Afsluiting van de zeegaten
een nu actueel denkbeeld
„Stadium der onmiddellijke hulp
verlening vrijwel geëindigd"
Foster Dulles en Stassen
confereerden in Den Haag
Aardrijkskunde
Plannen hebben de aandacht van de regering
Minister Mansholt
maakte inspectiereis
Identificatie der doden zeer moeilijk
Twee AVRO-mede-
werkers bedanken
Omroepverenigingen
zenden weer zelfstandig
Directeur van het Rode Kruis:
Wegenwacht ging te water
Bisschop van Haarlem
in geteisterd gebied
Aantal evacués uit Sprang-
Capelle kan terugkeren
De Koningin ontving
Italiaanse kolonel
Evacuatiecentrum in
Den Haag verplaatst
Soldaat vermist
25-jarig bestaan commissie
centrale filmkeuring
ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953
Verlaten ligt Nieuwe Tonge in het verdronken land. Alle inwoners zijn geëvacueerd.
„Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toe
komst." Gulden woorden, gegrift op het
monument op de Afsluitdijk. Meer dan ooit
zeggen zij ons iets nu onze gedachten ge
richt worden op het sinds een aantal jaren
bij waterstaatkundigen levend denkbeeld
van de afsluiting der zeegaten op onze
Noordzeekust.Nu misschien nog een droom
beeld, maar wellicht in de toekomst even
zeer werkelijkheid als de drooglegging van
de Zuiderzee. Die drooglegging is voor het
huidige geslacht nuchtere werkelijkheid.
Maar een zeventig jaar geleden betrof het
een slechts door een handjevol geestdrif
tige lieden met vèr-ziende blik voorgestaan
plan. Toen de 32-jarige ingenieur C. Lely
in 1886 zijn krachten ging geven aan de
Zuiderzee-vereniging, waren er slechts
weinigen, die geloof hadden in hetgeen die
particuliere vereniging voorstond. Maar 31
jaar later was het ir. Lely gegeven, toen
als minister van Waterstaat, de wet op het
Zuiderzeeplan door de volksvertegenwoor
diging aangenomen in krijgen. In 1920 be
gon de arbeid aan de Afsluitdijk. Voltooid
werd deze in 1932. Het werk kostte onge
veer 141 millioen gulden. En wanneer alle
Zuiderzeewerken gereed zullen zijn, zal
dagraan ruim een milliard besteed zijn ge
weest. Als men bedenkt, dat wij thans in
vier jaar tijd 6 milliard voor de militaire
landsverdediging besteden, is het dus eigen
lijk een peuleschilletje, wat de drooglegging
van de Zuiderzee ons kost. Zulks te meer,
omdat de kosten ook hier de baat vooruit
zijn gegaan: grote vruchtbare stukken land
vormen de creditzijde van de balans, die
onbetwistbaar een voordelig saldo laat zien.
Trouwens de wijze, waarop de Afsluitdijk
de krachten van de natuur heeft weerstaan,
zodat een aanzienlijke uitbreiding van de
omvang van de ramp, die ons land heeft
getroffen, is voorkomen, bewijst dat het
peuleschilletje van ruim 140 millioen zijn
rente dubbel en dwars heeft opgeleverd.
Van de thans verwezenlijkte stoutmoe
dige droom van ir. Lely naar verwerke
lijking der denkbeelden inzake afsluiting
van de zeegaten, is maar een stap verder.
Deze denkbeelden zijn vooral geopperd
wegens de noodzaak om de toenemende
verzilting van het rivierwater en dus ook
van land- en tuinbouwgronden tegen te
gaan. „Sluit de kust tegen het vergif en
tegen het gevaar van de zee" is de leuze,
waarvan onder meer het voortreffelijke
werk van de hoofdingenieur van de Rijks
waterstaat, dr. ir. J. van Veen („Dredge,
Drain, Reclaim") gewag maakt. Met dr.
