zon op 7.51 uur. onder 16.56 uur. Maan op onder 14.19 uur. Hoog en laag water in IJmuiden Zaterdag 8 November Hoog water: 7.43 en 20.02 uur. Laag water: 3.10 en 15-32 uur. Zondag 9 November Hoog water: 8.33 en 20.58 uur. Laag water: 3.54 en 16.18 uur. Maandag 10 November Hoog water: 9.35 en 22.09 uur. Laag water: 4.48 en 17.16 uur. 5OOOOOOOOOOOOOOCTOOOOOCODCOCXXXX*XKÏODCO XXCiO-r*-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 1