Ontbijt in een artistencafé
op Montmartre
Dit maken we zelf
Nog eens gebedsgenezing
Tafelzuur maken
De zaak-Andreas
Avondtasje
Spoorwegtechnici voor
Zuid - Afrika
In 1 dag retourV
BRIEVEN VAN EEN PARIJS E HUISVROUW
Augurkenazijnt
zout en kruiden
Gebakken lekkernijen
voor St. Nicolaas
KERKELIJK LEVEN
H. DE GRAAFF
FEUILLETON
(Door Harry Hoff,
vertaald uit het Duits)
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1952
<^Üoor de^O rouw
P a r ij s, November 1952
Ik vertel u natuurlijk helemaal niets nieuws wanneer ik zeg dat het in Parijs heel
gewoon is om fris uit de veren even een café binnen te schieten. Dat doet tenminste
vrijwel iedereen die buitenshuis zijn werk heeft, want acht op de tien gebruiken
in zo'n koffiehuis hun ontbijt. Een ontbijt dat meestal bestaat uit een kop git
zwarte koffie plus een zo mogelijk warme croisant, welke dan ongegeneerd
in die koffie wordt gesopt. Zo'n rij soppende Parijzenaars en Parisiennes ziet er
op het eerste gezicht misschien niet overdreven smakelijk uit en ik stel me voor
dat heel wat Nederlandse kindertjes waarschijnlijk een fikse oorvijg te incas
seren zouden hebben als ze 't in hun hoofd haalden op déze wijze hun ontbijt te
nuttigen. Maar 's lands wijs 's lands eer, niet waar?
Zo'n bistro met een bar vol staande
en haastig ontbijtende dames en heren
is dus een aanblik waarop je in Parijs
niet eens meer let. Opvallender daaren
tegen is al wanneer je, zo 's morgens in
de vroegte, een café bevolkt ziet met
merendeels jonge mensen die zich dan
al breeduit op stoeltjes en banken heb
ben geïnstalleerd. En door dat beeld
werd mijn verwonderd oog deze week
getroffen, toen ik op een ochtend omdat
ik daar toevallig in de buurt was, mijn
ontbijt eens in de Dome wilde nemen.
Ik stond daar toen echt even van te
kijken, mij er zo zelf nogmaals van
overtuigend dat ik, in de grond, toch
wel een heel degelijke inborst had be
houden.
De Döme is een établissement in
Montparnasse dat hoofdzakelijk door
lieden met zeer zichtbare artistieke as
piraties wordt gefrequenteerd. Het man
nelijk deel van de cliëntèle onderscheidt
zich hier uiterlijk vooral door overvloe
dige haargroei op hoofd en kaken en de
dames plegen er, sinds vorige zomer,
blauwe broeken van overallstof te dra
gen met meestal zwarte truien er boven,
waaruit dan tenslotte een hoofd opsteekt
dat over het algemeen eigenlijk ook wel
een provocatie voor de kapper vormt.
Maar goed, nu we hier dan tóch zitten,
als ik eens een paar van die Parijse
silhouetten naar de natuur voor u
trachtte te copiëren?
Daar stuit ik dan eerst op twee tot
existentialisten vermomde Amerikanen.
Ze zitten naast het tafeltje waaraan ik
zelf heb plaats genomen en ze zingen
luidkeels fragmenten uit de vioolsonate
van César Franck. Enige passen verder
op staan twee kellners, wier voorscho
ten niet al te proper zijn, en niet zon
der duidelijke argwaan nemen ze beide
Yankees Op. Ik hoor de een de ander
waarschuwen: kijk wat uit en zorg dat
dat stelletje er niet tussen uitknijpt
zonder te betalen. Die verdenking
schijnt wel zo'n bee+je op alle klanten
te rusten en ik voel dat zelfs op mij een
blik wordt geworpen waaruit evenmin
overdreven veel vertrouwen spreekt.
