Ontbijt in een artistencafé op Montmartre Dit maken we zelf Nog eens gebedsgenezing Tafelzuur maken De zaak-Andreas Avondtasje Spoorwegtechnici voor Zuid - Afrika In 1 dag retourV BRIEVEN VAN EEN PARIJS E HUISVROUW Augurkenazijnt zout en kruiden Gebakken lekkernijen voor St. Nicolaas KERKELIJK LEVEN H. DE GRAAFF FEUILLETON (Door Harry Hoff, vertaald uit het Duits) ZATERDAG 22 NOVEMBER 1952 <^Üoor de^O rouw P a r ij s, November 1952 Ik vertel u natuurlijk helemaal niets nieuws wanneer ik zeg dat het in Parijs heel gewoon is om fris uit de veren even een café binnen te schieten. Dat doet tenminste vrijwel iedereen die buitenshuis zijn werk heeft, want acht op de tien gebruiken in zo'n koffiehuis hun ontbijt. Een ontbijt dat meestal bestaat uit een kop git zwarte koffie plus een zo mogelijk warme croisant, welke dan ongegeneerd in die koffie wordt gesopt. Zo'n rij soppende Parijzenaars en Parisiennes ziet er op het eerste gezicht misschien niet overdreven smakelijk uit en ik stel me voor dat heel wat Nederlandse kindertjes waarschijnlijk een fikse oorvijg te incas seren zouden hebben als ze 't in hun hoofd haalden op déze wijze hun ontbijt te nuttigen. Maar 's lands wijs 's lands eer, niet waar? Zo'n bistro met een bar vol staande en haastig ontbijtende dames en heren is dus een aanblik waarop je in Parijs niet eens meer let. Opvallender daaren tegen is al wanneer je, zo 's morgens in de vroegte, een café bevolkt ziet met merendeels jonge mensen die zich dan al breeduit op stoeltjes en banken heb ben geïnstalleerd. En door dat beeld werd mijn verwonderd oog deze week getroffen, toen ik op een ochtend omdat ik daar toevallig in de buurt was, mijn ontbijt eens in de Dome wilde nemen. Ik stond daar toen echt even van te kijken, mij er zo zelf nogmaals van overtuigend dat ik, in de grond, toch wel een heel degelijke inborst had be houden. De Döme is een établissement in Montparnasse dat hoofdzakelijk door lieden met zeer zichtbare artistieke as piraties wordt gefrequenteerd. Het man nelijk deel van de cliëntèle onderscheidt zich hier uiterlijk vooral door overvloe dige haargroei op hoofd en kaken en de dames plegen er, sinds vorige zomer, blauwe broeken van overallstof te dra gen met meestal zwarte truien er boven, waaruit dan tenslotte een hoofd opsteekt dat over het algemeen eigenlijk ook wel een provocatie voor de kapper vormt. Maar goed, nu we hier dan tóch zitten, als ik eens een paar van die Parijse silhouetten naar de natuur voor u trachtte te copiëren? Daar stuit ik dan eerst op twee tot existentialisten vermomde Amerikanen. Ze zitten naast het tafeltje waaraan ik zelf heb plaats genomen en ze zingen luidkeels fragmenten uit de vioolsonate van César Franck. Enige passen verder op staan twee kellners, wier voorscho ten niet al te proper zijn, en niet zon der duidelijke argwaan nemen ze beide Yankees Op. Ik hoor de een de ander waarschuwen: kijk wat uit en zorg dat dat stelletje er niet tussen uitknijpt zonder te betalen. Die verdenking schijnt wel zo'n bee+je op alle klanten te rusten en ik voel dat zelfs op mij een blik wordt geworpen waaruit evenmin overdreven veel vertrouwen spreekt. Een onplezierige gewaarwording, en om aan te tonen dat ik tot achterbakse prac- tijken eenvoudig niet in staat zou ziin, diep ik mijn portemonnaie vast uit mijn tas om mijn consumptie on voorhand te voldoen. Zo kan ik nu dan tenminste rustig verder gaan, u de rest van mijn café-gezellen te beschrijven. Snelschrijvers en portret tekenaars Daar in de hoek dan zit een man met een zelfs voor dit milieu opvallend lansze en volle baard en met een devo+e glim lach rond de kaken, pent hij het ene maagdelijke vel na het andere vol. Ik benijd hem. Minder vanwege ziin ge- iaatstooi