Zoon van Pieter Jelles toonde zijn vader van huiselijke kant Er zijn veel meer Stille Armen dan U denkt Tent-hotel tijdens Flora 1953 Mogelijkheden worden nog bekeken „Ik kon mijn ogen niet geloven" "Brieven aan cle redactie Drie balletpremières bij de Opera Plan van Haarlems restaurateur 5 WOENSDAG 17 DECEMBER 1952 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Restaurant in Vleeshal Nieuwjaarswens Haarlems Dagblad Oudejaarsviering P.v.d.A. Burgerlijke Stand van Haarlem TAXI? bel 13000 Bashir hield lezing voor Haarlemse Esperantisten Bebouwing bij Zuidlaan te Aerdenhout Door de gladheid gevallen Schouwburg allesbehalve een tempel der Muzen Gisteravond hield Jelle Pieters Troelstra voor de leden van het Instituut voor Ar beidersontwikkeling in de Renaissancezaal van het Frans Halsmuseum een voordracht over het leven van zijn vader, de bekende socialistenleider Pieter Jelles Troelstra. De heer Jelle Troelstra, die een boek over het leven en werken van zijn vader heeft ge schreven („Mijn vader Pieter Jelles") heeft de aanwezigen ruim twee uur in de ban van zijn verhaal gehouden door op zeer suggestieve wijze te vertellen over de „andere" Troelstra. Niet de meester in de rechten, het Kamerlid of de hoofdredacteur, maar de huisvader en de humorist. De verteller nam ons mee naar Leeu worden, Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Haarlem en weer Den Haag. pieter JeJ-les heeft zijn levenlang ge tracht rust te vinden, daar hij lichamelijk feitelijk niet in staat was een dergelijk druk leven te leiden en hij profiteerde dan ook van elke gelegenheid, die zich maar voordeed om eventjes uit te blazen. Doch deze gelegenheden kwamen niet al te dik wijls voor. Meestal was hij op reis om, vooral in verkiezingstijd, te spreken, te vergaderen of te debatteren. Van Leeuwarden verhuisde het gezin Troelstra via Amsterdam naar Utrecht, waar de toen jonge advocaat een praktijk begon. Reeds spoedig echter voelde hij zich aangetrokken tot het socialisme. Hij werd lid van de Sociaal-Democratische Bond, richtte het blad „De Baanbreker" op en bouwde de afdeling Utrecht van zijn partij vanaf de grond op. Haarlem In 1897 werd Troelstra in de Tweede Kamer gekozen en men verhuisde naar Den Haag. Toen hij echter in 1900 hoofd redacteur van „Het Volk" werd moest hij zijn werkzaamheden verdelen tussen de hoofdstad en de residentie 'en Troelstra koos de (geografische) middenweg door zich in Haarlem te vestigen. En aan de Spaarnestad heeft Pieter Jelles enkele minder prettige herinneringen bewaard. Immers enige tijd voordat de spoorweg staking uitbrak (1903) bemerkte Troelstra, dat hij geschaduwd werd. Ook zijn partij genoten hadden hier last van en geen enkele socialist kon naar Amsterdam kor- men om de berichten over de organisatie van de staking over te brengen. De twaalf jarige Jelle Pieters kreeg toen de opdracht om brieven over te brengen, een taak waarvan hij, zich met geestdrift heeft ge kweten. Toen de staking uitbrak werd Troelstra onmiddellijk gearresteerd en dit heeft zijn toch al niet beste gezondheid geen goed gedaan. Zwembroek In de verkiezingstijd moest Troelstra in vele plaatsen aanwezig zijn om de kiezers toe te spreken. Op een Zondag ging hij voor het houden van een rede naar IJmui- den, Zijn dochter en zoon mochten mee en daar vader in een uitstekend humeur was beloofde hij, dat hij twee willekeurige woorden, die zijn kinderen mochten kiezen, in zijn toespraak zou gebruiken. „Lucifer doosje", zei zijn dochter. „Zwembroekje", sprak de zoon, en zelden hebben de kinde ren een vergadering met zoveel ongeduld tegemoet gezien. Jelle Troelstra heeft al- Het is een goede, hartelijke gewoonte uw vrienden en relaties een gelukkig nieuw jaar te wensen. En u kunt dit niet eenvoudiger en tegelijkertijd vollediger doen dan door een in oprechte haarlemsche courant I De prijs bedraagt slechts 20 cent per m.m., minimum 12 m.m., maximum 60 m.m. In deze Nieuwjaarswensen wordt slechts de gewone courantletter ge bruikt met een enkele vette regel. Bij groter formaat en groter letter wordt de gewone losse-m.m.