Afsluiting van de zeegaten een nu actueel denkbeeld „Stadium der onmiddellijke hulp verlening vrijwel geëindigd" Foster Dulles en Stassen confereerden in Den Haag Aardrijkskunde Plannen hebben de aandacht van de regering Minister Mansholt maakte inspectiereis Identificatie der doden zeer moeilijk Twee AVRO-mede- werkers bedanken Omroepverenigingen zenden weer zelfstandig Directeur van het Rode Kruis: Wegenwacht ging te water Bisschop van Haarlem in geteisterd gebied Aantal evacués uit Sprang- Capelle kan terugkeren De Koningin ontving Italiaanse kolonel Evacuatiecentrum in Den Haag verplaatst Soldaat vermist 25-jarig bestaan commissie centrale filmkeuring ZATERDAG 7 FEBRUARI 1953 Verlaten ligt Nieuwe Tonge in het verdronken land. Alle inwoners zijn geëvacueerd. „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toe komst." Gulden woorden, gegrift op het monument op de Afsluitdijk. Meer dan ooit zeggen zij ons iets nu onze gedachten ge richt worden op het sinds een aantal jaren bij waterstaatkundigen levend denkbeeld van de afsluiting der zeegaten op onze Noordzeekust.Nu misschien nog een droom beeld, maar wellicht in de toekomst even zeer werkelijkheid als de drooglegging van de Zuiderzee. Die drooglegging is voor het huidige geslacht nuchtere werkelijkheid. Maar een zeventig jaar geleden betrof het een slechts door een handjevol geestdrif tige lieden met vèr-ziende blik voorgestaan plan. Toen de 32-jarige ingenieur C. Lely in 1886 zijn krachten ging geven aan de Zuiderzee-vereniging, waren er slechts weinigen, die geloof hadden in hetgeen die particuliere vereniging voorstond. Maar 31 jaar later was het ir. Lely gegeven, toen als minister van Waterstaat, de wet op het Zuiderzeeplan door de volksvertegenwoor diging aangenomen in krijgen. In 1920 be gon de arbeid aan de Afsluitdijk. Voltooid werd deze in 1932. Het werk kostte onge veer 141 millioen gulden. En wanneer alle Zuiderzeewerken gereed zullen zijn, zal dagraan ruim een milliard besteed zijn ge weest. Als men bedenkt, dat wij thans in vier jaar tijd 6 milliard voor de militaire landsverdediging besteden, is het dus eigen lijk een peuleschilletje, wat de drooglegging van de Zuiderzee ons kost. Zulks te meer, omdat de kosten ook hier de baat vooruit zijn gegaan: grote vruchtbare stukken land vormen de creditzijde van de balans, die onbetwistbaar een voordelig saldo laat zien. Trouwens de wijze, waarop de Afsluitdijk de krachten van de natuur heeft weerstaan, zodat een aanzienlijke uitbreiding van de omvang van de ramp, die ons land heeft getroffen, is voorkomen, bewijst dat het peuleschilletje van ruim 140 millioen zijn rente dubbel en dwars heeft opgeleverd. Van de thans verwezenlijkte stoutmoe dige droom van ir. Lely naar verwerke lijking der denkbeelden inzake afsluiting van de zeegaten, is maar een stap verder. Deze denkbeelden zijn vooral geopperd wegens de noodzaak om de toenemende verzilting van het rivierwater en dus ook van land- en tuinbouwgronden tegen te gaan. „Sluit de kust tegen het vergif en tegen het gevaar van de zee" is de leuze, waarvan onder meer het voortreffelijke werk van de hoofdingenieur van de Rijks waterstaat, dr. ir. J. van Veen („Dredge, Drain, Reclaim") gewag maakt. Met dr. Van Veen behoort ook de Delftse hoog leraar prof. ir. Thijsse, die tevens directeur is van het Waterbouwkundig Laboratorium van de Technische Hogeschool, tot de vu rige voorstanders van de denkbeelden tot afsluiting der zeegaten. Bovenal- is daarbij aanvankelijk de hoofdgedachte geweest de strijd tegen de verzilting aan te pakken en ons land met een groot zoetwaterreservoir te verrijken. Een dergelijke afsluiting zou uiteraard ook een bescherming tegen over stromingsgevaar betekenen. In dit opzicht moet er aan herinnerd worden, dat ons land zeer langzaam aan het zakken is en dat daarentegen de zeespiegel stiigt. Mede daardoor