EEN RAKETREIS E Sterren stralen overal, zelfs naast de zon Tegenstelling Engel and-continent wordt in Straatsburg heviger Aardbewoner boven de dampkring Schuldigen vuurtje- stokende jongens? Lezing over Schweitzer in Waalse Kerk Directeur Utrechtse schouwburg gehuldigd Toneelcoördinatie De brand in Enschedé Brandweer verwijdert smeulende balen Griekse actrice in Nederland De Oranje deed Colombo niet aan Het eerste rapport der Schuman-autoriteit spreekt boekdelen Eervolle vermelding voor Sas Bunge Lidmaatschap van Kerk en van neutrale bonden Brandje in NZH-tram in Amsterdam De heer H. A. Crommelin treedt uit de directie Verheffing van nieuwe kardinalen DINSDAG 13 JANUARI 1953 ^lles is betrekkelijk. Ik ben daarvan nog nooit zo overtuigd geweest als tijdens een raketreis van enige tijd geleden. Zij voerde ons niet al te ver van huis: wij bleven binnen de grenzen van ons planetenstelsel. Maar ik heb in die maanden leren afrekenen met begrippen als boven en beneden, dag en nacht. Op het moment dat ik mijn eerste reisfoto maakte (plaat I), konden we nog met het nor male spraakgebruik toe: „We zijn nu boven de dampkring", zei de gezagvoerder en hij wees naar beneden toen hij vervolgde: „Kijk, hier vooraan ligt Engeland, daarachter het vasteland van Europa. Je ziet de rivieren: de Rijn, de Somrrre, de Seine, de Loire, helemaal rechts de Garonne en op de achtergrond de Middel landse Zee. Corsica, Elba, Sardinië en de laars van Italië zie je nog duidelijk". Maar wat we het duidelijkst zagen was dat de aarde een bol is. Natuurlijk: we wisten dit. Maar weten en zien is twee. Hier zagen we het: de rand kromde zich. Hoe verder we kwamen, hoe duidelijker het werd. En op 24.000 km afstand (plaat II) spraken we niet meer van „boven": de „Op 24.000 km. afstand". 2 aarde was toen alleen nog maar een grote ronde schijf, hel verlicht door de zon (wij bevonden ons nergens boven, alleen maar ergens tussen de aarde en de zon). Toen waren we al zover dat we de hulplijnen ge bruikten en het werp- en springverbod van kracht was: we waren buiten de aantrek kingskracht van de aarde en hadden dus geen gewicht meer. Op aarde beschrijft een vèrspringer een stukje van een ellips. Hier een rechte lijn; wie zich ergens in de raket afzet vliegt ongeremd door totdat hij in on zachte aanraking komt met wand of pla fond van ons ruimteschip. Een der mecani ciens laat de tang los die hij in zijn hand heeft: het gewichtloze ding blijft op de plaats hangen. Als hij het niet grijpt zal het langzaam, heel langzaam, naar de dichtst bijzijnde wand van de raket „vallen": een beweging die uren en uren zal duren. Maar zij zal er zijn, onmiskenbaar: de massa van de raketwand en de massa van de tang trekken elkaar evengoed aan als de aarde en de maan. Het gekst is het gedrag van vloeistof. Gewoon drinken is onmogelijk: wij drinken uit flessen, met een rietje. Blaas je wat water uit zo n rietje de raket-cabine in dan neemt die hoe veelheid onmiddellijk de vorm aan van een bol. Aangezien je het door te blazen een zekere snelheid hebt gegeven waar van de luchtweerstand in de cabine maar weinig afknabbelt, zie je het bol letje na een poosje te pletter lopen tegen een der wanden. Daar blijft het als een plasje zitten; naar de vloer lopen zoals je in een fractie van een seconde toch nog even verwacht, doet het niet: er is onder die vloer geen aarde die het naar zich toetrekt. Een datutnkloh Wij hadden aan boord een klok met een datumwijzer; de wijzers van de klok had den de halve snelheid van een gewone klok, want de wijzerplaatcijfers- liepen van 1 tot 24. Een normale klok zou alleen maar ver warrend hebben gewerkt: op aarde herken nen wij het