Onze puzzle tSpi&cfd Oporten We maken een kabouter Huis vol mysterie Wat maken we er van? o der i Hulp in nood Blote voeten Witte bal Biljarten Om de Europese titel 71/2 Om de titel eerste klasse klein biljart libre Scha a tsen rijde n Schaatswedstrijden in Noorwegen Eindenhout geopend Motorrit afgelast FEUILLETON door Jane England ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT „Wat ga je doen?", riep Tom benauwd, want hij merkte opeens dat hij zweefde. „Het is niets", zei de stem van de vogel in het pikkedonker, „ik ben de pudding vogel en ik moet jou naar het pudding- land brengen. Dat wou je toch zo graag?" „Hoe zie je er uit", vroeg Tom, „ben je mooi?" „Ja", zei de vogel, „heel mooi. Alle puddingkleuren zitten in mijn veren: „mocca, frambozen, ananas en pruimen. De bitterkoekjes, de krentjes en de amandelen zijn erop getekend en mijn ogen zijn twee blauwe rozijnen. Dade lijk, bij het licht van de sterren zul je het zien." De vogel vloog hoger en hoger. „Waarom heb je mij uitgekozen om mee te gaan?" vroeg Tom. De vogel lachte zachtjes. „De puddingkoning hoorde wat jij vanavond aan tafel zei. Je zat met een boos gezicht achter dat bord boerenkool met worst en je zei dat je alleen maar pudding wou eten. Je moe der probeerde je over te halen, maar je at niet. Toen werd je vader boos en zei: Geen boerenkool, dan ook geen pud ding. Je ging met een lege maag naar bed en op de trap fluisterde je, dat je altijd alleen maar pudding zou eten als je groot was. Toen lachte mijn puddingkoning op zijn troon en zei: Nu is het tijd om dat jongetje te halen. Puddingvogel ga! Daarom haalde ik je uit bed. En daar zit je nu." „Zijn we er nog niet?" vroeg Tom. „Bijna", antwoordde de puddingvogel. Als ik in dat land maar iets te eten krijg, dacht Tommie, want ik rammel van de honger. Hij had eigenlijk een beetje spijt van dat lekkere bord boeren kool. Maar jaOpeens werd het licht, de vogel streek neer op een ster, die de vorm van een pudding had, je weet wel, zo één met allemaal laagjes op elkaar, die naar boven toe kleiner worden. Ze stonden op de grond. Twee kleine bruine mannetjes, die er net uitzagen als twee chocoladepuddinkjes met korte armpjes en beentjes, holden op hem toe. „Kom maar mee", zeiden ze vriendelijk en ze namen Tom tussen zich in. Ze lie pen door de stad; overal kwamen ze puddingmensen tegen de grote stevige waren arbeiders en agenten, de gekleur- den met hoedjes van vruchten waren vrouwen en de hele kleintjes, zoals je moeder wel eens in eierdopjes maakt, waren de kinderen. Tommie kreeg er honger van! Toen kwamen ze bij het paleis; de mannetjes gingen naar bin nen en liepen voorop door hoge zalen. Overal rook het naar pudding Ze duw den Tom een zaal in. „Hier is hij", rie pen ze en Tom stond opeens voor de troon van de puddingkoning. De koning was van rose gelatine en had kleine krentenoogjes. Hij zei niets, maar lachte vriendelijk en klapte in zijn handen. Een lange rij griesmeel puddingmannetjes kwam binnen. Elk droeg op een schaal boven zijn hoofd een echte pudding. Ze zetten ze één voor één neer op een tafel en gaven Tommie een stoel en een lepel. De koning knikte dat hij kon beginnen. Dat deed Tom natuurlijk. „Hap, hap, hap", de eerste pudding was al half op. De koning knik te goedkeurend. Tom wachtte even en ging weer door. Wég was de pudding. Tom boog dankbaar