zal op den duur ons bestaande dijkenstelsel niet meer afdoende zekerheid verschaffen. Een samenloop van ongunstige omstandigheden als die, welke de jongste grote watersnoodramp deden ontstaan, be hoort tot de grote zeldzaamheden. Maar afgezien hiervan zijn deskundigen van me ning dat de bestaande dijkbescherming meer en meer onvoldoende begint te wor den. Men behoeft de Kamerstukken van de laatste jaren er maar eens op na te lezen om te bemerken, dat de denkbeelden in zake afsluiting van de zeegaten beschouwd worden niet alleen te leven in het brein van enige fantasten. In een Memorie van Antwoord van de toenmalige minister Vos over de dienstjaren 1946 en 1947 leest men: „Ondergetekende deelt de mening dat het noodzakelijk is om maatregelen te nemen tegen de voortschrij dende verzilting in een deel van het net onzer benedenrivieren en tegen de verho ging van de stormvloedstanden in dit ge bied, die het gevolg is van een complex van oorzaken. Daarvoor zijn plannen in studie." Die plannen beoogden afsluiting van de zeegaten; trouwens, minister Vos noemde daarvan zelf al een klein onder deel: de onder, zijn ministerschap reeds be gonnen en sindsdien voltooide afdamming van de Brielse Maas. De gedachten gaan verder uit naar af damming van het Haringvliet, de Greve- lingen en de Oosterschelde, voorts, benoor den de kop van Noordholland, inpolderin gen van gedeelten van de Waddenzee en de hier bedoelde plannen gericht is, juist met het oog op beveiliging in de toekomst. Werken als hier bedoeld zijn zullen eerst wel een vijftal jaren van voorstudie, daar na een veel groter aantal jaren van uit voering vereisen. Wat de kosten aangaat zal men aan milliarden moeten denken. Ingenieurs spreken over 2 tot 3, wellicht 4 milliard. Dat is eigenlijk niet veel, want het gaat hier om een grootse onderneming, die bestrijding van het verziltingsproces èn bescherming tegen overstroming beoogt. Alles prachtig, maar.... kunnen wij nu zoiets betalen? Ik geloof niet beter te doen, dan te besluiten met hetgeen oud-minister ir. H. Vos mij zeide in een gesprek over de afsluitplannen en denkbeelden: „Eco nomisch kan dit volk dit probleem beslist de baas." Dr. E. VAN KAALTE. de afsluiting van zeegaten in dit gebied. Telkenjare weer valt er daarna in de Handelingen van de Kamer iets te bespeu ren van belangstelling voor deze plannen. Tenslotte heeft minister Algera in Decem ber van het vorige jaar zowel bij de schrif telijke als de mondelinge behandeling van zijn begroting aan de Tweede Kamer mede gedeeld, opdracht te hebben gegeven een en ander te doen bestuderen. In zijn Me morie van Antwoord heeft hij het alleszins gewenst genoemd, dat een onderzoek zal plaats vinden inzake afdamming van de zee-armen. In het mondeling debat zei hij onder meer, dat aldus het verziltingsgevaar beter bestreden kan worden, en dat er grote besparingen op de onderhoudskosten van de dijken kunnen worden verkregen. Hier dacht hij dus aan bescherming van het land tegen de gevaren van stormvloe den. Want naar gelang de afsluiting sterker zal zijn, zal men aan de overige meer naar binnen gelegen dijken minder zware eisen behoeven te stellen. Het is mij bekend, dat op het osehblik de-aandacht van de regering heel sterk op Minister Mansholt heeft een tweedaagse inspectiereis gemaakt in het getroffen ge bied, waarbij hij zich op de hoogte heeft gesteld omtrent de mogelijkheden van het herstel van de landbouw. Bepaalde gedeel ten van het getroffen gebied, onder meer Zuid-Beveland en grote delen van West- Brabant kunnen vrij snel droog vallen en nog dit jaar een oogst opleveren. Voor Schouwen en Duiveland is de situatie ech ter ongunstig. Minister Mansholt heeft over leg gepleegd met deskundigen en tal van technici over het herstel van de grond. Ook de schaderegeling voor de landbouw en het ontwerpen van de verdere finan ciering van het