verschil tussen twee uur s nachts) en veertien uur ('s middags) aan de kleur van de hemel. Maar daar buiten was de kleur altijd dezelfde diepzwart, zelfs vlak bij de zon. Geen dampkring ver strooide daar immers het zonlicht het mooie blauw dat wij op aarde zo goed ken nen, bestaat daar niet. Sterren stralen over al is het niet de titel van een aardse film? Maar die titel jokt op aarde: pas daar gaat dat helemaal op. Sten-en stralen over al, zelfs naast de zon. De eerste vaste grond die wij na een urenlange reis weer onder de voeten kre gen was de maanbodem. Ik kende het ge zicht van Vrouw Luna al uit de telescoop maar wat is zij pokdalig als je haar van nabij ziet. In de grote kraters (plaat III) die je door aardse kij kers al goed kunt zien, bevinden zich nog weer kleinere kraters; ik zag zelfs midden in een van die sub-kraters nog weer een klein kratertje. Het deed me denken aan het verhaaltje dat mijn va der me vroeger vertelde: er was een huis met in de voorgevel een steen, waarop dat huis stond afgebeeld. Op die af beelding stond ook weer die ene gevelsteen, waar op je dan weer het huis zag, met in de voor gevel.... enzovoort, tot het te klein werd om het te zien; maar je kon je voorstellen, dat het zo tot in het oneindige doorging. Die maanfoto heb ik ge maakt kort na aard-op komst, zoals we het daar moesten noemen: onze planeet verscheen aan de hemel met een middel lijn bijna vier keer zo groot als die van de maan zoals wij die op aarde zien. Je kunt op de maan zonder veel moeite lezen bij het licht van de „volle aarde". De schaduwen van dit licht zijn haarscherp Vier (vijf) tekeningen waren aanlei ding tot dit verhaal van onze mede werker (die heus niet van de aarde af is geweest). Zij staan in „The Conquest Of Space". Want de „foto's" hij deze gefantaseerde reisreportage zijn in wer kelijkheid illustraties door de Ameri kaanse tekenaar Chesley Bonestell in genoemd hoek (van de raket-deskundige Willy Ley) dat in Nederlandse verta ling (door J. de Groot) verscheen hij de uitgeverij J. M. Meulenhoff te Am- sterdam. De Nederlandse astronoom dr. H. Groot, privaat-docent in Utrecht, schreef in het voorwoord van dit hoek („De sprong in het heelal") dat het met vrucht gelezen, maar vooral ook heke ken kan worden. Daarom is hier niet zozeer sprake van illustraties bij een verhaal als wel van een wat uitvoerige toelichting bij de platen. (zie die van de raket op de foto) en het zijn diepe slagschaduwen, doordat de alles temperende dampkring, die wij op aarde gewend zijn, ontbreekt. Toen ik die foto nam, was ook de zon al boven de maanhorizon. Ik zag haar niet er waren hoge bergen achter mij maar de bergen aan de overkant van de ringvormige vlakte aan welke rand de raket was ge land straalden in een fel-wit licht: zij wer den reeds beschenen door de zon. Eerste tussenstation De maan onze maan was het eer ste tussenstation. Wij hebben het ge bracht tot Japetus. Japetus is een van de (negen) manen van Saturnus. O professor Cassini, hadt gij in 1671, toen gij door uw telescoop in het observato rium van Parijs deze satemet ontdekte, kunnen dromen dat ooit mensen deze rotsige bodem zouden betreden, aard bewoners die anderhalf milliard kilo meter door het heelal zouden hebben gereisd? Op Japetus is het (plaat IV) een even dooie boel als op onze eigen maan en We zijn nu boven de dampkring. 