dan om de snelheid waarmee hij zijn vulpen over het napier beweegt. Met ziin temoo zou ik viif artikelen op één ochtend kunnen produceren en dra een vermogende dame zijn. Achter me zitten twee jeugdige knapen, de koonen dicht hijeen, en mijn oren soitsend, be merk ik dat ze elkander gedichten reci teren. Door de draaideur zwaait nu een leuke neger binnen, e°n bundeltje was goed onder de arm gekneld. Hij zet zich neer op de lange leren bank en depo neert een paar boorden voor zich on ziin tafel. Teder schijnt, hem goed te kennen en de kellners noemen hem zelfs bii ziin naam als ze vragen wat hij dringen wil. Fen man met een half gelukte Mefis'o- hh'k verschijnt nu in het gezichtsveld. Hii houdt een schetsboek in de band en probeert wat frankjes met portre'teren te verdienen. Het valt me on dat. hij blijkbaar een duideüiké voorkeur voor harde deviezen heeft, want alleen de Amerikanen oordeelt hii ziin belangstel ling waardig. Me1 een enkele oo^onslag pikt hij ze er onfeilbaar uit. Op het ein de van de bank. tegenover me, zit. toe vallig een Amerikaanse juffer en onge vraagd neemt hii aan haar tafeltie plaats. Pertinent kiikt hii haar nu in de ogen om dan geïnspireerde sche'sbewe- gineen te gaan maken. Van tijd tot tijd houdt hij even on. s'reelt dan langs haar kin, als wilde hii de welving van een liin eerst even met. de vingers nafasten aleer die oo het panier vast te leggen. De dame die als ziin model fungeert, laat zich, vind ik, wel zeer bijzonder ge willig door hem in beeld brengen en op haar gezicht valt af te lezen dat ze deze ervaring wel uitzonderlijk „exciting" vindt. Wgnneer onze artist, zijn dame bijna heeft voltooid, weidt ziin spiedend oog al door de ruimte op zoek naar een vol gend object. Ik voel aankomén dat het nu de beurt gaat worden van mijn twee De finishing touch van ons uitgaans- toilet is het avondtasje. Het vormt één geheel met de blouse en rok, doordat het gemaakt is van de resten en we er ook het motiefje op werken. Het vierkant van 11 x 12 cm. wordt 8 x nageknipt van de stof die van de rok over is. 4 x voor de goede kant en 4 x voor de voering. Het gearceerde ge deelte knippen we 4 x van de stof waar van de blouse gemaakt is. Bij alle delen naden aanknippen. Eén cm. vanaf de onderkant van de halve cirkel borduren we het motief. Als dit klaar is stikken of festonneren we de lichte deeltjes met de halve cirkel op de donkere. Daarna de zijnaden dichtstikken en het geheel voeren. De bodem bestaat uit 2 lapjes rokstof van 11 x 11 cm. We leggen deze lapjes op elkaar en stikken ze gedeeltelijk dicht, door een stukje dat opengelaten is keert u het om. Wilt u graag een stijve bodem, dan naait u er een stukje karton tussen. Van een reepje lichte stof van 25 x 5, dat we dubbel stikken, maken we het hengsel. Dit naaien we aan het midden van de 2 tegenover el kaar liggende deeltjes vast. In het mid den van de 2 andere partjes zetten we een lusje aan, waar we het hengsel door halen om het tasje te sluiten. L. C. B. buurjongens, in wie de kunstenaar, on danks hun Parijse vermomming, toch twee landgenoten van zijn eerste slacht offer heeft herkend. Maar het wordt een slechte beurt voor hem. Als hij zich met eenzelfde onbeschaamdheid tegenover hèn heeft neergezet, staan beide mannen gelijktijdig op, om hem in gebroken Frans toe te voegen dat ze van zijn por tretten helemaal niet zijn gediend. Teerhartig als ik ben, nood ik de feke- naar aan mijn tafeltje uit om een kopje koffie met me te drinken. Een voorstel, dat hij met beide handen aanneemt en dat mij de gelegenheid verschaft, hem bij voorbaat te ontraden ook van mij een portret te gaan maken. Want de blik welke die Amerikaanse dame nu op me af heeft gevuurd, voorspelt me hoege