-prijs berekend, of de plaatsing cp het bestaande contract in mindering gebracht. Zendt ons tijdig uw opdracht voor publicatie in ons nummer van Woens dag 31 December (of Vrijdag 2 Januari) GROTE HOUTSTRAAT 93 SOENDAPLEIN 37 Maar geen van hen kon in perfectie halen bij de al wat kaalwordende, grijze butler. Tegen tien uur ging ik naar bed. Ik sliep bijna onmiddellijk in, geloof ik. Toen ik tenminste twee uur later met een vaag onrustig gevoel wakker werd, had ik het gevoel al zwaar geslapen te heb ben. Ik lag, zoals meestal in mijn slaap, met mijn hoofd onder de dekens, maar ik had dat gevoel dat iedereen in zijn leven wel eens gekend heeft; zoiets van „er is nog iemand anders in mijn kamer". En het was niet alleen dat gevoel. Er was nog iets, een soort regelmatig terugkomend sissend ge luid, alsof iemand scherp door zijn tanden ademde. Eerst dacht ik, dat het nog een voortzetting was van mijn droom, waar zo'n geluid min of meer in thuishoorde. Ma,ar langzamerhand werd ik klaar wak ker en realiseerde mij, dat het geluid er werkelijk was. En ook het gevoel, dat er nog iemand in de kamer was, bleef. Nog even hield ik me onder de dekens, in de hoop dat het alles zou verdwijnen, maar toen voelde ik mij toch tegenover mijzelt verplicht eens te kijken. Heel voorzichtig stak ik mijn hoofd boven de dekens uit. Het eerste wat opviel was dat de deur naar de gang open stond en het licht daar aan was. Omdat ik zelf het licht had uitge draaid en de deur dicht gedaan kwam dit me al wat vreemd voor. De kamer was dus vagelijk verlicht, ook al doordat de gas haard een zacht schijnsel op de muur boven mijn bed gaf. Langzaam keek ik de kamer rond. En op de grond voor de gashaard zag ik een man zitten. Hij zat met zijn rug naar mij toe en omdat mijn ogen nog maar halt open waren, zag ik niet alles goed. Maar er was iets vreemds aan die man. Ik wreef mijn ogen uit en zag toen pas, wat hij aan het doen was. Ik heb een paar keer op een kladje geprobeerd mijn gevoelens op dat ogen- leen de zin met het zwembroekje onthou den en deze luidde aldus: ...maar dat amendement van de heer Ram was niet meer dan een zwembroekje om de naakt heid ervan te bedekken....". Een donde rend applaus volgde..,.. Ook verzen En het hierboven aangehaalde voorval was kenmerkend voor Pieter Jelles. Zijn zoon las gisteravond vele fragmenten uit zijn boek voor en telkens weer bleek, dat ondanks de moeilijke tijden en de drukke werkzaamheden Troelstra een goed humeur had en steeds weer klaar stond om zijn rijke fantasie te laten spreken. Ook zong hij veel en maakte hij verzen. De liederen bundels van Troelstra zijn in vele Friese gezinnen een begrip geworden en nu nog worden deze liederen gezongen. Ook gis teravond werd de bijeenkomst geopend door de zusters Van der Spoel, die enkele verzen met tekst van Pieter Jelles ten ge hore brachten. Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling heeft een goede keus gedaan door deze figuur in het middelpunt van de belang stelling te plaatsen; immers voor de oude ren leeft Troelstra nog, terwijl hij voor de jongeren door deze lezing en door dit boek méér wordt dan alleen maar een legenda rische naam. Een kijkje in het naakte De organisatoren van de Flora 1953 houden rekening met ongeveer één tot anderhalf millioen bezoekers. De Horeca bedrijven in Heemstede en omgeving zullen deze vreemdelingenstroom dan ook ternau wernood kunnen opvangen en verwerken, hetgeen de heer H. J. W. Thoolen, eigenaar van restaurant „Corona" te Haarlem, op het idee heeft gebracht te trachten gedurende deze periode in Heemstede een „Nood- hötel-café-restaurant" te exploiteren. Hij kan hiervoor de beschikking krijgen over Nederlands grootste tent, welke een oppervlakte heeft van 2250 vierkante meter en in drie afdelingen zal worden gesplitst. Deze bestaan uit twee afzonderlijke slaap zalen met boxen voor dames en heren, met een capaciteit van ongeveer 150 overnach tingen, waaraan tevens een apart was lokaal verbonden is; een restaurant, inge richt voor ten minste vierhonderd bezoe kers en een café, dat aan zevenhonderd per sonen plaats kan bieden. Het hotel en het x-estaurant zullen op Amerikaanse wijze worden geëxploiteerd; dit houdt in voor het restaurant zelfbediening, met