Wethouder Angenent verweerde zich goed
tegen scherpe aanvallen op zijn beleid
Wethouder Happé spreekt over
acute en absolute woningnood
B. en W. voelen niets voor verlaging
der vermakelijkheidsbelasting
s
Volkshuisvesting aan de orde
m
Dertig mille extra
voor lichtfestijn
Heemstede
/Wèg die afvalstoffen
die Uw ingewanden verstoppen!
Zacht en toch snel werken
M
Tegenstand bij VVD en
Prot. Christelijken
Cijfers duiden op toenemend bioscoopbezoek"
DE AVONDVERGADERING
Burgerlijke Stand
van Haarlem
I
DONDERDAG 12 FEBRUARI 1953
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
De chronische woningnood van na de oorlog heeft van de portefeuille van Volks
huisvesting een fel omstreden post gemaakt. De wethouder die haar beheert moet
over wel heel veel kwaliteiten beschikken om het zijn tegen- en medestanders in de
raad naar de zin te maken, zelfs al is de portefeuille ontdaan van de zo précaire
beslommeringen der woonruimteverdeling. Dat bleek wethouder Angenent gis
termiddag en gisteravond wel in de Haarlemse vroedschap, waar de rijzige gestalte
van de heer Goedee (Arbeid) oprees om in de kruitdamp, die er nog hing na
de algemene beschouwingèn van zijn fractieleider A 1 b r e c h t, geen twijfel te
laten aan zijn overtuiging dat de heer Angenent in zijn beleid onder de maat was
gebleven.
Zijn zwaarste geschut bracht de heer
Goedee eigenlijk pas in tweede in
stantie in stelling, toen hij opmerkte
dat het niet aangaat nu ineens over
een „verantwoordelijkheid van het
gehele College" te gaan spreken, waar
moeilijk drie wethouders kunnen opdraaien
voor wat er één doet, of liever nalaat te
doen.
De heer Angenent had in zijn ver
dediging een uitstekend verweer overi
gens gezegd, dat er vele hindernissen en
obstakels waren geweest, maar de heer
Goedee was van mening dat in andere
gemeenten diezelfde voetangels en klem
men overwonnen waren en dat het vooral
een lekort aan activiteit in de eerste jaren
na de oorlog was geweest dat de woning
bouw in Haarlem niet had doen zijn wat
hij in andere gemeenten is.
Critische opmerkingen maakte de heer
Goedee voorts ten aanzien van de nog
steeds ontbrekende woningkarthotheek
onontbeerlijk bij een planmatige woning
bouw het ten achter blijven bij de acht
honderd woningen per jaar om de woning-
schaarste in te lopen met ongeveer 250
huizen, het bouwrijp maken van gronden
en het voeren van een actieve grondpoli-
tiek.
Tenslotte vroeg de heer Goedee nog in
stelling van een gemengde commissie van
raadsleden en gespecialiseerde deskundigen
om het probleem van de huisvesting der
sociaal-zwakken te bestuderen, een groep,
die „bij woningschaarste het eerst op straat
staat". En spreker voegde daar aan toe,
dat men dan niet met het argument „eigen
schuld" moet aankomen, want dat is op
deze „zieke" leden van de samenleving niet
toe te passen.
Geen dirigisme"
Aan zo'n commissie, woningbouwplan-
nen-op-lange-termijn en prognoses bleek
de heer Van Velsen (K.V.P.) in het
geheel geen behoefte te hebben, het riekte
ADVERTENTIE
Het voorstel om het crediet voor Haar
lem-Lichtstad van zeventig mille op een
ton te brengen, ontmoette bij sommige
leden van de Haarlemse raad enige be
denkingen, ondanks een geestdriftige pleit
rede vooraf van wethouder D. J. A. Geluk,
die daarbij met instemming het hoofd
artikel van H. P. in ons blad, getiteld
„Levenskracht", citeerde.
De heer Wensing (CHU) vroeg zich
echter af of de verhoging van het crediet
wel zakelijk gemotiveerd was. Dit te
zamen met de aanvankelijk door spreker
gekoesterde verwachting, dat het voorstel
onder de indruk van de nationale ramp
spoed zou worden ingetrokken maakte
het hem niet mogelijk voor het voorstel te
stemmen.
Ook de heer Bettink (WD) stond
sceptisch tegenover de gevraagde ver
hoging.