naamd niets goeds. En een jaloezie scène op de vroege ochtendtenslotte wil je dat dan toch maar liever zien te voorkomen. ève. Een van die kleine toevoegsels die een maaltijd smakelijker kunnen ma ken is het zgn. „tafelzuur". Dit in de vorm van augurkjes, uitjes, komkom mer of gemengde groenten in azijn of soms ook wel als piccalilly. Dit is dus de „inmaak in 't zuur". Bij deze methode van inmaken heeft men niet veel hulpmiddelen nodig en daar om ligt ze meer in het bereik van ieder een. Het voordeel van het zelf maken van tafelzuur is dat men zelf de krui den kan kiezen die men lekker vindt. Laten we als voorbeeld nemen het inmaken van augurkjes (komkommer of uitjes). Benodigdheden 1 kg. augurkjes, 2 flessen azijn, zout, kruiden. De ene azijn is veel geuriger dan de andere en het spreekt vanzelf dat de lekkerste azijn het beste resultaat geeft. Verdunde azijnessence is niet aan te bevelen. Het is verstandig gesteriliseer de azijn te kopen daar er dan geen kans is da er de zgn. azijnaaltjes in komen. De augurkjes zijn veel smakelijker dan grote, de grote zijn gauw voos, evenals dit bij radijs het geval is). Van te voren zouten we, (nadat ze gewassen zijn): le om de smaak goed te krijgen; 2e om een deel van het vocht eruit te trekken. We kunnen ze gewoon in het zout zetten, na het zouten afdrogen. Stukjes komkommer niet te lang in het zout zetten daar ze dan te slap wordt. En het is juist de bedoeling dat het tafelzuur hard en knappend is. De augurkjes in flessen doen met de kruiden en de azijn. Als kruiden kun nen dienst doen: mierikswortel, venkel, laurier, peperkorrels, Spaanse peper. Hierin kan men zelf veranderingen aan brengen en ook de hoeveelheden zullen van persoonlijke smaak afhangen. De augurkjes moeten goed onder staan. De flessen liefst afsluiten met een stop of deksel om verdamping van de azijn te voorkomen. Voor liefhebbers van zoetzuur nog een algemeen recept. (Zoetzuur kan ge maakt worden van peren, meloen, bie ten en kwetsen). 14 dl kg. vruchten, 3/4 l. azijn (1 fles), 500 gr. suiker, 5 gr. pijpkaneel, 5 gram kruidnagelen. Van azijn, suiker en kruiden een dun ne stroop koken en de vruchten hierin, in een dichtgedekte pan, bijna laten gaar worden. De vruchten uit het vocht nemen en dit tot een stroopje laten in koken. De vruchten in de stroop weg zetten. De volgende dag controleren of de stroop niet te sterk verdund is met vocht uit de vruchten, in welk geval de s4roop opnieuw ingekookt moet worden. Zo nodig, de vruchten nog even laten meekoken. Het zoetzuur kan in wille keurige potten of flessen bewaard wor den. afgesloten met een deksel, een doekje, cellophane of perkamentpapier. Speculaas 200 gram zelfrijzend bakmeel of bloem met bakpoeder; 110-150 gram boter of margarine; 100 gram bruine suiker; 10 gram speculaaskruiden; zout; krui mels en koekjes. De boter roeren met suiker en zout. (Een bakker roert er fijngestampte krui mels en koekjes door, omdat deze het deeg zachter maken; wie dus wat koek kruimels heeft, kan dit ook doen). De bloem plus bakpoeder en de kruiden er door kneden. Het deeg wordt vrij stevig. Heeft men speculaasplanken dan deze bestrooien met bloem of aardappelmeel en het deeg, dat enige tijd gerust heeft Jacques Heim ontwierp deze mosterd- gele wollen mantel met kraag, man chetten en hoed van bruin beverbont. Een warme en chique dracht voor de winter. om nog op te stijven, in de plank druk ken. Het deeg, dat boven de plank uit steekt met een scherp mes afsnijden, vervolgens de koeken uit de planken kloppen en op een vetgemaakte bak plaat leggen. Het deeg kan gegarneerd worden met amandelen of stukjes su- cade die er goed ingedrukt moeten wor den. Wie geen plank heeft kan met de hand aardige figuren vormen waarvan