landbouwherstel is ter hand genomen. De omroepverenigingen K.R.O., N.C. R.V. en V.A.R.A., die gedurende de ramp dagen coördinerend werkten bij het door geven van berichten hebben de normale wijze van uitzenden hervat. Alleen bij reportages werkt men nog ge- BUITENLAND KAN NORMAAL BLOEMBOLLEN BETREKKEN Terugslag in de omvang van de uitvoer van landbouwproducten van het oogstsei- zoen 1953 is niet te ontgaan daar produc tieve landbouwgebieden door de ramp zijn getroffen. Het is daarom van betekenis, dat de uit voer van „niet getroffen" producten zo min mogelijk belemmering ondervindt. Van talrijke buitenlandse afnemers blijkt thans navraag naar de leveringsmogelijkheden van bloembollen binnen te komen, on danks het feit, dat de bloembollencentra niet in de getroffen gebieden zijn ge legen. De uitvoer van bloembollen kan na tuurlijk normaal voortgang hebben en Nederland hoopt dat met verhoogde afle veringen aan het buitenland te mogen be wijzen. Op een gisteren in Den Haag gehouden persconferentie heeft de directeur van het Nederlandse Roode Kruis, de heer A. van Emden, een overzicht gegeven van het werk van het Roode Kruis sedert het begin van de watersnood. Hij verklaarde dat het stadium der onmiddellijke hulpverlening thans zo goed als geëindigd is. Dank zij het feit, dat het Roode Kruis paraat was Zondagmorgen om negen uur was het ge hele apparaat reeds in beweging heb ben de Roode Kruiscolonnes bijzonder veel en goed werk kunnen verrichten. Zij blij ven ingeschakeld voor het verlenen van directe hulp, waar dit nodig mocht blijken. Het tweede stadium: het verzenden met de duizenden beschikbare auto's van de enorme hoeveelheden goéderen, heeft nu en dan chaotische toestanden opgeleverd. Maandag zal deze verzending echter een „groot en normaal bedrijf" zijn. Zweedse hulp Door het Zweedse Roode Kruis was be richt dat inzamelingen in Zweden aan het einde van de tweede dag 2.500.000 kronen hadden opgebracht. In dertig landen wor den dergelijke inzamelingen voor de slachtoffers van de overstromingsramp in Nederland gehouden. De rehabilitatie van de slachtoffers vormt het derde stadium. Hiervoor zijn reeds enorme sommen besohikbaar. Het is thans echter nog niet te overzien op welke wijze deze gelden het beste kunnen worden aangewend. Dat zal pas blijken, wanneer de duizenden van hof en haard verdrevenen naar hun woonsteden kunnen terugkeren. Met de regering zal overleg worden gepleegd over de besteding der gelden. Identificatie slachtoffers De identificatie van de slachtoffers in de noodgebieden is zeer moeilijk. Het Roode Waardevolle helpers in de rampgebieden De wegenwacht van de ANWB werkt thans ook grotendeels in en om de ramp gebieden. Zondag reeds werd een hulp colonne „ingezet" om transporten van en naar de overstroomde gebieden technische hulp te bieden. Sindsdien is een continu dienst ingesteld op de toegangswegen naar West-Brabant, Zeeland en de Zuid-Hol landse eilanden om gestrande vehikels zo spoedig mogelijk weer op gang te helpen. Een speciale afdeling W.W. ging naar de zwaarst getroffen eilanden, om defecte of weigerende buitenboordmotox~en van vlet ten en punters tot de orde te roepen. De wegenwacht ging te water en houdt een deel van de hulpvloot op gang. Voorts markeert zij gevaarlijke punten, escorteert, rijdt koeriersdiensten, verbindt gewonden, organiseert vervoer. Wegenwachten assis teerden bij reddingen met lijnen en stokken en hielpen en passant bij drie bevallingen in de rampgebieden. De bisschop van Haarlem, mgr. Huiberts, heeft gisteren een bezoek gebracht aan de geteisterde gebieden in Zuid-Holland, die tot zijn diocees behoren. Daarna hield hij zich geruime tijd op in het in de Ahoyhal te Rotterdam gevestigde evacuatiecentrum. Ook in Schiedam bezocht mgr. Huiberts het evacuatiecentrum, dat is gevestigd in het gebouw Irene. Burgemeester mr. J. W. Peek en enkele