verstrek king van één dagschotel met vlees naar keuze, of een eenvoudige stamppot. Slechts grote gezelschappen zullen hier, na vooraf gaande bestelling, a la carte kunnen di neren. Voor het grote café is gedacht aan ver schillende attracties, zoals een mode-show, orkesten en cabaret, waarvoor met diverse ensembles reeds onderhandelingen worden gevoerd. De tent heeft in totaal een lengte van 106 meter en een breedte van 22 meter en werd reeds voor grote tentoonstellingen gebruikt in Breda en Eindhoven. Het geheel is tegen brand- en stormschade verzekerd en ver wierf de goedkeuring van de brandweer voor geheel Nederland. Voor Heemstede zal eventueel nog een attractieve illuminatie worden aangebracht. Wanneer dit plan doorgang vindt, zullen in dit tenthötel on geveer zestig personen een tijdelijke werk kring kunnen vinden. blik te beschrijven, maar kan het niet. Ik zal alleen de feiten geven. Zoals gezegd, de man zat op de grond voor de haard. En in zijn handen hield hij het hoofd van de butler. Het losse hoofd van de butler. De uitdrukking op het dode gezicht was onbeschrijfelijk. Telkens trok de man wat haren uit het hoofd van de butler en stak die in het vuur van de gas haard. Dat gaf het sissende geluid. Ik heb al gezegd normaal niet erg bang te zijn, maar toen ik in drie tellen het hele tafereel op me had laten inwerken, stak ik bliksemsnel mijn hoofd weer onder de de kens. Het zal wel een soort menselijk in stinct zijn, om zichzelf voor zoiets te willen verbergen. Het is natuurlijk zinloos. Ik kon niet meer helemaal normaal denken. Ik herinner me dat ik dacht, „last" te heb ben gekregen van die eerste dag in dat stille eenzame landhuis. Maar het leek me toch dat ik er helemaal „bij" was. Ik wilde nog eens kijken, om te controleren, wat ik gezien dacht te hebben, maar kon er niet toe komen. Ik weet niet, hoe ik mezelf op dat ogen blik moet beschrijven. Half verdoofd, zou ik haast zeggen, of verdwaasd. Misschien wel allebei. Ik merkte, dat ik onder de dekens in die goed verwarmde kamer lag te rillen van angst. Wat ik van dat moment af gedaan heb, kan nauwelijks meer rede lijk genoemd worden. Misschien was het. nu achteraf gezien, niet eens zo heel gek, maar ik heb het zeker niet zorgvuldig over wogen. Ik werd gedreven door de impulsen die dc mens van deze eeuw instinctief noemt. Maar ergens diep in me aarzelde ik toch nog. Aarzelde ik, of dit nu wel juist kon zijn. Geen mens kan zich voorstellen, dat hij opeens in een dergelijke situatie wordt gegooid. En ik had een onweerstaan- bare neiging om nóg eens te controleren. Het duurde zowat vijf minuten, voor ik daar de moed toe verzameld had. Toen Gistermiddag is onder voorzitterschap van de heer D. F. Weegenhuise een verga dering gehouden van hotel-, café- en res tauranthouders uit Haarlem en omgeving ter bespreking van een voorstel van het Initiatiefcomité 1953 om gedurende de Flora de Vleeshal als restaurant te exploi- tereft. Dit restaurant zou dan een attrac tief karakter moeten bezitten, bijvoorbeeld door een bierkelder '(waar men met de tienduizenden daar opgeslagen boeken van de Stadsbibliotheek heen zou moeten is nog een onopgelost probleem) en een spe cifiek oud-Hollands interieur gepaard met optreden van een Oostenrijkse of Beierse „stimmungskapelle". Op de vergadering bleken tenslotte vijf ondernemingen bereid de zaak nader on der ogen te zien. Echter moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden wil dit plan werkelijkheid worden. Zo zal het onder meer noodzake lijk zijn, dat bijvoorbeeld een brouwérij zich ook ervoor interesseert, omdat onder meer de meubilering gedurende een zo korte tijd een economisch vraagstuk vormt. Ook willen de gegadigden de zekerheid hebben dat er wat de verlichting en andere attracties betreft iets bijzonders gepres teerd zal worden. Al met al is het voorbarig te zeggen dat het hier om een beklonken zaak gaat. interieur van de tent. De heer Thoolen heeft het plan met de ontwerptekeningen reeds aan 't gemeente bestuur van Heemstede voorgelegd, dat dit alles tijdens de vandaag te houden verga dering van B. en W. in behandeling zou nemen. Deze plannen vonden ook