voor de ko ning, maar die wees met een uitgestrekte arm naar de tweede pudding. Die zag er ook heerlijk uit en een paar hapjes lustte Tommie nog wel. Hij at weer en de koning lachte vriendelijk. Maar toen die pudding op was, kon Tom al bijna niet meer. „Toe maar", knikte de koning. Tom werd er rood van, maar hij probeerde toch door te eten. Heel lang zaam at hij hem op. De koning wees naar de derde pudding en zuchtend nam Tommie er een hap van, toen nog een héél klein hapje, daarna kon hij niet meer en legde zijn lepel op tafel. De koning keek boos en klapte weer in zijn handen. De bruine mannetjes schoten toe en voer den hem; één hield zijn neus dicht en de ander duwde lepel na lepel pudding in Tom z'n mond. De tranen rolden over zijn wangen: hij kon niet eten. De man netjes gaven het op. Maar toen kwam de koning overeind. „Wat is dat?" bulderde hij. „Wil jij onze kostelijke pudding niet eten? Dat is een belediging, een vreselijke belediging voor het puddingvolk. Mannen, grijpt hem!" Van alle kanten vielen de pudding mannetjes op hem aan. Zij schreeuwden van schrik. „Wat is er?" vroeg een stem en daar was z'n moeder. „De puddingkoning", huilde Tom, „hij wil me pakken". Zijn moeder streek hem door zijn haar en zei: „Je hebt gedroomd, je ligt in je bed, kijk maar. Dat komt ervan als je met een lege maag gaat slapen. Zal ik wat boerenkool voor je halen?" „Ja", knikte Tom. „En een beetje pudding ook?" „Nee," zei Tom, „geen pudding". „Opstaan Tonnie, toe dan Tonnie, lopen Tonnie, wat je kan. Vlugger, vlugger, luie pony", roept mijn baas, de schillenman. „Ach, het is pas half zeven, 't is zo koud en 't regent zo. 'k Was zo graag nog wat gebleven op mijn' lekk're warme stro. Buiten wacht de schillenjongen, Baas erop en ik ervoor. Zo gaat het nu alle dagen, altijd, altijd, altijd door. Waarom mogen mensen rijden en de kleine pony's niet? Baas, ben jij niet te benijden als men jou zo zitten ziet? Alle dieren werken voor je, werken helemaal voor niets, alles doen we, maar nooit hoor je „dank je" zeggen of zoiets. Baas, als wij eens zouden ruilen, jij in 't tuig inplaats van mij, zou, er één van beiden huilen en die ene dat was jij". mies bouhuys." j Horizontaal: 1. Moge lijkheid, 5. Balletje papier, 9. Groet, 10. Tennisterm, 11. Roem, 12. Onkundige, 14. Honingdrank, 15. Wa ren veel mannen tij dens de Duitse bezet ting, 18. en meer an dere (afk.), 19. Meis jesnaam, 23. Dingen die aanleiding geven om zich te ergeren, 25. Vruchtenvocht, 27. Belemmering, 30. Kloosterkerk, 34. Zwijn, 35. Leep, 36 Jongensnaam, 37. Voor, 38. Watering, 39. Tegen, 40. Hart, pit. Verticaal: 1. Hoofd, deksel, 2. Havenplaa's in Jemen, 3. Plaats in Gelderland, 4. Ver driet, 6. Serie, 7. Re gel, 8. Paard (dialect), 13. Vaartuig, 14. Hoof den v. departemen ten, 16. Deel v. d. mast, 17. Vennoot schapsvorm (afk.), 20. Bar, 21. Gewicht, 22. Lidwoord, 24. Laatste letter v. h. Gr. alphabet, 25. Erwten soep, 26. Naschrift, 27. Muzieknoot, 28. Duizend, 29. Plaats in Overijsel, 31. Ge metselde ruimte waar men brood in bakt, 32. Brandstof, 33. Deel v. e. koe. NAAM INZENDER: ADRES: Oplossingen moeten, ingevuld op het hier bij afgedrukte diagram worden ingezon den aan onze bureaux Grote Houtstraat 93 of Soendaplein 37 te Haarlem, of Ken- nemerlaan 186 te IJmuiden. Zij moeten uiterlijk Woensdag a.s. om 5 uur n.m. in ons bezit