Van Veen behoort ook de Delftse hoog
leraar prof. ir. Thijsse, die tevens directeur
is van het Waterbouwkundig Laboratorium
van de Technische Hogeschool, tot de vu
rige voorstanders van de denkbeelden tot
afsluiting der zeegaten. Bovenal- is daarbij
aanvankelijk de hoofdgedachte geweest de
strijd tegen de verzilting aan te pakken en
ons land met een groot zoetwaterreservoir
te verrijken. Een dergelijke afsluiting zou
uiteraard ook een bescherming tegen over
stromingsgevaar betekenen. In dit opzicht
moet er aan herinnerd worden, dat ons
land zeer langzaam aan het zakken is en
dat daarentegen de zeespiegel stiigt. Mede
daardoor zal op den duur ons bestaande
dijkenstelsel niet meer afdoende zekerheid
verschaffen. Een samenloop van ongunstige
omstandigheden als die, welke de jongste
grote watersnoodramp deden ontstaan, be
hoort tot de grote zeldzaamheden. Maar
afgezien hiervan zijn deskundigen van me
ning dat de bestaande dijkbescherming
meer en meer onvoldoende begint te wor
den.
Men behoeft de Kamerstukken van de
laatste jaren er maar eens op na te lezen
om te bemerken, dat de denkbeelden in
zake afsluiting van de zeegaten beschouwd
worden niet alleen te leven in het brein
van enige fantasten.
In een Memorie van Antwoord van de
toenmalige minister Vos over de dienstjaren
1946 en 1947 leest men: „Ondergetekende
deelt de mening dat het noodzakelijk is om
maatregelen te nemen tegen de voortschrij
dende verzilting in een deel van het net
onzer benedenrivieren en tegen de verho
ging van de stormvloedstanden in dit ge
bied, die het gevolg is van een complex
van oorzaken. Daarvoor zijn plannen in
studie." Die plannen beoogden afsluiting
van de zeegaten; trouwens, minister Vos
noemde daarvan zelf al een klein onder
deel: de onder, zijn ministerschap reeds be
gonnen en sindsdien voltooide afdamming
van de Brielse Maas.
De gedachten gaan verder uit naar af
damming van het Haringvliet, de Greve-
lingen en de Oosterschelde, voorts, benoor
den de kop van Noordholland, inpolderin
gen van gedeelten van de Waddenzee en
de hier bedoelde plannen gericht is, juist
met het oog op beveiliging in de toekomst.
Werken als hier bedoeld zijn zullen eerst
wel een vijftal jaren van voorstudie, daar
na een veel groter aantal jaren van uit
voering vereisen. Wat de kosten aangaat
zal men aan milliarden moeten denken.
Ingenieurs spreken over 2 tot 3, wellicht 4
milliard. Dat is eigenlijk niet veel, want het
gaat hier om een grootse onderneming, die
bestrijding van het verziltingsproces èn
bescherming tegen overstroming beoogt.
Alles prachtig, maar.... kunnen wij nu
zoiets betalen? Ik geloof niet beter te doen,
dan te besluiten met hetgeen oud-minister
ir. H. Vos mij zeide in een gesprek over de
afsluitplannen en denkbeelden: „Eco
nomisch kan dit volk dit probleem beslist
de baas."
Dr. E. VAN KAALTE.
de afsluiting van zeegaten in dit gebied.
Telkenjare weer valt er daarna in de
Handelingen van de Kamer iets te bespeu
ren van belangstelling voor deze plannen.
Tenslotte heeft minister Algera in Decem
ber van het vorige jaar zowel bij de schrif
telijke als de mondelinge behandeling van
zijn begroting aan de Tweede Kamer mede
gedeeld, opdracht te hebben gegeven een
en ander te doen bestuderen. In zijn Me
morie van Antwoord heeft hij het alleszins
gewenst genoemd, dat een onderzoek zal
plaats vinden inzake afdamming van de
zee-armen. In het mondeling debat zei hij
onder meer, dat aldus het verziltingsgevaar
beter bestreden kan worden, en dat er
grote besparingen op de onderhoudskosten
van de dijken kunnen worden verkregen.
