Zo verging de Klipfontein Agenda voor Haarlem Zie Boven: De Zeven Vrouwen Totale maansverduistering Huisvesting Provinciale Waterstaat Eerste Kamer over Economische Zaken T otalisator-per soneel zet de zaken recht Complete uitgave van Coornherts comedies V« O Franse begroting goedgekeurd Tte-KkWWecelrf Recordproductie der suikerfabrieken Engeland en de EDG Tankwagen ontspoorde en sloeg om Houdt Schumanverdrag wel rekening met consumenten? ZON Uit 2965 millioen kilo bieten 385 millioen kilo suiker Churchill terug DONDERDAG 29 JANUARI 1953 O Gistermiddag kwa men met de boottrein uit Venetië de heer S. E. Hocke en zijn echtgenote, die in Aerdenhout wonen, na'een bewogen reis uit Port Elisabeth thuis. Zij behoorden tot de opvarenden van de Klipfontein van de Holland-Af rikalijn, die voor de kust. van Mozambique op een onbekend obstakel lekstootte en in korte tijd naar de zeëbodem verdween. „Tenvijl we zaten te lunchen werden we verrast door drie schokken, die zo hevig waren, dat ik de op tafel staande glazen water over me heen kreeg. Zo begon het", zei de heer Hocke. Hoewel de boot al gauw wat naar bakboord begon te hellen, hadden wc er geen idee van dat zij zou zinken. Dat was ook een reden, waarom de aanwij» zingen zonder al te veel aandrang werden gegeven, zodat alles heel rustig geschied de en er geen sprake was van een paniek. Toen onze sloep werd gestreken beleefden we even een angstig moment omdat van de twee kabels aan de uiteinden er een te snel afliep en de boot even scheef kwam te hangen. Daarvóór was ook al een sloep verticaal in de davits komen te hangen en zoiets zou in ons ge val natuurlijk onge lukkig geweest zijn. ,,De tweede schrik werd ons bezorgd door een Portugese trawler (zichtbaar op de onderste foto), die ons een lijn toeschoot maar onze slaep met zijn achterschip bijna overvoer. Omdat het te gevaarlijk xvas hebben we de lijn af gekapt. We hebben nog drie d drie-en- een-half uur rond gedobberd (u begrijpt wel dat er veel zee zieken waren en bo vendien kregen we erge dorst) voordat een motorsloep van de Bloemfontein Castte ons kwam op pikken. Dat we alle maal gered werden is natuurlijk het gevolg van de gunstige omstandigheden, Het was dag en er stond weinig wind, zodat de zee kalm was. Bo vendien was de lucht bewolkt. Als de zon geschenen had, dan zouden we het in de sloepen nog veel benauwder hebben ge kregen. En het was al erg genoeg om het schip, waarmee we kort tevoren uit Lou- r- "'"1 ««g: «li 5 rengo Marquez waren vertrokken, te zien zinken. We hebben in Beira met een groep je van 35 onze thuisreis voortgezet met het Italiaanse schip Europa, dat ons naar Venetië bracht". Aan boord van dit schip werden de bijgaande foto's ontwikkeld, die verschillende stadia van de ondergang van de Klipfontein laten zien. In een brief van Gedeputeerde Staten van Noordholland aan de Provinciale Sta ten wordt er aan herinnerd, dat de tegen woordige huisvesting van de Provinciale Waterstaat ten enenmale onvoldoende is,. De beschikbare ruimte is veel te beperkt, terwijl de accomodate niet aan redelijke eisen voldoet. Daarom is een ontwerp voor een nieuw kantoorgebouw voor de Pro vinciale Waterstaat vervaardigd. Teneinde, in afwachting van de tot standkoming van dit nieuwe gebouw, waarmede nog jaren gemoeid zullen zijn, enigermate aan het nijpende ruimtetekort tegemoet te komen, is eind 1951 besloten in de tuin achter het tegenwoordige ge bouw van de Waterstaat een houten kan toorgebouw te plaatsen. Het hiervoor ver eiste crediet werd in de vergadering der Provinciale Staten van 21 Juli 1952 be schikbaar gesteld. Een verdere uitbreiding van de huis vesting van de Provinciale Waterstaat is, mede in verband met de noodzaak voor een goed functionneren van de dienst enig nieuw personeel aan te trekken, thans on vermijdelijk. Van de verschillende moge lijkheden, die daarbij onder het oog zijn gezien, verdient de aankoop van een hier voor geschikt groot woonhuis of zaken- pand de voorkeur. Indien de mogelijkheid