10
Betoverend materiaal voor
een luxe-industrie
Onze mantelconfectie
heeft een goede naam
Richelieu-borduurwerk
voor avondblouse
De zaak-Andreas
Email en email
Kunstzinnig bedrijf in Haarlem
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1952
DIT MAKEN WIJ ZELF
FEUILLETON
(Door Harry Hoff,
vertaald uit het Duits)
oor
do<^0r
o uw
Wanneer een huisvrouw het woord „email" hoort of leest, denkt zij aan haar
keukenuitzet. Wij kennen echter een huisvrouw in Haarlem, op wie het woordje
email een magische invloed heeft. Dit materiaal doet een beroep op haar artistiek
gevoel en technisch vernuft om er in combinatie met koper steeds weer
nieuwe gebruiksvoorwerpen van te vervaardigen.
Drie prachtige voorheelden van emailleerkunst.
Waarschijnlijk kent u ze wel, de bak
jes, schaaltjes, klokken, sigarendozen
en andere artikelen, afkomstig van de
emailleur, die in étalages van fijne
kunstzaken in verschillende variaties
aanwezig zijn.
Wij willen u in gedachten even mee
nemen naar een bedrijf, waar dergelijke
artistieke, oorspronkelijke voorwerpen
worden vervaardigd. En dan belanden
wij bij de heer en mevrouw Schaake,
die tot de enkelingen behoren, die zich
op de email-peinture hebben toegelegd
en er een naam mee hebben weten te
verwerven. De N.V. Saggittarius aan de
Lorentzkade, waar een aantal jonge
mensen in het vak worden opgeleid, is
wijd en zijd bekend en opdrachten uit
Amerika en andere landen zijn aan de
orde van de dag.
„Maar voor het zover was, zijn er
heel wat jaren voorbij gegaan, want de
kunst van het emailleren berust voor
het grootste gedeelte op ervaring. Of
ficiële opleidingen en cursussen bestaan
er niet in, alleen op de enkele Kunst
nijverheidsscholen en op de school voor
Edelsmeedkunst in Schoonhoven wordt
het emailleren als bijvak gegeven, maar
zelf heb ik eigenlijk nooit lessen ge
volgd". Op onze verbaasde vraag hoe
het mogelijk is, dat iemand zonder enige
scholing de veelzijdige kunst van het
emailleren machtig kan worden, ant
woordde mevrouw Schaake lachend:
„och eigenlijk komt het hele vak van
het emailleren in eerste instantie neer
op gevoel. Je hebt 't of je hebt 't niet."
„Maar de techniek dan?" „Techniek?
Wel, er bestaan verschillende soorten
email en door de ondervinding leer je
al gauw welke soorten de beste zijn,
namelijk de buitenlandse, en wat voor
bewerking de diverse soorten email vra
gen. De harde stukken doorzichtige
email maken we fijn in een zelf geïm
proviseerde email-molen. Het poeder
wordt met water verdund tot een soort
verf en hiermee wordt dan het te
emailleren koperen bakje, vaasje of
wat dan ook beschilderd.Vaste ontwer
pen zijn er bijna nooit. De tekenaar of
schilder kon zijn fantasie de vrije loop
laten mits hij maar rekening houdt
met de mogelijkheden van het email.
En ook dit is weer zuiver een kwestie
van aanvoelen.
Wanneer het koperen bakje, dat van
te voren zorgvuldig schoongeschuurd
moet zijn, met het email is „betekend",
wordt het gebakken. Dit gebeurt in een
oven of op een open vlam tot een hitte
van ongeveer 1000 graden. Om deze
temperatuur met de vlam te bereiken,
heeft mevrouw Schaake een uiterst ver
nuftig apparaat uitgedacht, dat wij ech
ter niet aan de openbaarheid kunnen
prijs geven. Dit hele vak hangt overi
gens van geheime vondsten aan elkaar.
Ooorspronkelijkheid en initiatief zijn
hier wel de meest trouwe bondgenoten.
