Zo verging de Klipfontein
Agenda voor
Haarlem
Zie Boven:
De Zeven
Vrouwen
Totale maansverduistering
Huisvesting Provinciale
Waterstaat
Eerste Kamer over
Economische Zaken
T otalisator-per soneel
zet de zaken recht
Complete uitgave van
Coornherts comedies
V«
O
Franse begroting
goedgekeurd
Tte-KkWWecelrf
Recordproductie
der suikerfabrieken
Engeland en de EDG
Tankwagen ontspoorde
en sloeg om
Houdt Schumanverdrag
wel rekening met
consumenten?
ZON
Uit 2965 millioen kilo bieten
385 millioen kilo suiker
Churchill terug
DONDERDAG 29 JANUARI 1953
O
Gistermiddag kwa
men met de boottrein
uit Venetië de heer
S. E. Hocke en zijn
echtgenote, die in
Aerdenhout wonen,
na'een bewogen reis
uit Port Elisabeth
thuis. Zij behoorden
tot de opvarenden van
de Klipfontein van de
Holland-Af rikalijn,
die voor de kust. van
Mozambique op een
onbekend obstakel
lekstootte en in korte
tijd naar de zeëbodem
verdween. „Tenvijl
we zaten te lunchen
werden we verrast
door drie schokken,
die zo hevig waren,
dat ik de op tafel
staande glazen water
over me heen kreeg.
Zo begon het", zei de
heer Hocke. Hoewel
de boot al gauw wat
naar bakboord begon
te hellen, hadden wc
er geen idee van dat
zij zou zinken. Dat
was ook een reden,
waarom de aanwij»
zingen zonder al te
veel aandrang werden
gegeven, zodat alles
heel rustig geschied
de en er geen sprake
was van een paniek.
Toen onze sloep werd
gestreken beleefden
we even een angstig
moment omdat van
de twee kabels aan de
uiteinden er een te
snel afliep en de boot
even scheef kwam te
hangen. Daarvóór
was ook al een sloep
verticaal in de davits
komen te hangen en
zoiets zou in ons ge
val natuurlijk onge
lukkig geweest zijn.
,,De tweede schrik
werd ons bezorgd
door een Portugese
trawler (zichtbaar op
de onderste foto), die
ons een lijn toeschoot
maar onze slaep met
zijn achterschip bijna
overvoer. Omdat het
te gevaarlijk xvas
hebben we de lijn af
gekapt. We hebben
nog drie d drie-en-
een-half uur rond
gedobberd (u begrijpt
wel dat er veel zee
zieken waren en bo
vendien kregen we
erge dorst) voordat
een motorsloep van
de Bloemfontein
Castte ons kwam op
pikken. Dat we alle
maal gered werden is
natuurlijk het gevolg van de gunstige
omstandigheden, Het was dag en er stond
weinig wind, zodat de zee kalm was. Bo
vendien was de lucht bewolkt. Als de zon
geschenen had, dan zouden we het in de
sloepen nog veel benauwder hebben ge
kregen. En het was al erg genoeg om het
schip, waarmee we kort tevoren uit Lou-
r-
"'"1
««g: «li 5
rengo Marquez waren vertrokken, te zien
zinken. We hebben in Beira met een groep
je van 35 onze thuisreis voortgezet met
het Italiaanse schip Europa, dat ons naar
Venetië bracht". Aan boord van dit schip
werden de bijgaande foto's ontwikkeld, die
verschillende stadia van de ondergang van
de Klipfontein laten zien.
In een brief van Gedeputeerde Staten
van Noordholland aan de Provinciale Sta
ten wordt er aan herinnerd, dat de tegen
woordige huisvesting van de Provinciale
Waterstaat ten enenmale onvoldoende is,.
De beschikbare ruimte is veel te beperkt,
terwijl de accomodate niet aan redelijke
eisen voldoet. Daarom is een ontwerp voor
een nieuw kantoorgebouw voor de Pro
vinciale Waterstaat vervaardigd.