daartoe zich zou voordoen zou het, wan neer de verkoper van dat pand niet voor langere tijd gebonden zou willen zijn, een bezwaar kunnen blijken, indien tot de transactie eerst in de eerstvolgende, wel licht pas na enkele maanden plaats vin dende Statenzitting zou kunnen worden besloten. Teneinde te voorkomen, dat hierdoor een reële kans om verbetering te brengen in de huisvesting van de Pro vinciale Waterstaat verloren zou gaan, geven Gedeputeerde Staten de Provinciale Staten in overweging met betrekking tot het verkrijgen in eigendom van zulk een pand, aan hen de bevoegdheid tot het ver richten van de daartoe vereiste rechts handelingen te delegeren en hun voorts het hiervoor noodzakelijke crediet beschikbaar te stellen. Zij zouden dit bedrag gaarne bepaald zien op f 60.000. DONDERDAG 29 JANUARI Frans Hals: „Servus Wien", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Bleke Bet", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Studentenliefde", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Operatie Cicero", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Aan de Rivièra", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido: „Othello", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Met eervol ontslag", 14 jaar, 8.15 uur. VRIJDAG 30 JANUARI Stadsschouwburg: ,,G' schichten aus dem Wienerwald" (Hoofdstad-operette), 8 uur. Concertgebouw: Concert H.O.V., 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen (nieuw pro^mmnia). Even voor het station Lunteren is gis teravond omstreeks half acht van een goe derentrein een tankwagen uit de rails ge lopen en bij het passeren van een wissel omgeslagen. De tankwagen werd over een afstand van 150 meter meegesleurd. Daar na brak de koppeling en kwam de trein tot stilstand. Wissels en seinen werden ontzet en over een grote afstand versplinterden de dwarsliggers en werden de rails be schadigd. Het enkelsporige baanvaak Ede-Wage- ningen-Barneveld was door dit ongeval tot hedenmorgen buiten dienst. In het Voorlopig Verslag van de Eerste Kamer over de rijksbegroting van Econo mische Zaken wordt verklaard dat het eerste parlementaire optreden van de mi nister van Economische Zaken alleszins reden gaf hem met vertrouwen tegemoet te treden. Het vraagstuk van de idustrialisatie vervulde vele leden met grote zorg. Volgens verscheidene leden zal niet alleen aan de exportpolitiek, de pro- ductiviteitspolitiek, de industrialisatiepoli- tiek en de integratiepolitiek aandacht die nen te worden besteed, maar ook aan de versterking van het bedrijfsleven. Door de waardedaling van de gulden is het be drijfskapitaal van vele bedrijven te klein geworden. Door bij de winstbepaling voor de belastingheffing uit te gaan van de his torische kostprijzen is er in belangrijke mate belasting geheven van schijnwinsten. Hierdoor hebben ondanks de conjunctu reel gunstige na-oorlogse jaren tal van bedrijven het tekort aan kapitaal niet door interne financiex-ing kunnen aanvullen, al dus deze leden. Wanneer de belastingtarieven op het huidige peil gehandhaafd worden, zullen, zo zeggen zij verder, vrij onbelangrijke maatregelen ten aanzien van het belasting stelsel geen afdoende hulp bieden. Boven dien zoekt men het bij het departement van Financiën te veel in het verschuiven van de belastingplicht, hetgeen uiteindelijk geen oplossing biedt. De tegemoetkomin gen zijn van bijzonder weinig betekenis. Ëen typisch voorbeeld hiervan noemden deze leden de aanhangige voorstellen ter bevordering van de export door fiscale maatregelen. Benelux Het had vele leden getroffen, met hoe veel klem de minister de integratie en vooral de economische integratie van West-Europa in de Tweede Kamer bepleit heeft. De minister sluit Benelux hierbij niet uit, maar zo vroegen deze leden, dient Benelux niet veeleer voorop te worden ge steld? Naar hun mening laat Benelux zich ook denken zonder Europese eenheid en is een samengaan in Beneluxverband ook op zichzelf na te streven. Daarom betreur den deze leden