Zonder hen bereikt men in de emaille-
peinture dan ook niet veel, want voor
de vervaardiging van de meeste voor
werpen is geen apparatuur in de handel.
„Vroeger, toen ik zelf nog niet zo in
tens in het vak zat, had ik dikwijls
ideeën, waarvan men zei, dat ze „tech
nisch onuitvoerbaar" waren. Dat is na
tuurlijk een gemakkelijke dooddoener,
maar tegenwoordig is hier niets meer
onuitvoerbaar. Voor de meest uiteen
lopende voorwerpen proberen we de
vereiste instrumenten te vinden. Dat
kost dikwijls wel maanden van experi
menteren, maar tot nog toe zijn we er
altijd in geslaagd om het benodigde ma
teriaal te verkrijgen."
De meest vreemdsoortige attributen
liggen dan ook in het atelier verspreid:
een soort pannekoekrooster, ijzeren
staven met ronde, langwerpige en vier
kante openingen, een complete trap-
installatie voor de verhitting van het
email, een zelfgeïmproviseerde electri-
sche glazuurstuiver; enfin, de vreemd
ste bewoordingen zouden hier hun be
staansrecht kunnen vinden voor de uit
vindingen, welke dank zij het vernuftig
brein van mevrouw Schaake in het
leven worden geroepen om de mogelijk
heden in de email-peinture te ver
groten.
„Wanneer het email gebakken is
en hier spreekt het gevoel ook weer
een woordje mee wordt het voor
werp geglazuurd. Ogenschijnlijk dekt
het glazuur het email helemaal af; er is
dan niets meer te zien dan een „witge
kalkt" bakje. Maar dan komt wellicht
het meest verrassende werkje: het „in
bakken" van de glazuurlaag. Door de
enorme hitte wordt het glazuur plotse
ling, alsof een toverhand er over heen
strijkt doorzichtig en dan komen de
diepe kleuren van het email als het
ware uit het niet te voorschijn. Ook
voor dit branden wordt de grootste
concentratie vereist en ook hier speelt
de ervaring een grote rol: één ondeel
baar ogenblik te lang boven de vlam
en het hele product is bedorven" Als
bewijs hiervan werd ons een bakje ge
toond, dat door een enkele verkeerde
bewerking „mislukt" was. Het begrip
mislukt is hier echter wel èrg rekbaar
en voor velerlei uitleg vatbaar. Het be
trokken bakje, dat als curiositeit zorg
vuldig wordt bewaard, blijkt namelijk
zowel door de leek als door de vakman
zó gewaardeerd te worden, dat men al
heel wat voor dit buitengewoon ar
tistiek product heeft geboden
„Jarenlang heb ik niemand kunnen
vinden, die over het ondefinieerbare
„gevoel", dat voor het branden nodig
is, beschikt. Daarom doe ik het bran
den altijd zelf en ik begin nu te gelo
ven, dat een vrouw hiermee meer be
reiken kan dan een man, maar dat zal
binnenkort kunnen blijken, want ik pro
beer nu een meisje voor dit werk op te
leiden", vertrouwde mevrouw Schaake
ons toe.
„In de loop der tijden heb ik heel
wat kundige schilders en tekenaars ge
had, maar zelden iemand, die de kunst
van het emailleren machtig kon wor
den. Het is een materiaal met talloze
mogelijkheden, maar je moet ze er
weten uit te halen."
Er komen dan ook steeds meer nieuwe
voorwerpen van emaille in de handel
bijvoorbeeld in combinatie met leer,
zilver, hout, enzovoorts. En steeds wor
den de producten van fijner en artistie
ker allooi. „Maar volmaakt zijn ze nog
lang niet", meende mevrouw Schaake,
„doch dat is misschien wel een van de
meest aantrekkelijke zijden van dit
vak; er blijven altijd verrassingen; nooit
kun je zeggen „ziezo, we zijn er". Daar
om ook houdt het werk je altijd geboeid,
al dreigt soms bij grote bestellingen van
een zelfde ontwerp een zekere routine
geest, die maar al te gauw de zo zeer
gevreesde sleur met zich mee brengt."