wethouders gaven de bis schop een overzicht van de stand van zaken bij het evacuatiewerk. Als schoolknaap leerde ik zo vlot de namen, Die 'k thans verzamel voor het avondblad, Dat ik, toen men ze vroeg bij het examen, Geen schijn van moeite met het antwoord had. Kortgene, zei ik, Hont of Westerschelde, Al naar de meester voor de blinde kaart Mijn aardrijkskunde op de vuurproef stelde, Goeree, Noord Beveland en Hoeksche Waard. Doch wat destijds maar groene vlekken leken, Tegen de zee beschermd door gelig duin, Met dijken, waar de stromen tegen breken, Als hechte schutting rond een blonde tuin, Besef ik nu dat stroeve akkers waren, Ontgonnen door een boer, met paard en knecht, Wiens welvaart uitgedrukt lag in hectaren Rond Zuidland, 's-Gravendeel of Papendrecht. Wat wist ik van de vrouw die emmers schuurde Eer zij de grendel op de staldeur schoof, Of van de man die naar de hemel tuurde, Bezorgd misschien, maar vast in zijn geloof? Ik heb een foto in de hand genomen. Waarop de watersnood staat afgebeeld: Er schuilt een echtpaar in de kale bomen, Terwijl de springvloed met hun boedel speelt. Zij woonden aan de rand van IJsselmonde In één der dorpen, niet ver van de Noord, Die in ons boek met kleine letters stonden, Zodat :-k er nog nooit van had gehoord. Zijn kost verdiende hij met veevoer telen. Het grondverlies heeft hem totaal verstomd. Het kan hem eigenlijk geen bliksem schelen Dat straks wellicht het reddingsvaartuig komt. Zijn lotgenote wil hem moed inspreken. Zij ziet haar huisraad drijven in de sloot. Zij voelt de adem door haar keelgat breken En zwijgend reikt zij hem het laatste brood. Ik heb een treurig onderschrift verzonnen En met een cynisch woord mijn hart geleegd. Wat heb ik bij de wetenschap gewonnen, Nu noodweer dit gebied heeft uitgeveegd? Waar droomt een jongen van als hij verdrinkt? Natuurlijk is hij eerst verrast en later Doodsbang geweest. Totdat hij langzaam zinkt Tussen het schuimsel van het vuile water, Denkend aan huis en aan een rekensom, Waarin hij zich, afdwalend, blijft vergissen. Een norse golfslag werpt hem om en om.. Ik kom, denkt hij, te iaat in Stavenisse. De dijk breekt door, was wat zijn vader riep. Maar zou de juffrouw dat verhaal geloven? Het moet geweest zijn toen hij straks nog sliep. Er klonk geschreeuw om hulp. Iemand kwam boven En trok hem haastig warme kleren aan. Hij weet niet meer ivat er daarna gebeurde. Hij ziet de bovenmeester dreigend staan Als toen hij laatst het oefenschrift verscheurde Uit machteloze onwil en verdriet, omdat Hij steeds het zieke schaap maar hoorde blaten. Hij rilt van angst, tot op het merg toe nat. De kou sluipt langs zijn stijve ledematen, Hem wurgende, terwijl de stormwind raast. Eerst lijkt het of hij zwemmend wil ontkomen, Hij trekt zijn benen in en strekt verdwaasd Zijn bleke armen uit. Geluiden stromen Nu bonzend door zijn doffe kinderhoofd. Zijn moeder zegt: „Niet bang zijn voor de rover". Hij zucht, hij heeft haar immers steeds geloofd. Zij buigt haar lichaam golvend naar hem over. En streelt zijn haar en dekt hem rustig toe. Een vrome lach doorstraalt haar brede wezen. ..Ga slapen", fluistert ze, „want je bent moe. Wie God bemint, hoeft nergens voor te vrezen". Zijn ogen vallen dicht, zijn netvlies houdt De trillingen der allerlaatste beelden: De hemel, die nu boven Tholen blauwt, De groene zoden van een berm, de weelde Van wiegend graan tot bij de evenaar, De witte koe en bovenal de bloemen, Die pronken op een bonte boezelaar Te veel en ook te mooi om op te noemen. DAVID KONING Kruis heeft echter het standpunt ingeno men, dat indien zoals de heer Van Em den zeide voor "99 procent" zekerheid bestaat over de naam van het slachtoffer, het wenselijk is, dat zo spoedig mogelijk mededelingen worden gedaan, zelfs indien er de zeer kleine mogelijkheid bestaat, dat er een vergissing wordt begaan. Noodziekenhuizen