het, dat in het proces van de verwezenlijking der Benelux een stil stand, zo al niet een teruggang is te be speuren. Het personeel va.n de Nederlandse to- talisator is dezer dagen in een spoedver gadering bijeen geweest, naar aanleiding van de persverslagen betreffende de fraude-strafzaak tegen enige in 1951 ent- slagen leden van het totalisatorpersoneel. Deze vergadering van het personeel van de Nederlandse totalisator heeft een motie aangenomen, waarin ernstig bezwaar wordt gemaakt tegen het gebruik van suggestieve koppen boven de persversla gen, samengesteld op grond van uitlatin gen van de officier van Justitie. Deze kop pen vestigen de indruk, aldus de motie, als zou het werk van het huidige perso neel plaats vinden in een atmosfeer van zwendel en als zouden bij de renbanen knoeierijen regel zijn. Het personeel, verontwaardigd daarover, wijst er op, dat in ruim vier jaren slechts één fraude, die van 1951 is voorgekomen, dat deze door de directie onmiddellijk werd ontdekt en met ontslag op staande voet werd gestraft. De motie acht het ver der onbegrijpelijk, dat in een technisch zo ingewikkelde aangelegenheid geen getui- ge-deskund'ige werd gehoord. Zij betreurt het verder, dat de uitlating van de presi dent „een mooi stelletje, dat personeel van de totalisator" welke uitlating duide lijk alleen doelde op de ontslagen ver dachten, ten onrechte thans wordt be schouwd als een beoordeling van het to talisatorpersoneel in het algemeen. Dit personeel bestaat uit' ongeveer 250 perso nen, van wie velen als hoofdwerkkring pu blieke functies bekleden. Door eb- en vloedstromen is achter de Krammerplaat, de grote zandplaat tussen Grevelingen en Krammer, een nieuwe vaar geul ontstaan. Bij gewoon laag water wordt op de ondiepste plaats 28 dm. water gemeten. Door deze nieuwe vaargeul is voor de scheepvaart een korte verbinding Slaak Krammer ontstaan. Binnen afzienbare tijd zal voor het eerst een complete editie verschijnen van Coornherts comedies. Deze is mogelijk ge worden door een subsidie, welke de „Ne derlandse organisatie voor het zuiver we tenschappelijk onderzoek" heeft verleend aan de Maatschappij der Nederlandse Let terkunde, die reeds in 1946 aan dr. P. van der Meulen, leraar te 's-Gravenhage, ver zocht de uitgave te bezorgen. De negen comedies van Coornhert zijn over het al gemeen weinig bekend. Het zijn meer lees drama's dan toneelstukken en hebben een sterk moraliserende inslag. Op het oog lij ken zij Bijbelse onderwerpen te behande len. Ze dragen de volgende titels: Comedie van de Rijckeman. 't Roerspel van de ket- tersche werelt, Tweeling, Comedie van lief en leedt, Abrahams uytganck, Der maegh- dekens schole, Comedie van Israel, Van den thien maeghden en Comedie van de blinde voor Jericho. Deze comedies zijn, mede door hun sterk redenerend karakter, weinig voor opvoering geschikt. Toch heeft de Latijn se school te Deventer in 1584 de Comedie van de blinde voor Jericho ten tonele ge bracht. Dit was echter naar de mening van dr. Van der Meulen, wel de ongelukkigste keuze die men had kunnen doen, omdat dit stuk in tegenstelling met alle an dere een polemische inslag heeft en zo wel katholieken als calvinisten aanvalt. Het gevolg van deze opvoering waren dan ook moeilijkheden met het stadsbestuur en de Deventerse predikanten. Coornhert, die in 1522 te Amsterdam werd geboren en in 1590 te Gouda over leed, maar wiens werkterrein in Haarlem lag (hij vestigde er zich in 1541 als plaat snijder en was vele jaren stadssecretaris), heeft geen school gemaakt. Hij was zeer individualistisch en een aanhanger van de „onzichtbare kerk". In 1630 werden zijn gezamenlijke werken uitgegeven, doch deze bevatten slechts enkele van zijn comedies. De andere werden los uitgegeven, maar nooit gebundeld. De uitgave, die dr. Van der Meulen nu voor de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde bezorgd, is van een commentaar voorzien. Het voorberei dende werk is gereed, het wachten is nu op het drukken en uitgeven, hetgeen