De heer Spek (A.R.) geloofde, dat men
de oplossing moet zoeken in een concen
tratie van de verlichting in de binnenstad,
waartegenover dan wat verder afgelegen
objecten zouden moeten vervallen.
De heer Van derVeldt (KVP) stond
vierkant achter het voorstel van het Col
lege, zoals te verwachten viel, nadat de
heer Schippers (KVP) in een vorige ver
gadering reeds had betoogd, dat men beter
een ton kon uitgeven voor iets bijzonders,
dan zeventig mille voor iets middelmatigs,
een standpunt, dat ook dat van de heer
Mensink en zijn socialistische vrienden
bleek te zijn.
Wethouder Geluk (P. v. d. A.) wees
er op, dat alle opdrachten voor de verlich
ting en versiering reeds gegeven waren
voor de ramp, en op een tijdstip dat be
kend was dat de meerderheid van de raad
gunstig tegenover een verhoging van het
crediet stond. Zou deze dertig mille niet
toegestaan worden, dan zouden essentiële
punten niet verlicht kunnen worden en ook
geen eenheid met de plannen van de win
kelstraten bereikt worden. Alles ten
Noorden van de Grote Markt zou dan bij
voorbeeld vervallen, hetgeen een negatieve
reclame zou betekenen.
In tweede instantie merkte de heer
Spek nog op, dat reeds in het plan van
zeventig mille een verlichting tot en met
het Soendaplein was vastgelegd. Het deel
ten Noorden is echter al vervallen, zodat
spreker zich afvroeg of er dan niet een
beetje al te globaal gerekend was bij het
opstellen van de begroting.
Wethouder Geluk stelde daar tegen
over dat er voor dit soort projecten maar
weinig „begrotingservaring" staat, terwijl
bovendien de aard van het werk met zich
brengt, dat er heel wat wijzigingen en aan
vullingen, maar ook vele versoberingen
tijdens de voorbereiding worden aange
bracht.
In antwoord op een vraag van de heer
Mensink antwoordde de wethouder, dat
alle gemeentelijke opdrachten aan Haar
lemse firma's zijn gegeven en ook van de
particuliere opdrachten komt het meeste
profijt bij Haarlemmers terecht.
Het voorstel werd vervolgens aange
nomen met 29 (P. v. d. A., K.V.P.C.P.N.)
tegen 8 stemmen (A.R., C.H. en V.V.D.).
hem al teveel naar dirigisme in de woning
bouw. Voorts toonde hij zich een overtuigd
voorstander van meer premiebouw door
particulieren en minder woningwetbouw,
in het voetspoor van de huidige minister
van Wederopbouw. Een gemeentelijke hy
potheekregeling valt daarbij te overwegen.
Bovendien is nu de mogelijkheid van het
bouwen van woningen voor industrie-ar
beiders geschapen. De liefde voor duplex-
woningen bleek bij de heer Van Velsen
meer bekoeld dan bij de wethouder; voorts
bepleitte hij als vroeger groter aandacht
voor het grote gezin: hij was van oordeel
dat het kleine er nog steeds beter voor
stond.
Dat de heer F i b b e (V.V.D.) het met de
vorige spreker inzake de premiebouw vol
komen eens zou zijn, stond wel vast, uiter
aard maakte hij van de gelegenheid gebruik
om nog eens de voordelen van bouw voor
eigen rekening in een soort huurkoop
systeem uit te meten boven die van het
lidmaatschap van een woningbouwvereni
ging. Hij brak trouwens een lans voor meer
medezeggenschap der leden bij de bouw
van die corporaties.
Duister
De heer Spek (A.R.) behoorde tot de
genen die de toewijzing en verrekening der
zogenaamde migratiewoningen maar een
duistere zaak vonden. „Zijn er geen wonin
gen, dan kan er ook geen sprake zijn van
een migratie-overschot", zo redeneerde hij
en hij vreesde dat zonder extra bouwvolu
me voor dit jaar daarover waren alle
raadsleden het eens Haarlem een afge
sloten gebied zou worden.
Dat de heer Hennevelt (C.P.N.) zich
uiterst critisch zou uitlaten over de volks-
huisvestingspolitiek van het College, zal
wel geen verwondering baren, evenmin dat
hij twee vertrouwde argumenten uit zijn
arsenaal opdiepte: de tegenstelling tussen
woningnood en werkloosheid onder de
bouwvakkers en die tussen noodzakelijke
krotopruiming en de vervanging door nieu
we woningen.