Teneinde, in afwachting van de tot
standkoming van dit nieuwe gebouw,
waarmede nog jaren gemoeid zullen zijn,
enigermate aan het nijpende ruimtetekort
tegemoet te komen, is eind 1951 besloten
in de tuin achter het tegenwoordige ge
bouw van de Waterstaat een houten kan
toorgebouw te plaatsen. Het hiervoor ver
eiste crediet werd in de vergadering der
Provinciale Staten van 21 Juli 1952 be
schikbaar gesteld.
Een verdere uitbreiding van de huis
vesting van de Provinciale Waterstaat is,
mede in verband met de noodzaak voor een
goed functionneren van de dienst enig
nieuw personeel aan te trekken, thans on
vermijdelijk. Van de verschillende moge
lijkheden, die daarbij onder het oog zijn
gezien, verdient de aankoop van een hier
voor geschikt groot woonhuis of zaken-
pand de voorkeur. Indien de mogelijkheid
daartoe zich zou voordoen zou het, wan
neer de verkoper van dat pand niet voor
langere tijd gebonden zou willen zijn, een
bezwaar kunnen blijken, indien tot de
transactie eerst in de eerstvolgende, wel
licht pas na enkele maanden plaats vin
dende Statenzitting zou kunnen worden
besloten. Teneinde te voorkomen, dat
hierdoor een reële kans om verbetering
te brengen in de huisvesting van de Pro
vinciale Waterstaat verloren zou gaan,
geven Gedeputeerde Staten de Provinciale
Staten in overweging met betrekking tot
het verkrijgen in eigendom van zulk een
pand, aan hen de bevoegdheid tot het ver
richten van de daartoe vereiste rechts
handelingen te delegeren en hun voorts het
hiervoor noodzakelijke crediet beschikbaar
te stellen. Zij zouden dit bedrag gaarne
bepaald zien op f 60.000.
DONDERDAG 29 JANUARI
Frans Hals: „Servus Wien", alle leeft., 7
en 9.15 uur. Spaarne: „Bleke Bet", alle leeft.,
7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Studentenliefde",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Operatie
Cicero", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Don
Camillo", alle leeft., 7 en 9.15 uur. City: „Aan
de Rivièra", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Lido:
„Othello", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Minerva:
„Met eervol ontslag", 14 jaar, 8.15 uur.
VRIJDAG 30 JANUARI
Stadsschouwburg: ,,G' schichten aus dem
Wienerwald" (Hoofdstad-operette), 8 uur.
Concertgebouw: Concert H.O.V., 8 uur.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen
(nieuw pro^mmnia).
Even voor het station Lunteren is gis
teravond omstreeks half acht van een goe
derentrein een tankwagen uit de rails ge
lopen en bij het passeren van een wissel
omgeslagen. De tankwagen werd over een
afstand van 150 meter meegesleurd. Daar
na brak de koppeling en kwam de trein tot
stilstand. Wissels en seinen werden ontzet
en over een grote afstand versplinterden
de dwarsliggers en werden de rails be
schadigd.
Het enkelsporige baanvaak Ede-Wage-
ningen-Barneveld was door dit ongeval tot
hedenmorgen buiten dienst.
In het Voorlopig Verslag van de Eerste
Kamer over de rijksbegroting van Econo
mische Zaken wordt verklaard dat het
eerste parlementaire optreden van de mi
nister van Economische Zaken alleszins
reden gaf hem met vertrouwen tegemoet
te treden.
Het vraagstuk van de idustrialisatie
vervulde vele leden met grote zorg.
Volgens verscheidene leden zal niet
alleen aan de exportpolitiek, de pro-
ductiviteitspolitiek, de industrialisatiepoli-
tiek en de integratiepolitiek aandacht die
nen te worden besteed, maar ook aan de
versterking van het bedrijfsleven. Door de
waardedaling van de gulden is het be
drijfskapitaal van vele bedrijven te klein
geworden. Door bij de winstbepaling voor
de belastingheffing uit te gaan van de his
torische kostprijzen is er in belangrijke
mate belasting geheven van schijnwinsten.
Hierdoor hebben ondanks de conjunctu
reel gunstige na-oorlogse jaren tal van
bedrijven het tekort aan kapitaal niet door
interne financiex-ing kunnen aanvullen, al
dus deze leden.