het oppervlak met mesindrukken ver sierd wordt. Dunne speculaasjes bak ken in een matige warme oven (pl.m. 150 graden C.) gedurende 15 a 20 min. Dikke speculaas in een zeer weinig warme oven (pl.m. 130 graden C.) ge durende 3/4 1 uur. Taai-taai 250 gram stroop; 250 gram bloem; theelepel zout; anijszaad; 1 theelepel koelckruiden; 5 gram potas (bij de dro gist Verkrijgbaar) De stroop iets vloeibaarder maken door ze op een zacht vuur even te ver warmen. Het gezeefde meel, het zout en de kruiden er door kneden en de in wat koud water opgeloste potas toe voegen. Het deeg 1 a 2 dagen, zo moge lijk een week, laten rusten, het dan uit rollen en er rechthoekige koeken van snijden. Deze regenmantel van waterdichte groene stof met zijde doorweven is ont- vjorpen door het modehuis Carven. De manchetten zijn gegarneerd met knopen. De mantel zit ruim en gemakkelijk. ADVERTENTIE In deze rubriek schreven wij de vorige week over het actuele onderwerp „Ge bedsgenezing". Dit artikel heeft bij ver schillende lezers reacties opgeroepen, die wij, in de vorm van een aantal brieven, toegezonden kregen. Het leek ons goed om met het oog hierop nog eenmaal op de vragen in te gaan, die, met name door Zaiss, opnieuw ook in ons land aan de orde gesteld zijn. Voordat wij hiertoe overgaan willen wij éérst enkele opmerkingen maken over het karakter van deze rubriek „Kerkelijk le ven". De bedoeling is, dat wij u op de hoogte brengen met allerlei gebeurtenis sen van het kerkelijk erf in de meest brede zin van het woord. Zo hebben wij in de afgelopen tijd uw aandacht gevraagd voor allerlei kerken en stromingen, zowel uit ons eigen land als buiten onze gren zen. Deze rubriek wil geen platvorm zijn voor kerkelijke en geestelijke schermut selingen, maar zij wenst u in objectieve zin kerknieuws te geven. Nu zijn wij ons overigens wel bewust, dat zuivere objectiviteit hier niet kan be staan. In de keuze van de onderwerpen en weergave der meningen, speelt de eigen opvatting een grote rol. Toch trachten wii zo zakelijk mogelijk te blijven en willen wij gaarne, gezien de belangrijkheid van en de belangstelling voor de „genezing op gebed" nog eenmaal hierop terugkomen. Na de critische woorden, in afwijkende zin, van de Engelse aartsbisschop en de Rotterdamse predikant laten wij nu aan het woord ds. Van der Mast, vroeger zie kenhuispredikant in Amsterdam, thans predikant-directeur van het Pastoraal centrum „Lindenheuvel" in Overveen. „Of er tijdens de tournée van Zaiss won deren zijn gebeurd, ik weet het niet. Al leen hoorde ik van een dame, die tijdens de bijeenkomst in Den Haag ineens zich van haar rheumatiek bevrijd voelde. Men zou verkeerd doen met zulke dingen te kleineren „omdat het zeker alleen maar psychisch was" of „omdat het in Lourdes ook gebeurt" of „omdat die ziekte toch weer terugkomt". Waarom zou dit niet echt kunnen zijn? Is het zo iets bijzonders als God zijn beloften waarmaakt en het Woord bevestigt door tekenen? Waarom zou Zaiss niet de gave, het charisma, der gezondmaking ontvangen hebben? Hij wil het niet zelf hanteren. Het gebeurt dóór hem. Een wonderdokter is hij niet. Hij weert dat ook uitdrukkelijk af. Dat er in Wuppertal ook blijvende ge nezingen zijn .geschied, waarcrm het te ontkennen? En dat zijn prediking geze gend werd, waarom daarover ons niet verblijd?" Ds. Van der Mast is verder van me ning, dat de vrienden van Zaiss wel wat al te overgevoelig zijn voor critiek. De zelfde ervaring hebben wij ook opgedaan uit de brieven, die wij van verschillende lezers ontvingen Men beschouwt het als logisch, dat de kerk zich „natuurlijk" tegen Zaiss c.s. verzet. Overigens is dat zo logisch niet. Maar er mag toch wel critiek zijn. De predikant van Lindenheu vel zegt: „Het is