Een onplezierige gewaarwording, en om
aan te tonen dat ik tot achterbakse prac-
tijken eenvoudig niet in staat zou ziin,
diep ik mijn portemonnaie vast uit mijn
tas om mijn consumptie on voorhand te
voldoen. Zo kan ik nu dan tenminste
rustig verder gaan, u de rest van mijn
café-gezellen te beschrijven.
Snelschrijvers en portret
tekenaars
Daar in de hoek dan zit een man met
een zelfs voor dit milieu opvallend lansze
en volle baard en met een devo+e glim
lach rond de kaken, pent hij het ene
maagdelijke vel na het andere vol. Ik
benijd hem. Minder vanwege ziin ge-
iaatstooi dan om de snelheid waarmee
hij zijn vulpen over het napier beweegt.
Met ziin temoo zou ik viif artikelen op
één ochtend kunnen produceren en dra
een vermogende dame zijn. Achter me
zitten twee jeugdige knapen, de koonen
dicht hijeen, en mijn oren soitsend, be
merk ik dat ze elkander gedichten reci
teren. Door de draaideur zwaait nu een
leuke neger binnen, e°n bundeltje was
goed onder de arm gekneld. Hij zet zich
neer op de lange leren bank en depo
neert een paar boorden voor zich on ziin
tafel. Teder schijnt, hem goed te kennen
en de kellners noemen hem zelfs bii ziin
naam als ze vragen wat hij dringen wil.
Fen man met een half gelukte Mefis'o-
hh'k verschijnt nu in het gezichtsveld.
Hii houdt een schetsboek in de band en
probeert wat frankjes met portre'teren
te verdienen. Het valt me on dat. hij
blijkbaar een duideüiké voorkeur voor
harde deviezen heeft, want alleen de
Amerikanen oordeelt hii ziin belangstel
ling waardig. Me1 een enkele oo^onslag
pikt hij ze er onfeilbaar uit. Op het ein
de van de bank. tegenover me, zit. toe
vallig een Amerikaanse juffer en onge
vraagd neemt hii aan haar tafeltie
plaats. Pertinent kiikt hii haar nu in de
ogen om dan geïnspireerde sche'sbewe-
gineen te gaan maken. Van tijd tot tijd
houdt hij even on. s'reelt dan langs haar
kin, als wilde hii de welving van een
liin eerst even met. de vingers nafasten
aleer die oo het panier vast te leggen.
De dame die als ziin model fungeert,
laat zich, vind ik, wel zeer bijzonder ge
willig door hem in beeld brengen en op
haar gezicht valt af te lezen dat ze deze
ervaring wel uitzonderlijk „exciting"
vindt.
Wgnneer onze artist, zijn dame bijna
heeft voltooid, weidt ziin spiedend oog
al door de ruimte op zoek naar een vol
gend object. Ik voel aankomén dat het
nu de beurt gaat worden van mijn twee
De finishing touch van ons uitgaans-
toilet is het avondtasje. Het vormt één
geheel met de blouse en rok, doordat
het gemaakt is van de resten en we er
ook het motiefje op werken.
Het vierkant van 11 x 12 cm. wordt
8 x nageknipt van de stof die van de
rok over is. 4 x voor de goede kant en
4 x voor de voering. Het gearceerde ge
deelte knippen we 4 x van de stof waar
van de blouse gemaakt is. Bij alle delen
naden aanknippen. Eén cm. vanaf de
onderkant van de halve cirkel borduren
we het motief. Als dit klaar is stikken
of festonneren we de lichte deeltjes met
de halve cirkel op de donkere. Daarna
de zijnaden dichtstikken en het geheel
voeren.
De bodem bestaat uit 2 lapjes rokstof
van 11 x 11 cm. We leggen deze lapjes
op elkaar en stikken ze gedeeltelijk
dicht, door een stukje dat opengelaten
is keert u het om. Wilt u graag een
stijve bodem, dan naait u er een stukje
karton tussen. Van een reepje lichte
stof van 25 x 5, dat we dubbel stikken,
maken we het hengsel. Dit naaien we
aan het midden van de 2 tegenover el
kaar liggende deeltjes vast. In het mid
den van de 2 andere partjes zetten we
een lusje aan, waar we het hengsel door
halen om het tasje te sluiten.