Wanneer de belastingtarieven op het
huidige peil gehandhaafd worden, zullen,
zo zeggen zij verder, vrij onbelangrijke
maatregelen ten aanzien van het belasting
stelsel geen afdoende hulp bieden. Boven
dien zoekt men het bij het departement
van Financiën te veel in het verschuiven
van de belastingplicht, hetgeen uiteindelijk
geen oplossing biedt. De tegemoetkomin
gen zijn van bijzonder weinig betekenis.
Ëen typisch voorbeeld hiervan noemden
deze leden de aanhangige voorstellen ter
bevordering van de export door fiscale
maatregelen.
Benelux
Het had vele leden getroffen, met hoe
veel klem de minister de integratie en
vooral de economische integratie van
West-Europa in de Tweede Kamer bepleit
heeft. De minister sluit Benelux hierbij
niet uit, maar zo vroegen deze leden, dient
Benelux niet veeleer voorop te worden ge
steld? Naar hun mening laat Benelux zich
ook denken zonder Europese eenheid en
is een samengaan in Beneluxverband ook
op zichzelf na te streven. Daarom betreur
den deze leden het, dat in het proces van
de verwezenlijking der Benelux een stil
stand, zo al niet een teruggang is te be
speuren.
Het personeel va.n de Nederlandse to-
talisator is dezer dagen in een spoedver
gadering bijeen geweest, naar aanleiding
van de persverslagen betreffende de
fraude-strafzaak tegen enige in 1951 ent-
slagen leden van het totalisatorpersoneel.
Deze vergadering van het personeel van
de Nederlandse totalisator heeft een motie
aangenomen, waarin ernstig bezwaar
wordt gemaakt tegen het gebruik van
suggestieve koppen boven de persversla
gen, samengesteld op grond van uitlatin
gen van de officier van Justitie. Deze kop
pen vestigen de indruk, aldus de motie,
als zou het werk van het huidige perso
neel plaats vinden in een atmosfeer van
zwendel en als zouden bij de renbanen
knoeierijen regel zijn.
Het personeel, verontwaardigd daarover,
wijst er op, dat in ruim vier jaren slechts
één fraude, die van 1951 is voorgekomen,
dat deze door de directie onmiddellijk
werd ontdekt en met ontslag op staande
voet werd gestraft. De motie acht het ver
der onbegrijpelijk, dat in een technisch zo
ingewikkelde aangelegenheid geen getui-
ge-deskund'ige werd gehoord. Zij betreurt
het verder, dat de uitlating van de presi
dent „een mooi stelletje, dat personeel
van de totalisator" welke uitlating duide
lijk alleen doelde op de ontslagen ver
dachten, ten onrechte thans wordt be
schouwd als een beoordeling van het to
talisatorpersoneel in het algemeen. Dit
personeel bestaat uit' ongeveer 250 perso
nen, van wie velen als hoofdwerkkring pu
blieke functies bekleden.
Door eb- en vloedstromen is achter de
Krammerplaat, de grote zandplaat tussen
Grevelingen en Krammer, een nieuwe vaar
geul ontstaan. Bij gewoon laag water wordt
op de ondiepste plaats 28 dm. water gemeten.
Door deze nieuwe vaargeul is voor de
scheepvaart een korte verbinding Slaak
Krammer ontstaan.
Binnen afzienbare tijd zal voor het eerst
een complete editie verschijnen van
Coornherts comedies. Deze is mogelijk ge
worden door een subsidie, welke de „Ne
derlandse organisatie voor het zuiver we
tenschappelijk onderzoek" heeft verleend
aan de Maatschappij der Nederlandse Let
terkunde, die reeds in 1946 aan dr. P. van
der Meulen, leraar te 's-Gravenhage, ver
zocht de uitgave te bezorgen. De negen
comedies van Coornhert zijn over het al
gemeen weinig bekend. Het zijn meer lees
drama's dan toneelstukken en hebben een
sterk moraliserende inslag. Op het oog lij
ken zij Bijbelse onderwerpen te behande
len. Ze dragen de volgende titels: Comedie
van de Rijckeman. 't Roerspel van de ket-
tersche werelt, Tweeling, Comedie van lief
en leedt, Abrahams uytganck, Der maegh-
dekens schole, Comedie van Israel, Van
den thien maeghden en Comedie van de
blinde voor Jericho.
