Wethouder Angenent verweerde zich goed tegen scherpe aanvallen op zijn beleid Wethouder Happé spreekt over acute en absolute woningnood B. en W. voelen niets voor verlaging der vermakelijkheidsbelasting s Volkshuisvesting aan de orde m Dertig mille extra voor lichtfestijn Heemstede /Wèg die afvalstoffen die Uw ingewanden verstoppen! Zacht en toch snel werken M Tegenstand bij VVD en Prot. Christelijken Cijfers duiden op toenemend bioscoopbezoek" DE AVONDVERGADERING Burgerlijke Stand van Haarlem I DONDERDAG 12 FEBRUARI 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT De chronische woningnood van na de oorlog heeft van de portefeuille van Volks huisvesting een fel omstreden post gemaakt. De wethouder die haar beheert moet over wel heel veel kwaliteiten beschikken om het zijn tegen- en medestanders in de raad naar de zin te maken, zelfs al is de portefeuille ontdaan van de zo précaire beslommeringen der woonruimteverdeling. Dat bleek wethouder Angenent gis termiddag en gisteravond wel in de Haarlemse vroedschap, waar de rijzige gestalte van de heer Goedee (Arbeid) oprees om in de kruitdamp, die er nog hing na de algemene beschouwingèn van zijn fractieleider A 1 b r e c h t, geen twijfel te laten aan zijn overtuiging dat de heer Angenent in zijn beleid onder de maat was gebleven. Zijn zwaarste geschut bracht de heer Goedee eigenlijk pas in tweede in stantie in stelling, toen hij opmerkte dat het niet aangaat nu ineens over een „verantwoordelijkheid van het gehele College" te gaan spreken, waar moeilijk drie wethouders kunnen opdraaien voor wat er één doet, of liever nalaat te doen. De heer Angenent had in zijn ver dediging een uitstekend verweer overi gens gezegd, dat er vele hindernissen en obstakels waren geweest, maar de heer Goedee was van mening dat in andere gemeenten diezelfde voetangels en klem men overwonnen waren en dat het vooral een lekort aan activiteit in de eerste jaren na de oorlog was geweest dat de woning bouw in Haarlem niet had doen zijn wat hij in andere gemeenten is. Critische opmerkingen maakte de heer Goedee voorts ten aanzien van de nog steeds ontbrekende woningkarthotheek onontbeerlijk bij een planmatige woning bouw het ten achter blijven bij de acht honderd woningen per jaar om de woning- schaarste in te lopen met ongeveer 250 huizen, het bouwrijp maken van gronden en het voeren van een actieve grondpoli- tiek. Tenslotte vroeg de heer Goedee nog in stelling van een gemengde commissie van raadsleden en gespecialiseerde deskundigen om het probleem van de huisvesting der sociaal-zwakken te bestuderen, een groep, die „bij woningschaarste het eerst op straat staat". En spreker voegde daar aan toe, dat men dan niet met het argument „eigen schuld" moet aankomen, want dat is op deze „zieke" leden van de samenleving niet toe te passen. Geen dirigisme" Aan zo'n commissie, woningbouwplan- nen-op-lange-termijn en prognoses bleek de heer Van Velsen (K.V.P.) in het geheel geen behoefte te hebben, het riekte ADVERTENTIE Het voorstel om het crediet voor Haar lem-Lichtstad van zeventig mille op een ton te brengen, ontmoette bij sommige leden van de Haarlemse raad enige be denkingen, ondanks een geestdriftige pleit rede vooraf van wethouder D. J. A. Geluk, die daarbij met instemming het hoofd artikel van H. P. in ons blad, getiteld „Levenskracht", citeerde. De heer Wensing (CHU) vroeg zich echter af of de verhoging van het crediet wel zakelijk gemotiveerd was. Dit te zamen met de aanvankelijk door spreker gekoesterde verwachting, dat het voorstel onder de indruk van de nationale ramp spoed zou worden ingetrokken maakte het hem niet mogelijk voor het voorstel te stemmen. Ook de heer Bettink (WD) stond sceptisch tegenover de gevraagde ver