EEN RAKETREIS E
Sterren stralen overal,
zelfs naast de zon
Tegenstelling Engel and-continent
wordt in Straatsburg heviger
Aardbewoner boven
de dampkring
Schuldigen vuurtje-
stokende jongens?
Lezing over Schweitzer
in Waalse Kerk
Directeur Utrechtse
schouwburg gehuldigd
Toneelcoördinatie
De brand in Enschedé
Brandweer verwijdert
smeulende balen
Griekse actrice in
Nederland
De Oranje deed
Colombo niet aan
Het eerste rapport der Schuman-autoriteit
spreekt boekdelen
Eervolle vermelding voor
Sas Bunge
Lidmaatschap van Kerk en
van neutrale bonden
Brandje in NZH-tram
in Amsterdam
De heer H. A. Crommelin
treedt uit de directie
Verheffing van nieuwe
kardinalen
DINSDAG 13 JANUARI 1953
^lles is betrekkelijk. Ik ben daarvan nog nooit zo overtuigd geweest als tijdens
een raketreis van enige tijd geleden. Zij voerde ons niet al te ver van huis:
wij bleven binnen de grenzen van ons planetenstelsel. Maar ik heb in die maanden
leren afrekenen met begrippen als boven en beneden, dag en nacht. Op het
moment dat ik mijn eerste reisfoto maakte (plaat I), konden we nog met het nor
male spraakgebruik toe: „We zijn nu boven de dampkring", zei de gezagvoerder
en hij wees naar beneden toen hij vervolgde: „Kijk, hier vooraan ligt Engeland,
daarachter het vasteland van Europa. Je ziet de rivieren: de Rijn, de Somrrre, de
Seine, de Loire, helemaal rechts de Garonne en op de achtergrond de Middel
landse Zee. Corsica, Elba, Sardinië en de laars van Italië zie je nog duidelijk".
Maar wat we het duidelijkst zagen was
dat de aarde een bol is. Natuurlijk: we
wisten dit. Maar weten en zien is twee.
Hier zagen we het: de rand kromde zich.
Hoe verder we kwamen, hoe duidelijker
het werd. En op 24.000 km afstand (plaat
II) spraken we niet meer van „boven": de
„Op 24.000 km. afstand". 2
aarde was toen alleen nog maar een grote
ronde schijf, hel verlicht door de zon (wij
bevonden ons nergens boven, alleen maar
ergens tussen de aarde en de zon). Toen
waren we al zover dat we de hulplijnen ge
bruikten en het werp- en springverbod van
kracht was: we waren buiten de aantrek
kingskracht van de aarde en hadden dus
geen gewicht meer. Op aarde beschrijft een
vèrspringer een stukje van een ellips. Hier
een rechte lijn; wie zich ergens in de raket
afzet vliegt ongeremd door totdat hij in on
zachte aanraking komt met wand of pla
fond van ons ruimteschip. Een der mecani
ciens laat de tang los die hij in zijn hand
heeft: het gewichtloze ding blijft op de
plaats hangen. Als hij het niet grijpt zal het
langzaam, heel langzaam, naar de dichtst
bijzijnde wand van de raket „vallen": een
beweging die uren en uren zal duren. Maar
zij zal er zijn, onmiskenbaar: de massa van
de raketwand en de massa van de tang
trekken elkaar evengoed aan als de aarde
en de maan.
Het gekst is het gedrag van vloeistof.
Gewoon drinken is onmogelijk: wij
drinken uit flessen, met een rietje.
Blaas je wat water uit zo n rietje de
raket-cabine in dan neemt die hoe
veelheid onmiddellijk de vorm aan van
een bol. Aangezien je het door te blazen
een zekere snelheid hebt gegeven waar
van de luchtweerstand in de cabine
maar weinig afknabbelt, zie je het bol
letje na een poosje te pletter lopen
tegen een der wanden. Daar blijft het
als een plasje zitten; naar de vloer
lopen zoals je in een fractie van een
seconde toch nog even verwacht, doet
het niet: er is onder die vloer geen
aarde die het naar zich toetrekt.