Deze comedies zijn, mede door hun
sterk redenerend karakter, weinig voor
opvoering geschikt. Toch heeft de Latijn
se school te Deventer in 1584 de Comedie
van de blinde voor Jericho ten tonele ge
bracht. Dit was echter naar de mening van
dr. Van der Meulen, wel de ongelukkigste
keuze die men had kunnen doen, omdat
dit stuk in tegenstelling met alle an
dere een polemische inslag heeft en zo
wel katholieken als calvinisten aanvalt.
Het gevolg van deze opvoering waren dan
ook moeilijkheden met het stadsbestuur
en de Deventerse predikanten.
Coornhert, die in 1522 te Amsterdam
werd geboren en in 1590 te Gouda over
leed, maar wiens werkterrein in Haarlem
lag (hij vestigde er zich in 1541 als plaat
snijder en was vele jaren stadssecretaris),
heeft geen school gemaakt. Hij was zeer
individualistisch en een aanhanger van de
„onzichtbare kerk". In 1630 werden zijn
gezamenlijke werken uitgegeven, doch deze
bevatten slechts enkele van zijn comedies.
De andere werden los uitgegeven, maar
nooit gebundeld. De uitgave, die dr. Van
der Meulen nu voor de Maatschappij der
Nederlandse Letterkunde bezorgd, is van
een commentaar voorzien. Het voorberei
dende werk is gereed, het wachten is nu
op het drukken en uitgeven, hetgeen met
de genoemde subsidie wordt mogelijk ge
maakt.
Het hoofdwerk van Coornhert is zijn in
1586 verschenen Zedekunst, dat is wel
levenskunst". Vertoonde zijn stijl in het
begin n og rederij kersallures, later werd
hij in zijn redactie veel strenger en beheer
ster. Hij deelde zijr. comedies in bedrijven
in, hetgeen iets nieuws was voor de zeven
tiende eeuw. Zijn taal is zuiver Neder
lands en gespeend van vreemde woorden.
Eerste Kamerleden vragen:
In het Voorlopig Verslag der Eerste
Kamer over de begroting der staatsmijnen
merkten vele leden op dat het Schuman
verdrag slechts dan aan een van zijn voor
naamste doeleinden zal beantwoorden,
wanneer ook de consumentenbelangen
hierbij tot hun volle recht komen. Bijzon
dere waakzaamheid zal hier geboden zijn,
zo meenden zij, te meer daar de consumen
tenbelangen in de onderscheiden organen
van de gemeenschap nauwelijks vertegen
woordigd zijn. Nu het in de bedoeling ligt,
dat de gemeenschappelijke markt reeds in
het voorjaar van 1953 in werking zal tre
den, vroegen deze leden, of de minister
reeds enige mededelingen kan doen om
trent de vooruitzichten voor ons land met
betrekking tot de beschikbare hoeveelheid
en de prijs van de kolenimport. Zij waren
van mening, dat in elk geval de inwerking
treding van de gemeenschappelijke markt
hier te lande een verlaging van de huidige
kolenprijzen mag doen verwachten.
Vele leden betreurden het, dat niet een
mijnbouwkundig ingenieur tot directeur
der staatsmijnen is benoemd. Waarom is
geen der drie mijnbouwkundige hoofdbe
drijf singenieurs voor benoeming in deze
functie in aanmerking gekomen? Zo vroe
gen zij. Door deze benoeming zal geen en
kele mijnbouwkundige deel uitmaken van
de directie der staatsmijnen.
r AN AVOND staat de
aarde precies tussen
de zon en de maan. U
herinnert zich uit de
schooltijd wèl wat dat
betekent: totale maans
verduistering. Zo is het
vannacht zullen wij
er getuige van zijn. Het
schouwspel begint om
zes minuten voor elf: de
volle-maanschijf wordt
aan haar iinkerrand
„aangevreten" hetgeen
erop wijst dat de maan
dan de kernschaduwke-
gel van de aarde binnen
treedt. De grauwe vlek
op de maan wordt met
de minuut groter en het
maanlicht minder hel
der: om vijf minuten na
middernacht is het ver
dwenen: dan begint de
totale verduistering.
