In Mei muziekfestival bij jubileum van Chr. Corps „Arti et Religioni' De moordenaar „Taboe" H Q Q We maken een meisjesmutsje Radio Moors Besteldienst A.B.C. 4 Haarlems Dagblad Ds. A. R. de Jong 70 jaar T sjaikof ski-programma bij de H.O.V. Burgerlijke Stand van Haarlem Vergadering Bescherming Bevolking in Haarlem Cursus voor jeugdleiders Twee Haarlemse vrouwen aangehouden Koningstraat zal ook worden verlicht FEUILLETON door Jean Bommart (Uit het Frans vertaald) ZATERDAG 7 MAART 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Hoo -TO Tel co U"» j Witbastje, de kleine zwaluw zat in een hoge olijvenboom in Spanje en dacht aan zijn vriendje, de merel in Holland: ,,Hoe zou het met hem zijn?" dacht hij. „Zou hij het niet koud heb ben daarginds en wel genoeg te eten?" Hij probeerde zich voor te stellen hoe het er daar uitzag: de boerderij, de hooiberg, de schuur, waarop ze vaak samen in de zon zaten en de hoge popu lieren, waarin ze 's nachts heen en weer wiegden. Hij keek om zich heen, overal waren de bomen al uitgelopen en bloei den bloemen langs de weg, de hemel was zo blauw als een vergeet-me-nietje. Vergeet-me-nietjes, hoe kwam hij daar opeens zo bij? Ach ja, natuurlijk, die hoorden ook bij de boerderij, ze stonden achter het huis, dichte bij de sloot. Witbastje zuchtte. De bloemen, de bomen, de zon, het kon hem opeens niet meer zo veel schelen. Hij had heim wee. „Zouden ze er allemaal nog zijn", dacht hij: „de koeien die zo dom naar me keken, de kater die me nooit kreeg, de mussen die zo tegen me opzagen en mijn vriendje, de merel? Ach, was ik maar in Holland". Maar ja, het w&s te ver en hij zou de weg terug nooit alleen kunnen vinden. Witbastje werd er treurig van; hij wipte rusteloos van de ene tak op de andere en dacht na. „Wat maakt u zich druk", riep een vogel in het Spaans, maar Witbastje verstond die taal niet en deed net of hij niets hoorde. „Als ik het eens probeer de", dacht hij, ,om naar Holland te ko men. Misschien is het er wel helemaal niet koud meer". Hij ging naar de Spaanse mus toe en wees met zijn vlerkje naar het Noor den. „Holland?" -vroeg hij. De mus knikte en zei iets dat Witbast je niet begreep, maar de mus wilde hem zeker vertellen dat het te ver en te vroeg was om er heen te vliegen. Maar Witbastje was al verdwenen; hij vloog wel twee uur lang recht op het Noorden aan en hij lachte in zich zelf als hij aan de verbaasde gezichten van zijn vriendjes in Holland dacht, wanneer hij op hun erf zou neerstrij ken. „Op reis?" vroegen de Spaanse vogels in hét voorbij gaan. Dat begreep Wit bastje. „Si, si".... tsjilpte hij terug. Het begon al donker te worden en nog altijd vloog hij verder. Hij was al aardig moe, maar hij wil de zo dicht mogelijk b;j Holland komen voor hij ging slapen. Eindelijk moest hij wel ophouden, want hij kon geen vlerk voor ogen meer zien. In een tuin vol bloeiende mimosa's streek hij neer en viel binnen twee tellen in slaap. Toen hij wakker werd was het al dag; hij soesde nog zo'n beetje na en dacht er over na hoe hij de weg naar Holland het beste zou kunnen vinden. Hij was lang zo vrolijk niet als de vo rige dag; Holland leek opeens zó ver en de tocht zó moeilijk dat hij een beetje bang werd. En toch wilde hij zo graag. Door die heerlijke mimosageur zou hij vast weer zijn ingeslapen als hij boven zich niet opeens had horen praten. „Wat is dat?" rien hij verrast en hij sperde zijn ogen wijd open, „ik hoor Hollands snreken". De vogels