Een datutnkloh
Wij hadden aan boord een klok met een
datumwijzer; de wijzers van de klok had
den de halve snelheid van een gewone klok,
want de wijzerplaatcijfers- liepen van 1 tot
24. Een normale klok zou alleen maar ver
warrend hebben gewerkt: op aarde herken
nen wij het verschil tussen twee uur
s nachts) en veertien uur ('s middags) aan
de kleur van de hemel. Maar daar buiten
was de kleur altijd dezelfde diepzwart,
zelfs vlak bij de zon. Geen dampkring ver
strooide daar immers het zonlicht het
mooie blauw dat wij op aarde zo goed ken
nen, bestaat daar niet. Sterren stralen over
al is het niet de titel van een aardse
film? Maar die titel jokt op aarde: pas daar
gaat dat helemaal op. Sten-en stralen over
al, zelfs naast de zon.
De eerste vaste grond die wij na een
urenlange reis weer onder de voeten kre
gen was de maanbodem. Ik kende het ge
zicht van Vrouw Luna al uit de telescoop
maar wat is zij pokdalig als je haar van
nabij ziet. In de grote kraters (plaat III)
die je door aardse kij
kers al goed kunt zien,
bevinden zich nog weer
kleinere kraters; ik zag
zelfs midden in een van
die sub-kraters nog weer
een klein kratertje. Het
deed me denken aan het
verhaaltje dat mijn va
der me vroeger vertelde:
er was een huis met in
de voorgevel een steen,
waarop dat huis stond
afgebeeld. Op die af
beelding stond ook weer
die ene gevelsteen, waar
op je dan weer het huis
zag, met in de voor
gevel.... enzovoort, tot
het te klein werd om het
te zien; maar je kon je
voorstellen, dat het zo
tot in het oneindige
doorging.
Die maanfoto heb ik ge
maakt kort na aard-op
komst, zoals we het daar
moesten noemen: onze
planeet verscheen aan de
hemel met een middel
lijn bijna vier keer zo
groot als die van de
maan zoals wij die op
aarde zien. Je kunt op
de maan zonder veel
moeite lezen bij het licht
van de „volle aarde".
De schaduwen van dit
licht zijn haarscherp
Vier (vijf) tekeningen waren aanlei
ding tot dit verhaal van onze mede
werker (die heus niet van de aarde af
is geweest). Zij staan in „The Conquest
Of Space". Want de „foto's" hij deze
gefantaseerde reisreportage zijn in wer
kelijkheid illustraties door de Ameri
kaanse tekenaar Chesley Bonestell in
genoemd hoek (van de raket-deskundige
Willy Ley) dat in Nederlandse verta
ling (door J. de Groot) verscheen hij
de uitgeverij J. M. Meulenhoff te Am-
sterdam. De Nederlandse astronoom dr.
H. Groot, privaat-docent in Utrecht,
schreef in het voorwoord van dit hoek
(„De sprong in het heelal") dat het met
vrucht gelezen, maar vooral ook heke
ken kan worden. Daarom is hier niet
zozeer sprake van illustraties bij een
verhaal als wel van een wat uitvoerige
toelichting bij de platen.
(zie die van de raket op de foto) en het
zijn diepe slagschaduwen, doordat de alles
temperende dampkring, die wij op aarde
gewend zijn, ontbreekt.
Toen ik die foto nam, was ook de zon al
boven de maanhorizon. Ik zag haar niet
er waren hoge bergen achter mij maar de
bergen aan de overkant van de ringvormige
vlakte aan welke rand de raket was ge
land straalden in een fel-wit licht: zij wer
den reeds beschenen door de zon.
Eerste tussenstation
De maan onze maan was het eer
ste tussenstation. Wij hebben het ge
bracht tot Japetus. Japetus is een van
de (negen) manen van Saturnus. O
professor Cassini, hadt gij in 1671, toen
gij door uw telescoop in het observato
rium van Parijs deze satemet ontdekte,
kunnen dromen dat ooit mensen deze
rotsige bodem zouden betreden, aard
bewoners die anderhalf milliard kilo
meter door het heelal zouden hebben
gereisd?
Op Japetus is het (plaat IV) een even
dooie boel als op onze eigen maan en
We zijn nu boven de dampkring. 1
ontelbare gruizels en de gruizels blijven in
een plat vlak om de planeet draaien zodat
zij met hun milliarden en milliarden te
zamen van ver gezien één ring schijnen.