Tijdens het zgn. midden
ervan, om 00.47 uur, ziet
men iets merkwaardigs:
de maan is verduisterd.
maar blijft zichtbaar als
een zwak-rode schijf. Dit
„vreemde" rood is de
zelfde kleur die wij op
aarde morgenrood of
avondrood noemen: het
wordt veroorzaakt door
de relatief (in uerhou-
ding tot de andere kleu
ren n.l.) sterke breking
van de rode bestandde
len uit het zonlicht in
onze dampkring. Ook het
rode licht van dageraad
en avondstond is zonlicht
dat zich al (of nog) in
de hoge lagen van onze
dampkring bevindt maar
sterker wordt gebroken
dan oranje, geel. groen,
blauw en violet. Die rode
kleur bereikt ons dus
langs een omweg, zij
komt op ons toe van
achter de horizon".
Iets dergelijks gebeurt
op de maan. Iemand die
vannacht op de maan
zou zijn zou zelfs tijdens
de „totale fase" van de
eclips die voor hem na
tuurlijk een zo n s ver
duistering zou zijn!) in
direct zonlicht waarne
men dat als een bloed
rode ring de aarde om
sluit. De dampkring van
de aarde breekt namelijk
de rode stralen; zij knijpt
als het ware een aanvan
kelijk evenwijdig lopen
de bundel bijeen, zodat
de rode stralen toch nog
doordringen in de kern-
schaduwkegel van de
aarde en zo de maan
treffen.
De totaliteit van deze
aarde (waar zij al bin
nentrad om 21.40 uur
vanavond, overigens ook
zonder dat een sterfelijk
oog er iets van merkte).
Rondom de kegelvormige
kernschaduw van de aar
de bevindt zich namelijk
nog een „mantel" van
Maan
aarde.
Schematische voorstelling:
aanstonds treedt de inaan,
die zich beweegt in de rich
ting van de pijl, de scha-
d'uwkegel van de aarde
binnen. Onze planeet on
derschept dan het zonlicht
en de maan wordt
verduisterd
verduistering duurt tot
half twee; om die tijd
komt de Iinkerrand van
de maan weer tevoor
schijn uit de aardscha-
duw; het wordt lichter
en lichter en om 2.40 uur
is het uit met de pret.
voor de amateur. Op
sterrenwachtenweet men
nog tot 3.54 uur aan te
tonen dat de helderheid
van de maan minder is
dan normaal.
Onze satelliet bevindt
zich dan n.l. nog in de
zgn. halfschaduw van de
zachtere tint: de half
schaduw. Terwijl ik dit
schrijf krijg ik licht van
mijn bureaulamp. Houd
ik een dubbeltje vlak
voor mijn oog dan ver
duisterik daarmee de
lamp totaal. Beweeg ik
het müntstuk nu lang
zaam in de richting van
de lamp dan is het op
een gegeven ogenblik te
klein getoorden om nog
de gehele lamp te bedek
ken; ik zie het echter nog
wel afsteken tegen het
melkwitte glas. En zelfs
al houd ik het tegen dat
glas aan dan zal, zoals
zonder meer duidelijk is,
mijn oog toch nog min
der lamplicht ontvangen
dan wanneer het dub
beltje daar niet zit. Zo
ontvangt ook de maan
nog steeds niet het volle
zonlicht, ook al is zij al
lang uit de kernschaduw
verdwenen. Maar er zijn
fijne astronomische in
strumenten nodig om die
verminderde helderheid
van de maan te kunnen
meten. G. v. W.
PARUS, (Reuter) De Franse Natio
nale Vergadering heeft hedenochtend vroeg
met 374 tegen 214 stemmen de begroting
voor 1953 ten bedrage van 3.831 milliard
francs goedgekeurd. Van dit bedrag is on
geveer 37 procent voor militaire uitgaven
bestemd.
Ongeveer 80 milliard francs zal worden
„bevroren" teneinde de begroting in even
wicht te brengen. De inkomsten worden
namelijk geschat op 3.751 milliard francs.
De begroting voorziet niet in de heffing
van nieuwe belastingen.