toch niet erg wanneer men niet zonder meer met huid en haar alles slikt wat uit het Wuppertal komt? Er is een verantwoordelijkheid om, uit broederlijke liefde en pastorale bewogen heid, bedenkingen niet te verzwijgen Want Zaiss noemt zichzelf „ein Fanatiker" En met fanatici willen wij voorzichtig zijn, vooral met de christelijke. Ze woelen veel los. Ze stellen ons voor vragen. Maar zo zijn extreem. En extreme mensen over schrijden grenzen. Zo overschrijdt Zaiss de grens, wanneer hij tot de predikanten zegt: Bidt van avond op uw knieën liggend om de gave van de geest (d.w.z. ook van de gezond making) en het zal gebeuren. Dit is een overschrijding van de grens, want volgens de bijbel is er verscheidenheid in genade gaven. Zo overschrijdt Zaiss de grens, wanneer hij, doelend op zichzelf, met verheffing van stem uitroept: „Op deze neus komt geen bril, omdat in dit hart God woont". Het is erg prettig voor hem, dat hij op zijn 63e jaar klein schrift zonder bril kan lezen, maar hij is over een grens geraakt, wanr.eer ook het ouder worden niet meer wordt aanvaard als een stuk van het mens-zijn. En zeker overschrijdt hij de grens als hij zegt, dat ieder die gelooft ook geneest: „Alles ist möglich dem der da glaubt". Het is niet waar, dat degenen, die ziek blijven jaar in jaar uit door hun ongeloof van de genezing worden gescheiden. Aan het eind van zijn beschouwing zegt ds. Van der Mast: „Inderdaad, er is vele jaren lang door de kerk méér gesprokén van verheerlijking Gods in de ziekte dan van het heilig protest tegen de ziekte. Daardoor hebben velen dan ook dat „te-, ken" beleefd of van nabij gezien, dat het ziek-zijn met een wonderlijke blijdschap werd gedragen. Inderdaad het is nodig, dat wij krachtig herinnerd worden aan de andere mogelijk-, heid: dat de ziekte wijkt. Waarom zou zich dat niet méér onder ons gaan voor-, doen? Het kan echter geen winst zijn om van net ene uiterste in het andere te vallen. Wij moeten in het verstaan en uitleggen van de Bijbel de diepte in. Niet extreem zijn, maar radicaal. Zo dat de beide mo gelijkheden gezien en, naar Gods welbe hagen, verwerkelijkt worden". Dit is een ander geluid dan van de Rot terdamse predikant, die wij vorige week citeerden. Hier is een open-staan voor het wonder Gods, waarvoor christenen uit alle eeuwen altijd opengestaan hebben. ADVERTENTIE Een blijvend bezit! Het beste der betere horloges I Horlogerie ten Boom Barteljorisstr. 19, Haarlem, Tel. 11541 Firma W. Voet en Zonen Anegang 15, Haarlem, Tel. 10574 Het grote tekort aan technici bij da Zuid-Afrikaanse spoorwegen heeft, on danks de versnelde ocleiding in eigen land, er toe geleid, dat op grote Schaal krachten in het buitenland zullen moeten worden aangetrokken. Nederland geniet hiervoor de voorkeur, niet alleen omdat men vrijwel direct ver zekerd is van tweetaligheid, maar ook dank zij de grondige technische opleiding. Een speciale commissie van de Zuid- Afrikaanse spoorwegen zal tegen het einde van dit jaar een bezoek aan Nederland brengen om een keuze te doen uit gega digden voor de hogere functies bij de Zuid-Afrikaanse spoorwegen. Men hoopt uit Nederland een aantal jonge ingenieurs te kunnen recruteren en wel twaalf ci viele ingenieurs, twaalf werktuigkundige ingenieurs, twee electrotechnische inge nieurs voor het seinwezen en een tweetal spoorwegingenieurs. Verder een groot aantal electro-technische tekenaars en vier electro-technische laboratorium- assistenten. Verder kunnen een onbeperkt aantal vaklieden als monteurs- machine bankwerkers en electriciëns worden ge plaatst. Het selecteren van deze laatste groep is opgedragen aan de Zuid-Afri kaanse immigratie-attaché in Nederland. ADVERTENTIE UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd» Maakloon 1 pers. ƒ12.50, 2 pers. 15.