Zo leerden wij op die raketreis de dingen
in hun ware proporties zien. Toen wij van
Japetus vertrokken voor de terugreis, kon
den wij aan de hemel de aarde nergens
vinden. Zij is te klein: je ziet haar daar
niet. Maar wij wisten dat wij in de richting
van de zon moesten. Via de streken waar
zich Jupiter en Mars ophouden Jupiter
was gelukkig niet in de buurt: zijn sterke
aantrekkingskracht zou onze raket tot een
flinke omweg hebben genoodzaakt kwa
men wij op onze oude planeet terug. Voor
het eerst ondergingen wij weer de invloed
van haar „9.81 meter per seconde" de
versnelling van de zwaartekracht. Voor het
eerst wogen wij weer ons normale aantal
kilogrammen. Het was, na de maan en de
nog kleinere Japetus, een vreemd, zwaar
gevoel.
PlUTO
MAR3
Zo verhouden zich in grootte de negen
planeten van ons zonnestelsel. Onze maan
staat er niet op: zij zou op deze schaal een
stipje worden, iets kleiner dan Mercurius.
Japetus, een van Saturnus' manen, die in
het verhaal een rol speelt, is ongeveer half
zo groot als de aard-maan.
Een dooie boel op Japetus".
koud dat we het er hadden, zo ver van de
zon! Maar onvergetelijk was van daar het
gezicht op de moederplaneet Saturnus. Zij
stond, toen ik haar fotografeerde, ongeveer
dertig graden boven onze horizon; het zon
licht kwam van rechts en bescheen de halve
planeet plus wat voor ons de bovenkant
van de ringen was. Vijf ringen zijn het,
concentrisch gelegen, of gehangen. Zo
vergaat het een maan als zij zich te dicht
bij haar planeet waagt: zij spat uiteen in
„Üp de maanbodem".
Zaterdag heeft de directeur van de
Utrechtse stadsschouwburg, de heer P. J.
Houtman, gejubileerd. Hij was op deze dag
veertig jaar werkzaam in het schouwburg-
bedrijf. Sinds 1942 voert hij de directie
van de Utrechtse schouwburg en daarvoor
was hij vele jaren werkzaam in verschil
lende functies bij de grote schouwburg te
Rotterdam. De heer Houtman is vice-voor-
zitter van de vereniging van schouwburg
directeuren in Nederland en lid van de
rijkscommissie van advies voor de bouw
van schouwburgen en concertzalen.
Zaterdagavond, na afloop van de opvoe
ring door het Vrije Toneel van „Daar moet
je 'n vrouw voor zijn", is de jubilaris door
vele sprekers gehuldigd. De voorzitter van
het huldigingscomité, mr. W. H. J. Derks,
deelde mede, door de vele ontvangen bij
dragen uit het gehele land in staat te zijn
het echtpaar Houtman als jubileumcadeau
een vacantiereis aan te bieden naar hun in
Tasmanië woonachtige zoon. De heer en
mevrouw Houtman werden voorts gehul
digd door de loco-burgemeester van Utrecht
wethouder H. A. Bekker, door de senaat
van het Utrechtse studentencorps, door de
voorzitter van de vereniging van Schouw
burgdirecteuren in Nederland, de heer H.
Deinum uit Haarlem en door vertegen
woordigers van toneel-, opera- en operette
gezelschappen.
Naar aanleiding van een artikel dat in de
Telegraaf van Maandag 12 Januari j.l. vér-
schenen is, betreffende de constellatie van
het toneel voor het seizoen 1953-1354, deelt
de Stichting „Toneelcoördinatie" mede,
dat op dit moment over deze materie nog
niets definitief vaststaat en ieder bericht
hierover voorbarig is.
De politie te Enschedé stelt met grote
voortvarendheid een onderzoek in naar de
oorzaak van de brand bij de N.V. Sesam.
Dit onderzoek betreft enkele jongens, die
op het ogenblik, dat de brand werd ont
dekt, hard wegliepen. Gisteravond stond
omtrent hun schuld evenwel nog niets
vast.
De Enschedése brandweer heeft medege
deeld, dat uit de tot dusver ter beschik
king staande gegevens kan worden opge
maakt, dat deze brand met grote mate van
waarschijnlijkheid had kunnen worden
voorkomen, indien de directie van de N.V.
Sesam de balen katoen, waarin de brand is
ontstaan, had afgedekt met een tentzeil.