Het is echter zo, dat, waar men zich
een gevaar bewust is, de kans om er
door getroffen te worden, gering blijkt
en zo lang er in dit vak dan ook nog
mensen werken met een activiteit, door
zettingsvermogen en liefde voor het
werk als onze gastvrouw, dan zal er
ongetwijfeld nog heel wat in de email-
peinture worden bereikt. J. S.
Het gerecht, dat u hierboveji ziet is één
van de staaltjes van Amerikaanse kook
kunst, of heter van de Spaanse en Mexi
caanse, die zich in het Zuiden van de
Verenigde Staten doet gelden. Dit is de
Tamale-pastei. U hebt als ingrediënten
nodig: mager rundvlees en gekookte
bloem. De bloem wordt snel in kokend
water geroerd, totdat het meel dik is
geworden. Dan moet u het van het vuur
nemen en er margarine en bruine uien
in smelten. Dan is het moment gekomen
om er mager rundvlees bij te voegen.
Weer wordt het mengsel aan de kook
gebracht totdat het vlees niet rood meer
is. Vervolgens worden nieuwe ingre
diënten bijgevoegd: tomatenpuree, olij
ven. groene peper, chilipoeder, vlees
bouillon, meel, cayenne en zout. Roer
goed en proef of het geheel zout genoeg
is. De tot korst geworden bloem kan nu
als rand op een dienschaal worden ge
legd en daarbinnen kan het mengsel van
vlees en groenten worden gegoten. Als
u nog meel over hebt, kunt u dat als
garnering op de pastei gebruiken. Ge
schaafde kaas wordt dan over het vlees
gestrooid. Paprika verspreide men over
de gehele oppervlakte. Het geheel moet
op een temperatuur van 350 gr. één uur
bakken.
De hoeveelheden zijn: twee koppen
kokend water, 2/3 kop gele bloem; /2
theelepeltje zout: 2 y, ons mager rund
vlees; 1 fijngemaakte ui; 2 theelepels
margarine; een busje tomatenpuree;
1/4 kop gesneden, gevulde tomaten;
kop rijpe gesneden olijven; Vz kop ge
raspte groene peper; 1 theelepel chili
poeder; y, kop vleesbouillon of soep;
een hoeveelheid korrelmeel; cayenne
peper; een theelepel zout en kop ge
raspte kaas en paprika. Deze' pastei is
voor acht personen.
In de herfst-collecties van de mode
ontwerpers is het steeds de mantel die
de hoofdrol speelt. Zelfs bepaalt de
mantel in hoofdzaak het karakter van
de overige kleding.
Hetgeen in Amsterdam op dit gebied
wordt vervaardigd, volgt de mode op de
voet, is fraai afgewerkt en in mooie
wollen weefsels, die al even modieus in
kleur en dessin zijn, uitgevoerd. Het
kan u dan ook gebeuren dat een fraai-
geëtaleerde jas, die ergens in een win
kel op een Parijse boulevard als blik
vanger is uitgestald en in prijs gunstig
afsteekt bij haar vitrine-collega's, van
Nederlandse oorsprong blijkt te zijn!
Zelfs de Amerikaanse confectie wordt
dikwijls geëvenaard door hetgeen in de
mantelfabricage in ons land wordt ge
presteerd.
Dit seizoen zorgt de mode er voor, dat
elke vrouw op mantel-gebied kan vin-
Ook getailleerde mantels brengt de win
termode ons in allerlei variaties. Een
flatteuse kraag en aardige zakken ken
merken dit model door de Londense
couturier Victor Stiebel ontworpen.
den wat haar het best staat. Immers,
zowel enorm-wij de swaggers als streng
getailleerde mantels worden er gebracht
en allerlei tussenvormen vullen de ver
scheidenheid aan, zodat wie bij een van
deze twee uitersten niet gebaat is, even
min het kind van de rekening wordt.