Hier dacht hij dus aan bescherming van
het land tegen de gevaren van stormvloe
den. Want naar gelang de afsluiting sterker
zal zijn, zal men aan de overige meer naar
binnen gelegen dijken minder zware eisen
behoeven te stellen.
Het is mij bekend, dat op het osehblik
de-aandacht van de regering heel sterk op
Minister Mansholt heeft een tweedaagse
inspectiereis gemaakt in het getroffen ge
bied, waarbij hij zich op de hoogte heeft
gesteld omtrent de mogelijkheden van het
herstel van de landbouw. Bepaalde gedeel
ten van het getroffen gebied, onder meer
Zuid-Beveland en grote delen van West-
Brabant kunnen vrij snel droog vallen en
nog dit jaar een oogst opleveren. Voor
Schouwen en Duiveland is de situatie ech
ter ongunstig. Minister Mansholt heeft over
leg gepleegd met deskundigen en tal van
technici over het herstel van de grond.
Ook de schaderegeling voor de landbouw
en het ontwerpen van de verdere finan
ciering van het landbouwherstel is ter
hand genomen.
De omroepverenigingen K.R.O., N.C.
R.V. en V.A.R.A., die gedurende de ramp
dagen coördinerend werkten bij het door
geven van berichten hebben de normale
wijze van uitzenden hervat.
Alleen bij reportages werkt men nog ge-
BUITENLAND KAN NORMAAL
BLOEMBOLLEN BETREKKEN
Terugslag in de omvang van de uitvoer
van landbouwproducten van het oogstsei-
zoen 1953 is niet te ontgaan daar produc
tieve landbouwgebieden door de ramp zijn
getroffen.
Het is daarom van betekenis, dat de uit
voer van „niet getroffen" producten zo min
mogelijk belemmering ondervindt. Van
talrijke buitenlandse afnemers blijkt thans
navraag naar de leveringsmogelijkheden
van bloembollen binnen te komen, on
danks het feit, dat de bloembollencentra
niet in de getroffen gebieden zijn ge
legen. De uitvoer van bloembollen kan na
tuurlijk normaal voortgang hebben en
Nederland hoopt dat met verhoogde afle
veringen aan het buitenland te mogen be
wijzen.
Op een gisteren in Den Haag gehouden
persconferentie heeft de directeur van het
Nederlandse Roode Kruis, de heer A. van
Emden, een overzicht gegeven van het
werk van het Roode Kruis sedert het begin
van de watersnood. Hij verklaarde dat het
stadium der onmiddellijke hulpverlening
thans zo goed als geëindigd is. Dank zij het
feit, dat het Roode Kruis paraat was
Zondagmorgen om negen uur was het ge
hele apparaat reeds in beweging heb
ben de Roode Kruiscolonnes bijzonder veel
en goed werk kunnen verrichten. Zij blij
ven ingeschakeld voor het verlenen van
directe hulp, waar dit nodig mocht blijken.
Het tweede stadium: het verzenden met
de duizenden beschikbare auto's van de
enorme hoeveelheden goéderen, heeft nu en
dan chaotische toestanden opgeleverd.
Maandag zal deze verzending echter een
„groot en normaal bedrijf" zijn.
Zweedse hulp
Door het Zweedse Roode Kruis was be
richt dat inzamelingen in Zweden aan het
einde van de tweede dag 2.500.000 kronen
hadden opgebracht. In dertig landen wor
den dergelijke inzamelingen voor de
slachtoffers van de overstromingsramp in
Nederland gehouden.
De rehabilitatie van de slachtoffers
vormt het derde stadium. Hiervoor zijn
reeds enorme sommen besohikbaar. Het
is thans echter nog niet te overzien op
welke wijze deze gelden het beste kunnen
worden aangewend. Dat zal pas blijken,
wanneer de duizenden van hof en haard
verdrevenen naar hun woonsteden kunnen
terugkeren. Met de regering zal overleg
worden gepleegd over de besteding der
gelden.