Zulks is elders bij de loods ook geschied.
Beter ware nog geweest, indien de balen
binnen waren opgeslagen.
Met kracht wordt thans gewerkt aan de
ontruiming van de grote loods. De balen
worden constant onder water gehouden.
Zodra zij evenwel uit elkaar worden ge
trokken, laaien de vlammen veelal weer
op. De geblakerde balen worden thans
naar een opgespoten terrein gebracht, waar
ze uit elkaar worden betrokken en natge-
houden. Deze werkzaamheden aullen nog
verscheidene dagen duren.
Onder auspiciën van de gezant van Grie
kenland zal de Griekse actrice Elsa Ver-
ghis op 23 Januari des avonds een voor
stelling geven in de kleine zaal van de
stadsgehoorzaal te Leiden.
Zij brengt gedeelten uit „Iphigereia in
Tauris", uit „Agamemnon" van Aeschylus
en uit „Medea" van Euripides. Elsa Ver-
ghis zal deze fragmenten zeggen in mo
dern Grieks, maar voor elk bedrijf zal in
het Nederlands een explicatie worden ge
geven.
Ds. H. Babel, predikant van de Waalse
gemeente in Utrecht, heeft in de Waalse
kerk te Haarlem gisteravond een causerie
gehouden over het leven en denken van
dr. Albert Schweitzer. Hij leidde zijn be
toog in met een beschrijving van zijn ont
moeting met deze grote zendeling-arts-
musicoloog in 1951 in Straatsburg, een ge
boden kans, die hij dankbaar aanvaardde
omdat hij juist een proefschrift over
Schweitzer voorbereidde. Uitvoerig be
schreef hij de jeugd van deze veelzijdige
en uiterst vitale mens, die naar hij zeide
door God gebruikt wordt om het Christen
dom de weg in de wereld te wijzen. Tij
dens zijn jeugd in Grünsbach in de Elzas
manifesteerde zich reeds zijn bewogenheid
met het lijden van al wat leefde en leerde
hij vroeg zelf nadenken over tal van din
gen, die hij niet aan zijn vader kon vragen
omdat deze hem dan het zwijgen oplegde.
Zijn theologische studie werd niet onder
broken door de militaire dienst in het
Duitse leger: hij studeerde wilskrachtig
verder en hij legde zijn gedachten reeds
op schrift omtrent de problematiek, waar
voor sommige teksten in het Nieuwe Tes
tament hem stelden. Daarbij zocht hij de
oplossing door in te dringen in de concep
tie van het wereldgebeuren, welke in die
tijd algemeen was. In Parijs studeerde hij
behalve theologie ook filosofie, waaruit zijn
bekende beschouwing over Kant voort
sproot en zijn critiek op de hedendaagse
beschaving. Hij verlangde er steeds meer
naar een daad te stellen, inplaats van te
teren op wat anderen deden het voor
naamste punt in zijn cultuurbeschouwing
en zag zijn verworven wetenschap niet
als iets dat hem bevoegdheden gaf maar
als iets dat hem verantwoordelijkheid op
legde. Zo kwam hij tot zijn besluit om naar
Lambarene te gaan. Een geweldige energie
kenmerkt zijn studie in de medicijnen in
Straatsburg ter voorbereiding van deze
missie, want hij zette ook zijn studie van
theologie, filosofie en muziek voort. Zijn
werk in Lambarene, waarheen zijn echt
genote hem vergezelde, werd onderbroken
door de Eerste Wereldoorlog. Omdat hij
toen in de eerste plaats als Duitser gold
werd zijn belangrijke werk, waaraan hij
van het begin af zijn handen vol had ge
had, beperkt. Tijdens zijn internering in de
Pyreneeën kreeg hij een ongedachte ge
legenheid om zijn filosofie over de mens te
hervatten. Evenals voor zijn eerste reis
naar Lambarene trachtte hij door orgelbe
spelingen ook voor het voortzetten van zijn
werk aldaar geld in te zamelen. Lange tijd
heeft hij zijn roeping in Afrika vervuld
zonder dat er veel aandacht aan werd ge
schonken.
Het is zijn zoeken naar hulp in Amerika
geweest, dat hem plotseling weer in de
volle belangstelling plaatste. Ds. Babel vul
de deze levensbeschrijving op vele plaat
sen aan met gedachten van Schweitzer
over het leven, over God en over de mens
heid. Met zeer grote aandacht volgde men
zijn boeiend betoog.