— Haarlems Matrassenhuis Gr Houtstraat 103 Tel. 11485 - Haarlem 13) Nog dezelfde dag wordt een arrestatie bevel voor Andreas uitgevaardigd en wordt een verzoek om opsporing wijd en zijd bekend gemaakt. Er wordt een belo ning van vijfduizend mark uitgeloofd. In de kranten verschijnen sensationele ver halen met vele gruwelijke details. Het kantoor van Sobatka, steeds druk bezocht en in hoog aanzien staand, raakt, plotseling zo goed als uitgestorven. Zijn naam is genoemd in verband met deze misdaad en zoiets heeft een directe terug slag. Hij wordt voor een verhoor opge roepen. Lippmann neemt hem zelf onder handen. Heeft hij iets geweten van deze misdaad? Sobatka ontkent het. Hij was er zelf zeer door ontsteld, en zoiets afschuwelijks had hij niet voor mogelijk gehouden. Lipp mann kijkt hem doordringend en onder zoekend aan en krijgt de indruk, dat So batka de waarheid spreekt. Het lijkt bo vendien allerminst waarschijnlijk, dat An dreas links en rechts aan kennissen en fa milie verteld zou hebben, wat hij ging doen of gedaan had. Wat denkt mijnheer Sobatka, heeft mevrouw Andreas er van af geweten?" Sobatka schokt bij die vraag wat ineen. „Ja", zegt hij tenslotte langzaam, „ik ge loof van wel. Ik begrijp nu een heleboel dingen waarvoor ik eerst geen verklaring kon vinden; die kranten, de telefoon, die onrust, ja, ik geloof wel dat ze er van geweten heeft. Commissaris, ik zou na drukkelijk willen verklaren, dat ik tot nog toe de belangen van mijn zuster heb be hartigd, maar dat ik mijn handen thans geheel van haar aftrek Dat is mijn eer lijke voornemen. Ik wens geen misdadigers te beschermen". Hij vertelt over het vreemde gedrag van mevrouw Andreas na de zogenaamde dood van haar man, en Lippmann maakt ijve rig aantekeningen. Mevrouw Andreas is dus medeplichtige, ongetwijfeld. Zij verwachtte een levens teken en een poging tot contact van haar man. Het is nodig, onmiddellijk ook een arrestatiebevel tegen haar uit te vaardi gen. Zij is gevlucht naar Zwitserland, maar Lippmann noch Sobatka kent haar adres. Sobatka moet haar postrestante in Luzern schrijven. Een bof, dat Kirchner al onderweg was naar Luzern. Hij moet alle mogelijke medewerking krijgen Lipp- rpann stuurt hem een volmacht toe, waar mee hij wellicht bij de Zwitserse politie nog zijn voordeel kan doen. Lippmann belt de politie in Chicago, die verklaart nog niets van Andreas gezien te hebben. Maar men zegt een spoedig onderzoek toe. De moordenaar heeft een aanzienlijke voorsprong op het politierapport. Alles moet in het werk worden gesteld om hem op de hielen te komen, andei-s weet hij zich te ver uit de voeten te maken en on der te duiken ergens in Amerika of Euro pa. Hoe heette ook alweer die advocaat in Leipzig, waar Kirchner over had ge sproken, en die een bezoek van de zoge naamde Feldmann zou hebben gehad? Lippmann bladert in zijn notitieboekje. .Ta, daar staat het, Freytag. Onmiddellijk telefoneren. „Het gaat over het geval Andreas, mijn heer Freytag. Wil u zo gced zijn, mij enige inlichtingen te verstrekken?" „Gaarne, maar moet dat telefonisch?" „Doet er niet toe. U hebt toch reeds naar Chicago getelegrafeerd, voor zover ik van de heer Kirchner heb vernomen?" „Ja, ik heb al geprobeerd de hand op hem te laten leggen. Maar ik kreeg een telegram, dat de vogel gevlogen is". „En de erfenis, is die al aan hem uit betaald?" „Neen. Gelukkig niet. Dooi een onge lukkige oorzaak overigens, want degene, die het geld onder zijn berusting had is er mee vandoor gegaan en onvindbaar". „Dat betekent dus, dat Andreas zonder middelen in Amerika zit?" „Voor zover ik het kan beoordelen, in derdaad". „Dank voor uw inlichtingen, mijnheer Freytag". „Geen dank, gaarne