Identificatie slachtoffers
De identificatie van de slachtoffers in de
noodgebieden is zeer moeilijk. Het Roode
Waardevolle helpers in de
rampgebieden
De wegenwacht van de ANWB werkt
thans ook grotendeels in en om de ramp
gebieden. Zondag reeds werd een hulp
colonne „ingezet" om transporten van en
naar de overstroomde gebieden technische
hulp te bieden. Sindsdien is een continu
dienst ingesteld op de toegangswegen naar
West-Brabant, Zeeland en de Zuid-Hol
landse eilanden om gestrande vehikels zo
spoedig mogelijk weer op gang te helpen.
Een speciale afdeling W.W. ging naar de
zwaarst getroffen eilanden, om defecte of
weigerende buitenboordmotox~en van vlet
ten en punters tot de orde te roepen. De
wegenwacht ging te water en houdt een
deel van de hulpvloot op gang. Voorts
markeert zij gevaarlijke punten, escorteert,
rijdt koeriersdiensten, verbindt gewonden,
organiseert vervoer. Wegenwachten assis
teerden bij reddingen met lijnen en stokken
en hielpen en passant bij drie bevallingen
in de rampgebieden.
De bisschop van Haarlem, mgr. Huiberts,
heeft gisteren een bezoek gebracht aan de
geteisterde gebieden in Zuid-Holland, die
tot zijn diocees behoren. Daarna hield hij
zich geruime tijd op in het in de Ahoyhal
te Rotterdam gevestigde evacuatiecentrum.
Ook in Schiedam bezocht mgr. Huiberts
het evacuatiecentrum, dat is gevestigd in
het gebouw Irene. Burgemeester mr. J. W.
Peek en enkele wethouders gaven de bis
schop een overzicht van de stand van zaken
bij het evacuatiewerk.
Als schoolknaap leerde ik zo vlot de namen,
Die 'k thans verzamel voor het avondblad,
Dat ik, toen men ze vroeg bij het examen,
Geen schijn van moeite met het antwoord had.
Kortgene, zei ik, Hont of Westerschelde,
Al naar de meester voor de blinde kaart
Mijn aardrijkskunde op de vuurproef stelde,
Goeree, Noord Beveland en Hoeksche Waard.
Doch wat destijds maar groene vlekken leken,
Tegen de zee beschermd door gelig duin,
Met dijken, waar de stromen tegen breken,
Als hechte schutting rond een blonde tuin,
Besef ik nu dat stroeve akkers waren,
Ontgonnen door een boer, met paard en knecht,
Wiens welvaart uitgedrukt lag in hectaren
Rond Zuidland, 's-Gravendeel of Papendrecht.
Wat wist ik van de vrouw die emmers schuurde
Eer zij de grendel op de staldeur schoof,
Of van de man die naar de hemel tuurde,
Bezorgd misschien, maar vast in zijn geloof?
Ik heb een foto in de hand genomen.
Waarop de watersnood staat afgebeeld:
Er schuilt een echtpaar in de kale bomen,
Terwijl de springvloed met hun boedel speelt.
Zij woonden aan de rand van IJsselmonde
In één der dorpen, niet ver van de Noord,
Die in ons boek met kleine letters stonden,
Zodat :-k er nog nooit van had gehoord.
Zijn kost verdiende hij met veevoer telen.
Het grondverlies heeft hem totaal verstomd.
Het kan hem eigenlijk geen bliksem schelen
Dat straks wellicht het reddingsvaartuig komt.
Zijn lotgenote wil hem moed inspreken.
Zij ziet haar huisraad drijven in de sloot.
Zij voelt de adem door haar keelgat breken
En zwijgend reikt zij hem het laatste brood.