De heer Hennevelt hield voorts een plei
dooi voor een huurbijslagfonds en wilde
„grote" huiseigenaren krachtig aanpakken
indien zij bij het onderhoud in gebreke
bleven en „kleine" soepel.
Voorts laakte hij het dat in Oost dure
grond voor arbeiderswoningen werd be
stemd, terwijl in Noord goedkopere, terrei
nen voor middenstandsbouw zullen worden
gebruikt.
Welwillender critiek kwam uit de mond
van de heer S i 1 v i s (A.R.) die wees op
de morele gevaren van de woningnood en
mede daarom verhoging van het tempo der
bouwerij en voortschrijdende krotoprui
ming bepleitte. Wat betrof de economisch-
zwakken: die moesten nieuwe woningen
krijgen in de wijk waar die groep nu ook
woont.
De heer W e n s i n g (C.H.U.) was het in
grote lijnen met dit betoog eens, wilde ver
der aansluiting bij de Bouwkas der Ver
eniging van Nederlandse gemeenten, ter
bevordering ook van sociale stabiliteit en
spaarzin der burgerij.
Wethouder Angenent bleek in het
College echter de enige te zijn die hiervoor
voelde, de meerderheid achtte het risico
voor de gemeente te groot.
Mat
De situatie bij de woningbouwcorporaties
is een specialiteit van de heer VanBock-
hoven (Arbeid). Erg rooskleurig is het
daar niet: de inwendige sterkte groeit niet,
het beleid der besturen wordt gekenmerkt
door matheid: geen wonder, wanneer hun
te weinig verantwoordelijkheid wordt ge
laten, wanneer zij voor het onderhoud
slechts 54 gulden per jaar en per bewoner
krijgen. Een steuntje van Bouw en Woning
toezicht achtte spreker gewenst, alzo niet
de wethouder, die het liever op het parti
culier initiatief hield.
Mede namens de heren Van Velsen, Stof
fels (V.V.D.) en Spek diende de heer Van
Boekhoven een motie in, waarin B. en W.
werden uitgenodigd prae-advies uit te
brengen over de mogelijkheid om in de voor
oorlogse woningwetwoningen douchecel en
warmwatervoorziening aan te brengen.
Mild
Mevrouw S c h e 11 e m a-C o n r a d i (V.
V.D.) toonde zich jegens wethouder A n-
genent nogal mild, of liever, zoals zij het
formeel juist stelde, jegens het beleid van
het gehele College. Maar in fijne nuan
ces gesproken toch weer wat minder
mild jegens wethouder Happé, omdat de
lijst van oude gevallen onder de woning
zoekenden nog veel te lang was. Om daar
drastisch een einde aan te maken, moest
het er nu eens van komen, dat de woning
bouwverenigingen veertig procent der hui
zen door de gemeente, tien door het rijk
laten aanwijzen, dan behouden zij nog de
helft voor de eigen leden. Overigens was
zij het wel met de vorige spreker eens; wat
meer vrouwelijk element in de besturen
kon trouwens ook geen kwaad. Ten aanzien
van de sociaal-zwakken deelde zij het in
zicht van de heer S i 1 v i s, een commissie
was niet nodig.
Maar op haar beurt vroeg zij aandacht
voor weer andere groepen: bejaarden (geen
dure verzorgingshuizen!) en alleenstaande
vrouwen zoals oud-verpleegsters en verder
ook de zich uitbreidende jonge gezinnen,
waarvoor zij een soort schakelsysteem van
appartementen had uitgedacht.
Verweer
Wethouder Angenent antwoordde op
de critiek, dat er door B. en W. (of door
hem) teveel met horten en stoten wordt
gewerkt, dat er integendeel door het col
lege bij voortduring op het vinkentouw is
gezeten om extra bouwvolume te verkrij
gen. Horten en stoten werden veroorzaakt
door de regeringspolitiek met telkens
nieuwe bepalingen en voorschriften.
Zo moest het bouwvolume voor 1950 bij
na geheel in montagewoningen worden uit
gevoerd, waardoor drie plannen moesten
worden afgeschreven. Het bouwen in de
„verminderde sector" had hetzelfde effect.
B. en W. zijn ook niet tevreden over het
aldus vertraagde tempo, zeker is waar dat
Haarlem steeds over de toegekende kwan
ta is heengegaan. Het totale bouwvolume
van 19461953 bedraagt 2614 woningen;
er zijn er 2675 gebouwd en in aanbouw.