met de genoemde subsidie wordt mogelijk ge maakt. Het hoofdwerk van Coornhert is zijn in 1586 verschenen Zedekunst, dat is wel levenskunst". Vertoonde zijn stijl in het begin n og rederij kersallures, later werd hij in zijn redactie veel strenger en beheer ster. Hij deelde zijr. comedies in bedrijven in, hetgeen iets nieuws was voor de zeven tiende eeuw. Zijn taal is zuiver Neder lands en gespeend van vreemde woorden. Eerste Kamerleden vragen: In het Voorlopig Verslag der Eerste Kamer over de begroting der staatsmijnen merkten vele leden op dat het Schuman verdrag slechts dan aan een van zijn voor naamste doeleinden zal beantwoorden, wanneer ook de consumentenbelangen hierbij tot hun volle recht komen. Bijzon dere waakzaamheid zal hier geboden zijn, zo meenden zij, te meer daar de consumen tenbelangen in de onderscheiden organen van de gemeenschap nauwelijks vertegen woordigd zijn. Nu het in de bedoeling ligt, dat de gemeenschappelijke markt reeds in het voorjaar van 1953 in werking zal tre den, vroegen deze leden, of de minister reeds enige mededelingen kan doen om trent de vooruitzichten voor ons land met betrekking tot de beschikbare hoeveelheid en de prijs van de kolenimport. Zij waren van mening, dat in elk geval de inwerking treding van de gemeenschappelijke markt hier te lande een verlaging van de huidige kolenprijzen mag doen verwachten. Vele leden betreurden het, dat niet een mijnbouwkundig ingenieur tot directeur der staatsmijnen is benoemd. Waarom is geen der drie mijnbouwkundige hoofdbe drijf singenieurs voor benoeming in deze functie in aanmerking gekomen? Zo vroe gen zij. Door deze benoeming zal geen en kele mijnbouwkundige deel uitmaken van de directie der staatsmijnen. r AN AVOND staat de aarde precies tussen de zon en de maan. U herinnert zich uit de schooltijd wèl wat dat betekent: totale maans verduistering. Zo is het vannacht zullen wij er getuige van zijn. Het schouwspel begint om zes minuten voor elf: de volle-maanschijf wordt aan haar iinkerrand „aangevreten" hetgeen erop wijst dat de maan dan de kernschaduwke- gel van de aarde binnen treedt. De grauwe vlek op de maan wordt met de minuut groter en het maanlicht minder hel der: om vijf minuten na middernacht is het ver dwenen: dan begint de totale verduistering. Tijdens het zgn. midden ervan, om 00.47 uur, ziet men iets merkwaardigs: de maan is verduisterd. maar blijft zichtbaar als een zwak-rode schijf. Dit „vreemde" rood is de zelfde kleur die wij op aarde morgenrood of avondrood noemen: het wordt veroorzaakt door de relatief (in uerhou- ding tot de andere kleu ren n.l.) sterke breking van de rode bestandde len uit het zonlicht in onze dampkring. Ook het rode licht van dageraad en avondstond is zonlicht dat zich al (of nog) in de hoge lagen van onze dampkring bevindt maar sterker wordt gebroken dan oranje, geel. groen, blauw en violet. Die rode kleur bereikt ons dus langs een omweg, zij komt op ons toe van achter de horizon". Iets dergelijks gebeurt op de maan. Iemand die vannacht op de maan zou zijn zou zelfs tijdens de „totale fase" van de eclips die voor hem na tuurlijk een zo n s ver duistering zou zijn!) in direct zonlicht waarne men dat als een bloed rode ring de aarde om sluit. De dampkring van de aarde breekt namelijk de rode stralen; zij knijpt als het ware een aanvan kelijk evenwijdig lopen de bundel bijeen, zodat de rode stralen toch nog doordringen in de kern- schaduwkegel van de aarde en zo de maan treffen. De totaliteit van deze aarde (waar zij al bin nentrad om 21.40 uur vanavond, overigens ook zonder dat een sterfelijk oog er iets van merkte). Rondom de kegelvormige kernschaduw van de aar de bevindt zich namelijk nog een „mantel" van Maan aarde. Schematische voorstelling: aanstonds treedt de inaan, die zich beweegt in de rich ting van de pijl, de scha- d'uwkegel van de aarde binnen. Onze planeet on derschept dan het zonlicht en de maan wordt verduisterd verduistering duurt tot half twee; om die tijd komt de Iinkerrand