Ik heb een treurig onderschrift verzonnen
En met een cynisch woord mijn hart geleegd.
Wat heb ik bij de wetenschap gewonnen,
Nu noodweer dit gebied heeft uitgeveegd?
Waar droomt een jongen van als hij verdrinkt?
Natuurlijk is hij eerst verrast en later
Doodsbang geweest. Totdat hij langzaam zinkt
Tussen het schuimsel van het vuile water,
Denkend aan huis en aan een rekensom,
Waarin hij zich, afdwalend, blijft vergissen.
Een norse golfslag werpt hem om en om..
Ik kom, denkt hij, te iaat in Stavenisse.
De dijk breekt door, was wat zijn vader riep.
Maar zou de juffrouw dat verhaal geloven?
Het moet geweest zijn toen hij straks nog sliep.
Er klonk geschreeuw om hulp. Iemand kwam boven
En trok hem haastig warme kleren aan.
Hij weet niet meer ivat er daarna gebeurde.
Hij ziet de bovenmeester dreigend staan
Als toen hij laatst het oefenschrift verscheurde
Uit machteloze onwil en verdriet, omdat
Hij steeds het zieke schaap maar hoorde blaten.
Hij rilt van angst, tot op het merg toe nat.
De kou sluipt langs zijn stijve ledematen,
Hem wurgende, terwijl de stormwind raast.
Eerst lijkt het of hij zwemmend wil ontkomen,
Hij trekt zijn benen in en strekt verdwaasd
Zijn bleke armen uit. Geluiden stromen
Nu bonzend door zijn doffe kinderhoofd.
Zijn moeder zegt: „Niet bang zijn voor de rover".
Hij zucht, hij heeft haar immers steeds geloofd.
Zij buigt haar lichaam golvend naar hem over.
En streelt zijn haar en dekt hem rustig toe.
Een vrome lach doorstraalt haar brede wezen.
..Ga slapen", fluistert ze, „want je bent moe.
Wie God bemint, hoeft nergens voor te vrezen".
Zijn ogen vallen dicht, zijn netvlies houdt
De trillingen der allerlaatste beelden:
De hemel, die nu boven Tholen blauwt,
De groene zoden van een berm, de weelde
Van wiegend graan tot bij de evenaar,
De witte koe en bovenal de bloemen,
Die pronken op een bonte boezelaar
Te veel en ook te mooi om op te noemen.
DAVID KONING
Kruis heeft echter het standpunt ingeno
men, dat indien zoals de heer Van Em
den zeide voor "99 procent" zekerheid
bestaat over de naam van het slachtoffer,
het wenselijk is, dat zo spoedig mogelijk
mededelingen worden gedaan, zelfs indien
er de zeer kleine mogelijkheid bestaat, dat
er een vergissing wordt begaan.
Noodziekenhuizen beschikbaar
Vragen over het gevaar van epidemieën
beantwoordend, zei de heer Van Emden
nog, dat het Roode Kruis geen taak heeft
op het gebied van de volksgezondheid. Wel
zijn medicijnen aan de regering aangebo
den, doch hieraan bleek geen behoefte te
bestaan. Hoewel er geen tekort aan zieken
huisruimte bestaat, houdt het Roode Kruis
noodziekenhuizen beschikbaar.
De burgemeester van Sprang-Capelle
(N.B.) heeft medegedeeld, dat het gevaar
voor zijn gemeente geweken is. Weliswaar
is een deel van het grondgebied der ge
meente overstroomd, maar mede door hulp
van een detachement stoottroepen van 150
man en DUW-arbeiders is het gevaar voor
doorbraak van de Winterdijk bezworen.
De burgemeester heeft toestemming ver
leend tot het terugkeren van de geëva-
cueerden van de Winterdijk en de Was-
pikse dijk.
Koningin Juliana heeft in Den Haag in
het paleis aan het Lange Voorhout kolonel
Valentini, de militaire adviseur van de
Italiaanse president, ontvangen.