hoging. De heer Spek (A.R.) geloofde, dat men de oplossing moet zoeken in een concen tratie van de verlichting in de binnenstad, waartegenover dan wat verder afgelegen objecten zouden moeten vervallen. De heer Van derVeldt (KVP) stond vierkant achter het voorstel van het Col lege, zoals te verwachten viel, nadat de heer Schippers (KVP) in een vorige ver gadering reeds had betoogd, dat men beter een ton kon uitgeven voor iets bijzonders, dan zeventig mille voor iets middelmatigs, een standpunt, dat ook dat van de heer Mensink en zijn socialistische vrienden bleek te zijn. Wethouder Geluk (P. v. d. A.) wees er op, dat alle opdrachten voor de verlich ting en versiering reeds gegeven waren voor de ramp, en op een tijdstip dat be kend was dat de meerderheid van de raad gunstig tegenover een verhoging van het crediet stond. Zou deze dertig mille niet toegestaan worden, dan zouden essentiële punten niet verlicht kunnen worden en ook geen eenheid met de plannen van de win kelstraten bereikt worden. Alles ten Noorden van de Grote Markt zou dan bij voorbeeld vervallen, hetgeen een negatieve reclame zou betekenen. In tweede instantie merkte de heer Spek nog op, dat reeds in het plan van zeventig mille een verlichting tot en met het Soendaplein was vastgelegd. Het deel ten Noorden is echter al vervallen, zodat spreker zich afvroeg of er dan niet een beetje al te globaal gerekend was bij het opstellen van de begroting. Wethouder Geluk stelde daar tegen over dat er voor dit soort projecten maar weinig „begrotingservaring" staat, terwijl bovendien de aard van het werk met zich brengt, dat er heel wat wijzigingen en aan vullingen, maar ook vele versoberingen tijdens de voorbereiding worden aange bracht. In antwoord op een vraag van de heer Mensink antwoordde de wethouder, dat alle gemeentelijke opdrachten aan Haar lemse firma's zijn gegeven en ook van de particuliere opdrachten komt het meeste profijt bij Haarlemmers terecht. Het voorstel werd vervolgens aange nomen met 29 (P. v. d. A., K.V.P.C.P.N.) tegen 8 stemmen (A.R., C.H. en V.V.D.). hem al teveel naar dirigisme in de woning bouw. Voorts toonde hij zich een overtuigd voorstander van meer premiebouw door particulieren en minder woningwetbouw, in het voetspoor van de huidige minister van Wederopbouw. Een gemeentelijke hy potheekregeling valt daarbij te overwegen. Bovendien is nu de mogelijkheid van het bouwen van woningen voor industrie-ar beiders geschapen. De liefde voor duplex- woningen bleek bij de heer Van Velsen meer bekoeld dan bij de wethouder; voorts bepleitte hij als vroeger groter aandacht voor het grote gezin: hij was van oordeel dat het kleine er nog steeds beter voor stond. Dat de heer F i b b e (V.V.D.) het met de vorige spreker inzake de premiebouw vol komen eens zou zijn, stond wel vast, uiter aard maakte hij van de gelegenheid gebruik om nog eens de voordelen van bouw voor eigen rekening in een soort huurkoop systeem uit te meten boven die van het lidmaatschap van een woningbouwvereni ging. Hij brak trouwens een lans voor meer medezeggenschap der leden bij de bouw van die corporaties. Duister De heer Spek (A.R.) behoorde tot de genen die de toewijzing en verrekening der zogenaamde migratiewoningen maar een duistere zaak vonden. „Zijn er geen wonin gen, dan kan er ook geen sprake zijn van een migratie-overschot", zo redeneerde hij en hij vreesde dat zonder extra bouwvolu me voor dit jaar daarover waren alle raadsleden het eens Haarlem een afge sloten gebied zou worden. Dat de heer Hennevelt (C.P.N.) zich uiterst critisch zou uitlaten over de volks- huisvestingspolitiek van het College, zal wel geen verwondering baren, evenmin dat hij twee vertrouwde argumenten uit zijn arsenaal opdiepte: de