een gun stig onthaal op een bestuursvergadering van de Heemsteedse Winkeliersvereniging. Eén der argumenten was, dat Heemstede zich deze attractie niet mag laten ontgaan, vooral omdat de Winkel-Beurs, waarvoor hier te weinig animo bestond, naar alle waarschijnlijkheid thans tijdens de Flora te Lisse zal worden ingelicht. De mogelijkheid is verder evenmin uit gesloten, dat deze hóteltent eveneens ter sprake wordt gebracht op de morgenmid dag te houden vergadering van de raad, omdat de heer O. A. Brink zich heeft voor genomen naar het standpunt van B. en W. over deze kwestie te informeren. De afdeling Heemstede van de Partij van de Arbeid houdt Maandag 29 December 's avonds om acht uur in de bovenzaal van het Minerva-theater haar traditionele Oudejaarsviering. Bij deze gelegenheid zal ds. Van Biemen als spreker optreden. HAARLEM, 16 December 1952 BEVALLEN van een zoon: 14 Dec., W. F. van BeijerenKuijper; 15 Dec., A. A. Voets Dudink; 16 Dec., K. M. Sieraad-^-Baars. BEVALLEN van een dochter; 15 Dec., A. G. van TintelenDokkum; 16 Dec., G. M. Luiting—van Roon, 2 d.; A. Groot—Niehe. OVERLEDEN: 13 Dec.. H. J. Serné, 70 j„ Wijde Geldelozepad; 15 Dec., G. M. G. Breu- gelmans, 67 j., Kinderhuisvest; H. C. van Dijk, 82 j., Tempeliei-sstraat; J. C. Neder- koorn—van Koningshoven. 50 j., Vondelweg; L. Boer, 63 j., Jan Gijzenkade; A. C. G. P. Geenhuizen, 83 j., Uranusstraat. keek ik en het was nog allemaal precies hetzelfde. Het vage licht, de rug van die man en het hoofd. Het losse hoofd van de man, die mij 's middags zo vriendelijk en beleefd had ontvangen. Ik dook weer weg onder de dekens. Ik weet niet, hoe lang ik zo gelegen heb. Misschien wel tien mi nuten of een kwartier. En in die tijd lag ik niet rustig en kalm te overwegen en te denken. Ik was, gelóóf ik, helemaal leeg. Leeg van alles, behalve van een soort vaag voortwoekerende angst. £)ie toch aan de an dere kant ook niet helemaal bestond, want zelfs in zulke omstandigheden kan een mens zich niet voorstellen dat hem iets dei-gelijks óók kan gebeuren. Het is een soort bangheid, die niet te beredenex-en is. Ook nu achteraf nog niet. Het was dan ook een plotselinge impuls, die me er toe bracht in één rush de dekens van me af te gooien, uit het bed te sprin gen en de kamer uit te hollen. Ik rende door de stille gang, struikelde bijna de trap af en draafde naar buiten. De voor deur stond open. Het moet daar koud en nat zijn geweest, in de tuin en op straat. Maar hoewel ik op blote voeten liep en al leen een pyjama aan had, heb ik er niets van gemerkt. Ik holde maar door. Het was een heel eind voor ik in het donker de contouren van een ander groot landhuis langs de weg zag. Ik liep de tuin in en belde aan. Waarschijnlijk heb ik mijn vin ger wel een paar minuten op de bel gehou den, want er kwam na verloop van tijd een zeer ontstemd heer aan de deur om te vragen, wat ik wilde. Hij had die beleefdheidsfrase al auto matisch geuit, toen hij zich pas goed begon te realiseren, welk een vreemde, hijgende figuur in pyjama daar op zijn stoep stond. Hij had zelf een bijzonder kostbare kamerjas over zijn pyjama aan. Achter hem kwam zijn butler nog de trap afdraven. Zij stonden mij met een beleefd „Met verbazing heb ik het artikel van ds. Bronsgeest in het Dagblad van heden gelezen. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik daarin las, dat reeds in één predikan- tenwijk tweehonderd gezinnen in vrijwel permanente zorg leven. Hoe groot moet dat aantal dan wel zijn voor een hele stad als Haarlem en-hoe groot voor heel Neder land?" Zo begon een lezer een brief naar aan leiding van ons onderhoud met ds. J. Bronsgeest. Wij vermoeden dat wel meer lezers gedacht zullen hebben: „Ik wist niet datInderdaad, dat is nu juist het kenmerk van de Stille Arme. Men weet niet hoe hij moet tobben om rond te komen, om het hoofd boven water te hou den. En men weet het niet, omdat de Stille Arme niet als zodanig bekend wil zijn. Wij wisten ook niet dat er in de binnen stad een jonge vrouw woont, die door haar man in de steek werd gelaten. Met een baby woont zij in een kamertje, maar geld om zelfs dat behoorlijk te verwarmen is er niet. Dus scharrelt