zijn. Op de enveloppe vermelden: „Oplossing puzzle" en geen mededelingen bijvoegen. Onder de goede oplossers worden prij zen van 7.50, 5.en 2.50 verloot. De oplossing van db vorige puzzle luidt: Horizontaal: 1. Zondag, 6. pedant, 11. literator, 12 t.p., 14. kom, 15. ter, 16. mr, 17. les, 19. laken, 21. nar, 22. adel, 24. kar, 25. lega, 26. potas, 28 reeds, 29. diadeem, 30 meter, 32 duplo, 35 eter, 36. met, 38. riem, 39. nel, 40. belet, 42. Ans, 43. Mr., 44. mud, 45. ril, 47. al, 48 moraliter, 50. theeën, 51. goedig. Verticaal: 1. zatlap, 2. N.L., 3. dik, 4. atol, 5. gemak, 6. pater, 7. eten, 8. dor, 9. ar, 10. terras, 13. pedometer, 16. Magda- lena, 18. set, 20. kandeel, 21. nee, 23. lader, 25. lemur, 27. sir, 28. red., 30 menuet, 31. tel, 33. Pia, 34. omslag, 36. Medan, 37. terig, 40. bure, 41 Tito, 44 moe, 46. lee, 48. me, 49. R.D. De prijswinnaars waren: 1. L. de Jong, Anemonenstraat 5, Sant poort-Dorp 7.50. 2. S. DumontBakker, Tweede Emma- straat 30, Haarlem 5. 3. W. Vallentgoed, IJdijk 49, Spaarndam 2.50. Deze kabouter wordt uit triplex gezaagd. Je doet dat op de volgende manier: Leg op het hout een stukje carbon (door drukpapier) en daarop het voorbeeld. Trek met potlood het voorbeeld over en de kabouter staat keurig op het hout. En dan maar zagen en met schuurpapier de kanten schuren. Je kunt hem schilderen met plakkaatverf. Gebruik er mooie heldere kleuren voor. En tot slot lak of vernis je het helemaal. Op liet besluit van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond om Zondag geen competitiewed strijden en vriendschappelijke wedstrij den te spelen, zal niemand enige critiek kunnen hebben. Dit was en dat zagen alle sportbonden in het enige besluit dat mogelijk was. De terreinen, zalen en hallen waar anders vele dui zenden sportminnenden zich ontspan nen, zullen Zondag gesloten blijven om de algemene gedenkdag ook werkelijk algemeen te doen zijn. Dit ondanks pet feit dat reeds zeer vele verenigingen viannep hadden gemaakt om hun sport dienstPaar te ma^en aan de n0°d van zo.. ie' tienduizenden door het organi seren van wedstrijden, waarvan de baten ten goede zouden komen aan het Natio naal Rampenfonds, dal nog zo veel geld nodig heeft. Die plannen moesten verzet worden. Geen nood, laten al de bestuurders bedenken dat uitstel geen afstel behoeft te worden. En laten al degenen, die er van overtuigd blijven dat de sport nog veel kan bijdragen voor het goede doel, ook al wor den er dan Zondag geen wedstrijden ge speeld. Er komen nog meer Zondagen waarop de goede voornemens kunnen worden uitge voerd. Als voorbeeld noemen wij de K.N. V.B., de organisatie die ongetwijfeld het meeste geld kan inbrengen voor het Ram penfonds. Mocht men de volgende Zondag besluiten weer gewoon de wedstrijden van het competitieschema 'te spelen, dan is dat een fraaie gelegenheid om bijvoorbeeld alle recettes van die dag aan het Rampenfonds af te dragen. Wie een geregelde bezoeker is van de voetbalvelden weet dat dat bedrag niet gering zal zijn. In ieder geval oneindig veel hoger dan het totaalbedrag van overal verspreide vriendschappelijke wedstrijden tijdens werkdagen op terreinen waar een lichtinstallatie aanwezig is. Het gaat er immers om, om door inspan ning van alle krachten de inzameling van geld voor de bewoners van de getroffen ge bieden zo groot mogelijk te doen zijn. Wel aan, laat