L. C. B.
buurjongens, in wie de kunstenaar, on
danks hun Parijse vermomming, toch
twee landgenoten van zijn eerste slacht
offer heeft herkend. Maar het wordt een
slechte beurt voor hem. Als hij zich met
eenzelfde onbeschaamdheid tegenover
hèn heeft neergezet, staan beide mannen
gelijktijdig op, om hem in gebroken
Frans toe te voegen dat ze van zijn por
tretten helemaal niet zijn gediend.
Teerhartig als ik ben, nood ik de feke-
naar aan mijn tafeltje uit om een kopje
koffie met me te drinken. Een voorstel,
dat hij met beide handen aanneemt en
dat mij de gelegenheid verschaft, hem
bij voorbaat te ontraden ook van mij een
portret te gaan maken. Want de blik
welke die Amerikaanse dame nu op me
af heeft gevuurd, voorspelt me hoege
naamd niets goeds. En een jaloezie
scène op de vroege ochtendtenslotte
wil je dat dan toch maar liever zien te
voorkomen. ève.
Een van die kleine toevoegsels die
een maaltijd smakelijker kunnen ma
ken is het zgn. „tafelzuur". Dit in de
vorm van augurkjes, uitjes, komkom
mer of gemengde groenten in azijn of
soms ook wel als piccalilly.
Dit is dus de „inmaak in 't zuur". Bij
deze methode van inmaken heeft men
niet veel hulpmiddelen nodig en daar
om ligt ze meer in het bereik van ieder
een. Het voordeel van het zelf maken
van tafelzuur is dat men zelf de krui
den kan kiezen die men lekker vindt.
Laten we als voorbeeld nemen het
inmaken van augurkjes (komkommer
of uitjes).
Benodigdheden
1 kg. augurkjes, 2 flessen azijn, zout,
kruiden.
De ene azijn is veel geuriger dan de
andere en het spreekt vanzelf dat de
lekkerste azijn het beste resultaat geeft.
Verdunde azijnessence is niet aan te
bevelen. Het is verstandig gesteriliseer
de azijn te kopen daar er dan geen kans
is da er de zgn. azijnaaltjes in komen.
De augurkjes zijn veel smakelijker dan
grote, de grote zijn gauw voos, evenals
dit bij radijs het geval is).
Van te voren zouten we, (nadat ze
gewassen zijn): le om de smaak goed
te krijgen; 2e om een deel van het vocht
eruit te trekken.
We kunnen ze gewoon in het zout
zetten, na het zouten afdrogen. Stukjes
komkommer niet te lang in het zout
zetten daar ze dan te slap wordt. En het
is juist de bedoeling dat het tafelzuur
hard en knappend is.
De augurkjes in flessen doen met de
kruiden en de azijn. Als kruiden kun
nen dienst doen: mierikswortel, venkel,
laurier, peperkorrels, Spaanse peper.
Hierin kan men zelf veranderingen aan
brengen en ook de hoeveelheden zullen
van persoonlijke smaak afhangen. De
augurkjes moeten goed onder staan. De
flessen liefst afsluiten met een stop of
deksel om verdamping van de azijn te
voorkomen.
Voor liefhebbers van zoetzuur nog
een algemeen recept. (Zoetzuur kan ge
maakt worden van peren, meloen, bie
ten en kwetsen).
14 dl kg. vruchten, 3/4 l. azijn (1 fles),
500 gr. suiker, 5 gr. pijpkaneel, 5 gram
kruidnagelen.
Van azijn, suiker en kruiden een dun
ne stroop koken en de vruchten hierin,
in een dichtgedekte pan, bijna laten
gaar worden. De vruchten uit het vocht
nemen en dit tot een stroopje laten in
koken. De vruchten in de stroop weg
zetten. De volgende dag controleren of
de stroop niet te sterk verdund is met
vocht uit de vruchten, in welk geval de
s4roop opnieuw ingekookt moet worden.