zij met het kind van de ene kennis naar de andere om haar liefste bezit tenminste nog wat warmte te gunnen. Zulke gevallen kent men niet voordat iemand er, vaak bij toeval, over praat. Maar zo zijn er tientallen. Beter dan te gaan filosoferen dat de wereld dan maar beter ingericht moet worden daar is men trouwens al enige tijd mee bezig is het om door een daad op dit ogenblik bij te dragen tot een beetje vreugde in die ge troffen gezinnen. De actie voor de „Stille Armen" biedt daartoe immers een schone gelgenheid. Er zijn er die dat zeer goed hebben be grepen. Wij ontvingen bijvoorbeeld het volgende briefje: „Daar ik als werkster mijn brood moet verdienen, wil ik u toch een kleinigheid sturen voor de Stille Ar men, 'want er wordt in veel gezinnen op uw hulp gewacht". Hierbij was een bedrag van twee gulden ingesloten, een gave die voor deze vrouw zeker een groot offer heeft betekend. Wij willen nog od een andere vorm van bijdragen aan de Stille Armen wijzen, na melijk door middel van personeelvereni- gingen of clubs. Vooral kaartclubs (om ADVERTENTIE Mobiiofoonservice DAG EN NACHT Zamenhof-dag De Haarlemse Esperantisten kwamen giste ren bijeen voor de viering van Zamenhof's geboortedatum. De voorzitter, de heer H. J- Blokker, memoreerde, dat de nationale ge denkdagen toch eeq beperking inhouden en de naties tegenover elkaar stellen. Juist in deze tijd van bloedige conflicten wordt de mensheid rijp voor een betere orga nisatie van haar onderlinge verhoudii gen. Als een levend bewijs hoe de idee van Zamenhof ook tot de Oosterlingen is door gedrongen, kwam de heer Bashir de Espe rantisten in Zamenhof's taal over zijn land vertellen. De heer Bashir sprak over het ont staan van de nieuwe staat Pakistan, toen in 1947 Engeland aan de Indische bezittingen het zelfbestuur gaf. Een eenheidsstaat was niet mogelijk voor een gebied, dat groten deels bewoond wordt door Hindoe's, maar waar ook ruim tachtig millioen Islamieten leven. Daarom is er één aparte staat geko men voor Hindoe's en één voor Islamieten. Ras en taal speelden bij deze verdeling geen rol. In Pakistan worden het gehele leven, de wet, de moraal en de politiek geleid door de Islamietische godsdienst, die vrede, gerech tigheid en bestaansmogelijkheid voor een ieder voorschrijft. Alles wox-dt gedaan om het levenspeil, dat zeer laag is, te verhogen en door het opbouwen van een eigen industrie hoopt men reeds in 1955 de levensstandaard tot het drievoudige te hebben opgevoerd. Het onderwijs staat nog in een beginsta dium: tachtig procent van de plattelandsbe volking kan lezen noch schrijven. Toch is de ontwikkeling niet zo laag als men zou den ken en ook analfabeten kunnen met verstand over allerlei onderwerpen meepraten. Spreker behandelde voorts de gewoonten en gebruiken in Pakistan bij geboorte, hu welijk en dood en gaf een beschrijving van het planten- en dierenrijk. Na de pauze ging hij over tot het beantwoorden van de ge stelde vragen. soort Engelse vex-bazing aan te kijken. En zij hadden er de tijd voor, want het duurde zeker anderhalve minuut voor ik genoeg van mijn schrik en de hele holpartij beko men was, om mijn verhaal te doen. Waarschijnlijk was het ook toen nog een verward verhaal in het matige Engels dat ik spreek. En achteraf gezien, kan het die twee mensen ook niet helemaal kwalijk ge nomen worden, dat ze me wat ongelovig ax'gwanend, maar ook een beetje medelij dend stonden op te nemen. Ik weet niet precies meer, wat ik gezegd heb, maar het kwam er in elk geval op neer dat ik hun vroeg de politie op te bellen en met me ni£e te gaan naar het huis, zodat ze zelf de hele zaak konden zien. De heer des huizes begon een wat dik opgelegde poging te doen om mij op mijn gemak te stellen, maar ik was veel te op gewonden. Blijkbaar heb ik ook zo aan gedrongen, dat ze mee zouden gaan en in 's hemelsnaam de politie zouden bellen, dat ze tenslotte toegaven. Gedrieën liepen we terug naar het huis. Het moet een vreemd groepje zijn geweest, dat daar in het holst van de Engelse nacht over een landweg liep. Twee mensen op pantoffels in kamer jas met daarovei'heen een haastig aange schoten wintex-jas en ik nog steeds, maar