Vóór stemden de radicalen, volksrepu
blikeinen, Gaullisten, dissidente Gaullis
ten, gematigd- conservatieven en links
radicalen, de tegenstemmen kwamen van
de kant der communisten, socialisten en
enige anderen.
De thans aangenomen begroting is in
grote trekken gelijk aan die, waarover
werd gedebatteerd, toen Pinay op 23 De
cember aftrad. De 80 milliard francs, die
premier Mayer zal „.bevriezen", zijn be
stemd voor niet-dringende bui-gerlijke en
militaire uitgaven.
Het parlement had de regering tevoren
gemachtigd bij de bank van Frankrijk
leningen te sluiten om de eerste maanden
van het jaar door te komen, nu tengevolge
van de grote vertraging bij het aanvaar
den der begroting de belastinggelden niet
zo snel zullen binnenvloeien.
Premier Mayer heeft op grond van de
begroting tevens de bevoegdheid gekregen
om bij decreet hervormingen op het gebied
der belastingen en de sociale voorzieningen
in te voeren, indien het parlement deze
niet binnen drie maanden, nadat zij zijn
ingediend, heeft goedgekeurd of ver
worpen.
Wat aan de verzwelgende
golfslag van de tijd ontzwom
men is, kunt ge terugvinden
aan de muren van de musea.
De schilderijen uit Anno-
Domini-zóveel hangen er als
ingelijste stukken van het
vergane leven voor ieder, die
ze bezien wil. Met verf en
olie hebben de meesters het
bestaan van hun tijd ver
eeuwigd voor ons, die aldus
gewaar worden wat wij ge
mist hebben door te laat op*
de wereld te komen.
Wat wij gemist hebben: Het
is geen kleinigheid, als ge die
schilderijen moet geloven. Ge
vraagt uzelve af wat de
eeuwen gedaan hebben met
die blauwe luchten en dat
groene mos, met die bronzen
bladerenpracht en die schone
vrouwen. Waar is het gouden
avondlicht gebleven, dat deze
stukken uit een romantische
tijd tot achtergrond diende?
Wat hebben de jaren aange
vangen met de weelderige
pijpekrullen, die slanke
schouders sierden en wat
met die slanke schouders zelf,
om precies te zijn?
Er hangt een schilderij, waar
aan de meester van toentertijd
heel. wat werk en zorgen moet
hebben gehad. Het is een bos
pad onder een dak van ver
gulde zomerbladeren, met in
de verte een purperen zop die
juist gesnapt is toen zij ach
ter een heuvel wilde zakken.
En op het bospad is de weelde
en sierlijkheid van zeven
vrouwen uitgestald gelijk Sak
sisch porcelein in een étalage.
Zij zitten temidden van wol
ken tule en satijn, zodat ge
niet zien kunt waaróp zij
eigenlijk zitten. En zij kijken
allen naar elkander alsof zij
zopas tesamen uit de hemel
gevallen zijn lieftallige on
schuld sti-aalt uit haar blikken
in onbeperkte overvloed, maar
wellicht zijn het slechts de
onschuld en de lieftalligheid
van het schilderspenseel, dat
even geduldig is als papier.
Temidden van de kleurenrijk
dom en schitteringen van
satijn en tule ligt een omge
vallen koperen kan, waarin de
zeven dames de oogst' van
haar bloemenplukkerij hebben
saamgebracht. Een koperen
kan met blutsen en deuken,
zoals ge heden ten dage niet
meer vinden kunt.
Er is trouwens niets, wat ge
heden ten dage nog vinden
kunt, van alles wat de schil
der op zijn doek heeft uitge
stald. De jaren hebben het
leven gladgestreken als koeke-
deeg, de sierlijkheden zijn
verdwenen en de vrouwen
hebben haar pijpekrullen af
gesneden.
Wat zou een meester uit het
jaar 1600 nog te schilderen
hebben, zo hij terug op de
wereld kwam?