Bouw van huurwoningen in de vrije sec
tor levert financieel een te grpot risico op.
De wethouder gaf toe, dat er te weinig
terreinen bouwrijp zijn, maar ter wille van
de financiën kan men daarmee niet te ver
vooruit zijn op de woningbouw. Overigens
is dat steeds een kwestie van slechts een
half jaar.
In MeiJuni zijn de gronden in Haar
lem-Oost voor de afzonderingscomplexen
in ieder geval klaar.
De wethouder was het wel eens met de
opvatting van de heer VanBochhoven
over de grotere verantwoordelijkheid die
voor de besturen der woningbouwvereni
gingen gewenst is.
B. en W. zijn geen tegenstander van par
ticuliere bouw, maar dan liefst in de vorm
van stichtingen als „De kleine midden
stander".
De wethouder wees er op, dat, waar par
ticuliere bouwers het bouwen met premie
nog steeds te riskant vinden, men de over
heid niet mag verwijten dat zij het
leeuwendeel der woningen bouwt.
Meespreken bij de bouw van vereni
gingswoningen door toekomstige leden
bewoners, zoals de heer F i b b e had ge
wenst, vond wethouder Angenent om
practische redenen ongewenst.
Uitvoering van grotere complexen wo
ningen door meer dan één aannemer acht
te spreker niet zo voordelig als de heren
Ottolini (K.V.P.) en Hennevelt
hadden willen doen geloven, mits er maar
voldoende arbeiders worden aangenomen.
Daar heeft men in Haarlem-Oost wel de
hand mee willen lichten, maar spreker
heeft ervoor gezorgd, dat dit niet ge
beurde.
Het systematisch onderzoek naar krot
opruiming is reeds in 1951 begonnen en
gaat door. De moeilijkheid is om steeds
weer nieuwe woningen beschikbaar te
hebben. Toch wilde de wethouder streven
naar het opruimen van vijftig krotten per
jaar.
Wat betrof de gevraagde, commissie voor
sociaal-zwakken; geen enkel bezwaar,
liefst zelfs ook bestudering van de analoge
problemen van huisvesting van bejaarden
en oud-verpleegsters.
ff
B. en W. van Haarlem hebben prae-advies
uitgebracht op het verzoekschrift van de
Haarlemse bioscoopexploitanten om verla
ging van de vermakelijkheidsbelasting.
Zij komen in een uitvoerige uiteenzetting
tot de conclusie dat de brief der bioscoop
exploitanten voor kennisgeving moet wor
den aangenomen.
B. en W. geven eerst een historisch over
zicht van de ontwikkeling der vermake
lijkheidsbelasting en vervolgen:
De vermakelijkhedenbelasting is belas
ting die geheven wordt van een bepaalde
groep van verteringen, verteringen door
hen die voor het bezoeken van vermake
lijkheden geld beschikbaar hebben. Dat
voor de heffing en invordering van de be
lasting de ondernemer in de desbetreffen
de verordening als belastingplichtig wordt
aangewezen, is een belastingtechnische con
structie, die het karakter van de heffing als
verteringsbelasting niet wijzigt.
Wanneer dan ook in het adres van de
bioscoopondernemers betoogd wordt, dat
zij 35 van de netto (bedoeld wordt waar
schijnlijk bruto) ontvangsten moeten af
dragen, dan is dit volkomen onjuist. Achter
dit betoog gaat de suggestie schuil, dat ver
laging van de belasting de toeloop naar de
bioscopen zou doen toenemen, waardoor de
inkomsten zouden stijgen. Daar echter vast
staat, dat een eventuele verlaging van de
belasting niet van invloed zal zijn op de
toegangsprijzen zou deze verlaging alleen
aan de ondernemers ten goede komen. Bij
het opzetten van een exploitatieberekening
dienen naar de mening van B. en W. de toe
gangsprijzen zo te zijn, dat een redelijke
winst zeker is. Uiteraard speelt hierbij het
geen vertoond wordt een belangrijke rol.
Goede vertoningen worden, ook indien de
toegangsprijzen hoog liggen, behoorlijk be
zocht, zoals telkens opnieuw blijkt.