Het m.s. Oranje heeft niet zoals oor
spronkelijk in de bedoeling lag Colombo
aangelopen maar is doorgevaren naar
Tandjong Priok. De Oranje kon de haven
van Colombo niet binnenvaren wegens
schade aan het ankergerei. Het lag in de
bedoeling de passagiers voor Colombo bui
ten de haven van boord te halen.
Wegens de ongunstige weersomstandig
heden heeft men echter van dit voornemen
moeten afzien. De Oranje wordt nu 17
Januari in Tandjong Priok verwacht. Pas
sagiers voor Colombo, Singapore en Bela-
wan zullen zo snel mogelijk van Priok naar
de plaats van hun bestemming worden
vervoerd.
Gehoopt wordt, dat het schip op 27 Janu
ari de thuisreis zal kunnen aanvaarden,
nadat de schade, opgelopen bij de botsing
met de „Willem Ruys", voorlopig is her
steld.
STRAATSBURG (A.N.P.). De twist
tussen Engeland en het eerste Europese
gezagsorgaan, dat van kolen en staal, broeit
in Straatsburg en zal in de deze week te
houden bijeenkomst van de raadgevende
vergadering van de Raad van Europa wor
den uitgevochten. Leidende figuren uit het
kolen- en staalparlement, onder wie de
Fransman Paul Reynaud, zijn voornemens
om een aanval in te zetten op het weinige
maanden geleden door de raadgevende ver
gadering aangenomen „plan-Eden", dat een
hechte samenvoeging van de Raad van
Europa met de kolen- en staalgemeenschap
beoogde.
Monnet de president van het gezagsor
gaan, heeft zich lijnrecht tegenstander ver
klaard van de plannen om Britse waar
nemers in het K.S.G.-parlement te ontvan
gen, zolang de Britten geen vaste verplich
tingen tegenover de gemeenschap op zich
wensen te nemen. Zijn standpunt heeft
sterk aan aanhang gewonnen sedert de
Raad van Europa zich beledigd gevoelt
doordat zijn delegatie niet werd toegelaten
op de conferentie van het Britse gemeene-
best. Al met al is de kwestie hier Maandag
zeer heet geworden doordat president
Spaak de Britse vertaling liet stopzetten,
hetgeen door de in het gebouw aanwezige
Britse politici als een slechte diplomatieke
geste werd beschouwd. Later werd door de
huishoudelijke commissie de Engelse ver
taling in ere hersteld.
Eerste verslag
Het kolen- en staalparlement is met de
behandeling van het eerste verslag van
het hoge gezagsorgaan in de commissies
begonnen. Tevoren had een korte algemene
bespreking van het verslag plaats die Dins
dag nog zal worden voortgezet. Dit eerste
debat van het parlement beperkte zich
echter in hoofdzaak nog tot het vragen van
nadere toelichtingen aan het gezagsorgaan.
Tot een diepgaande bespreking van het
rapport is het nog niet gekomen, daar de
leden niet voldoende tijd hadden gehad om
het te bestuderen. In de vergadering werd
de suggestie geopperd, de door het gezags
orgaan ontvouwde plannen na een grondige
voorbereiding in de commissies in Maart
opnieuw aan een algemeen debat te onder
werpen.
Onze correspondent te Straatsburg meldt.
Het verslag van de Hoge Autoriteit heeft
op de leden van de Schuman-assemblée een
grote indruk gemaakt. Er was wel een en
ander uitgelekt over de zeer diverse activi
teiten van president Jean Monnet en zijn
medewerkers, maar een zo volledig en
doordacht rapport, dat zich reeds met de
lange-termijn-problemen der „gemeen
schap" bezig houdt, had men niet verwacht.
Wij ontmoetten Jean Monnet te Straats
burg na de vergadering van de Assemblée
ad hoe en zeiden hem hoe sterk een in het
verslag geciteerd cijfer ons had getroffen.
Er wordt namelijk de volgende vergelij
king gemaakt: In 1929 produceerden de zes
landen 35 millioen staal, de Verenigde Sta
ten 57 millioen en Rusland 5 millioen. In
1952 produceren de Russen zeven maal
meer staal, namelijk 35 millioen ton, de
Verenigde Staten 95 millioen ton en de
Schumanlanden amper 7 millioen ton meer
of 42 millioen ton
Monnet repliceerde eenvoudig: „ik hoop
dat Europa de les zal begrijpen".