Zo nodig, de vruchten nog even laten
meekoken. Het zoetzuur kan in wille
keurige potten of flessen bewaard wor
den. afgesloten met een deksel, een
doekje, cellophane of perkamentpapier.
Speculaas
200 gram zelfrijzend bakmeel of bloem
met bakpoeder; 110-150 gram boter of
margarine; 100 gram bruine suiker;
10 gram speculaaskruiden; zout; krui
mels en koekjes.
De boter roeren met suiker en zout.
(Een bakker roert er fijngestampte krui
mels en koekjes door, omdat deze het
deeg zachter maken; wie dus wat koek
kruimels heeft, kan dit ook doen). De
bloem plus bakpoeder en de kruiden er
door kneden. Het deeg wordt vrij stevig.
Heeft men speculaasplanken dan deze
bestrooien met bloem of aardappelmeel
en het deeg, dat enige tijd gerust heeft
Jacques Heim ontwierp deze mosterd-
gele wollen mantel met kraag, man
chetten en hoed van bruin beverbont.
Een warme en chique dracht voor de
winter.
om nog op te stijven, in de plank druk
ken. Het deeg, dat boven de plank uit
steekt met een scherp mes afsnijden,
vervolgens de koeken uit de planken
kloppen en op een vetgemaakte bak
plaat leggen. Het deeg kan gegarneerd
worden met amandelen of stukjes su-
cade die er goed ingedrukt moeten wor
den. Wie geen plank heeft kan met de
hand aardige figuren vormen waarvan
het oppervlak met mesindrukken ver
sierd wordt. Dunne speculaasjes bak
ken in een matige warme oven (pl.m.
150 graden C.) gedurende 15 a 20 min.
Dikke speculaas in een zeer weinig
warme oven (pl.m. 130 graden C.) ge
durende 3/4 1 uur.
Taai-taai
250 gram stroop; 250 gram bloem;
theelepel zout; anijszaad; 1 theelepel
koelckruiden; 5 gram potas (bij de dro
gist Verkrijgbaar)
De stroop iets vloeibaarder maken
door ze op een zacht vuur even te ver
warmen. Het gezeefde meel, het zout
en de kruiden er door kneden en de
in wat koud water opgeloste potas toe
voegen. Het deeg 1 a 2 dagen, zo moge
lijk een week, laten rusten, het dan uit
rollen en er rechthoekige koeken van
snijden.
Deze regenmantel van waterdichte
groene stof met zijde doorweven is ont-
vjorpen door het modehuis Carven. De
manchetten zijn gegarneerd met knopen.
De mantel zit ruim en gemakkelijk.
ADVERTENTIE
In deze rubriek schreven wij de vorige
week over het actuele onderwerp „Ge
bedsgenezing". Dit artikel heeft bij ver
schillende lezers reacties opgeroepen, die
wij, in de vorm van een aantal brieven,
toegezonden kregen. Het leek ons goed om
met het oog hierop nog eenmaal op de
vragen in te gaan, die, met name door
Zaiss, opnieuw ook in ons land aan de
orde gesteld zijn.
Voordat wij hiertoe overgaan willen wij
éérst enkele opmerkingen maken over het
karakter van deze rubriek „Kerkelijk le
ven". De bedoeling is, dat wij u op de
hoogte brengen met allerlei gebeurtenis
sen van het kerkelijk erf in de meest
brede zin van het woord. Zo hebben wij
in de afgelopen tijd uw aandacht gevraagd
voor allerlei kerken en stromingen, zowel
uit ons eigen land als buiten onze gren
zen. Deze rubriek wil geen platvorm zijn
voor kerkelijke en geestelijke schermut
selingen, maar zij wenst u in objectieve
zin kerknieuws te geven.