In dit verband wijzen B. en W. er op, dat
de bioscoopondernemers, hoewel zij daarin
sinds begin 1950 volkomen vrij zijn, hun
toegangsprijzen practisch sedert de bevrij
ding niet hebbed verhoogd. Hoewel zij niet
over de exploitatie-uitkomsten van de di
verse bioscoopondernemingen beschikken,
menen zij in twijfel te moeten trekken dat
de toestand inderdaad zo penibel is als
wordt voorgesteld. Ten eerste gaf de Ne
derlandse Bioscoopbond in de afgelopen
tijd toestemming tot het bouwen van het
Lido theater en het Minerva theater. B. en
W. kunnen uit dat besluit geen andere ge
volgtrekking maken dan dat de bond van
mening was, dat de behoefte aan bioscopen
door het bestaande aantal niet gedekt werd.
De door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek verstrekte gegevens geven ook een
ander beeld dan aan de raad wordt voor
gehouden. De cijfers voor de gemeente
Haarlem geven het volgende beeld:
toeg.be wij zen bestede bedrag
In de avondvergadering heeft wethouder
Happé (Arbeid) gesproken over de
acute en over de absolute woningnood.Voor
beide problemen is van belang het wel
vaartspeil der bevolking onder ogen te zien.
De huren van nieuwe woningen zijn vaak
zo hoog, dat woningzoekenden er niet altijd
toe kunnen overgaan de woning te betrek
ken. Ook gebeurt het, dat ouders hun wo
ning niet willen verlaten ten behoeve van
getrouwde kinderen, omdat zij de huur van
de nieuwe woning niet kunnen opbrengen
en de verhuiskosten niet kunnen betalen.
Een huurbijslag is niet het geëigende mid
del om succes te boeken. Spreker deelde
mee, dat in het afgelopen jaar in 58 van
de op 1 Januari 1952 op het Huisvestings
bureau geregistreerde 182 onhoudbare ge
vallen geholpen is en in 791 van de 1604
zeer urgente gevallen. Er zijn echter vele
nieuwe gevallen bijgekomen. De wethouder
verklaarde, dat B. en W. bijzondere aan
dacht besteden aan gevallen, ontstaan door
het onbewoonbaar verklaren van woningen.
Mevrouw Scheltema heeft opgemerkt, dat
het antwoord van B. en W. over het be
wonen der huizen, gebouwd dank zij de
burgerlening, vaag is. Dat is juist. De
reden is, dat er samenwerking moet zijn
tussen de overheid en woningbouwvereni
gingen. Lte samenwerking is voortreffelijk
te noemen, doordat de besturen meer en
meer een inzicht krijgen waarom het gaat
bij de verdeling der woonruimte. In het
verleden ontbrak een volledig inzicht. Het
moet onverschillig zijn of een woningzoe
kende lange of korte tijd lid van een wo
ningbouwvereniging is. Primair is: wie
moet geholpen worden.
Enkele leden hebben gesproken over mi
gratie en hun vreugde uitgesproken, dat de
poort van Haarlem niet dicht is. Het mag
niet zo zijn, dat uitsluitend Haarlemmers
geholpen worden. Een dergelijk beleid zou
spreker niet voor zijn rekening willen ne
men. Voor de stad Haarlem, voor de toe
komstige ontwikkeling der gemeente, die
van oudsher een forensenstad is en voor de
bevordering der industrieën achtte spreker
migratie van belang. Het aantal vertrok
kenen is groot, doch tot 1 Januari j.l. zijn
daarover geen cijfers bekend. Wel weet
spreker, dat velen naar Velsen zijn ver
huisd, omdat daar in verhouding met Haar
lem meer* goedkope woningen beschikbaar
waren. Spreker deelde nog mee, dat 400
gezinshoofden, die in Haarlem werken, nog
elders wonen.
Voorts beantwoordde de wethouder enige
vragen over douchecellen en gasgeysers.
B. en W. zijn ook van mening, dat het
noodzakelijk is voor de moderne hygiëne,
dat de inwoners over warm water beschik-
Op National Airport" te Washington, waar de ingezamelde goederen uit alle delen
der Verenigde Stüten verzameld loorden voor verzending naar de getroffen gebieden
in ons land. werd een cheque ter waarde van S 10.000.— aangeboden namens de B'nai
B'rith, de Joodse Organisatie. We zien hier het moment, waarop de president van die
organisatie, Frank Goldman (links), de cheque aanbiedt aan de Nederlandse
ambassadeur dr. J. H. van Royen.
ken. Bij de bouw van woningen na de oor
log is het maken van douchecellen verplicht
gesteld.