waren al weer voorbij, maar de zwaluw schoot als een pijl uit een boog de lucht in ze achterna. En ja hoor, na een poosje haalde hii ze in, het waren duiven. „Vrienden", riep Witbastje, „vrien den". De achterste duif keek verbaasd om en hield zijn vleugels een beetje in. „Hoe is het in Holland?", riep de zwa luw al van ver. „Best", koerde de duif, want duiven zeggen nooit veel. „Wat doen jullie hier?", vroeg Wit bastje nieuwsgierig. „Vliegen", zei de duif. „Waar ga je heen?", vroeg Witbastje weer. „Naar Holland". Witbastje tuimelde van vreugde wel een meter naar beneden. „Naar Hol land", juichte hij, „weet je de weg?" De duif keek hem verontwaardigd aan. „Ik ben een postduif", zei hij hoog hartig. „O", jubelde Witbastje weer, „dan weet ik zeker dat ik thuiskom". De duif keek hem goedkeurend aan. „Mag ik met jullie meevliegen?" vroeg het zwaluwtje heel beleefd. „Ais je mg maar geen domme vragen meer stelt", zei de duif. „Volg mij maar. Daar gingen ze dus, zeven witte dui ven en één klein zwaluwtje. Eindelijk eindelijk, na ik weet niet hoe'n lange tocht zagen ze de duinen cn rivieren van Holland. De duif stootte Witbastje aan en wees naai- beneden. Wat was die gelukkig! Hij begon al uit te zieii naar zijn boerderij en zijn vriendjes en was dat niet toevallig, net toen hij ze zag, streken ook de dui ven neer, want die woonden sinds een paar maanden ook op Witbastjes boer derij. De boer, de boerin, hun kinderen, iedereen holde naar buiten toen de dui ven landden en alle vogels van de schuur en de hooiberg keken toe. En o, wat waren ze verbaasd toen ze die kleine zwaluw tussen de postduiven ontdekten. De boer zag het ook. „Eén zwaluw maakt nog geen lente", zei hij. Maai- hij wist niet dat Witbastje daar voor niet gekomen was, maar voor zijn vriendje de merel, die hij al druk te vertellen zat van zijn reis. Wat was iedereen blij, de boer lachte, de vogels zongen en zelfs de zon keek even om de hoek. Opeens kon je aan alles voelen dat het gauw voorjaar zou zijn. Ken jij misschien Clasieyitje, Clasientje van der Laan? Nee.Dan misschien haar vriendje, Felix de houten haan. Vlak op CÏasientjes hieltjes - dat moet hij wel van haar - volgt Felix op vier wieltjes zijn vrouwtje langs 't trottoir. Maar gisiren brak het touwtje dat om zijn voorpoot zat en plotsling zag het vrouwtje dat zij geen haan meer had. „Waar is mijn haan gebleven? Mijn Felix, waar is hij? Mijn haan fis weg, zoeven liep hij nog achter mij." Clasientje ging aan 't roepen met tranen van verdriet, toen zocht ze langs de stoepen ynaar Felix vond ze niet. Opeens kivam- om het hoekje een reus van een agent. „Wat huil je en wat zoek je? Kijk eens of je dit kent. Dat beest heeft wel een uur lang op het trottoir gestaan. Nu zit hij op mijn stuurstang, die gekke houten haan." Toen knoopte die Clasientje de touwtjes aan elkaar en danste met haar vriendje naar huis toe langs 't trottoir. MIES BOUHUYS Lees eerst eens, wat het vogeltje en het konijn ook lezen en probeer dan deze woorden te vinden. Ze zijn allemaal het zelfde, behalve de eerste letter en de woorden bestaan allemaal uit 5 letters. Je hebt hiervoor nodig: 4 stukjes vilt ter grootte' van 't voorbeeld, wit veter band en borduurzijde. Knip het vilt in de vorm van het voor beeld (4x) en breng met behulp van carbon (doordrukpapier) de bloemen over op deze stukjes. Deze bloemen worden met heldere kleuren gebor duurd. De richting van de steken staan op het voorbeeld