Nu zijn wij ons overigens wel bewust,
dat zuivere objectiviteit hier niet kan be
staan. In de keuze van de onderwerpen
en weergave der meningen, speelt de eigen
opvatting een grote rol. Toch trachten wii
zo zakelijk mogelijk te blijven en willen
wij gaarne, gezien de belangrijkheid van
en de belangstelling voor de „genezing op
gebed" nog eenmaal hierop terugkomen.
Na de critische woorden, in afwijkende
zin, van de Engelse aartsbisschop en de
Rotterdamse predikant laten wij nu aan
het woord ds. Van der Mast, vroeger zie
kenhuispredikant in Amsterdam, thans
predikant-directeur van het Pastoraal
centrum „Lindenheuvel" in Overveen.
„Of er tijdens de tournée van Zaiss won
deren zijn gebeurd, ik weet het niet. Al
leen hoorde ik van een dame, die tijdens
de bijeenkomst in Den Haag ineens zich
van haar rheumatiek bevrijd voelde. Men
zou verkeerd doen met zulke dingen te
kleineren „omdat het zeker alleen maar
psychisch was" of „omdat het in Lourdes
ook gebeurt" of „omdat die ziekte toch
weer terugkomt". Waarom zou dit niet
echt kunnen zijn? Is het zo iets bijzonders
als God zijn beloften waarmaakt en het
Woord bevestigt door tekenen?
Waarom zou Zaiss niet de gave, het
charisma, der gezondmaking ontvangen
hebben? Hij wil het niet zelf hanteren.
Het gebeurt dóór hem. Een wonderdokter
is hij niet. Hij weert dat ook uitdrukkelijk
af. Dat er in Wuppertal ook blijvende ge
nezingen zijn .geschied, waarcrm het te
ontkennen? En dat zijn prediking geze
gend werd, waarom daarover ons niet
verblijd?"
Ds. Van der Mast is verder van me
ning, dat de vrienden van Zaiss wel wat
al te overgevoelig zijn voor critiek. De
zelfde ervaring hebben wij ook opgedaan
uit de brieven, die wij van verschillende
lezers ontvingen Men beschouwt het als
logisch, dat de kerk zich „natuurlijk"
tegen Zaiss c.s. verzet. Overigens is dat
zo logisch niet. Maar er mag toch wel
critiek zijn. De predikant van Lindenheu
vel zegt: „Het is toch niet erg wanneer
men niet zonder meer met huid en haar
alles slikt wat uit het Wuppertal komt?
Er is een verantwoordelijkheid om, uit
broederlijke liefde en pastorale bewogen
heid, bedenkingen niet te verzwijgen
Want Zaiss noemt zichzelf „ein Fanatiker"
En met fanatici willen wij voorzichtig zijn,
vooral met de christelijke. Ze woelen veel
los. Ze stellen ons voor vragen. Maar zo
zijn extreem. En extreme mensen over
schrijden grenzen.
Zo overschrijdt Zaiss de grens, wanneer
hij tot de predikanten zegt: Bidt van
avond op uw knieën liggend om de gave
van de geest (d.w.z. ook van de gezond
making) en het zal gebeuren. Dit is een
overschrijding van de grens, want volgens
de bijbel is er verscheidenheid in genade
gaven.
Zo overschrijdt Zaiss de grens, wanneer
hij, doelend op zichzelf, met verheffing
van stem uitroept: „Op deze neus komt
geen bril, omdat in dit hart God woont".
Het is erg prettig voor hem, dat hij op
zijn 63e jaar klein schrift zonder bril kan
lezen, maar hij is over een grens geraakt,
wanr.eer ook het ouder worden niet meer
wordt aanvaard als een stuk van het
mens-zijn.
En zeker overschrijdt hij de grens als
hij zegt, dat ieder die gelooft ook geneest:
„Alles ist möglich dem der da glaubt".
Het is niet waar, dat degenen, die ziek
blijven jaar in jaar uit door hun ongeloof
van de genezing worden gescheiden.
Aan het eind van zijn beschouwing zegt
ds. Van der Mast: „Inderdaad, er is vele
jaren lang door de kerk méér gesprokén
van verheerlijking Gods in de ziekte dan
van het heilig protest tegen de ziekte.