1 ontelbare gruizels en de gruizels blijven in een plat vlak om de planeet draaien zodat zij met hun milliarden en milliarden te zamen van ver gezien één ring schijnen. Zo leerden wij op die raketreis de dingen in hun ware proporties zien. Toen wij van Japetus vertrokken voor de terugreis, kon den wij aan de hemel de aarde nergens vinden. Zij is te klein: je ziet haar daar niet. Maar wij wisten dat wij in de richting van de zon moesten. Via de streken waar zich Jupiter en Mars ophouden Jupiter was gelukkig niet in de buurt: zijn sterke aantrekkingskracht zou onze raket tot een flinke omweg hebben genoodzaakt kwa men wij op onze oude planeet terug. Voor het eerst ondergingen wij weer de invloed van haar „9.81 meter per seconde" de versnelling van de zwaartekracht. Voor het eerst wogen wij weer ons normale aantal kilogrammen. Het was, na de maan en de nog kleinere Japetus, een vreemd, zwaar gevoel. PlUTO MAR3 Zo verhouden zich in grootte de negen planeten van ons zonnestelsel. Onze maan staat er niet op: zij zou op deze schaal een stipje worden, iets kleiner dan Mercurius. Japetus, een van Saturnus' manen, die in het verhaal een rol speelt, is ongeveer half zo groot als de aard-maan. Een dooie boel op Japetus". koud dat we het er hadden, zo ver van de zon! Maar onvergetelijk was van daar het gezicht op de moederplaneet Saturnus. Zij stond, toen ik haar fotografeerde, ongeveer dertig graden boven onze horizon; het zon licht kwam van rechts en bescheen de halve planeet plus wat voor ons de bovenkant van de ringen was. Vijf ringen zijn het, concentrisch gelegen, of gehangen. Zo vergaat het een maan als zij zich te dicht bij haar planeet waagt: zij spat uiteen in „Üp de maanbodem". Zaterdag heeft de directeur van de Utrechtse stadsschouwburg, de heer P. J. Houtman, gejubileerd. Hij was op deze dag veertig jaar werkzaam in het schouwburg- bedrijf. Sinds 1942 voert hij de directie van de Utrechtse schouwburg en daarvoor was hij vele jaren werkzaam in verschil lende functies bij de grote schouwburg te Rotterdam. De heer Houtman is vice-voor- zitter van de vereniging van schouwburg directeuren in Nederland en lid van de rijkscommissie van advies voor de bouw van schouwburgen en concertzalen. Zaterdagavond, na afloop van de opvoe ring door het Vrije Toneel van „Daar moet je 'n vrouw voor zijn", is de jubilaris door vele sprekers gehuldigd. De voorzitter van het huldigingscomité, mr. W. H. J. Derks, deelde mede, door de vele ontvangen bij dragen uit het gehele land in staat te zijn het echtpaar Houtman als jubileumcadeau een vacantiereis aan te bieden naar hun in Tasmanië woonachtige zoon. De heer en mevrouw Houtman werden voorts gehul digd door de loco-burgemeester van Utrecht wethouder H. A. Bekker, door de senaat van het Utrechtse studentencorps, door de voorzitter van de vereniging van Schouw burgdirecteuren in Nederland, de heer H. Deinum uit Haarlem en door vertegen woordigers van toneel-, opera- en operette gezelschappen. Naar aanleiding van een artikel dat in de Telegraaf van Maandag 12 Januari j.l. vér- schenen is, betreffende de constellatie van het toneel voor het seizoen 1953-1354, deelt de Stichting „Toneelcoördinatie" mede, dat op dit moment over deze materie nog niets definitief vaststaat en ieder bericht hierover voorbarig is. De politie te Enschedé stelt met grote voortvarendheid een onderzoek in naar de oorzaak van de brand bij de N.V. Sesam. Dit onderzoek betreft enkele jongens, die op het ogenblik, dat de brand werd ont dekt, hard wegliepen. Gisteravond stond omtrent hun schuld evenwel nog niets vast. De Enschedése brandweer heeft medege deeld, dat uit de tot dusver ter beschik king staande gegevens kan worden opge maakt, dat deze brand met grote mate van waarschijnlijkheid had kunnen worden voorkomen, indien de directie van de N.V. Sesam de balen katoen, waarin de brand is ontstaan, had afgedekt met een tentzeil. Zulks is elders bij de loods ook geschied. Beter ware nog geweest, indien