aangegeven. Maak met zijde nog een paar nopjes op het vilt. Nu maak je met een breinaald allemaal gaatjes in de vier stukjes vilt en rijgt met het veterband deze vier delen aan elkaar. Je doet dit op dezelfde manier, als je een schoen dicht rijgt. Een leuk steekje aan de onderrand en je muls is klaar! Ter gelegenheid van het feit. dat het op 16 October vijfentwintig jaar geleden is, dat het Christelijk Fanfarecorps „Arti et Religioni" werd opgericht zal van 8 tot en met 14 Mei in de Haarlemmerhout by „Dreefziclit" een muziekfestival worden gehouden. Het bestuur heeft deze data ge kozen, omdat zij vallen in de periode, dat Haarlem in het middelpunt der belangstel ling staat door de Lichtstad. Het corps is in 1928 opgericht en onder leiding van de heer Van Rijn oefende een klein aantal musici, dat meewerkte, dat het gezelschap bekendheid verkreeg. On der leiding van de heer F. Dekker breidde het corps zich uit en vele successen wer den geboekt. Door de oorlog ontstonden er moeilijkheden, doch na de bevrijding werd er met toewijding en ijver onder leiding van de heer H. M. van Ossenbruggen uit Wormerveer geoefend en het resultaat is geworden, dat Arti et Religioni de ere- afdeling heeft bereikt. Het laatste succes werd het vorig jaar geboekt, toen in Lisse in de afdeling het hoogst aantal punten werd behaald. Een erecomité is voor het jubileum sa mengesteld, waarvan burgemeester mr, P. O. F. M. Cremers erevoorzitter is en dr. J. J. Wallien voorzitter. Arti et Religioni opent op Vrijdag 8 Mei de feestelijkheden met een Concert in de tent achter Dreef- zicht. De tuin zal ter gelegenheid van het festival versierd en verlicht worden. Op Zaterdagmiddag komen vijftien corp sen naar Haarlem om deel te nemen aan een festival. De musici stellen zich op het Prinsen Bolwerk bij het Kalfje op en ma ken een mars door de stad naar Dreef- zicht, waar de corpsen om de beurt optre den. De beoordelingscommissie, bestaande uit de heren Moolenaar, Wormerveer, G. J. Kalt, Ovcrveen en J. Schoen, Zaandam, zal het optreden in een uitvoerig rapport beschrijven. De corpsen ontvangen een herinneringsmédaille en enkele een prijs. Donderdag 14 Mei (Hemelvaartsdag) wordt, het festival voortgezet en op die dag worden weer vijftien corpsen verwacht. Het verdere programma luidt: Maandag 11 Mei concert door de Hoogovemiharmonde met medewerking van het Kennemer Toonkunstkoor; Dinsdag 12 Mei corps van Albert Heyn uit Zaandam; Woensdag 13 Mei Beverwijkse Kapel en Haarlems Christelijk Mannenkoor. Tot besluit van de feestelijkheden op Hemeisvaartsdag wordt een taptoe gehou den. Uniformen nodig Van de heer H. Cnossen, voorzitter van Arti et Religioni, vernamen wij, dat het corps vele uitnodigingen ontvangt cm con- Voor onze kwartaal-abonnés bestaat de gelegenheid, het abonne mentsgeld automatisch van hun giro rekening op de onze te laten over schrijven. De voordelen hiervan zijn: le Aanbieding van kwitantie komt te vervallen, dus geen incassokosten 2e Giro-biljet behoeft niet meer leder kwartaal te wórden uitgeschreven 3e Geen kosten voor overschrijving Indien U hiervan gebruik wilt maken verzoeken wij U éen machtigingsfor mulier bij onze administratie aan te vragen. OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT certen te geven. Het verleent medewer king tijdens de feestelijkheden van Haar lem-Lichtstad, geeft een ereconcert ter ge legenheid van het jubileum van het cen trum-comité van Koninginnedag en tij dens