nu ook rillend van de kou, alleen in m'n pyjama. Zij zeiden niets, ik praatte maar door. Toen we net het tuinhek van mijn nog steeds niet verschenen gastheer insloegen kwam met luid sirene-gehuil een politie auto van de andere kant aanrijden. Wij bleven staan en de auto stopte vlak naast ons. Ik begon mijn verhaal weer te vertel len, maar was blijkbaar nog steeds niet rustig genoeg, want het bleek dat ook de drie politie-mannen het niet erg geloofden. Ze begonnen mij bemoedigend op de schou der te kloppen en zeiden dat het allemaal wel mee zou vallen. Een kop thee zou me het even of er nu gepandoerd, gekruisjast, geklaverjast of gebrugd wordt) kunnen in dat opzicht heel wat presteren en er zijn er dan ook vele die dat al getoond hebben. Want de inzameling voor de Stille Armen heeft ook een zeer algemeen karaktex*. Ex- zijn bijdragen die in drie cijfers worden uitgedrukt, maar er zijn ook de vele kleine giften die bewijzen dat. ook de „kleine man", die zo vaak de ongunst van het le ven aan den lijve onderwindt, toont dat hij het leed van anderen begrijpt en wil le nigen. Eens te meer roepen wij u dan ook met vrijmoedigheid op om de inzameling voor de Stille Armen wel te willen gedenken. Bezwaren van bestuur van „Buurtbelang" In de Donderdag te houden vergadering van de gemeenteraad van Bloemendaal komt het uitbreidingsplan Zuidlaan, Naal- denveld en omgeving aan de orde. Het bestuur van Buurtbelang Aerdenhout- Bentveld heeft zich met een brief tot de leden van de gemeenteraad gericht, waar in het schrijft met bezorgdheid kennis te hebben genomen van het plan. De bouw van flatwoningen zal volgens het be stuur he.t karakter van de buurtschap Bentveld geweld aandoen. In het duin landschap met zijn bijzonder karakter past geen grootsteedse bebouwing. Wanneer er volgens een plan-gebouwen van zes woon lagen komen, dan acht het bestuur dit volkomen onaanvaardbaar. Ook tegen flat- bouw met drie woonlagen heeft het be zwaren. Voorts wordt in de brief opge merkt, dat wanneer achter de Zuidlaan een grote wijk zal ontstaan door de bouw van flatgebouwen, het verkeer daarheen van bewoners, bezoekers, leveranciers enzovoort zo intensief zal worden, dat de Zuidlaan verbreed moet worden, hetgeen betekent, dat de fraaie bomen aan die laan gerooid moeten worden." Het bestuur vervolgt: „Volgens de toe lichting zouden de flatgebouwen voor middenstandswoningen bestemd zijn. De bestaande bebouwing bestaat echter uit woningen van goed gesitueerde families. Het is in strijd met rationele planologische beginselen om midden in een gebied met eigen karakter bewoning door een andere categorie bewoners te bevorderen. Het is daarom ook zo verwonderlijk, dat de ont werpers van het uitbreidingsplan die flat- bouw juist achter de Zuidlaan geprojec teerd hebben, omdat er op Bloemendaals gebied terreinen liggen die zich daarvoor beter lenen, bijvoorbeeld de terreinen aan de Dompvloedslaan, de Vrijburglaan en zovoort". Dinsdagochtend zijn enige voetgangers door de gladheid van de weg gevallen en zij hebben wonden opgelopen. De zevenëntwin- tigjarige A. K. liep om halfelf op het trottoir van de Leidsevaart nabij de Prins Hendrik- brug. Hij viel. werd gewond boven zijn lin ker oog en is naar de Maria-Stichting over gebracht. Een uur later viel de negenënzestigjarige mevrouw J. M. W. Z. bij de Prins Hendx-ik- school. Met een breuk aan haar linker onder arm is zij naar de Maria-Stichting over gebracht. Op de Rijksstraatweg is om kwart voor elf de vierënzestigjarige J. v. d. H. nabij de Zaanenlaan gevallen; hij bleef bewusteloos liggen. Een lid van de Ongevallendienst heeft hem bij gebracht, waarna bij per auto naar zijn woning is vervoerd. Verkort weergegeven) Sneeuwlast. Radio en pex-s helpen ons, nu de sneeuw zo rijk valt, herinneren dat wij vooral de vogels niet mogen vergeten. xVlaar vergeet ook de mensen niet die hun werk langs de straat hebben. In mijn kwa liteit van krantenbezorger doe ik een be roep op mijn stadgenoten om de sneeuw, die zij voor hun deur wegruimen, niet op de rijweg te deponeren. De trottoirs wor den prachtig schoon gemaakt, doch de rij weg, die wij kris en kras moeten over steken, ligt