Weinig bouwrijpe gronden
Bij de replieken merkte de heer Goedee
op, dat er in de laatste jaren weinig gron
den bouwrijp gemaakt zijn. Volgens hem
zijn hierbij de wethouder van Openbare
Werken en Volkshuisvesting en de dienst
van Openbare Werken in hun taak tekort
geschoten. Ook had hij critiek op het grond-
verwervingsbeleid. Trekt de wethouder er
wel op uit, om aan grond te komen? De
prijzen van de grond zijn te hoog. Spreker
zeide, dat het vraagstuk van het bouw
volume van groot belang voor de ontwik
keling der gemeente is en daarom achtte
de heer Goedee het noodzakelijk, dat er «én
wethouder is, die de vraagstukken aan kan.
Voorts betoogde hij, dat Haarlem een kans
voorbij heeft laten gaan, om extra bouw
volume te verkrijgen.
Bouwvolume
De voorzitter, burgemeester mr.
Cremers, deelde mee, dat er in de provincie
een commissie bestaat, die Gedeputeerde
Staten adviseert over de verdeling van het
bouwvolume. Daarin hebben zitting de bur
gemeester van Haarlem, de burgemeester
van een kleine gemeente en een wethouder
van Amsterdam. Wat deze commissie doet
en gedaan heeft voor Haarlem moet geheim
blijven. Persoonlijk was spreker van me
ning dat het toewijzingssysteem van Gede
puteerde Staten ten aanzien van het actuele
woningtekort onvoldoende is. Het is onjuist
dat Haarlem bij de berekening van het
bouwvolume de dupe is geworden. Van een
gemiste kans voor toewijzing van bouw
volume is spreker niets bekend. De heer
Goedee heeft gezegd, dat de wethouder van
Openbare Werken voor bepaalde zaken de
verantwoording draagt. Dit geldt echter
niet voor het volkswoningbouwbeleid. Het
gehele college draagt de verantwoordelijk
heid. Als het college van mening is, dat
een wethouder niet voldoende actief is, dan
gaat het over tot een nieuwe verdeling der
taken. Critiek is dus bestemd voor het col
lege en spreker gaf het woord aan wethou
der Angenent, om de critiek op de activiteit
van het gehele college te verdedigen.
Wethouder Angenent (KVP) zeide
eveneens, dat hem niets bekend is, dat er
voor Haarlem bouwvolume beschikbaar
was. Hij heeft in de afgelopen jaren regel
matig besprekingen gevoerd met instan
ties, om over meer bouwvolume te kunnen
beschikken. In Haarlem-Noord is op goed
kope grond gebouwd. Indien thans grond
verkocht wordt, die de gemeente vóór de
oorlog gekocht heeft, dan zijn de prijzen
hoog.
De heer Goedee (P. v. d. A.) ver
klaarde nog, dat het waar is, dat het gehele
college de verantwoording draagt, doch in
grote steden, zoals ook in Haarlem, is van
een werkverdeling in het college sprake.
Een wethouder heeft dan zoveel mogelijk
aandacht voor zijn eigen portefeuille.
B. en W. namen de motie van de heer
Van Boekhoven (P. v. d. A.) (voor
ziening van een douche in alle woningwet
woningen) over.
Een motie-H ennevelt (Comm.) (meer
bouwvolume) werd verworpen met 294
stemmen.
Structuur- en saneringsplan
Nadat het hoofdstuk Volkshuisvesting
afgehandeld was, opende de heer Goedee
(P. v. d. A.) de algemene beschouwingen
over het hoofdstuk Openbare Werken. Hij
drong aan om de voorbereiding van het
structuurplan met kracht ter hand te nemen.
Er dient zo spoedig mogelijk begonnen te
worden aan de sanering van krotwoningen,
doch dan dient de woningnood minder te
zijn dan op het ogenblik. Weten B. en W.
echter wel voldoende wat er aan een
saneringsplan verbonden is?
De heer Van Velsen (KVP) merkte
op, dat de dienst van Openbare Werken
overbelast is. Daardoor heeft men geen tijd
om aandacht te besteden aan een belang
rijk vraagstuk, namelijk het maken van
een structuurplan van de gemeente Haar
lem. Waar komt het nieuwe politiebureau?
In de afgelopen jaren is vaak een plaats
genoemd, namelijk de Raaks. Is toen wel
nagegaan of de plaats wel de geschiktste is
in verband met de ligging der stad? Het
zelfde kan gezegd worden over de plannen
nieuwe gebouwen. (Stadsbibliotheek, Con
sultatiebureau enz.) te stichten. Wat ge
beurt er met het terrein aan de Damstraat
en met het Stationsplein? Als Haarlem zijn
leidinggevende taak had begrepen, dan
hadden B. en W. reeds een bestemming ge
geven aan het laatstgenoemde plein. Hier
zou het politiebureau op zijn plaats zijn.