van de maan weer tevoor schijn uit de aardscha- duw; het wordt lichter en lichter en om 2.40 uur is het uit met de pret. voor de amateur. Op sterrenwachtenweet men nog tot 3.54 uur aan te tonen dat de helderheid van de maan minder is dan normaal. Onze satelliet bevindt zich dan n.l. nog in de zgn. halfschaduw van de zachtere tint: de half schaduw. Terwijl ik dit schrijf krijg ik licht van mijn bureaulamp. Houd ik een dubbeltje vlak voor mijn oog dan ver duisterik daarmee de lamp totaal. Beweeg ik het müntstuk nu lang zaam in de richting van de lamp dan is het op een gegeven ogenblik te klein getoorden om nog de gehele lamp te bedek ken; ik zie het echter nog wel afsteken tegen het melkwitte glas. En zelfs al houd ik het tegen dat glas aan dan zal, zoals zonder meer duidelijk is, mijn oog toch nog min der lamplicht ontvangen dan wanneer het dub beltje daar niet zit. Zo ontvangt ook de maan nog steeds niet het volle zonlicht, ook al is zij al lang uit de kernschaduw verdwenen. Maar er zijn fijne astronomische in strumenten nodig om die verminderde helderheid van de maan te kunnen meten. G. v. W. PARUS, (Reuter) De Franse Natio nale Vergadering heeft hedenochtend vroeg met 374 tegen 214 stemmen de begroting voor 1953 ten bedrage van 3.831 milliard francs goedgekeurd. Van dit bedrag is on geveer 37 procent voor militaire uitgaven bestemd. Ongeveer 80 milliard francs zal worden „bevroren" teneinde de begroting in even wicht te brengen. De inkomsten worden namelijk geschat op 3.751 milliard francs. De begroting voorziet niet in de heffing van nieuwe belastingen. Vóór stemden de radicalen, volksrepu blikeinen, Gaullisten, dissidente Gaullis ten, gematigd- conservatieven en links radicalen, de tegenstemmen kwamen van de kant der communisten, socialisten en enige anderen. De thans aangenomen begroting is in grote trekken gelijk aan die, waarover werd gedebatteerd, toen Pinay op 23 De cember aftrad. De 80 milliard francs, die premier Mayer zal „.bevriezen", zijn be stemd voor niet-dringende bui-gerlijke en militaire uitgaven. Het parlement had de regering tevoren gemachtigd bij de bank van Frankrijk leningen te sluiten om de eerste maanden van het jaar door te komen, nu tengevolge van de grote vertraging bij het aanvaar den der begroting de belastinggelden niet zo snel zullen binnenvloeien. Premier Mayer heeft op grond van de begroting tevens de bevoegdheid gekregen om bij decreet hervormingen op het gebied der belastingen en de sociale voorzieningen in te voeren, indien het parlement deze niet binnen drie maanden, nadat zij zijn ingediend, heeft goedgekeurd of ver worpen. Wat aan de verzwelgende golfslag van de tijd ontzwom men is, kunt ge terugvinden aan de muren van de musea. De schilderijen uit Anno- Domini-zóveel hangen er als ingelijste stukken van het vergane leven voor ieder, die ze bezien wil. Met verf en olie hebben de meesters het bestaan van hun tijd ver eeuwigd voor ons, die aldus gewaar worden wat wij ge mist hebben door te laat op* de wereld te komen. Wat wij gemist hebben: Het is geen kleinigheid, als ge die schilderijen moet geloven. Ge vraagt uzelve af wat de eeuwen gedaan hebben met die blauwe luchten en dat groene mos, met die bronzen bladerenpracht en die schone vrouwen. Waar is het gouden avondlicht gebleven, dat deze stukken uit een romantische tijd tot achtergrond diende? Wat hebben de jaren aange vangen met de weelderige pijpekrullen, die slanke schouders sierden en wat met die slanke schouders zelf, om precies te zijn? Er hangt een schilderij, waar aan de meester van toentertijd heel. wat werk en zorgen moet hebben gehad. Het is een bos pad onder een dak van ver gulde zomerbladeren, met in de verte een purperen zop die juist gesnapt is toen zij ach ter een heuvel wilde zakken. En op het bospad is de weelde en sierlijkheid van zeven vrouwen uitgestald gelijk Sak sisch porcelein in een étalage. Zij zitten temidden van wol ken tule en satijn, zodat ge niet zien kunt waaróp zij eigenlijk zitten. En