Dat denkt ge bij de wandeling
door de museumzalen naar de
uitgang, waar het helle licht
van de hedendaagse middag
op hedendaagse straten en
mensen valt. Er is geen bos
pad in deze stad of daarbuiten,
waar zeven vrouwen zouden
kunnen zitten op wie-weet-
wat om uitgeschilderd te
worden. Er zijn geen zeven
vrouwen die zouden kunnen
dezelfde zonnestraal van het
schilderij der zeven vrouwen.
harmoniëren met de stilte van
roerloze bronzen bomen. Er
zijn geen zeven vrouwen meer,
die tesamen een middag zou
den willen bloemenplukken
en verder niets.
In de nauwe straten achter de
kerk valt een hedendaagse
zonnestraal tegen verweerde
muren, als een onverhoedse
lach van de jonge lente tussen
de gordijnen van haar bed
stee door.
Die zonnestraal meen ik eer
der te hebben gezien. Zij heeft
het vertrouwelijke beeld van
een zonnestraal Anno-
Domini-zoveel..
Het zal een bedriegelijke ge
lijkenis zijn doch als ge
haar van oog tot oog beziet
is er geen twijfel meer. Het is
En wat meer is het wordt
een ontdekking om star te
staan van verbazing: De zon
nestraal valt vleiend langs het
koperen lijf van een kan, die
onder de antieke luifel van een
winkel zachtjes heen en weer
te wiegen hangt. Een koperen
kan met blutsen en deuken:
De koperen kan van de zeven
vrouwen, waarin zij haar bloe
men verzamelden onder het
schemerige licht van een bos
in de middagzon.
Het is die kan, diezelfde kan.
Waar heeft zij die eeuwen door
gelegen of gestaan, nadat zij
was omgevallen op het schil
derij van de meester? De zeven
vrouwen moeten haar weer
hebben overeind gezet toen
het geschilder gedaan was, en
haar met liefde hebben meege
nomen naar een koel huis met
een tegelen vloer. Ge hoort het
ruisen der zijden kleren door
de hoge witte gangen, waar
geel en blauw licht door kleine
ruiten valt.
Het is diezelfde kan, in de
luister van diezelfde zonne
straal. Zij beiden zijn ont
sprongen aan de dans der tij
den, die als een stoomwals het
leven gestreken en gesteven
heeft tot een woestijn van mo
derne vlakheid. Ge kunt er
spijt van hebben dat ge gebo
ren zijt om door die woestijn
te baggeren zonder die zeven
vrouwen van weleer. Dat zou
het baggeren wellicht wat ge
makkelijker hebben gemaakt,
om zo te zeggen.
Doch wat nóg meer is ge
zoudt het niet geloven als ge
het zelf niet zoudt zien: In de
nauwe straat, langs de antieke
luifel en de koperen kan, wan
delen zij met vlugge passen
sierlijk en bevallig naar wie-
weet-wa§,r: De zeven vrouwen!
Zij hebben geen pijpekrullen
of crinolines meer, en haar
kleren zijn niet van slepend
satijn of tule. Maar uit haar
ogen straalt de lieftalligheid
die zij van het schilderij heb
ben meegenomen, en zij zien
eruit alsof zij metterdaad en
gaarne bereid zullen zijn een
middag bloemen te gaan pluk
ken.
Waar komen zij vandaan?
Waar zijn zij al die eeuwen ge
weest? Zij zijn als bloemen
ontloken aan een grauwe
grond, waaruit niets meer
scheen te zullen groeien. Zij
zijn er in ieder geval, om u
heen, voor u, achter u en over
al. Niet zeven, maar zeventig
maal zeven.
s
Het is een kwestie van kijken,
als ge de onveranderlijke
schoonheden van het leven
wilt zien. De décors en de cos-
tuums zijn niet zozeer dezelf
de meer, doch wat de meesters
uit voorbije jaren met hun
verven en penselen ontdekten,
wandelt nog om u heen in uw
eigen tijd.
Wat er aan de museummuren
hangt, zijn verstarde stukken
leven, in een lijst bewaard.
Doch wat er om u heen aan
sierlijks en plezierigs in het
leven is, hoeft ge slechts in de
lijst van uw aandacht te vat
ten.
Daar heeft Anno-Domini-zo-
veel niets mee te maken, om
zo te zeggen. J. L.