dan de sport niet achterblijven. Er kan veel gedaan worden en dus móet er veel gedaan worden. En wat betekent tenslotte de recette van één Zondag, als alle recettes bijeen weer een stap' verder be tekenen op de weg naar herstel? D'e voetbaldeskundigen in Engeland heb ben zich dezer dagen eens achter de oren gekrabd. Titus Okere namelijk Swindon's nieuwe professional voetballer uit Nigeria is aan het trainen gegaan zonder voetbalschoenenIn zijn hele loopbaan als voetballer inbegrepen een tour door Engeland heeft hij nog nooit schoenen tijdens een wedstrijd gedragen. En nu vragen de voetbaldeskundigen zich af wat zij nu moeten doen wanneer Titus eerstdaags op blote voeten in een wedstrijd voor zijn nieuwe vereniging zal uitkomen. Want in de spelregels is niets te vinden dat er op duidt dat „Tity" dat namelijk niet zou mogen doen. Aan scheidsrechters is voorgeschreven dat zij moeten toezien dat de spelers fat soenlijk gekleed moeten zijn, waarbij zij er natuurlijk ook op moeten letten dat de voetballers niets mogen dragen dat tegen standers angst in zou kunnen boezemen. Maar nergens staat geschreven dat zij per tinent schoenen MOETEN dragen. Toch is het niet waarschijnlijk, zo lezen wij in News Chronicle, dat Titus op blote voeten in leaguewedstrijden zal uitkomen. Bij zijn eerste training zagen de officials heus wel dat Titus gemakkelijk en hard kon schieten op z'n blote voeten, maar na afloop gingen zij toch maar met hem naar de stad om een paar speciale en heel lichte canvasschoenen voor hem te kopen. Daar op zal Titus vooreerst moeten spelen. Hoe het hem bevalt is nog niet bekend. Op z'n blote voeten maakte hij een heel goede indruk in zijn nieuwe milieu. De manager van Swindon voorspelde dat Okere spoedig als hij tenminste niet te veel last had van de kou in het eerste elftal zou uitkomen. Behalve die blote voeten van Titus Okere hebben de Engelse officials nog een probleem: de witte bal. Velen klagen steen en been over de wijze' waarop in league- In Viersen werden de biljartwedstrijden om het Europese biljartkampioenschap 71/2 voortgezet. De resultaten waren: Galmiche (Frankrijk) Rudolph (Duitsl.) Metz (Nederland) Spielmann (Duitsl.) Rudolph (Duitsl.) Metz (Nederland) Metz (Nederland) 300 16 92 18.75 225 16 85 14.06 300 17 57 17.64 267 17 64 15.70 300 11 97 27.27 98 11 73 8.90 300 20 75 15. 256 20 102 12.80 300 12 70 25— 163 12 68 14— 300 20 73 15— 219 20 56 10.95 300 16 111 18.75 236 16 72 14.75 300 12 79 25— 137 12 44 11.41 300 12 72 25— 196 12 53 16.33 300 19 113 15.78 297 19 44 15.63 Rudolph (Duitsl.) Na de tweede da? leiden Luetgehetmann, Van de Pol, Van Ilassel en Galmiche, met ieder zes matchpunten, gevolgd door Ru- dolnh en Vingerhoed! met ieder vier match- punten. Spielmann. Metz en Reicher hebben ieder 0 matchpunten. De resuldtaten van de biljartoartiien in het kampioenschap eerste klasse klein biljart libre luiden: car. brt. h.s. mov. Tuin 150 35 34 4.28 Scholten 200 35 34 5.71 v. d. Berg 151 29 28 5.20 Oom en 200 29 58 6.89 Tuin 122 21 29 5.80 v. d. Berg 200 21 46 9.52 Nassau 176 33 38 4.28 Copini 200 33 33 5.71 Scholten 200 34 32 5.88 Barnhorn 189 34 31 5.55 Oom en 179 31 27 5,77 Heiligenberg 200 31 35 6.45 De wedstriiden worden Zaterdag 14 Fe- hruari om half acht voortgezet. Zondag 15 Februari zijn de slotpartijen. In Sandafjord werden gisteren internatio nale schaatswedstrijden gehouden waaraan ook onze landgenoten Broekman, Van der Voort en Huiskes deelnamen. De baten van deze wedstijden zullen ten goede komen aan het Nationaal Rampenfonds. De uitslagen waren: 500 meter: 1. Roald Konsmo (Noorwegen) 45.8 sec.; 2. Kees Broekman (Ned.) 46,6; 3. Wim van der Voort (Ned.) 46,8; 4. Hugne Pettersen (Noorw.) 