de balen binnen waren opgeslagen. Met kracht wordt thans gewerkt aan de ontruiming van de grote loods. De balen worden constant onder water gehouden. Zodra zij evenwel uit elkaar worden ge trokken, laaien de vlammen veelal weer op. De geblakerde balen worden thans naar een opgespoten terrein gebracht, waar ze uit elkaar worden betrokken en natge- houden. Deze werkzaamheden aullen nog verscheidene dagen duren. Onder auspiciën van de gezant van Grie kenland zal de Griekse actrice Elsa Ver- ghis op 23 Januari des avonds een voor stelling geven in de kleine zaal van de stadsgehoorzaal te Leiden. Zij brengt gedeelten uit „Iphigereia in Tauris", uit „Agamemnon" van Aeschylus en uit „Medea" van Euripides. Elsa Ver- ghis zal deze fragmenten zeggen in mo dern Grieks, maar voor elk bedrijf zal in het Nederlands een explicatie worden ge geven. Ds. H. Babel, predikant van de Waalse gemeente in Utrecht, heeft in de Waalse kerk te Haarlem gisteravond een causerie gehouden over het leven en denken van dr. Albert Schweitzer. Hij leidde zijn be toog in met een beschrijving van zijn ont moeting met deze grote zendeling-arts- musicoloog in 1951 in Straatsburg, een ge boden kans, die hij dankbaar aanvaardde omdat hij juist een proefschrift over Schweitzer voorbereidde. Uitvoerig be schreef hij de jeugd van deze veelzijdige en uiterst vitale mens, die naar hij zeide door God gebruikt wordt om het Christen dom de weg in de wereld te wijzen. Tij dens zijn jeugd in Grünsbach in de Elzas manifesteerde zich reeds zijn bewogenheid met het lijden van al wat leefde en leerde hij vroeg zelf nadenken over tal van din gen, die hij niet aan zijn vader kon vragen omdat deze hem dan het zwijgen oplegde. Zijn theologische studie werd niet onder broken door de militaire dienst in het Duitse leger: hij studeerde wilskrachtig verder en hij legde zijn gedachten reeds op schrift omtrent de problematiek, waar voor sommige teksten in het Nieuwe Tes tament hem stelden. Daarbij zocht hij de oplossing door in te dringen in de concep tie van het wereldgebeuren, welke in die tijd algemeen was. In Parijs studeerde hij behalve theologie ook filosofie, waaruit zijn bekende beschouwing over Kant voort sproot en zijn critiek op de hedendaagse beschaving. Hij verlangde er steeds meer naar een daad te stellen, inplaats van te teren op wat anderen deden het voor naamste punt in zijn cultuurbeschouwing en zag zijn verworven wetenschap niet als iets dat hem bevoegdheden gaf maar als iets dat hem verantwoordelijkheid op legde. Zo kwam hij tot zijn besluit om naar Lambarene te gaan. Een geweldige energie kenmerkt zijn studie in de medicijnen in Straatsburg ter voorbereiding van deze missie, want hij zette ook zijn studie van theologie, filosofie en muziek voort. Zijn werk in Lambarene, waarheen zijn echt genote hem vergezelde, werd onderbroken door de Eerste Wereldoorlog. Omdat hij toen in de eerste plaats als Duitser gold werd zijn belangrijke werk, waaraan hij van het begin af zijn handen vol had ge had, beperkt. Tijdens zijn internering in de Pyreneeën kreeg hij een ongedachte ge legenheid om zijn filosofie over de mens te hervatten. Evenals voor zijn eerste reis naar Lambarene trachtte hij door orgelbe spelingen ook voor het voortzetten van zijn werk aldaar geld in te zamelen. Lange tijd heeft hij zijn roeping in Afrika vervuld zonder dat er veel aandacht aan werd ge schonken. Het is zijn zoeken naar hulp in Amerika geweest, dat hem plotseling weer in de volle belangstelling plaatste. Ds. Babel vul de deze levensbeschrijving op vele plaat sen aan met gedachten van Schweitzer over het leven, over God en over de mens heid. Met zeer grote aandacht