Daardoor hebben velen dan ook dat „te-,
ken" beleefd of van nabij gezien, dat het
ziek-zijn met een wonderlijke blijdschap
werd gedragen.
Inderdaad het is nodig, dat wij krachtig
herinnerd worden aan de andere mogelijk-,
heid: dat de ziekte wijkt. Waarom zou
zich dat niet méér onder ons gaan voor-,
doen?
Het kan echter geen winst zijn om van
net ene uiterste in het andere te vallen.
Wij moeten in het verstaan en uitleggen
van de Bijbel de diepte in. Niet extreem
zijn, maar radicaal. Zo dat de beide mo
gelijkheden gezien en, naar Gods welbe
hagen, verwerkelijkt worden".
Dit is een ander geluid dan van de Rot
terdamse predikant, die wij vorige week
citeerden. Hier is een open-staan voor het
wonder Gods, waarvoor christenen uit alle
eeuwen altijd opengestaan hebben.
ADVERTENTIE
Een blijvend bezit!
Het beste
der betere
horloges I
Horlogerie ten Boom
Barteljorisstr. 19, Haarlem, Tel. 11541
Firma W. Voet en Zonen
Anegang 15, Haarlem, Tel. 10574
Het grote tekort aan technici bij da
Zuid-Afrikaanse spoorwegen heeft, on
danks de versnelde ocleiding in eigen
land, er toe geleid, dat op grote Schaal
krachten in het buitenland zullen moeten
worden aangetrokken.
Nederland geniet hiervoor de voorkeur,
niet alleen omdat men vrijwel direct ver
zekerd is van tweetaligheid, maar ook
dank zij de grondige technische opleiding.
Een speciale commissie van de Zuid-
Afrikaanse spoorwegen zal tegen het einde
van dit jaar een bezoek aan Nederland
brengen om een keuze te doen uit gega
digden voor de hogere functies bij de
Zuid-Afrikaanse spoorwegen. Men hoopt
uit Nederland een aantal jonge ingenieurs
te kunnen recruteren en wel twaalf ci
viele ingenieurs, twaalf werktuigkundige
ingenieurs, twee electrotechnische inge
nieurs voor het seinwezen en een tweetal
spoorwegingenieurs. Verder een groot
aantal electro-technische tekenaars en
vier electro-technische laboratorium-
assistenten. Verder kunnen een onbeperkt
aantal vaklieden als monteurs- machine
bankwerkers en electriciëns worden ge
plaatst. Het selecteren van deze laatste
groep is opgedragen aan de Zuid-Afri
kaanse immigratie-attaché in Nederland.
ADVERTENTIE
UW MATRASSEN bijgevuld of vernieuwd»
Maakloon 1 pers. ƒ12.50, 2 pers. 15.—
Haarlems Matrassenhuis
Gr Houtstraat 103
Tel. 11485 - Haarlem
13)
Nog dezelfde dag wordt een arrestatie
bevel voor Andreas uitgevaardigd en
wordt een verzoek om opsporing wijd en
zijd bekend gemaakt. Er wordt een belo
ning van vijfduizend mark uitgeloofd. In
de kranten verschijnen sensationele ver
halen met vele gruwelijke details.
Het kantoor van Sobatka, steeds druk
bezocht en in hoog aanzien staand, raakt,
plotseling zo goed als uitgestorven. Zijn
naam is genoemd in verband met deze
misdaad en zoiets heeft een directe terug
slag. Hij wordt voor een verhoor opge
roepen. Lippmann neemt hem zelf onder
handen. Heeft hij iets geweten van deze
misdaad?
Sobatka ontkent het. Hij was er zelf
zeer door ontsteld, en zoiets afschuwelijks
had hij niet voor mogelijk gehouden. Lipp
mann kijkt hem doordringend en onder
zoekend aan en krijgt de indruk, dat So
batka de waarheid spreekt. Het lijkt bo
vendien allerminst waarschijnlijk, dat An
dreas links en rechts aan kennissen en fa
milie verteld zou hebben, wat hij ging
doen of gedaan had. Wat denkt mijnheer
Sobatka, heeft mevrouw Andreas er van
af geweten?"