Meen niet dat u beslist naaldslank
moet zijn om een wijde swagger te kun
nen dragen! Wanneer u niet al te klein
en gevuld bent, kunt u zich zo'n model
doorgaans wel permitteren.
De swagger is echter lang niet zo
maar een swagger meer,recht-toe, recht
aan met een knoopsluiting van voren en
plooien of klokken in de rug. Een af
lopende schouderlijn kenmerkt het mo
del meestal, want de sterk opgevulde
schouders van de na-oorlogse „bold
look" zijn uit de mode verdwenen.
Het was de wijde, Chinese kimono die
Dior in een vorig seizoen inspireerde tot
swaggers met een hoogst eenvoudige en
daardoor juist zo bijzonder mooie snit.
Aangeknipte mouwen, een ruim val
lende maar volkomen naadloze rug en
verder eveneens zo min mogelijk naden
of andere détails kenmerkten deze man
darijn mantels, die later op allerlei ma
nieren werden gevarieerd, maar ook
deze winter nog het uitgangspunt van
de moderne swagger vormen.
Als nieuwste snufje deed op initiatief
van Jacques Fath ook de z.g. „verkeer
de mouw" haar intrede. Deze is bij de
bovenarm wijd en loopt naar de polsen
zeer nauw toe. Bovendien wordt deze
mouw vrij lang uitgevoerd en opge
stroopt, zodat zij een gedeelte van de
onderarm vrij laat, om de lange hand
schoenen die er bij worden gedragen,
goed tot haar recht te doen komen.
Jurk en mantel in één
Ook de getailleerde mantel heeft dit
seizoen in vele opzichten een nieuwe
gedaante gekregen. Aangeknipte mou
wen zijn daarbij gewild; de taille wordt
meestal vrij sterk geaccentueerd en het
rokgedeelte is wijd en valt in zwierige
klokken of plooien. Kleine, hoog aan de
hals sluitende officiers-boordjes of
kraagjes en kragen met een vloeiende
lijn, zorgen er verder voor dat ook deze
Fantasie flauch is deze winter erg ge
wild voor mantels. Manchetten van
langharig bont geven dit jasje een
aparte noot. Het werd door Jacoby en
Bratt in Londen ontworpen.
z.g. redingotes opvallend sierlijk van
allure zijn.
Een vernuftig nieuwtje bedacht Chris
tian Dior deze winter op dat gebied.
Namelijk een tweedelige getailleerde
mantel. Het bovengedeelte van de man
tel fungeert daarbij als spencer. Wan
neer die wordt, uitgedaan, is het rok
gedeelte van wat zo op het eerste oog
geheel het aanzien van een redingote
heeft, gecompleteerd door een boven-
stukje, waardoor de mantel tot een win
terjurk wordt omgetoverd.
Als variatie op de swagger doet meer
en meer ook de ongetailleerde mantel
met ingehouden ruimte haar intrede.
Deze mantels hebben een rechte rug en
dikwijls zeer omvangrijke ballon- of
parachute mouwen, waardoor een aar
dige contrastwerking tussen schouder
partij en ruglijn van het model wordt
verkregen. Vooral in Amerika is zo'n
recht jasje zeer in trek en in sportieve
uitvoering wordt het ook door het jonge
meisje graag gedragen.
In Londen werd dit seizoen door en
kele mode-huizen een speciale collectie
van mantels in grotere maten samenge
steld. Slank afkledende modellen, die
toch door de fraaie verzorging van de
détails modieus aandeden,voerden daar
bij de boventoon. Getailleerde modellen
met verticale naden of in de taille zeer
smal toelopende rolplooien, die de ge
stalte langer doet schijnen, dan wel jas
sen met naar onder wijd uitlopende rok,
die echter geheel glad over de heupen
valt, waren daarbij in allerlei variaties
present.