Spreker betreurde het, dat het college geen
particuliere architect ingeschakeld heeft bij
het ontwerpen van nieuwe gebouwen. Dit
zou de dienst van Openbare Werken ont
lasten.
Ir. Stoffels (WD) was van mening,
dat het voor de ontwikkeling der gemeente
van belang is dat het streekplan voor Zuid-
Kennemerland bekend wordt. Het is jam
mer dat er nog niet begonnen is aan een
structuurplan en dat er niets definitiefs
bekend is over het nieuwe politiebureau.
Het maken van uitbreidingsplannen ver
loopt niet bevredigend, hoewel spreker
moet toegeven, dat er veel werk aan ver
bonden is. Kan de raad niet meer inge
schakeld worden in het voorbereiden van
de uitbreidingsplannen. Kunnen enige
raadsleden opgenomen worden in de com
missie voor uitbreidingsplannen?
-Hierna werd de vergadering verdaagd tot
hedenmiddag.
jaar
bioscopen
na aftr. belast.
1939
1.261.413
563.326
1946
2.848.678
1.977.709
1947
2.646.156
1.760.062
1948
2.148.629
1.336.505
1949
1.852.365
1.177.552
1959
1.874.293
1.196.218
1951
1.775.173
1.203.014
1952
1.880.000
1.286.863
Uit deze
gegevens blijkt, dat de netto-
ADVERTENTIE
En beiden hebben gelijk als ze
zeggen: Ha!... HUNTER Heerlijk!
De televisie-reportage van
„Teisterbant" uitgesteld
.Wegens de tengevolge van de watersnood
noodzakelijk geworden veranderingen van
het programma, kan de voor Vrijdag 13
Februari vastgestelde televisie-uitzending,
die de N.C.R.V. aan de Haarlemse socië
teit Teisterbant zou wijden, geen doorgang
vinden. Het is nog niet bekend wanneer de
studio te Bussum thans voor dit doel be
schikbaar komt.
Verzilvering vacantiebonnen
voor het Rampenfonds
Voor georganiseerde en ongeorganiseer
de losse- en tuinbouw&rbeiders bestaat de
gelegenheid een bedrag van tien gulden
aan vacantiebonnen te verzilveren ten be
hoeve van het Nationale Rampenfonds. Zij
die bereid zijn, één dag loon af te staan,
kunnen zich Dinsdag 17 en Woensdag 18
Februari na zeven uur vervoegen bij de
penningmeester, Lindenlaan 23, Heemstede.
ontvangsten zich sinds 1949 in stijgende lijn
hebben bewogen en het in 1952 in de bio
scopen bestede bedrag zelfs ruim 83.000
hoger is dan in 1951; en voorts dat de netto
ontvangsten in 1952 ruim 238 bedragen
van die in 1939.
Sinds 1 Juli 1952 is de bepaling van
kracht dat de belasting voor cultureel ge
keurde films tot een aantal van zes per
theater per jaar, verlaagd werd tot 10
Tot heden werden 23 van deze films ver
deeld over vijf theaters, vertoond. De door
de verlaging van het heffingspercentage
gederfde belasting bedraagt momenteel
reeds ruim 30.000. De toegangsprijzen
werden voor deze films niet verlaagd, doch
in enkele gevallen nog verhoogd.
Dat de differentie in de heffingspercen
tages gezien moet worden als een discrimi
natie van de bioscoopvoorstellingen ont
kennen B. en W. ten stelligste. Ook de om
zetbelasting wordt geheven naar een ge
differentieerd tarief.
„Vermenigvuldigd amusements
product"
Bovendien is er bij de vaststelling van
een verschillend tarief voor toneel- en mu
ziekuitvoeringen enerzijds en bioscoopvoor
stellingen anderzijds rekening mede gehou
den, dat de eerste gegeven worden door
levende, merendeels Nederlandse kunste
naars en werkelijke kunst betreffen, ter
wijl de toegangsprijzen, ondanks overheids
subsidies, toch reeds aanmerkelijk hoger
liggen dan die van de bioscoopvoorstellin
gen. De film daarentegen is een vermenig
vuldigd amusementsproduct, dat geheel
commercieel geëxploiteerd wordt, terwijl
een zeer belangrijk gedeelte van de op
brengst aan grote en kapitaalkrachtige bui
tenlandse ondernemingen ten goede komt.