Dat is inderdaad de kern van de zaak.
Donderdag aanstaande komen de ministers
van de Schumanlanden te Luxemburg bij
een om te beslissen over de maatregelen in
verband met het open stellen op 10 Februa
ri van de eenheidsmarkt voor kolen. Het
is zeer de vraag of de ministers de poli
tieke moed zullen opleveren om onmiddel
lijk alle discriminaties inzake de subsidies,
de transporttarieven en de steun aan de
industrie te laten vallen. Waarschijnlijk
zullen een aantal beschermende maatrege
len voorlopig worden behouden en zo zou
dan blijken dat de integratie-methode van
het Schuman-plan op hetzelfde bezwaar
stuit als de methode Benelux, namelijk het
bezwaar dat de nationale regeringen nog in
grote mate rekening wensen te houden met
de belangen van hun nationale industrieën.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft in de compositiewed
strijd, welke begin 1952 werd uitgeschre
ven, de volgende prijzen verleend:
Eerste prijs aan Th. H. Smit Sibinga te
Amstelveen voor zijn „suite voor fluit en
piano", tweede prijs aan ir. H. C. King te
Amsterdam, voor zijn „bede" voor sopraan
of tenor met pianobegeleiding, derde prijs
aan R. de Roos te Parijs voor zijn „capric
cio per clarinetto e pianoforte".
Voorts werden eervolle vermeldingen
verleend aan Sas Bunge te Aerdenhout
voor zijn vier amoureuze liederen en aan
H. van Koert te 's-Gravenhage voor zijn
sonatine voor violoncel en piano.
Gereformeerde Synode
In de zitting van de Generale Synode
van de Gereformeerde Kerken, die Maan
dag te Rotterdam is gehouden, is onder
meer een rapport behandeld over een
schrijven waarin bezwaar wordt gemaakt
tegen de benoeming tot ouderling van per
sonen, die lid zijn van een neutrale vak
organisatie. Zij verzoeken de Synode de
uitspraak van 1946 van zodanige aanvul
ling of verklaring te voorzien, dat aan
deze, naar hun gevoelen, ergernisgevende
praktijken in sommige kerken, een einde
komt. De commissie stelde voor geen na
dere interpretatie van de Synode-uitspraak
hieromtrent van 1946 te geven, omdat zij
die voldoende duidelijk achtte. Daarin
wordt verklaard, dat leden van de Kerk
van Christus lid behoren te zijn van een
Christelijke organisatie. Prof. dr. K. Dijk
zeide er geen bezwaar tegen te hebben,
dat men lid is van een nautrale organisa
tie, mits die niet in strijd handelt met
Gods Woord, maar wie de Christelijke or
ganisatie bewust voorbijgaat, miskent iets.
Hij zou zo iemand niet willen nomineren
voor het ambt. Na de re- en duplieken
diende prof. Dijk een amendement in om
te komen tot andere conclusies, waarin de
Synode een duidelijker uitspraak doet. Dit
werd in handen van de commissie van
rapporteurs gesteld.
Door kraanwagen naar
Sloterdijk gesleept
Het tramverkeer ran de binnenstad Am
sterdam naar Amsterdam-West is gister
middag bijna een nur gestagneerd geweest,
doordat om 12 uur op de Westermarkt de
motorwagen van een uit drie wagens be
staande tramtrein van de N.Z.H., op weg
naar Haarlem, vermoedelijk door kortslui
ting in brand geraakte. De brand zelf was
weinig spectaculair, noch gevaarlijk, zodat
onder de passagiers geen paniek ontstond.
De brandweer slaagde er snel in het
brandje met een koolzuurapparaat te blus
sen, doch inmiddels was de motorkast van
de wagen uitgebrand.
Ernstiger was de stagnatie, die de op dit
vitale punt van het Amsterdamse tramver
keer stilstaande tramtrein veroorzaakte.
Geen enkele gemeentetram van de lijnen
13 en 17 kon na de Raadhuisstraat de Ro
zengracht nog bereiken. Hetzelfde was het
geval met de andere trams van de NZH,
zowel naar Haarlem als naar Sloterdijk.