Het zijn de stoffen-nieuwigheden die
de mantelmode voor het koude seizoen
bovendien bijzonder aantrekkelijk ma
ken. Vooral de fraaie langharige weef
sels, die warm kleden en toch erg licht
zijn, zodat ze prettig dragen, veroverden
de vrouwenwereld. Prachtig van kleur
en uitvoering ziin de zachte, soepele zi-
belines met glanzend langharig opper
vlak, die wij dit seizoen in zwart, in
beige tinten, in verschillende schakerin
gen van blauw en violet, in donkergroen
en in allerlei nuances van grijs zien toe
gepast.
Fantasie flauch is eveneens erg gewild
naast travers-weefsels, mohair-stoffen
en het voor sportieve mantels zo aan
trekkelijke camelhair. Favoriet is ook
de z.g. „poodle cloth", een stof met ge
nopt oppervlak dat aan bouclé herin
nert en zowel voor wijde als aangeslo
ten modellen wordt gebruikt.
Dat materiaal is dikwijls in twee ver
schillende kleuren uitgevoerd, doorgaans
in zwart, gecombineerd met een gedekte
nuance van grijs, groen, blauw of rood,
wat een fraai weerschijn-effect geeft.
FLORENCE.
Hier is een modern kapsel voor de
jeugd; glad op het hoofd en uit het
gezicht en met een krullende paarden
staart van achteren. Als het mooi is
opgemaakt en samengehouden door de
„Ben Hur" haarknip van Rijnstenen,
dan is het kapsel voor wie het staat
niet te versmaden.
Zoals we de vorige week beloofden
bespreken we vandaag de versiering
voor de blouse. Deze bestaat uit motie
ven van Richelieu borduursel, die on
deraan de ronde pas zijn aangebracht.
U kunt de motieven naar verkiezing
dicht bij elkaar plaatsen, of wat verder
uit elkaar, hetgeen natuurlijk minder
werk is. We plaatsen ze zo, dat de éne
keer het steeltje naar rechts, de andere
keer naar links wijst.
Allereerst nemen we het patroontje
over op de stof. Voor het borduren ge
bruiken we borduurkatoen no. 30. Heeft
u erg fijne stof dan neemt u nog een
hoger nummer. Daar deze borduur
katoen alleen in primaire kleuren te
verkrijgen is, kunt u ook splijtzijde ge
bruiken, in de kleur van de blouse. U
splitst de draad dan drie maal, u werkt
dus met twee draadjes.
De lijnen van de tekening worden
eerst geregen, behalve de nerven. Als u
bij een spijltje komt spant u drie maal
heen en weer (zie tekening). U kunt
daardoor niet alles in één keer rijgen. De
overgeslagen gedeelten rijgt u bij, als
alle spijltjes gespannen zijn. Nu alle
lijnen nog eens rijgen, zodat een soort
stiksteek ontstaat en de spijltjes omfes-
tonneren (zie tekening). Niet in de stof
steken!!!
De overgeslagen gedeelten weer bij-
rijgen. Nu de blaadjes omjverken en
daarna de cirkel. Zorg er voor, dat de
knoopjes van de steken naar de kant
liggen die uitgeknipt wordt. Dit is het
gearceerde gedeelte van de tekening. De
nerven van de blaadjes worden met een
fijn steel- of stiksteekje opgewerkt. Tot
slot de gearceerde gedeelten van de
tekening voorzichtig aan de achterkant
uitknippen. Denk aan de spijltjes!
L. C. B.
7)
„Ja, ze wil me in ieder geval de eerste
tijd nog bij zich hebben".
„Het spijt me, u weer te moeten lastig
vallen collega".
Kirchner komt de kamer binnen, met
uitgestoken hand naar commissaris Lipp
mann. „Ik moet deze zaak nog eens met
u in de finesses doornemen. Ik bedoel die
zaak van Feldmann. Hij heeft nu weer
naar zijn hospita geschreven, uit Leipzig,
maar ik vind dat er een luchtje aan die
zaak zit. Het hele geval komt me uiierst
verdacht vcor".
„Wat schrijft hij dan. Laat eens lezen".