Sobatka schokt bij die vraag wat ineen.
„Ja", zegt hij tenslotte langzaam, „ik ge
loof van wel. Ik begrijp nu een heleboel
dingen waarvoor ik eerst geen verklaring
kon vinden; die kranten, de telefoon, die
onrust, ja, ik geloof wel dat ze er van
geweten heeft. Commissaris, ik zou na
drukkelijk willen verklaren, dat ik tot nog
toe de belangen van mijn zuster heb be
hartigd, maar dat ik mijn handen thans
geheel van haar aftrek Dat is mijn eer
lijke voornemen. Ik wens geen misdadigers
te beschermen".
Hij vertelt over het vreemde gedrag van
mevrouw Andreas na de zogenaamde dood
van haar man, en Lippmann maakt ijve
rig aantekeningen.
Mevrouw Andreas is dus medeplichtige,
ongetwijfeld. Zij verwachtte een levens
teken en een poging tot contact van haar
man. Het is nodig, onmiddellijk ook een
arrestatiebevel tegen haar uit te vaardi
gen. Zij is gevlucht naar Zwitserland,
maar Lippmann noch Sobatka kent haar
adres. Sobatka moet haar postrestante in
Luzern schrijven. Een bof, dat Kirchner
al onderweg was naar Luzern. Hij moet
alle mogelijke medewerking krijgen Lipp-
rpann stuurt hem een volmacht toe, waar
mee hij wellicht bij de Zwitserse politie
nog zijn voordeel kan doen. Lippmann
belt de politie in Chicago, die verklaart
nog niets van Andreas gezien te hebben.
Maar men zegt een spoedig onderzoek toe.
De moordenaar heeft een aanzienlijke
voorsprong op het politierapport. Alles
moet in het werk worden gesteld om hem
op de hielen te komen, andei-s weet hij
zich te ver uit de voeten te maken en on
der te duiken ergens in Amerika of Euro
pa. Hoe heette ook alweer die advocaat
in Leipzig, waar Kirchner over had ge
sproken, en die een bezoek van de zoge
naamde Feldmann zou hebben gehad?
Lippmann bladert in zijn notitieboekje.
.Ta, daar staat het, Freytag. Onmiddellijk
telefoneren.
„Het gaat over het geval Andreas, mijn
heer Freytag. Wil u zo gced zijn, mij
enige inlichtingen te verstrekken?"
„Gaarne, maar moet dat telefonisch?"
„Doet er niet toe. U hebt toch reeds
naar Chicago getelegrafeerd, voor zover ik
van de heer Kirchner heb vernomen?"
„Ja, ik heb al geprobeerd de hand op
hem te laten leggen. Maar ik kreeg een
telegram, dat de vogel gevlogen is".
„En de erfenis, is die al aan hem uit
betaald?"
„Neen. Gelukkig niet. Dooi een onge
lukkige oorzaak overigens, want degene,
die het geld onder zijn berusting had is
er mee vandoor gegaan en onvindbaar".
„Dat betekent dus, dat Andreas zonder
middelen in Amerika zit?"
„Voor zover ik het kan beoordelen, in
derdaad".
„Dank voor uw inlichtingen, mijnheer
Freytag".
„Geen dank, gaarne bereid u te helpen.
Ik ben er echter ook enigszins in geïnte
resseerd. Mag ik eens vragen, staat het
werkelijk vast, dat Andreas een moorde
naar is?"
„Ja, zonder twijfel. Het stoffelijk over
schot van het ongeluk is opgegraven en
is met volkomen zekerheid als dat van
Feldmann in plaats van Andreas ge
ïdentificeerd".
„Dus toch. Mijn hemel
„Er is reeds een arrestatiebevel uitge
vaardigd. Mochten bij u nog inlichtingen
binnen komen, kunt u er mij dan onver
wijld van in kennis stellen? Telefoon 606,
'.oestel 18".