In het jongste nummer van het maand
blad „Co-operatie" wordt over de suiker
bietencampagne 1952 medegedeeld, dat de
weersomstandigheden oorzaak zijn ge
weest dat in de eerste helft van de cam
pagne bij een aantal fabrieken onvoldoen
de hoeveelheden bieten werden aange
voerd om op volle capaciteit te kunnen
blijven werken. Ook de tarra was uiter
aard zeer hoog en ongeveer het dubbele
van vorig jaar. Bij een campagne zoals van
dit .iaar, waarbij de 12 fabrieken tezamen
rond 3000 miilioen kg. bieten verwerkten,
betekent een tarra van ongeveer 20 pro
cent, dat 600 millioen kg. voor de fabrie
ken waardeloze en zelfs zeer hinderlijke
hoeveelheid grond met de bieten wordt
aangevoerd. Stelt men de bietenvracht op
gemiddeld 2.50 per ton van 1000 kg., dan
betekent *de aanvoer van deze 600.000 ton
grond voor de suikerindustrie een schade
post van 1% millioen gulden. Want wèl
wordt uiteraard de tarra van het bieten
gewicht afgetrokken bij de afrekening met
de boer, maar de vracht blijft voor de fa
briek. Ook het suikergehalte bleef, als ge
volg van het te natte weer en het gebrek
aan zon, voor het vierde achtereenvolgende
jaar beneden het gemiddelde.
De opbrengst aan bieten per ha. was
echter uitzonderlijk hoog en vormde met
bijna 47.000 kg. per ha. gemiddeld over ge
heel Nederland een record. De 12 fabrieken
hadden tezamen 2965 millioen kg. bieten
te verwerken, waaruit zij rond 385 millioen
kg. witte suiker maakten, hetgeen voor ons
land eveneens een record-productie bete
kent. Deze is zeer welkom, aangezien zelfs
bij deze recox-d-productie nog een flink
kwantum suiker zal moeten worden inge
voerd, welke slechts tegen dollars te koop
is. Ongeveer 65 procent van de oogst werd
dit jaar verwerkt door de zes coöperatieve
fabrieken en ongeveer 35 procent in de
zes fabrieken van de Centx-ale Suiker Maat
schappij.
Tot voor enkele jaren bedx-oeg de totale
verwerkings-capaeiteit van de Nederland
se suikerindustrie ongeveer 30 millioen kg.
per etmaal tegen thans ongeveer 40 mil
lioen kg. Van deze uitbx-eiding namen de
beide coöpex-aties „Dinteloord" en „Put-
lex-shoek" samen de helft voor hun reke
ning.
De Centx-ale Suiker Maatschappij omvat
de zes particuliere suikerfabrieken in Ne
derland. Tot de verenigde coöperatieve
suikerfabrieken behoren de drie fabrieken
„Dinteloox-d", „Roosendaal" en „Zevenber
gen". De dxïe coöpex-atieve fabrieken „Put-
tershoek", de Frieseh-Gx-or.ingsche en Sas
van Gent werken geheel zelfstandig.
LONDEN, (Reuter) De Britse minis
ter van Buitenlandse Zaken, Eden, heeft
Woensdag in het Lagerhuis een voorstel
van de hand gewezen, dat Engelands toe
treding tot de Europese defensie-gemeen
schap beoogde, wanneer hierover opnieuw
onderhandeld zou worden.
In antwoord op een vraag van de La-
bour-afgevaardigde Wyatt zeide de minis
ter dat het doel van het E.D.G.-verdrag de
vorming van een politieke federatie van
Europa is en dat het niet juist van het
parlement zou zijn, de toetreding van En
geland tot de E.D.G. te steunen, indien het
niet dit doel aanvaardt.
Op een vraag, of Engeland was uitge
nodigd tot de E.D.G. toe te tx-eden, ant
woordde Eden ontkennend. „De zes be
trokken x-egex-ingen zijn zich wel bewust
van de redenen, welke dit land verhinde
ren, lid te worden", zo zeide hij.
SOUTHAMPTON (Reuter). Pren.
Chux-chill, die een vacantie op Jamaica
heeft doorgebracht, is met de „Queen
Mary" uit Amerika in Southampton aange
komen. Churchill confereerde in de V.S.
met Eisenhower en Truman.