tegenstelling tussen woningnood en werkloosheid onder de bouwvakkers en die tussen noodzakelijke krotopruiming en de vervanging door nieu we woningen. De heer Hennevelt hield voorts een plei dooi voor een huurbijslagfonds en wilde „grote" huiseigenaren krachtig aanpakken indien zij bij het onderhoud in gebreke bleven en „kleine" soepel. Voorts laakte hij het dat in Oost dure grond voor arbeiderswoningen werd be stemd, terwijl in Noord goedkopere, terrei nen voor middenstandsbouw zullen worden gebruikt. Welwillender critiek kwam uit de mond van de heer S i 1 v i s (A.R.) die wees op de morele gevaren van de woningnood en mede daarom verhoging van het tempo der bouwerij en voortschrijdende krotoprui ming bepleitte. Wat betrof de economisch- zwakken: die moesten nieuwe woningen krijgen in de wijk waar die groep nu ook woont. De heer W e n s i n g (C.H.U.) was het in grote lijnen met dit betoog eens, wilde ver der aansluiting bij de Bouwkas der Ver eniging van Nederlandse gemeenten, ter bevordering ook van sociale stabiliteit en spaarzin der burgerij. Wethouder Angenent bleek in het College echter de enige te zijn die hiervoor voelde, de meerderheid achtte het risico voor de gemeente te groot. Mat De situatie bij de woningbouwcorporaties is een specialiteit van de heer VanBock- hoven (Arbeid). Erg rooskleurig is het daar niet: de inwendige sterkte groeit niet, het beleid der besturen wordt gekenmerkt door matheid: geen wonder, wanneer hun te weinig verantwoordelijkheid wordt ge laten, wanneer zij voor het onderhoud slechts 54 gulden per jaar en per bewoner krijgen. Een steuntje van Bouw en Woning toezicht achtte spreker gewenst, alzo niet de wethouder, die het liever op het parti culier initiatief hield. Mede namens de heren Van Velsen, Stof fels (V.V.D.) en Spek diende de heer Van Boekhoven een motie in, waarin B. en W. werden uitgenodigd prae-advies uit te brengen over de mogelijkheid om in de voor oorlogse woningwetwoningen douchecel en warmwatervoorziening aan te brengen. Mild Mevrouw S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V. V.D.) toonde zich jegens wethouder A n- genent nogal mild, of liever, zoals zij het formeel juist stelde, jegens het beleid van het gehele College. Maar in fijne nuan ces gesproken toch weer wat minder mild jegens wethouder Happé, omdat de lijst van oude gevallen onder de woning zoekenden nog veel te lang was. Om daar drastisch een einde aan te maken, moest het er nu eens van komen, dat de woning bouwverenigingen veertig procent der hui zen door de gemeente, tien door het rijk laten aanwijzen, dan behouden zij nog de helft voor de eigen leden. Overigens was zij het wel met de vorige spreker eens; wat meer vrouwelijk element in de besturen kon trouwens ook geen kwaad. Ten aanzien van de sociaal-zwakken deelde zij het in zicht van de heer S i 1 v i s, een commissie was niet nodig. Maar op haar beurt vroeg zij aandacht voor weer andere groepen: bejaarden (geen dure verzorgingshuizen!) en alleenstaande vrouwen zoals oud-verpleegsters en verder ook de zich uitbreidende jonge gezinnen, waarvoor zij een soort schakelsysteem van appartementen had uitgedacht. Verweer Wethouder Angenent antwoordde op de critiek, dat er door B. en W. (of door hem) teveel met horten en stoten wordt gewerkt, dat er integendeel door het col lege bij voortduring op het vinkentouw is gezeten om extra bouwvolume te verkrij gen. Horten en stoten werden veroorzaakt door de regeringspolitiek met telkens nieuwe bepalingen en voorschriften. Zo moest het bouwvolume voor 1950 bij na geheel in montagewoningen worden uit gevoerd, waardoor drie plannen moesten worden afgeschreven. Het bouwen in de „verminderde sector" had hetzelfde effect. B. en W. zijn