beschikbaar Vragen over het gevaar van epidemieën beantwoordend, zei de heer Van Emden nog, dat het Roode Kruis geen taak heeft op het gebied van de volksgezondheid. Wel zijn medicijnen aan de regering aangebo den, doch hieraan bleek geen behoefte te bestaan. Hoewel er geen tekort aan zieken huisruimte bestaat, houdt het Roode Kruis noodziekenhuizen beschikbaar. De burgemeester van Sprang-Capelle (N.B.) heeft medegedeeld, dat het gevaar voor zijn gemeente geweken is. Weliswaar is een deel van het grondgebied der ge meente overstroomd, maar mede door hulp van een detachement stoottroepen van 150 man en DUW-arbeiders is het gevaar voor doorbraak van de Winterdijk bezworen. De burgemeester heeft toestemming ver leend tot het terugkeren van de geëva- cueerden van de Winterdijk en de Was- pikse dijk. Koningin Juliana heeft in Den Haag in het paleis aan het Lange Voorhout kolonel Valentini, de militaire adviseur van de Italiaanse president, ontvangen. Kolonel Valentini heeft een van de hulp vliegtuigen bestuurd, die door Italië naar ons land zijn gezonden met goederen en levensmiddelen voor de slachtoffers van de ramp. Kolonel Valentini overhandigde de Ko ningin een brief van de Italiaanse presi dent. De Koningin heeft aan het Rode Kruis het gedeelte van het paleis Noordeinde af gestaan,. dat nog te harer beschikking stond. Het gebouw doet thans dienst als kleding depot voor geëvacueerden. In het paleis is een groep van honderd personen aan het werk, bijgestaan door het paleispersoneel, van de intendance van de koninklijke paleizen te 's-Gravenhage en door studenten van het Internationaal Academisch Instituut, dat in het voor malige paleis is gevestigd. Het gemeentelijke evacuatiecentrum te 's-Gravenhage, thans gevestigd in de ge bouwen van de Dierentuin aan de Be- noordenhoutseweg, zal vanaf morgen, Zon dag, zijn gevestigd in het nieuwe raad huis, Burgemeester de Monchyplein no. 9, telefoon 184681. Als vermist is opgegeven de soldaat W. M. de Haas, dienstdoende bij de kokschool te Leiden en afkomstig uit Rotterdam. Bij reddingswerkzaamheden nabij Abbenbroek is hij Maandag voor het laatst gezien. De burgemeester van Krimpen aan de IJsel deelt mede, dat het aantal slachtoffers in Krimpen aan de IJsel vier bedraagt. Ook in Parijs is een actie op touw gezet ter hulpverlening aan de slachtoffers van de watersnood. Een autobus is gecharterd voor het vervoer van goederen naar Le Bourget, het vliegveld van Parijs. De bus voor het stadhuis. De Amerikaanse minister van Buiten landse Zaken, de heer Foster Dulles, en de directeur van het bureau voor wederzijdse beveiliging (M.S.A.), de heer Harold Stas sen hebben gistermiddag een bezoek ge bracht bij minister-president Drees, waar na zij ontvangen zijn door de ministers Beyen en Luns op het ministerie van Bui tenlandse Zaken. Deze besprekingen heb ben ruim twee uur geduurd. Aangezien het Amerikaans bezoek aan Nederland een informatief karakter heeft, werd aan de heren Foster Dulles en Stas sen een overzicht gegeven van een aantal hoofdpunten uit het Nederlands buiten lands politiek beleid. Hierbij werd een uit eenzetting gegeven van de bijzondere as pecten die de plannen voor verdergaande Europese integratie voor Nederland héb ben. Voorts is het grote belang uiteengezet, dat Nederland hecht aan de spoedige tot standkoming van de Europese defensie gemeenschap. Eveneens werd een aantal problemen, die bij de U.N.O. aan de orde zijn, aan een gezamenlijke nadere beschouwing onder worpen. In het bijzonder gold deze be schouwing de activiteit van de U.N.O. bij de bestrijding der aggressie in Korea. Een overeenstemming van inzicht werd weder zijds met bevrediging geconstateerd. Bij het onderhoud waren tegenwoordig de Amerikaanse ambassadeur te 'sGraven- hage, de heer Selden Chapin en het hoofd van de Amerikaanse missie voor de weder zijdse beveiliging in