zij kijken allen naar elkander alsof zij zopas tesamen uit de hemel gevallen zijn lieftallige on schuld sti-aalt uit haar blikken in onbeperkte overvloed, maar wellicht zijn het slechts de onschuld en de lieftalligheid van het schilderspenseel, dat even geduldig is als papier. Temidden van de kleurenrijk dom en schitteringen van satijn en tule ligt een omge vallen koperen kan, waarin de zeven dames de oogst' van haar bloemenplukkerij hebben saamgebracht. Een koperen kan met blutsen en deuken, zoals ge heden ten dage niet meer vinden kunt. Er is trouwens niets, wat ge heden ten dage nog vinden kunt, van alles wat de schil der op zijn doek heeft uitge stald. De jaren hebben het leven gladgestreken als koeke- deeg, de sierlijkheden zijn verdwenen en de vrouwen hebben haar pijpekrullen af gesneden. Wat zou een meester uit het jaar 1600 nog te schilderen hebben, zo hij terug op de wereld kwam? Dat denkt ge bij de wandeling door de museumzalen naar de uitgang, waar het helle licht van de hedendaagse middag op hedendaagse straten en mensen valt. Er is geen bos pad in deze stad of daarbuiten, waar zeven vrouwen zouden kunnen zitten op wie-weet- wat om uitgeschilderd te worden. Er zijn geen zeven vrouwen die zouden kunnen dezelfde zonnestraal van het schilderij der zeven vrouwen. harmoniëren met de stilte van roerloze bronzen bomen. Er zijn geen zeven vrouwen meer, die tesamen een middag zou den willen bloemenplukken en verder niets. In de nauwe straten achter de kerk valt een hedendaagse zonnestraal tegen verweerde muren, als een onverhoedse lach van de jonge lente tussen de gordijnen van haar bed stee door. Die zonnestraal meen ik eer der te hebben gezien. Zij heeft het vertrouwelijke beeld van een zonnestraal Anno- Domini-zoveel.. Het zal een bedriegelijke ge lijkenis zijn doch als ge haar van oog tot oog beziet is er geen twijfel meer. Het is En wat meer is het wordt een ontdekking om star te staan van verbazing: De zon nestraal valt vleiend langs het koperen lijf van een kan, die onder de antieke luifel van een winkel zachtjes heen en weer te wiegen hangt. Een koperen kan met blutsen en deuken: De koperen kan van de zeven vrouwen, waarin zij haar bloe men verzamelden onder het schemerige licht van een bos in de middagzon. Het is die kan, diezelfde kan. Waar heeft zij die eeuwen door gelegen of gestaan, nadat zij was omgevallen op het schil derij van de meester? De zeven vrouwen moeten haar weer hebben overeind gezet toen het geschilder gedaan was, en haar met liefde hebben meege nomen naar een koel huis met een tegelen vloer. Ge hoort het ruisen der zijden kleren door de hoge witte gangen, waar geel en blauw licht door kleine ruiten valt. Het is diezelfde kan, in de luister van diezelfde zonne straal. Zij beiden zijn ont sprongen aan de dans der tij den, die als een stoomwals het leven gestreken en gesteven heeft tot een woestijn van mo derne vlakheid. Ge kunt er spijt van hebben dat ge gebo ren zijt om door die woestijn te baggeren zonder die zeven vrouwen van weleer. Dat zou het baggeren wellicht wat ge makkelijker hebben gemaakt, om zo te zeggen. Doch wat nóg meer is ge zoudt het niet geloven als ge het zelf niet zoudt zien: In de nauwe straat, langs de antieke luifel en de koperen kan, wan delen zij met vlugge passen sierlijk en bevallig naar wie- weet-wa§,r: De zeven vrouwen! Zij hebben geen pijpekrullen of crinolines meer, en haar kleren zijn niet van slepend satijn of tule. Maar uit haar ogen straalt de lieftalligheid die zij van het schilderij heb ben meegenomen, en zij zien eruit alsof zij metterdaad en gaarne bereid zullen zijn een middag bloemen te gaan pluk ken. Waar komen zij vandaan? Waar zijn zij al die eeuwen ge weest? Zij zijn als bloemen ontloken aan een grauwe grond, waaruit niets meer scheen te zullen groeien. Zij zijn er in ieder geval, om u heen, voor u, achter u en over al. Niet zeven, maar zeventig maal zeven. s Het is een kwestie van kijken, als ge de onveranderlijke schoonheden van het