47,1; .5. Kornel Pajor (Zweden) 47,9; 6. Per Hansen (Noorw.) 48; 7. Anton Huiskes <Ned.) 48,2. 5000 meter: 1. Kees Broekman 8.46,6; 2. Anton Huiskes 8.52,2. 3000 meter: 1. Wim van der Voort 5.11,8; 2. Kornel Pajor 5.13,6; 3. Hugne Pettersen 5.16,6. De ijsbaan Eindenhout is Zaterdagmiddag en -avond voor het publiek geopend. Zon dag zal de ijsbaan de gehele dag gesloten zijn. De motorrit van de Motorclub Haarlem en Omstreken zal Zondag in verband met de algemene gedenkdag niet doorgaan. wedstrijden met het gebruik van de witte bal wordt omgesprongen. Sedert de F.A. het gebruik daarvan heeft aanbevolen voor wedstrijden, die bij slecht licht moeten worden gespeeld, is er in dit gebruik een grote willekeur gekomen. Het feit dat de F.A. heeft nagelaten een bepaalde regel vast te stellen en het tijdstip van het in het spel brengen aan scheidsrechters heeft overgelaten, heeft er toe geleid dat in de ene wedstrijd tot de schemering wordt ge wacht, terwijl andere arbiters wetende dat de wedstrijd in de vallende duisternis zal eindigen de witte bal reeds bij de aftrap op de middenstip leggen. Vooral de doelverdedigers vinden het onbillijk dat de beslissing hieromtrent aan de scheidsrechters is overgelaten. Zij kla gen er over dat een schot met de witte bal, nadat eerst met een normale bal is ge speeld, zeer moeilijk te beoordelen is. Zij zeggen dat zij tijdens het spel een zeker „gevoel", een bepaalde „kijk" op de bal krijgen evenals op het gewicht en de glad heid. En wanneer dan plotseling een witte bal in het spel komt, moeten zij zich op nieuw inspelen. Andere spelers delen deze mening niet. „V/at doet de kleur er toe", zeggen ze, „een bal is een bal". Bij die laatste opmerking zal het wel blijven, ver moeden we. e. k. 42) Ik zal je nooit iets vertellen. Nooit! Als je er zelf achter komt, zal 't iets heel an ders zijn. Dan zou ik er niets aan kunnen doen en zou hij me niets kunnen maken. Dan zou je 't Parkinson kunnen vertellen en hij zou wel weten, hoe hij moest op treden". „Maar waarom wilt u niet praten met mij?" vroeg Constance dringend, en zonder er bij na te denken, knielde ze naast de stoel van mevrouw Fincham en greep haar hand. Al haar weerzin ten opzichte van de oude vrouw scheen op dat moment weg te vallen. „Waarom praat u niet met mij? Ik zou Parkinson toch vertrouwelijk kun nen inlichten en hij zou eventueel maat regelen kunnen nemen, zonder dat iemand er ooit achter zou komen, dat u mij iets verteld had. Men zou kunnen denken, dat ik 't zelf had ontdekt. Alstublieft, vertelt u mij toch, wat er isU moet 't doen, voor uw eigen bestwil!" Mevrouw Fincham scheen echter nog meer in een te krimpen en duwde het meisje van zich af. Haar gezicht was lijk bleek geworden en haar ogen staarden voor zich uit. „Nee, nee, nee. Hij zou er achter komen. Je moet 't zelf ontdekken. En wel zo spoe dig mogelijk. Hij is intelligent, weet je en handig", mompelde ze bijna onverstaan baar. Ze begon te hijgen en te kreunen Constance stond naastig uit haar