ook niet tevreden over het aldus vertraagde tempo, zeker is waar dat Haarlem steeds over de toegekende kwan ta is heengegaan. Het totale bouwvolume van 19461953 bedraagt 2614 woningen; er zijn er 2675 gebouwd en in aanbouw. Bouw van huurwoningen in de vrije sec tor levert financieel een te grpot risico op. De wethouder gaf toe, dat er te weinig terreinen bouwrijp zijn, maar ter wille van de financiën kan men daarmee niet te ver vooruit zijn op de woningbouw. Overigens is dat steeds een kwestie van slechts een half jaar. In MeiJuni zijn de gronden in Haar lem-Oost voor de afzonderingscomplexen in ieder geval klaar. De wethouder was het wel eens met de opvatting van de heer VanBochhoven over de grotere verantwoordelijkheid die voor de besturen der woningbouwvereni gingen gewenst is. B. en W. zijn geen tegenstander van par ticuliere bouw, maar dan liefst in de vorm van stichtingen als „De kleine midden stander". De wethouder wees er op, dat, waar par ticuliere bouwers het bouwen met premie nog steeds te riskant vinden, men de over heid niet mag verwijten dat zij het leeuwendeel der woningen bouwt. Meespreken bij de bouw van vereni gingswoningen door toekomstige leden bewoners, zoals de heer F i b b e had ge wenst, vond wethouder Angenent om practische redenen ongewenst. Uitvoering van grotere complexen wo ningen door meer dan één aannemer acht te spreker niet zo voordelig als de heren Ottolini (K.V.P.) en Hennevelt hadden willen doen geloven, mits er maar voldoende arbeiders worden aangenomen. Daar heeft men in Haarlem-Oost wel de hand mee willen lichten, maar spreker heeft ervoor gezorgd, dat dit niet ge beurde. Het systematisch onderzoek naar krot opruiming is reeds in 1951 begonnen en gaat door. De moeilijkheid is om steeds weer nieuwe woningen beschikbaar te hebben. Toch wilde de wethouder streven naar het opruimen van vijftig krotten per jaar. Wat betrof de gevraagde, commissie voor sociaal-zwakken; geen enkel bezwaar, liefst zelfs ook bestudering van de analoge problemen van huisvesting van bejaarden en oud-verpleegsters. ff B. en W. van Haarlem hebben prae-advies uitgebracht op het verzoekschrift van de Haarlemse bioscoopexploitanten om verla ging van de vermakelijkheidsbelasting. Zij komen in een uitvoerige uiteenzetting tot de conclusie dat de brief der bioscoop exploitanten voor kennisgeving moet wor den aangenomen. B. en W. geven eerst een historisch over zicht van de ontwikkeling der vermake lijkheidsbelasting en vervolgen: De vermakelijkhedenbelasting is belas ting die geheven wordt van een bepaalde groep van verteringen, verteringen door hen die voor het bezoeken van vermake lijkheden geld beschikbaar hebben. Dat voor de heffing en invordering van de be lasting de ondernemer in de desbetreffen de verordening als belastingplichtig wordt aangewezen, is een belastingtechnische con structie, die het karakter van de heffing als verteringsbelasting niet wijzigt. Wanneer dan ook in het adres van de bioscoopondernemers betoogd wordt, dat zij 35 van de netto (bedoeld wordt waar schijnlijk bruto) ontvangsten moeten af dragen, dan is dit volkomen onjuist. Achter dit betoog gaat de suggestie schuil, dat ver laging van de belasting de toeloop naar de bioscopen zou doen toenemen, waardoor de inkomsten zouden stijgen. Daar echter vast staat, dat een eventuele verlaging van de belasting niet van invloed zal zijn op de toegangsprijzen zou deze verlaging alleen aan de ondernemers ten goede komen. Bij het opzetten van een exploitatieberekening dienen naar de mening van B. en W. de toe gangsprijzen zo te zijn, dat een redelijke winst zeker is. Uiteraard speelt hierbij het geen vertoond wordt een belangrijke rol. Goede vertoningen worden, ook indien de