bijeenkomsten van religieuse aard speelt het corps vele malen. Het is niet uitgesloten, dat het corps meermalen uit genodigd zou worden, als de leden over uniformen beschikten. Dit is bekend ge worden bij de heren J. Pander, J. Acker - mann en D. L. de Jonge, die het initiatief genomen hebben een jubileumcommissie samen te stellen. Het doel is geld in te za melen, cm de musici uniformen aan te bie den als geschenk ter gelégenheid van het vijfentwintig-jarig bestaan. De commis sie hoopt, dat vele stadgenoten het initia tief zullen steunen. Het gironummer van de penningmeester, de heer D. L. de Jonge, Rechthuisstraat 32, luidt 148055. ADVERTENTIE van ouds bekend. - Tel. 14609 Officieel Philips-reparateur KRUISSTRAAT 38 HAARLEM Vandaag viert ds. A. R. de Jong, voor ganger van de Open Religieuze Gemeen schap te Haarlem, zijn zeventigste verjaar dag. Ds. De Jong, die in het godsdienstig leven hier te lande een unieke plaats in neemt, begon de Evangeliebediening in 1909 in Tilburg, als evangelist. Van 1910 tot 1919 was hij predikant in 's Heerenhoek, Veghel en Helraond. Tijdens de eerste we reldoorlog deed hij van zich spreken door zijn actief anti-militairisme, dat hem in moeilijkheden bracht zowel met de kerke lijke als met de militaire autoriteiten. Hij werd uit het gewest Brabant verbannen en gevangen gezet. Na de terugkeer van het normale leven kon hij het in de Hervormde Kerk niet goed meer vinden. Een uitkomst voor hem was de benoe ming tot voorganger in de afdeling Bussum van de Nederlandse Protestantenbond, waarvan hij van 1919 tot 1932 de leiding had. Ook in dit vrijzinnige milieu kwam het tenslotte tot een conflict, dat geleid heeft tot zijn eervol ontslag. Een kring waarin hij zijn bijzondere ga ven kon ontplooien en zijn oorspronkelijke overtuiging kon propageren, vond de heer De Jong eigenlijk pas in de door hem ge stichte Onafhankelijke Religieuze Gemeen schap, later tot Open Religieuze Gemeen schap herdoopt. Daar heeft hij lo'nogtoe juist twintig jaar gearbeid en met de hem eigen vitaliteit hoopt hij hieraan nog menig jaar te mogen toevoegen. Met Toon Verhey aan de lessenaar en de violist Jan Keessen als solist, bood de H.O.V. aan haar abonné's van Serie V een Tsjaikofski-programma, bestaande uit het Vioolconcert en de Vijfde Symphonie. On der de goede eigenschappen die men het Concert in D mag toekennen, behoren de bijzonder gunstige conceptie van de solo partij en de weloverwogen kansen die de solist krijgt om daarvan te profiteren. En het mag gezegd worden dat Jan Keessen, de tweede concertmeester van het Concert gebouworkest, deze gelegenheden ruim schoots gebi'Uikt heeft.Tijdens en na de grote cadens in het eei-ste hoofddeel kwam het zelfs tot sublieme momenten, ook in de wisselwerking met de fraai uitgebalan ceerde orkestpartij. Toén deze innerlijke gloed bereikt was, bleef hij bewaard in de strelende, Italiaans aandoende Canzonetta en de daarop aansluitende finale, die bo vendien de spanning van een steeds hoger opgevoerde virtuositeit in 't geding bracht. Keessen wist het eigenaardig Russische dansthema met passende allure aan de man te brengen; in muzikanten term gezegd: hij wist het te verkopen. Dit karakteristieke neventhema mag wel zo iets van de schijn bare nonchalance van de „speelman" heb ben. Aldus een uitvoering van het dankbare concert, die alle kwaliteiten bezat om het publiek geestdriftig te stemmen. De Vijfde Symphonje van Tsjaikofski zou men een