leven wilt zien. De décors en de cos- tuums zijn niet zozeer dezelf de meer, doch wat de meesters uit voorbije jaren met hun verven en penselen ontdekten, wandelt nog om u heen in uw eigen tijd. Wat er aan de museummuren hangt, zijn verstarde stukken leven, in een lijst bewaard. Doch wat er om u heen aan sierlijks en plezierigs in het leven is, hoeft ge slechts in de lijst van uw aandacht te vat ten. Daar heeft Anno-Domini-zo- veel niets mee te maken, om zo te zeggen. J. L. In het jongste nummer van het maand blad „Co-operatie" wordt over de suiker bietencampagne 1952 medegedeeld, dat de weersomstandigheden oorzaak zijn ge weest dat in de eerste helft van de cam pagne bij een aantal fabrieken onvoldoen de hoeveelheden bieten werden aange voerd om op volle capaciteit te kunnen blijven werken. Ook de tarra was uiter aard zeer hoog en ongeveer het dubbele van vorig jaar. Bij een campagne zoals van dit .iaar, waarbij de 12 fabrieken tezamen rond 3000 miilioen kg. bieten verwerkten, betekent een tarra van ongeveer 20 pro cent, dat 600 millioen kg. voor de fabrie ken waardeloze en zelfs zeer hinderlijke hoeveelheid grond met de bieten wordt aangevoerd. Stelt men de bietenvracht op gemiddeld 2.50 per ton van 1000 kg., dan betekent *de aanvoer van deze 600.000 ton grond voor de suikerindustrie een schade post van 1% millioen gulden. Want wèl wordt uiteraard de tarra van het bieten gewicht afgetrokken bij de afrekening met de boer, maar de vracht blijft voor de fa briek. Ook het suikergehalte bleef, als ge volg van het te natte weer en het gebrek aan zon, voor het vierde achtereenvolgende jaar beneden het gemiddelde. De opbrengst aan bieten per ha. was echter uitzonderlijk hoog en vormde met bijna 47.000 kg. per ha. gemiddeld over ge heel Nederland een record. De 12 fabrieken hadden tezamen 2965 millioen kg. bieten te verwerken, waaruit zij rond 385 millioen kg. witte suiker maakten, hetgeen voor ons land eveneens een record-productie bete kent. Deze is zeer welkom, aangezien zelfs bij deze recox-d-productie nog een flink kwantum suiker zal moeten worden inge voerd, welke slechts tegen dollars te koop is. Ongeveer 65 procent van de oogst werd dit jaar verwerkt door de zes coöperatieve fabrieken en ongeveer 35 procent in de zes fabrieken van de Centx-ale Suiker Maat schappij. Tot voor enkele jaren bedx-oeg de totale verwerkings-capaeiteit van de Nederland se suikerindustrie ongeveer 30 millioen kg. per etmaal tegen thans ongeveer 40 mil lioen kg. Van deze uitbx-eiding namen de beide coöpex-aties „Dinteloord" en „Put- lex-shoek" samen de helft voor hun reke ning. De Centx-ale Suiker Maatschappij omvat de zes particuliere suikerfabrieken in Ne derland. Tot de verenigde coöperatieve suikerfabrieken behoren de drie fabrieken „Dinteloox-d", „Roosendaal" en „Zevenber gen". De dxïe coöpex-atieve fabrieken „Put- tershoek", de Frieseh-Gx-or.ingsche en Sas van Gent werken geheel zelfstandig. LONDEN, (Reuter) De Britse minis ter van Buitenlandse Zaken, Eden, heeft Woensdag in het Lagerhuis een voorstel van de hand gewezen, dat Engelands toe treding tot de Europese defensie-gemeen schap beoogde, wanneer hierover opnieuw onderhandeld zou worden. In antwoord op een vraag van de La- bour-afgevaardigde Wyatt zeide de minis ter dat het doel van het E.D.G.-verdrag de vorming van een politieke federatie van Europa is en dat het niet juist van het parlement zou zijn, de toetreding van En geland tot de E.D.G. te steunen, indien het niet dit doel aanvaardt. Op een vraag, of Engeland was uitge nodigd tot de E.D.G. toe te tx-eden, ant woordde Eden ontkennend. „De zes be trokken x-egex-ingen zijn zich wel bewust van de redenen, welke dit land verhinde ren, lid te worden", zo zeide hij. SOUTHAMPTON (Reuter). Pren. Chux-chill, die een vacantie op Jamaica heeft doorgebracht, is met de „Queen Mary" uit Amerika in Southampton aange komen. Churchill confereerde in de V.S. met Eisenhower en Truman.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5