Dat intussen een lagere belasting is vast
gesteld voor vertoning van z.g. cultureel
gekeurde films (de helft lager zelfs dan
voor toneel en muziek) vindt zijn oorzaak
in de wens om de vertoning van films van
hogere kunst- en culturele waarde te be
vorderen.
Dat dit laatste geheel wordt bereikt, wa
gen B. en W. overigens te betwijfelen. Het
ziet er tot nu toe naar uit, dat men zich in
het algemeen beperkt tot de vertoning van
die cultureel gekeurde films, welke veel
publiek trekken en dus een goede recette
waarborgen,terwijl juist die films,welke van
grote kunstwaarde zijn, maar het grote pu
bliek niet trekken, in Haarlem nog steeds
niet vertoond worden.
Ten aanzien van de positie van de ge-
meentefinanciën is het tenslotte zo, dat wil
uit de vermakelijkhedenbelasting een be
hoorlijke opbrengst worden verkregen, de
grote massa van de bioscoopbezoekers, die
zich verhoudt tot de aantallen bezoekers
van toneelvoorstellingen en concerten als
17 1 0.7, daarvoor moet zorgen. In aan
merking nemende, dat in 1951 100.162 be
zoekers van toneelvoorstellingen 26.836,
71.530 bezoekers van concerten 17.625 en
1.775.173 bezoekers van bioscopen 420.918
belasting betaalden, dan betekent dit, dat
de bezoekers van deze vermakelijkheden
gemiddeld betaalden in dat jaar resp. 26, 25
en 23 V2 cent aan belasting.
De tijdsomstandigheden brengen mede,
dat op de bevolking een zware belasting
druk ligt. Verlaging van de belasting als
door de exploitanten wordt gevraagd, zou
B. en W. noodzaken dekking te zoeken voor
een verlies van 150.000, hetgeen zonder
invoering van een nieuwe heffing niet mo
gelijk is.
HAARLEM, 11 Februari 1953
ONDERTROUWD: 11 Febr., J. Giesbergen
en A. M. Tonnessen; C. Agricola en A. Va-
lentijn; F. C. van der Landen en J. H. Hal-
derman; H. Stoelman en R. A. A. Vander-
heyden; J. V. Munsterman en G. J. Hof-
meijer; P. Zuiderduin en M. J. Colin; G. M.
Heinsbergen en .T. J. Stet; G. Chr. N. Jong
bloed en W. H. Franssen; D. van Oei en W.
A. Roorda; A, Heijstek en H. W. Bruinsma;
F. H. Steffers en A. Huijzer.
GEHUWD: 11 Febr., R. P. Kruijer en M.
L. Dekker; C. W. van Leuven en G. J. de
Bont; P. D. Jongejan en E. van der Leer; P.
A. Scheffelaar én H. H. Warmerdam; G. J.
Beentjes en M. de Vries; B. van Wees en A.
Miezenbeek; H. Siebeling en J. I. van Asse-
ma; P. P. van der Sluis en T. Pot; J. H. H.
Puts en H. M. Froeling; L. J. J. Klaren en
F. A. E. M. Vooges; L. van Berk en W.
Daams; W. G. Engelhard en A. A. van Hof-
ten; H. J. Fiekert en M. A. van Kampen; W.
Wijshake en E. C. Rooijers; J. A. van Veen
en S. Leegstra; J. J. Bot en J. E. Bot.
BEVALLEN van een zoon: 9 Febr., J. Th.
C. van der Heidevan Lieshout; 10 Febr.,
A. J. FlikweertBal; G. C. Janssenvan der
Zanden; 11 Febr., P. E. A. Kroon—Thierry.
BEVALLEN van een dochter: 10 Febr., M.
KlinkenbergSchmelzer; 11 Febr., G. B. van
der Kroftvan Roon; J. G. H. MesKaptein;
G. L. Wijtman—Sneijder.
OVERLEDEN: 8 Febr., H. Cornet, 76 j„
Gasthuislaan; 9 Febr., E. M. Verzeilberg, 11
m„ Tugelastraat; 10 Febr., M. Th. Padberg-
Kosters. 79 j., Jansweg; A, J. S. Wintersho-
ven—Wijt, 79 j., van Hogendorpstraat.