toegangsprijzen hoog liggen, behoorlijk be zocht, zoals telkens opnieuw blijkt. In dit verband wijzen B. en W. er op, dat de bioscoopondernemers, hoewel zij daarin sinds begin 1950 volkomen vrij zijn, hun toegangsprijzen practisch sedert de bevrij ding niet hebbed verhoogd. Hoewel zij niet over de exploitatie-uitkomsten van de di verse bioscoopondernemingen beschikken, menen zij in twijfel te moeten trekken dat de toestand inderdaad zo penibel is als wordt voorgesteld. Ten eerste gaf de Ne derlandse Bioscoopbond in de afgelopen tijd toestemming tot het bouwen van het Lido theater en het Minerva theater. B. en W. kunnen uit dat besluit geen andere ge volgtrekking maken dan dat de bond van mening was, dat de behoefte aan bioscopen door het bestaande aantal niet gedekt werd. De door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek verstrekte gegevens geven ook een ander beeld dan aan de raad wordt voor gehouden. De cijfers voor de gemeente Haarlem geven het volgende beeld: toeg.be wij zen bestede bedrag In de avondvergadering heeft wethouder Happé (Arbeid) gesproken over de acute en over de absolute woningnood.Voor beide problemen is van belang het wel vaartspeil der bevolking onder ogen te zien. De huren van nieuwe woningen zijn vaak zo hoog, dat woningzoekenden er niet altijd toe kunnen overgaan de woning te betrek ken. Ook gebeurt het, dat ouders hun wo ning niet willen verlaten ten behoeve van getrouwde kinderen, omdat zij de huur van de nieuwe woning niet kunnen opbrengen en de verhuiskosten niet kunnen betalen. Een huurbijslag is niet het geëigende mid del om succes te boeken. Spreker deelde mee, dat in het afgelopen jaar in 58 van de op 1 Januari 1952 op het Huisvestings bureau geregistreerde 182 onhoudbare ge vallen geholpen is en in 791 van de 1604 zeer urgente gevallen. Er zijn echter vele nieuwe gevallen bijgekomen. De wethouder verklaarde, dat B. en W. bijzondere aan dacht besteden aan gevallen, ontstaan door het onbewoonbaar verklaren van woningen. Mevrouw Scheltema heeft opgemerkt, dat het antwoord van B. en W. over het be wonen der huizen, gebouwd dank zij de burgerlening, vaag is. Dat is juist. De reden is, dat er samenwerking moet zijn tussen de overheid en woningbouwvereni gingen. Lte samenwerking is voortreffelijk te noemen, doordat de besturen meer en meer een inzicht krijgen waarom het gaat bij de verdeling der woonruimte. In het verleden ontbrak een volledig inzicht. Het moet onverschillig zijn of een woningzoe kende lange of korte tijd lid van een wo ningbouwvereniging is. Primair is: wie moet geholpen worden. Enkele leden hebben gesproken over mi gratie en hun vreugde uitgesproken, dat de poort van Haarlem niet dicht is. Het mag niet zo zijn, dat uitsluitend Haarlemmers geholpen worden. Een dergelijk beleid zou spreker niet voor zijn rekening willen ne men. Voor de stad Haarlem, voor de toe komstige ontwikkeling der gemeente, die van oudsher een forensenstad is en voor de bevordering der industrieën achtte spreker migratie van belang. Het aantal vertrok kenen is groot, doch tot 1 Januari j.l. zijn daarover geen cijfers bekend. Wel weet spreker, dat velen naar Velsen zijn ver huisd, omdat daar in verhouding met Haar lem meer* goedkope woningen beschikbaar waren. Spreker deelde nog mee, dat 400 gezinshoofden, die in Haarlem werken, nog elders wonen. Voorts beantwoordde de wethouder enige vragen over douchecellen en gasgeysers. B. en W. zijn ook van mening, dat het noodzakelijk is voor de moderne hygiëne, dat de inwoners over warm water beschik- Op National Airport" te Washington, waar de ingezamelde goederen uit alle delen der Verenigde Stüten verzameld loorden voor verzending naar de getroffen gebieden in ons land. werd een cheque ter waarde van S 10.000.