„Ik zal er voor zorgen".
Els Andreas zit in haar hótelkamer en
maakt aantekeningen in haar dagboek.
Haar moeder zit beneden in de conver
satiezaal kranten te lezen, in afwachting
van de nieuwsberichten van zes uur.
Kort nadat die begonnen zijn, krimpt
ze ineen van schrik, terwijl ae luidspre
ker juist een opwindend bericht laat ho
ren.
„Men is een afschuwelijke moordzaak
op het spoor gekomen. Onlangs werd be
richt, dat op een weg tussen twee Zuid-
Duitse steden de fabrieksdirecteur An
dreas in zijn auto om het leven kwam
toen deze in brand vloog. Thans blijkt,
dat dit ongeval zich niet heeft toegedra
gen, zoals men aanvankelijk aannam. De
verbrande inzittende van de auto blijkt
niet, zoals men heeft kunnen vaststellen,
de genoemde fabrieksdirecteur te zijn,
doch de sedert diezelfde dag spoorloos
verdwenen verzekeringsagent Feldmann.
Andreas, die dus nog in leven is, schijnt
zich momenteel in Chicago schuil te hou
den, waar een onderzoek naar zijn ver
blijfplaats wordt ingesteld. Hec is aan geen
twijfel onderhevig, dat Andreas Feldmann
heeft vermoord en in zijn auto heeft laten
verbranden, om zodoende zijn vrouw in
de gelegenheid te stellen, onder het voor
wendsel dat haar man de dood had ge
vonden, een aanzienlijk verzekeringsbe
drag op te kunnen strijken. Men heeft het
sterke vermoeden, dat de vrouw van An
dreas medeplichtige in deze misdaad is
geweest, en ook een toevlucht in het bui
tenland heeft gezocht".
Betty Andreas staart als versteend voor
zich uit. Behalve zijzelf bevindt zich al
leen nog een bejaard echtpaar in de zaal,
dat echter zo verdiept is in een kaart
spelletje, dat noch het vreemde gedrag van
Betty, noch het radiobericht tot hun
schijnt door te dringen.
Pas na enige tijd is zij in staat op te
staan. Zij gaat naar de tuin, waar ze een
uur lang in de vriezende kou op een bank
zit te denken, denken, denken. Er moet
nu gehandeld worden, bliksemsnel. Maar
de gedachten warrelen zo dooreen, dat het
aanvankelijk niet lukt, om tot een besluit
te komen.
Allengs wordt het haar echter duidelijk,
wat haar te doen staat, wil zij haar vrij
heid behouden. Zij gaat weer naar bin
nen en naar boven. Even opent zij de
deur van de kamer van Els, om haar te
zeggen dat ze naar bed gaat omdat ze
hoofdpijn heeft.
In haar kamer gekomen gaat zij op bed
liggen, wachtend tot zij haar dochter hoort
gaan slapen. Het duurt lang, maar tenslot
te wordt toch alles stil.
Ze staat weer op, steekt de kleine lamp
bij haar schrijftafel aan en schrijft moei
zaam:
„Lieve Els,
Morgen, wanneer je dit leest, zal je
waarschijnlijk alles al gehoord hebben.
Ik wou dat ik je dit had kunnen bespa
ren. Maar nu je het toch horen moet, kan
ik je ook niet meer onder ogen komen.
Ik verdwijn, want er blijft me niets an
ders over. Maar ik geef me nog niet ge
wonnen. Wat me het meest pijn doet, ia
dat jij hierdoor veel narigheid moet door
maken. Probeer er zo goed mogelijk door
te komen. Ga naar de Röders in Aken. Ik
Iaat hierbij tweehonderd mark voor je
achter. Het overige geld heb ik zélf te
hard nodig.
Je zult me veroordelen. Maar ik kan
nu niet meer terug.. Ik wil ook geen ver
giffenis van je vragen, want die verdien
ik niet.
(Wordt vervolgd).