vol met bergen sneeuw. Maak uw stoep en de rijweg sneeuwvrij en de poneer alles op de rand van het trottoir. Z. E. J. Het Ballet van de Nederlandse Opera kwam gisteravond in de Amsterdamse Stadsschouwburg met maar liefst drie premières voor het voetlicht. De voorstel ling begon bijzonder plezierig met de door balletmeester Roland Casenave ingestu deerde tweede acte van „Coppélia" op muziek van Delibes in de min of meer traditionele Franse zetting en met gebruik making van oude décorstukken, waarmee om de vereiste fantastische sfeer in de men op voorbeeldige wijze kon volstaan werkplaats van de miraculeuze poppen dokter op te roepen. Ethéry Pagava was de soliste. Men kan natuurlijk zoals direc teur Abraham van der Vlies verleden week op een persconferentie deed, pro beren de keuze van dit populaire parade nummer met theoretische argumenten te rechtvaardigen, voor zover dat nodig mocht zijn, maar het werkelijke motief is nogal duidelijk: deze acte bevat slechts één dansrol waarmee Ethéry Pagava al talloze karen succes heeft geboekt en de rest is pantomime. Hoe dan ook, haar Swanilda was in ieder opzicht ver rukkelijk, speels en koket, hartverove- rend en technisch virtuoos in de Spaanse en .Schotse variaties. Ook in het hoofdnummer van het pro gramma „Apollon Musagète" (Apollo, leider der Muzen) op de gelijknamige mu ziek van Igor Strawinskv trad zij solis tisch op, tezamen met Youli Algaroff, die met ingang van 1 Januari tot danseur étoile bij de Parijse Opera is benoemd, doch ook na die datum voor de Neder landse zusterinstelling beschikbaar blijft. Waaraan hij deze hoge positie te danken heeft, kon hij gisteren allerminst duide lijk maken. Geen schijn van hemelse af komst straalde er in de titelrol van hem uit .integendeel. Ook dit wérk is overigens blijkbaar alleen ten tonele gebracht ter meerder glorie van de Franse bovenlaag van dit Nederlandse Uperaballet, dat voor de rest de figuratie levert. Toegegeven moet worden dat ook onze landgenote Marguétite Golon en de debuterende Lidy de Nie als Calliope en Polyhymnia kansen geboden werd on het eerste plan, maar wat zij te doen kregen was al bijzonder weinig karakteristiek. De laatstgenoemde stond wat onvast op de pointes. Men heeft het tot dusverre Frangoise Adret, de leidster van deze dansgroep, als een soort verdienste kunnen aanrekenen dat zii de kwaliteiten van de haar ter be schikking slaande krachten nimmer heeft overschat. Steeds vond zii met een meng sel van charme en handigheid voldoende spectaculaire oplossingen om de aanwezige tekorten te camoufleren. Maar met „Apol lon Musagète" heeft zij zichzelf als cho reografe overschat. Haar schepping bena dert nergens het niveau van de voor Stra- winsky uitzonderlijk melodieuze mxiziek voor strijkers. De neo-klassieke geest, vol innerlijke bewogenheid onder de strakke vorm, was spoorloos. Er waren ongetwij feld wel enkele meeslepende passages, maar over het algemeen werd meer aan dacht gevraagd voor een kwasi-symboli- sche opzettelijkheid, welke indruk nog werd versterkt door een houten getim merte van Nicolaas Wijnberg, dat de toe schouwer aan van alles herinnerde, be halve aan de tempel der Muzen. Strawinski leverde overigens een prach tig in 1928 reeds door Balanchine ge bruikt balletgegeven: het onder corri gerend toezicht van Apollo vorm geven aan de vrije expressie. Hier wreekte zich echter een zekere beperktheid van bewe gingsmotieven, welke de choreografe bij machte was aan de uitvoerenden te ver strekken. Ongemotiveerd modieus was voorts de voorstelling van Apollo's geboor te in een vrij naturalistisch opgezette kraamkliniek. Ik geloof dat Frangoise Adret de dupe is geworden van haar waar schijnlijk wat al te bewuste poging om het nu eens anders te doen, waarbij men evenwel voortdurend het gevoel hield dat alles inderdaad met hetzelfde recht heel anders had gekund. Van een dwingende greep was geen sprake. Het programma bevatte verder een een- voxidige pas de trois voor Hanny Bonman, Marguérite Golon en César Horn op de vurige ouvertxxre tot „Roeslan en Loed- milla" van Glinka, geheel op demi-pointes gedanst, zonder variaties en coda. Voor de volledigheid