bereid u te helpen. Ik ben er echter ook enigszins in geïnte resseerd. Mag ik eens vragen, staat het werkelijk vast, dat Andreas een moorde naar is?" „Ja, zonder twijfel. Het stoffelijk over schot van het ongeluk is opgegraven en is met volkomen zekerheid als dat van Feldmann in plaats van Andreas ge ïdentificeerd". „Dus toch. Mijn hemel „Er is reeds een arrestatiebevel uitge vaardigd. Mochten bij u nog inlichtingen binnen komen, kunt u er mij dan onver wijld van in kennis stellen? Telefoon 606, '.oestel 18". „Ik zal er voor zorgen". Els Andreas zit in haar hótelkamer en maakt aantekeningen in haar dagboek. Haar moeder zit beneden in de conver satiezaal kranten te lezen, in afwachting van de nieuwsberichten van zes uur. Kort nadat die begonnen zijn, krimpt ze ineen van schrik, terwijl ae luidspre ker juist een opwindend bericht laat ho ren. „Men is een afschuwelijke moordzaak op het spoor gekomen. Onlangs werd be richt, dat op een weg tussen twee Zuid- Duitse steden de fabrieksdirecteur An dreas in zijn auto om het leven kwam toen deze in brand vloog. Thans blijkt, dat dit ongeval zich niet heeft toegedra gen, zoals men aanvankelijk aannam. De verbrande inzittende van de auto blijkt niet, zoals men heeft kunnen vaststellen, de genoemde fabrieksdirecteur te zijn, doch de sedert diezelfde dag spoorloos verdwenen verzekeringsagent Feldmann. Andreas, die dus nog in leven is, schijnt zich momenteel in Chicago schuil te hou den, waar een onderzoek naar zijn ver blijfplaats wordt ingesteld. Hec is aan geen twijfel onderhevig, dat Andreas Feldmann heeft vermoord en in zijn auto heeft laten verbranden, om zodoende zijn vrouw in de gelegenheid te stellen, onder het voor wendsel dat haar man de dood had ge vonden, een aanzienlijk verzekeringsbe drag op te kunnen strijken. Men heeft het sterke vermoeden, dat de vrouw van An dreas medeplichtige in deze misdaad is geweest, en ook een toevlucht in het bui tenland heeft gezocht". Betty Andreas staart als versteend voor zich uit. Behalve zijzelf bevindt zich al leen nog een bejaard echtpaar in de zaal, dat echter zo verdiept is in een kaart spelletje, dat noch het vreemde gedrag van Betty, noch het radiobericht tot hun schijnt door te dringen. Pas na enige tijd is zij in staat op te staan. Zij gaat naar de tuin, waar ze een uur lang in de vriezende kou op een bank zit te denken, denken, denken. Er moet nu gehandeld worden, bliksemsnel. Maar de gedachten warrelen zo dooreen, dat het aanvankelijk niet lukt, om tot een besluit te komen. Allengs wordt het haar echter duidelijk, wat haar te doen staat, wil zij haar vrij heid behouden. Zij gaat weer naar bin nen en naar boven. Even opent zij de deur van de kamer van Els, om haar te zeggen dat ze naar bed gaat omdat ze hoofdpijn heeft. In haar kamer gekomen gaat zij op bed liggen, wachtend tot zij haar dochter hoort gaan slapen. Het duurt lang, maar tenslot te wordt toch alles stil. Ze staat weer op, steekt de kleine lamp bij haar schrijftafel aan en schrijft moei zaam: „Lieve Els, Morgen, wanneer je dit leest, zal je waarschijnlijk alles al gehoord hebben. Ik wou dat ik je dit had kunnen bespa ren. Maar nu je het toch horen moet, kan ik je ook niet meer onder ogen komen. Ik verdwijn, want er blijft me niets an ders over. Maar ik geef me nog niet ge wonnen. Wat me het meest pijn doet, ia dat jij hierdoor veel narigheid moet door maken. Probeer er zo goed mogelijk door te komen. Ga naar de Röders in Aken. Ik Iaat hierbij tweehonderd mark voor je achter. Het overige geld heb ik zélf te hard nodig. Je zult me veroordelen. Maar ik kan nu niet meer terug.. Ik wil ook geen ver giffenis van je vragen, want die verdien ik niet. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7