geknielde houding op. „Maakt u zich niet zo van streek, mevrouw Fincham, ik zal u wat te drinken geven. Is er cognac of iets der gelijks?" „In het buffetin een hoekje hijgde mevrouw Fincham. Constance haastte zich om de fles te vinden. Vaag constateerde ze, dat er op een tafeltje een gebruikt glas stond en dat er eer. sigarettenaansteker op de schoorsteen lag metPhilip Bagnet's initialen. Dus was het toch Philip, die hier geweest was? Constance voelde zich dood moe en ongelukkig. Om welke reden dan ook had ze liever gewild, dat hij 't niet was. Op de een of andere manier scheen een schurkenrol niet bij hem te passen. De wetenschap, dat Parkinson ver weg was, gaf haar een extra onbehaaglijk gevoel. Ze zou hem natuurlijk kunnen schrijven. Per luchtpost zou ze hem vrij snel kun nen bereikenZe overlegde dit, terwijl ze mevrouw Fincham een glas cognac in schonk. „Alstublieft", zei ze vriendelijk, „drinkt u dat maar eens gauw op. U be hoorde eigenlijk al lang in bed te liggen". Ze sprak beschermend als tegen een kind. En onderwijl had ze maar één idee in haar hoofd: chantage! Het moest iets met chan tage te maken hebben! Dat verklaarde ook verklaring opgenomen waren. Ze herinner de zich, hoe Parkinson zich eens tegenover haar over een andere cliënt uitgelaten had: „Zulke mensen zijn weerloos en volkomen dwaas. Daarop funderen chanteurs hun practijken. De meeste mensen zijn als de dood voor de publieke opinie. Dit geval van deze Harrington is eenvoudig te gek: de oude baas heeft zich jarenlang blauw betaald enkel en alleen om te voorkomen, dat zijn familie er van in kennis zou wor den gesteld, dat hij er in een bepaalde periode van zijn ieven een mooie blonde vriendin op na hield, die hij in een flat had geïnstalleerd en die hij met dure ca- deauve overlaadde. Zelfs tegenover mij pro beerde hij er nog omjieen te draaien...', hij was meer bevreesd, dat 't uitlekte dan om vermoord te worden. Al dergelijke slachtoffers van chantage zijn het zelfde. „Ja", zei mevrouw Fincham gedwee. „Ik ga nu naar bed. Ik zal me zelf wel hel pen". Morgen zal ik met haar praten, nam Constance zich voor. Morgen zal ik haar doen inzien, dat ze me de volledige waar heid moet vertellen. Op dit moment kan ik verder niets doen. Als ze me morgen niet alles vertelt, zal ik er niet voor terugdein zen om 's nachts op te blijven en aan deu ren te luisteren en iedereen uit te horen besloot ze vastberaden. „Zal ik u niet even helpen?" vroeg ze vriendelijk en tot haar verwondering merkte ze, dat ze dit aanbod eerlijk meen de en geen gevoel van afkeer had. Het was de grote sommen gelds, die zonder nadere alsof mevrouw Fincham niet meer weer zinwekkend was, doch alleen maar een beklagenswaardige, eenzame oude vrouw, die geholpen moest worden. Ze dacht aan de bombardementen tijdens de oorlog, toen er ook maar één ding mogelijk was ge weest: de slachtoffers zo snel mogelijk te helpen „Nee, nee, nee", weerde mevrouw Fin cham af. „Ga jij maar naar bed. Ik red me wel. Heus, ik red me wel. Heus, ik red me wel. Vertel niemand iets over van avond. „Natuurlijk zeg ik niemand iets", stelde Constance haar gerust. Maar in gedach ten speelde ze met de vraag, of ze Philip Bagnet op de hoogte zou stellen. „Als ik hem iets over vanavond vertel, zou hij er dan mee ophouden?" vroeg ze zich af. „En is hij wérkelijk degene, die de oude vrouw