volgde men zijn boeiend betoog. Het m.s. Oranje heeft niet zoals oor spronkelijk in de bedoeling lag Colombo aangelopen maar is doorgevaren naar Tandjong Priok. De Oranje kon de haven van Colombo niet binnenvaren wegens schade aan het ankergerei. Het lag in de bedoeling de passagiers voor Colombo bui ten de haven van boord te halen. Wegens de ongunstige weersomstandig heden heeft men echter van dit voornemen moeten afzien. De Oranje wordt nu 17 Januari in Tandjong Priok verwacht. Pas sagiers voor Colombo, Singapore en Bela- wan zullen zo snel mogelijk van Priok naar de plaats van hun bestemming worden vervoerd. Gehoopt wordt, dat het schip op 27 Janu ari de thuisreis zal kunnen aanvaarden, nadat de schade, opgelopen bij de botsing met de „Willem Ruys", voorlopig is her steld. STRAATSBURG (A.N.P.). De twist tussen Engeland en het eerste Europese gezagsorgaan, dat van kolen en staal, broeit in Straatsburg en zal in de deze week te houden bijeenkomst van de raadgevende vergadering van de Raad van Europa wor den uitgevochten. Leidende figuren uit het kolen- en staalparlement, onder wie de Fransman Paul Reynaud, zijn voornemens om een aanval in te zetten op het weinige maanden geleden door de raadgevende ver gadering aangenomen „plan-Eden", dat een hechte samenvoeging van de Raad van Europa met de kolen- en staalgemeenschap beoogde. Monnet de president van het gezagsor gaan, heeft zich lijnrecht tegenstander ver klaard van de plannen om Britse waar nemers in het K.S.G.-parlement te ontvan gen, zolang de Britten geen vaste verplich tingen tegenover de gemeenschap op zich wensen te nemen. Zijn standpunt heeft sterk aan aanhang gewonnen sedert de Raad van Europa zich beledigd gevoelt doordat zijn delegatie niet werd toegelaten op de conferentie van het Britse gemeene- best. Al met al is de kwestie hier Maandag zeer heet geworden doordat president Spaak de Britse vertaling liet stopzetten, hetgeen door de in het gebouw aanwezige Britse politici als een slechte diplomatieke geste werd beschouwd. Later werd door de huishoudelijke commissie de Engelse ver taling in ere hersteld. Eerste verslag Het kolen- en staalparlement is met de behandeling van het eerste verslag van het hoge gezagsorgaan in de commissies begonnen. Tevoren had een korte algemene bespreking van het verslag plaats die Dins dag nog zal worden voortgezet. Dit eerste debat van het parlement beperkte zich echter in hoofdzaak nog tot het vragen van nadere toelichtingen aan het gezagsorgaan. Tot een diepgaande bespreking van het rapport is het nog niet gekomen, daar de leden niet voldoende tijd hadden gehad om het te bestuderen. In de vergadering werd de suggestie geopperd, de door het gezags orgaan ontvouwde plannen na een grondige voorbereiding in de commissies in Maart opnieuw aan een algemeen debat te onder werpen. Onze correspondent te Straatsburg meldt. Het verslag van de Hoge Autoriteit heeft op de leden van de Schuman-assemblée een grote indruk gemaakt. Er was wel een en ander uitgelekt over de zeer diverse activi teiten van president Jean Monnet en zijn medewerkers, maar een zo volledig en doordacht rapport, dat zich reeds met de lange-termijn-problemen der „gemeen schap" bezig houdt, had men niet verwacht. Wij ontmoetten Jean Monnet te Straats burg na de vergadering van de Assemblée ad hoe en zeiden hem hoe sterk een in het verslag geciteerd cijfer ons had getroffen. Er wordt namelijk de volgende vergelij king gemaakt: In 1929 produceerden de zes landen 35 millioen staal, de Verenigde Sta ten 57 millioen en Rusland 5 millioen. In 1952 produceren de Russen zeven maal meer staal, namelijk 35 millioen ton, de Verenigde Staten 