muzikale sfinx kunnen noe men, naar aanleiding van het thema dat als een motto het werk inleidt en verder zo van tijd tot tijd, in elk van de vier delen, steeds gewijzigd, maar duidelijk herken baar terugkeert en eindelijk in de finale als een grandioze hymne te voorschijn treedt. Wat Tsjaikofski daarmee bedoeld heeft, is een raadsel; hij heeft zich over het pro gramma dezer symphonie nooit uitgelaten, wat hij wel gedaan heeft betreffende de Vierde cn de Zesde. De betekenis van het motto van de Vijfde is een geheim dat hij mee in 't graf genomen heeft. Wij kunnen er over fantaseren en ieder kan het naar zijn eigen aanvoelen trachten te verklaren. Aangenomen zelfs dat er niets concreets mee bedoeld zou zijn, dan tocli heeft het motto-thema, dat eigenlijk in de ontwik keling van het werk niet meetelt (al loopt het er dan als een „idéé fixe" doorheen) de vorm van deze symphonie sterk beïnvloed en aan de inhoud een dominerend karakter gegeven. Verhey's interpretatie was ^toe gevend aan de romantische bezieling inge steld, wat aan de klank en de expressie ten goede kwam. Maar het Andante, met de fameuze hoorn-solo, leek mij toch wel wat al te traag opgevat. Zo moest het een zeer gerekte symphonie worden, vooral als wij de lange pauze meerekenen tussen II en III. Bij het Scherzo-alternatief kwam er echter schot in. De duidelijkheid van de vertolking wees ondertussen op een nauw gezette voorbereiding. En wat de klank be treft, deze gaf volop aanleiding om de blazers van hét orkest met een extra-com pliment in 't zonnetje te zetten. JUS DE KLERK HAARLEM, 6 Maart 1953 BEVALLEN van een zoon: 4 Mrt, J. M. de Koning—Grant; P. M. Klooster—Baauw; 5 Mrt, G. BusselmannWatson; G. M. van BerkelKlaver; J. M. van der KnaapKo- nings; J. van der HulstHilberts. BEVALLEN van een dochtre: 3 Mrt, H, SiemensZijlstra; 5 Mrt, C. J. van der Haas—van der Wiel; M. C. Staats—Heistok. OVERLEDEN: 4 Mrt, A. van Kipshagen Lasschuit ,66 j„ Pepijnstraat; S. Anepool, 55 j., Emostraat; N. M. de HaanBax*endregt, 30 j., Hazepaterslaan; 5 Mrt, J. M. M. van der Veen, 70 j., Rijksstraatweg: J. A. van Donselaar, 86 j., Spijkex-manslaan. In Brinkmann is gisteravond een verga dering van wijkhoofden, blokhoofden en plaatsvervangend blokhoofden van de Bescherming Bevolking in Haarlem ge houden, die door het hoofd Bescherming Bevolking, de heer H. J. de Vries werd geleid. Op deze bijeenkomst werden in lichtingen over organisatie van de B. B. verstrekt. In de besprexing hebben velen hun teleurstelling geuit over het feit, dat de blokploegen zelf hun uitrusting moeten bekostigen, een kwestie, die reeds lange tijd aan de órde is en waarvoor tot dusver geen bevredigende oplossing is gevonden. !n een vraaggesprek, dat wij het vorig jaar met de heer De Vries hadden zei deze reeds, dat er in deze eigen aanschaffing van materiaal voor de blokken iets onbil lijks zit tegenover de algemene opzet van de B. B. Men houdt zich naar ons is ge bleken overigens niet alleen in Haarlem maar ook in andere gemeenten met deze kwestie bezig. In de vêrgadei-ing kwamen in dit opzicht geen bepaalde suggesties naar voren. Ook een vergadering van wijkhoofden zal zich over dit probleem beraden. Inleiding door J. L. Munnik De vacantiecommissie van het Verbond van Haarlemse Speeltuinvei-enigingen heeft besloten tot verdieping en ontwik keling van het leiderscorps der vacantie- spelen en van de wintei-clubwerken een cursus te organiseren bestaande uit acht