„Hij schrijft, dat hij nog enkele weken
op reis blijft en geen adres kan opgeven,
waar hij te bereiken is. Dat is in strijd
met zijn karakter. Hij heeft zijn maat
schappij niets geschreven, terwijl hii ons
vroeger altijd nadrukkelijk toestemming
verzocht, wanneer hij een paar dagen weg
moest. Let wel, een paar dagen".
„Ja, ik moet toegeven, dat het merk
waardig is. kent hem natuurlijk wel.
Wat denkt u dat daar achter steekt?"
„Er moet iets achter steken, maar ik
weet niet wet. Iets misdadigs misschien?"
„Wat bedoelt u? Hij heeft toch geschre
ven?"
„Misschien onder dwang".
Lippmann laat zijn blik enkele ogen
blikken op Kirchner rusten. „Of hij heeft
helemaal niet geschreven. Die brief kan
vervalst zijn
Inspecteur Kirchner kan een lachje niet
verbergen. „Nu alleen nog het woord
„moord", commissaris, en u hebt een zaak
je om uw vingers aan af te likken. Neen,
laten we meteen niet het ergste denken.
Vergeet niet dat wij beroepshalve altijd
geneigd zijn om de zaken zwarter te zien
dan zij zijn. Maar toch, in die zaak Feld
mann klopt iets niet".
„Wat bent u van plan, waarom komt u
mij eigenlijk opzoeken?"
„Ik wil weten, of u al met deze zaak
bezig bent, en of u al vorderingen hebt
gemaakt".
„Neemt u me niet kwalijk, mijnheer
Kirchner, maar tot dusverre is er nog
geen enkele aanleiding voor mii geweest
om van een „zaak Feldmann" te spreken.
Zolang er geen bericht van vermissing is,
of een aanwijzing in een of andere rich
ting, kan dat ook niet. En hij heeft toch
geschreven?"
„Moet ik daar uit opmaken, dat ik niet
op uw hulp kan rekenen?"
Lippmann is opgestaan. Nadenkend
steunt hij met beide handen op de rand
van zijn bureau.
„Zo moet u het niet zien", klinkt zijn
antwoord op vriendelijke toon. „Ik sta
steeds tot uw dienst, wanneer ik u werke
lijk kan helpen.
„Dank u zeer, commissaris".
Kirchner loopt de openbare bibliotheek
binnen. Volgens zijn inlichtingen was de
beheerder met Feldmann bevriend. Mis
schien kan hij hier iets opsteken.
Hij wordt direct naar het kantoor ge
bracht. „Ja", is de bevestiging, Feldmann
was een trouw bezoeker van de biblio
theek".
„Hij is hier wacht eens ik kan het
u precies zeggen, hij is hier de zesde
nog geweest. Hij heeft toen twee boeken
geleend. Sindsdien heb ik hem niet meer
teruggezien".
Grau, de beheerder, maakt een betrouw
bare indruk. En hij is gelukkig bereid, om
het zijne er toe bij te dragen, klaarheid
te brengen in de plotselinge verdwijning
van Feldmann.
„U was met Feldmann bevriend? Heeft
hij u over zijn reis gesproken?"
„Hij vertelde me wel over een brief, die
hij uit Leipzig zou hebben gekregen. Daar
moest hij spoedig heen, vertelde hij. Te
voren wilde hij hier nog een paar zaken
regelen. Bovendien moest hij zich eerst
met u in verbinding stellen, zo zei hij".
Kirchner kijkt verrast op. „En dat heeft
hij nu juist niet gedaan, dat is het vreem
de. Weet u iets naders over de inhoud
van die brief?"
Grau trekt met een automatische bewe
ging een paar boeken op een plank te
recht.
„Het ging, voor zover ik begrepen heb,
over een vrij fantastische zaak, waar hij
zelf niet zo heel veel vertrouwen in had".
„Dat is interessant. Weet u daar iets na
ders over?"