Besloten werd een poging in het werk
te stellen het obstakel over Rozengracht en
De Clercqslraat op te duwen naar terrein
waar de gemeentetram niet rijdt: de Ad
miraal de Ruyterweg. Tot deze strijd gord
den zich aan de geduldig achter de tram
trein wachtende motor- en bijwagen van
lijn 13, de daarachter volgende „Sloterdij-
ker" en als laatste een tweede tramstel van
lijn 13. Behoedzaam plaatsten de drie be
stuurders van deze tram hun wagens te
gen elkaar aan. Toen werd het sein tot de
gezamenlijke krachtsinspanning gegeven.
Uit alle macht duwen de drie „kleintjes"
tegen de laatste wagen van hun grote
tram-broer op, maar vergeefs. In de „Haar
lemmer" kwam geen beweging. Te ver
wonderen was dit niet, want de defecte
tramtrein stond juist voor de helling van
de brug over de Prinsengracht. Toen bij
een tweede aanloop door de toch waarlijk
niet geringe druk van achteren de koppe
ling tussen motor- en bijwagen van de
voorste lijn 13 de geest gaf, werd besloten
verdere pogingen te staken. Wat de drie
trams niet lukte, bleek echter voor de
grote kraanwagen van de Amsterdamse
politie geen te moeilijke opgave. Deze
krachtige auto werd aan de defecte motor
wagen gekoppeld en slaagde er in de
lange tramtrein tegen de brug op te slepen
en vervolgens naar de Admiraal de Ruy
terweg te rijden. De N.Z.H. nam daar de
taak van de kraamwagen over en sleepte
de tram naar Sloterdijk.
Kon. Rotterdamsche Lloyd
De heer H. A. Crommelin, sinds 1928 lid
van de firma Wm. Ruys en Zonen en als
zodanig directeur van de Koninklijke Rot
terdamsche Lloyd, zal om gezondheids
redenen deze functie neerleggen.
De heer Crommelin werd op 17 Augustus
1885 te Haarlem geboren en kwam na zijn
schoolopleiding bij de Koninklijke Marine.
In 1916 werd hij chef van de afdeling
scheepvaart van het toenmalige ministerie
van Crisiszaken en secretaris van de raad
van bijstand voor economische zaken van
het ministerie van Buitenlandse Zaken. In
1919\verd hij chef van de afdeling scheeps-
zaken van de Internationale Crediet- en
Handelsvereniging Rotterdam te Djakarta,
de hoofdagente van de Rotterdamsche
Lloyd in Indonesië. Na van 1924 tot 1927
algemeen procuratiehouder van de firma
Wm. Ruys en Zonen te zijn geweest, werd
hij op 1 Januari 1928 lid van deze firma en
als zodanig lid van de directie van de Lloyd.
De heer Crommelin zal zijn functie van
president van het „Holland Committee"
van „Lloyd's Register of Shipping" voor
lopig blijven waarnemen.
ROME (AFP en Reuter). Gisteren
heeft, voor de tweede maal tijdens het
pontificaat van Paus de twaalfde, in een
geheim consitorie de verheffing van nieu
we kardinalen plaats gehad. Het betrof
ditmaal 24 nieuwbenoemden, onder wie
aartsbisschop Stepinac van Zagreb en
aartsbisschop Wyszynsky van Warschau,
welke twee echter niet in Rome aanwezig
zijn.
De vorige kardnaalsverheffing was op
achttien Februari 1946, toen het om 32
nieuwe kardinalen ging. Evenals de vorige
maal, toen aartsbisschop Boetto van Genua
kort na zijn benoeming stierf, is ook thans
een der aanvankelijk nieuwbenoemde kar
dinalen nog voor zijn creatie overleden,
namelijk patriarch Agostini van Ventië. In
zijn plaats heeft de Paus de Indische pre
laat Gracias, aartsbisschop van Bombay,
gesteld.
„Villandry" een door de Nederlandse
Vereniging van Vervoerspersoneel in het
leven geroepen vereniging, heeft besloten
het terrein, waarop het verwoeste hotel „De
Wageningse Berg" te Wageningen heeft ge
staan, te verkopen. Er is reeds een gegadig
de, die met de reeds verleende Marshall-
gelden tot wederopbouw wit overgaan.