95 millioen ton en de Schumanlanden amper 7 millioen ton meer of 42 millioen ton Monnet repliceerde eenvoudig: „ik hoop dat Europa de les zal begrijpen". Dat is inderdaad de kern van de zaak. Donderdag aanstaande komen de ministers van de Schumanlanden te Luxemburg bij een om te beslissen over de maatregelen in verband met het open stellen op 10 Februa ri van de eenheidsmarkt voor kolen. Het is zeer de vraag of de ministers de poli tieke moed zullen opleveren om onmiddel lijk alle discriminaties inzake de subsidies, de transporttarieven en de steun aan de industrie te laten vallen. Waarschijnlijk zullen een aantal beschermende maatrege len voorlopig worden behouden en zo zou dan blijken dat de integratie-methode van het Schuman-plan op hetzelfde bezwaar stuit als de methode Benelux, namelijk het bezwaar dat de nationale regeringen nog in grote mate rekening wensen te houden met de belangen van hun nationale industrieën. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft in de compositiewed strijd, welke begin 1952 werd uitgeschre ven, de volgende prijzen verleend: Eerste prijs aan Th. H. Smit Sibinga te Amstelveen voor zijn „suite voor fluit en piano", tweede prijs aan ir. H. C. King te Amsterdam, voor zijn „bede" voor sopraan of tenor met pianobegeleiding, derde prijs aan R. de Roos te Parijs voor zijn „capric cio per clarinetto e pianoforte". Voorts werden eervolle vermeldingen verleend aan Sas Bunge te Aerdenhout voor zijn vier amoureuze liederen en aan H. van Koert te 's-Gravenhage voor zijn sonatine voor violoncel en piano. Gereformeerde Synode In de zitting van de Generale Synode van de Gereformeerde Kerken, die Maan dag te Rotterdam is gehouden, is onder meer een rapport behandeld over een schrijven waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de benoeming tot ouderling van per sonen, die lid zijn van een neutrale vak organisatie. Zij verzoeken de Synode de uitspraak van 1946 van zodanige aanvul ling of verklaring te voorzien, dat aan deze, naar hun gevoelen, ergernisgevende praktijken in sommige kerken, een einde komt. De commissie stelde voor geen na dere interpretatie van de Synode-uitspraak hieromtrent van 1946 te geven, omdat zij die voldoende duidelijk achtte. Daarin wordt verklaard, dat leden van de Kerk van Christus lid behoren te zijn van een Christelijke organisatie. Prof. dr. K. Dijk zeide er geen bezwaar tegen te hebben, dat men lid is van een nautrale organisa tie, mits die niet in strijd handelt met Gods Woord, maar wie de Christelijke or ganisatie bewust voorbijgaat, miskent iets. Hij zou zo iemand niet willen nomineren voor het ambt. Na de re- en duplieken diende prof. Dijk een amendement in om te komen tot andere conclusies, waarin de Synode een duidelijker uitspraak doet. Dit werd in handen van de commissie van rapporteurs gesteld. Door kraanwagen naar Sloterdijk gesleept Het tramverkeer ran de binnenstad Am sterdam naar Amsterdam-West is gister middag bijna een nur gestagneerd geweest, doordat om 12 uur op de Westermarkt de motorwagen van een uit drie wagens be staande tramtrein van de N.Z.H., op weg naar Haarlem, vermoedelijk door kortslui ting in brand geraakte. De brand zelf was weinig spectaculair, noch gevaarlijk, zodat onder de passagiers geen paniek ontstond. De brandweer slaagde er snel in het brandje met een koolzuurapparaat te blus sen, doch inmiddels was de motorkast van de wagen uitgebrand. Ernstiger was de stagnatie, die de op dit vitale punt van het Amsterdamse tramver keer stilstaande tramtrein veroorzaakte. Geen enkele gemeentetram van de lijnen 13 en 17 kon na de Raadhuisstraat de Ro zengracht nog bereiken. Hetzelfde was het geval