Nederland, de heer Clarence E. Hunter. De Koningin had gistermiddag om 12 uur in het paleis aan het Lange Voorhout de Amerikaanse bezoekers ontvangen. Zij werden vergezeld door de Ameri kaanse ambassadeur in ons land, die zijn landgenoten aan de Koningin voorstelde. De Koningin onderhield zich een korte tijd met het gezelschap, dat zich daarna naar de residentie van de Amerikaanse ambas sadeur begaf, waar de lunch wordt ge bruikt. Prins Bernhard heeft gisteravond, na de vergadering van het rampenfonds, ten hui ze van de Amerikaanse ambassadeur een onderhoud gehad met de heren Foster Dulles en Stassen. De ministers Beyen en Luns hebben gis teravond de beide Amerikaanse bezoekers een diner aangeboden. Het vertrek Vanmorgen half tien hebben John Foster Dulles en Harold E. Stassen met hun mede werkers, in de super-Constellation waar mede zij gister gekomen waren ons land verlaten op weg naar Brussel. Zij werden onder andere uitgeleide ge daan door de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Luns en de directeur- generaal van de Rijkswaterstaat ir. A. G. Maris. Alvorens zich naar het vliegveld te be geven legde de heer Foster Dulles voor de pers de volgende verklaring af: Wij hebben het bemoedigend gevonden waar te kunnen nemen, dat hier evenals in de andere hoofdsteden die wij hebben bezocht, het concept van een Europese verdedigingsgemeenschap in het kader van de Atlantische gemeenschap door uw lei ders en volk, evenals door de onze, wordt beschouwd als de effectieve manier om vrede en veiligheid voor ons allen te waar borgen. Tot de onderwerpen, die van onze ge- dachtenwisseling deel hebben uitgemaakt behoorde de heldhaftige poging van uw regering tot het lenigen van het lijden door de catastrofale overstroming veroor zaakt. Gisteren toen het kabinet in Washington bijeenkwam heeft president Eisenhower een commissie ingesteld met het doel na te gaan hoe de pogingen van uw regering en die van België en Engeland tot het bren gen van verlichting aan de slachtoffers van deze ramp het best kunnen worden ondersteund. Wij hebben reeds verslagen bestudeerd over de omvang van de schade en zullen die schade zometeen zelf daar over vliegend nog persoonlijk in ogen schouw kunnen nemen." De „Weet-wel-man" en de samensteller van het A.V.R.O.-programma „Ik weet, ik weet wat u niet weet", hebben het volgen de telegram aan het bestuur van de A.V.R.O. gezonden: „Door betreurenswaardige houding voor zitter A.V.R.O. inzake gedragslijn in hui dige nationale noodtoestand zijn wij ge noodzaakt met ingang van heden, alle werk zaamheden voor de rubriek „Ik weet, ik weet wat u niet weet" te beëindigen." Tegenspraak Berichten dat de A.V.R.O. geweigerd zou hebben de zogenaamde noodberichten uit te zenden en dat de regering daardoor genoodzaakt was zendtijd van de A.V.R.O. te vorderen, zijn door de voorzitter van deze omroepvereniging, de heer G. de Clercq, tegengesproken. De A.V.R.O. heeft gedurende de gehele Zondag, toen zij in de aether was, alle be richten omgeroepen, in samenwerking met het Nationaal Rampenfonds te 's Graven- hage, zo verklaarde hij. „Gezien onze ondervinding van Zondag hebben wij er op aangedrongen, om Dins dag, wanneer de A.V.R.O. in de aether zou komen, de werkwijze van Zondag wederom in te voeren. Deze had immers in ieder op zicht voldaan", aldus de heer De Clercq. „Wij hebben toen onzerzijds aan de rege ring aangeboden onbeperkte zendtijd voor de berichtgeving af te staan". Dit voorstel is door de regering aanvaard. Aan het einde van deze maand zal de centrale commissie voor de filmkeuring het feit herdenken, dat zij 25 jaar geleden haar werkzaamheden aanving. Deze ge beurtenis zal op sobere wijze worden her dacht in een algemene vergadering op Za terdag 28 Februari te 10 uur in de foyer van het Metropoletheater te Den Haag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7