moet nog worden vermeld dat de rollen van Coppélius en Franz in „Cop pélia" door Johan Verdoner en Hans van Manen werden vervuld en dat het pro gramma met „Quatre Mouvements" op symphonische muziek van Haydn besloten werd. DAVID KONING De stichter van de „Band zonder naam", Henri de Greeve, vertoeft reeds lange tijd voor herstel van zijn geschokte gezondheid in een door vrienden geschonken huisje bij Nijmegen. Op de Eerste Kerstdag zal hij zijn zestigste verjaardag vieren. Er heeft zich een comité gvormd, om hem op die dag een huldeblijk aan te bieden. goed doen, verklaarden ze. Maar ik hield aan, dat ze mee naar binnen zouden gaan en waarschijnlijk alleen maar om mij een plezier te doen, kwamen ze tenslotte. Ach ter elkaar liepen we het tuinpad over in de richting van het huis. De deur stond nog steeds open en in de hall brandde het licht. En toen we binnen kwamen was het eerste, dat wij zagen, het lichaam van de butler. Het lichaam van de butler zonder hoofd. Er lag een bebloede sabel naast. Ik voelde haast een gevoel van triomf in me opkomen, toen ik de houding van de poli tiemannen zag veranderen en opeens merk te, dat de buurman naast mij was neerge gleden en op de grond lag. Maar ik voelde mezelf ook niet zo goed. „Waar is uw slaap kamer?" vroeg een van de rechercheurs en het klonk meer als een bevel dan als een vraag. Ik ging hun voor naar boven. Mijn kamerdeur stond nog steeds open en er kwam een flauw licht uit. Nog voor ik naar binnen ging, wist ik al wat ik zou zien. Want nog steeds was er dat sissende geluid. De man zat nog voor de haard. Met dat gruwelijke hoofd. De volgende dag hebben ze mij gezegd, dat ik op dat moment ben flauwgevallen en dat het uren heeft geduurd, voor ze mij bij hadden gebracht. Ik heb nog even mijn gastheer en gastvrouw gezien. Zij waren bijzonder vriendelijk en hebben me gehol pen met het eerste vliegtuig naar huis te krijgen. En dagen later, toen ik al lang in dit hotelletje zat, heb ik pas het vervolg gehoord. Het vervolg op het verhaal van mijn ervaringen. Ên dit pas moge voor u het werkelijke bewijs zijn, dat ik niet zo maar een ver haaltje heb verteld. Dat heeft u waarschijn lijk tot nog toe ateeds gedacht. Het bewijs ligt in het feit, dat het slot van het vex-haal helemaal niets sensationeels of oorspronke lijks heeft. Het is een droevig verhaal. Een trieste historie van een keurig-uit- ziende butler, die in feite een weerzinwek kend laaghartig chanteur was. En van een man, die drie jaar lang door hem was af geperst en nu wraak was komen nemen. Een verhaal van een man, die niet voor moorden in de wieg was gelegd en na zijn eerste „de toerekeningsvatbaarheid verloor" zoals de rechtbank het later zal noemen. De moordenaar, die ik eigenlijk niet met dat woord zou willen aanduiden, is heel rustig met de politiemannen mee gegaan. Alleen stond hij er op, dat hij het hoofd mee zou mogen nemen. Ze hebben het hem blijkbaar nog in 24 uur niet af kunen ne men. Maar ook dat neem ik hem niet kwa lijk. Ik kan het trouwens die butler ook mijn verschrikkingen niet aanrekenen; zij zijn immers pas begonnen door zijn dood? En uiteraard staan mijn gastheer en zijn vrouw buiten dit alles. Niemand heeft schuld aan hetgeen mij door dit alles is gebeurd. Alleen heb ik ergens in mij het gevoel, dat ik mezelf weer wat beter heb leren kennen. Een klein stukje van mijzelf, dat dacht hard en onkwetsbaar te zijn, is vlak voor mijn voeten in splinters op straat ge vallen. Om daar aan te wennen zit ik op het ogenblik in dit hotelletje. Het kost soms erge moeite en ik overdrijf niet, ais ik zeg, dat het nu en dan pijn doet. Een soort telkens terugkerende pijn, die me elke keer al klinkt het misschien paradoxaal wat verder op weg helpt naar een normale toestand. Als ik denk, dat ik die weer bereikt heb, ga ik onmiddellijk terug naar Engeland. Dan wil ik bij diezelfde mensen logeren. Want pas als ik dat weer kan, zal ik weten dat ik terug kan gaan naar mijn kantoor en- mijn werk. Voox-tgaan met alleen het gevoel dat ik een ervaring, een ondervinding rijker ben geworden. Ja heus: rijker.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1952 | | pagina 7