lezingen die gehouden zullen worden door Haai-lemse deskundigen op het gebied van paedagogie, psychiatrie, onderwijs, volks dans- en zang en handenarbeid. De eerste van deze serie lezingen had plaats op Donderdagavond en werd gehou den door de heer J. L. Munnik, hoofd der Haarlemmerliedeschool met als onderwerp: Omgang met jonge kinderen in vrije tijd. Met grote aandacht werd door een hon derdtal cursisten geluisterd naar de rede van de heer Munnik, die het auditorium van het begin tot het einde boeide. Spreker begon zijn inleiding met te zeg gen dat het speeltuinwerk overal waar dering begint te vinden. Het principe der speeltuinmensen: opofferen van vrije tijd voor het bezighouden der jeugd, heeft grote opvoedkundige waarde. De heer Munnik deed in zijn betoog uitkomen, dat de speel- tuinjeugd ons dikwijls voor de moeilijkste problemen stelt. Deze kinderen hebben ge leden onder de gevolgen van de laatste oorlog, hetgeen verklaart dat meer dan de helft dezer kinderen nerveus is. Zij reage ren niet goed op opdrachten, zijn prikkel baar, tegen de keer in en vergen veel ge duld. Een tweede ongunstige factor is de wo ningnood. De enge behuizingen hebben een funeste invloed op de geestelijke groei der jeugd. Gelukkig daarom dat er organisaties zijn, zoals het Verbond van Haarlemse Speeltuinverenigingen, die al het mogelijke doen om de jeugd op te vangen en aan te vullen door vrijetijdsbesteding wat het kind tekort komt. Alles wat met de kinderen ondexmomen wordt, moet zin hebben. De heer Munnik verluchtte zijn betoog met films over schoolklassen, kampeer- werk en dergelijke. Tevens wex'd een Ame rikaanse film gedraaid over jeugdwerk in grote steden. Op 25 Maax-t hoopt mevrouw T. Venema een cursusavond te leiden over volksdans. ADVERTENTIE Voor goed en billijk vervoer neemt men alleen Barrevoetestraat 2 - Haarlem Tel. 18428 na 6 uur: 14810 - 14155 Gisteren heeft de Haarlemse politie de 49-jarige vrouw J. M. de J. in verzekerde bewaring gesteld. Zij werd ervan verdacht van 16 Februari af vier fietsen in Haarlem te hébben gestolen en toen zij werd aan gehouden gaf zij dêzé diestallen volmondig toé. In verband met deze diefstallen werd de 51-jarigë los werkman E. J. W. uit Haarlem aangehouden,die verdacht wordt van he ling van dé vier rijwielen. Drie fietsen zijn inmiddels teruggevonden. Eveneens gisteren is aangehouden de 24- jarige winkeljuffrouw C. R., die in haar winkel vei-schillendé geldbedragen had ontvreemd tot een bedrag van vijfentachtig gulden. De bewoners van de Koningstraat heb ben alsnog besloten deel te nemen aan de verlichting van de stad gedurende de Flora. Langs de gevels zullen bogen woi-den aan gebracht. EERSTE HOOFDSTUK Om een stevige soep te maken, neme men 1) Toen, na een klein bos, de blauwe leien daken van Courty-en-Beauce tussen de stammen van een appelboomgaard zicht baar werden, begroette Mgr. Bachou hen met een brede glimlach. De schemering ging al over in volslagen duisternis. Onder de bomen kon hij de, met dode bladeren bedekte, wegrand niet meer onderscheiden en daarom bepaalde hij zijn richting naar de strook open lucht tussen de boomtoppen, waarin men af en toe een vleermuis zag vliegen. Een kwar tier geleden had Monseigneur eigenlijk z-jn lamp al moeten aansteken, maar hij durfde dat niet te eisen van de dynamo van zijn motorfiets, die men in Chartres gerepareerd had nadat hij niet minder dan drie uur bezig was geweest om iemand bereid te vinden dat