Kolonel Valentini heeft een van de hulp
vliegtuigen bestuurd, die door Italië naar
ons land zijn gezonden met goederen en
levensmiddelen voor de slachtoffers van de
ramp.
Kolonel Valentini overhandigde de Ko
ningin een brief van de Italiaanse presi
dent.
De Koningin heeft aan het Rode Kruis
het gedeelte van het paleis Noordeinde af
gestaan,. dat nog te harer beschikking stond.
Het gebouw doet thans dienst als kleding
depot voor geëvacueerden.
In het paleis is een groep van honderd
personen aan het werk, bijgestaan door het
paleispersoneel, van de intendance van de
koninklijke paleizen te 's-Gravenhage en
door studenten van het Internationaal
Academisch Instituut, dat in het voor
malige paleis is gevestigd.
Het gemeentelijke evacuatiecentrum te
's-Gravenhage, thans gevestigd in de ge
bouwen van de Dierentuin aan de Be-
noordenhoutseweg, zal vanaf morgen, Zon
dag, zijn gevestigd in het nieuwe raad
huis, Burgemeester de Monchyplein no. 9,
telefoon 184681.
Als vermist is opgegeven de soldaat W.
M. de Haas, dienstdoende bij de kokschool
te Leiden en afkomstig uit Rotterdam. Bij
reddingswerkzaamheden nabij Abbenbroek
is hij Maandag voor het laatst gezien.
De burgemeester van Krimpen aan de
IJsel deelt mede, dat het aantal slachtoffers
in Krimpen aan de IJsel vier bedraagt.
Ook in Parijs is een actie op touw gezet ter hulpverlening aan de slachtoffers van de
watersnood. Een autobus is gecharterd voor het vervoer van goederen naar Le
Bourget, het vliegveld van Parijs. De bus voor het stadhuis.
De Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken, de heer Foster Dulles, en de
directeur van het bureau voor wederzijdse
beveiliging (M.S.A.), de heer Harold Stas
sen hebben gistermiddag een bezoek ge
bracht bij minister-president Drees, waar
na zij ontvangen zijn door de ministers
Beyen en Luns op het ministerie van Bui
tenlandse Zaken. Deze besprekingen heb
ben ruim twee uur geduurd.
Aangezien het Amerikaans bezoek aan
Nederland een informatief karakter heeft,
werd aan de heren Foster Dulles en Stas
sen een overzicht gegeven van een aantal
hoofdpunten uit het Nederlands buiten
lands politiek beleid. Hierbij werd een uit
eenzetting gegeven van de bijzondere as
pecten die de plannen voor verdergaande
Europese integratie voor Nederland héb
ben.
Voorts is het grote belang uiteengezet,
dat Nederland hecht aan de spoedige tot
standkoming van de Europese defensie
gemeenschap.
Eveneens werd een aantal problemen,
die bij de U.N.O. aan de orde zijn, aan een
gezamenlijke nadere beschouwing onder
worpen. In het bijzonder gold deze be
schouwing de activiteit van de U.N.O. bij
de bestrijding der aggressie in Korea. Een
overeenstemming van inzicht werd weder
zijds met bevrediging geconstateerd.
Bij het onderhoud waren tegenwoordig
de Amerikaanse ambassadeur te 'sGraven-
hage, de heer Selden Chapin en het hoofd
van de Amerikaanse missie voor de weder
zijdse beveiliging in Nederland, de heer
Clarence E. Hunter.
De Koningin had gistermiddag om 12
uur in het paleis aan het Lange Voorhout
de Amerikaanse bezoekers ontvangen.
Zij werden vergezeld door de Ameri
kaanse ambassadeur in ons land, die zijn
landgenoten aan de Koningin voorstelde.
De Koningin onderhield zich een korte tijd
met het gezelschap, dat zich daarna naar
de residentie van de Amerikaanse ambas
sadeur begaf, waar de lunch wordt ge
bruikt.