„Het ging over een erfenis, die hij uit
Amerika zou krijgen. Het zou gaan om
tweehonderdduizend dollar, zei hij. Maar
u weet, hij was nogal sceptisch en hij
wond er zich niet erg over op. Hij scheen
de hele zaak niet helemaal te vertrouwen".
„U had het over een brief uit Leipzig.
Met wie stond hij daar in contact?"
„Ik geloof met een advocaat, die deze
zaak voor hem behandelde",
r „En nu een uiterst belangrijke vraag:
„Weet u de naam van die advocaat?"
De beheerder strijkt met een hand over
het gelaat en denkt na. Daarbij valt zijn
oog op de kalender aan de wand. „Frey-
tag", klinkt het dan ineens!
Hoewel enthousiast over deze aanwij
zing, blijft Kirchner nog even napraten
met Grau over de bibliotheek. Met leven
dige gebaren maakt deze zijn bezoeker op
enkele nieuwe aanwinsten attent.
„Het is natuurlijk onmogelijk om alles
gelezen te hebben, hoewel het eigenlijk
wel zou moeten. Maar de nieuwe aan
winsten neem ik toch in ieder geval altijd
door. Men moet toch op de hoogte blijven,
anders kan men niet voldoende de klan
ten helpen, zodat men ze op den duur zou
verliezen".
„Ik zou eigenlijk ook best eens een boek
kunnen schrijven", merkt Kirchner na
denkend op. „Zoiets als „herinneringen
van een verzekeringsrechercheur". Daar
zou wel mooie stof in zitten. Weet u, die
zaak van Feldmann kon nog wel eens een
roman worden".
„Hoe zo, zou hij het slachtoffer van een
of andere misdaad zijn geworden?"
„Dat is nu te veel gezegd. Ik weet eigen
lijk helemaal nog niets, wat houvast zou
kunnen geven. Alleen dat plotseling ver
dwijnen, dat is me eerlijk gezegd een
raadsel. Ik heb een kwaad voorgevoel, en
mijn gevoelens hebben mij nog maar zel
den bedrogen".
Grau zet een boek terug op zijn plaats,
terwijl een klant de zaak betreedt. Een
assistente van Grau vraagt hem naar zijn
wensen en helpt hem vlug en zonder om
haal.
De beheerder richt zich nog eenmaal
tot Kirchner. „Wilt u mij op de hoogte
houden, als er licht in deze zaak komt?
Ik hoop van harte, dat hem niets overko
men is, want het is zo'n vriendelijke man".
„Goed, ik zal u op de hoogte houden.
Nog één vraag: U zei dat u hem de zesde
voor het laatst hebt gezien. Dat was toch
die dag, waarop dat verschrikkelijke auto
ongeluk hier gebeurde, waarbij Andreas
omkwam?"
„Ja, dat kan wel dezelfde dag geweest
zijn".
„En diezelfde dag is Feldmann verdwe
nen".
„Maar hij heeft toch, zoals u zei, sinds
dien nog zijn hospita geschreven?"
„Ja, maar die brieven zijn in strijd met
zijn hele karakter. Ik zal ze eens aan een
deskundige voorleggen".
„Hoezo, een deskundige? Grau vraagt
het met. de spanning van iemand, die nu
eindelijk eens in werkelijkheid een inte
ressante misdaad meemaakt.
„Ik heb zo'n idee, dat die brieven ver
valst zijn. U kent het handschrift van
Feldmann toch?"
„Ik heb hier zijn handtekening op de in
schrijvingsformulieren. Juffrouw Wolff,
geeft u eens het inschrijvingsformulier
Feldmann", roept hij.
Het papier wordt gebracht.
„Ik heb hier een vergrootglas. Daar
mee kunt u de handtekening beter be
kijken".
Kirchner legt het formulier en het brief
je van Feldmann naast elkaar en verge
lijkt de ondertekeningen nauwkeurig.
„Moet u zien, hier. deze haal, en de breed
te van die middelste letters, die stemmen
niet overeen".
„Ja, u denkt dus dat
(Wordt vervolgd).