— aangeboden namens de B'nai B'rith, de Joodse Organisatie. We zien hier het moment, waarop de president van die organisatie, Frank Goldman (links), de cheque aanbiedt aan de Nederlandse ambassadeur dr. J. H. van Royen. ken. Bij de bouw van woningen na de oor log is het maken van douchecellen verplicht gesteld. Weinig bouwrijpe gronden Bij de replieken merkte de heer Goedee op, dat er in de laatste jaren weinig gron den bouwrijp gemaakt zijn. Volgens hem zijn hierbij de wethouder van Openbare Werken en Volkshuisvesting en de dienst van Openbare Werken in hun taak tekort geschoten. Ook had hij critiek op het grond- verwervingsbeleid. Trekt de wethouder er wel op uit, om aan grond te komen? De prijzen van de grond zijn te hoog. Spreker zeide, dat het vraagstuk van het bouw volume van groot belang voor de ontwik keling der gemeente is en daarom achtte de heer Goedee het noodzakelijk, dat er «én wethouder is, die de vraagstukken aan kan. Voorts betoogde hij, dat Haarlem een kans voorbij heeft laten gaan, om extra bouw volume te verkrijgen. Bouwvolume De voorzitter, burgemeester mr. Cremers, deelde mee, dat er in de provincie een commissie bestaat, die Gedeputeerde Staten adviseert over de verdeling van het bouwvolume. Daarin hebben zitting de bur gemeester van Haarlem, de burgemeester van een kleine gemeente en een wethouder van Amsterdam. Wat deze commissie doet en gedaan heeft voor Haarlem moet geheim blijven. Persoonlijk was spreker van me ning dat het toewijzingssysteem van Gede puteerde Staten ten aanzien van het actuele woningtekort onvoldoende is. Het is onjuist dat Haarlem bij de berekening van het bouwvolume de dupe is geworden. Van een gemiste kans voor toewijzing van bouw volume is spreker niets bekend. De heer Goedee heeft gezegd, dat de wethouder van Openbare Werken voor bepaalde zaken de verantwoording draagt. Dit geldt echter niet voor het volkswoningbouwbeleid. Het gehele college draagt de verantwoordelijk heid. Als het college van mening is, dat een wethouder niet voldoende actief is, dan gaat het over tot een nieuwe verdeling der taken. Critiek is dus bestemd voor het col lege en spreker gaf het woord aan wethou der Angenent, om de critiek op de activiteit van het gehele college te verdedigen. Wethouder Angenent (KVP) zeide eveneens, dat hem niets bekend is, dat er voor Haarlem bouwvolume beschikbaar was. Hij heeft in de afgelopen jaren regel matig besprekingen gevoerd met instan ties, om over meer bouwvolume te kunnen beschikken. In Haarlem-Noord is op goed kope grond gebouwd. Indien thans grond verkocht wordt, die de gemeente vóór de oorlog gekocht heeft, dan zijn de prijzen hoog. De heer Goedee (P. v. d. A.) ver klaarde nog, dat het waar is, dat het gehele college de verantwoording draagt, doch in grote steden, zoals ook in Haarlem, is van een werkverdeling in het college sprake. Een wethouder heeft dan zoveel mogelijk aandacht voor zijn eigen portefeuille. B. en W. namen de motie van de heer Van Boekhoven (P. v. d. A.) (voor ziening van een douche in alle woningwet woningen) over. Een motie-H ennevelt (Comm.) (meer bouwvolume) werd verworpen met 294 stemmen. Structuur- en saneringsplan Nadat het hoofdstuk Volkshuisvesting afgehandeld was, opende de heer Goedee (P. v. d. A.) de algemene beschouwingen over het hoofdstuk Openbare Werken. Hij drong aan om de voorbereiding van het structuurplan met kracht ter hand te nemen. Er dient zo spoedig mogelijk begonnen te worden aan de sanering van krotwoningen, doch dan dient de woningnood minder te zijn dan op het ogenblik. Weten B. en W. echter wel voldoende wat er aan een saneringsplan verbonden is? De heer Van Velsen (KVP) merkte op, dat de dienst van Openbare