bedreigt? Is er geen andere mogelijkheid? Ik kan me hem eenvoudig niet in zo'n laaghartige rol voorstellenHet is gek, maar ik zou het vreselijk vinden als hij het was Mevrouw Fincham raakte even haar arm aan met een van haar onsmakelijke dikke handjes. „Je moet vooral ook niets aan Sara Goodwood zeggen", zei ze na drukkelijk. „Die zou lachen. Ze lachte al tijd om mij, net als iedereen. Iedereen vond mij lelijk en onaantrekkelijk. Sara kan je daar meer over vertellen". „Ik zal Sara niets zeggen" zei Con s' ance. „maar ik weet zekm dat ze niet zou lachen. Ze zou het heel naar voor u vinden. Sara is werkelijk een zeer bij zondere en warm voelende vrouw". „Nee, dat is ze niet Ze is precies als alle vrouwen", sputterde mevrouw Fin cham tegen. Ze heeft me altijd bespotte lijk gemaakt. Maar ga nu naar bed. Hij zal vannacht niet terugkomen. Met mij is alles in orde en ik heb de telefoon naast mijn bed staan". „Goedennacht, mevrouw Fincham", zei Constance zacht. Er was dus nog een telefoon in het huis, dacht ze, terwijl ze langzaam de trap op liep om naar haar slaapkamer terug te gaan. Waarschijnlijk was het een aftak king. Bagnet moest dat geweten hebben en waarschijnlijk was dat de reden, waar om hij haar voorgesteld had om van zijn huis uit te telefoneren. Maar waaróm had hij dat gedaan? Ze kon er geen aan nemelijke verklaring voer vinden en al lerlei gedachten speelden door haar hoofd. Toen zij op het bovenportaal kwam, hoorde ze opeens aan het andere eind een deur opengaan en zag ze Fiona in een vuurrode, versleten, flanellen kimono te voorschijn komen. Deze gaapte en sliep nog half en, toen ze Constance gewaar werd, bleef ze stilstaan en wreef zich in haar ogen. „Wat is er allemaal aan de hand?" vroeg ze met een slaperige stem. „Ik meende iets te horenhet leek als of iemand hard liep. Ik dacht dat er mis schien opnieuw een inbreker was ge weest Constance zag tot haai verbazing, dat het jonge meisje een stevige pook in haar hand hield. Het dwaze kind was klaar blijkelijk van plan geweest de eventuele inbreker eigenhandig te lijf te gaan „Nee", antwoordde Constance langzaam, „er was geen dief. Je tante had alleen een late bezoeker. Ik weet niet wie het was, maar je tante verzekerde me, dat alles in orde was." Fiona's ogen gingen thans wijd open. Ze keek Constance ongelovig aan. „Het was natuurlijk Peter Phipps", riep ze uit. „Hij kwam natuurlijk weer klaplopen. Overdag durft hij zich niet te vertonen, omdat hij bang is voor Neill en Philip". „Peter Phipps?" herhaalde Constance verbaasd, „wees niet zo dwaas, Fiona. Bo vendien. „Niks bovendien", onderbrak Fiona haar heftig. „Heeft hij je al zó door zijn charme beïnvloed, dat je hem niet meer normaal kunt beoordelen?" „Luister eens", zei Constance, terwijl ze even huiverde, „het is hier erg koud op het portaal. Kom mee naar mijn ka mer en laten we eens even samen praten. Ik kan een electrisch kacheltje aanste ken". Fiona aarzelde, maar lachte dan opeens uitdagend. „Ik vind het best", zei ze. „Maar denk niet, dat je veel uit me krijgt. Ik zal je alleen eens even duidelijk maken wat voor soort Peter Phipps is". „Graag", antwoordde Constance rustig. „Je mag me de vreselijkste dingen over hem vertellen". Fiona keek haar argwanend aan. „Soms lijk je heus menselijk", zei ze met een frons. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6