met de andere trams van de NZH, zowel naar Haarlem als naar Sloterdijk. Besloten werd een poging in het werk te stellen het obstakel over Rozengracht en De Clercqslraat op te duwen naar terrein waar de gemeentetram niet rijdt: de Ad miraal de Ruyterweg. Tot deze strijd gord den zich aan de geduldig achter de tram trein wachtende motor- en bijwagen van lijn 13, de daarachter volgende „Sloterdij- ker" en als laatste een tweede tramstel van lijn 13. Behoedzaam plaatsten de drie be stuurders van deze tram hun wagens te gen elkaar aan. Toen werd het sein tot de gezamenlijke krachtsinspanning gegeven. Uit alle macht duwen de drie „kleintjes" tegen de laatste wagen van hun grote tram-broer op, maar vergeefs. In de „Haar lemmer" kwam geen beweging. Te ver wonderen was dit niet, want de defecte tramtrein stond juist voor de helling van de brug over de Prinsengracht. Toen bij een tweede aanloop door de toch waarlijk niet geringe druk van achteren de koppe ling tussen motor- en bijwagen van de voorste lijn 13 de geest gaf, werd besloten verdere pogingen te staken. Wat de drie trams niet lukte, bleek echter voor de grote kraanwagen van de Amsterdamse politie geen te moeilijke opgave. Deze krachtige auto werd aan de defecte motor wagen gekoppeld en slaagde er in de lange tramtrein tegen de brug op te slepen en vervolgens naar de Admiraal de Ruy terweg te rijden. De N.Z.H. nam daar de taak van de kraamwagen over en sleepte de tram naar Sloterdijk. Kon. Rotterdamsche Lloyd De heer H. A. Crommelin, sinds 1928 lid van de firma Wm. Ruys en Zonen en als zodanig directeur van de Koninklijke Rot terdamsche Lloyd, zal om gezondheids redenen deze functie neerleggen. De heer Crommelin werd op 17 Augustus 1885 te Haarlem geboren en kwam na zijn schoolopleiding bij de Koninklijke Marine. In 1916 werd hij chef van de afdeling scheepvaart van het toenmalige ministerie van Crisiszaken en secretaris van de raad van bijstand voor economische zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In 1919\verd hij chef van de afdeling scheeps- zaken van de Internationale Crediet- en Handelsvereniging Rotterdam te Djakarta, de hoofdagente van de Rotterdamsche Lloyd in Indonesië. Na van 1924 tot 1927 algemeen procuratiehouder van de firma Wm. Ruys en Zonen te zijn geweest, werd hij op 1 Januari 1928 lid van deze firma en als zodanig lid van de directie van de Lloyd. De heer Crommelin zal zijn functie van president van het „Holland Committee" van „Lloyd's Register of Shipping" voor lopig blijven waarnemen. ROME (AFP en Reuter). Gisteren heeft, voor de tweede maal tijdens het pontificaat van Paus de twaalfde, in een geheim consitorie de verheffing van nieu we kardinalen plaats gehad. Het betrof ditmaal 24 nieuwbenoemden, onder wie aartsbisschop Stepinac van Zagreb en aartsbisschop Wyszynsky van Warschau, welke twee echter niet in Rome aanwezig zijn. De vorige kardnaalsverheffing was op achttien Februari 1946, toen het om 32 nieuwe kardinalen ging. Evenals de vorige maal, toen aartsbisschop Boetto van Genua kort na zijn benoeming stierf, is ook thans een der aanvankelijk nieuwbenoemde kar dinalen nog voor zijn creatie overleden, namelijk patriarch Agostini van Ventië. In zijn plaats heeft de Paus de Indische pre laat Gracias, aartsbisschop van Bombay, gesteld. „Villandry" een door de Nederlandse Vereniging van Vervoerspersoneel in het leven geroepen vereniging, heeft besloten het terrein, waarop het verwoeste hotel „De Wageningse Berg" te Wageningen heeft ge staan, te verkopen. Er is reeds een gegadig de, die met de reeds verleende Marshall- gelden tot wederopbouw wit overgaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7