Werken overbelast is. Daardoor heeft men geen tijd om aandacht te besteden aan een belang rijk vraagstuk, namelijk het maken van een structuurplan van de gemeente Haar lem. Waar komt het nieuwe politiebureau? In de afgelopen jaren is vaak een plaats genoemd, namelijk de Raaks. Is toen wel nagegaan of de plaats wel de geschiktste is in verband met de ligging der stad? Het zelfde kan gezegd worden over de plannen nieuwe gebouwen. (Stadsbibliotheek, Con sultatiebureau enz.) te stichten. Wat ge beurt er met het terrein aan de Damstraat en met het Stationsplein? Als Haarlem zijn leidinggevende taak had begrepen, dan hadden B. en W. reeds een bestemming ge geven aan het laatstgenoemde plein. Hier zou het politiebureau op zijn plaats zijn. Spreker betreurde het, dat het college geen particuliere architect ingeschakeld heeft bij het ontwerpen van nieuwe gebouwen. Dit zou de dienst van Openbare Werken ont lasten. Ir. Stoffels (WD) was van mening, dat het voor de ontwikkeling der gemeente van belang is dat het streekplan voor Zuid- Kennemerland bekend wordt. Het is jam mer dat er nog niet begonnen is aan een structuurplan en dat er niets definitiefs bekend is over het nieuwe politiebureau. Het maken van uitbreidingsplannen ver loopt niet bevredigend, hoewel spreker moet toegeven, dat er veel werk aan ver bonden is. Kan de raad niet meer inge schakeld worden in het voorbereiden van de uitbreidingsplannen. Kunnen enige raadsleden opgenomen worden in de com missie voor uitbreidingsplannen? -Hierna werd de vergadering verdaagd tot hedenmiddag. jaar bioscopen na aftr. belast. 1939 1.261.413 563.326 1946 2.848.678 1.977.709 1947 2.646.156 1.760.062 1948 2.148.629 1.336.505 1949 1.852.365 1.177.552 1959 1.874.293 1.196.218 1951 1.775.173 1.203.014 1952 1.880.000 1.286.863 Uit deze gegevens blijkt, dat de netto- ADVERTENTIE En beiden hebben gelijk als ze zeggen: Ha!... HUNTER Heerlijk! De televisie-reportage van „Teisterbant" uitgesteld .Wegens de tengevolge van de watersnood noodzakelijk geworden veranderingen van het programma, kan de voor Vrijdag 13 Februari vastgestelde televisie-uitzending, die de N.C.R.V. aan de Haarlemse socië teit Teisterbant zou wijden, geen doorgang vinden. Het is nog niet bekend wanneer de studio te Bussum thans voor dit doel be schikbaar komt. Verzilvering vacantiebonnen voor het Rampenfonds Voor georganiseerde en ongeorganiseer de losse- en tuinbouw&rbeiders bestaat de gelegenheid een bedrag van tien gulden aan vacantiebonnen te verzilveren ten be hoeve van het Nationale Rampenfonds. Zij die bereid zijn, één dag loon af te staan, kunnen zich Dinsdag 17 en Woensdag 18 Februari na zeven uur vervoegen bij de penningmeester, Lindenlaan 23, Heemstede. ontvangsten zich sinds 1949 in stijgende lijn hebben bewogen en het in 1952 in de bio scopen bestede bedrag zelfs ruim 83.000 hoger is dan in 1951; en voorts dat de netto ontvangsten in 1952 ruim 238 bedragen van die in 1939. Sinds 1 Juli 1952 is de bepaling van kracht dat de belasting voor cultureel ge keurde films tot een aantal van zes per theater per jaar, verlaagd werd tot 10 Tot heden werden 23 van deze films ver deeld over vijf theaters, vertoond. De door de verlaging van het heffingspercentage gederfde belasting bedraagt momenteel reeds ruim 30.000. De toegangsprijzen werden voor deze films niet verlaagd, doch in enkele gevallen nog verhoogd. Dat de differentie in de heffingspercen tages gezien moet worden als een discrimi natie van de bioscoopvoorstellingen ont kennen B. en W. ten stelligste. Ook de om zetbelasting wordt geheven naar een ge differentieerd tarief. „Vermenigvuldigd amusements product" Bovendien is er bij de vaststelling van een verschillend tarief voor toneel- en mu