werkje op te knap pen Maar ten slotte kwam hij dan toch nog voor het vallen van de duisternis in Cour- ty aan. De „avond" begon die Zaterdag 12 November overigens al om vier uur! „Het zou een toppunt zijn geweest", overpeinsde hij, „niet alleen om tegen vier uur in Courty te komen voor de inzege ning van een huwelijk, dat al om 12 uur plaats vond, maar vooral ook om we gens rijden zonder licht mijn plechtige entree te maken tussen twee veldwach- ters! Ik mag wel oppassen! Die lui houden er van zich te verbergen, op de loer te staan aan de rand van een negorij, waar ze niet te ver van een herbei-g zijn om wat op te kikkeren!" Sedert hij in Parijs de „bisschop van de zwervers" was, gebruikte Monseigneur, zo voor zichzelf, nog wel eens krassere woor den dan die, welke in de salons van de aartsbisschop gebruikelijk waren. De hei lige afkeer voor bekeuringen was van zijn „klanten" ten slotte op hem ovei-geslagen. Hij had zich echter voor niets bang ge maakt. Het dorp Courty leek wel uitge storven. Nadat hij vijf of zes huizen was voorbij gereden, die in alle windrichtingen stonden, alsof de eigenaars het moeilijke probleem hadden willen oplossen hoe zij al hun buren tegelijkertijd de rug konden toekeren, kwam hij op een plein, waar een dozijn katten aan het spelen was in het schaarse licht van enkele verspreidstaande van de pastoor van Courty zeer duidelijk, zodat Bachou zich kon oriënteren: Laat eens kijkenDe pastorie te gen de kerk en de kerk op het Marktplein. Dat zou dus deze open plek moeten zijn? Ja, daar is de kerktoren en daar de pasto rie.... Laten we nu maar hopen, dat de Eerwaarde Murier, na flink de klok te hebben geluid voor mij, me in ieder geval te eten zal houden.... Ik sterf van de honger!" Terwijl hii zijn motor afzette, stapte hij af en zette hij zijn motorfiets tegen de stoep van de pastorie. Hij stampte eens flink met zijn voeten op de grond om zijn bloedcirculatie te herstellen en trok toen zijn wanten uit. Bij het schijnsel van een electrische lantaarn die aan een ijzeren haak schommelde, staarde hij vei-volgens een seconde perplex naar zijn zwarte han den en zijn stoffige overall, en toen naar de pas gevex-niste eiken deur, waaiwan het koperwei-k hem toeglom. Resoluut viste hij uit zijn zak een zak doek mat blauwe en gele ruiten, wreef er flink mee door zijn gezicht, streek eens door zijn baard om die weer wat te fatsoe neren en drukte toen op de belknop. Een luik piepte. Maar even vlug als de bezoeker zijn hoofd had omgedraaid, had het zich weer gesloten, zonder dat hij wist, welke van die zware hermetisch gesloten panelen zich Ifsd geopend. Een minuut la ter rammelde een ketting aan de andere kant van de deur, die op een kier van twintig centimeter open ging. In de zo ge- lantaarns. Geluikkig was de uitnodiging vormde opening werd een kleine donkere vrouw zichtbaar, met het haar in een hoge lulbandvormige rol boven het voorhoofd, een mond zonder lippen, en puntige kin, gitzwarte ogen en een gouden kruis op de hooggesloten hals van een blouse van zwarte glanszijde. Zij naxn Bachou van hoofd tot voeten op, terwijl ze op een nog al hoge toon en met die gearticuleerde uit spraak, eigen aan bejaarde mensen van het platteland, die vaak doof en wat sufferig zijn, vroeg: Is het voor een zieke? Als het drin gend is, kunt u mijnheer de Pastoor bij Chevreau aan het diner vinden. Zo? zei Bachou. U bent ontgetwijfeld de huishoudster van de eerwaai'de Murier? Het spijt