Prins Bernhard heeft gisteravond, na de
vergadering van het rampenfonds, ten hui
ze van de Amerikaanse ambassadeur een
onderhoud gehad met de heren Foster
Dulles en Stassen.
De ministers Beyen en Luns hebben gis
teravond de beide Amerikaanse bezoekers
een diner aangeboden.
Het vertrek
Vanmorgen half tien hebben John Foster
Dulles en Harold E. Stassen met hun mede
werkers, in de super-Constellation waar
mede zij gister gekomen waren ons land
verlaten op weg naar Brussel.
Zij werden onder andere uitgeleide ge
daan door de Nederlandse minister van
Buitenlandse Zaken, Luns en de directeur-
generaal van de Rijkswaterstaat ir. A. G.
Maris.
Alvorens zich naar het vliegveld te be
geven legde de heer Foster Dulles voor de
pers de volgende verklaring af:
Wij hebben het bemoedigend gevonden
waar te kunnen nemen, dat hier evenals
in de andere hoofdsteden die wij hebben
bezocht, het concept van een Europese
verdedigingsgemeenschap in het kader van
de Atlantische gemeenschap door uw lei
ders en volk, evenals door de onze, wordt
beschouwd als de effectieve manier om
vrede en veiligheid voor ons allen te waar
borgen.
Tot de onderwerpen, die van onze ge-
dachtenwisseling deel hebben uitgemaakt
behoorde de heldhaftige poging van uw
regering tot het lenigen van het lijden
door de catastrofale overstroming veroor
zaakt.
Gisteren toen het kabinet in Washington
bijeenkwam heeft president Eisenhower
een commissie ingesteld met het doel na te
gaan hoe de pogingen van uw regering en
die van België en Engeland tot het bren
gen van verlichting aan de slachtoffers
van deze ramp het best kunnen worden
ondersteund. Wij hebben reeds verslagen
bestudeerd over de omvang van de schade
en zullen die schade zometeen zelf daar
over vliegend nog persoonlijk in ogen
schouw kunnen nemen."
De „Weet-wel-man" en de samensteller
van het A.V.R.O.-programma „Ik weet, ik
weet wat u niet weet", hebben het volgen
de telegram aan het bestuur van de
A.V.R.O. gezonden:
„Door betreurenswaardige houding voor
zitter A.V.R.O. inzake gedragslijn in hui
dige nationale noodtoestand zijn wij ge
noodzaakt met ingang van heden, alle werk
zaamheden voor de rubriek „Ik weet, ik
weet wat u niet weet" te beëindigen."
Tegenspraak
Berichten dat de A.V.R.O. geweigerd
zou hebben de zogenaamde noodberichten
uit te zenden en dat de regering daardoor
genoodzaakt was zendtijd van de A.V.R.O.
te vorderen, zijn door de voorzitter van
deze omroepvereniging, de heer G. de
Clercq, tegengesproken.
De A.V.R.O. heeft gedurende de gehele
Zondag, toen zij in de aether was, alle be
richten omgeroepen, in samenwerking met
het Nationaal Rampenfonds te 's Graven-
hage, zo verklaarde hij.
„Gezien onze ondervinding van Zondag
hebben wij er op aangedrongen, om Dins
dag, wanneer de A.V.R.O. in de aether zou
komen, de werkwijze van Zondag wederom
in te voeren. Deze had immers in ieder op
zicht voldaan", aldus de heer De Clercq.
„Wij hebben toen onzerzijds aan de rege
ring aangeboden onbeperkte zendtijd voor
de berichtgeving af te staan". Dit voorstel
is door de regering aanvaard.
Aan het einde van deze maand zal de
centrale commissie voor de filmkeuring
het feit herdenken, dat zij 25 jaar geleden
haar werkzaamheden aanving. Deze ge
beurtenis zal op sobere wijze worden her
dacht in een algemene vergadering op Za
terdag 28 Februari te 10 uur in de foyer
van het Metropoletheater te Den Haag.