ziekuitvoeringen enerzijds en bioscoopvoor stellingen anderzijds rekening mede gehou den, dat de eerste gegeven worden door levende, merendeels Nederlandse kunste naars en werkelijke kunst betreffen, ter wijl de toegangsprijzen, ondanks overheids subsidies, toch reeds aanmerkelijk hoger liggen dan die van de bioscoopvoorstellin gen. De film daarentegen is een vermenig vuldigd amusementsproduct, dat geheel commercieel geëxploiteerd wordt, terwijl een zeer belangrijk gedeelte van de op brengst aan grote en kapitaalkrachtige bui tenlandse ondernemingen ten goede komt. Dat intussen een lagere belasting is vast gesteld voor vertoning van z.g. cultureel gekeurde films (de helft lager zelfs dan voor toneel en muziek) vindt zijn oorzaak in de wens om de vertoning van films van hogere kunst- en culturele waarde te be vorderen. Dat dit laatste geheel wordt bereikt, wa gen B. en W. overigens te betwijfelen. Het ziet er tot nu toe naar uit, dat men zich in het algemeen beperkt tot de vertoning van die cultureel gekeurde films, welke veel publiek trekken en dus een goede recette waarborgen,terwijl juist die films,welke van grote kunstwaarde zijn, maar het grote pu bliek niet trekken, in Haarlem nog steeds niet vertoond worden. Ten aanzien van de positie van de ge- meentefinanciën is het tenslotte zo, dat wil uit de vermakelijkhedenbelasting een be hoorlijke opbrengst worden verkregen, de grote massa van de bioscoopbezoekers, die zich verhoudt tot de aantallen bezoekers van toneelvoorstellingen en concerten als 17 1 0.7, daarvoor moet zorgen. In aan merking nemende, dat in 1951 100.162 be zoekers van toneelvoorstellingen 26.836, 71.530 bezoekers van concerten 17.625 en 1.775.173 bezoekers van bioscopen 420.918 belasting betaalden, dan betekent dit, dat de bezoekers van deze vermakelijkheden gemiddeld betaalden in dat jaar resp. 26, 25 en 23 V2 cent aan belasting. De tijdsomstandigheden brengen mede, dat op de bevolking een zware belasting druk ligt. Verlaging van de belasting als door de exploitanten wordt gevraagd, zou B. en W. noodzaken dekking te zoeken voor een verlies van 150.000, hetgeen zonder invoering van een nieuwe heffing niet mo gelijk is. HAARLEM, 11 Februari 1953 ONDERTROUWD: 11 Febr., J. Giesbergen en A. M. Tonnessen; C. Agricola en A. Va- lentijn; F. C. van der Landen en J. H. Hal- derman; H. Stoelman en R. A. A. Vander- heyden; J. V. Munsterman en G. J. Hof- meijer; P. Zuiderduin en M. J. Colin; G. M. Heinsbergen en .T. J. Stet; G. Chr. N. Jong bloed en W. H. Franssen; D. van Oei en W. A. Roorda; A, Heijstek en H. W. Bruinsma; F. H. Steffers en A. Huijzer. GEHUWD: 11 Febr., R. P. Kruijer en M. L. Dekker; C. W. van Leuven en G. J. de Bont; P. D. Jongejan en E. van der Leer; P. A. Scheffelaar én H. H. Warmerdam; G. J. Beentjes en M. de Vries; B. van Wees en A. Miezenbeek; H. Siebeling en J. I. van Asse- ma; P. P. van der Sluis en T. Pot; J. H. H. Puts en H. M. Froeling; L. J. J. Klaren en F. A. E. M. Vooges; L. van Berk en W. Daams; W. G. Engelhard en A. A. van Hof- ten; H. J. Fiekert en M. A. van Kampen; W. Wijshake en E. C. Rooijers; J. A. van Veen en S. Leegstra; J. J. Bot en J. E. Bot. BEVALLEN van een zoon: 9 Febr., J. Th. C. van der Heidevan Lieshout; 10 Febr., A. J. FlikweertBal; G. C. Janssenvan der Zanden; 11 Febr., P. E. A. Kroon—Thierry. BEVALLEN van een dochter: 10 Febr., M. KlinkenbergSchmelzer; 11 Febr., G. B. van der Kroftvan Roon; J. G. H. MesKaptein; G. L. Wijtman—Sneijder. OVERLEDEN: 8 Febr., H. Cornet, 76 j„ Gasthuislaan; 9 Febr., E. M. Verzeilberg, 11 m„ Tugelastraat; 10 Febr., M. Th. Padberg- Kosters. 79 j., Jansweg; A, J. S. Wintersho- ven—Wijt, 79 j., van Hogendorpstraat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7