me, dat ik U op dit uur kom sto ren, mèvrouw! Ik ben Mgr. Bachou. Eerst bewoog zij niet, terwijl ze hem bleef opnemen. Toen trok zij een wenk brauw op, de linker. Haar kin scheen af te zakken, haar gezicht werd langer en smaller. Toen zei ze langzaam, alsof ze haar eigen stem niet geloofde: U wilt zeggen, dat u Mgr. de Bisschop Bachou bent? Ja, mevrouw. Ik bied u mijn ver ontschuldigingen aan, dat ik me in een dergelijk tenue vertoon. Maar mijn motor deed het niet al te best en De deur sloeg voor zijn neus dicht. Hij schrok er even van. Maar meteen ging zij weer open, wagenwijd dit keer, nu de ketting was losgemaakt. Komt u toch binnen, alstublieft. De vrouw maakte een soort buiging. Bachou zette zijn pet met oorkleppen af met een waardigheid als ware het een kar dinaalshoed. Hij zag de huishoudster met éen nog achterdochtige blik naar zijn hand staren: zij miste daar de amethist. Mevrouw, zei Bachou na een blik om zich heen geworpen te hebben, ik schaam me zo in een zo keurig onderhouden huis te komen. Ik heb pech met mijn motorfiets gehad. Kan ik hem zo lang buiten laten staan zonder het risico te lopen, dat hij ge stolen wordt? Plotseling veranderde de uitdrukking van de vrouw. Bachou glimlachte en, nu de rand van zijn pet nie'. meer de bovenste helft van zijn gezicht beschaduwde, zag zij zijn blauwe ogen, die uiterst onschuldig keken, nu eens ondeugend, dan weer kin derlijk. Zij zag en geloofde. Haar stijfheid verdween, zowel lichamelijk als geestelijk. Dit keer maakte zij een echte diepe bui ging voordat zij antwoordde: Ja, Monseigneur! U behoeft zich in 't geheel geen zorgen te maken. Vanavond zijn alle schelmen uit het dorp op de brui loft. Wil monseigneur zolang in de spreek kamer gaan? Ik zal mijnheer de Pastoor gaan halen. Bachou protesteerde: Mevrouw! Maakt u alstublieft geen drukte! Het is al onbeleefd genoêg van me op een dergelijk uur aan te komen. Och, de avond begint in dit seizoen al zo vroeg' Wil Monseigneur zich mis schien wat opknappen in de kamér van mijnheer de Pastoor? Met veel genoegen, mevrouw. Na op plechtige wijze in dit vertrek te zijn binnengeleid, goot Bachou uit een lampetkan water in de waskom en stak er zijn gezicht in. Al proestend, bepeinsde hij: Waarom heeft ze me de kamer niet gegeven, waar ik moet slapen? Zou zij de klassieke „bisschopskamer" in linnen kamer hebben verandex'fl? Hij trok zijn te nauwe groene overall uit, met de bewegingen van een paling, die van huid verandert. Onder die overall had hij de voor geeste lijken gebruikelijke geklede jas, waar hij de kreukels wat uitstreek. Uit een zak haalde hij cie boord van celluloid een noodzakelijk kwaad, dat de welvoeglijk heid vereiste maar veranderde toen van idee. Hier zou die „mondaine"kleding, die hij gerechtigd was te dragen, aanstoot kunnen geven. Hij greep naar de deurknop om zijn soutane uit een tas van zijn mo torfiets te gaan halen, maar hoorde toen juist iemand in de betegelde gang lopen. De eerwaarde Murier kwam thuis. Het was een man van gemiddelde lengte, met een rose, enigszins popperig gezicht, een korte neus, en een laag, gerimpeld voorhoofd boven dikke en zeer donkere wenkbrauwen. Met Bachou. die de deur opendeed, plotseling vlak voor zijn neus, ging hij met een schok achteruit. De huis houdster was uit haar keuken gerend om hem te waarschuwen, maar kwam te laat. Achter zijn rug fluisterde zij: Dat is Mgr. Bachou! (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6